• servicemodellen passend op Danfoss afsluiters type RAV en RAVL,
resp. op Heimeier en MNG afsluiters21
•model RA-P voor op afstand inschakelbare nachtverlaging23
• vandaal- en diefstalbestendig utiliteitsmodel27
• economy model RAE29
Regelafsluiters
• met voorinstelbare begrenzing van de maximum doorlaat:
- type RA-N met standaard doorlaat31
- type RA-UN en -UR met verkleinde doorlaat31
• type RA-FN met niet te begrenzen standaard doorlaat35
• type RA-G met niet te begrenzen vergrote doorlaat35
• met éénpuntsaansluiting:
- type RA 15/6TB voor 2-pijpsinstallaties39
- type RA 15/6T voor 1-pijpsinstallaties39
Combinaties van regelafsluiter en onderblok
• type RA-K(W) voor 2-pijpsinstallaties en met
voorinstelbare of vaste maximum doorlaat41
• type RA-KE(W) voor 1-pijpsinstallaties en met
vaste vergrote doorlaat41
Retourtemperatuurbegrenzers type FJVR45
Voetventielen type RLV en RLV-K47
Overstortregelaars type AVDO51
Waterfilters type FV55
Omrekeningstabellen57
Datablad
InleidingHet per vertrek naregelen van de ruimtetempe-
ratuur is een noodzaak om een hoog, aan de
wensen van de individuele gebruikers aan te passen, cv-comfort te bereiken en de beschikbare „gratis“ warmte volledig te benutten.
Danfoss radiatorthermostaten, een combinatie van
een thermostatisch zonder hulpenergie werkend
regelelement en een regelafsluiter, bieden een
ideale oplossing voor de door moderne cv-gebruikers gestelde eisen m.b.t. het comfort en het
energieverbruik.
Het uitgebreide programma regelelementen omvat
het standaard model, het vandaal- en diefstalbestendige utiliteitsmodel, het P-model voor op afstand bestuurbare nachtverlaging en de servicemodellen passend op Danfoss regelafsluiters type
RAV en RAVL resp. op Heimeier en MNG regelafsluiters of in de radiator geïntegreerde
afsluiterinserts. In uitvoeringen met ingebouwde
voeler, met voeler op afstand of met afstandsbediening.
Deze regelelementen kunnen worden gecombineerd met een uitgebreid assortiment regelafsluiters en afsluitercombinaties. In rechte,
haakse, haaks (UK) of dubbelhaakse uitvoering;
met standaard, vergrote of voorinstelbare doorlaat
(kv-waarde); met standaard of verkorte inbouwlengte en met draadaansluiting of klemringfitting.
De ruime keuze aan regelelementen en regelafsluiters, de eenvoudige montage, de nauwkeurige
en betrouwbare werking en het praktisch te verwaarlozen onderhoud maken Danfoss radiatorthermostaten tot een effectief, economisch en universeel cv-naregelsysteem.
Voor nieuwe en bestaande 1- of 2-pijpsinstallaties,
in woningen en bedrijfsgebouwen, met eigen cvketel(s) dan wel aangesloten op een blok-, wijk- of
stadsverwarmingsnet.
Naast radiatorthermostaten omvat het Danfoss
programma speciale thermostatische regelaars voor
vloerverwarming, verwarmingsbatterijen en voorraadboilers en voor ventilatorconvectoren en
inductie-units in 2- of 4-pijps verwarmings- of koelingssystemen.
De temperatuur van het water naar de radiatorthermostaten kan optimaal worden voorgeregeld
met Comfort Control 3000 (kleinere cv-installaties),
het ECL-programma (uitgebreide installaties met
meerdere ketels en groepen) en de vrij-programmeerbare regelaar MPV (uitgebreide cv- en acinstallaties).
De bij het (verder) sluiten van de radiatorthermostaten optredende problemen - overmatig
stromingsgeluid en pendelen van moderne ketels
met kleine waterinhoud - kunnen afdoende worden
voorkomen met een Danfoss automatische drukverschilregeling.
Overstortregelaar type AVDO voor kleinere cvinstallaties. Overstort- of serieregelaars type AVP,
IVD of ASV en automatische pomptoerenregeling
met frequentie-omvormer type VLT voor grotere
installaties.
