Danfoss FC 302 Design guide [nl]

ENGINEERING TOMORROW

Design Guide

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

vlt-drives.danfoss.com

Inhoud

Design Guide

 

 

Inhoud

1 Inleiding

5

1.1 Doel van de design guide

5

1.2 Aanvullende informatiebronnen

5

1.3 Documenten softwareversie

5

1.4 Conventies

5

2 Veiligheid

6

2.1 Veiligheidssymbolen

6

2.2 Gekwali€ceerd personeel

6

2.3 Veiligheidsmaatregelen

6

3 Goedkeuringen en certi€ceringen

8

3.1 Conformiteit ten aanzien van regelgeving en goedkeuringen

8

3.2 Beschermingsklasse behuizing

10

4 Productoverzicht

11

4.1 VLT® High Power Drives

11

4.2 Behuizingsgrootte op basis van vermogensklasse

11

4.3 Overzicht behuizingen, 380-500 V

12

4.4 Overzicht behuizingen, 525-690 V

15

4.5 Beschikbaarheid van sets

18

5 Productfuncties

19

5.1 Automatische operationele functies

19

5.2 Klantspeci€eke toepassingsfuncties

22

5.3 Overzicht dynamisch remmen

26

5.4 Overzicht mechanische houdrem

27

5.5 Overzicht loadsharing

30

5.6 Overzicht regeneratie

31

6 Overzicht opties en accessoires

32

6.1 Veldbusopties

32

6.2 Functionele uitbreidingen

33

6.3 Motion Control en relaiskaarten

35

6.4 Remweerstanden

36

6.5 Sinus€lters

36

6.6 dU/dt-€lters

36

6.7 Common-mode€lters

36

6.8 Harmonischen€lters

36

6.9 In de behuizing geïntegreerde opties

37

6.10 High Power-sets

39

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

1

Danfoss FC 302 Design guide

Inhoud

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

7 Speci€caties

40

7.1 Elektrische gegevens, 380-500 V

40

7.2 Elektrische gegevens, 525-690 V

46

7.3 Netvoeding

52

7.4 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens

52

7.5 Omgevingscondities

52

7.6 Kabelspeci€caties

53

7.7 Stuuringang/-uitgang en stuurgegevens

53

7.8 Gewicht behuizingen

56

7.9 Luchtstroom voor behuizing E1-E2 en F1-F13

57

8 Buitenafmetingen en klemafmetingen

59

8.1 Buitenafmetingen en klemafmetingen E1

59

8.2 Buitenafmetingen en klemafmetingen E2

67

8.3 Buitenafmetingen en klemafmetingen F1

75

8.4 Buitenafmetingen en klemafmetingen F2

82

8.5 Buitenafmetingen en klemafmetingen F3

89

8.6 Buitenafmetingen en klemafmetingen F4

101

8.7 Buitenafmetingen en klemafmetingen F8

112

8.8 Buitenafmetingen en klemafmetingen F9

116

8.9 Buitenafmetingen en klemafmetingen F10

122

8.10 Buitenafmetingen en klemafmetingen F11

128

8.11 Buitenafmetingen en klemafmetingen F12

136

8.12 Buitenafmetingen en klemafmetingen F13

142

9 Overwegingen voor mechanische installatie

150

9.1 Opslag

150

9.2 De eenheid hijsen

150

9.3 Bedrijfsomgeving

151

9.4 Montagecon€guratie

152

9.5 Koeling

153

9.6 Reductie

154

10 Overwegingen voor elektrische installatie

157

10.1 Veiligheidsvoorschriften

157

10.2 Bedradingsschema

158

10.3 Aansluitingen

159

10.4 Stuurkabels en stuurklemmen

163

10.5 Zekeringen en circuitbreakers

170

10.6 Netschakelaars en contactors

175

10.7 Motor

177

2

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Inhoud

Design Guide

 

 

10.8 Remmen

179

10.9 Reststroomapparaten (RCD) en isolatieweerstandsmonitor (IRM)

181

10.10 Lekstroom

181

10.11 IT-net

183

10.12 Rendement

183

10.13 Akoestische ruis

184

10.14 dU/dt-condities

184

10.15 Overzicht elektromagnetische compatibiliteit (EMC)

185

10.16 EMC-correcte installatie

190

10.17 Overzicht harmonischen

192

11 Elementaire werkingsprincipes van een frequentieregelaar

195

11.1 Beschrijving van de werking

195

11.2 Frequentieregelaarbesturingen

195

12 Toepassingsvoorbeelden

205

12.1 Een frequentieregelaar in een regeling met terugkoppeling programmeren

205

12.2 Bedradingscon€guraties voor Automatische aanpassing motorgegevens (AMA)

205

12.3 Bedradingscon€guraties voor een analoge snelheidsreferentie

206

12.4 Bedradingscon€guraties voor start/stop

206

12.5 Bedradingscon€guratie voor een externe reset na alarm

208

12.6 Bedradingscon€guratie voor een snelheidsreferentie via een handmatige potenti-

 

ometer

208

12.7 Bedradingscon€guratie voor snelheid omhoog/omlaag

208

12.8 Bedradingscon€guratie voor RS485-netwerkaansluiting

209

12.9 Bedradingscon€guratie voor een motorthermistor

209

12.10 Bedradingscon€guratie voor een relaissetup met Smart Logic Control

210

12.11 Bedradingscon€guratie voor mechanische rembesturing

210

12.12 Bedradingscon€guratie voor de encoder

211

12.13 Bedradingscon€guratie voor koppelbegrenzing en stop

211

13 Een frequentieregelaar bestellen

213

13.1 Drive Con€gurator

213

13.2 Bestelnummers voor opties/sets

217

13.3 Bestelnummers voor €lters en remweerstanden

221

13.4 Reserveonderdelen

221

14 Bijlage

222

14.1 Afkortingen en symbolen

222

14.2 De€nities

223

14.3 Installatie en setup RS485

224

14.4 RS485: Overzicht FC-protocol

225

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

3

Inhoud

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

14.5 RS485: Telegramstructuur FC-protocol

226

14.6 RS485: Parametervoorbeelden FC-protocol

230

14.7 RS485: Overzicht Modbus RTU

230

14.8 RS485: Telegramstructuur Modbus RTU

231

14.9 RS485: Berichtfunctiecodes Modbus RTU

235

14.10 RS485: Parameters Modbus RTU

235

14.11 RS485: FC-stuurwoordpro€el

236

Trefwoordenregister

243

4

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Inleiding Design Guide

1 Inleiding

1

1

 

 

 

 

 

1.1 Doel van de design guide

Deze design guide is bedoeld voor:

projecten systeemengineers;

ontwerpadviseurs;

toepassingsen productspecialisten.

De design guide bevat technische informatie die u helpt om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van de frequentieregelaar voor integratie in motorregelen bewakingssystemen.

VLT® is een gedeponeerd handelsmerk.

1.2 Aanvullende informatiebronnen

Er zijn andere informatiebronnen beschikbaar om inzicht te krijgen in de geavanceerde bedieningsen programmeerfuncties en naleving van richtlijnen.

De bedieningshandleiding biedt gedetailleerde informatie over de installatie en het opstarten van de frequentieregelaar.

De programmeerhandleiding gaat dieper in op het gebruik van parameters en bevat veel toepassingsvoorbeelden.

In de Bedieningshandleiding VLT® Safe Torque Off vindt u informatie over het gebruik van Danfoss frequentieregelaars in toepassingen met functionele veiligheid. Deze handleiding wordt bij de frequentieregelaar geleverd als de Safe Torque Oƒ-optie aanwezig is.

Aanvullende documentatie en handleidingen zijn beschikbaar bij Danfoss. Zie drives.danfoss.com/downloads/ portal/#/ voor een overzicht.

1.3 Documenten softwareversie

Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt. Alle suggesties voor verbetering zijn welkom. Tabel 1.1 toont de documentversie en de bijbehorende softwareversie.

Versie

Opmerkingen

Software-

 

 

versie

 

 

 

MG34S3xx

Inhoud voor D1h-D8h verwijderd en

8.03

 

nieuwe structuur geïmplementeerd.

 

 

 

 

Tabel 1.1

Documenten softwareversie

 

1.4Conventies

Genummerde lijsten geven procedures aan.

Lijsten met opsommingstekens geven andere informatie en beschrijvingen van afbeeldingen aan.

Cursieve tekst geeft een van de volgende zaken aan:

-Kruisverwijzing

-Koppeling

-Voetnoot

-Parameternaam, naam parametergroep, parameteroptie

De VLT® Brake Resistor MCE 101 Design Guide beschrijft hoe u de optimale remweerstand kunt selecteren.

De VLT® Advanced Harmonic Filters AHF 005/AHF 010 Design Guide bespreekt harmonischen, diverse methoden voor harmonischenreductie en het werkingsprincipe van het geavanceerde harmonischen€lter. Deze handleiding beschrijft ook hoe u het juiste geavanceerde harmonischen€lter voor een speci€eke toepassing moet selecteren.

De Output Filters Design Guide legt uit waarom het nodig is om voor bepaalde toepassingen uitgangs€lters te gebruiken en hoe u het optimale dU/dtof sinus€lter selecteert.

Een deel van de informatie in deze documentatie is mogelijk niet van toepassing bij gebruik van beschikbare optionele apparatuur. Raadpleeg de bij de opties geleverde instructies met het oog op speci€eke vereisten.

Alle afmetingen op tekeningen zijn in mm (in).

Een asterisk (*) geeft de standaardinstelling van een parameter aan.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

5

Veiligheid

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

2 Veiligheid

2 2

2.1 Veiligheidssymbolen

In dit document worden de volgende symbolen gebruikt:

WAARSCHUWING

Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

WAARSCHUWING

GEVAAR VOOR LEKSTROOM

De aardlekstroom bedraagt meer dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Zorg dat de apparatuur correct is geaard door een erkende elektrisch installateur.

VOORZICHTIG

Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkpraktijken.

LET OP

Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.

2.2 Gekwali€ceerd personeel

Deze apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend door gekwali€ceerd personeel.

Gekwali€ceerd personeel is gede€nieerd als opgeleide medewerkers die bevoegd zijn om apparatuur, systemen en circuits te installeren, in bedrijf te stellen en te onderhouden volgens relevante wetten en voorschriften. Het personeel moet tevens bekend zijn met de instructies en veiligheidsmaatregelen die in deze handleiding staan beschreven.

2.3 Veiligheidsmaatregelen

WAARSCHUWING

HOGE SPANNING

Frequentieregelaars bevatten hoge spanning wanneer ze zijn aangesloten op een netingang, DC-voeding, loadsharing of permanentmagneetmotoren. Als installatie, opstarten en onderhoud van de frequentieregelaar niet worden uitgevoerd door gekwali€ceerd personeel, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Installatie, opstarten en onderhoud van de frequentieregelaar mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwali€ceerd personeel.

