Danfoss FC 280 Operating guide [nl]

ENGINEERING TOMORROW
Bedieningshandleiding
VLT® Midi Drive FC 280
vlt-drives.danfoss.com
Inhoud Bedieningshandleiding
Inhoud
1.1 Doel van de handleiding
1.2 Aanvullende informatiebronnen
1.3 Document- en softwareversie
1.4 Productoverzicht
1.5 Goedkeuringen en certiceringen
1.6 Verwijdering
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidssymbolen
2.2 Gekwaliceerd personeel
2.3 Veiligheidsvoorschriften
3 Mechanische installatie
3.1 Uitpakken
3.2 Installatieomgeving
3.3 Montage
4
4
4
4
4
6
6
7
7
7
7
9
9
10
10
4 Elektrische installatie
4.1 Veiligheidsvoorschriften
4.2 EMC-correcte installatie
4.3 Aarding
4.4 Bedradingsschema
4.5 Toegang
4.6 Motoraansluiting
4.7 Aansluiting netvoeding
4.8 Stuurkabels
4.8.1 Stuurklemtypen 19
4.8.2 Bedrading naar stuurklemmen 20
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem 27) 20
4.8.4 Mechanische rembesturing 21
4.8.5 Datacommunicatie via USB 22
4.9 Installatiechecklist
5 Inbedrijfstelling
5.1 Veiligheidsvoorschriften
13
13
13
13
15
17
17
18
19
23
24
24
5.2 Spanning inschakelen
5.3 Werking lokaal bedieningspaneel
5.3.1 Numeriek lokaal bedieningspaneel (NLCP) 24
5.3.2 De functie van pijl rechts op het NLCP 26
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 1
24
24
Inhoud
VLT® Midi Drive FC 280
5.3.3 Snelmenu op het NLCP 26
5.3.4 Hoofdmenu op het NLCP 28
5.3.5 Grasch lokaal bedieningspaneel (GLCP) 30
5.3.6 Parameterinstellingen 31
5.3.7 Parameterinstellingen wijzigen met het GLCP 31
5.3.8 Gegevens uploaden/downloaden naar/van het LCP 31
5.3.9 Standaardinstellingen herstellen met het LCP 32
5.4 Basisprogrammering
5.4.1 Setup asynchrone motor 32
5.4.2 Setup PM-motor in VVC
5.4.3 Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) 34
+
5.5 Draairichting van de motor controleren
5.6 De draairichting van de encoder controleren
5.7 Test lokale bediening
5.8 Systeem opstarten
5.9 Geheugenmodule
5.9.1 Gegevens frequentieregelaar synchroniseren met een nieuwe geheugenmodule (Backup frequentieregelaar maken) 36
5.9.2 Gegevens naar een andere frequentieregelaar kopiëren 36
5.9.3 Gegevens naar meerdere frequentieregelaars kopiëren 37
5.9.4 De rmware-informatie overzetten 37
5.9.5 Parameterwijzigingen naar geheugenmodule back-uppen 37
5.9.6 Gegevens wissen 38
5.9.7 Overdrachtsprestaties en -indicaties 38
5.9.8 De PROFIBUS-omzetter activeren 38
32
33
34
35
35
35
35
6 Safe Torque O (STO)
6.1 Veiligheidsvoorschriften voor STO
6.2 Installatie Safe Torque O
6.3 Inbedrijfstelling STO
6.3.1 Activering van Safe Torque O 42
6.3.2 Deactivering van Safe Torque O 42
6.3.3 Inbedrijfstellingstest STO-functie 43
6.3.4 Test voor STO-toepassingen in de handmatige-herstartmodus 43
6.3.5 Test voor STO-toepassingen in de automatische-herstartmodus 43
6.4 Onderhoud en service voor STO
6.5 Technische gegevens STO
7 Toepassingsvoorbeelden
7.1 Inleiding
7.2 Toepassingsvoorbeelden
2 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
40
41
41
42
44
45
46
46
46
Inhoud Bedieningshandleiding
7.2.1 AMA 46
7.2.2 Toerental 46
7.2.3 Start/Stop 48
7.2.4 Externe reset na alarm 48
7.2.5 Motorthermistor 48
7.2.6 SLC 49
8 Onderhoud, diagnose en problemen verhelpen
8.1 Onderhoud en service
8.2 Waarschuwings- en alarmtypen
8.3 Waarschuwings- en alarmdisplay
8.4 Lijst met waarschuwingen en alarmen
8.4.1 Lijst met waarschuwings- en alarmcodes 52
8.5 Problemen verhelpen
9 Specicaties
9.1 Elektrische gegevens
9.2 Netvoeding
9.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens
9.4 Omgevingscondities
9.5 Kabelspecicaties
9.6 Stuuringang/-uitgang en stuurgegevens
9.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen
9.8 Zekeringen en circuitbreakers
9.9 Behuizingsgrootte, vermogensklasse en afmetingen
50
50
50
50
52
57
59
59
61
62
62
63
63
66
66
69
10 Bijlage
10.1 Symbolen, afkortingen en conventies
10.2 Opbouw parametermenu
Trefwoordenregister
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 3
72
72
72
84
Inleiding
VLT® Midi Drive FC 280
11
1 Inleiding
1.1 Doel van de handleiding
Deze bedieningshandleiding biedt informatie voor veilige installatie en inbedrijfstelling van de VLT® Midi Drive FC
280 frequentieregelaar.
De bedieningshandleiding is bedoeld voor gebruik door gekwaliceerd personeel.
Lees de bedieningshandleiding en volg de aanwijzingen op om de frequentieregelaar op veilige en professionele wijze te gebruiken. Let met name op de veiligheidsvoorschriften en algemene waarschuwingen. Bewaar deze bedienings­handleiding altijd in de buurt van de frequentieregelaar.
VLT® is een gedeponeerd handelsmerk.
Productoverzicht
1.4
1.4.1 Beoogd gebruik
De frequentieregelaar is een elektronische motorregelaar voor:
Het regelen van het motortoerental op basis van
terugkoppeling van het systeem of externe commando's vanaf externe regelaars. Een elektrische aandrijving bestaat uit de frequentie­regelaar, de motor en het door de motor aangedreven werktuig.
Bewaking van systeem- en motorstatus.
De frequentieregelaar kan ook worden gebruikt voor bescherming tegen overbelasting van de motor.
1.2 Aanvullende informatiebronnen
Er zijn informatiebronnen beschikbaar om inzicht te krijgen in geavanceerde functies, programmering en onderhoud van de frequentieregelaar.
Afhankelijk van de conguratie kan de frequentieregelaar worden gebruikt in zelfstandige toepassingen of deel uitmaken van een omvangrijkere toepassing of installatie.
De VLT® Midi Drive FC 280 Design Guide bevat
gedetailleerde informatie over ontwerp en toepassingen van de frequentieregelaar.
De VLT® Midi Drive FC 280 Programmeerhand-
leiding geeft informatie over het programmeren en bevat een uitgebreide beschrijving van de parameters.
Aanvullende documentatie en handleidingen zijn beschikbaar bij Danfoss. Zie drives.danfoss.com/knowledge- center/technical-documentation/ voor een overzicht.
Document- en softwareversie
1.3
Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt. Alle suggesties voor verbetering zijn welkom. Tabel 1.1 toont de documentversie en de bijbehorende software­versie.
Versie Opmerkingen Softwareversie
MG07A5
Software-update en ondersteuning geheugenmodule.
Tabel 1.1 Document- en softwareversie
1,5
De frequentieregelaar mag worden gebruikt in residentiële, industriële en commerciële omgevingen in overeen­stemming met lokale wetten en normen.
LET OP
In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken. In dat geval kan het nodig zijn om aanvullende corrigerende maatregelen te treen.
Te voorzien onjuist gebruik
Gebruik de frequentieregelaar niet in toepassingen die niet voldoen aan de gespeciceerde bedrijfsomstandigheden en -omgevingen. Zorg dat wordt voldaan aan de in hoofdstuk 9 Specicaties gespeciceerde voorwaarden.
4 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
M
7
63
4
5
21
8
10
130BE200.12
M
7
63
4
5
21
8
9
T2/T4
S2
Inleiding Bedieningshandleiding
1.4.2 Blokschema van de frequentieregelaar
Afbeelding 1.1 is een blokschema van de interne componenten van de frequentieregelaar.
Gebied Onderdeel Functies
Netvoeding naar de frequen-
1 Netingang
2 Gelijkrichter
3 DC-bus
4 DC-spoelen
5 Condensatorbatterij
tieregelaar.
De gelijkrichterbrug zet de
inkomende AC-spanning om naar DC-spanning die in de omvormer kan worden gebruikt.
De DC-tussenkring verwerkt
de DC-stroom.
Filteren de DC-tussenkring-
stroom.
Bieden beveiliging tegen
nettransiënten.
Beperken de RMS-stroom
(Root Mean Square – eectieve waarde).
Verhogen de arbeidsfactor
naar het voedende net.
Beperken de harmonischen op de AC-ingang.
Slaat de DC-spanning op.
Biedt tijdelijke bescherming bij kortstondige netonder­breking.
Gebied Onderdeel Functies
Zet het DC-signaal om naar
een geregelde pulsbreedtege-
6 Omvormer
7 Uitgang naar motor
8 Stuurcircuits
9 PFC
10 Remchopper
Afbeelding 1.1 Voorbeeld van een blokschema voor een frequentieregelaar
moduleerde AC-golfvorm voor een regelbaar variabel uitgangssignaal naar de motor.
Geregeld 3-fase-uitgangs-
vermogen naar de motor.
Ingangsvermogen, interne
verwerking, uitgang en motorstroom worden bewaakt voor een eciënte werking en regeling.
De gebruikersinterface en
externe commando's worden bewaakt en uitgevoerd.
Biedt mogelijkheden voor
statusuitgang en -regeling.
Arbeidsfactorcorrectie
verandert de golfvorm van de door de frequentieregelaar opgenomen stroom en dient om de arbeidsfactor te verbeteren.
De remchopper wordt
gebruikt in de DC-tussenkring om de DC-spanning te regelen wanneer de belasting energie terugvoert.
1.4.3 Behuizingsgroottes en vermogensklassen
Zie hoofdstuk 9.9 Behuizingsgrootte, vermogensklasse en afmetingen voor behuizingsgroottes en vermogensklassen van de frequentieregelaars.
1.4.4 Safe Torque O (STO)
De VLT® Midi Drive FC 280 frequentieregelaar ondersteunt Safe Torque O (STO). Zie hoofdstuk 6 Safe Torque O (STO) voor meer informatie over installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en technische gegevens van STO.
