Autorisatie voor locatieservices in Android-besturingssysteem ............................................................................. 5
Zoeken naar drukmeetunit ..................................................................................................................................................... 6
Medium .................................................................................................................................................................................. 6
Werken met projecten ..............................................................................................................................................................9
Opslaan als ............................................................................................................................................................................ 10
Project verzenden per e-mail .....................................................................................................................................................10
Records (Albums) .........................................................................................................................................12
Tabblad Record info ...............................................................................................................................12
Contextmenu Record info ....................................................................................................................................................... 12
Nieuw record .....................................................................................................................................................................................12
Record openen .................................................................................................................................................................... 13
Record lezen ......................................................................................................................................................................... 13
Record opslaan als ...........................................................................................................................................................................13
Record verzenden per e-mail......................................................................................................................................................13
Record exporteren als csv ............................................................................................................................................................13
Exporteren en verzenden als csv...............................................................................................................................................13
Record exporteren als xls ............................................................................................................................................................13
Exporteren en verzenden als xls ...............................................................................................................................................13
Tabblad Record items ............................................................................................................................................................... 13
Het PFM 1000 instrument is bedoeld voor hydraulische inregeling van verwarmings- en koelinstallaties.
Het instrument maakt het mogelijk om statische druk, drukverschil en debiet te meten in de betreffende
installaties. Op basis van het drukverschil dat door de meetcomponent in de installatie wordt gemeten,
berekent de PFM 1000 het debiet door de component (inregelafsluiter of meetflens). De toepassing
corrigeert het berekende debiet ook voor antivriesmengsels in koelingen.
Het debiet kan in alle strangen van de complete hydraulische installatie worden gemeten en de complete
installatie kan worden ingeregeld.
Het hart van het instrument bestaat uit de drukmeetunit die de druk in de inregelcomponenten van
hydraulische installaties meet en de gemeten waarden door middel van Bluetooth Low Energie (BLE)technologie verzendt naar een mobiel apparaat met het Android- of iOS-besturingssysteem. De PFM 1000
meetunit is uiterst robuust en heeft een massief, zwaar uitgevoerd frame dat bestand is tegen een val van
2 meter hoogte. In de meetunit bevindt zich een hydraulisch gedeelte met een ingebouwde symmetrische
drukverschilsensor voor nauwkeurige verwerking van meetgegevens. Het PFM 1000 meetinstrument
is uiterst nauwkeurig dankzij de volgende eigenschappen:
• Uiterst nauwkeurige meting van de druk met een volwaardige drukverschilsensor en 24-bits
verwerking van gegevens die afkomstig zijn van de druksensor.
• De mogelijkheid om het drukverschil te resetten voor een drukmeting bij zeer lage drukverschillen.
Het resetten van de meting vindt plaats bij de hydraulische bypass van de drukinlaten.
Het PFM 1000 instrument maakt gebruik van geavanceerde technologieën die compensatie bieden
voor onnauwkeurigheden die gewoonlijk optreden bij drukmetingen, bijvoorbeeld vanwege de
temperatuurafhankelijkheid en de niet-lineariteit van metingen.
Een ander kenmerk van het PFM 1000 instrument is de registratie van metingen. Meetgegevens kunnen
rechtstreeks en onafhankelijk van elkaar in de drukmeetunit worden geregistreerd. De meetunit is
uitgerust met een tijdcircuit dat de mogelijkheid biedt om een periodieke registratie van metingen te
programmeren, onafhankelijk van de applicatie in het mobiele apparaat. Zodra de registratie is voltooid,
schakelt de meetunit uit en blijft de registratie in de meetunit opgeslagen totdat de applicatie de gegevens
uitleest. Een andere registratiemethode is een rechtstreekse registratie van de huidige waarden in het
mobiele apparaat.
Door middel van BLE-overdracht communiceert de PFM 1000 applicatie met de meetunit; het mobiele
apparaat kan een gebruiksvriendelijke interface bieden. De applicatie verwerkt de drukwaarden en maakt
het mogelijk om het debiet in de gemeten installatie weer te geven op basis van de kenmerken van de
inregelcomponenten die in het geheugen van het mobiele apparaat zijn opgeslagen. De applicatie slaat
inregelafsluiters van toonaangevende Europese fabrikanten op in het geheugen van het mobiele apparaat.
Als een bepaalde regelafsluiter onverhoopt niet in de applicatie beschikbaar is, kunt u de Kv-waarde van
de betreffende afsluiter invoeren, waarna de applicatie het debiet van die afsluiter berekent.
