X: N or H
YYY: K55, K75, 1K1, 1K5, 2K2, 3K0, 3K7, 4K0, 5K5, 7K5
* may be any number or letter indicating drive options which do not impact this DoC.
Covered by this declaration is in conformity with the following directive(s), standard(s) or
other normative document(s), provided that the product is used in accordance with our
instructions.
Low Voltage Directive 2014/35/EU
EN61800-5-1:2007 Adjustable speed electrical power drive systems – Part
5-1: Safety requirements – Electrical, thermal and
energy.
EMC Directive 2014/30/EU
EN61800-3:2005 + A1:2012 Adjustable speed electrical power drive systems – Part
3: EMC requirements and specific test methods.
EN61000-3-2:2014 Electromagnetic compatibility (EMC). Part 3-2:
Limits. Limits for harmonic current emissions
(equipment input current ≤ 16 A per phase
Danfoss only vouches for the correctness of the English version of this declaration. In the event of the declaration being translated into any
other language, the translator concerned shall be liable for the correctness of the translation.
Document ID: 00727776 Revision, Sequence: A,3 Page 1 of 2
File Origin Date: 2015-10-14 File Last Modified: 2017-06-20
Signature
Name: Leo Birkkjær Lauritsen
Title: Head of P400 Group
Signature
Name: Michael Termansen
Title: Vice President, Design Center DK and DE
Next Generation FCM/FCP 106 CE Declaration of Conformity
Deze handleiding bevat informatie die nodig is om de
frequentieomvormer te installeren en in bedrijf te stellen.
VLT® DriveMotor FCP 106
De levering omvat enkel de frequentieregelaar. Voor het
installeren zijn tevens een wandadapterplaat of motoradapterplaat en voedingskrimpklemmen vereist. Bestel de
wandmontagekit of adapterplaat en voedingskrimpklemmen afzonderlijk.
Afbeelding 1.1 FCP 106
VLT® DriveMotor FCM 106
Bij levering is de frequentieregelaar op de motor
geïnstalleerd. De combinatie van FCP 106 en motor wordt
de VLT® DriveMotor FCM 106 genoemd.
Afbeelding 1.2 FCM 106
1.2 Aanvullende hulpmiddelen
Beschikbare publicaties:
De Bedieningshandleiding VLT® DriveMotor FCP
•
106/FCM 106, voor informatie die nodig is om de
frequentieregelaar te installeren en in bedrijf te
stellen.
®
De VLT
•
bevat informatie die nodig is om de frequentieregelaar te kunnen integreren in uiteenlopende
toepassingen.
De Programmeerhandleiding VLT® DriveMotor FCP
•
106/FCM 106, voor informatie over het
programmeren van de eenheid, inclusief een
uitgebreide beschrijving van de parameters.
De VLT® LCP Instruction, voor de bediening van
•
het lokale bedieningspaneel (LCP).
De VLT® LOP Instruction, voor de bediening van
•
het lokale bedieningspaneel (LOP).
De Modbus RTU Operating Instructions en VLT
•
DriveMotor FCP 106/FCM 106 BACnet Operating
Instructions, voor informatie die nodig is voor het
besturen, bewaken en programmeren van de
frequentieregelaar.
bevat informatie over de installatie van PROFIBUS
en het verhelpen van problemen.
De VLT® PROFIBUS DP MCA 101 Programming
•
Guide bevat informatie over conguratie van het
systeem, besturing van de frequentieregelaar,
toegang tot de frequentieregelaar, programmering en het verhelpen van problemen. Het
document bevat tevens een aantal typische
toepassingsvoorbeelden.
De VLT® Motion Control Tool MCT 10 stelt de
•
gebruiker in staat om de frequentieregelaar te
congureren via een pc-omgeving op basis van
Windows™.
®
Danfoss VLT
•
berekeningen in HVAC-toepassingen.
Technische publicaties en goedkeuringen zijn online
beschikbaar via vlt-drives.danfoss.com/Support/Service/.
Danfoss VLT® Energy Box-software is verkrijgbaar via
www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions, gebied
voor downloaden van pc-software.
