Danfoss FCD 302 Operating guide [nl]

ENGINEERING TOMORROW
Bedieningshandleiding
VLT® Decentral Drive FCD 302
vlt-drives.danfoss.com
Inhoud Bedieningshandleiding
Inhoud
1.1 Doel van de handleiding
1.2 Aanvullende informatiebronnen
1.3 Document- en softwareversie
1.4 Productoverzicht
1.5 Goedkeuringen en certiceringen
1.6 Symbolen en conventies
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidssymbolen
2.2 Gekwaliceerd personeel
2.3 Veiligheidsmaatregelen
3 Mechanische installatie
3.1 Uitpakken
3.1.1 Geleverde artikelen 10
3.1.2 Productidenticatie 10
3.2 Montage
3
3
3
3
3
6
7
8
8
8
8
10
10
11
4 Elektrische installatie
4.1 Veiligheidsvoorschriften
4.2 EMC-correcte installatie
4.3 Aarding
4.4 Bedradingsschema
4.5 Positie van de klemmen
4.6 Klemtypen
4.7 Motoraansluiting
4.7.1 Meerdere motoren aansluiten 21
4.8 Aansluiting netvoeding
4.9 Aansluiting motor en netvoeding met serviceschakelaar
4.10 Stuurkabels
4.11 Remweerstand
4.12 Mechanische rem
4.13 Aansluiting sensoren/actuatoren op M12-bussen
4.14 Dipswitches
4.15 RS485 seriële communicatie
14
14
14
14
17
19
20
21
22
22
22
23
23
24
24
25
4.16 Safe Torque O (STO)
4.17 Installatiechecklist
5 Inbedrijfstelling
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 1
25
25
27
Inhoud
VLT® Decentral Drive FCD 302
5.1 Spanning inschakelen
5.2 Werking lokaal bedieningspaneel
5.2.1 Lay-out grasch lokaal bedieningspaneel 28
5.3 Basisprogrammering
5.4 Systeem opstarten
5.4.1 Test lokale bediening 31
5.4.2 Systeem opstarten 31
5.5 Tijdens bedrijf
5.5.1 Gegevens uploaden/downloaden naar/van het LCP 31
5.5.2 Parameterinstellingen wijzigen 31
5.5.3 Standaardinstellingen herstellen 32
6 Onderhoud, diagnose en problemen verhelpen
6.1 Inleiding
6.2 Onderhoud en service
6.2.1 Reiniging 33
6.3 Leds aan voorzijde
6.4 Statusmeldingen
27
28
29
30
31
33
33
33
33
34
6.5 Waarschuwings- en alarmtypen
6.6 Lijst met waarschuwingen en alarmen
7 Specicaties
7.1 Elektrische gegevens
7.2 Netvoeding
7.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens
7.4 Omgevingscondities
7.5 Kabelspecicaties
7.6 Stuuringang/-uitgang en stuurgegevens
7.7 Zekeringen en circuitbreakers
8 Bijlage
8.1 Snelmenuparameters
8.2 Opbouw parametermenu
Trefwoordenregister
36
37
47
47
48
48
48
49
49
53
54
54
57
63
2 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
Inleiding Bedieningshandleiding
1 Inleiding
1.1 Doel van de handleiding
Deze bedieningshandleiding biedt informatie voor veilige installatie en inbedrijfstelling van de frequentieregelaar.
De bedieningshandleiding is bedoeld voor gebruik door gekwaliceerd personeel. Lees en volg de instructies op om de frequentieregelaar op veilige en professionele wijze te gebruiken. Let hierbij met name op de veiligheidsvoorschriften en algemene waarschuwingen. Bewaar deze bedieningshandleiding altijd in de buurt van de frequentieregelaar.
VLT® is een gedeponeerd handelsmerk.
1.2 Aanvullende informatiebronnen
Er zijn aanvullende documentatie en handleidingen beschikbaar.
De Programmeerhandleiding VLT® AutomationDrive
FC 301/302 gaat dieper in op het gebruik van parameters en bevat veel toepassingsvoor­beelden.
De VLT® Decentral Drive FCD 302 Design Guide
biedt gedetailleerde informatie over de mogelijkheden en functies voor het ontwerpen van motorregelsystemen.
Instructies voor gebruik met optionele
apparatuur.
Zie www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/ Documentations/VLT+Technical+Documentation.htm.