U kunt de software bedienen door de vereiste velden direct aan te raken, maar u kunt ook het menu in het
bovenste deel van het scherm gebruiken.
De gebruikerssoftware bevat gegevens van regelafsluiters van veel fabrikanten, wat het berekenen van het
debiet voor de gewenste regelafsluiter vereenvoudigt.
Zoek de PFM 1000 applicatie in Google Play
en installeer de app op uw mobiele apparaat.
Tik op de knop Settings (Instellingen) in het startvenster om de beginwaarden voor de applicatie
in te stellen.
In de sectie Measuring (Meet) zijn dat de meeteenheden voor druk, debiet en temperatuur.
U kunt hier ook het geluid voor de volledige PFM 1000 applicatie in- of uitschakelen.
Schakel het geluid in de PFM 1000 applicatie in/uit door op de knop Sound (Geluid) te tikken.
In de sectie Records (Albums) kunt u de standaard omschrijving en de standaard locatie voor registraties
instellen.
In de sectie Projects (Projecten) kunt u de standaard projectnaam, de standaard strangnaam en de
standaard projectnaam instellen. In Sensor preferences (Sensor voorkeuren) wordt het Bluetoothadres van de drukunit opgeslagen als u de optie Always use the selected device (Gebruik altijd het geselecteerde apparaat) onder Measuring (Meet) hebt geactiveerd.
Op de startpagina van de applicatie vindt
u knoppen waarmee u rechtstreeks naar
de verschillende delen van de PFM1000
applicatie kunt navigeren.
Dit item blijft leeg nadat de installatie van de applicatie is voltooid. U moet dit veld verwijderen als
u metingen uitvoert via een automatische verbinding met één unit zonder te zoeken en nog een andere
drukunit wilt toevoegen.
Zodra u het Battery type (Batterij type) hebt geselecteerd, moet u het gebruikte type AAA-batterij
in de drukunit invoeren. Die instelling is zeer belangrijk voor de juiste berekening en weergave van
de batterijstatus. Het batterijtype is te vinden op de batterij. Bijna alle oplaadbare AAA-batterijen
zijn van het type NiMH. Bekende hoogwaardige typen zijn de Eneloop-batterijen van Panasonic.
Contextmenu
Door op een pictogram op een willekeurig applicatievenster te tikken, verschijnt het menu dat bij het
betreffende venster hoort. Dat menu wordt het Contextmenu genoemd.
Wanneer u het instrument inschakelt, voert het instrument een initialisatie uit. Dat duurt
enkele seconden en tijdens de initialisatie knippert het groene lampje op het instrument snel
met een interval van 200 ms. Wacht met het maken van een Bluetooth-verbinding met het
meetinstrument totdat het lampje stopt met knipperen en constant brandt. Als het groene
lampje met een interval van 1 seconde knippert, is er een fout opgetreden bij de initialisatie van de
BLE-module. Probeer het instrument uit te schakelen en na enkele seconden weer in te schakelen.
Nadat u de knop Measuring (Meet) hebt geselecteerd, wordt er op het startscherm een venster
weergegeven, waarin u kunt zoeken naar en verbinding kunt maken met de meetunit.
Autorisatie voor locatieservices in Android-besturingssysteem
Vanwege wijzigingen in Google Play Services vereist het Android-besturingssysteem nu autorisatie
van locatieservices als er gebruik wordt gemaakt van Bluetooth-technologie. U kunt dat handmatig
inschakelen onder Persoonlijk/Locatie in de instellingen van de mobiele telefoon.
Zoeken naar drukmeetunit
De PFM 1000 applicatie zoekt naar beschikbare PFM 1000 apparaten en geeft die weer. Selecteer uw
PFM 1000 unit in de getoonde lijst op basis van de laatste vier cijfers van het serienummer. Deze functie
is ook op veel andere plaatsen in de PFM 1000 applicatie beschikbaar. Als u de optie Always use the selected device (Gebruik altijd het geselecteerde apparaat)selecteert, zal de PFM 1000 applicatie
automatisch verbinding maken met dat apparaat en niet zoeken naar andere apparaten. Nadat u op
de knop Measuring (Meet) hebt getikt, wordt meteen het scherm Measuring (Meet) weergegeven.
U kunt de optie Always use the selected device (Gebruik altijd het geselecteerde apparaat)
annuleren in de applicatie-instellingen, via de optie Sensor Preferences / Always use Bluetooth Address (Sensor voorkeuren / Gebruik altijd een Bluetooth-adres). Verwijder hier het Bluetooth-adres van uw
drukunitmodule.