WAARSCHUWING

ONTLADINGSTIJD

De frequentieregelaar bevat DC-tussenkringconden- satoren die geladen kunnen blijven, ook wanneer de frequentieregelaar niet van spanning wordt voorzien. Er kan hoge spanning aanwezig zijn, ook wanneer de waarschuwingsleds uit zijn. Als u na afschakeling geen 40 minuten wacht voordat u onderhoudsof reparatiewerkzaamheden uitvoert, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

1.Stop de motor.

2.Schakel de netvoeding en externe DC-tussen- kringvoedingen af, inclusief backupvoedingen, UPS-eenheden en DC-tussenkringaansluitingen naar andere frequentieregelaars.

3.Onderbreek de voeding naar de motor of vergrendel de motor.

4.Wacht 40 minuten, totdat de condensatoren volledig zijn ontladen.

5.Controleer met een geschikt spanningsmeetapparaat of de condensatoren volledig ontladen zijn voordat u serviceof reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren.

WAARSCHUWING

BRANDGEVAAR

Remweerstanden worden tijdens en na het remmen heet. Als de remweerstanden niet op een veilige locatie worden gemonteerd, kan dat leiden tot schade aan eigendommen en/of ernstig letsel.

Plaats de remweerstand in een veilige omgeving, om brandgevaar te voorkomen.

Raak de remweerstanden tijdens of na het remmen niet aan, om ernstige brandwonden te voorkomen.

6

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Veiligheid

Design Guide

 

 

LET OP

VEILIGHEIDSOPTIE AFSCHERMING NETVOEDING

Er is een netafschermingsoptie leverbaar voor behuizingen met beschermingsklasse IP 21/IP 54 (Type 1/ Type 12). De afscherming van de netvoeding bestaat uit een afdekking die in de behuizing is geïnstalleerd en bescherming biedt tegen onbedoeld aanraken van de vermogensklemmen, volgens BGV A2,VBG-4.

2.3.1 ADN-conforme installatie

Om vonkvorming te voorkomen in overeenstemming met het Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN), moet u voorzorgsmaatregelen nemen voor frequentieregelaars met beschermingsklasse IP 00 (Chassis), IP 20 (Chassis), IP 21 (Type 1) of IP 54 (Type 12).

Installeer geen netschakelaar.

Zorg dat parameter 14-50 RFI-filter is ingesteld op [1] Aan.

Verwijder alle relaisstekkers die zijn gemarkeerd als RELAY. Zie Afbeelding 2.1.

Controleer of er relaisopties zijn geïnstalleerd, en zo ja welke. De enige toegestane relaisoptie is VLT® Extended Relay Card MCB 113.

 

<![if ! IE]>

<![endif]>e30bd832.10

2

2

 

 

 

1

 

 

 

2

 

 

1, 2

Relaisstekkers

 

 

Afbeelding 2.1 Positie van relaisstekkers

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

7

Goedkeuringen en certi€cer...

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

3 Goedkeuringen en certi€ceringen

Deze sectie bevat een korte beschrijving van de diverse goedkeuringen en certi€caten die van toepassing zijn op

3 3 Danfoss frequentieregelaars. Niet alle goedkeuringen zijn van toepassing op alle frequentieregelaars.

3.1Conformiteit ten aanzien van regelgeving en goedkeuringen

LET OP

OPGELEGDE BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE UITGANGSFREQUENTIE

Vanaf softwareversie 6.72 is de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar vanwege oƒciële uitvoerbeperkingen begrensd op 590 Hz. De softwareversies 6.xx begrenzen ook de maximale uitgangsfrequentie op 590 Hz, maar bij deze versies is flashen niet mogelijk, dat wil zeggen dat downgraden of upgraden niet mogelijk is.

3.1.1.1 CE-markering

De CE-markering (Communauté Européenne) geeft aan dat de fabrikant van het product voldoet aan alle relevante EUrichtlijnen. De EU-richtlijnen die van toepassing zijn op het ontwerp en de productie van frequentieregelaars, staan vermeld in Tabel 3.1.

LET OP

De CE-markering heeft geen betrekking op de kwaliteit van het product. Het is niet mogelijk om technische speci€caties af te leiden uit de CE-markering.

EU-richtlijn

Versie

 

 

Laagspanningsrichtlijn

2014/35/EU

 

 

EMC-richtlijn

2014/30/EU

 

 

Machinerichtlijn1)

2014/32/EU

ErP-richtlijn

2009/125/EC

 

 

ATEX-richtlijn

2014/34/EU

 

 

RoHS-richtlijn

2002/95/EC

 

 

Tabel 3.1 EU-richtlijnen die van toepassing zijn op frequentieregelaars

1) Alleen frequentieregelaars met een ingebouwde veiligheidsfunctie hoeven te voldoen aan de Machinerichtlijn.

LET OP

Frequentieregelaars met een ingebouwde veiligheidsfunctie, zoals Safe Torque Off (STO), moeten voldoen aan de Machinerichtlijn.

Conformiteitsverklaringen zijn leverbaar op aanvraag.

Laagspanningsrichtlijn

Frequentieregelaars moeten zijn voorzien van een CEmarkering volgens de Laagspanningsrichtlijn van 1 januari 2014. De Laagspanningsrichtlijn is van toepassing op alle elektrische apparaten in het spanningsbereik van 50-1000 V AC en 75-1500 V DC.

De richtlijn heeft tot doel om de persoonlijke veiligheid te waarborgen en schade aan eigendommen te voorkomen bij gebruik van elektrische apparatuur die correct wordt geïnstalleerd en onderhouden, en die wordt gebruikt zoals beoogd.

EMC-richtlijn

De EMC-richtlijn (elektromagnetische compatibiliteit) heeft tot doel om de elektromagnetische interferentie te beperken en de immuniteit van elektrische apparatuur en installaties te verbeteren. De basiseis voor bescherming van EMC-richtlijn stelt dat apparaten die elektromagnetische interferentie (EMI) genereren, of waarvan de werking door EMI kan worden beïnvloed, zo moeten zijn ontworpen dat het genereren van elektromagnetische interferentie wordt beperkt. De apparaten moeten over een adequaat niveau van immuniteit voor EMI beschikken wanneer ze correct worden geïnstalleerd en onderhouden, en worden gebruikt zoals bedoeld.

Elektrische apparaten die zelfstandig worden gebruikt of deel uitmaken van een systeem, moeten zijn voorzien van de CE-markering. Systemen hoeven niet te zijn voorzien van de CE-markering, maar moeten wel voldoen aan de basiseisen voor bescherming volgens de EMC-richtlijn.

Machinerichtlijn

De Machinerichtlijn heeft tot doel om de persoonlijke veiligheid te waarborgen en schade aan eigendommen te voorkomen bij gebruik van mechanische apparatuur in toepassingen waarvoor die apparatuur bedoeld is. De Machinerichtlijn is van toepassing op machines die bestaan uit een groep onderling verbonden componenten of apparaten waarvan er ten minste 1 mechanische bewegingen kan uitvoeren.

Frequentieregelaars met een ingebouwde veiligheidsfunctie moeten voldoen aan de Machinerichtlijn. Frequentieregelaars zonder veiligheidsfunctie vallen niet onder de Machinerichtlijn. Wanneer een frequentieregelaar is geïntegreerd in een machinesysteem, kan Danfoss informatie verstrekken over de veiligheidsaspecten met betrekking tot de frequentieregelaar.

Wanneer frequentieregelaars worden gebruikt in machines met ten minste 1 bewegend deel, moet de machinefabrikant een verklaring afgeven dat het product voldoet aan alle relevante statuten en veiligheidsvoorschriften.

8

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Goedkeuringen en certi€cer...

Design Guide

 

 

3.1.1.2 ErP-richtlijn

De ErP-richtlijn is de Europese Ecodesignrichtlijn voor energiegerelateerde producten, waaronder frequentieregelaars. De richtlijn heeft tot doel om het energierendement en het milieubeschermingsniveau te verhogen, waarbij tevens de zekerheid van de energievoorziening wordt versterkt. De milieueƒecten van energiegerelateerde producten omvatten het energieverbruik gedurende de volledige levensduur van het product.

3.1.1.3 UL-vermelding

De markering UL (Underwriters Laboratory) certi€ceert de veiligheid van producten en hun milieuaanspraken op basis van gestandaardiseerde tests. Frequentieregelaars voor spanningsklasse T7 (525-690 V) zijn alleen UL-gecerti- €ceerd voor 525-600 V.

3.1.1.4 CSA/cUL

De CSA/cUL-goedkeuring geldt voor frequentieregelaars met een nominale spanning van 600 V of lager. Deze markering garandeert dat de apparatuur aan de ULnormen voor elektrische en thermische veiligheid voldoet als de frequentieregelaar volgens de meegeleverde bedienings-/installatiehandleiding wordt geïnstalleerd. Deze markering certi€ceert dat het product werkt volgens alle vereiste technische speci€caties en tests. Op verzoek kan een conformiteitscerti€caat worden afgegeven.

3.1.1.5 EAC

De EurAsian Conformity (EAC)-markering geeft aan dat het product voldoet aan alle vereisten en technische voorschriften die op het product van toepassing zijn volgens de Eurasian Customs Union, een douane-unie die bestaat uit de lidstaten van de Euraziatische Economische Unie.

Het EAC-logo moet zowel op het productlabel als op het verpakkingslabel worden aangebracht. Alle producten die binnen de EAC-zone worden gebruikt, moeten bij Danfoss in de EAC-zone worden aangeschaft.

3.1.1.6 UKrSEPRO

Het UKrSEPRO-certi€caat garandeert de kwaliteit en veiligheid van zowel producten als diensten, naast productiestabiliteit, volgens de Oekraïense regelgevingsnormen. Het UkrSepro-cert€caat is een verplicht douanedocument voor alle producten die het grondgebied van Oekraïne binnenkomen of verlaten.

3.1.1.7 TÜV

TÜV SÜD is een Europese veiligheidsorganisatie die de functionele veiligheid van de frequentieregelaar volgens EN-IEC 61800-5-2 certi€ceert. TÜV SÜD test producten en

bewaakt de productie van de producten om te 3 3 waarborgen dat bedrijven blijven voldoen aan de geldende

voorschriften.

3.1.1.8 RCM

De Regulatory Compliance Mark (RCM)-markering geeft aan dat een product voldoet aan de voorschriften van de Australische Communicatieen Media-autoriteit (ACMA) voor telecommunicatieapparatuur, radiocommunicatieapparatuur en producten die onder de EMC-richtlijn vallen. De conformiteitsmarkeringen A-Tick en C-Tick zijn nu samengevoegd tot één RCM-markering. RCM-conformiteit is verplicht voor elektrische en elektronische apparatuur die in Australië en Nieuw-Zeeland op de markt wordt gebracht.

3.1.1.9 Maritiem

Schepen en booreilanden kunnen enkel een vergunning krijgen en een verzekering afsluiten als deze toepassingen zijn gecerti€ceerd door 1 of meer maritieme certi€ceringsinstanties. Tot 12 verschillende maritieme certi€ceringsinstanties hebben de Danfoss frequentieregelaar gecerti€ceerd.