Document- en softwareversie
1.3
Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt. Alle suggesties voor verbetering zijn welkom. Tabel 1.1 toont de documentversie en de bijbehorende software­versie.
Versie Opmerkingen Softwareversie
MG04F5xx STO-functionaliteit is bijgewerkt. 7.5X
Tabel 1.1 Document- en softwareversie
Productoverzicht
1.4
1.4.1 Beoogd gebruik
De frequentieregelaar is een elektronische motorregelaar voor:
Het regelen van het motortoerental op basis van
terugkoppeling van het systeem of externe commando's vanaf externe regelaars. Een elektrische aandrijving bestaat uit de frequentie­regelaar, de motor en het door de motor aangedreven werktuig.
Bewaking van systeem- en motorstatus.
De frequentieregelaar kan ook worden gebruikt voor bescherming tegen overbelasting van de motor.
Afhankelijk van de conguratie kan de frequentieregelaar worden gebruikt in zelfstandige toepassingen of deel uitmaken van een omvangrijkere toepassing of installatie.
De VLT® Decentral Drive FCD 302 is ontworpen voor decentrale montage, bijvoorbeeld in de voedingsmiddelen­en drankenindustrie, of voor andere toepassingen voor materiaalbehandeling. De FCD 302 maakt het mogelijk om kosten te verlagen door de vermogenselektronica decentraal te plaatsen. Dan zijn er geen centrale panelen meer nodig, wat leidt tot een besparing van kosten, ruimte en arbeid voor installatie en bekabeling. Het basisontwerp met een elektronisch insteekdeel en een exibele en 'ruime' aansluitkast is onderhoudsvriendelijk. Elektronica is eenvoudig te verwijderen zonder dat opnieuw bedraden nodig is.
De FCD 302 is ontworpen volgens de EHEDG-richtlijnen en is geschikt voor installatie in omgevingen waar eenvoudige reiniging belangrijk is.
LET OP
Alleen frequentieregelaars die zijn gecongureerd voor gebruik met een hygiënische behuizing, FCD 302 P XXX T4 W69, worden geleverd met EHEDG-certicaat.
Installatieomgeving
De frequentieregelaar mag worden gebruikt in residentiële, industriële en commerciële omgevingen overeenkomstig lokale wetten en normen.
1 1
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 3
130BC379.10
3
1
4
6
5
9
10
7
2
8
Inleiding
VLT® Decentral Drive FCD 302
11
LET OP
In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken. In dat geval kan het nodig zijn om aanvullende corrigerende maatregelen te treen.
Te voorzien onjuist gebruik
Gebruik de frequentieregelaar niet in toepassingen die niet voldoen aan de gespeciceerde bedrijfsomstandigheden en -omgevingen. Zorg dat wordt voldaan aan de in hoofdstuk 7 Specicaties gespeciceerde voorwaarden.
1.4.2 Opengewerkte tekeningen
1 Omvormerdeel 6 Installatiekast 2 Bevestigingsschroeven (4x, 1 in elke hoek) 7 Aansluiting voor display 3 Afdichtpakking 8 Toegang tot USB-poort 4 Kunststof afdekking omvormerdeel 9 Serviceschakelaar aan motorzijde (alternatief: schakelaar aan
netzijde of niet gemonteerd)
5 Aardingspen 10 Platte montagebeugel
Afbeelding 1.1 Opengewerkte tekening kleine eenheden
4 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
130BC380.10
1
6
5
9
10
2
3
4
7
8
11
Inleiding Bedieningshandleiding
1 1
1 Omvormerdeel 7 Aansluiting voor display 2 Bevestigingsschroeven (4x, 1 in elke hoek) 8 Toegang tot USB-poort 3 Afdichtpakking 9
Serviceschakelaar1) aan motorzijde (alternatief: schakelaar aan netzijde of
niet gemonteerd) 4 Kunststof afdekking omvormerdeel 10 Platte montagebeugel 5 Aardingspen 11
Circuitbreaker1) (optioneel) 6 Installatiekast
1) De eenheid kan worden uitgerust met een serviceschakelaar of een circuitbreaker, maar niet beide. De afbeelding toont een conguratie die in
de praktijk niet mogelijk is, en dient enkel om de positie van de diverse componenten aan te geven.
Afbeelding 1.2 Opengewerkte tekening grote eenheid
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 5
Inleiding
VLT® Decentral Drive FCD 302
11
1.4.3 Blokschema
Afbeelding 1.3 is een blokschema van de interne componenten van de frequentieregelaar.