1 1
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 5
089
Inleiding
VLT® Midi Drive FC 280
11
1.5 Goedkeuringen en certiceringen
Zie het hoofdstuk ADN-conforme installatie in de VLT® Midi Drive FC 280 Design Guide voor conformiteit met het Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN).
De frequentieregelaar voldoet aan de eisen van UL 508C ten aanzien van het behoud van het thermische geheugen.
Zie het hoofdstuk Thermische motorbeveiliging in de VLT Midi Drive FC 280 Design Guide voor meer informatie.
Toegepaste normen en conformiteit voor STO
Voor het gebruik van de STO-functie op klem 37 en 38 is het noodzakelijk dat er wordt voldaan aan alle veiligheids­bepalingen, waaronder relevante wetten, voorschriften en richtlijnen. De geïntegreerde STO-functie voldoet aan de volgende normen:
IEC-EN 61508:2010, SIL2
IEC-EN 61800-5-2:2007, SIL2
IEC-EN 62061:2015, SILCL van SIL2
EN-ISO 13849-1:2015, categorie 3 PL d
®
Verwijdering
1.6
Apparatuur die elektrische componenten bevat, mag niet als huishoudelijk afval worden afgevoerd. Voer dergelijke apparatuur apart af volgens de geldende lokale voorschriften.
6 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Veiligheid Bedieningshandleiding
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidssymbolen
2.3
2 2
Veiligheidsvoorschriften
De volgende symbolen worden gebruikt in dit document:
WAARSCHUWING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkprak­tijken.
LET OP
Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.
2.2 Gekwaliceerd personeel
Een probleemloze en veilige werking van de frequentiere­gelaar is alleen mogelijk als de frequentieregelaar op correcte en betrouwbare wijze wordt vervoerd, opgeslagen, geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden. Deze apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend door
gekwaliceerd personeel.
Gekwaliceerd personeel is gedenieerd als opgeleide
medewerkers die bevoegd zijn om apparatuur, systemen en circuits te installeren, in bedrijf te stellen en te onderhouden volgens relevante wetten en voorschriften. Het personeel moet tevens bekend zijn met de instructies en veiligheidsmaatregelen die in deze handleiding staan beschreven.
WAARSCHUWING
HOGE SPANNING
Frequentieregelaars bevatten hoge spanning wanneer ze zijn aangesloten op een netingang, DC-voeding of loadsharing. Als installatie, opstarten en onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwali­ceerd personeel.
Controleer met een geschikt spanningsmeetap-
paraat of er geen spanning meer op de frequentieregelaar staat voordat u service- of reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
ONBEDOELDE START
Wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of tot schade aan apparatuur of eigendommen. De motor kan worden gestart door een externe schakelaar, een veldbus­commando, een ingangsreferentiesignaal vanaf het LCP, via externe bediening met behulp van MCT 10 setupsoftware of door het opheen van een foutconditie.
Om een onbedoelde motorstart te voorkomen:
Onderbreek de netvoeding naar de frequentie-
regelaar.
Druk op [O/Reset] op het LCP voordat u
parameters gaat programmeren.
Zorg dat de frequentieregelaar, motor en
eventuele door de motor aangedreven werktuigen volledig bedraad en gemonteerd zijn voordat u de frequentieregelaar aansluit op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 7
Veiligheid
VLT® Midi Drive FC 280
WAARSCHUWING
ONTLADINGSTIJD
22
De frequentieregelaar bevat DC-tussenkringconden­satoren waarop spanning kan blijven staan, ook wanneer de frequentieregelaar niet van spanning wordt voorzien. Er kan hoge spanning aanwezig zijn, ook wanneer de waarschuwingsleds uit zijn. Als u de aangegeven wachttijd na afschakeling niet in acht neemt voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Stop de motor.
Schakel de netvoeding en externe DC-tussen-
kringvoedingen af, inclusief backupvoedingen, UPS-eenheden en DC-tussenkringaansluitingen naar andere frequentieregelaars.
Schakel de PM-motor af of blokkeer deze.
Wacht tot de condensatoren volledig ontladen
zijn. De minimale wachttijd staat vermeld in Tabel 2.1.
Controleer met een geschikt spanningsmeetap-
paraat of de condensatoren volledig ontladen zijn voordat u service- of reparatiewerk­zaamheden gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE APPARATUUR
Het aanraken van draaiende assen en elektrische apparatuur kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door hiervoor opgeleid en gekwaliceerd personeel.
Zorg dat alle elektrische werkzaamheden
worden uitgevoerd volgens de nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften.
Volg de procedures in deze handleiding.
VOORZICHTIG
GEVAAR BIJ INTERNE FOUT
Een interne fout in de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig letsel als de frequentieregelaar niet goed is gesloten.
Controleer voordat u de spanning inschakelt of
alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.
Spanning [V]
200–240 0,37-3,7 (0,5-5) 4
380–480
Tabel 2.1 Ontladingstijd
Vermogensbereik
[kW (pk)]
0,37-7,5 (0,5-10) 4
11–22 (15–30) 15
Minimale wachttijd
(minuten)
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR LEKSTROOM
De aardlekstroom bedraagt meer dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Zorg dat de apparatuur correct is geaard door
een erkende elektrisch installateur.
8 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BE616.14
VLT
MADE IN
DENMARK
T/C: FC-280PK37T4E20H1BXCXXXSXXXXAX
0.37kW 0.5HP IN: 3x380-480V 50/60Hz, 1.2/1.0A OUT: 3x0-Vin 0-500Hz, 1.2/1.1A IP20
P/N: 134U2184 S/N: 000000G000
Midi Drive www.danfoss.com
CAUTION / ATTENTION:
WARNING / AVERTISSEMENT:
See manual for special condition/mains fuse Voir manual de conditions speciales/fusibles
Enclosure: See manual 5AF3 E358502 IND.CONT.EQ.
Stored charge, wait 4 min. Charge r
é
siduelle, attendez 4 min.
21
1
2
4
3
5
11
20
19
18
16
15
14
13
10
8
9
6
17
R
US LISTED
www.tuv.com
ID 0600000000
Danfoss A/S, 6430 Nordborg, Denmark
12
7
Mechanische installatie Bedieningshandleiding
3 Mechanische installatie
3.1 Uitpakken
3.1.1 Geleverde artikelen
Welke artikelen precies worden geleverd, hangt af van de
productconguratie.
Controleer of de geleverde artikelen en de
informatie op het typeplaatje overeenkomen met de orderbevestiging.
Controleer de verpakking en frequentieregelaar
op zichtbare schade die is veroorzaakt door een onjuiste behandeling tijdens het vervoer. Dien eventuele schadeclaims in bij de vervoerder. Bewaar beschadigde onderdelen om de claim te onderbouwen.
1 Productlogo 2 Productnaam 3 Verwijdering 4 CE-markering 5 Serienummer 6 TÜV-logo 7 UkrSEPRO-logo 8 Barcode
9 Land van oorsprong 10 Verwijzing naar behuizingstype 11 EAC-logo 12 RCM-logo 13 UL-referentie 14 Waarschuwingsspecicaties 15 UL-logo 16 IP-klasse
Uitgangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hoge
17
spanningen) Ingangsspanning, -frequentie en -stroom (bij lage/hoge
18
spanningen) 19 Vermogensklasse 20 Bestelnummer 21 Typecode
3 3
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 9
Afbeelding 3.1 Typeplaatje product (voorbeeld)
LET OP
Verwijder het typeplaatje niet van de frequentieregelaar (verlies van garantie).
Zie het hoofdstuk Typecode in de VLT® Midi Drive FC 280 Design Guide voor meer informatie.
130BE615.12
Mechanische installatie
VLT® Midi Drive FC 280
3.1.2 Opslag
Zorg dat aan de vereisten voor opslag wordt voldaan. Zie hoofdstuk 9.4 Omgevingscondities voor meer informatie.
3.2 Installatieomgeving
33
LET OP
In omgevingen met vloeistofnevel, deeltjes of corrosieve gassen moet u ervoor zorgen dat de IP/Type-klasse overeenkomt met de installatieomgeving. Als niet aan de omgevingsvereisten wordt voldaan, kan de levensduur van de frequentieregelaar worden bekort. Zorg dat wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van luchtvochtigheid, temperatuur en hoogte.
Trillingen en schokken
De frequentieregelaar voldoet aan de vereisten die gelden wanneer de eenheid is gemonteerd aan de wand of op de vloer van een productiehal of in panelen die met bouten aan de wand of de vloer zijn bevestigd.
Zie hoofdstuk 9.4 Omgevingscondities voor gedetailleerde
omgevingsspecicaties.
Montage
3.3
Montage
Als aanpassingen nodig zijn in verband met de bevesti­gingsgaten van de VLT® Midi Drive FC 280, kunt u contact
opnemen met een Danfoss-leverancier in uw regio om een aparte achterwand te bestellen.
De frequentieregelaar monteren:
1. Verzeker u ervan dat de installatielocatie het gewicht van de eenheid kan dragen. De frequen­tieregelaar is geschikt voor installatie naast elkaar.
2. Plaats de eenheid zo dicht mogelijk bij de motor. Houd de motorkabels zo kort mogelijk.
3. Monteer de eenheid verticaal op een stevige, vlakke ondergrond of op de optionele achterwand, om te zorgen voor de benodigde luchtkoeling.
4. Maak bij wandmontage gebruik van de sleufvormige bevestigingsgaten, indien aanwezig.
LET OP
Zie hoofdstuk 9.9 Behuizingsgrootte, vermogensklasse en afmetingen voor de afmetingen van bevestigingsgaten.
3.3.1 Installatie naast elkaar
LET OP
Een onjuiste montage kan leiden tot oververhitting en lagere prestaties.
Koeling
Zorg voor een vrije ruimte van 100 mm (3,9 in)
boven en onder de eenheid in verband met luchtkoeling.
Hijsen
Om een veilige hijsmethode te bepalen, moet u
het gewicht van de eenheid controleren; zie
hoofdstuk 9.9 Behuizingsgrootte, vermogensklasse en afmetingen.
Verzeker u ervan dat het hijstoestel geschikt is
voor de taak.
Regel zo nodig een takel, kraan of vorkheftruck
met de juiste hefcapaciteit om de eenheid te verplaatsen.
Maak bij het hijsen gebruik van de hijsogen op
de eenheid, indien aanwezig.
Installatie naast elkaar
Alle VLT® Midi Drive FC 280-eenheden kunnen naast elkaar worden geïnstalleerd in horizontale of verticale positie. De eenheden hebben geen extra ventilatieruimte aan de zijkanten nodig.
Afbeelding 3.2 Installatie naast elkaar
10 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BF642.10
G
130BF643.10
G
Mechanische installatie Bedieningshandleiding
LET OP
KANS OP OVERVERHITTING Bij gebruik van de IP 21-conversieset kan het naast elkaar installeren van de eenheden leiden tot overver­hitting van en schade aan de eenheid.