Meetvenster
Op basis van het gemeten drukverschil en het medium dat wordt gemeten, d.w.z de temperatuur,
de regelafsluiter en de voorinstelling van de afsluiter, toont de applicatie het drukverschil in meetpunten
van de bevestigde fitting en het debiet door die fitting.
De statusregel in het onderste deel van het scherm toont diverse belangrijke gegevens:
1. De laatste vier cijfers van het serienummer van de aangesloten drukunit.
2. De status (in procenten) van de batterij van de aangesloten drukunit.
3. De geldigheid van de kalibratie van de aangesloten drukunit.
U kunt de gewenste regelafsluiter selecteren door op de keuzelijst Select valve (Regelafsluiter selecteren)
te tikken.
Als u op de blauwe Manufacturer (Fabrikant)-regel tikt, verschijnt er een lijst met afsluiterfabrikanten
die in de database van het PFM 1000 instrument zijn opgeslagen. Selecteer de door u gewenste fabrikant.
De afsluiterdatabase in het instrument bevat afsluiters van toonaangevende fabrikanten wereldwijd.
Wanneer u de afsluiter en de bijbehorende voorinstelling selecteert, worden de door de fabrikant
aangeleverde Kv-waarden gebruikt om het debiet te berekenen. De Kv-waarden worden door de
wiskundige functie opnieuw berekend op basis van de tabellen van de fabrikant.
Als u op de blauwe Select Type (Type selecteren)-regel tikt, verschijnt er een lijst met afsluiters van
de betreffende fabrikant. Selecteer het gewenste afsluitertype. Voor een snellere herkenning en selectie
wordt bij elk afsluitertype ook een afbeelding weergegeven.
Voorinstelling afsluiter
U kunt de voorinstelling van de regelafsluiter wijzigen via de keuzelijst Change presetting
(Voorinstelling wijzigen).
Voor elke regelafsluiter toont het voorinstellingsveld het beschikbare interval voor de voorinstelling.
Medium
U kunt het warmteoverdrachtsmedium van de gemeten installatie selecteren door op de keuzelijst
Select Medium (Medium selecteren) te tikken.
Als u als medium het antivriesmengsel ethyleenglycol of propyleenglycol selecteert, moet u in het
veld Concentration (Concentratie) de concentratie van het antivriesmengsel invoeren. De applicatie
zal die waarde dan gebruiken om het debiet opnieuw te berekenen. Onderaan het venster met het
veld Concentration (Concentratie) staat ook het toegestane bereik van de concentratie aangegeven.
Kv rechtstreeks instellen
Als de door u gewenste regelafsluiter niet is opgenomen in de afsluiterdatabase, kunt u het debiet meten
door de Kv-waarde rechtstreeks in te voeren.
U kunt de tabel met voorinstellingswaarden en Kv-waarden vinden in de documentatie van de betreffende
afsluiterfabrikant.
Deze functie wordt gebruikt voor het weergeven van de verhouding tussen het actuele en gewenste debiet
bij de gemeten afsluiter (de lambdawaarde in de proportionele inregelmethode). Op die manier kunt u het
gewenste debiet door de regelafsluiter snel en eenvoudig instellen.
Nadat u de waarde voor het gewenste debiet hebt ingevoerd, wordt in het veld Flow (Debiet) in het scherm
Measuring (Meet) de debietwaarde weergegeven in absolute eenheden / het verhoudingspercentage van
de vorige alinea.
Als u de gewenste debietwaarde weer op nul instelt, toont het veld Flow (Debiet) in het venster Measuring
(Meet) alleen de debietwaarde in absolute eenheden.
Mediumtemperatuur
Specificeer de temperatuur van het medium in de gemeten installatie door op de keuzelijst
Set Temperature (Temperatuur instellen) te tikken.
Voer in het veld Temperature (Temperatuur) de temperatuurgegevens handmatig in.
Voor watermedium is het effect van de temperatuur op de debietberekening verwaarloosbaar.
Als antivries als medium wordt geselecteerd, is specificatie van de temperatuur noodzakelijk
om het debiet te kunnen berekenen!
Om lage drukverschillen (lager dan 500 Pa) te kunnen meten, is het nodig om de drukmeting van
de meetunit te resetten.
U kunt de resetfunctie activeren via de keuzelijst Sensor zero setting (Sensornulpunt instellen).