Maritieme goedkeuringen en certi€caten kunt u bekijken en afdrukken via het downloadgedeelte op drives.danfoss.com/industries/marine-and-offshore/marine- type-approvals/#/.

3.1.2 Uitvoerbeperkingen

Voor frequentieregelaars kunnen regionale en/of nationale uitvoerbeperkingen gelden.

Alle frequentieregelaars waarvoor uitvoerbeperkingen gelden, zijn geclassi€ceerd met een ECCN-nummer. Het ECCN-nummer staat vermeld in de documenten die bij de frequentieregelaar worden geleverd.

In geval van wederuitvoer is het de verantwoordelijkheid van de exporteur om te zorgen dat de relevante uitvoerbeperkingen in acht worden genomen.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

9

Goedkeuringen en certi€cer...

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

3.2 Beschermingsklasse behuizing

De VLT® frequentieregelaars zijn leverbaar in diverse behuizingstypen, die optimaal aansluiten bij de vereisten van uw speci€eke toepassing. De beschermingsklassen

3 3 voor de behuizingen zijn gebaseerd op 2 internationale normen:

'UL type' geeft aan dat de behuizingen voldoen aan de normen van NEMA (National Electrical Manufacturers Association). De constructieen beproevingseisen voor behuizingen zijn vastgelegd in NEMA Standards Publication 250-2003 en UL 50, elfde editie.

IP-classi€catie (Ingress Protection) opgesteld door de IEC (International Electrotechnical Commission), in alle overige landen.

Standaard Danfoss VLT® frequentieregelaars zijn leverbaar in diverse behuizingstypen, die voldoen aan de vereisten van IP 00 (Chassis), IP 20 (Beschermd chassis), IP 21 (UL type 1) of IP 54 (UL type 12). In deze handleiding wordt 'UL-type' aangeduid als 'Type'. Bijvoorbeeld: IP 21/Type 1.

UL-typenorm

Type 1 – behuizingen, vervaardigd voor binnengebruik, die personeel een zekere mate van bescherming bieden tegen onbedoeld contact met de in de behuizing opgenomen eenheden en tegen vallend vuil.

Type 12 – universele behuizingen, bedoeld voor binnengebruik, die de in de behuizing opgenomen eenheden beschermen tegen de volgende mogelijke verontreinigingen:

vezels

pluizen

stof en vuil

licht spatwater

doorsijpeling

druppelen en externe condensatie van nietcorrosieve vloeistoƒen

De behuizing mag geen openingen, uitbreekpoorten of kabeldoorvoeren bevatten, behalve bij gebruik met oliebestendige pakkingen voor de montage van oliedichte of stofdichte mechanismen. Ook de deuren zijn voorzien van oliebestendige pakkingen. Bovendien zijn behuizingen voor combinatieregelaars uitgerust met scharnierdeuren, die horizontaal openslaan en alleen met gereedschap te openen zijn.

IP-norm

In Tabel 3.2 worden de 2 normen met elkaar vergeleken. Tabel 3.3 toont hoe de IP-code moet worden gelezen en hoe de beschermingsniveaus gede€nieerd zijn. De frequentieregelaars voldoen aan de eisen van beide normen.

NEMA en

IP

UL

 

 

 

Chassis

IP00

 

 

Beschermd

IP20

chassis

 

 

 

Type 1

IP21

 

 

Type 12

IP54

 

 

Tabel 3.2 Vergelijking NEMAen IP-aanduidingen

Eerste cijfer

Tweede cijfer

Beschermingsniveau

 

 

 

0

Geen bescherming.

 

 

 

1

Bescherming tot 50 mm (2,0 in). Het is niet mogelijk om een hand in de behuizing te steken.

 

 

 

2

Bescherming tot 12,5 mm (0,5 in). Het is niet mogelijk om een vinger in de behuizing te steken.

 

 

 

3

Bescherming tot 2,5 mm (0,1 in). Het is niet mogelijk om gereedschap in de behuizing te steken.

 

 

 

4

Bescherming tot 1,0 mm (0,04 in). Het is niet mogelijk om een draad in de behuizing te steken.

 

 

 

5

Bescherming tegen stof – beperkte binnendringing.

 

 

 

6

Volledige bescherming tegen stof.

 

 

 

0

Geen bescherming.

 

 

 

1

Bescherming tegen verticaal druipwater.

 

 

 

2

Bescherming tegen druipwater onder een hoek van 15°.

3

Bescherming tegen water onder een hoek van 60°.

4

Bescherming tegen spatwater.

 

 

 

5

Bescherming tegen waterstralen.

 

 

 

6

Bescherming tegen krachtige waterstralen.

 

 

 

7

Bescherming tegen tijdelijke onderdompeling.

 

 

 

8

Bescherming tegen permanente onderdompeling.

 

 

 

Tabel 3.3 Opbouw IP-codes

10

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productoverzicht

Design Guide

 

 

4 Productoverzicht

4.1 VLT® High Power Drives

De Danfoss VLT® frequentieregelaars die in deze handleiding worden beschreven, zijn leverbaar als vrijstaande eenheid of als eenheid voor wandof kastmontage. Elke VLT® frequentieregelaar is con€gureerbaar, compatibel en biedt optimaal rendement voor alle standaard motortypen. Dat betekent dat u niet in uw keuze wordt beperkt door vaste combinaties van motor en frequentieregelaar. Deze frequentieregelaars zijn leverbaar in 2 front-endcon€guraties: 6-puls en 12-puls.

Voordelen van VLT® 6-pulsfrequentieregelaars

Leverbaar in diverse behuizingsgroottes en beschermingsklassen.

Lagere bedrijfskosten dankzij een rendement van 98%.

Uniek ontwerp met backchannelkoeling beperkt de noodzaak voor extra koelapparatuur, wat resulteert in lagere installatiekosten en andere terugkerende kosten.

Lager energieverbruik voor koelapparatuur in regelkamer.

Lagere eigendomskosten.

Consistente gebruikersinterface voor alle typen Danfoss frequentieregelaars.

Opstartwizards voor speci€eke toepassingen.

Meertalige gebruikersinterface.

Voordelen van VLT® 12-pulsfrequentieregelaars

De VLT® 12-puls is een uiterst e‰ciënte frequentieregelaar die voorziet in harmonischenreductie zonder het toevoegen van capacitieve of inductieve componenten, waarbij vaak netwerkanalyse vereist is om mogelijke problemen met systeemresonantie te vermijden. De 12puls is gebaseerd op hetzelfde modulaire ontwerp als de populaire 6-puls VLT® frequentieregelaar. Zie de VLT® Advanced Harmonic Filter AHF 005/AHF 010 Design Guide voor meer informatie over methoden voor harmonischenreductie.

De 12-pulsfrequentieregelaars bieden dezelfde voordelen als de 6-pulsfrequentieregelaars en hebben daarnaast de volgende kenmerken:

Robuust en uiterst stabiel onder alle netwerken bedrijfscondities.

Ideaal voor toepassingen waarbij verlaging (step down) van middelhoge spanning vereist is of

 

 

waarbij isolatie ten opzichte van het net nodig is.

 

4

 

4

 

Uitstekende immuniteit voor ingangstransiënten.

 

 

 

 

 

 

 

4.2 Behuizingsgrootte op basis van

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vermogensklasse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschikbare behuizingen

 

 

 

 

kW1)

 

pk1)

 

 

 

 

 

 

 

6-puls

12-puls

 

 

 

 

250

 

350

F8-F9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

315

 

450

E1-E2

F8-F9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

355

 

500

E1-E2

F8-F9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

 

550

E1-E2

F8-F9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

 

600

F1-F3

F10-F11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

 

650

F1-F3

F10-F11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

560

 

750

F1-F3

F10-F11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

630

 

900

F1-F3

F10-F11

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

710

 

1000

F2-F4

F12-F13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

800

 

1200

F2-F4

F12-F13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.1 Vermogensklasse behuizing, 380-500 V

1) Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 400 V (kW) en 460 V (pk).

 

 

Beschikbare behuizingen

kW1)

pk1)

 

 

6-puls

12-puls

355

400

E1-E2

F8-F9

 

 

 

 

400

400

E1-E2

F8-F9

 

 

 

 

500

500

E1-E2

F8-F9

 

 

 

 

560

600

E1-E2

F8-F9

 

 

 

 

630

650

F1-F3

F10-F11

 

 

 

 

710

750

F1-F3

F10-F11

 

 

 

 

800

950

F1-F3

F10-F11

 

 

 

 

900

1050

F2-F4

F12-F13

 

 

 

 

1000

1150

F2-F4

F12-F13

 

 

 

 

1200

1350

F2-F4

F12-F13

 

 

 

 

Tabel 4.2 Vermogensklasse behuizing, 525-690 V

1) Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 690 V (kW) en 575 V (pk).

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

11

Productoverzicht

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

4.3 Overzicht behuizingen, 380-500 V

 

 

 

 

Behuizingsgrootte

E1

E2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogensklasse1)

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 400 V [kW]

315–400

315–400

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 460 V (pk)

450–550

450–550

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Front-endcon€guratie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-puls

S

S

4

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

12-puls

 

 

 

 

 

Beschermingsklasse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IP

IP21/54

IP00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UL type

Type 1/12

Chassis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hardwareopties3)

 

 

 

 

 

 

Backchannel van roestvrij staal

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netafscherming

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverwarming en thermostaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverlichting met stopcontact

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RFI-€lter (klasse A1)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NAMUR-klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Isolatieweerstandsmonitor (IRM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reststroommonitor (RCM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remchopper (IGBT’s)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regeneratieklemmen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeenschappelijke motorklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noodstop met Pilz-veiligheidsrelais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ met Pilz-veiligheidsrelais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gra€sch LCP

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Numeriek LCP

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Loadsharingklemmen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen + loadsharingklemmen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netschakelaar

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Circuitbreakers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Contactors

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handmatige motorstarters

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 30 A afgezekerde klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24 V DC-voeding (SMPS, 5 A)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Externe temperatuurbewaking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afmetingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoogte, mm (in)

2000 (78,8)

1547 (60,9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breedte, mm (in)

600 (23,6)

585 (23,0)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diepte, mm (in)

494 (19,4)

498 (19,5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht, kg (lb)

270–313 (595–690)

234–277 (516–611)

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.3 Frequentieregelaars E1-E2, 380-500 V

1)Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 400 V (kW) en 460 V (pk).

2)Als de behuizing is geconfigureerd met loadsharingof regeneratieklemmen, geldt beschermingsklasse IP 00; in andere gevallen geldt beschermingsklasse IP 20.

3)S = standaard, O = optioneel en een streepje geeft aan dat de optie niet beschikbaar is.