Tussen de randen van de bovenafdekking van
IP 21-conversiesets is een vrije ruimte van minimaal 30 mm (1,2 in) vereist.
3.3.2 Horizontale montage
Afbeelding 3.3 Correcte horizontale montage (linkerzijde omlaag)
Afbeelding 3.4 Incorrecte horizontale montage (rechterzijde omlaag)
3.3.3 Busontkoppelingsset
De busontkoppelingsset zorgt voor mechanische xatie en elektrische afscherming van kabels voor de volgende stuurcassette-uitvoeringen:
Stuurcassette met PROFIBUS.
Stuurcassette met PROFINET.
Stuurcassette met CANopen.
Stuurcassette met Ethernet.
Stuurcassette met POWERLINK.
Elke busontkoppelingsset bevat 1 horizontale ontkoppe­lingsplaat en 1 verticale ontkoppelingsplaat. Bevestiging van de verticale ontkoppelingsplaat is optioneel. De verticale ontkoppelingsplaat biedt betere mechanische ondersteuning voor PROFINET-, Ethernet- en POWERLINK­connectoren en -kabels.
3.3.4 Montage
De busontkoppelingsset monteren:
1. Plaats de horizontale ontkoppelingsplaat op de stuurcassette die op de frequentieregelaar is gemonteerd, en zet de plaat met 2 schroeven vast, zoals aangegeven in Afbeelding 3.5. Het aanhaalmoment bedraagt 0,7-1,0 Nm (6,2-8,9 in­lb).
2. Optioneel: bevestig de verticale ontkoppe­lingsplaat als volgt:
2a Verwijder de 2 veren en de 2 metalen
klemmen van de horizontale plaat.
2b Monteer de veren en de metalen
klemmen op de verticale plaat.
2c Zet de plaat met 2 schroeven vast, zoals
aangegeven in Afbeelding 3.6. Het aanhaalmoment bedraagt 0,7-1,0 Nm (6,2-8,9 in-lb).
LET OP
Monteer de verticale ontkoppelingsplaat niet als de IP 21-bovenafdekking wordt gebruikt, omdat de hoogte van de ontkoppelingsplaat de juiste installatie van de IP 21-bovenafdekking belemmert.
3 3
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 11
1
2
3
130BE480.10
130BE481.10
1
2
Mechanische installatie
VLT® Midi Drive FC 280
33
1 Veren 2 Metalen klemmen 3 Schroeven
Afbeelding 3.5 De horizontale ontkoppelingsplaat bevestigen met schroeven
1 Verticale ontkoppelingsplaat 2 Schroeven
Afbeelding 3.6 De verticale ontkoppelingsplaat bevestigen met schroeven
Zowel Afbeelding 3.5 als Afbeelding 3.6 toont op Ethernet gebaseerde connectoren (RJ45). Het werkelijke connec­tortype hangt af van de veldbusvariant die voor de frequentieregelaar is geselecteerd.
3. Zorg voor een correcte bedrading van de veldbuskabels (PROFIBUS/CANopen) of druk de kabelconnectoren (RJ45 voor PROFINET/ POWERLINK/EtherNet/IP) in de aansluitbussen in de stuurcassette.
4. 4a Plaats de PROFIBUS-/CANopen-kabels
tussen de metalen veerklemmen om mechanische
xatie en elektrisch contact tussen de kabelafscherming en de klemmen tot stand te brengen.
4b Plaats de PROFINET-/POWERLINK-/
EtherNet/IP-kabels tussen de metalen veerklemmen om mechanische xatie tussen de kabels en de klemmen tot stand te brengen.
12 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
4 Elektrische installatie
4.1 Veiligheidsvoorschriften
Zie hoofdstuk 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsin­structies.
WAARSCHUWING
GEÏNDUCEERDE SPANNING
Geïnduceerde spanning uit motoruitgangskabels van meerdere frequentieregelaars die bij elkaar zijn geplaatst, kan de condensatoren van de apparatuur opladen, ook wanneer die apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout). Wanneer u de motorkabels niet van elkaar gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels gebruikt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Houd motorkabels van elkaar gescheiden.
Gebruik afgeschermde kabels.
Vergrendel alle frequentieregelaars tegelijk
(lockout).
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
De frequentieregelaar kan een DC-stroom veroorzaken in de beschermende geleider en daarmee leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Bij gebruik van een reststroomapparaat (RCD)
als beveiliging tegen elektrische schokken mag aan de voedingszijde van dit product uitsluitend een RCD van type B worden gebruikt.
Het niet opvolgen van de aanbeveling kan ertoe leiden dat de RCD niet de beoogde beveiliging biedt.
Overstroombeveiliging
Aanvullende beschermende apparatuur, zoals
kortsluitbeveiliging of thermische motorbevei­liging tussen de frequentieregelaar en de motor, is vereist voor toepassingen met meerdere motoren.
Ingangszekeringen zijn vereist om te voorzien in
beveiliging tegen kortsluiting en overstroom. Als deze zekeringen niet in de fabriek zijn aangebracht, moet de installateur ze plaatsen. Zie hoofdstuk 9.8 Zekeringen en circuitbreakers voor de maximale zekeringgrootte.
Draadtype en -specicaties
De volledige bedrading moet voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften ten aanzien van dwarsdoorsneden en omgevingstemperatuur.
Aanbeveling voor voedingsdraden: koperdraad
dat bestand is tegen minimaal 75 °C (167 °F).
Zie hoofdstuk 9.5 Kabelspecicaties voor de aanbevolen draaddiktes en -typen.
4.2 EMC-correcte installatie
Om een EMC-correcte installatie uit te voeren, volgt u de instructies die staan vermeld in hoofdstuk 4.3 Aarding,
hoofdstuk 4.4 Bedradingsschema, hoofdstuk 4.6 Motoraan­sluiting en hoofdstuk 4.8 Stuurkabels.
4.3 Aarding
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR LEKSTROOM
De aardlekstroom bedraagt meer dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Zorg dat de apparatuur correct is geaard door
een erkende elektrisch installateur.
Voor elektrische veiligheid
Aard de frequentieregelaar volgens de relevante
normen en richtlijnen.
Gebruik een afzonderlijke aarddraad voor de
voedende bekabeling, de motorbekabeling en de stuurkabels.
Aard de ene frequentieregelaar niet op de
andere, zoals in een ringnetwerk (zie Afbeelding 4.1).
Houd de aarddraadverbindingen zo kort mogelijk.
Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-
brikant op.
Minimale kabeldoorsnede voor de aarddraden: 10
mm² (7 AWG).
Sluit de aarddraden afzonderlijk aan, waarbij
beide moeten voldoen aan de afmetingsvereisten.
4 4
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 13
130BC500.10
FC 1
FC 1
FC 2
FC 2
FC 3
FC 3
PE
PE
Elektrische installatie
VLT® Midi Drive FC 280
44
Afbeelding 4.1 Aardingsprincipe
Voor een EMC-correcte installatie
Zorg voor elektrisch contact tussen de kabelaf-
scherming en de behuizing van de frequentieregelaar met behulp van metalen kabelwartels of de klemmen die op de apparatuur aanwezig zijn (zie hoofdstuk 4.6 Motoraansluiting).
Gebruik sterk gevlochten draad (litzedraad, high-
strand wire) om snelle elektrische transiënten te beperken.
Gebruik geen pigtails.
LET OP
POTENTIAALVEREFFENING
Risico op snelle elektrische transiënten wanneer de aardpotentiaal van de frequentieregelaar niet overeenkomt met de aardpotentiaal van het regelsysteem. Installeer vereeningskabels tussen de systeemcomponenten. Aanbevolen kabeldoorsnede: 16 mm² (6 AWG).
14 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Power input
Switch mode
power supply
Motor
Analog output
interface
(PNP) = Source (NPN) = Sink
ON = Terminated OFF = Open
Brake resistor
91 (L1/N) 92 (L2/L) 93 (L3)
PE
50 (+10 V OUT)
53 (A IN)
2)
54 (A IN)
55 (COM digital/analog I/O)
0/420 mA
12 (+24 V OUT)
13 (+24 V OUT)
18 (D IN)
10 V DC 15 mA 100 mA
+ - + -
(U) 96 (V) 97
(W) 98
(PE) 99
(A OUT) 42
(P RS485) 68
(N RS485) 69
(COM RS485) 61
0 V
5 V
S801
0/420 mA
RS485
RS485
03
+10 V DC
010 V DC
24 V DC
02
01
24 V (NPN) 0 V (PNP)
0 V (PNP)
24 V (NPN)
19 (D IN)
24 V (NPN) 0 V (PNP)
17 V
0 V
0 V (PNP)
24 V (NPN)
29 (D IN)
24 V (NPN) 0 V (PNP)
0 V (PNP)
24 V (NPN)
33 (D IN)
32 (D IN)
38 (STO2)
4)
37 (STO1)
4)
95
P 5-00
21
ON
(+DC/R+) 89
(R-) 81
010 V DC
(-DC) 88
RFI
0 V
250 V AC, 3 A
Relay 1
1)
3)
5)
5)
130BE202.19
27 (D IN/OUT)
6)
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
4.4 Bedradingsschema
In deze sectie wordt beschreven hoe u de frequentieregelaar moet bedraden.
4 4
Afbeelding 4.2 Eenvoudig bedradingsschema
A = analoog, D = digitaal
1) De ingebouwde remchopper is alleen beschikbaar op 3-fase-eenheden.
2) Klem 53 kan ook worden gebruikt als digitale ingang.
3) Schakelaar S801 (busafsluiting) kan worden gebruikt als busafsluiting op de RS485-bus (klem 68 en 69).
4) Zie hoofdstuk 6 Safe Torque O (STO) voor de juiste STO-bedrading.
5) De S2 (eenfase 200-240 V) frequentieregelaar biedt geen ondersteuning voor het gebruik van loadsharing.
6) Als klem 27 als analoge uitgang wordt gebruikt, bedraagt de maximale spanning 17 V.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 15
e30bf228.11
L1 L2 L3
PE
PE
u
v
w
2
1
3
5
16
17
18
14
12
8
7
10
9
4
11
13
4
6
15
90
4
Elektrische installatie
VLT® Midi Drive FC 280
44
1 PLC 10 Netkabel (niet-afgeschermd) 2 Vereeningskabel van minimaal 16 mm² (6 AWG) 11 Uitgangscontactor, en meer. 3 Stuurkabels 12 Kabelisolatie gestript 4 Minimaal 200 mm (7,87 in) tussen stuurkabels, motorkabels
en netkabels. 5 Netvoeding 14 Remweerstand 6 Blank (ongelakt) oppervlak 15 Metalen aansluitdoos 7 Tandveerringen 16 Aansluiting naar motor 8 Remkabel (afgeschermd) 17 Motor 9 Motorkabel (afgeschermd) 18 EMC-kabelwartel
Afbeelding 4.3 Typische elektrische aansluiting
13 Gemeenschappelijk aardingsrail. Volg de nationale en lokale
voorschriften ten aanzien van kastaarding op.