Productoverzicht
1.3
Energy Box-software, voor energie-
1.3.1 Beoogd gebruik
De frequentieregelaar is een elektronische motorregelaar
voor:
Het regelen van het motortoerental op basis van
•
terugkoppeling van het systeem of externe
commando's vanaf externe regelaars. Een
elektrische aandrijving bestaat uit:
-de frequentieregelaar;
-de motor;
-door de motor aangedreven apparatuur.
Bewaking van systeem- en motorstatus.
•
De frequentieregelaar kan ook worden gebruikt voor
bescherming tegen overbelasting van de motor. De
frequentieregelaar mag worden gebruikt in residentiële,
industriële en commerciële omgevingen overeenkomstig
lokale wetten en normen.
Afhankelijk van de conguratie kan de frequentieregelaar
worden gebruikt in zelfstandige toepassingen of deel
uitmaken van een omvangrijkere toepassing of installatie.
Bij gebruik van een motor met thermische beveiliging mag
de frequentieregelaar worden gebruikt in residentiële,
industriële en commerciële omgevingen overeenkomstig
lokale wetten en normen.
Te voorzien onjuist gebruik
Gebruik de frequentieregelaar niet in toepassingen die niet
voldoen aan de gespeciceerde bedrijfsomstandigheden
en -omgevingen. Zorg dat wordt voldaan aan de gespeci-ceerde voorwaarden in hoofdstuk 7 Specicaties.
De EG-conformiteitsverklaring is gebaseerd op de volgende
richtlijnen:
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG, gebaseerd op
•
EN 61800-5-1 (2007)
EMC-richtlijn 2004/108/EG, gebaseerd op EN
•
61800-3 (2004)
UL listed
De productevaluatie is voltooid en het product mag
worden geïnstalleerd in een systeem. Het systeem moet
ook een UL-vermelding krijgen van de betreende partij.
UL recognized
Er is extra evaluatie nodig voordat de combinatie van
frequentieregelaar en motor mag worden gebruikt. Het
systeem waarin het product is geïnstalleerd, moet ook een
UL-vermelding krijgen van de betreende partij.
De frequentieomvormer voldoet aan de eisen van UL 508C
ten aanzien van het behoud van het thermische geheugen.
Zie de sectie Thermische motorbeveiliging in de productspeciekedesign guide voor meer informatie.
✓✓
✓
✓✓
✓
–
11
Verwijderingsinstructie
1.5
Apparatuur die elektrische componenten bevat,
mag niet als huishoudelijk afval worden
afgevoerd.
Dergelijke apparatuur moet apart worden
afgevoerd als elektrisch en elektronisch afval
volgens de geldende lokale voorschriften.
De volgende symbolen worden gebruikt in deze
handleiding:
WAARSCHUWING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan
leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan
leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden
gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkpraktijken.
LET OP
Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die
kunnen leiden tot schade aan apparatuur of
eigendommen.
2.1 Gekwaliceerd personeel
Een probleemloze en veilige werking van de frequentieregelaar is alleen mogelijk als de frequentieregelaar op
correcte en betrouwbare wijze wordt vervoerd, opgeslagen,
geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden. Deze apparatuur
mag uitsluitend worden geïnstalleerd en bediend door
gekwaliceerd personeel.
Gekwaliceerd personeel is gedenieerd als opgeleide
medewerkers die bevoegd zijn om apparatuur, systemen
en circuits te installeren, in bedrijf te stellen en te
onderhouden overeenkomstig relevante wetten en
voorschriften. Daarnaast moet het gekwaliceerde
personeel bekend zijn met de instructies en veiligheidsmaatregelen die in deze bedieningshandleiding staan
beschreven.
Veiligheidsvoorschriften
2.2
WAARSCHUWING
HOGE SPANNING
Frequentieregelaars bevatten hoge spanning wanneer ze
zijn aangesloten op de netvoeding. Als installatie,
opstarten en onderhoud niet worden uitgevoerd door
gekwaliceerd personeel, kan dit leiden tot ernstig of
dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
•
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel.