U wordt via een reeks afbeeldingen door de resetprocedure geleid. Wanneer u de drukresetknop linksom
draait, worden de drukinlaten hydraulisch verbonden en is het fysieke drukverschil tussen de inlaten nul.
In de drukmeetunit wordt de nuldrukwaarde ingesteld. Daarna draait u de resetknop weer naar de
standaardpositie.
De aansluiting van de drukinlaten kan ook worden gebruikt om de aansluitslangen van de meetunit
te ontluchten. Voor mediumtemperaturen hoger dan 50°C adviseren we om minder dan 10seconden
te ontluchten om onnodig opwarmen van de meetcircuits van de drukunit te voorkomen.
Bepaalde instellingen onder Measuring (Meet), zoals Medium temperature (Mediumtemperatuur), Valve selection (Afsluiterselectie) of Valve presetting (Voorinstelling sensor), kunt u rechtstreeks
invoeren door op de betreffende velden te tikken. De voorinstelling van de regelafsluiter kan ook worden
gewijzigd met de schuifregelaar onder de getoonde voorinstellingswaarde.
Snelle registratie
Als u de knop Quick Record (Snelle registratie) selecteert, verschijnt er een nieuw venster met extra
gegevens voor de registratie, zoals velden waar u de naam of waarde van het gewenste debiet kunt
invoeren. U kunt ook de begindrukwaarde van de gemeten regelafsluiter voorafgaand aan de registratie
toevoegen. Het laatste veld in het venster Quick Recording (Snelle registratie) kan worden gevuld
met de naam van de map waar de registratie wordt opgeslagen. Als u hier niets invoert, wordt het record
opgeslagen in de standaardlocatie.
Het projectbeheer in het PFM 1000 meetinstrument vereenvoudigt het werken in de feitelijke technologie.
U kunt het meetproject direct op het PFM 1000 meetinstrument voorbereiden. U kunt vervolgens voor elke
strang van het project twee waarden opslaan: de beginstatus van de strang voorafgaand aan de inregeling
en de status na de inregeling. Op basis van de gegevens van het hele project kunt u vervolgens een rapport
afdrukken over de projectstatus vóór de inregeling en een rapport over de inregeling.
Voor de projectmeting selecteert u het gewenste project en de gewenste strang. Het PFM 1000 meetinstrument
stelt de regelafsluiter en de bijbehorende voorinstelling automatisch in, waarna u klaar bent om te meten.
De gemeten gegevens worden ook automatisch opgeslagen, in de juiste velden van het project.
Op het startscherm Projects (Projecten) vindt u twee tabbladen: Projects (Projecten) en Branches
(Strangen).
Projectvenster, tabblad Project
Als u de knop Projects (Projecten) selecteert, verschijnt er een nieuw venster waarin u de naam van een
nieuw project kunt invoeren. Gebruik de Android-menuknop als u opgeslagen projecten wilt openen.
Dit menu heeft een aantal items voor het werken
met projecten: New (Nieuw), Open (Openen),
Save (Opslaan), Save as (Opslaan als), Rename
Project (Project hernoemen), Mail this project
(Project verzenden via e-mail), Export project
as xls (Project exporteren als xls), Export and Mail
project as xls (Project exporteren en verzenden
als xls), Export project as csv (Project exporteren
als csv), Export and Mail project as csv (Project
exporteren en verzenden als csv).
De exportfuncties zijn al beschreven in de sectie
Records (Albums) van deze gebruikershandleiding;
zie pagina 12 en volgende.
Nieuw
Als u in de keuzelijst de knop New (Nieuw) selecteert,
wordt er een scherm geopend waarin u de nieuwe
projectnaam kunt opgeven; bevestig met de knop OK.
Daarna wordt het startscherm voor Projects (Projecten) weer geopend, waar de nieuwe
bestandsnaam voor het opslaan van het nieuwe
project al wordt getoond.
Openen
Selecteer in de keuzelijst een al bestaand project
dat u wilt openen.
Opslaan
U slaat het best aande project op met de b estaande naam.
Opslaan als
Voer de nieuwe naam in waaronder u het bestaande
project wilt opslaan; bevestig met de knop OK.
Project verzenden per e-mail
Het bestaande project wordt in de indeling .xml
geëxporteerd en via e-mail verzonden.
Om die functie te kunnen gebruiken, moet de
e-mailclientapplicatie op uw mobiele apparaat
zijn ingesteld. Wanneer u dit tabblad selecteert,
wordt het e-mailclientformulier Send (Verzenden)
weergegeven. Het projectbestand is al als bijlage
toegevoegd aan het nieuwe e-mailbericht. Voer het
adres van de ontvanger, het onderwerp, de tekst
en, waar van toepassing, de handtekening in. Het
e-mailbericht wordt verzonden nadat u op de knop
Send (Verzenden) hebt getikt.