Nadere informatie betreffende bovengenoemde
aanvullende apparatuur is op aanvraag beschikbaar.
Danfoss houdt stookkosten én comfort onder
controle
1) Model voor op afstand bestuurbare nachtverlaging.
2) Uitvoeringen met ingebouwde voeler en voeler op afstand kunnen d.m.v. extra accessoire-set worden omgebouwd naar versterkte utiliteitsuitvoering.
3) Programma RA-afsluiters omvat de typen RA-N, RA-UN, RA-UR, RA-FN, RA-G, RA 15/6T en afsluitercombinatie RA-K. Programma RAV-afsluiters omvat 2-weg
type RAV en VMT en 3-weg type KOVM. Afsluiters type RAVL zijn niet langer leverbaar.
4) Voorzien van „click“-bevestiging.
Standaard element
met extra RAVL-
of RAV-koppelstuk
2-weg regelafsluiters type RA 1)
max. doorlaat voorinstelbaar op kvmax vast op kvs
kvmax of kv-waardestandaardstandaardverkleindverkleindstandaardstandaardvergroot
inbouwlengtestandaardverkortstandaardstandaardstandaardverkortstandaard
1) Doorlaat, uitvoering en bestelnummers voor afsluiterprogramma RAV op aanvraag
Standaard inlaat Rp(inw) en uitlaat R(staartstuk) volgens ISO 7/1 voor montage in inlaat van radiator. Rp 3/8 en Rp 1/2
d.m.v. als extra beschikbare klemfittingen aan te sluiten op koperen, zachtstalen of VPE-kunststofbuis
2) Uitvoeringen met R(staartstuk) aan inlaat en Rp(inw) aan uitlaat voor montage in retour van radiator
3) op aanvraag zijn verschillende rechte afsluiters, RA-N en RA-FN leverbaar zonder staartstuk. Voor combinatie met 1/2" bocht 90°, bestelnummer 013G0815.
1) Uitvoering recht+bocht 1/2 met standaard, vaste doorlaat samen te stellen uit RA-FN 15 zonder staartstuk,
bestelnr. 013G3254, plus 90° bocht, bestelnr. 013G0815, plus klemfitting Rp 1/2 x 12 mm bestelnr. 013L0288RA
2) Aansluitingen: - Inlaat: Verbindingsbuis van onderblok: Klemfitting 12 mm
c. Verbindingsbuis
Diameter 12 mm, lengte 0,95 m, bestelnummer 013L4070
d. Klemfittingen
Beschikbaar voor aansluiting op koperen, zachtstalen, VPE kunststof of Alu-PEX buis
Radiatorthermostaten bestaan uit een
regelelement en een regelafsluiter en
worden toegepast voor het individueel per
vertrek (na)regelen van de ruimtetemperatuur.
De regelafsluiter wordt gewoonlijk op de
inlaatzijde van de radiator gemonteerd.
Het regelelement wordt op de afsluiter
bevestigd.
Het resultaat is een zonder hulpenergie
werkende en in elke cv-installatie toe te
passen regeling van de ruimtetemperatuur.
Werking en regelgedrag van een
radiatorthermostaat worden bepaald door
de eigenschappen en de uitvoering van
het thermostatische regelelement en door
type en grootte van de met dat regelelement gecombineerde regelafsluiter.
Voor het ontwerpen van installaties met
Danfoss radiatorthermostaten worden op
verzoek gaarne de kv- of zeta-waarden
van de diverse regelafsluiters verstrekt
voor opname in een rekenprogramma,
zoals bijvoorbeeld het VABI-programma.
Voor éénpijpsinstallaties met Danfoss
eenpijps-regelafsluiters kan gebruik worden gemaakt van voorgedrukte Danfoss
werkbladen, bestelnummer VD.11.C1.10.
Danfoss thermostatische regelelementen voor
radiatorthermostaten kunnen naar werking worden
ingedeeld in:
voeler op afstand
ingebouwde voeler
Elementen met vloeistof-damplading
Voeler, balgelement en capillair zijn gevuld met een
kleine hoeveelheid vloeistof en voor de rest met
damp van deze vloeistof. De vloeistof condenseert
op de koudste, dus t.o.v. de warme afsluiter meest
geïsoleerde, plaats en dat is de voeler. De
dampspanning stijgt/daalt met stijgende/dalende
temperatuur van de vloeistof(spiegel).