WAARSCHUWING
ONBEDOELDE START
Wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op de
netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op
elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens
programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of tot schade aan
apparatuur of eigendommen. De motor kan worden
gestart door een externe schakelaar, een seriëlebuscommando, een ingangsreferentiesignaal van het LCP of
LOP, via externe bediening met een softwareprogramma
of door het opheen van een foutconditie.
Om een onbedoelde motorstart te voorkomen:
Onderbreek de netvoeding naar de frequentie-
•
regelaar.
Druk op [O/Reset] op het LCP voordat u
•
parameters gaat programmeren.
Zorg dat de frequentieregelaar, motor en
•
eventuele door de motor aangedreven
apparatuur volledig bedraad en gemonteerd
zijn voordat u de frequentieregelaar aansluit op
de netvoeding, DC-voeding of loadsharing.
WAARSCHUWING
ONTLADINGSTIJD
De frequentieregelaar bevat DC-tussenkringcondensatoren waarop spanning kan blijven staan, ook wanneer
de frequentieregelaar niet van spanning wordt voorzien.
Er kan hoge spanning aanwezig zijn, zelfs wanneer de
waarschuwingsleds uit zijn. Als u de aangegeven
wachttijd na afschakeling niet in acht neemt voordat u
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert, kan
dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Stop de motor.
•
Schakel de netvoeding en externe DC-tussen-
•
kringvoedingen af, inclusief backupvoedingen,
UPS-eenheden en DC-tussenkringaansluitingen
naar andere frequentieregelaars.
Schakel de PM-motor af of blokkeer deze.
•
Wacht tot de condensatoren volledig ontladen
•
zijn. De vereiste minimale wachttijd staat
vermeld in Tabel 2.1.
Controleer met een geschikt spanningsmeetap-
•
paraat of de condensatoren volledig ontladen
zijn voordat u service- of reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren.
1) Vermogensklassen hebben betrekking op normale overbelasting
(NO).
Vermogensbereik
[kW (pk)]
1)
Minimale wachttijd
(minuten)
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL
Volgens UL 508C bieden de VLT® DriveMotor FCP 106 en
VLT® DriveMotor FCM 106 geen ondersteuning voor het
gebruik van een geaarde driehoekschakeling.
Het gebruik van de VLT® DriveMotor FCP 106 of VLT
DriveMotor FCM 106 met een geaarde driehoekschakeling kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Om het gevaar te vermijden:
Installeer de VLT® DriveMotor FCP 106 en VLT
•
DriveMotor FCM 106 niet via een geaarde
driehoekschakeling.
®
®
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE APPARATUUR
Het aanraken van draaiende assen en elektrische
apparatuur kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
•
uitsluitend worden uitgevoerd door hiervoor
opgeleid en gekwaliceerd personeel.
Zorg dat alle elektrische werkzaamheden
•
worden uitgevoerd overeenkomstig de
nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften.
Volg de procedures in deze handleiding.
•
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR LEKSTROOM
Volg de nationale en lokale voorschriften op ten aanzien
van veiligheidsaarding (PE) van apparatuur met een
lekstroom groter dan 3,5 mA. Frequentieregelaartechnologie impliceert hoogfrequent schakelen bij hoog
vermogen. Dit schakelen genereert een lekstroom in de
aardverbinding. Een foutstroom in de frequentieregelaar
op de uitgangsklemmen kan een DC-component
bevatten. De DC-component kan de ltercondensatoren
opladen en een kortstondige aardstroom veroorzaken.
De aardlekstroom hangt af van diverse systeemcongu-raties, waaronder RFI-ltering, afgeschermde
motorkabels en het vermogen van de frequentieregelaar.
EN-IEC 61800-5-1 (productnorm voor regelbare
elektrische aandrijfsystemen) vereist speciale voorzorgsmaatregelen, omdat de lekstroom groter is dan 3,5 mA.
Zie EN 60364-5-54 sectie 543.7 voor meer informatie.
Zorg dat de apparatuur correct is geaard door
•
een erkende elektrisch installateur.
De aarding moet op een van de volgende
•
manieren worden versterkt:
-zorg dat de aarddraad een doorsnede
van minimaal 10 mm² (7 AWG) heeft;
-zorg dat er 2 afzonderlijke aarddraden
worden gebruikt, die beide voldoen
aan de regels ten aanzien van
maatvoering.