Project hernoemen
De keuzelijst Rename Project (Project hernoemen).
Geef de nieuwe naam voor het bestaande project
op en bevestig met de knop OK.
Projectvenster, tabblad Branches (Strangen)
Wanneer u het tabblad Branches (Strangen) selecteert,
verschijnt er een scherm waar u de parameters voor
individuele strangen kunt instellen of meten.
In het eerste veld op dit scherm kunt u de strangnaam
opgeven of kunt u met behulp van een pijltoets door
de lijst met bestaande strangen schuiven om de weer
te geven strang te selecteren.
In andere velden kunt u invoeren welke regelafsluiter
er in de betreffende strang wordt gebruikt en kunt u
het gewenste debiet opgeven. De overige drie velden
bevatten de volgende meetparameters: Disposal
pressure (Afgiftedruk), Initial flow (Begindebiet),
Actual flow (Actueel debiet). De andere twee
velden worden gebruikt voor het opgeven van twee
waarden: Initial preset (Standaard voorinstelling)
en Preset (Voorinstelling). De overige velden worden
automatisch ingevuld.
Hier kunt u met strangen werken: Add branch
(Strang toevoegen), Rename branch (Strang
hernoemen), Move branch up (Strang omhoog),
Delete branch (Strang verwijderen), Move
branch down (Strang omlaag).
Strang toevoegen
Er wordt een scherm geopend waar u de naam
van de nieuwe strang kunt invoeren; bevestig
met de knop OK.
Strang hernoemen
er wordt een scherm geopend waar u de nieuwe
naam van de strang kunt invoeren; bevestig met
de knop OK.
Strang omhoog
U kunt de bestaande strang één positie omhoog
verplaatsen in de lijst met strangen. U kunt dat
in de lijst met strangen verifiëren door de pijl bij
de strangnaam te selecteren.
Strang verwijderen
U kunt de strang die u momenteel bewerkt,
verwijderen.
Strang omlaag
U kunt de bestaande strang één positie omlaag
verplaatsen in de lijst met strangen. U kunt dat
in de lijst met strangen verifiëren door de pijl bij
de strangnaam te selecteren.
De PFM 1000 drukunit heeft een functie voor onafhankelijke periodieke gegevensregistratie. Deze functie
vereenvoudigt de projectdiagnostiek, met name voor onregelmatige of langdurige processen.
De geregistreerde gegevens bevatten de registratie omschrijving, datum, tijd, geselecteerde regelafsluiter,
voorinstelling van de afsluiter, temperatuur van het medium tijdens de registratie, druk, en het debiet.
De geregistreerde gegevens kunnen in het mobiele apparaat worden ingelezen en vervolgens worden
geëxporteerd en in de vorm van tabellen of grafieken worden geanalyseerd. Bovendien kunnen de tabellen
en grafieken op basis van de geëxporteerde gegevens worden afgedrukt en kunnen er rapporten over
de inregeling van de hydraulische installatie worden samengesteld.
Op het startscherm voor Recordings (Albums) zijn daarvoor twee tabbladen beschikbaar: Record info
(Record info) en Record items (Record items).
Tabblad Record info
Contextmenu RECORD
Hier kunt u met records werken via de betreffende tabbladen: New record (Nieuw record), Open record
(Record openen), Save record as (Record opslaan als), Read record (Record lezen), Mail this record
(Record verzenden via e-mail), Export record as csv (Record exporteren als csv), Export and mail
record as csv (Record exporteren en verzenden als csv), Export record as xls (Record exporteren
als xls), Export and mail record as xls (Record exporteren en verzenden als xls).
Onderaan he t scherm Record (Record) zijn dive rse actiepictog rammen voor basisbewerki ngen beschikbaar, waarond er New Record
(Nieuw record), Open record (Record openen) of Read Record (Record lezen).