Bij dalende ruimte(voeler)temperatuur en dampdruk
worden balg en bedieningsstift door de instelveer
verder naar binnen bewogen en wordt de regelklep
van de afsluiter door de ingebouwde veer verder
geopend.
Bij stijgende ruimte(voeler)temperatuur en
dampdruk drukt de balg de bedieningsstift tegen de
instelveer in verder naar buiten en wordt de
regelklep van de afsluiter tegen de eigen veer in
verder gesloten.
De beveiligingsveer voorkomt beschadiging van de
klepzitting t.g.v. de bij hoge ruimtetemperaturen
optredende grote sluitkrachten.
T.g.v. de relatief geringe meetenergie reageert dit
element snel en nauwkeurig op veranderingen in
de ruimtetemperatuur.
Elementen met vloeistofvulling
Voeler, balgelement en capillair zijn volledig gevuld
met vloeistof.
Bij dalende ruimte(voeler)temperatuur krimpt de
vloeistof, wordt de bedieningsstift verder naar
binnen bewogen en wordt de regelklep van de
afsluiter door de ingebouwde veer verder geopend.
Bij stijgende ruimte(voeler)temperatuur zet de
vloeistof uit, wordt de bedieningsstift verder naar
buiten gedrukt en wordt de regelklep van de
afsluiter tegen de eigen veer in verder gesloten.
Een drukontlastbalg met veiligheidsveer voorkomt
beschadiging t.g.v. de bij overtemperaturen
optredende hoge vloeistofdrukken.
Dit type elementen vergt in vergelijking met
elementen met vloeistof-damplading meer meetenergie en reageert daardoor trager.
1. Instelknop
2 Instelveer
3. Balgelement
4. Begrenzingsstift
5. Capillair, opgerold
6. Verwarmingselement
7. Aansluitklemmen
Elementen met koolzuur-koolstofvullin
Afstandsvoeler met elektrische verwarming is
gevuld met koolstofkorrels(C) en koolzuurgas(CO2). Het capillair en de bedieningsbalg zijn
volledig gevuld met koolzuurgas.
Bij dalende ruimte(voeler)temperatuur adsorbeert
koolstof meer koolzuur, daalt de gasdruk, worden
balg en bedieningsstift door de instelveer verder
naar binnen bewogen en wordt de regelklep van de
afsluiter door de ingebouwde veer verder geopend.
Bij stijgende ruimte(voeler)temperatuur komt uit
koolstof koolzuur vrij, stijgt de gasdruk, drukt de
balg de bedieningsstift tegen de instelveer in
verder naar buiten en wordt de regelklep van de
afsluiter tegen de eigen veer in verder gesloten.
Bij het inschakelen van het verwarmingselement
wordt de voelertemperatuur een aantal graden
hoger dan de ruimtetemperatuur en zal de
radiatorthermostaat de ruimtetemperatuur dus op
een lagere waarde regelen. T.g.v. de tragere
werking van het adsorbtie-proces reageert dit
element minder snel op temperatuurveranderingen.
Het regelelement wordt geselecteerd aan de hand
van:
- het vereiste model. Bepaald door de aard en het
gebruik van het gebouw of de ruimte, het met het
regelelement te combineren type regelafsluiter en
door de wens voor afstandsbestuurde nachtverlaging van de ruimtetemperatuur.
- de vereiste voeleruitvoering. Bepaald door de
meetomstandigheden in het vertrek.
Het Danfoss programma regelelementen omvat:
Standaard model
Beschikbaar met ingebouwde voeler, met voeler op
afstand of met afstandsbediening (voeler en
instelling op afstand). Voet past op regelafsluiters
type RA.
Uitvoeringen met ingebouwde voeler en voeler op
afstand hebben een vloeistof-damplading en een
“click”-bevestiging.
Uitvoering met afstandsbediening is vloeistofgevuld
en heeft bevestiging d.m.v. een klem-ring met 2 mm
imbus-borgschroef.