16 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BC504.11
130BD531.10
U
V
W
96
97
98
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
4.5 Toegang
Verwijder de afdekplaat met behulp van een
schroevendraaier. Zie Afbeelding 4.4.
Afbeelding 4.4 Toegang tot stuurkabels
4.6 Motoraansluiting
WAARSCHUWING
GEÏNDUCEERDE SPANNING
Geïnduceerde spanning uit motorkabels die bij elkaar zijn geplaatst, kan de condensatoren van de apparatuur opladen, ook wanneer die apparatuur is afgeschakeld en vergrendeld (lockout). Wanneer u de motorkabels niet van elkaar gescheiden houdt en ook geen afgeschermde kabels gebruikt, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Procedure
1. Verwijder een deel van de buitenste kabelisolatie.
2. Plaats de gestripte kabel onder de kabelklem om een mechanische bevestiging en elektrisch contact tussen de kabelafscherming en aarde te verkrijgen.
3. Sluit de aardkabel aan op de dichtstbijzijnde aardklem volgens de aardingsinstructies in hoofdstuk 4.3 Aarding. Zie Afbeelding 4.5.
4. Sluit de 3-fasige motorkabel aan op klem 96 (U), 97 (V) en 98 (W), zoals aangegeven in Afbeelding 4.5.
5. Haal de klemmen aan volgens de informatie in
hoofdstuk 9.7 Aanhaalmomenten voor aanslui­tingen.
4 4
Houd motorkabels van elkaar gescheiden.
Gebruik afgeschermde kabels.
Volg de nationale en lokale voorschriften ten
aanzien van kabelgroottes op. Zie hoofdstuk 9.1 Elektrische gegevens voor de maximale kabelgroottes.
Volg de bedradingsvereisten van de motorfa-
brikant op.
Onderaan eenheden van het type IP 21/Type 1
zijn uitbreekpoorten of toegangspanelen aangebracht voor het aansluiten van de motorbe­drading.
Sluit geen starter of poolomschakelingsapparaat
(bijvoorbeeld voor een Dahlandermotor of sleepringmotor) aan tussen de frequentieregelaar en de motor.
Afbeelding 4.5 Motoraansluiting
De aansluitingen voor netvoeding, motor en aarde voor 1­fase- en 3-fasefrequentieregelaars worden weergegeven in respectievelijk Afbeelding 4.6, Afbeelding 4.7 en Afbeelding 4.8. De werkelijke conguratie hangt af van het type eenheid en de aanwezigheid van optionele apparatuur.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 17
130BE232.11
130BE231.11
130BE804.10
Elektrische installatie
VLT® Midi Drive FC 280
44
Afbeelding 4.6 Aansluiting netvoeding, motor en aarde voor 1-fase-eenheden
Afbeelding 4.7 Aansluiting netvoeding, motor en aarde voor 3-fase-eenheden (K1, K2, K3)
Afbeelding 4.8 Aansluiting netvoeding, motor en aarde voor 3-fase-eenheden (K4, K5)
Aansluiting netvoeding
4.7
Bepaal de juiste draaddikte op basis van de
ingangsstroom van de frequentieregelaar. Zie hoofdstuk 9.1 Elektrische gegevens voor de maximale draaddiktes.
Volg de nationale en lokale voorschriften ten
aanzien van kabelgroottes op.
Procedure
1. Sluit de netvoedingskabels aan op klem N en L voor 1-fase-eenheden (zie Afbeelding 4.6) of op klem L1, L2 en L3 voor 3-fase-eenheden (zie Afbeelding 4.7).
2. Afhankelijk van de conguratie van de apparatuur moet het ingangsvermogen worden aangesloten op de netingangsklemmen of de netschakelaar.
3. Aard de kabel volgens de aardingsinstructies in hoofdstuk 4.3 Aarding.
4. Als de frequentieregelaar wordt gevoed via een geïsoleerde netbron (IT-net of zwevende driehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijde geaard (geaarde driehoekschakeling), moet u zorgen dat de RFI-lterschroef wordt verwijderd. Het verwijderen van de RFI-schroef voorkomt schade aan de DC-tussenkring en beperkt de aardcapaciteitsstromen volgens IEC 61800-3 (zie Afbeelding 9.2; de RFI-schroef bevindt zich aan de kant van de frequentieregelaar).
18 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BE212.10
1 2
3
130BE214.10
37 38 12 13 18 19 27 29 32 33 61
42 53 54 50 55
68 69
1
3
2
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
4.8 Stuurkabels
4.8.1 Stuurklemtypen
Afbeelding 4.9 toont de verwijderbare connectoren van de frequentieregelaar. De functies en standaardinstellingen van de klemmen worden in het kort besproken in Tabel 4.1 en Tabel 4.2.
Afbeelding 4.9 Stuurklemposities
Afbeelding 4.10 Klemnummers
Zie hoofdstuk 9.6 Stuuringang/-uitgang en stuurgegevens voor informatie over de nominale waarden van de klemmen.
Klem Parameter
Digitale I/O, puls-I/O, encoder
12, 13 +24 V DC
Parameter 5-10
18
19
Terminal 18
Digital Input
Parameter 5-11
Terminal 19
Digital Input
Standaardin-
stelling
[8] Start
[10] Omkeren
Beschrijving
24 V DC-voedings­spanning De maximale uitgangsstroom bedraagt 100 mA voor alle 24 V­belastingen.
Digitale ingangen.
Klem Parameter
Parameter 5-01
Terminal 27
Mode
Parameter 5-12
27
29
32
33
37, 38 STO
42
50 +10 V DC
53
54
Terminal 27
Digital Input
Parameter 5-30
Terminal 27
Digital Output
Parameter 5-13
Terminal 29
Digital Input
Parameter 5-14
Terminal 32
Digital Input
Parameter 5-15
Terminal 33
Digital Input
Analoge ingangen/uitgangen
Parameter 6-91
Terminal 42
Analog Output
Parametergroep
6-1* Anal.
ingang 53
Parametergroep
6-2* Anal.
ingang 54
Standaardin-
stelling
DI [2] Vrijloop
geïnv.
DO [0] Niet in
bedrijf [14] Jog Digitale ingang.
[0] Niet in
bedrijf
[0] Niet in
bedrijf
[0] No
operation
(Niet in
bedrijf)
Beschrijving
In te stellen als digitale ingang, digitale uitgang of pulsuitgang. De standaardinstelling is digitale ingang.
Digitale ingang, 24 V-encoder. Klem 33 kan worden gebruikt als pulsingang.
Ingangen voor functionele veiligheid.
Programmeerbare analoge uitgang. Het analoge signaal is 0-20 mA of 4-20 mA bij maximaal 500 Ω. Ook te congureren als digitale uitgang. Analoge 10 V DC­hulpvoedingsspan ning. Een signaal van maximaal 15 mA wordt vaak gebruikt voor een potentiometer of thermistor. Analoge ingang. Alleen de spanningsmodus wordt ondersteund. Ook te gebruiken als digitale ingang. Analoge ingang. In te stellen op spanningsmodus of stroommodus.
4 4
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 19
Elektrische installatie
VLT® Midi Drive FC 280
Klem Parameter
55
Tabel 4.1 Beschrijving klemmen – Digitale ingangen/uitgangen, Analoge ingangen/uitgangen
44
Klem Parameter
Seriële communicatie
61
Parametergroep
68 (+)
69 (-)
01, 02, 03
Tabel 4.2 Beschrijving klemmen – Seriële communicatie
8-3* FC-
poortinst.
Parametergroep
8-3* FC-
poortinst.
Parameter 5-40
Function Relay
Standaardin-
stelling
Standaardin­stelling
Relais
[1] Besturing
gereed
Beschrijving
Common voor digitale en analoge ingangen.
Beschrijving
Geïntegreerd RC­lter voor
kabelafscherming. UITSLUITEND voor het aansluiten van de afscherming in geval van EMC­problemen. RS485-interface. Er is een stuurkaart­schakelaar aanwezig voor inschakeling van de afsluit­weerstand.
C-form relais­uitgang. Deze relais bevinden zich in diverse posities, afhankelijk van de conguratie en het vermogen van de frequentieregelaar. Te gebruiken voor AC- en DC­spanning en resistieve of inductieve belastingen.
4.8.2 Bedrading naar stuurklemmen
Stuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieregelaar worden getrokken. Dat vereenvoudigt het installeren, zoals te zien is in Afbeelding 4.9.
Zie hoofdstuk 6 Safe Torque O (STO) voor meer informatie over STO-bedrading.
LET OP
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
1. Draai de schroeven voor de klemmen los.
2. Steek de stuurkabels inclusief mantel in de sleuven.
3. Draai de schroeven voor de klemmen vast.
4. Verzeker u ervan dat de kabel stevig in het contact is geklemd. Loszittende stuurkabels kunnen storingen in de apparatuur of een suboptimale werking tot gevolg hebben.
Zie hoofdstuk 9.5 Kabelspecicaties voor stuurkabelgroottes en hoofdstuk 7 Toepassingsvoorbeelden voor typische stuurkabelaansluitingen.
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken (klem
27)
Er is een jumperkabel vereist tussen klem 12 (of 13) en klem 27 om de frequentieregelaar te laten werken wanneer de standaard fabrieksinstellingen worden gebruikt.
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern-vergrendelingscommando van 24 V DC te ontvangen.
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen stuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. De jumper zorgt voor een intern 24 V-signaal op klem 27.
Alleen voor GLCP: Wanneer de statusregel onder
aan het LCP de tekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft, betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maar dat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
LET OP
STARTEN NIET MOGELIJK
De frequentieregelaar kan niet werken zonder een signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw is geprogrammeerd.
20 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Start Current
2)
Only support in some products.
1)
DC injection current during “Active Brake Delay” after MAV reduced to “0” . Only support in some products.
Off
On
Off
Relay
/
DO Status
Active Brake Delay
Active Brake Delay
MAV
Start Speed
Active Brake Speed
0
t
Start Delay
Off
On
Off
Start Command
Released
Activated
Reaction time of
mech
.
brake
Reaction time of
mech
.
brake
Mech
.