LET OP
GROTE HOOGTES
Neem voor hoogtes boven 2000 m contact op met
Danfoss in verband met PELV.
22
WAARSCHUWING
ONBEDOELD DRAAIEN VAN DE MOTOR
WINDMILLING
Het onbedoeld draaien van permanentmagneetmotoren
wekt spanning op waardoor de eenheid kan worden
geladen; dit kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of
schade aan apparatuur.
Dit product kan een DC-stroom veroorzaken in de
beschermende geleider. Het niet opvolgen van de
voorzorgsmaatregelen kan leiden tot lichamelijk letsel of
schade aan eigendommen.
Tref de volgende voorzorgsmaatregelen:
Bij gebruik van een reststroomapparaat (RCD)
•
als extra beveiliging mag aan de voedingszijde
van dit product uitsluitend een RCD van type B
(met tijdsvertraging) worden gebruikt.
De veiligheidsaarding (PE) van de frequentiere-
•
gelaar en het gebruik van RCD's moeten altijd
voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften.
Veiligheid
VLT® DriveMotor FCP 106/FCM 106
WAARSCHUWING
AARDINGSGEVAAR
22
Voor de veiligheid van de gebruiker is het belangrijk om
de frequentieregelaar correct te aarden overeenkomstig
de nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften en de
instructies in deze handleiding. De aardlekstromen zijn
groter dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker of
erkende elektrisch installateur om te zorgen voor een
correcte aarding van de apparatuur overeenkomstig de
nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften en normen.
Volg alle nationale en lokale elektriciteitsvoor-
•
schriften op om elektrische apparatuur op de
juiste wijze te aarden.
Zorg voor de juiste veiligheidsaarding voor
•
apparatuur met een stroom die groter is dan
3,5 mA.
Een specieke aarddraad is vereist voor het
•
ingangsvermogen, het motorvermogen en de
stuurkabels.
Gebruik de hiertoe op de apparatuur aanwezige
•
klemmen voor het maken van de juiste aardverbindingen.
Aard de ene frequentieregelaar niet op de
•
andere, zoals in een ringnetwerk.
Houd de aarddraadverbindingen zo kort
•
mogelijk.
Gebruik sterk gevlochten draad (litzedraad,
•
high-strand wire) om elektrische verstoringen te
beperken.
Door onjuiste installatie kan de apparatuur beschadigd
raken.
Controleer voorafgaand aan de installatie op
•
beschadiging van de ventilatorafdekking, de as,
de voet of montageschade, en op loszittend
bevestigingsmateriaal.
Controleer de gegevens van het typeplaatje.
•
Verzeker u ervan dat het montageoppervlak
•
vlak is, en dat de montage in balans is.
Voorkom onjuiste uitlijning.
Controleer of de pakkingen, afdichtmiddelen en
•
beschermingen op correcte wijze zijn bevestigd.
Controleer de riemspanning.
•
3.1.3 Geleverde artikelen, FCM 106
Controleer of alle artikelen meegeleverd zijn:
Krimpklemmen:
•
-Vrouwelijke contacten voor AMP-
standaardvermogenstimers; zie
hoofdstuk 4.6.1 FCP 106 aansluiten op
motor voor de bestelnummers
-3 stuks voor motorklemmen, U, V en W
-2 stuks voor thermistor (optioneel)
-1 stuks voor aardklem
2 geleidepennen (optioneel)
•
1 FCM 106 frequentieregelaar met motor
•
1 accessoiretas
•
Bedieningshandleiding
•
33
3.1.1 Geleverde artikelen, FCP 106
Controleer of alle artikelen meegeleverd zijn:
1 FCP 106 frequentieregelaar
•
1 accessoiretas
•
1 VLT® Memory Module MCM 101
•
Bedieningshandleiding
•
3.1.2 Aanvullende benodigdheden, FCP
106
1 adapterplaat (wandadapterplaat of motoradap-
•
terplaat)
1 pakking, gebruikt tussen motoradapterplaat en
•
frequentieregelaar
1 motoraansluiting
•
4 schroeven voor bevestiging van de frequentie-
•
regelaar aan de adapterplaat
4 schroeven voor bevestiging van de motoradap-
•
terplaat aan de motor
3.1.4 Identicatie van eenheid
Welke artikelen precies worden geleverd, hangt af van de
productconguratie.