Nieuw record
Via de keuzelijst New (Nieuw) wordt een scherm geopend waar u kunt selecteren welke parameters u wilt
registreren. Registratie van de druk is altijd verplicht en kan niet worden uitgeschakeld. Wanneer u de te
registreren parameters hebt geselecteerd, selecteert u in de volgende twee velden het medium en de
begintemperatuur. De laatste twee velden van dit scherm dienen voor het opgeven van de regelafsluiter
waarop de meting wordt uitgevoerd, en de voorinstelling van die afsluiter. Bevestig de invoer met de knop
Continue to record opties (Doorgaan naar recordopties). Er wordt een ander scherm geopend waarin
u de tekst voor de recordlocatie en een omschrijving kunt opgeven. De laatste twee velden dienen om op
te geven hoelang de geselecteerde parameters moeten worden gemeten en opgeslagen en hoe vaak de
registratie moet worden herhaald. U kunt een nieuwe registratie activeren door op de knop Start recording (Registratie starten) te tikken. Tijdens de registratie knippert het groene lampje elke 2 seconden.
Tijdens de registratie van de gegevens kunt u de registratie als volgt stoppen:
1)
Selecteer in het menu de optie Read out the recorded (Registratie uitlezen)
2)
Na enkele seconden verschijnt er een venster waarin u wordt gevraagd om te bevestigen
Via de keuzelijst Open record (Record openen) wordt een scherm geopend met een lijst met records
die door de PFM 1000 applicatie in het mobiele apparaat zijn opgeslagen. Wanneer u een record in de
lijst selecteert, wordt er een scherm met gegevens van dat record geopend. Die gegevens zijn beschikbaar
om te worden verwerkt, bijvoorbeeld door ze via e-mail te verzenden. Op het tabblad Record Info (Record info) kunt de gegevens uit de vorige alinea bekijken; de registreerde gegevens kunt u bekijken op het
tabblad Record items (Record items).
Record lezen
Via het keuzemenu Read record (Record lezen) kunt u een record van de drukmeetunit uitlezen. Na het
uitlezen wordt er een regel getoond waar u moet opgeven onder welke naam u het record wilt opslaan.
De bestandsextensie wordt automatisch toegevoegd.
Record opslaan als
Via het keuzemenu Save record (Record opslaan) wordt er een scherm geopend met een veld waarin
u de nieuwe naam kunt invoeren en uw invoer kunt bevestigen met de knop OK.
Record verzenden per e-mail
Om die functie te kunnen gebruiken, moet de e-mailclientapplicatie op uw mobiele apparaat zijn ingesteld.
Wanneer u dit tabblad selecteert, wordt het e-mailclientformulier voor Mail this record (Record verzenden via e-mail) geopend, waarbij het registratiebestand al als bijlage is toegevoegd. Het
registratiebestand heeft de indeling .xml. Voer het adres van de ontvanger, het onderwerp, de tekst en,
waar van toepassing, de handtekening in. Het e-mailbericht wordt verzonden nadat u op de knop Send
(Verzenden) hebt getikt.
Record exporteren als csv
Het record wordt geëxporteerd in de csv-indeling
en opgeslagen in de map Internal Storage PFM
1000/Export.
Record exporteren als xls
Het record wordt geëxporteerd in de xls-indeling
van Microsoft en opgeslagen in de map Internal
Storage PFM 1000/Export.
Exporteren en verzenden als csv
Het record wordt opgeslagen zoals in de alinea
hierboven en wordt verzonden via e-mail. Alleen
het bestand in de bijlage heeft de csv-indeling.
Exporteren en verzenden als xls
Het record wordt opgeslagen zoals in de alinea
hierboven en wordt verzonden via e-mail. Alleen
het bestand in de bijlage heeft de xls-indeling.
Tabblad RECORD ITEMS
U kunt een record uitlezen op de meetunit of
een record openen op het mobiele apparaat.
Wanneer u het tabblad Record Items (Record items) selecteert, verschijnt er een scherm
waar u de gemeten waarden en het tijdstip
van de registratie kunt bekijken.
Verwarmingstechnische berekeningen bieden een eenvoudige oplossing voor deeltaken en berekeningen
voor het inregelen van hydraulische installaties. In de PFM 1000 applicatie zijn de volgende vier
berekeningen beschikbaar:
1. Preset calculation (Berekening voorinstelling) – berekent de voorinstelling van de regelafsluiter voor
het gewenste debiet in de huidige strang.
2. Pressure loss calculation (Berekening drukverlies) – berekent het drukverlies over de regelafsluiter
voor het gewenste debiet en de betreffende voorinstelling.
3. Available pressure calculation (Berekening beschikbare druk) – de ‘beschikbare druk’ heeft betrekking
op de minimale druk in de strang nadat het gewenste debiet is bereikt voor de betreffende voorinstelling.