Brake Status
Release Brake Current
Output Current
DC Injection Current
1)
0
t
130BF687.10
Activated
Note:
2)
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
4.8.4 Mechanische rembesturing
Bij hijs-/daaltoepassingen moet een elektromechanische rem kunnen worden bestuurd.
De rem wordt bediend met behulp van een relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27).
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij) gedurende de periode dat de frequentieregelaar de motor niet in
stilstand kan houden, bijvoorbeeld wanneer de belasting te groot is.
Selecteer [32] Mech. rembesturing in parametergroep 5-4* Relais voor toepassingen met een elektromechanische
rem.
De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom hoger wordt dan de in parameter 2-20 Release Brake Current
ingestelde waarde.
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager is dan de ingestelde waarde in
parameter 2-22 Activate Brake Speed [Hz], en alleen als de frequentieregelaar een stopcommando uitvoert.
Als de frequentieregelaar zich in 1 van de volgende situaties bevindt, wordt de mechanische rem onmiddellijk gesloten.
In de alarmmodus.
In een overspanningssituatie.
STO is geactiveerd.
Er is een vrijloopcommando gegeven.
4 4
Afbeelding 4.11 Mechanische rem
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 21
130BE201.11
L1(N) L2(L) L3
U V W
02 01
A1
A2
Frequency converter
Output
relay
Command circuit
220 V AC
Mechanical
brake
ShaftMotor
Freewheeling diode
Brake power circuit
380 V AC
Output contactor
input
e30bt623.11
61
68
69
+
130BB489.10
RS485
Elektrische installatie
VLT® Midi Drive FC 280
De frequentieregelaar is geen beveiliging. Het is de verant­woordelijkheid van de systeemontwerper om beveiligingen te integreren volgens de relevante nationale voorschriften voor kranen/hijsinrichtingen.
LET OP
Een USB-bus heeft geen adres dat kan worden ingesteld en geen busnaam die kan worden gecongureerd. Als meerdere frequentieregelaars via USB worden aangesloten, wordt de busnaam in de lijst met netwerk­bussen in MCT 10 setupsoftware automatisch verhoogd. Het aansluiten van meerdere frequentieregelaars via een USB-kabel veroorzaakt bij computers met Windows XP vaak een uitzondering en een crash. Daarom adviseren
44
we om slechts 1 frequentieregelaar via USB aan te sluiten op de pc.
4.8.6 RS485 seriële communicatie
Sluit de RS485-kabel voor seriële communicatie aan op klem (+)68 en (-)69.
Het gebruik van afgeschermde kabels voor seriële
communicatie wordt aanbevolen.
Zie hoofdstuk 4.3 Aarding voor de juiste aarding.
Afbeelding 4.12 De mechanische rem aansluiten op de frequentieregelaar
4.8.5 Datacommunicatie via USB
Afbeelding 4.13 Lijst met netwerkbussen
Wanneer de USB-kabel wordt losgekoppeld, wordt de via de USB-poort aangesloten frequentieregelaar verwijderd uit de lijst met netwerkbussen.
Afbeelding 4.14 Bedradingsschema voor seriële fcommunicatie
Voor een basisconguratie van de seriële communicatie stelt u de volgende gegevens in:
1. Type protocol in parameter 8-30 Protocol.
2. Adres frequentieregelaar in parameter 8-31 Adres.
3. Baudsnelheid in parameter 8-32 Baudsnelheid.
In de frequentieregelaar zijn twee communicatieproto­collen geïntegreerd. Volg de bedradingsvereisten van de motorfabrikant op.
Danfoss FC.
Modbus RTU
De functies kunnen op afstand worden geprogrammeerd met behulp van de protocolsoftware en de RS485­aansluiting of via parametergroep 8-** Comm. en opties.
22 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Elektrische installatie Bedieningshandleiding
Door het selecteren van een speciek communicatieprotocol worden diverse standaard parameterinstellingen automatisch aangepast aan de specicaties voor het betreende protocol. Daarnaast worden extra protocolspecieke parameters toegan­kelijk gemaakt.
4.9 Installatiechecklist
Voordat u de installatie van de eenheid voltooit, moet u eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven in Tabel 4.3. Vink de items af wanneer ze voltooid zijn.
Inspecteren Beschrijving
Hulpapparatuur
Bekabeling
Stuurkabels
Vrije ruimte voor koeling
Omgevingscondities•Controleer of aan de omgevingscondities wordt voldaan.
Zekeringen en circuitbreakers
Aarding
Bedrading voor in­en uitgangsvermogen Binnenzijde paneel
Schakelaars
Trilling
Kijk of er hulpapparatuur, schakelaars, werkschakelaars of ingangszekeringen/circuitbreakers aanwezig zijn
aan de voedende zijde van de frequentieregelaar of aan de uitgangszijde naar de motor. Ga na of deze geschikt zijn om bij vol toerental te worden gebruikt.
Controleer de functie en installatie van sensoren die worden gebruikt voor terugkoppeling naar de
frequentieregelaar.
Verwijder eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren van de motor(en).
Pas eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan de voedingszijde aan en zorg dat ze worden
gedempt.
Zorg dat de motorkabels en de stuurkabels van elkaar zijn gescheiden (afgeschermd) of in 3 afzonderlijke
metalen kabelgoten zijn geplaatst om hoogfrequente interferentie tegen te gaan.
Controleer op gebroken of beschadigde draden en loszittende aansluitingen.
Controleer of de stuurkabels zijn gescheiden van voedings- en motorkabels om ruisimmuniteit te
garanderen.
Controleer de spanningsbron van de signalen, waar nodig.
Het gebruik van afgeschermde kabels of kabels met gedraaide paren wordt aanbevolen. Verzeker u ervan dat de afscherming correct is aangesloten.
Controleer of er boven en onder de eenheid voldoende vrije ruimte is om te zorgen voor de benodigde
luchtkoeling; zie hoofdstuk 3.3 Montage.
Controleer op het gebruik van de juiste zekeringen en circuitbreakers.
Controleer of alle zekeringen stevig zijn bevestigd en bedrijfsklaar zijn en of alle circuitbreakers openstaan.
Controleer of er voldoende aardverbindingen zijn en dat die stevig vastzitten en vrij zijn van oxidatie.
Aard niet op een kabelgoot en monteer de achterwand niet op een metalen oppervlak.
Controleer op loszittende aansluitingen.
Controleer of de motor- en netkabels in aparte kabelgoten zijn geplaatst of afzonderlijk zijn afgeschermd.
Controleer of de binnenzijde van de eenheid vrij is van vuil, metaalsplinters, vocht en corrosie.
Controleer of de eenheid is gemonteerd op een ongelakt metalen oppervlak.
Verzeker u ervan dat alle schakelaars en lastscheiders in de juiste stand staan.
Controleer of de eenheid stevig is gemonteerd of dat er trillingsdempers zijn gebruikt, waar nodig.
Controleer op ongebruikelijke trillingsniveaus.
4 4
Tabel 4.3 Installatiechecklist
VOORZICHTIG
POTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE FOUT Er bestaat een kans op lichamelijk letsel als de frequentieregelaar niet goed is gesloten.
Controleer vóór u de spanning inschakelt of alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn
vastgezet.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 23
Inbedrijfstelling
5 Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
5.1 Veiligheidsvoorschriften
Zie hoofdstuk 2 Veiligheid voor algemene veiligheidsvoor­schriften.
WAARSCHUWING
HOGE SPANNING
55
Frequentieregelaars bevatten hoge spanning wanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. Als installatie, opstarten en onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwali­ceerd personeel.
Voordat u de spanning inschakelt:
1. Sluit de afdekking goed.
2. Controleer of alle kabelwartels stevig zijn vastgezet.
3. Verzeker u ervan dat het ingangsvermogen naar de eenheid is afgeschakeld en vergrendeld (lockout). Vertrouw niet op de lastscheiders van de frequentieregelaar voor isolatie van het ingangsvermogen.
4. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat op de ingangsklemmen L1 (91), L2 (92) en L3 (93), fase naar fase en fase naar aarde.
5. Verzeker u ervan dat er geen spanning staat op de uitgangsklemmen 96 (U), 97 (V) en 98 (W), fase naar fase en fase naar aarde.
6. Controleer de elektrische geleiding door de motor door de ohmwaarden te meten op U-V (96-97), V-W (97-98) en W-U (98-96).
7. Controleer op een juiste aarding van de frequen­tieregelaar en de motor.
8. Inspecteer de frequentieregelaar op losse klemaansluitingen.
9. Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de spanning van de frequentieregelaar en de motor.
Spanning inschakelen
5.2
Schakel de spanning naar de frequentieregelaar in door de onderstaande stappen uit te voeren.
1. Verzeker u ervan dat de ingangsspanning is gebalanceerd binnen een marge van 3%. Als dat niet het geval is, moet u de onbalans van de ingangsspanning corrigeren voordat u verdergaat. Herhaal de procedure na de spanningscorrectie.
2. Zorg dat de bedrading van eventuele optionele apparatuur geschikt is voor de installatietoe­passing.
3. Zorg dat alle bedieningselementen in de UIT­stand staan. Paneeldeuren moeten zijn gesloten en afdekkingen moeten stevig zijn vastgezet.
4. Schakel de spanning naar de eenheid in. Start de frequentieregelaar nog niet. Als de eenheid is uitgerust met een hoofdschakelaar, moet u die in de AAN-stand zetten om de spanning naar de frequentieregelaar in te schakelen.
5.3 Werking lokaal bedieningspaneel
De frequentieregelaar ondersteunt een numeriek lokaal bedieningspaneel (NLCP), grasch lokaal bedieningspaneel (GLCP) en een blinde afdekking. In deze sectie wordt de werking met NLCP en GLCP beschreven.
LET OP
De frequentieregelaar kan met behulp van MCT 10 setupsoftware vanaf een pc worden geprogrammeerd via een RS485-communicatiepoort of USB-poort. Deze software is te bestellen onder bestelnummer 130B1000 of te downloaden via de website van Danfoss: drives.danfoss.com/downloads/pc-tools/#/.
5.3.1 Numeriek lokaal bedieningspaneel (NLCP)
De functies van het numerieke lokale bedieningspaneel (NLCP) zijn onderverdeeld in 4 groepen.
A. Numeriek display.
B. Menutoets.
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds).
D. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (leds).
24 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BC506.10
Setup 1
A
B
C
D
5
12
13 14 15
10
11
10
9
6
7
8
4
1
2
3
Menu
Status
Quick Menu
Main Menu
Hand
On
O
Reset
Auto
On
Back
OK
On
Warn
Alarm
130BD135.10
Setup 12
INDEX
AHP VkW
srpm Hz%
n2n1
n3
p5 p4
p3 p2 p1
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
B. Menutoets
Druk op [Menu] om te schakelen tussen status, snelmenu en hoofdmenu.