Servicemodel
Voorzien van voet passend op:
- Danfoss regelafsluiters type RAV
- Danfoss regelafsluiters type RAVL
- Heimeier of MNG afsluiters, los resp. als in
radiator geïntegreerde afsluiterinserts
Elk servicemodel is beschikbaar met ingebouwde
voeler of met voeler op afstand.
Modellen voor Danfoss RAV- en RAVL-afsluiters
hebben een vloeistof-damplading. Modellen voor
Heimeier- en MNG-afsluiters zijn vloeistofgevuld.
Servicemodel met afstandsbediening door het
standaard model te voorzien van een apart te
bestellen RAV- of RAVL-koppelstuk.
P-model
Met op afstand bestuurbare nachtverlaging van deingestelde ruimtetemperatuur. Voor toepassing inwoningen met aangebouwde winkel- of prak-tijkruimte, in onderverhuurde bedrijfs-, kantoor- endienstengebouwen, e.d. Uitgevoerd met voeler opafstand en beschikbaar met een op Danfossregelafsluiters type RA, type RAV of type RAVLpassende voet.P-elementen hebben een koolzuur-koolstof- vulling.
Utiliteitsmodel
Versterkt model voor toepassing in gebouwen of
ruimten waar de kans op diefstal, beschadiging
resp. onoordeelkundig gebruik van de radiatorthermostaten groot is zoals in scholen, postkantoren en
andere openbare gebouwen. Het utiliteitsmodel is
beschikbaar met ingebouwde voeler en met voeler
op afstand en heeft een vloeistof-damplading.
E(conomy)-model
Beschikbaar voor projecten waar de prijs een
belangrijke rol speelt en met de regeltechniek van
een vloeistofgevuld model kan worden volstaan. Het
E-model is beschikbaar met ingebouwde voeler en
met voeler op afstand.
Datablad
Radiatorthermostaten: Regelelementen
Selectie (vervolg)
De voeleruitvoering
Voor het meten van de juiste, voor het warmtecomfort en de beschikbare “gratis” warmte
maatgevende, temperatuur in een vertrek moet:
- de voeler van het regelelement nauwkeurig en
tijdig reageren op eventuele afwijkingen én
- op een voor de ruimtetemperatuur representatieve
plaats in het vertrek worden aangebracht.
Daarom zijn de meetomstandigheden in het vertrek
bepalend voor de selectie van zowel de uitvoering
van de voeler als van de plaats waar deze voeler
moet worden aangebracht.
Het Danfoss programma biedt een keuze uit de
volgende uitvoeringen:
Ingebouwde voeler
Alleen toe te passen als:
- de ruimtelucht onder alle omstandigheden, ook
als (rol)gordijnen worden gesloten, vrij om het
regelelement kan circuleren.
- de spindel van de afsluiter horizontaal ligt dus
niet naar boven is gericht. In dat laatste geval zal
de boven de warme afsluiter gelegen voeler vals
worden beïnvloed.
- de afsluiter met regelelement zich niet in de buurt
van een gedurende langere periode geopend raam
bevindt. Dan zal de radiatorthermostaat namelijk op
de buitentemperatuur i.p.v. op de ruimtetemperatuur reageren.
Ter voorkoming van eventuele klachten wordt
aanbevolen om
IN TWIJFELGEVALLEN EEN VOELER OP
AFSTAND TOE TE PASSEN!
Voeler op afstand
Moet worden toegepast als:
- (rol)gordijnen, zonwering, stoffering, meubelen of
een brede vensterbank een vrije luchtcirculatie
langs de ingebouwde voeler verhinderen
- de afsluiter zich in de buurt van een langdurig te
openen raam bevindt. In dat geval dient echter
wel een vloeistofgevuld element - standaard
model met afstandsbediening of een E(conomy)
model met voeler op afstand - of een P-model met
koolstof-koolzuur vulling te worden toegepast.
Opmerking: Elementen met vloeistof-damplading
reageren op de temperatuur van de koudste plaats
in het systeem en dat is onder normale omstandigheden de afstandsvoeler.