4. Valve authority calculation (Berekening afsluiterautoriteit) – de afsluiterautoriteit is de verhouding
tussen de drukval over de volledig geopende regelafsluiter en de druk in de hele strang in procenten. Deze
parameter is nuttig om de regelafsluiter te dimensioneren en om te evalueren of de betreffende waarde
voldoende is voor de strang. Voor een optimale regeling van de installatie moet de waarde in het bereik
van 50 tot 100% liggen. Bij een waarde lager dan 50% is de regelafsluiter niet correct gedimensioneerd.
Tik op Calculations (Berekeningen) in het hoofdmenu van de applicatie. Selecteer de gewenste
regelafsluiter en de voorinstelling in de relevante velden van het startscherm van Calculations
(Berekeningen).
Voorinstelling berekenen
Deze functie berekent de voorinstelling van de regelafsluiter in de huidige strang voor het gewenste debiet.
Voer in het eerste scherm van Preset calculation (Berekening voorinstelling) het gewenste debiet in
en bevestig de invoer met de knop OK. Bevestig de invoer in het volgende scherm met de knop Save current measured flow (Huidig gemeten debiet opslaan). Sluit de regelafsluiter volledig op het
volgende scherm. Bevestig de gemeten drukwaarde met de knop Save current disposal pressure (Huidige afgiftedruk opslaan). Op basis van de gemeten waarden en het gewenste debiet berekent
de PFM 1000 applicatie de vereiste voorinstelling voor de regelafsluiter, waarna het resultaat wordt
weergegeven in het venster Calculations (Berekeningen), in het gedeelte Results (Resultaten).
Voer in het eerste scherm van Pressure loss calculation (Berekening drukverlies) het gewenste debiet in
en bevestig de invoer met de knop OK. Op basis van de betreffende voorinstelling en het gewenste debiet
berekent de applicatie het drukverlies over de regelafsluiter, waarna het resultaat wordt weergegeven
in het gedeelte Calculations / Results (Berekeningen / Resultaten) van het scherm.
Berekening beschikbare druk
Voer in het eerste scherm van Available pressure calculation (Berekening beschikbare druk) het
gewenste debiet in en bevestig de invoer met de knop OK. Bevestig het opslaan van het huidige gemeten
debiet met de knop Save (Opslaan). Bevestig in het volgende scherm het opslaan van de gemeten
afgiftedruk bij een volledig gesloten regelafsluiter met de knop Save (Opslaan). Het resultaat wordt
weergegeven in het gedeelte Calculations / Results (Berekeningen / Resultaten) van het scherm.
Meet op het eerste scherm van Valve authority calculation (Berekening afsluiterautoriteit) de
afgiftedruk bij een volledig gesloten regelafsluiter, en bevestig met de knop Save (Opslaan). Meet op
het volgende scherm de druk bij een volledig geopende regelafsluiter, en bevestig met de knop Save
(Opslaan). Het resultaat wordt weergegeven in het gedeelte Calculations / Results (Berekeningen /
Resultaten) van het scherm.
Database snelrecords
Via de knop Quick Record Database (Database snelrecords) gaat u naar een nieuw venster waarin
u de eerder via het venster Quick Recording (Snelle registratie) opgeslagen registraties kunt doorlopen.
Registraties worden na elkaar in één bestand opgeslagen, tenzij eerder is gespecificeerd dat ze ergens
anders moeten worden opgeslagen. Het bestand wordt standaard opgeslagen in de map Internal Memory/
PFM 1000/Quick Records. Bij het openen van de Quick Records Database (Database snelrecords) wordt
een leeg formulier weergegeven. Via de opdracht Open (Openen) in het menu Quick Records Database
(Database snelrecords) kunt u het gewenste bestand vervolgens openen. De overige menuopties voor
Quick Records Database (Database snelrecords) zijn identiek aan de menuopties voor de standaard
registraties, zoals beschreven in de sectie Registreren.
Het instrument kan niet worden ingeschakeldControleer de batterijen, vervang de batterijen
Het groene lampje knippert eenmaal per seconde
(0,5 seconde aan + 0,5 seconde uit)Vervang de f ilters in de drukinlaten. Reset de drukmeting.
Trage reactie op een drukverandering in de ingangen,
de gemeten waarde bij vrije drukinlaten is hoger dan 1 kPa
De Bluetooth-zoek functie van de drukunit werk t niet of
de PFM 1000 applicatie kan geen verbinding maken met
de drukunit nadat u op Connect (Verbinden) hebt getikt;
zie de afbeelding op pagina 9
De applicatie maakt geen verbinding met de drukunit in het
meetvenster, de laatste afbeelding op pagina 9, of de start
van het uitlezen van het record stopt
Ik heb de optie Always use selec ted device (Gebruik altijd het geselecteerde apparaat) ingeschakeld en wil nu met
een andere drukunit gaan meten.