Gebied Titel Functies
1 Netingang
2 Gelijkrichter
3 DC-bus
4 DC-spoelen
5 Condensatorbatterij
6 Omvormer
7 Uitgang naar motor
3-fasenetvoeding naar de frequentieregelaar. De gelijkrichterbrug zet de inkomende AC-spanning om naar DC-spanning die in de omvormer kan worden gebruikt. De DC-tussenkring verwerkt de DC-stroom.
Filteren de DC-tussenkring-
spanning.
Bieden beveiliging tegen
nettransiënten.
Beperken de RMS-stroom.
Verhogen de arbeidsfactor
naar het voedende net.
Beperken de harmonischen op
de AC-ingang.
Slaat de DC-spanning op.
Biedt tijdelijke bescherming
bij kortstondige netonder­breking.
De omvormer zet het DC-signaal om naar een geregelde pulsbreedtegemoduleerde AC­golfvorm voor een regelbaar variabel uitgangssignaal naar de motor. Geregeld 3-fase-uitgangs­vermogen naar de motor.
Gebied Titel Functies
Ingangsvermogen, interne
verwerking, uitgang en motorstroom worden bewaakt voor een eciënte werking en regeling.
8 Stuurcircuits
Afbeelding 1.3 Blokschema frequentieregelaar
De gebruikersinterface en
externe commando's worden bewaakt en uitgevoerd.
Biedt mogelijkheden voor
statusuitgang en -regeling.
1.5 Goedkeuringen en certiceringen
Tabel 1.2 Goedkeuringen en certiceringen
Er zijn meer goedkeuringen en certiceringen beschikbaar. Neem contact op met de lokale Danfoss-partner. Frequen­tieregelaars met behuizingsgrootte T7 (525-690 V) zijn alleen UL-gecerticeerd voor 525-600 V.
De frequentieregelaar voldoet aan de eisen van UL 508C ten aanzien van het behoud van het thermische geheugen. Zie de sectie Thermische motorbeveiliging in de productspe­cieke design guide voor meer informatie.
Zie ADN-conforme installatie in de productspecieke design guide voor conformiteit met het Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN).
6 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
Inleiding Bedieningshandleiding
1.6 Symbolen en conventies
De volgende symbolen worden gebruikt in deze handleiding:
WAARSCHUWING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkprak­tijken.
LET OP
Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt:
Genummerde lijsten geven procedures aan.
Lijsten met opsommingstekens geven andere
informatie en beschrijvingen van afbeeldingen aan.
Cursieve tekst geeft een van de volgende zaken
aan:
- Kruisverwijzing
- Koppeling
- Voetnoot
- Parameternaam
- Naam parametergroep
- Parameteroptie
Alle afmetingen op tekeningen zijn in mm (in).
1 1
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 7
Veiligheid
VLT® Decentral Drive FCD 302
2 Veiligheid
22
2.1 Veiligheidssymbolen
Veiligheidsmaatregelen
2.3
In dit document worden de volgende symbolen gebruikt:
WAARSCHUWING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkprak­tijken.
LET OP
Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.
2.2 Gekwaliceerd personeel
Een probleemloze en veilige werking van de frequentiere­gelaar is alleen mogelijk als de frequentieregelaar op correcte en betrouwbare wijze wordt vervoerd, opgeslagen, geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden. Deze apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd en bediend door
gekwaliceerd personeel.
Gekwaliceerd personeel is gedenieerd als opgeleide
medewerkers die bevoegd zijn om apparatuur, systemen en circuits te installeren, in bedrijf te stellen en te onderhouden overeenkomstig relevante wetten en voorschriften. Het personeel moet tevens bekend zijn met de instructies en veiligheidsmaatregelen die in deze handleiding staan beschreven.
WAARSCHUWING
HOGE SPANNING
Frequentieregelaars bevatten hoge spanning wanneer ze zijn aangesloten op een netingang, DC-voeding of loadsharing. Als installatie, opstarten en onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwali­ceerd personeel.
WAARSCHUWING
ONBEDOELDE START
Wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of tot schade aan apparatuur of eigendommen. De motor kan worden gestart door een externe schakelaar, een veldbus­commando, een ingangsreferentiesignaal vanaf het LCP of door het opheen van een foutconditie.
Om een onbedoelde motorstart te voorkomen:
Onderbreek de netvoeding naar de frequentie-
regelaar.