12

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productoverzicht

Design Guide

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Behuizingsgrootte

F1

F2

F3

F4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogensklasse1)

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 400 V [kW]

315–400

450–500

315–400

450–500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 460 V (pk)

450–550

600–650

450–550

600–650

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Front-endcon€guratie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-puls

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12-puls

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschermingsklasse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

4

 

 

 

 

 

 

 

IP

IP21/54

IP21/54

IP21/54

IP21/54

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UL type

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hardwareopties3)

 

 

 

 

 

 

 

 

Backchannel van roestvrij staal

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netafscherming

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverwarming en thermostaat

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverlichting met stopcontact

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RFI-€lter (klasse A1)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NAMUR-klemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Isolatieweerstandsmonitor (IRM)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reststroommonitor (RCM)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remchopper (IGBT’s)

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regeneratieklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeenschappelijke motorklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noodstop met Pilz-veiligheidsrelais

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ met Pilz-veiligheidsrelais

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gra€sch LCP

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Numeriek LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Loadsharingklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen + loadsharingklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netschakelaar

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Circuitbreakers

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Contactors

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handmatige motorstarters

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 30 A afgezekerde klemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24 V DC-voeding (SMPS, 5 A)

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Externe temperatuurbewaking

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afmetingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoogte, mm (in)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breedte, mm (in)

1400 (55,1)

1800 (70,9)

2000 (78,7)

2400 (94,5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diepte, mm (in)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht, kg (lb)

1017 (2242,1)

1260 (2777,9)

1318 (2905,7)

1561 (3441,5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.4 Frequentieregelaars F1-F4, 380-500 V

1)Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 400 V (kW) en 460 V (pk).

2)Als de behuizing is geconfigureerd met loadsharingof regeneratieklemmen, geldt beschermingsklasse IP 00; in andere gevallen geldt beschermingsklasse IP 20.

3)S = standaard, O = optioneel en een streepje geeft aan dat de optie niet beschikbaar is.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

13

 

 

 

 

Productoverzicht

 

VLT® AutomationDrive FC 302

 

 

 

 

 

 

 

 

315-1200 kW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Behuizingsgrootte

F8

 

F9

F10

F11

F12

F13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogensklasse1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 400 V [kW]

90–132

 

160–250

450–630

450–630

710–800

710–800

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 460 V (pk)

125–200

 

250–350

600–900

600–900

1000–1200

1000–1200

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Front-endcon€guratie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-puls

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12-puls

S

 

S

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschermingsklasse

 

 

 

 

 

 

 

4

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IP

IP21/54

 

IP21/54

IP21/54

IP21/54

IP21/54

IP21/54

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NEMA

Type 1/12

 

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hardwareopties2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Backchannel van roestvrij staal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netafscherming

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverwarming en

 

O

O

O

O

 

 

 

 

thermostaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverlichting met

 

O

O

O

O

 

 

 

 

stopcontact

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RFI-€lter (klasse A1)

 

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NAMUR-klemmen

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Isolatieweerstandsmonitor

 

O

O

O

 

 

 

 

(IRM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reststroommonitor (RCM)

 

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remchopper (IGBT’s)

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ

S

 

S

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regeneratieklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeenschappelijke

 

O

O

O

O

 

 

 

 

motorklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noodstop met Pilz-veiligheids-

 

 

 

 

 

relais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ met Pilz-

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

veiligheidsrelais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gra€sch LCP

S

 

S

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Numeriek LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Loadsharingklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen + loadsharing-

 

 

 

 

 

klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netschakelaar

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Circuitbreakers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Contactors

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handmatige motorstarters

 

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 30 A afgezekerde

 

O

O

O

O

 

 

 

 

klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24 V DC-voeding (SMPS, 5 A)

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Externe temperatuurbewaking

 

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afmetingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoogte, mm (in)

2204 (86,8)

 

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breedte, mm (in)

800 (31,5)

 

1400 (55,2)

1600 (63,0)

2400 (94,5)

2000 (78,7)

2800 (110,2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diepte, mm (in)

606 (23,9)

 

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht, kg (lb)

447 (985,5)

 

669 (1474,9)

893 (1968,8)

1116 (2460,4)

1037 (2286,4)

1259 (2775,7)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.5 Frequentieregelaars F8-F13, 380-500 V

1)Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 400 V (kW) en 460 V (pk).

2)S = standaard, O = optioneel en een streepje geeft aan dat de optie niet beschikbaar is.

14

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productoverzicht Design Guide

4.4 Overzicht behuizingen, 525-690 V

Behuizingsgrootte

E1

E2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogensklasse1)

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 690 V (kW)

355–560

355–560

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 575 V (pk)

400–600

400–600

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Front-endcon€guratie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-puls

S

S

 

 

 

 

 

4

 

4

 

 

 

 

 

12-puls

 

 

 

 

 

 

 

Beschermingsklasse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IP

IP21/54

IP00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UL type

Type 1/12

Chassis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hardwareopties3)

 

 

 

 

 

 

Backchannel van roestvrij staal

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netafscherming

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverwarming en thermostaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverlichting met stopcontact

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RFI-€lter (klasse A1)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NAMUR-klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Isolatieweerstandsmonitor (IRM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reststroommonitor (RCM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remchopper (IGBT’s)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regeneratieklemmen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeenschappelijke motorklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noodstop met Pilz-veiligheidsrelais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ met Pilz-veiligheidsrelais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gra€sch LCP

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Numeriek LCP

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Loadsharingklemmen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen + loadsharingklemmen

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netschakelaar

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Circuitbreakers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Contactors

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handmatige motorstarters

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 30 A afgezekerde klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24 V DC-voeding (SMPS, 5 A)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Externe temperatuurbewaking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afmetingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoogte, mm (in)

2000 (78,8)

1547 (60,9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breedte, mm (in)

600 (23,6)

585 (23,0)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diepte, mm (in)

494 (19,4)

498 (19,5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht, kg (lb)

263–313 (580–690)

221–277 (487–611)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.6 Frequentieregelaars E1-E2, 525-690 V

1)Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 690 V (kW) en 575 V (pk).

2)Als de behuizing is geconfigureerd met loadsharingof regeneratieklemmen, geldt beschermingsklasse IP 00; in andere gevallen geldt beschermingsklasse IP 20.

3)S = standaard, O = optioneel en een streepje geeft aan dat de optie niet beschikbaar is.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

15

 

 

 

 

Productoverzicht

VLT® AutomationDrive FC 302

 

 

 

 

 

 

315-1200 kW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Behuizingsgrootte

F1

F2

F3

F4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogensklasse1)

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 690 V (kW)

630–800

900–1200

630–800

900–1200

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 575 V (pk)

650–950

1050–1350

650–950

1050–1350

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Front-endcon€guratie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-puls

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12-puls

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschermingsklasse

 

 

 

 

4

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IP

IP21/54

IP21/54

IP21/54

IP21/54

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UL type

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hardwareopties3)

 

 

 

 

 

 

 

 

Backchannel van roestvrij staal

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netafscherming

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverwarming en thermostaat

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverlichting met stopcontact

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RFI-€lter (klasse A1)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NAMUR-klemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Isolatieweerstandsmonitor (IRM)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reststroommonitor (RCM)

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remchopper (IGBT’s)

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regeneratieklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeenschappelijke motorklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noodstop met Pilz-veiligheidsrelais

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ met Pilz-veiligheidsrelais

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gra€sch LCP

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Numeriek LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Loadsharingklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen + loadsharingklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netschakelaar

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Circuitbreakers

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Contactors

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handmatige motorstarters

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 30 A afgezekerde klemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24 V DC-voeding (SMPS, 5 A)

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Externe temperatuurbewaking

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afmetingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoogte, mm (in)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breedte, mm (in)

1400 (55,1)

1800 (70,9)

2000 (78,7)

2400 (94,5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diepte, mm (in)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht, kg (lb)

1017 (2242,1)

1260 (2777,9)

1318 (2905,7)

1561 (3441,5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.7 Frequentieregelaars F1-F4, 525-690 V

1)Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 690 V (kW) en 575 V (pk).

2)Als de behuizing is geconfigureerd met loadsharingof regeneratieklemmen, geldt beschermingsklasse IP 00; in andere gevallen geldt beschermingsklasse IP 20.

3)S = standaard, O = optioneel en een streepje geeft aan dat de optie niet beschikbaar is.

16

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productoverzicht

 

Design Guide

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Behuizingsgrootte

F8

 

F9

F10

F11

F12

F13

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogensklasse1)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 690 V (kW)

355–560

 

355–560

630–800

630–800

900–1200

900–1200

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vermogen bij 575 V (pk)

400–600

 

400–600

650–950

650–950

1050–1350

1050–1350

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Front-endcon€guratie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6-puls

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12-puls

S

 

S

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschermingsklasse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IP

IP21/54

 

IP21/54

IP21/54

IP21/54

IP21/54

IP21/54

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NEMA

Type 1/12

 

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

Type 1/12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hardwareopties2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Backchannel van roestvrij staal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netafscherming

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverwarming en

 

O

O

O

O

 

 

 

 

thermostaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kastverlichting met

 

O

O

O

O

 

 

 

 

stopcontact

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RFI-€lter (klasse A1)

 

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NAMUR-klemmen

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Isolatieweerstandsmonitor

 

O

O

O

 

 

 

 

(IRM)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reststroommonitor (RCM)

 

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remchopper (IGBT’s)

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ

S

 

S

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regeneratieklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeenschappelijke

 

O

O

O

O

 

 

 

 

motorklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Noodstop met Pilz-veiligheids-

 

 

 

 

 

relais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Safe Torque Oƒ met Pilz-

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

veiligheidsrelais

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geen LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gra€sch LCP

S

 

S

S

S

S

S

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Numeriek LCP

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Loadsharingklemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zekeringen + loadsharing-

 

 

 

 

 

klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netschakelaar

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Circuitbreakers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Contactors

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Handmatige motorstarters

 

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op 30 A afgezekerde

 

O

O

O

O

 

 

 

 

klemmen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

24 V DC-voeding (SMPS, 5 A)

O

 

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Externe temperatuurbewaking

 

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afmetingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoogte, mm (in)

2204 (86,8)

 

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

2204 (86,8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breedte, mm (in)

800 (31,5)

 

1400 (55,1)

1600 (63,0)

2400 (94,5)

2000 (78,7)

2800 (110,2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diepte, mm (in)

606 (23,9)

 

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

606 (23,9)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht, kg (lb)

447 (985,5)

 

669 (1474,9)

893 (1968,8)

1116 (2460,4)

1037 (2286,4)

1259 (2775,7)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.8 Frequentieregelaars F8-F13, 525-690 V

1)Alle vermogensklassen zijn bepaald bij hoge overbelasting. Het vermogen is gemeten bij 690 V (kW) en 575 V (pk).