C. Indicatielampjes (leds) en navigatietoetsen
Indicator
Lampj
e
Functie
Het On-lampje gaat branden wanneer de frequentieregelaar spanning krijgt
6 Aan Groen
van de netvoeding, een DC­aansluitklem of een externe 24 V­voeding. Wanneer er een waarschuwingsconditie
5 5
optreedt, gaat het gele Warn.-lampje
7 Warn. Geel
branden en verschijnt er een tekst op het display om het probleem aan te geven. Wanneer er een foutconditie optreedt,
8 Alarm Rood
gaat het rode Alarm-lampje knipperen en verschijnt er een alarmmelding op het display.
Tabel 5.2 Legenda bij Afbeelding 5.1, indicatielampjes (leds)
Afbeelding 5.1 Weergave van het NLCP
A. Numeriek display
9 [Back]
Het lcd-scherm is voorzien van achtergrondverlichting en 1 numerieke regel. Alle gegevens worden op het NLCP weergegeven.
Het setupnummer toont het nummer van de actieve setup en het nummer van de setup die wordt bewerkt. Als de actieve setup ook de setup is die wordt bewerkt, wordt alleen het nummer van die setup getoond (fabrieksin-
1
stelling). Als de actieve en de te bewerken setup niet dezelfde zijn, worden beide nummers op het display weergegeven (bijvoorbeeld setup 12). Het nummer van de
te bewerken setup zal knipperen. 2 Parameternummer. 3 Parameterwaarde.
De draairichting van de motor wordt linksonder op het 4
display aangegeven. Een pijltje geeft de draairichting van
de motor aan.
Het driehoekje geeft aan of het LCP de status, het 5
snelmenu of het hoofdmenu weergeeft.
Tabel 5.1 Legenda bij Afbeelding 5.1, groep A
Afbeelding 5.2 Informatie op het display
10
11 [OK]
12
Tabel 5.3 Legenda bij Afbeelding 5.1, navigatietoetsen
Toets Functie
Dient om terug te keren naar de vorige stap of laag in de navigatiestructuur. Dienen om te schakelen tussen parame­tergroepen of parameters, te bewegen binnen parameters of om parameter-
[▲] [▼]
waarden te verhogen/verlagen. De pijltjestoetsen kunnen ook worden gebruikt voor het instellen van de lokale referentie. Hiermee kunt u toegang krijgen tot parametergroepen of een selectie bevestigen. Dient om binnen de parameterwaarde
[]
van links naar rechts te bewegen om elk afzonderlijk cijfer te wijzigen.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 25
130BC440.10
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
D. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (leds)
Toets Functie
Start de frequentieregelaar in de lokale bediening.
Een extern stopsignaal via een stuuringang
13 Hand On
14 O/Reset
55
15 Auto On
Tabel 5.4 Legenda bij Afbeelding 5.1, groep D
of seriële communicatie onderdrukt de lokale handmodus.
Stopt de motor maar onderbreekt de voeding naar de frequentieregelaar niet, of reset de frequentieregelaar nadat een fout handmatig is opgeheven. Als de alarmmodus actief is, wordt het alarm gereset wanneer de alarmconditie is opgeheven. Zet het systeem in de externe bedieningsmodus.
Reageert op een extern startcommando via
stuurklemmen of seriële communicatie.
WAARSCHUWING
ELEKTRISCH GEVAAR
Nadat u de [O/Reset]-toets hebt ingedrukt, is er nog steeds spanning aanwezig op de klemmen van de frequentieregelaar. Het indrukken van de [O/Reset]- toets onderbreekt de netvoeding naar de frequentieregelaar niet. Het aanraken van spanning­voerende delen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Raak spanningvoerende delen niet aan.
5.3.2 De functie van pijl rechts op het NLCP
Druk op [] om de 4 cijfers op het display een voor een te wijzigen. Wanneer u één keer op [] drukt, beweegt de cursor naar het eerste cijfer en gaat dit cijfer knipperen, zoals te zien is in Afbeelding 5.3. Gebruik [▲] [▼] om de waarde te wijzigen. Drukken op [] wijzigt de waarde van de cijfers niet en verschuift ook het decimaalteken niet.
Afbeelding 5.3 Functie pijl rechts
[] kan ook worden gebruikt om te bewegen tussen parametergroepen. Druk in het hoofdmenu op [] om naar de eerste parameter in de volgende parametergroep te gaan (ga bijvoorbeeld van parameter 0-03 Regional Settings
[0] Internationaal naar parameter 1-00 Conguration Mode [0] Geen terugk.).
LET OP
Tijdens het opstarten wordt op het LCP de melding INITIALISING (INITIALISATIE) weergegeven. Wanneer die melding niet meer wordt weergegeven, is de frequentie­regelaar gereed voor bedrijf. Door het toevoegen of verwijderen van opties kan het opstarten langer duren.
5.3.3 Snelmenu op het NLCP
Het snelmenu biedt eenvoudige toegang tot de meestge­bruikte parameters.
1. Om het snelmenu te activeren, drukt u herhaal­delijk op [Menu] totdat de indicator op het display boven Quick Menu staat.
2.
Gebruik [▲] [▼] om QM1 of QM2 te selecteren en druk vervolgens op [OK].
3.
Gebruik [▲] [▼] om door de parameters in het snelmenu te navigeren.
4. Druk op [OK] om een parameter te selecteren.
5.
Gebruik [▲] [▼] om de waarde van de geselec­teerde parameter te wijzigen.
26 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BC445.13
1-22 XXXX V
Motor
nominal
speed
QM 1
0-01 [0]
1-10 [0]
1-24 XXXX A
Language
Motor Type
1-20 XXXX kW
Motor power
Motor voltage
1-26 XXXX 1-23 XXXX
Stator
Motor frequency
1-25 XXXX
1-30 XXXX
1-39 XXXX
1-40 XXXX
1-37 XXXX
1-25 XXXX
1-24 XXXX
A
3-02 XXXX
3-03 XXXX
3-41 XXXX S
3-42 XXXX S
5-12
[2]
1-29 [1]
AMA
Back EMF at
1000 RPM
d-axis
QM 2
BMS
AMS
ES
5-70 XXXX
5-71 [0]
1-30 XXXX
1-39 XXXX
1-90 [0]
2-10 [0]
4-16 XXXX %
4-17 XXXX %
4-18 XXXX %
1-00 [0]
1-01 [1]
1-10 [0]
1-24 XXXX A 1-20 XXXX kW
1-22 XXXX V
Motor
nominal
speed
Motor power
Motor voltage
1-26 XXXX 1-23 XXXX
Motor frequency
1-25 XXXX
1-30 XXXX
1-40 XXXX
1-37 XXXX
1-25 XXXX
1-24 XXXX
A
Back EMF at
1000 RPM
d-axis
1-39 XXXX
4-14 XXXX
4-19 XXXX
Stator
QM 3
QM 4 QM 5
L10C
SFS
TBD
Motor
nominal
speed
Motor
nominal
speed
Motor current
Motor cont.
rated torque
Resistance (Rs)
Motor poles
inductance (Ld)
Asynchronous motor
Motor current
Minimum reference
Maximum reference
Ramp 1 ramp-up time
Ramp 1 ramp-down time
Terminal 27 digital input
Basic motor set-up
mode
Motor control
principle
Motor type
PM motor
PM motor
Motor
current
Motor cont.
rated torque
Stator
Resistance (Rs)
Motor poles
inductance (Ld)
Motor speed high limit [Hz]
Maximum output frequency
Asynchronous motor
Motor current
RPM
RPM
RPM
Hz
RPM
Hz
Hz
Hz
Hz
Hz
Adv. motor set-up
Resistance (Rs)
Motor poles
Motor thermal
protection
Brake function
Torque limit motor mode
Torque limit generator mode
Current limit
Encoder set-up
Terminal 32/33
pulses per revolution
Terminal 32/33
encoder direction
Changes made
Last 10 changes Since factory setting
Alarm log
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
6. Druk op [OK] om de wijziging op te slaan.
7. Om het huidige scherm te verlaten, drukt u twee keer op [Back] (of 3 keer als u in QM2 of QM3 staat) om naar Status te gaan of drukt u één keer op [Menu] om naar Main Menu te gaan.
5 5
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 27
Afbeelding 5.4 Opbouw snelmenu
130BC446.10
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
1
2
3
4
5
6
7
10
11
12
OK
OK
Back
8
Back
Setup 1
2 x
+
OK
9
OK
Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
5.3.4 Hoofdmenu op het NLCP
Het hoofdmenu geeft toegang tot alle parameters.
1. Om het hoofdmenu te activeren, drukt u herhaal­delijk op [Menu] totdat de indicator op het display boven Main Menu staat.
2.
[▲] [▼]: om door de parametergroepen te navigeren.
3. Druk op [OK] om een parametergroep te selecteren.
55
4.
[▲] [▼]: om door de parameters in een bepaalde groep te navigeren.
5. Druk op [OK] om de parameter te selecteren.
6.
[] en [▲] / [▼]: om de parameterwaarde in te stellen of te wijzigen.
7. Druk op [OK] om de waarde op te slaan.
8. Om het huidige scherm te verlaten, drukt u twee keer op [Back] (of 3 keer voor arrayparameters) om naar Main Menu te gaan of drukt u één keer op [Menu] om naar Status te gaan.
Zie Afbeelding 5.5, Afbeelding 5.6 en Afbeelding 5.7 voor de principes voor het wijzigen van de waarde van respectie­velijk continue, selectie- en arrayparameters. De acties in de afbeeldingen worden beschreven in Tabel 5.5, Tabel 5.6 en Tabel 5.7.
Afbeelding 5.5 Interacties hoofdmenu – continue parameters
28 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BC447.11
Setup 1
Setup 1
Setup 1
1
2
3
4
5
6
OK
OK
Back
7
OK
Back
130BC448.10
1
2
4
5
6
7
8
9
10
OK
Back
Back
Back
5 x
Setup 1
Setup 1
Setup 1
Setup 1
%
INDEX
%
INDEX
%
INDEX
Setup 1
INDEX
%
OK
OK
OK
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
1 [OK]: de eerste parameter in de groep wordt weergegeven. 2
Druk herhaaldelijk op [▼] om omlaag te schuiven naar de
parameter. 3 Druk op [OK] om de parameter te bewerken. 4
[]: eerste cijfer knippert (kan worden gewijzigd). 5
[]: tweede cijfer knippert (kan worden gewijzigd). 6
[]: derde cijfer knippert (kan worden gewijzigd). 7
[▼]: verlaag de parameterwaarde; het decimaalteken
verandert automatisch. 8
[▲]: verhoog de parameterwaarde.
9 [Back]: annuleer de wijzigingen; keer terug naar 2.