Bevindt de afsluiter met regelelement zich echter
onder een gedurende langere periode geopend
raam dan verplaatst de vloeistof zich van de
afstandsvoeler naar het koudere regelelement. De
radiatorthermostaat zal dan niet langer op de
temperatuur bij afstandsvoeler maar op de lagere
temperatuur bij het element reageren.
Met een vloeistofgevuld element of een koolstof/
koolzuurgevuld P-element blijft de temperatuur van
de afstandsvoeler onder alle omstandigheden, dus
ook als de temperatuur bij de afsluiter onder de
ruimtetemperatuur komt, wel maatgevend voor de
regeling.
Afstandsbediening
Met voeler- en instelknop op afstand. Deze
uitvoering kan worden toegepast als de afsluiter
zich op een moeilijk bereikbare plaats, bijv. achter
een omkasting of in een convectorput bevindt.
Met ingebouwde voeler
Afsluiterspindel moet HORIZONTAAL liggen (zie
onder “Selectie: Ingebouwde voeler”).
Met voeler op afstand
- houder van afstandsvoeler monteren:
• op een tussenwand. Bij eventuele montage op
een buitenwand isolerend materiaal tussen
voelerhouder en wand aanbrengen
• op ca. 0,5 tot 1,5 m boven de vloer
• niet achter stoffering
• niet beïnvloed door tocht of door van lampen of
elektrische apparaten afkomstige (stralings)warmte
- het capillair tot de benodigde lengte afrollen, de
voeler in de houder plaatsen en het capillair op de
wand vastzetten.
Met afstandsbediening
- de achterplaat op de wand, een inbouwdoos of
een kabelgoot monteren op een plaats als omschreven onder de uitvoering met voeler op afstand.
- bij combinatie met een RAVL- of RAV-afsluiter het
RA-koppelstuk vervangen door een RAVL- resp.
RAV-koppelstuk
- het capillair tot de benodigde lengte afrollen en
d.m.v. het trekoog van de bedieningsbalg door
een montagebuis, inwendige diameter min. 23 mm
en wijde bochten, voeren ofwel het capillair op de
wand vastzetten (Zie ook onder “SelectieAfstandsbediening”)
Instellingen
De van 1 tot 5 lopende instelschaal voor de
gewenste ruimtetemperatuur geeft, conform
Euronorm EN 215-1, de voelertemperatuur die
nodig is om de regelklep tot kv2 (Xp = 2 graden) te
openen.
De regelklep zal dus pas bij een 2 graden hogere
ruimtetemperatuur volledig sluiten.
Montage op de afsluiter
De standaard en E(conomy) modellen met ingebouwde voeler en voeler op afstand worden d.m.v.
een “click”-bevestiging met anti-diefstalpal op de
afsluiter bevestigd. De overige modellen d.m.v. een
klemband met borgschroef (RA en RAV) of een
wartel (Heimeier/MNG).
Voor het tijdelijk met de hand bedienen resp. het
volledig afsluiten (t.b.v. werkzaamheden aan de
radiator) van de afsluiter is een op de afsluiter
passende handknop beschikbaar.
S=
Vorstbeveiliging
79,51417202326 28°C
lS12••3••45 l
57,51215182124 26°C
Bij keuze van de met een * gemerkte instelling, de
vorstbeveiligingsstand, wordt de ruimtetemperatuur
op een veilig vorstvrij niveau gehandhaafd.
Het instelbereik kan op een bepaalde minimum en/
of maximum waarde worden begrensd of op een
bepaalde vaste instelling worden geblokkeerd.
Een ingebouwde veer houdt de klep van de N(ormaal) O(pen)-afsluiter open en drukt daarbij een afdichtring tegen de binnenzijde van het huis. De
aldus gevormde afdichting maakt het mogelijk de
O-ring pakkingbus tijdens bedrijf en zonder aftappen te vervangen.