Druk op [O/Reset] op het LCP voordat u
parameters gaat programmeren.
Zorg dat de frequentieregelaar, motor en
eventuele door de motor aangedreven apparatuur volledig bedraad en gemonteerd zijn voordat u de frequentieregelaar aansluit op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing.
8 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
Veiligheid Bedieningshandleiding
WAARSCHUWING
ONTLADINGSTIJD
De frequentieregelaar bevat DC-tussenkringconden­satoren waarop spanning kan blijven staan, ook wanneer de frequentieregelaar niet van spanning wordt voorzien. Er kan hoge spanning aanwezig zijn, ook als de waarschuwingslampjes niet branden. Als u de aangegeven wachttijd na afschakeling niet in acht neemt voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
1. Stop de motor.
2. Schakel de netvoeding, permanentmagneet­motoren en externe DC-tussenkringvoedingen af, inclusief backupvoedingen, UPS-eenheden en DC-tussenkringaansluitingen naar andere frequentieregelaars.
3. Wacht tot de condensatoren volledig zijn ontladen voordat u onderhouds- of reparatie­werkzaamheden uitvoert. De vereiste ontladingstijd staat vermeld in Tabel 2.1.
Spanning [V] 4 7 15
Minimale wachttijd (minuten)
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE APPARATUUR
Het aanraken van draaiende assen en elektrische apparatuur kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door hiervoor opgeleid en gekwaliceerd personeel.
Zorg dat alle elektrische werkzaamheden
worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften.
Volg de procedures in deze handleiding.
WAARSCHUWING
ONBEDOELD DRAAIEN VAN DE MOTOR WINDMILLING
Het onbedoeld draaien van permanentmagneetmotoren wekt spanning op waardoor de eenheid kan worden geladen; dit kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan apparatuur.
Zorg dat permanentmagneetmotoren zijn
geblokkeerd om onbedoeld draaien te voorkomen.
2 2
200–240 0,25-3,7 kW
(0,34-5 pk)
380–500 0,25-7,5 kW
(0,34-10 pk)
525–600 0,75-7,5 kW
(1-10 pk)
525–690 1,5-7,5 kW
Tabel 2.1 Ontladingstijd
5,5-37 kW
(7,5-50 pk)
11-75 kW
(15-100 pk)
11-75 kW
(15-100 pk)
(2-10 pk)
(15-100 pk)
11-75 kW
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR LEKSTROOM
De aardlekstroom bedraagt meer dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Zorg dat de apparatuur correct is geaard door
een erkende elektrisch installateur.
VOORZICHTIG
GEVAAR BIJ INTERNE FOUT
Een interne fout in de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig letsel als de frequentieregelaar niet goed is gesloten.
Controleer voordat u de spanning inschakelt of
alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 9
130BF338.10
VLT®
MADE IN DENMARK
P/N: 131Z5118 S/N: 000000G000
1.5kW(400V) / 2.0HP(460V)
IN: 3x380-480V 50/60Hz, 3.7/3.1A
OUT: 3x0-Vin 0-590Hz, 4.1/3.4A
* 1 3 1
Z
5 1 1 8 0 0 0 0 0 0 G 0 0 0 *
Decentral Drive
www.danfoss.com
T/C: FCD302P1K5T4W66H1X1XMFCFXXXXA0BXXXXXXDX
1
2
4
5
6
7
3
IP66 Enclosure Tamb.
40
˚C/104 ˚F
Enclosure rating:
LISTED E134261 76X1 IND. CONT. EQ.
Type 4X Indoor Use Only
Danfoss A/S 6430 Nordborg Denmark
8
9
10
Mechanische installatie
3 Mechanische installatie
VLT® Decentral Drive FCD 302
3.1 Uitpakken
33
3.1.1 Geleverde artikelen
3.1.2 Productidenticatie
De verpakking bevat:
Accessoiretas, alleen geleverd als er een installa-
tiekast is besteld. Inhoud:
- 2 kabelklemmen
- Beugel voor motorkabels en belasting-
kabels
- Ophoogbeugel voor kabelklem
- Schroef 4 mm x 20 mm
- Schroefdraadvormend 3,5 mm x 8 mm
Bedieningshandleiding
Frequentieregelaar
Afhankelijk van de geïnstalleerde opties kunnen er 1 of 2 tassen en 1 of meer boekjes bijgevoegd zijn.