[OK]: accepteer de wijzigingen; keer terug naar 2. 10
[▲][▼]: selecteer een parameter binnen de groep.
11 [Back]: verwijder de waarde en toon de parametergroep. 12
[▲][▼]: selecteer de groep.
Tabel 5.5 Waarden wijzigen in continue parameters
Voor genummerde parameters is de interactie vergelijkbaar, maar de parameterwaarde wordt tussen haken weergegeven vanwege het beperkte aantal cijfers (4 grote cijfers) op het NLCP. Het nummer kan groter dan 99 zijn. Wanneer de nummerwaarde groter dan 99 is, kan het LCP alleen het eerste deel van de haak weergeven.
Arrayparameters werken als volgt:
5 5
Afbeelding 5.7 Interacties hoofdmenu – arrayparameters
1 [OK]: toon parameternummers en de waarde in de eerste
index. 2 [OK]: index kan worden geselecteerd. 3
[▲][▼]: selecteer index.
4 [OK]: waarde kan worden gewijzigd. 5
[▲][▼]: wijzig de parameterwaarde (knippert).
6 [Back]: annuleer de wijzigingen.
[OK]: accepteer de wijzigingen. 7 [Back]: annuleer het bewerken van de index en selecteer
een nieuwe parameter. 8
[▲][▼]: selecteer een parameter binnen de groep.
9 [Back]: verwijder de indexwaarde van de parameter en toon
Afbeelding 5.6 Interacties hoofdmenu – genummerde parameters
1 [OK]: de eerste parameter in de groep wordt weergegeven. 2 Druk op [OK] om de parameter te bewerken. 3
[▲][▼]: wijzig de parameterwaarde (knippert).
4 Druk op [Back] om wijzigingen te annuleren of op [OK] om
wijzigingen te accepteren (keer terug naar scherm 2).
5
[▲][▼]: selecteer een parameter binnen de groep.
6 [Back]: verwijder de waarde en toon de parametergroep. 7
[▲][▼]: selecteer een groep.
Tabel 5.6 Waarden wijzigen in genummerde parameters
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 29
de parametergroep. 10
[▲][▼]: selecteer de groep.
Tabel 5.7 Waarden wijzigen in arrayparameters
130BD598.10
Auto
On
Reset
Hand
On
O
Status
Quick
Menu
Main
Menu
Alarm
Log
Back
Cancel
Info
OK
Status
1(1)
36.4 kW
Auto Remote Ramping
0.000
On
Alarm
Warn.
A
7.83 A
799 RPM
B
C
D
53.2 %
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18 19 20 21
Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
5.3.5 Grasch lokaal bedieningspaneel (GLCP)
B. Menutoetsen
Menutoetsen dienen om toegang te krijgen tot de parametersetup, te schakelen tussen statusdisplaymodi
De functies van het GLCP zijn onderverdeeld in 4 groepen (zie Afbeelding 5.8).
A. Display.
B. Menutoetsen.
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds).
D. Bedieningstoetsen en reset.
55
tijdens normaal bedrijf en om foutloggegevens weer te geven.
Toets Functie
6 Status Geeft bedrijfsgegevens weer.
Quick
7
Menu
8 Main Menu
9 Alarm Log
Tabel 5.9 Legenda bij Afbeelding 5.8, menutoetsen
Geeft toegang tot de parameters voor het programmeren van de eerste setup en biedt uitgebreide toepassingsinstructies. Biedt toegang tot alle programmeerbare parameters. Toont een overzicht van de actieve waarschuwingen, de laatste 10 alarmen en de onderhoudslog.
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)
Navigatietoetsen worden gebruikt voor het programmeren van functies en het verplaatsen van de displaycursor. De navigatietoetsen dienen tevens om het toerental te regelen in de lokale bediening. In deze zone bevinden zich ook 3 statusindicatielampjes voor de frequentieregelaar.
Toets Functie
10 Back
11 Cancel
12 Info
Navigatie-
13
toetsen
14 OK
Afbeelding 5.8 Grasch lokaal bedieningspaneel (GLCP)
A. Display
Het display wordt geactiveerd wanneer de frequentiere­gelaar spanning krijgt van de netvoeding, een DC­aansluitklem of een externe 24 V DC-voeding.
De informatie die op het LCP wordt weergegeven, kan voor de gebruikerstoepassing worden aangepast. Selecteer de opties via [Quick Menu], Q3-13 Displayinstellingen.
Tabel 5.10 Legenda bij Afbeelding 5.8, navigatietoetsen
Indicator Lampje Functie
15 Aan Groen
16 Warn. Geel
Display Parameternummer Standaardinstelling
1 0-20 [1602] Referentie [%] 2 0-21 [1614] Motorstroom 3 0-22 [1610] Verm. [kW] 4 0-23 [1613] Frequentie 5 0-24 [1502] KWh-teller
Tabel 5.8 Legenda bij Afbeelding 5.8, display
30 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
17 Alarm Rood
Tabel 5.11 Legenda bij Afbeelding 5.8, indicatielampjes (leds)
Brengt u terug naar de vorige stap of lijst in de menustructuur. Annuleert uw laatste wijziging of commando, zolang de displaymodus niet is gewijzigd. Druk hierop om een beschrijving van de geselecteerde functie weer te geven. Gebruik de 4 navigatietoetsen om naar andere opties in het menu te gaan. Hiermee kunt u toegang krijgen tot parame­tergroepen of een selectie bevestigen.
Het On-lampje gaat branden wanneer de frequentieregelaar spanning krijgt van de netvoeding, een DC-aansluitklem of een externe 24 V-voeding. Wanneer er een waarschuwings­conditie optreedt, gaat het gele Warn.-lampje branden en verschijnt er een tekst op het display om het probleem aan te geven. Wanneer er een foutconditie optreedt, gaat het rode Alarm­lampje knipperen en verschijnt er een alarmmelding op het display.
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
D. Bedieningstoetsen en reset
De bedieningstoetsen bevinden zich onderaan het LCP.
Toets Functie
Start de frequentieregelaar in de handmodus.
Een extern stopsignaal via een
18 Hand On
19 Uit
20 Auto On
21 Reset
Tabel 5.12 Legenda bij Afbeelding 5.8, bedieningstoetsen en reset
stuuringang of seriële communicatie onderdrukt de lokale handmodus.
Stopt de motor maar onderbreekt de voeding naar de frequentieregelaar niet. Zet het systeem in de externe bedieningsmodus.
Reageert op een extern startcommando
via stuurklemmen of seriële communicatie.
Hiermee kunt u de frequentieregelaar handmatig resetten nadat u een fout hebt opgeheven.
LET OP
U kunt het displaycontrast aanpassen door [Status] ingedrukt te houden en op [▲]/[▼] te drukken.
5.3.6 Parameterinstellingen
Om een toepassing goed te programmeren, moeten er vaak functies worden ingesteld in diverse gerelateerde parameters. Zie hoofdstuk 10.2 Opbouw parametermenu voor meer informatie over de parameters.
De programmeergegevens worden in de frequentieregelaar zelf opgeslagen.
De gegevens kunnen bij wijze van backup in het
LCP-geheugen worden geladen.
Om gegevens naar een andere frequentieregelaar
over te zetten, sluit u het LCP aan op die eenheid en downloadt u de opgeslagen instellingen.
Het herstellen van de fabrieksinstellingen heeft
geen gevolgen voor de gegevens die in het LCP­geheugen zijn opgeslagen.
5.3.7 Parameterinstellingen wijzigen met het GLCP
Parameterinstellingen kunnen worden geopend en gewijzigd via het snelmenu of het hoofdmenu Het snelmenu geeft slechts toegang tot een beperkt aantal parameters.
1. Druk op [Quick Menu] of [Main Menu] op het LCP.
2.
Druk op [▲] [▼] om door de parametergroepen te navigeren, druk op [OK] om een parametergroep te selecteren.
3.
Druk op [▲] [▼] om door de parameters te navigeren, druk op [OK] om een parameter te selecteren.
4.
Gebruik [▲] [▼] om de waarde van de geselec­teerde parameter te wijzigen.
5.
Gebruik [] [] om naar het vorige of volgende cijfer te gaan wanneer u bezig bent om een decimale parameter te wijzigen.
6. Druk op [OK] om de wijziging op te slaan.
7. Druk twee keer op [Back] om naar Status te gaan of druk één keer op [Main Menu] om naar het hoofdmenu te gaan.
Wijzigingen weergeven
Via [Quick Menu], Q5 Changes Made (Gemaakte wijz.) kunt u alle parameterinstellingen zien die afwijken van de standaardinstellingen.
De lijst toont alleen parameters die zijn gewijzigd
in de huidige, te bewerken setup.
Parameters die weer op de standaardwaarde zijn
ingesteld, worden niet vermeld.
De melding Empty (Leeg) geeft aan dat geen van
de parameters is gewijzigd.
5.3.8 Gegevens uploaden/downloaden naar/van het LCP
1. Druk op [O] om de motor te stoppen voordat u gegevens uploadt of downloadt.
2. Druk op [Main Menu], parameter 0-50 LCP Copy en vervolgens op [OK].
3. Selecteer [1] Alles naar LCP om gegevens naar het LCP te uploaden of selecteer [2] Alles vanaf LCP om gegevens vanaf het LCP te downloaden.
4. Druk op [OK]. Een voortgangsbalkje geeft het verloop van het upload- of downloadproces weer.
5. Druk op [Hand On] of [Auto On] om terug te keren naar normaal bedrijf.
5 5
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 31
Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
5.3.9 Standaardinstellingen herstellen met het LCP
Tijdens het opstarten worden de fabrieksinstellingen hersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langer duren dan normaal.
LET OP
Kans op verlies van programmering, motorgegevens, lokalisatie en bewakingsgegevens bij herstellen van de standaardinstellingen. Voorafgaand aan initialisatie kunt u een backup creëren door de gegevens te uploaden naar het LCP.
Het herstellen van de standaard parameterinstellingen is
55
mogelijk door de frequentieregelaar te initialiseren. De initialisatie kan via parameter 14-22 Operation Mode (aanbevolen) of handmatig worden uitgevoerd. Bij een initialisatie worden de instellingen van
parameter 1-06 Clockwise Direction en parameter 0-03 Regional Settings niet gereset.
Bij initialisatie via parameter 14-22 Operation Mode
worden frequentieregelaargegevens zoals bedrijfsuren, instellingen voor seriële communicatie, foutlog, alarmlog en andere bewakingsfuncties niet gewijzigd.
Bij een handmatige initialisatie worden alle
motor-, programmeer-, lokalisatie- en bewakings­gegevens gewist en worden de fabrieksinstellingen hersteld.