Controleer of de geleverde artikelen en de
•
informatie op het typeplaatje overeenkomen met
de orderbevestiging.
Controleer de verpakking en frequentieregelaar
•
op zichtbare schade die is veroorzaakt door een
onjuiste behandeling tijdens het vervoer. Dien
eventuele schadeclaims in bij de vervoerder.
Bewaar beschadigde onderdelen om de claim te
onderbouwen.
1) Indelingsvoorbeeld: serienummer 'xxxxx253' staat voor
productie in week 25, in het jaar 2013.
LET OP
VERLIES VAN GARANTIE
Verwijder het typeplaatje niet van de frequentieregelaar.
Mechanische installatieBedieningshandleiding
3.1.6 Hijsen
LET OP
HIJSEN – GEVAAR VOOR BESCHADIGING APPARATUUR
Bij incorrect hijsen kan de apparatuur beschadigd raken.
Gebruik beide hijsogen, indien aanwezig.
•
Bij verticaal hijsen: voorkom ongecontroleerd
•
draaien.
Bij gebruik van een hijsinstallatie: hijs geen
•
andere apparatuur met behulp van enkel de
hijspunten op de motor.
De eenheid mag uitsluitend door gekwaliceerd personeel
worden gehanteerd en gehesen. Verzeker u ervan:
dat de volledige productdocumentatie
•
beschikbaar is, net als het gereedschap en de
apparatuur die nodig zijn om veilig te werken;
dat kranen, krikken, hijsstroppen en hijsbalken op
•
basis van de specicaties in staat zijn om het
gewicht van de te hijsen apparatuur te dragen –
het gewicht van het apparaat vindt u in
hoofdstuk 7.1.4 Gewicht;
dat bij gebruik van een oogbout de schouder van
•
de oogbout stevig tegen het oppervlak van het
statorframe aangedraaid is voordat u gaat hijsen.
De bij de eenheid geleverde oogbouten of hijstappen zijn
enkel berekend op het gewicht van de eenheid zelf, niet
op het extra gewicht van hieraan bevestigde aanvullende
apparatuur.
3.1.7 Opslag
Zorg dat aan de vereisten voor opslag wordt voldaan. Zie
hoofdstuk 7.5 Omgevingscondities voor meer informatie.
Installatieomgeving
3.2
Montage
3.3
3.3.1 Inleiding
Er zijn diverse montageopties.
FCM 106
Bij levering is de frequentieregelaar op de motor
geïnstalleerd. De gecombineerde eenheid wordt aangeduid
als de DriveMotor..
Installatieprocedure:
1.Installeer de DriveMotor; zie hoofdstuk 3.3.4 DeDriveMotor monteren.
2.Voer de elektrische installatie uit, te beginnen
met hoofdstuk 4.7.1 Netvoeding aansluiten.
Ga direct naar hoofdstuk 3.3.4 De DriveMotor monteren.
FCP 106
Monteer de frequentieregelaar op de adapterplaat, die:
op een vlakke ondergrond naast de motor wordt
•
bevestigd of
direct op de motor wordt gemonteerd. De
•
combinatie van de gemonteerde frequentieregelaar en motor wordt aangeduid als de
DriveMotor.
Installatieprocedure:
1.Bereid de pakking en de adapterplaat voor; zie
hoofdstuk 3.3.2 Pakking voorbereiden en
hoofdstuk 3.3.3 Adapterplaat voorbereiden.
2.Sluit de frequentieregelaar aan op de motor. Zie
hoofdstuk 4.6.1 FCP 106 aansluiten op motor. De
gecombineerde eenheid wordt aangeduid als de
DriveMotor.
3.Installeer de DriveMotor; zie hoofdstuk 3.3.4 DeDriveMotor monteren.