2)S = standaard, O = optioneel en een streepje geeft aan dat de optie niet beschikbaar is.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

17

Productoverzicht

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

4.5 Beschikbaarheid van sets

 

 

 

 

Setbeschrijving1)

E1

E2

F1

F2

F3

F4

F8

F9

F10

F11

F12

F13

 

 

 

 

USB-aansluiting in kastdeur

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LCP, numeriek

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LCP, gra€sch2)

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

LCP-kabel, 3 m (9 ft)

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Montageset voor numeriek LCP

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

4

 

4

 

 

 

(LCP, bevestigingsmateriaal, pakking en kabel)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Montageset voor gra€sch LCP

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

(LCP, bevestigingsmateriaal, pakking en kabel)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Montageset voor alle LCP's

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

(bevestigingsmateriaal, pakking en kabel)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Motorkabelinvoer bovenzijde

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netkabelinvoer aan bovenzijde

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Netkabelinvoer bovenzijde met netschakelaar

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Invoer bovenzijde voor veldbuskabels

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeenschappelijke motorklemmen

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NEMA 3R-behuizing

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voet

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingangsoptieplaat

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IP 20-conversie

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Koeling (uitsluitend) aan bovenzijde

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Backchannelkoeling (achterzijde in/achterzijde uit)

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Backchannelkoeling (onderzijde in/bovenzijde uit)

O

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 4.9 Beschikbare sets voor behuizing E1-E2, F1-F4 en F8-F13

1)S = standaard, O = optioneel en een streepje geeft aan dat de set niet beschikbaar is voor die behuizing. Zie hoofdstuk 13.2 Bestelnummers voor opties/sets voor beschrijvingen en onderdeelnummers voor de sets.

2)Het grafische LCP wordt standaard geleverd bij behuizing E1-E2, F1-F4 en F8-F13. Als meer dan 1 grafisch LCP vereist is, kan hiervoor een afzonderlijke set worden aangeschaft.

18

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productfuncties

Design Guide

 

 

5 Productfuncties

5.1 Automatische operationele functies

Automatische operationele functies zijn actief zodra de frequentieregelaar in bedrijf is. Voor de meeste functies is geen programmering of setup vereist. De frequentieregelaar heeft een reeks ingebouwde beschermingsfuncties om zichzelf en de aangedreven motor te beschermen.

Zie de programmeerhandleiding voor details over eventuele instellingen die nodig zijn, met name voor motorparameters.

5.1.1 Kortsluitbeveiliging

Motor (fase-fase)

De frequentieregelaar is beveiligd tegen kortsluiting aan de motorzijde door middel van een stroommeting in elk van de 3 motorfasen. Een kortsluiting tussen 2 uitgangsfasen veroorzaakt een overstroom in de omvormer. De omvormer wordt uitgeschakeld als de kortsluitstroom de toegestane waarde (Alarm 16 , Trip Lock (Uit & blokk.)) overschrijdt.

Netzijde

Een frequentieregelaar die correct werkt, begrenst de stroom die hij van de voeding kan afnemen. Toch is het aan te raden om zekeringen en/of circuitbreakers aan de voedingszijde te gebruiken, om bescherming te bieden wanneer er een component in de frequentieregelaar defect raakt (eerste storing). Voor UL-conformiteit zijn zekeringen aan de netzijde verplicht.

LET OP

Het gebruik van zekeringen en/of circuitbreakers is verplicht als moet worden voldaan aan IEC 60364 (voor CE) of NEC 2009 (voor UL).

Remweerstand

De frequentieregelaar is beveiligd tegen kortsluiting in de remweerstand.

Loadsharing

Om de DC-bus te beschermen tegen kortsluiting en de frequentieregelaars te beschermen tegen overbelasting, moet u DC-zekeringen installeren in serie met de loadsharingklemmen van alle aangesloten eenheden.

5.1.2 Overspanningsbeveiliging

Door de motor gegenereerde overspanning

De spanning in de DC-tussenkring neemt toe wanneer de motor als generator werkt. Deze situatie doet zich voor in de volgende gevallen:

De belasting laat de motor draaien bij een constante uitgangsfrequentie vanaf de frequentieregelaar, wat betekent dat de belasting energie opwekt.

Als het traagheidsmoment tijdens het vertragen (uitlopen) hoog is, is de wrijving laag en is de uitlooptijd te kort om de energie te kunnen

afvoeren als een verlies in het volledige aandrijf-

5

5

systeem.

Een onjuiste instelling van de slipcompensatie die leidt tot een hogere DC-tussenkringspanning.

Tegen-EMK bij gebruik van een PM-motor. In geval van vrijlopen bij hoge toerentallen bestaat de kans dat de tegen-EMK van de PM-motor de maximale spanningstolerantie van de frequentieregelaar overschrijdt en schade veroorzaakt. Om dat tegen te gaan, wordt de waarde van parameter 4-19 Max Output Frequency automatisch begrensd op basis van een interne berekening die is gebaseerd op de waarde van

parameter 1-40 Back EMF at 1000 RPM, parameter 1-25 Motor Nominal Speed en parameter 1-39 Motor Poles.

LET OP

Voorzie de frequentieregelaar van een remweerstand om te voorkomen dat de motor overtoeren maakt (bijv. vanwege overmatig 'windmilling').

De overspanning kan worden afgehandeld door gebruik te maken van een remfunctie (parameter 2-10 Brake Function) en/of een overspanningsregeling (parameter 2-17 Overvoltage Control).

Remfuncties

Sluit een remweerstand aan om overtollige remenergie af te voeren. Het aansluiten van een remweerstand laat een hogere DC-tussenkringspanning tijdens het remmen toe.

AC-rem is een alternatief om het remmen te verbeteren zonder een remweerstand te gebruiken. Deze functie regelt een overmagnetisering van de motor wanneer de motor als generator werkt. Door de elektriciteitsverliezen in de motor te verhogen, kan de OVC-functie het remkoppel verhogen zonder de overspanningslimiet te overschrijden.

LET OP

AC-rem is minder effectief dan dynamisch remmen met een weerstand.

Overspanningsbeveiliging (OVC)

Door de uitlooptijd automatisch te verlengen, beperkt OVC de kans op een uitschakeling (trip) van de frequentieregelaar wegens een overspanning op de DC-tussenkring.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

19

Productfuncties

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

LET OP

OVC kan worden geactiveerd voor PM-motoren met alle regelkernen, PM VVC+, Flux zonder terugkoppeling en Flux met terugkoppeling voor PM-motoren.

LET OP

Schakel OVC niet in bij hijstoepassingen.

Snelheidsbegrenzing

Minimale snelheidsbegrenzing: Parameter 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of parameter 4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] bepaalt de minimale bedrijfssnelheid van de frequentieregelaar.

Maximale snelheidsbegrenzing: Parameter 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. bepaalt de maximale uitgangssnelheid van de frequentieregelaar.

5.1.3 Detectie ontbrekende motorfase

5 5 De functie voor ontbrekende motorfase

(parameter 4-58 Motorfasefunctie ontbreekt) is standaard ingeschakeld om beschadiging van de motor in geval van een ontbrekende motorfase te voorkomen. De standaardinstelling is 1000 ms, maar de instelling kan worden aangepast voor een snellere detectie.

5.1.4 Detectie onbalans voedingsspanning

Werking bij ernstige onbalans van de voedingsspanning verkort de levensduur van de motor. De condities worden als ernstig beschouwd wanneer de motor continu in bedrijf is met een bijna nominale belasting. Bij de standaardinstelling schakelt de frequentieregelaars uit (trip) als er sprake is van onbalans van de voedingsspanning (parameter 14-12 Functie bij onbalans netsp.).

5.1.5 Schakelen aan de uitgang

Het toevoegen van een schakelaar aan de uitgang tussen de motor en de frequentieregelaar is toegestaan, maar kan wel leiden tot foutmeldingen. Danfoss raadt het gebruik van deze functie af voor 525-690 V-frequentieregelaars die op een IT-net zijn aangesloten.

5.1.6 Overbelastingsbeveiliging

Koppelbegrenzing

De koppelbegrenzingsfunctie beschermt de motor tegen overbelasting, bij alle toerentallen. De koppelbegrenzing wordt ingesteld via parameter 4-16 Koppelbegrenzing motormodus en parameter 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus. In parameter 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. wordt ingesteld hoe lang het duurt voordat de koppelbegrenzingswaarschuwing een uitschakeling (trip) veroorzaakt.

Stroomgrens

De stroomgrens wordt ingesteld in

parameter 4-18 Stroombegr., terwijl de instelling in parameter 14-24 Uitsch.vertr. bij stroombegr. bepaalt hoe lang het duurt voordat de frequentieregelaar wordt uitgeschakeld (trip).

Elektronisch thermisch relais (ETR)

ETR is een elektronische functie die een bimetaalrelais simuleert op basis van interne metingen. De karakteristieken worden getoond in Afbeelding 5.1.

Spanningslimiet

Om de transistoren en de tussenkringcondensatoren te beschermen, wordt de omvormer uitgeschakeld wanneer een bepaald hard gecodeerd spanningsniveau is bereikt.

Overtemperatuur

De frequentieregelaar heeft ingebouwde temperatuursensoren en reageert onmiddellijk op kritische waarden op basis van hard gecodeerde begrenzingen.

5.1.7 Beveiliging geblokkeerde rotor

Er kunnen situaties optreden waarbij de rotor wordt geblokkeerd vanwege een te hoge belasting of andere factoren. De geblokkeerde rotor kan niet voldoende koeling produceren, waardoor de motorwikkelingen oververhit kunnen raken. De frequentieregelaar kan een situatie met geblokkeerde rotor detecteren bij gebruik van een PM-‹uxregeling zonder terugkoppeling en een PM VVC+-regeling (parameter 30-22 Locked Rotor Protection).

5.1.8 Automatische reductie

De frequentieregelaar controleert continu op de volgende kritische niveaus:

Hoge temperatuur op de stuurkaart of het koellichaam.

Hoge motorbelasting.

Hoge DC-tussenkringspanning.

Laag motortoerental.

Als reactie op een kritisch niveau past de frequentieregelaar de schakelfrequentie aan. Bij hoge interne temperaturen en een laag motortoerental kan de frequentieregelaar ook het PWM-patroon forceren naar SFAVM.

LET OP

Automatische reductie werkt anders wanneer parameter 14-55 Uitgangs€lter is ingesteld op [2] Sinus€lter vast.

20

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productfuncties

Design Guide

 

 

5.1.9 Automatische energieoptimalisatie

Automatische energieoptimalisatie (AEO) zorgt ervoor dat de frequentieregelaar voortdurend de belasting op de motor bewaakt en de uitgangsspanning aanpast voor een optimaal rendement. Bij een lichte belasting wordt de spanning verlaagd en wordt de motorstroom geminimaliseerd. De motor pro€teert van:

een hoger rendement;

minder warmte;

een stillere werking.

Het is niet nodig om een V/Hz-curve te selecteren, omdat de frequentieregelaar de motorspanning automatisch aanpast.