Het regelelement moet de klep tegen de kracht van
de openingsveer en van het drukverschil over de
klep sluiten. Om een nauwkeurige en stabiele rege-
Voor het verwezenlijken van de, dankzij de constructie en de toegepaste materialen bereikbare
hoge bedrijfszekerheid en lange levensduur moet:
- om kalkvorming en corrosie te voorkomen de VDI
richtlijn 2035 voor de samenstelling van het cvwater worden aangehouden. Raadpleeg ook de
De regelafsluiter wordt geselecteerd aan de hand
van:
- de eis voor begrenzing van de maximum waterhoeveelheid door de radiator
- de gewenste uitvoering:
Begrenzing van de maximum doorlaat
Een toename
van de
waterhoeveelheid door de
radiator Q met
75% geeft een
toename van
de warmteafgifte W van
slechts 8%.
ling te handhaven mag dit drukverschil niet boven
een bepaald maximum komen. Voor de meeste
combinaties ligt dit maximum boven de grens voor
overmatig - meer dan 30 dB(A) - stromingsgeluid.
Om geluidsklachten te voorkomen dient daarom het
drukverschil op ca. 0,3 bar te worden begrensd.
Daartoe kan een Danfoss automatische drukverschilregelaar type AVDO, AVD, AVP, IVD of ASV-P
worden toegepast.
ketelfabrikant.
- om vuil en vaste deeltjes uit het cv-water te
verwijderen in de hoofdaanvoerleiding en/of de
strangaanvoer een waterfilter, bijvoorbeeld Danfoss type FV, worden aangebracht.
• met standaard of verkorte inbouwlengte
• recht, haaks, haaks UK of dubbelhaaks e.d.
• met eenpuntsaansluiting
• als afsluitercombinatie
- de vereiste grootte
Een afname
van de
waterhoeveelheid door de
radiator Q met
75% geeft een
afname van de
warmteafgifte
W van 40%!
Ten gevolge van:
- de onvermijdelijke toleranties en afrondingen bij
het dimensioneren en selecteren van pompen,
leidingen, afsluiters, radiatoren en vele andere
„natte“ componenten maar met name ook van
- het volledig openen van de regelafsluiters tijdens
de aanwarmperioden na langdurige nachtverlaging zal door een deel van de radiatoren veel
meer en door het andere deel veel minder dan de
nominale waterhoeveelheid stromen.
De warmte-afgifte van de radiatoren waar te veel
water doorheen stroomt neemt daarbij nauwelijks
toe - bij 75% meer water slechts met 8%.
De warmte-afgifte van de radiatoren waar minder
water doorheen stroomt neemt echter sterk af - bij
75% minder water zelfs met 40%. In de door deze
radiatoren verwarmde vertrekken zal de gewenste
dagtemperatuur niet of pas veel te laat worden bereikt.
Het begrenzen van de maximum doorlaat per radiator is dan ook een absolute eis om onder alle
omstandigheden de nominale water- en dus
warmtedistributie te handhaven. In principe dienen
dan ook in alle cv-installaties regelafsluiters met
voorinstelbare begrenzing van de maximum doorlaat, Danfoss typen RA-N en RA-UN, te worden toegepast.
De toepassing van regelafsluiters met niet instelbare maximum doorlaat, Danfoss typen RA-FN,
RA-G en RA 15/6T, beperkt zich tot installaties
waar de maximum waterhoeveelheid door de
radiator d.m.v. een extra voetventiel, Danfoss type
RLV, of op een andere wijze is begrensd.
Regelafsluiters met voorinstelbare begrenzing van
de maximum doorlaat
Regelafsluiters met vaste maximum doorlaat
De gewenste uitvoering
Het Danfoss programma biedt een keuze uit::
- met standaard doorlaat: type RA-N
• standaard inbouwlengte
. recht:3/8, 1/2, 3/4 en 1
. recht+bocht1/2
. haaks:3/8, 1/2, 3/4 en 1
. haaks (UK):3/8, 1/2 en 3/4
. dubbelhaaks rechts: 3/8 en 1/2
. dubbelhaaks links: 3/8 en 1/2
• verkorte inbouwlengte. Voor renovatieprojecten
en alleen op aanvraag
. recht:3/8, 1/2 en 3/4
. haaks:3/8, 1/2 en 3/4
- met verkleinde doorlaat en standaard inbouwlengte. Toe te passen in direct op een stadsverwarmingsnet aangesloten installaties.