In omgevingen met vloeistofnevel, deeltjes of corrosieve
gassen moet u ervoor zorgen dat de IP/Type-klasse
overeenkomt met de installatieomgeving. Als niet aan de
omgevingsvereisten wordt voldaan, kan dit de
levensduur van de frequentieregelaar bekorten. Zorg dat
wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van
luchtvochtigheid, temperatuur en hoogte.
Trillingen en schokken
De frequentieregelaar voldoet aan de vereisten die gelden
wanneer de eenheid aan de wand of op de vloer van een
productiehal is gemonteerd of in panelen die met bouten
aan de wand of de vloer zijn bevestigd.
Zie hoofdstuk 7.5 Omgevingscondities voor gedetailleerde
Voorbereiding van een pakking is alleen van toepassing bij
montage van de FCP 106 op een motor.
33
Voor montage van de FCP 106 op een motor moet een
aangepaste pakking worden aangebracht. De pakking past
tussen de motoradapterplaat en de motor.
Er wordt geen pakking geleverd bij de FCP 106.
Daarom moet vóór de installatie een pakking worden
ontworpen en getest om te voldoen aan de IP-beschermingsvereisten (bijvoorbeeld IP 55, IP 54 of Type 3R).
Vereisten voor pakking:
Handhaaf de aardverbinding tussen de frequen-
•
tieomvormer en de motor. De
frequentieomvormer wordt geaard op de motoradapterplaat. Gebruik een draadverbinding tussen
de motor en de frequentieomvormer en zorg
voor contact via metaal tussen de motoradapterplaat en de motor.
Gebruik voor de pakking een materiaal met UL-
•
goedkeuring als het complete product UL Listed
of UL Recognised moet zijn.
Zone 1Zone 2
3.3.3 Adapterplaat voorbereiden
De adapterplaat is leverbaar met of zonder voorgeboorde
gaten.
Zie Afbeelding 3.3 voor een adapterplaat zonder voorgeboorde gaten.
Afbeelding 3.3 Adapterplaat, hulpmiddel bij het boren van
gaten
Als de adapterplaat geen gaten heeft, boort u deze als
volgt:
4 gaten in zone 1, voor montage van de
•
adapterplaat op de motor (vereist)
1 gat in zone 2, voor een hijsoog (optioneel)
•
Houd rekening met verzonken schroeven.
•
Bij een adapterplaat met voorgeboorde gaten zijn geen
extra gaten vereist. Voorgeboorde gaten zijn speciek
afgestemd op FCM 106-motoren.
Monteer de DriveMotor zo dat er voldoende ruimte is voor periodiek onderhoud. Houd u aan de aanbevolen vrije ruimte;
zie hoofdstuk 7 Specicaties. Een minimale vrije ruimte van 0,75 m rond de motor wordt aanbevolen, zowel voor toegankelijkheid bij werkzaamheden als voor voldoende luchtstroming bij de motorventilatorinlaat. Zie ook hoofdstuk 7.1 Vrije ruimte,afmetingen en gewicht.
Als u meerdere DriveMotors dicht bij elkaar monteert, moet u ervoor zorgen dat uitgeblazen warme lucht niet terug kan
circuleren. De ondergrond moet massief, onbuigzaam en waterpas zijn.
LET OP
Elektrische installatie
Verwijder de bovenste folielaag op de frequentieregelaar niet, aangezien deze folie deel uitmaakt van de bescherming.
Rondsels, riemschijven en koppelingen aanbrengen
Boor rondsels, riemschijven en koppelingen volgens de standaardlimieten en breng ze met een schroefbeweging aan op de
as. Zorg dat alle bewegende delen goed worden afgeschermd.
LET OP
De lagers raken beschadigd als u onderdelen met een hamer of moker op de motoras tikt. Bij een dergelijke beschadiging maken de lagers meer lawaai en wordt de levensduur van de lagers aanzienlijk verkort.
3.3.5 As uitlijnen
Wanneer voor de toepassing directe koppeling nodig is, moeten de assen in alle 3 vlakken correct worden uitgelijnd. Een
onjuiste uitlijning kan een aanzienlijke hoeveelheid geluid, trillingen en snellere slijtage van de lagers veroorzaken.
Houd rekening met de eindspeling van de as en de thermische expansie in het axiale en het verticale vlak. Gebruik bij
voorkeur