5.1.10Automatic Switching Frequency Modulation (ASFM)

De frequentieregelaar genereert korte elektrische pulsen om een AC-golfpatroon te creëren. De schakelfrequentie is gelijk aan de frequentie van deze pulsen. Een lage schakelfrequentie (trage pulsfrequentie) veroorzaakt hoorbaar geluid in de motor. Daarom gaat de voorkeur uit naar een hogere schakelfrequentie. Een hogere schakelfrequentie genereert echter warmte in de frequentieregelaar, wat de hoeveelheid beschikbare stroom voor de motor kan beperken.

ASFM regelt deze condities automatisch om de hoogst mogelijke schakelfrequentie te bieden zonder oververhitting van de frequentieregelaar te veroorzaken. Door een geregelde hoge schakelfrequentie te leveren werkt de motor stiller bij lage toerentallen, wanneer hoorbaar geluid een kritische factor is, terwijl het volledige uitgangsvermogen aan de motor wordt geleverd wanneer dit nodig is.

5.1.11Automatische reductie wegens hoge schakelfrequentie

De frequentieregelaar is bedoeld voor een continue werking met volledige belasting bij schakelfrequenties van 1,5-2 kHz voor 380-500 V en 1-1,5 kHz voor 525-690 V. Het frequentiebereik hangt af van de vermogensklasse en het nominale vermogen. Een schakelfrequentie die hoger is dan het maximaal toegestane bereik, genereert meer warmte in de frequentieregelaar, waardoor de uitgangsstroom moet worden verlaagd.

Een automatische functie van de frequentieregelaar is een belastingafhankelijke regeling van de schakelfrequentie. Dankzij deze functie kan de motor pro€teren van de hoogst mogelijke schakelfrequentie op basis van de belasting.

5.1.12Prestaties bij spanningsschommelingen

De frequentieregelaar is bestand tegen netschommelingen zoals:

transiënten;

kortstondige uitval van de netvoeding;

kortstondige spanningsdalingen;

stootspanningen.

De frequentieregelaar compenseert ingangsspanningen die

±10% afwijken van de nominale spanning automatisch, om 5 5 de/het volledige nominale motorspanning en koppel te

leveren. Wanneer een automatische herstart is geselecteerd, start de frequentieregelaar automatisch weer op na een spanningstrip. Bij vliegende start wordt de frequentieregelaar vóór het starten gesynchroniseerd met de motorrotatie.

5.1.13 Resonantiedemping

Resonantiedemping elimineert het hoogfrequente resonantiegeluid van de motor. Frequentiedemping kan zowel automatisch als handmatig worden geselecteerd.

5.1.14 Temperatuurgeregelde ventilatoren

Sensoren in de frequentieregelaar regelen de werking van de interne koelventilatoren. De koelventilatoren werken vaak niet bij lage belastingen, in de slaapmodus of in stand-by. Deze sensoren beperken het geluid, verhogen het rendement en verlengen de levensduur van de ventilator.

5.1.15 EMC-conformiteit

Elektromagnetische interferentie (EMI) of radiofrequente interferentie (RFI) is interferentie die een elektrisch circuit kan verstoren vanwege elektromagnetische inductie of straling vanaf een externe bron. De frequentieregelaar is ontworpen om te voldoen aan de EMC-productnorm voor frequentieregelaars, IEC 61800-3, en aan de Europese norm EN 55011. Om aan de emissieniveaus van EN 55011 te voldoen, moeten motorkabels zijn afgeschermd en correct zijn aangesloten. Zie hoofdstuk 10.15.1 EMC-testresultaten voor meer informatie over EMC-prestaties.

5.1.16Galvanische scheiding van stuurklemmen

Alle stuurklemmen en uitgangsrelaisklemmen zijn galvanisch gescheiden van de netvoeding, waardoor het stuurcircuit volledig wordt afgeschermd van de ingangsstroom. De uitgangsrelaisklemmen hebben een eigen aarding nodig. Deze galvanische scheiding voldoet aan de

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

21

Productfuncties

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

strenge eisen voor extra lage spanning (PELV – Protective Extra Low Voltage).

De galvanische scheiding bestaat uit de volgende componenten:

Voeding, inclusief signaalscheiding

Gatedriver voor de IGBT's, triggertransformatoren en optische koppelingen

Hall-eƒect-uitgangsstroomtransductoren

5.2Klantspeci€eke toepassingsfuncties

5 5 Klantspeci€eke toepassingsfuncties zijn de meest gangbare functies die in de frequentieregelaar worden geprogrammeerd voor verbeterde systeemprestaties. Hiervoor is minimale programmering of setup vereist. Zie de programmeerhandleiding voor instructies over het activeren van deze functies.

5.2.3 Thermische motorbeveiliging

Thermische motorbeveiliging is mogelijk door middel van:

Directe temperatuurmeting via een

-PTCof KTY-sensor in de motorwikkelingen, aangesloten op een standaard analoge of digitale ingang;

-Pt 100 of Pt 1000 in de motorwikkelingen en motorlagers, aangesloten op een VLT® Sensor Input Card MCB 114;

-een PTC-thermistoringang op een VLT® PTC Thermistor Card MCB 112 (ATEXgoedgekeurd).

Een thermomechanische schakelaar (type Klixon) op een digitale ingang.

Een ingebouwd elektronisch thermisch relais (ETR).

5.2.1Automatische aanpassing motorgegevens

Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) is een geautomatiseerde testprocedure voor het meten van de elektrische kenmerken van de motor. De AMA stelt een nauwkeurig elektronisch model van de motor op, zodat de frequentieregelaar de optimale prestaties en het optimale rendement kan berekenen. Het uitvoeren van de AMAprocedure maximaliseert tevens de functie voor automatische energieoptimalisatie van de frequentieregelaar. De AMA wordt uitgevoerd zonder dat de motor draait en zonder de belasting van de motor los te koppelen.

5.2.2 Ingebouwde PID-regelaar

De ingebouwde proportionele, integrerende, diƒerentiërende (PID) regelaar maakt het gebruik van extra regelapparatuur overbodig. De PID-regelaar handhaaft een constante regeling van systemen met terugkoppeling, waarbij een geregelde druk, ‹ow, temperatuur of andere systeemvereisten moeten worden gehandhaafd.

De frequentieregelaar kan 2 terugkoppelingssignalen van 2 verschillende apparaten gebruiken, zodat het systeem op basis van verschillende terugkoppelingsbehoeften kan worden geregeld. De frequentieregelaar maakt regelbeslissingen door de 2 signalen te vergelijken om de systeemprestaties te optimaliseren.

ETR berekent de motortemperatuur door het meten van stroom, frequentie en bedrijfstijd. De frequentieregelaar geeft de thermische belasting op de motor weer als percentage en kan een waarschuwing genereren bij een programmeerbaar overbelastingssetpoint. Programmeerbare opties in de beveiliging stellen de frequentieregelaar in staat om de motor te stoppen, het uitgangsvermogen te verlagen of de conditie te negeren. Ook bij lage toerentallen voldoet de frequentieregelaar aan I2t klasse 20-normen met betrekking tot overbelastingsbeveiliging van de motor.

 

t [s]

 

 

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>175ZA052.11

2000

 

 

 

 

 

 

1000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

600

 

 

 

 

 

 

 

500

 

 

 

 

 

 

 

400

 

 

 

 

 

 

 

300

 

 

 

 

 

 

 

200

 

 

 

 

 

 

 

100

 

 

 

 

 

 

fOUT = 1 x f M,N

 

 

 

 

 

 

fOUT = 2 x f M,N

60

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

50

 

 

 

 

 

 

fOUT = 0,2 x f M,N

40

 

 

 

 

 

 

 

30

 

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

 

IM

1,0

1,2

1,4

1,6

1,8

2,0

IMN

 

Afbeelding 5.1 ETR-kenmerken

De X-as toont de verhouding tussen Imotor en Imotor nominaal. De Y-as toont de tijd in seconden voordat het ETR afvalt en de frequentieregelaar uitschakelt. De curves tonen het karakteristieke nominale toerental, bij twee keer het nominale toerental en bij 0,2 keer het nominale toerental.

22

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productfuncties

Design Guide

 

 

Bij lagere toerentallen voert het ETR bij een lagere warmteontwikkeling een uitschakeling uit vanwege de verminderde koeling van de motor. Op die manier is de motor beschermd tegen oververhitting, ook bij lage toerentallen. De ETR-functie berekent de motortemperatuur op basis van de actuele stroom en het actuele toerental. De berekende temperatuur kan worden uitgelezen via parameter 16-18 Motor therm..

Voor Ex-e-motoren in ATEX-omgevingen is een speciale versie van ETR beschikbaar. Deze functie maakt het mogelijk om een speci€eke curve in te voeren om de Ex-e- motor te beschermen. Zie de programmeerhandleiding voor setupinstructies.

5.2.4Thermische motorbeveiliging voor Ex- e-motoren.

De frequentieregelaar is uitgerust met de functie ATEX ETR thermische bewaking, voor gebruik met speciaal goedgekeurde Ex-e-motoren volgens EN 60079-7. Bij gebruik van een ATEX-goedgekeurde PTC-bewakingsvoorziening zoals de VLT® PTC Thermistor Card MCB 112 hoeft de installatie geen afzonderlijke goedkeuring te hebben van een aangewezen instantie.

De functie ATEX ETR thermische bewaking maakt het mogelijk om een Ex-e-motor te gebruiken in plaats van een duurdere, grotere en zwaardere Ex-d-motor. De functie zorgt ervoor dat de frequentieregelaar de motorstroom begrenst om oververhitting te voorkomen.

Vereisten met betrekking tot de Ex-e-motor

Verzeker u ervan dat de Ex-e-motor is goedgekeurd voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen (ATEX-zone 1/21, ATEX-zone 2/22) met een frequentieregelaar. De motor moet zijn gecerti€ceerd voor de speci€eke explosiegevaarlijke omgeving.

Installeer de Ex-e-motor in zone 1/21 of 2/22 van de explosiegevaarlijke omgeving, op basis van de motorgoedkeuring.

LET OP

Installeer de frequentieregelaar buiten de explosiegevaarlijke omgeving.

Verzeker u ervan dat de Ex-e-motor is uitgerust met een door ATEX goedgekeurde beveiliging tegen overbelasting van de motor. Deze beveiliging bewaakt de temperatuur in de motorwikkelingen. Bij een kritisch temperatuurniveau of een defect schakelt de beveiliging de motor uit.

-De VLT® PTC Thermistor Card MCB 112 voorziet in door ATEX goedgekeurde

bewaking van de motortemperatuur. Het is een vereiste dat de frequentieregelaar is uitgerust met 3-6 in serie geschakelde PTC-thermistoren volgens DIN 44081 of 44082.

-Het is ook mogelijk om in plaats hiervan een externe PTC-veiligheidsvoorziening met ATEX-goedkeuring te gebruiken.