Procedure
1. Controleer of de geleverde artikelen en de informatie op het typeplaatje overeenkomen met de orderbevestiging.
2. Controleer de verpakking en frequentieregelaar op zichtbare schade die is veroorzaakt door een
1 Typecode 2 Bestelnummer 3 Serienummer 4 Vermogensklasse
Ingangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hoge
5
spanningen) Uitgangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hoge
6
spanningen) 7 IP-klasse 8 Maximale omgevingstemperatuur 9 Certiceringen
10 NEMA-behuizingstype
onjuiste behandeling tijdens het vervoer. Dien eventuele schadeclaims in bij de vervoerder.
Afbeelding 3.1 Typeplaatje product (voorbeeld)
Bewaar beschadigde onderdelen om de claim te onderbouwen.
LET OP
Verwijder het typeplaatje niet van de frequentieregelaar (verlies van garantie).
10 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
41 mm (1.61 in)
175 mm (6.88 in)
349.5 mm (13.75 in)
315 mm (12.4 in)
ON
WARNING
ALARM
Bus MS NS2NS1
331.5 mm (13.05 in)
280 mm (11.02 in)
178 mm (7 in)
6.5 mm (0.25 in)
80 mm
(3.14 in)
190 mm (7.48 in)
25 mm
(0.98 in)
Ø13 mm (0,51 in)
130BB712.10
200 mm (7.87 in)
1
2
3
4
80 mm
(3.14 in)
Mechanische installatie Bedieningshandleiding
3.2 Montage
LET OP
In omgevingen met vloeistofnevel, deeltjes of corrosieve gassen moet u ervoor zorgen dat de IP/Type-klasse overeenkomt met de installatieomgeving. Als niet aan de omgevingsvereisten wordt voldaan, kan dit de levensduur van de frequentieregelaar bekorten. Zorg dat wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van luchtvochtigheid, temperatuur en hoogte.
Trillingen en schokken
De frequentieregelaar voldoet aan de vereisten die gelden wanneer de eenheid is gemonteerd aan de wand of op de vloer van een productiehal of in panelen die met bouten aan de wand of de vloer zijn bevestigd.
Zie hoofdstuk 7.4 Omgevingscondities voor gedetailleerde
omgevingsspecicaties.
3.2.1 Aanbevolen gereedschap en apparatuur
Apparatuur Maat Beschrijving
Schroevendraaiers – – Inbus (hex) 8 Voor het bevestigen van
omvormerschroeven/ monteren van beugels
Platkop 0,4 x 2,5 Voor geveerde stuur- en
voedingsklemmen
Platkop/torx 1,0 x 5,5/TX20 Voor kabelklemmen in
Moersleutel 19, 24, 28 Voor blindpluggen LCP, bestel-
Lokaal bedieningspaneel nummer 130B1078 LCP-kabel, bestel-
Aansluitkabel voor lokaal nummer 130B5776
Tabel 3.1 Aanbevolen gereedschap en apparatuur
de installatiekast
bedieningspaneel
3.2.2 Mechanische afmetingen
3 3
Afbeelding 3.2 Kabeldoorvoeren en gatdiameter (kleine eenheden)
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 11
130BC381.10
431.5 mm (16.98 in)
380 mm (14.96 in)
178 mm (7 in)
201 mm (7.91 in)
32 mm (1.25 in)
415 mm (16.33 in)
186 mm (7.32 in)
449.5 mm (17.69 in)
6.5 mm (0.25 in)
190 mm (7.48 in)
80 mm
(3.14 in)
80 mm
(3.14 in)
Ø13 mm (0,51 in)
25 mm
(0.98 in)
130BC382.10
130BC383.10
Mechanische installatie
VLT® Decentral Drive FCD 302
3.2.3.1 Toegestane montageposities
33
Afbeelding 3.3 Kabeldoorvoeren en gatdiameter (grote eenheden)
Motorzijde 1 x M20, 1 x M25 Besturingszijde
Netzijde 2 x M25
Tabel 3.2 Mechanische afmetingen
1) Ook gebruikt voor 4 x M12/6 x M12 sensor/actuatoraansluitingen.
3.2.3 Montage
De VLT® Decentral Drive FCD 302 bestaat uit 2 delen:
De installatiekast
Het omvormerdeel
2 x M20, 9 x M16
1)
Zie hoofdstuk 1.4.2 Opengewerkte tekeningen.