• staartstuk aan uitlaatzijde: type RA-UN
. recht:3/8, 1/2 en 3/4
. haaks:3/8, 1/2 en 3/4
. haaks(UK):3/8 en 1/2
• staartstuk aan inlaatzijde: type RA-UR
Voor montage aan retourzijde radiator:
. recht, haaks en haaks (UK): 3/8
- met standaard doorlaat: type RA-FN
• standaard inbouwlengte
. recht:3/8, 1/2, 3/4 en 1
. haaks:3/8, 1/2, 3/4 en 1
. haaks (UK):3/8, 1/2 en 3/4
• verkorte inbouwlengte. Voor renovatieprojecten
. recht:3/8, 1/2 en 3/4
• staartstuk aan inlaatzijde.
Voor montage aan retourzijde radiator:
. recht en haaks1/2
Afsluitercombinaties
- met vergrote doorlaat en standaard inbouwlengte.
Voor grote radiatoren resp. bij laag beschikbaar
drukverschil (1-pijpssystemen): type RA-FNE
(recht 1/2) en type RA-G:
• recht:1/2, 3/4 en 1
• haaks:1/2, 3/4 en 1
- voor éénpuntsaansluiting op zijkant of onderkant
van radiator
• voor 2-pijpsinstallaties met standaard doorlaat:
type RA 15/6TB
• voor 1-pijpsinstallaties met vergrote doorlaat en
omloopkanaal: type RA 15/6T
Bestaande uit onderblok met wel of niet afsluitbare
retour, verbindingsbuis en regelafsluiter (bij rechte
uitvoering incl. bocht):
Voor 2-pijpsinstallaties met regelafsluiter met
voorinstelbare begrenzing van de maximum
doorlaat en met onderblok:
• voor vloer(onder)aansluiting: type RA-K
• voor muur(achter)aansluiting: type RA-KW
Voor 1-pijpsinstallaties met regelafsluiter met vaste
vergrote doorlaat en met onderblok voorzien van
omloopkanaal:
• voor vloer(onder)aansluiting: type RA-KE
• voor muur(achter)aansluiting: type RA-KEW
Bepaalde combinaties zijn als complete voorverpakte set beschikbaar.
-de bij nominale belasting optredende afkoeling
van het water over de radiator dTrad in graden (bij
een 90/70 °C installatie 20 graden, bij stadsverwarming tot 40 graden)
-het bij nominale belasting beschikbare drukverschil over de afsluiter dPafsl in bar
-de daling in ruimtetemperatuur die nodig is om de
afsluiter tot de vereiste doorlaat te openen, de z.g.
P-band Xp in graden. Voor het zo stabiel en nauwkeurig mogelijk regelen van de ruimtetemperatuur in
comfortinstallaties dient de P-band tussen 0,5 en 1
graad te liggen.
Bij nominale belasting Wrad zal een bepaalde hoeveelheid water Qrad door de radiator moeten circuleren die kan worden berekend uit:
Qrad (m3/h) =
De voor het doorlaten van deze Qrad benodigde afsluiteropening kv is afhankelijk van het over de afsluiter beschikbare drukverschil dPafsl in bar en
kan worden berekend uit
kv (m3/h bij dp = 1 bar) =
of worden bepaald uit onderstaande grafiek.
Om de afsluiter tot deze vereiste doorlaat kv te ope-
nen zal de ruimtetemperatuur met een bepaald aantal graden, de z.g. P-band Xp, moeten dalen.
Voor elke regelelement-afsluitercombinaties is de
klepopening kv bij een daling van 0,5 tot 2,0 graden, aangeduid met kv0,5 tot kv2,0, en met de klep
volledig geopend, aangeduid met kvs, gegeven. Bij
de te selecteren afsluitergrootte moet de vereiste
opening kv bij voorkeur tussen kv0,5 en kv1,0 en
niet boven kv2,0 liggen. Voor regelafsluiters met
voorinstelbare begrenzing van de maximum
doorlaat type RA-N en RA-UN komt de maximum
doorlaat kvmax bij instelposities 1 tot 7 overeen met
de opening kv0,5 tot kv2,0.
Opmerking: Voor combinaties met de vloeistofgevulde regelelementen - standaard model met afstandsbediening en E(conomy)-modellen - zijn de
kv0,5 tot kv2,0 waarden 2/3 van die geldend voor
de andere elementen.