Een sinus€lter is vereist wanneer:

-door lange kabels (spanningspieken) of

door een hogere netspanning

5

5

spanningswaarden worden

geproduceerd die de maximaal toegestane spanning op de motorklemmen overschrijden.

-de minimale schakelfrequentie van de frequentieregelaar niet voldoet aan de door de motorfabrikant gespeci€ceerde vereisten. De minimale schakelfrequentie van de frequentieregelaar wordt weergegeven als de standaardwaarde in parameter 14-01 Schakelfrequentie.

Compatibiliteit van motor en frequentieregelaar

Voor motoren die volgens EN 60079-7 zijn gecerti€ceerd, levert de motorfabrikant een overzicht met gegevens, zoals limieten en regels. Deze gegevens zijn te vinden op het datablad of op het motortypeplaatje. Houd bij planning, installatie, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud rekening met de door de fabrikant aangegeven limieten en regels voor:

minimale schakelfrequentie;

maximale stroom;

minimale motorfrequentie;

maximale motorfrequentie.

Afbeelding 5.2 toont waar de vereisten worden aangegeven op het motortypeplaatje.

Voor een combinatie van frequentieregelaar en motor speci€ceert Danfoss de volgende aanvullende vereisten om een adequate thermische motorbeveiliging te waarborgen:

Zorg dat u de maximaal toegestane verhouding tussen het vermogen van de frequentieregelaar en het vermogen van de motor niet overschrijdt. De typische waarde is IVLT, n ≤ 2 x Im,n

Houd rekening met alle spanningsvallen van de frequentieregelaar tot de motor. Als de motor werkt met lagere spanning dan bij de U/f-karakte- ristieken staat vermeld, kan de stroom toenemen, waardoor er een alarm wordt gegenereerd.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

23

Productfuncties

1180

x

 

CONVERTER SUPPLY

VALID FOR 380 - 415V FWP 50Hz

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

<![if ! IE]>

<![endif]>130BD888.10

Vliegende start

Deze optie maakt het mogelijk een motor op te vangen

 

Ex-e ll T3

wanneer die vrij draait als gevolg van een uitval van de

netvoeding. Deze optie is relevant voor centrifuges en

 

 

ventilatoren.

1

2

3

4

5 5

3 ~ Motor

MIN. SWITCHING FREQ. FOR PWM CONV. 3kHz

 

 

l = 1.5XIM,N tOL = 10s

tCOOL = 10min

 

 

 

 

MIN. FREQ. 5Hz

MAX. FREQ. 85 Hz

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PWM-CONTROL

 

 

 

 

f [Hz]

 

5

15

 

 

25

50

85

Ix/IM,N

 

0.4

0.8

 

1.0

1.0

0.95

PTC

°C

DIN 44081/-82

 

 

 

 

 

 

 

Manufacture xx

EN 60079-0

 

 

 

 

 

 

 

EN 60079-7

 

Kinetische backup

Deze optie zorgt ervoor dat de frequentieregelaar blijft werken zolang er energie beschikbaar is in het systeem. Bij een kortstondige uitval van de netvoeding wordt de werking hervat nadat de netvoeding is hersteld, zonder dat de toepassing wordt gestopt of de frequentieregelaar de controle verliest. Er zijn diverse varianten van kinetische backup beschikbaar.

Con€gureer het gedrag van de frequentieregelaar bij een netstoring in parameter 14-10 Netstoring en

parameter 1-73 Vlieg. start.

1Minimale schakelfrequentie

2Maximale stroom

3Minimale motorfrequentie

4Maximale motorfrequentie

Afbeelding 5.2 Motortypeplaatje met vereisten voor frequentieregelaar

Zie het toepassingsvoorbeeld in hoofdstuk 12 Toepassingsvoorbeelden voor meer informatie.

5.2.5 Netstoring

Tijdens een netstoring blijft de frequentieregelaar in bedrijf tot de DC-tussenkringspanning onder het minimale stopniveau komt. Het minimale stopniveau ligt gewoonlijk 15% onder de laagste nominale netspanning. De netspanning vóór de storing en de motorbelasting bepalen hoe lang het duurt voordat de frequentieregelaar gaat vrijlopen.

De frequentieregelaar kan worden gecon€gureerd (parameter 14-10 Netstoring) om tijdens een netstoring op een bepaalde manier te reageren, zoals:

uitschakeling met blokkering zodra de DCtussenkring geen vermogen meer kan leveren;

vrijloop, gevolgd door een vliegende start wanneer de netspanning is hersteld (parameter 1-73 Vlieg. start);

kinetische backup;

gecontroleerde uitloop.

5.2.6 Automatische herstart

De frequentieregelaar kan worden geprogrammeerd om de motor automatisch te herstarten na een minder ernstige uitschakeling (trip), zoals een kortstondig vermogensverlies of een spanningsschommeling. Door deze functie is een handmatige reset niet meer nodig en wordt de geautomatiseerde werking van extern geregelde systemen verbeterd. Het aantal herstartpogingen en het tijdsinterval tussen de pogingen kunnen worden begrensd.

5.2.7Volledig koppel bij gereduceerd toerental

De frequentieregelaar volgt een variabele V/Hz-curve om ook bij gereduceerde toerentallen een volledig motorkoppel te genereren. Een volledig uitgangskoppel kan samenvallen met het maximale nominale bedrijfstoerental van de motor. Deze frequentieregelaar werkt anders dan frequentieregelaars met variabel koppel of frequentieregelaars met constant koppel. Frequentieregelaars met variabel koppel leveren een lager motorkoppel bij lagere toerentallen. Frequentieregelaars met constant koppel genereren extra spanning, warmte en motorruis als ze niet op volle toeren werken.

5.2.8 Frequentiebypass

In sommige toepassingen kan het systeem bepaalde bedrijfstoerentallen hebben die mechanische resonantie veroorzaken. Deze mechanische resonantie kan overmatig veel geluid veroorzaken en mogelijk schade toebrengen aan mechanische componenten in het systeem. De frequentieregelaar heeft 4 programmeerbare bypassfrequentiebandbreedtes. Deze bandbreedtes stellen de motor in staat om toerentallen die systeemresonantie opwekken, over te slaan.

24

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productfuncties

Design Guide

5.2.9 Motorvoorverwarming

Om een motor in een koude of vochtige omgeving voor te verwarmen, kan continu een kleine hoeveelheid DC-stroom naar de motor worden gevoerd om die te beschermen tegen condensatie en koude starts. Deze functie kan het gebruik van kastverwarming overbodig maken.

5.2.10 Programmeerbare setups

De frequentieregelaar heeft 4 setups die afzonderlijk kunnen worden geprogrammeerd. Via de optie Multi setup is het mogelijk om via digitale ingangen of via seriële commando's te schakelen tussen afzonderlijk geprogrammeerde functies. Afzonderlijke setups worden bijvoorbeeld gebruikt om referenties te wijzigen, voor dag-/nachtbedrijf of zomer-/winterbedrijf, of om meerdere motoren te regelen. De actieve setup wordt op het LCP weergegeven.

Setupgegevens kunnen van de ene frequentieregelaar naar een andere worden overgezet door de gegevens te downloaden vanuit het loskoppelbare LCP.

5.2.11 Smart Logic Control (SLC)

Smart Logic Control (SLC) is een reeks door de gebruiker gede€nieerde acties (zie parameter 13-52 SL-controlleractie

[x]) die door de SLC wordt uitgevoerd wanneer de bijbehorende, door de gebruiker gede€nieerde gebeurtenis (zie parameter 13-51 SL Controller Event [x]) door de SLC wordt geëvalueerd als TRUE.

De voorwaarde voor een gebeurtenis kan een bepaalde status zijn, of een logische regel of comparator-operand die het resultaat TRUE oplevert. De voorwaarde leidt tot een bijbehorende actie, zoals aangegeven in Afbeelding 5.3.

Par. 13-51

Par. 13-52

<![if ! IE]>

<![endif]>130BB671.13

 

SL Controller Event

SL Controller Action

 

 

 

Running

Coast

 

 

Warning

Start timer

 

 

Torque limit

Set Do X low

 

 

Digital input X 30/2

Select set-up 2

 

 

. . .

. . .

 

 

Par. 13-43

 

 

 

Logic Rule Operator 2

 

 

 

. . .

 

5

5

. . .

 

 

 

Par. 13-11

 

 

 

Comparator Operator

 

 

 

=

 

 

 

TRUE longer than..

 

 

 

. . .

 

 

 

. . .

 

 

 

Afbeelding 5.3 SLC-gebeurtenis en -actie

Alle gebeurtenissen en acties zijn genummerd en gekoppeld in paren (statussen), wat betekent dat actie [0] wordt uitgevoerd wanneer gebeurtenis [0] heeft plaatsgevonden (de waarde TRUE heeft gekregen). Nadat de eerste actie is uitgevoerd, worden de omstandigheden van de volgende gebeurtenis geëvalueerd. Als deze gebeurtenis als TRUE wordt geëvalueerd, wordt de bijbehorende actie uitgevoerd. Er wordt steeds slechts 1 gebeurtenis geëvalueerd. Als een gebeurtenis wordt geëvalueerd als FALSE, gebeurt er in de SLC niets tijdens het huidige scaninterval en worden er geen andere gebeurtenissen geëvalueerd. Bij het starten van de SLC wordt alleen gebeurtenis [0] tijdens elk scaninterval geëvalueerd. Pas wanneer gebeurtenis [0] als TRUE wordt geëvalueerd, voert de SLC actie [0] uit en begint hij met het evalueren de volgende gebeurtenis. Er kunnen 1-20 gebeurtenissen en acties worden geprogrammeerd.

Nadat de laatste gebeurtenis/actie is uitgevoerd, begint de cyclus opnieuw vanaf gebeurtenis [0]/actie [0].

Afbeelding 5.4 toont een voorbeeld met 4 gebeurtenissen/ acties:

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

25

Productfuncties

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

 

 

Start-

 

<![if ! IE]>

<![endif]>130BA062.13

 

 

Gebeurtenis1/

 

 

 

gebeurtenis P13-01

 

 

 

 

Toestand 1

 

 

 

 

Actie 1

Toestand 2

 

 

 

Stop-

Gebeurtenis 2/

 

 

 

gebeurtenisP13-02

Actie 2

 

 

 

 

Stop-

 

 

 

Toestand 4

gebeurtenisP13-02

 

 

 

 

 

 

Gebeurtenis 4/

 

 

 

 

Actie 4

Toestand 3

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebeurtenis 3/

 

 

 

 

Actie 3

 

 

 

 

Stop-

 

5

5

 

gebeurtenisP13-02

 

Afbeelding 5.4 Volgorde van uitvoering wanneer 4 gebeurte-

nissen/acties zijn geprogrammeerd

Aansprakelijkheidsbepalingen

Het is de verantwoordelijkheid van de klant om ervoor te zorgen dat het personeel weet hoe de STO-functie moet worden geïnstalleerd en bediend door:

de veiligheidsvoorschriften ten aanzien van veiligheid, gezondheid en ongevallenpreventie te lezen en te begrijpen;

de algemene en veiligheidsrichtlijnen in de

Bedieningshandleiding Safe Torque Off te begrijpen;

te beschikken over een goede kennis van de algemene en veiligheidsnormen die van toepassing zijn op de speci€eke toepassing.