Afbeelding 3.4 Toegestane montageposities – standaardtoe­passingen
Afbeelding 3.5 Toegestane montageposities – hygiënische toepassingen
12 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
130BB701.10
Mechanische installatie Bedieningshandleiding
3.2.3.2 De installatiekast monteren
VOORZICHTIG
ELEKTRISCH GEVAAR
Schakel de spanning naar de eenheid in dit stadium nog niet in, aangezien dat kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
SCHADE OF LICHAMELIJK LETSEL Het niet aanhalen van de 4 bevestigingsschroeven kan leiden tot lichamelijk letsel of materiële schade.
Verzeker u ervan dat de installatielocatie het
gewicht van de eenheid kan dragen.
Noodzakelijke voorwaarden:
Gebruik de gaten aan de achterzijde van de
installatiekast om de montagebeugels te bevestigen.
Gebruik de juiste bevestigingsschroeven of -
bouten.
Gebruik voor hygiënische uitvoeringen kabelpak-
kingen die geschikt zijn voor hygiënische toepassingen, zoals Rittal HD 2410.110/120/130.
1.
Monteer de VLT® Decentral Drive FCD 302 verticaal op een wand of machineframe. Zorg er bij hygiënische uitvoeringen voor dat van de behuizing af kunnen lopen en plaats de eenheid zo dat de kabelwartels zich onderaan bevinden.
vloeistoen
3 3
Afbeelding 3.6 FCD 302 als zelfstandige eenheid gemonteerd met montagebeugels
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 13
Elektrische installatie
4 Elektrische installatie
VLT® Decentral Drive FCD 302
4.1 Veiligheidsvoorschriften
Zie hoofdstuk 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsin­structies.
44
WAARSCHUWING
GEÏNDUCEERDE SPANNING
Geïnduceerde spanning van de uitgangskabels van motoren die bij elkaar zijn geplaatst, kan de conden­satoren van de apparatuur opladen, ook wanneer de apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout). Wanneer u de motorkabels niet van elkaar gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels gebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Houd uitgaande motorkabels van elkaar
gescheiden of
Gebruik afgeschermde kabels.
VOORZICHTIG
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
De frequentieregelaar kan een DC-stroom veroorzaken in de beschermende geleider. Als de onderstaande aanbeveling niet wordt opgevolgd, biedt de RCD mogelijk niet de beoogde bescherming.
Bij gebruik van een reststroomapparaat (RCD)
als beveiliging tegen elektrische schokken mag aan de voedingszijde van dit product uitsluitend een RCD van type B worden gebruikt.
Overstroombeveiliging
Aanvullende beschermende apparatuur, zoals
kortsluitbeveiliging of thermische motorbevei­liging tussen de frequentieregelaar en de motor, is vereist voor toepassingen met meerdere motoren.
Ingangszekeringen zijn vereist om te voorzien in
kortsluitbeveiliging en overstroombeveiliging. Als deze zekeringen niet in de fabriek zijn aangebracht, moet de installateur deze plaatsen. Zie hoofdstuk 7.7 Zekeringen en circuitbreakers voor voorzekeringen die voldoen aan UL/cUL.
Draadtype en -specicaties
De volledige bedrading moet voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften ten aanzien van dwarsdoorsneden en omgevingstemperatuur.
Aanbeveling voor voedingsdraden: koperdraad
dat bestand is tegen minimaal 75 °C (167 °F).
Zie hoofdstuk 7.1 Elektrische gegevens en hoofdstuk 7.5 Kabelspecicaties voor de aanbevolen draaddiktes en -typen.
4.2 EMC-correcte installatie
Voor een EMC-correcte installatie moet u de instructies in
hoofdstuk 4.3 Aarding, hoofdstuk 4.4 Bedradingsschema, hoofdstuk 4.7 Motoraansluiting en hoofdstuk 4.10 Stuurkabels opvolgen.
4.3 Aarding
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR LEKSTROOM
De aardlekstroom bedraagt meer dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Zorg dat de apparatuur correct is geaard door
een erkende elektrisch installateur.
Voor elektrische veiligheid
Aard de frequentieregelaar overeenkomstig de
relevante normen en richtlijnen.
Gebruik een afzonderlijke aarddraad voor het
ingangsvermogen, het motorvermogen en de stuurkabels.
Aard de ene frequentieregelaar niet op de
andere, zoals in een ringnetwerk.
Houd de aarddraadverbindingen zo kort mogelijk.
Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-
brikant op.
Minimale kabeldoorsnede: 10 mm² (7 AWG) (of 2
nominale aarddraden die afzonderlijk zijn aangesloten).
Voor een EMC-correcte installatie
Zorg voor elektrisch contact tussen de kabelaf-
scherming en de behuizing van de frequentieregelaar met behulp van metalen kabelwartels of de klemmen die op de apparatuur aanwezig zijn.
Gebruik sterk gevlochten draad (litzedraad, high-
strand wire) om snelle elektrische transiënten te beperken.
Gebruik geen pigtails.
14 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
130BC391.10
130BC403.10
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
LET OP
POTENTIAALVEREFFENING
Risico op snelle elektrische transiënten wanneer de aardpotentiaal van de frequentieregelaar niet overeenkomt met de aardpotentiaal van het regelsysteem. Installeer vereeningskabels tussen de systeemcomponenten. Aanbevolen kabeldoorsnede: 16 mm² (5 AWG).
VOORZICHTIG
AARDVERBINDING (PE)
De metalen pennen in de hoeken van het elektronische gedeelte en de gaten in de hoek van de installatiekast zijn essentieel voor de aardverbinding (PE). Verzeker u ervan dat deze niet losgeraakt, verwijderd of op enige wijze beschadigd zijn. Het vereiste aanhaalmoment is 3 Nm (26 in-lb). Zie Afbeelding 4.1.
Aarding van afgeschermde kabels
Er zijn aardklemmen aanwezig voor de motor- en stuurkabels (zie Afbeelding 4.2).
Afbeelding 4.1 Aardverbinding tussen de installatiekast en het elektronische gedeelte
LET OP
De externe aardklem is verkrijgbaar als accessoire (onderdeelnr. 130B5833).
4 4
Afbeelding 4.2 Aarding voor motor- en stuurkabels (kleine eenheden)
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 15
130BC390.10
Elektrische installatie
VLT® Decentral Drive FCD 302
44
Afbeelding 4.3 Aardklem voor motor- en stuurkabels (grote eenheden)
1. Verwijder voor een goede aarding het isolatiemateriaal met een striptang.
2. Zet de aardklem met behulp van de bijgeleverde schroeven vast aan het gestripte deel van de kabel.
3. Zet de aardkabel vast aan de aanwezige aardklem.
16 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. MG04F510
130BC384.10
3-phase power input
Mechanical brake
+10 V DC
-10 V DC­+10 V DC 0/4-20 mA
-10 V DC­+10 V DC 0/4-20 mA
91 (L1) 92 (L2) 93 (L3) 95 (PE)
122(MBR+)
123(MBR-)
50 (+10 V OUT)
53 (A IN)
54 (A IN)
55 (COM A IN)
12 (+24 V OUT)
13 (+24 V OUT)
18 (D IN)
19 (D IN)
20 (COM D IN)
27 (D IN/OUT)
29 (D IN/OUT)
24V
OV
32 (D IN)
33 (D IN)
37 (D IN)
S201
S202
ON/I=0-20mA OFF/U=0-10V
P 5-00
24 V (NPN) 0 V (PNP)
24 V (NPN) 0 V (PNP)
24 V (NPN) 0 V (PNP)
24 V (NPN) 0 V (PNP)
24 V (NPN) 0 V (PNP)
24 V (NPN) 0 V (PNP)
Switch mode
power supply
10 V DC
15 mA
24 V DC 600 mA
(U) 96
(U) 97 (W) 98 (PE) 99
Motor
Brake resistor
(R+) 82
(R-) 81
Relay1
Relay2
03
02
01
06
05
04
240 V AC, 2A
240 V AC, 2A
400 V AC, 2A
Analog output 0/4–20 mA
(COM A OUT) 39
(A OT) 42
ON=Terminated OFF=Open
S801
S801
GX
(N RS485) 69
(P RS485) 68
5V
RS485 Interface
(COM RS485) 61
(PNP) = Source (NPN) = Sink
RS485
ON
1 2
ON
1 2
ON
1 2
0 V
VCXA
PROFIBUS interface
GND1
GND1
RS485
66
63
62
67
GX
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
4.4 Bedradingsschema
4 4
Afbeelding 4.4 Eenvoudig bedradingsschema
MG04F510 Danfoss A/S © 11/2016 Alle rechten voorbehouden. 17
Loading...
+ 49 hidden pages