Fout in de initialisatie van de Bluetooth-module. Schakel het
instrument uit en weer in.
Controleer de instellingen van het mobiele apparaat.
Als u een koppeling tot stand hebt gebracht tussen de PFM
1000 drukunit en het mobiele apparaat, moet u de koppeling
ongedaan maken. BLE voert de koppeling van het Bluetoothapparaat niet uit zoals door de vorige versie werd vereist; de
koppeling belemmert juist dat de verbinding tot stand komt.
Schakel de drukunit uit en weer in, en probeer de gewenste
functie van de applicatie dan opnieuw uit te voeren.
Schakel op het mobiele apparaat Bluetooth uit en weer in en
probeer de gewenste functie van de applicatie dan opnieuw
uit te voeren.
Ga in de instellingen van de PFM 1000 applicatie naar Sensor
setup / Always use Bluetooth address (Sensorinstellingen
/ Gebruik altijd een Bluetooth-adres). Daar ziet u het
BT-moduleadres dat door uw optie is geregistreerd.
Verwijder het adres, waarna de applicatie opnieuw gaat
zoeken in alle drukunits.
Batterijen
• Onjuiste hantering van batterijen kan leiden tot weglekken van elektrolyt en/of brand.
• Voer batterijen op de juiste wijze af volgens de instructies van lokale autoriteiten of leveranciers.
• Stel batterijen niet bloot aan hitte of vuur.
• Stel batterijen niet bloot aan direct zonlicht in de auto terwijl de ramen en portieren gesloten zijn.
• Batterijen niet demonteren of kortsluiten.
• Gebruik batterijen niet als de verpakking beschadigd is.
• Onjuiste vervanging van batterijen kan een explosie veroorzaken.
• Gebruik voor het vervangen van batterijen uitsluitend batterijen van het door de fabrikant
aanbevolen type.
Informatie voor de gebruiker over het inzamelen en afvoeren van gebruikte apparaten en
batterijen
Dit symbool op het apparaat, de verpakking of de bijgevoegde documenten betekent dat de afgedankte
elektrische en elektronische apparaten niet met het huishoudelijk afval mogen worden weggegooid.
Om een juiste afvoer en hergebruik en recycling van gebruikte producten en batterijen mogelijk te maken,
moet u ze naar de juiste inzamellocaties brengen volgens de nationale regelgeving en de Europese
richtlijnen 2002/96/EG, 2006/66/EG en 2012/19/EU.
Door het product op de juiste wijze af te voeren, werkt u mee aan het voorkomen van de potentieel
gevaarlijke effecten op het milieu en de menselijke gezondheid die kunnen optreden wanneer het
product niet correct wordt afgevoerd.
Zakelijke gebruikers in de Europese Unie kunnen contact opnemen met hun distributeur of leverancier.
Max. overdruk120% van nominale druk Stroomopname20 mA bij gebruik van Bluetooth
Fout in lineariteit en hysterese
Fout voor drukbereik
0 tot 5 kPa na nulinstelling
van de druk
Temperatuurfout
Mediumtemperatuur
2)
0,15% van nominaal
drukbereik
± 50 Pa voor nominaal
drukbereik 1 MPa
± 100 Pa voor nominaal
drukbereik 2 MPa
0,25% van nominaal
drukbereik
Bedrijfstijd
Drukmeting terugzetten
op nulinstelling
Max. aantal registraties2.000
Max. aantal regelafsluiters en
afsluiterfabrikanten in database
-5 tot 90 °CWaterweerstandIP 65
Afhankelijk van het gebruikte
batterijtype, max. 40 uur
Mechanisch met hydraulische
bypass
Onbeperkt
Omgevingstemperatuur-5 tot 50 °CKalibratiegeldigheid24 maanden
Opslagtemperatuur-5 tot 50 °CAfmetingen (l x b x d)140 x 75 x 47 mm
Draadloze gegevensoverdracht Bluetooth Low Energy 5.0 Gewicht440 g
1)
Optioneel
2)
Gemeten aan h et uiteinde van de meetsla ngen, lengte 1,5 m; warm water stroo mt door hydraulische delen van PFM 1000 ti jdens
de procedure vo or nulmeting van de druk . De maximale duur van de nu lmeting bij een mediu mtemperatuur hoger dan 50 ° C
bedraagt 10 seconden.