Comparatoren

Comparatoren worden gebruikt om continue variabelen (zoals uitgangsfrequentie, uitgangsstroom, analoge ingang) te vergelijken met vaste, vooraf ingestelde waarden.

 

Par. 13-11

 

<![if ! IE]>

<![endif]>130BB672.10

 

Comparator Operator

 

 

 

 

Par. 13-10

 

 

 

 

 

 

Comparator Operand

 

 

 

 

=

 

 

 

 

 

Par. 13-12

TRUE longer than.

 

 

 

 

 

 

 

Comparator Value

. . .

 

 

 

. . .

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afbeelding 5.5 Comparatoren

Logische regels

Combineer maximaal 3 booleaanse ingangen (TRUE/FALSEingangen) van timers, comparatoren, digitale ingangen, statusbits en gebeurtenissen die de logische operatoren AND, OR en NOT gebruiken.

 

 

Par. 13-41

Par. 13-43

<![if ! IE]>

<![endif]>130BB673.10

Par. 13-40

Logic Rule Operator 1

Logic Rule Operator 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic Rule Boolean 1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Par. 13-42

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logic Rule Boolean 2

. . .

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

. . .

 

 

. . .

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

. . .

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Par. 13-44

Logic Rule Boolean 3

Afbeelding 5.6 Logische regels

5.2.12 Safe Torque Oƒ

De Safe Torque Oƒ (STO)-functie dient om de frequentieregelaar in noodsituaties te stoppen.

Raadpleeg de Bedieningshandleiding Safe Torque Off voor meer informatie over Safe Torque Oƒ, zoals installatie en inbedrijfstelling.

5.3 Overzicht dynamisch remmen

Bij dynamische remmen wordt de motor op 1 van de volgende manieren vertraagd:

AC-rem

De remenergie wordt verdeeld in de motor door de verliescondities in de motor te wijzigen (parameter 2-10 Remfunctie = [2]). De ACremfunctie kan niet worden gebruikt in toepassingen met een hoge wisselfrequentie omdat deze situatie zal leiden tot oververhitting van de motor.

DC-rem

Een overgemoduleerde DC-stroom die aan de ACstroom wordt toegevoegd, werkt als een wervelstroomrem (parameter 2-02 DC-remtijd ≠ 0 s).

Weerstandsrem

Een rem-IGBT zorgt ervoor dat de overspanning onder een bepaalde drempel blijft door de remenergie van de motor af te voeren naar de aangesloten remweerstand

(parameter 2-10 Remfunctie = [1]). Zie de VLT® Brake Resistor MCE 101 Design Guide voor meer informatie over het selecteren van een remweerstand.

Frequentieregelaars die zijn uitgerust met de remoptie, zijn tevens voorzien van een rem-IGBT plus de klemmen 81 (R-) en 82 (R+) voor het aansluiten van een externe remweerstand.

De rem-IGBT dient ervoor om de spanning in de DCtussenkring te beperken als de maximale spanningslimiet wordt overschreden. De rem-IGBT begrenst de spanning door de extern gemonteerde weerstand over de DC-bus te schakelen om de overtollige DC-spanning die op de buscondensatoren aanwezig is, af te voeren.

Externe plaatsing van de remweerstand heeft het voordeel dat de weerstand kan worden geselecteerd op basis van de toepassingsbehoeften. De energie wordt buiten het

26

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Productfuncties

Design Guide

 

 

bedieningspaneel afgevoerd en de frequentieregelaar wordt beschermd tegen oververhitting bij eventuele overbelasting van de remweerstand.

Het stuursignaal van de rem-IGBT is afkomstig van de stuurkaart en wordt aan de rem-IGBT geleverd via de voedingskaart en de gatedriverkaart. De voedingskaart en de stuurkaart bewaken de rem-IGBT ook op kortsluiting. Daarnaast bewaakt de voedingskaart de remweerstand op overbelasting.

5.4 Overzicht mechanische houdrem

Een mechanische houdrem is een rechtstreeks op de motoras gemonteerd extern apparaat dat voorziet in

statisch remmen. Statisch remmen houdt in dat een rem wordt gebruikt om de motor vast te klemmen nadat de belasting is gestopt. Een houdrem wordt door een PLC of rechtstreeks via een digitale uitgang van de frequentieregelaar bestuurd.

LET OP

Een frequentieregelaar kan geen veilige besturing van een mechanische rem bieden. In de installatie moet een redundant circuit voor de rembesturing worden

opgenomen.

5 5

5.4.1 Mechanische rembesturing in een regeling zonder terugkoppeling

Bij hijstoepassingen is het gewoonlijk noodzakelijk om een elektromagnetische rem te besturen. Hiervoor is een relaisuitgang (relais 1 of relais 2) of een geprogrammeerde digitale uitgang (klem 27 of 29) vereist. Deze uitgang moet gewoonlijk gesloten worden gehouden gedurende de tijd dat de frequentieregelaar niet in staat is de motor te houden. Stel

parameter 5-40 Functierelais (arrayparameter), parameter 5-30 Klem 27 dig. uitgang of parameter 5-31 Klem 29 dig. uitgang in op [32] Mech. rembesturing voor toepassingen met een elektromagnetische rem.

Als [32] Mech. rembesturing is geselecteerd, blijft het mechanische-remrelais tijdens het starten gesloten totdat de uitgangsstroom boven het ingestelde niveau in parameter 2-20 Stroom bij vrijgave rem komt. Tijdens het stoppen wordt de mechanische rem gesloten wanneer het toerental lager is dan het in parameter 2-21 Snelheid remactivering [TPM] geselecteerde niveau. Als de frequentieregelaar in een alarmtoestand terechtkomt, zoals een overspanningssituatie, wordt de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld. De mechanische rem wordt ook ingeschakeld in geval van een Safe Torque Oƒ.

Houd bij het gebruik van de elektromagnetische rem rekening met het volgende:

U kunt elke gewenste relaisuitgang of digitale uitgang (klem 27 of 29) gebruiken. Eventueel kan een contactor worden gebruikt.

Zorg dat de uitgang uitgeschakeld blijft zolang de frequentieregelaar niet in staat is om de motor te laten draaien. Voorbeelden zijn een te zware belasting of het niet gemonteerd zijn van de motor.

Selecteer [32] Mech. rembesturing in parametergroep 5-4* Relais (of in parametergroep 5-3* Digitale uitgangen) voordat u de mechanische rem aansluit.

De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom hoger wordt dan de in parameter 2-20 Stroom bij vrijgave rem ingestelde waarde.

De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager wordt dan de in parameter 2-21 Snelheid remactivering [TPM] of parameter 2-22 Snelheid activering rem [Hz] ingestelde waarde, en alleen als de frequentieregelaar een stopcommando uitvoert.

LET OP

Voor verticale hefof hijstoepassingen moet u ervoor zorgen dat de belasting in een noodsituatie of bij een storing kan worden gestopt. Als de frequentieregelaar zich in de alarmmodus of een overspanningssituatie bevindt, wordt de mechanische rem ingeschakeld.

Zorg er bij hijstoepassingen voor dat de koppelbegrenzingen in parameter 4-16 Koppelbegrenzing motormodus en parameter 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus lager zijn dan de ingestelde stroomgrens in parameter 4-18 Stroombegr.. Het is tevens raadzaam om parameter 14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. in te stellen op 0, parameter 14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout op 0 en parameter 14-10 Netstoring op [3] Vrijloop.

MG34S310

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

27

Productfuncties

VLT® AutomationDrive FC 302

315-1200 kW

 

Startklem 1=on 18 0=o

 

 

Par 1-71

 

 

 

 

 

Starvertragingstijd

 

Par 2-21

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remsnelheid

 

 

Assnelheid

 

inschakelen

 

 

 

 

Par 1-74

 

 

 

Uitgangsstroom

Startsnelheid

 

 

 

 

 

 

 

Voorgemagnetlse-

 

 

5

5

erde stroom of

 

 

 

DC houdstroom

Par 1-76 Startstroom/

Par 2-20

 

 

 

 

Remstroom vrijgeven

 

 

Par 2-23

 

Par 2-00 DC-houdstroom

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Remvertraglngstijd

 

 

 

 

 

 

Reactietijd EMK-rem

 

 

 

Relay 01

on

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

o

 

 

 

 

Mechanische rem

 

 

 

 

Vergrendeld vrij

 

 

 

 

 

 

 

Tijd

Afbeelding 5.7 Mechanische rembesturing zonder terugkoppeling

<![if ! IE]>

<![endif]>130BA074.12

5.4.2 Mechanische rembesturing in een regeling met terugkoppeling

De VLT® AutomationDrive FC 302 is uitgerust met een mechanische rembesturing die speciaal ontworpen is voor hijstoepassingen en de volgende functies ondersteunt:

2 kanalen voor terugkoppeling vanaf de mechanische rem, voor extra bescherming tegen onbedoeld gedrag als gevolg van een defecte kabel.

Bewaking van de terugkoppeling van de mechanische rem tijdens de volledige cyclus. Deze bewaking helpt om de mechanische rem te beschermen, met name als meerdere frequentieregelaars op dezelfde as zijn aangesloten.

Geen aanloop totdat de terugkoppeling bevestigt dat de mechanische rem open is.

Verbeterde belastingsregeling bij stop.

Mogelijkheid om te con€gureren op welk moment de motor de belasting overneemt van de rem.

Parameter 1-72 Startfunctie [6] Vrijg m. rem hijsen activeert de mechanische rem bij hijstoepassingen. Het belangrijkste verschil met een normale mechanische rembesturing is dat de mechanische remfunctie voor hijsen directe controle uitoefent op het remrelais. Er wordt niet ingesteld bij welke stroomwaarde de rem wordt vrijgegeven. In plaats daarvan wordt het koppel gede€nieerd dat moet worden toegepast op een gesloten rem voordat die wordt vrijgegeven. Omdat het koppel rechtstreeks wordt bepaald, is de setup voor hijstoepassingen eenvoudiger.

De mechanische remstrategie bij hijstoepassingen is gebaseerd op de volgende reeks van 3 stappen, waarbij de motorregeling en vrijgave van de rem worden gesynchroniseerd om een zo soepel mogelijke vrijgave van de rem te verkrijgen.

1.Voer een voormagnetisering van de motor uit.

Om ervoor te zorgen dat de motor kan worden gehouden en om te controleren of de motor op de juiste wijze is geïnstalleerd, wordt die eerst voorgemagnetiseerd.

2.Pas een koppel toe op de gesloten rem.

28

Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.

MG34S310

Loading...
+ 222 hidden pages