Aanbevolen initialisatieprocedure, via
parameter 14-22 Operation Mode
1. Selecteer parameter 14-22 Operation Mode en druk op [OK].
2. Selecteer [2] Initialisatie en druk op [OK].
3. Onderbreek de voeding naar de eenheid en wacht tot het display uitgaat.
4. Schakel de spanning naar de eenheid in.
Tijdens het opstarten worden de standaard parameterin­stellingen hersteld. Hierdoor kan het opstarten iets langer duren dan normaal.
Bij een handmatige initialisatie worden de volgende gegevens van de frequentieregelaar niet gereset:
Parameter 15-00 Operating hours.
Parameter 15-03 Power Up's.
Parameter 15-04 Over Temp's.
Parameter 15-05 Over Volt's.
5.4 Basisprogrammering
5.4.1 Setup asynchrone motor
Voer de volgende motorgegevens in de aangegeven volgorde in. Deze informatie is te vinden op het motorty­peplaatje.
1. Parameter 1-20 Motor Power.
2. Parameter 1-22 Motor Voltage.
3. Parameter 1-23 Motor Frequency.
4. Parameter 1-24 Motor Current.
5. Parameter 1-25 Motor Nominal Speed.
Voor optimale prestaties in de VVC+-modus zijn extra motorgegevens nodig om de volgende parameters in te stellen.
6. Parameter 1-30 Stator Resistance (Rs).
7. Parameter 1-31 Rotor Resistance (Rr).
8. Parameter 1-33 Stator Leakage Reactance (X1).
9. Parameter 1-35 Main Reactance (Xh).
De gegevens zijn te vinden op het motordatablad (deze gegevens zijn gewoonlijk niet beschikbaar op het motorty­peplaatje). Voer een volledige AMA uit via
parameter 1-29 Automatic Motor Adaption (AMA) [1] Volledige AMA insch. of stel de parameters handmatig in.
5. Alarm 80, Drive initialised (Omvormer geïnitia­liseerd) wordt weergegeven.
6. Druk op [Reset] om terug te keren naar de normale bedieningsmodus.
Procedure voor handmatige initialisatie
1. Onderbreek de voeding naar de eenheid en wacht tot het display uitgaat.
2. Houd [Status], [Main Menu] en [OK] op het GLCP gelijktijdig ingedrukt, of houd [Menu] en [OK] op het NLCP gelijktijdig ingedrukt terwijl u de spanning naar de eenheid inschakelt (ongeveer 5 s of totdat u een klik hoort en de ventilator start).
32 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Toepassingsspecieke aanpassing bij gebruik van VVC
VVC+ is de meest robuuste regelmodus. Deze biedt in de meeste situaties optimale prestaties zonder verdere aanpassingen. Voer een volledige AMA uit voor de beste prestaties.
+
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
5.4.2
Setup PM-motor in VVC
+
Stappen voor eerste programmering
1. Activeer het gebruik van een PM-motor door parameter 1-10 Motor Construction in te stellen op een van de volgende opties:
1a [1] PM, niet-uitspr. SPM
1b [3] PM, salient IPM (PM, uitspringende
IPM)
2. Selecteer [0] Geen terugk. in parameter 1-00 Conguration Mode.
LET OP
Encoderterugkoppeling wordt niet ondersteund voor PM­motoren.
De motorgegevens programmeren
Nadat u in parameter 1-10 Motor Construction 1 van de PM­motoropties hebt geselecteerd, zijn de PM­motorgerelateerde parameters in parametergroep 1-2*
Motordata, 1-3* Geav. motordata en 1-4* Adv. Motor Data II (Geav. motordata II) beschikbaar.
De benodigde gegevens zijn te vinden op het motortype­plaatje en het motordatablad.
Programmeer de volgende parameters in de aangegeven volgorde:
1. Parameter 1-24 Motor Current.
2. Parameter 1-26 Motor Cont. Rated Torque.
3. Parameter 1-25 Motor Nominal Speed.
4. Parameter 1-39 Motor Poles.
5. Parameter 1-30 Stator Resistance (Rs). Voer de weerstand van de statorwikkeling in voor fase-common (sterpunt) (Rs). Wanneer alleen fase­fasegegevens beschikbaar zijn, moet u de waarde delen door 2 om de waarde voor fase-common (sterpunt) te verkrijgen. De waarde kan ook worden gemeten met behulp van een ohmmeter; hierbij wordt ook rekening gehouden met de weerstand van de kabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voer het resultaat in.
6. Parameter 1-37 d-axis Inductance (Ld). Voer de directe asinductantie van de PM-motor in voor fase-common. Wanneer alleen fase-fasegegevens beschikbaar zijn, moet u de fase-fasewaarde door 2 delen om de waarde voor fase-common (sterpunt) te verkrijgen. De waarde kan ook worden gemeten met behulp van een inductiemeter; hierbij wordt ook rekening gehouden met de inductantie van de kabel. Deel de gemeten waarde door 2 en voer het resultaat in.
7. Parameter 1-40 Back EMF at 1000 RPM. Voer de tegen-EMK (fase-fase, rms-waarde) in van de PM-motor bij een mechanisch toerental van 1000 tpm. Tegen-EMK is de spanning die door een PM-motor wordt gegenereerd wanneer er geen frequentieregelaar is aangesloten en de as extern wordt gedraaid. De tegen-EMK wordt in specicaties meestal vermeld voor het nominale motortoerental of voor een motortoerental van 1000 tpm, gemeten tussen 2 fasen. Als de waarde voor een motortoerental van 1000 tpm niet beschikbaar is, kunt u de juiste waarde als volgt berekenen: Als de tegen-EMK bij 1800 tpm bijvoorbeeld 320 V bedraagt, dan bedraagt de tegen-EMK bij 1000 tpm: Tegen-EMK = (spanning/tpm) x 1000 = (320/1800) x 1000 = 178. Programmeer deze waarde in parameter 1-40 Back EMF at 1000 RPM.
Motorwerking testen
1. Start de motor bij een laag toerental (100 tot 200 tpm). Als de motor niet draait, moet u de installatie, algemene programmering en de motorgegevens controleren.
Parkeren
Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingen waarbij de motor met laag toerental draait (zoals bij windmilling in ventilatortoepassingen).
Parameter 2-06 Parking Current en parameter 2-07 Parking Time kunnen worden gewijzigd. Verhoog de fabrieksin-
stelling van deze parameters voor toepassingen met hoge massatraagheid.
Start de motor op het nominale toerental. Controleer de VVC+ PM-instellingen als de toepassing niet goed werkt. Tabel 5.13 toont aanbevelingen voor diverse toepassingen.
Toepassing Instellingen
Toepassingen met lage massatraagheid I
Load/IMotor
Toepassingen met gemiddelde massatraagheid 50 > I Toepassingen met hoge massatraagheid I
Load/IMotor
< 5
Load/IMotor
> 50
> 5
Verhoog de waarde voor
parameter 1-17 Voltage lter time const. met een factor 5-10.
Verlaag de waarde voor
parameter 1-14 Damping Gain.
Verlaag de waarde (< 100%) voor
parameter 1-66 Min. Current at Low Speed.
Handhaaf de berekende waarden.
Verhoog de waarden voor
parameter 1-14 Damping Gain,
parameter 1-15 Low Speed Filter Time Const. en parameter 1-16 High Speed
Filter Time Const.
5 5
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 33
Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
Toepassing Instellingen
Hoge belasting bij laag toerental < 30% (nominaal toerental)
Tabel 5.13 Aanbevelingen voor diverse toepassingen
55
Verhoog parameter 1-14 Damping Gain wanneer de motor bij een bepaald toerental gaat oscilleren. Verhoog de waarde in kleine stappen.
Het startkoppel kan worden gewijzigd in parameter 1-66 Min. Current at Low Speed. 100% geeft het nominale koppel als startkoppel.
Verhoog de waarde voor
parameter 1-17 Voltage lter time
const.
Verhoog de waarde voor
parameter 1-66 Min. Current at Low Speed (> 100% gedurende langere
tijd kan leiden tot oververhitting van de motor).
7. Ga naar parameter 1-29 Automatic Motor Adaption (AMA).
8. Druk op [OK].
9. Selecteer [1] Volledige AMA insch.
10. Druk op [OK].
11. De test wordt automatisch uitgevoerd en bij voltooiing wordt een melding gegeven.
Afhankelijk van de vermogensklasse duurt het 3-10 minuten voordat de AMA is voltooid.
LET OP
De motor gaat door het uitvoeren van een AMA niet draaien en de motor wordt ook niet beschadigd.
5.5 Draairichting van de motor controleren
Controleer de draairichting van de motor voordat u de frequentieregelaar opstart.
5.4.3 Automatische aanpassing motorgegevens (AMA)
Voer een AMA uit om de compatibiliteit tussen de frequen­tieregelaar en de motor in VVC+-modus te optimaliseren.
De frequentieregelaar stelt een wiskundig model
van de motor op voor het regelen van de uitgangsstroom naar de motor, waardoor de motorprestaties worden verbeterd.
Bij sommige motoren kan geen volledige versie
van de test worden uitgevoerd. In dat geval selecteert u [2] Beperkte AMA insch. in parameter 1-29 Automatic Motor Adaption (AMA).
Raadpleeg hoofdstuk 8.4 Lijst met waarschuwingen
en alarmen als er waarschuwingen of alarmen worden gegenereerd.
Voor het beste resultaat moet de procedure
worden uitgevoerd met een koude motor.
AMA uitvoeren via het LCP
1. Bij gebruik van de standaard parameterinstelling moet u klem 13 en 27 met elkaar verbinden voordat u een AMA uitvoert.
2. Ga naar het hoofdmenu.
3. Ga naar parametergroep 1-** Belasting & motor.
4. Druk op [OK].
5. Stel parametergroep 1-2* Motordata in op basis van het motortypeplaatje.
6. Stel in parameter 1-42 Motor Cable Length de lengte van de motorkabel in.
1. Druk op [Hand On].
2.
Druk op [▲] voor een positieve snelheidsrefe­rentie.
3. Controleer of de weergegeven snelheid positief is.
4. Controleer of de bedrading tussen de frequentie­regelaar en de motor correct is.
5. Controleer of de motor in de juiste richting draait volgens de instelling in parameter 1-06 Richting rechtsom.
5a Wanneer parameter 1-06 Richting
rechtsom is ingesteld op [0] Normaal (standaard rechtsom):
a. Controleer of de motor
rechtsom draait.
b. Controleer of de richtingspijl
op het LCP rechtsom aangeeft.
5b Wanneer parameter 1-06 Richting
rechtsom is ingesteld op [1] Geïnverteerd (linksom):
a. Controleer of de motor linksom
draait.
b. Controleer of de richtingspijl
op het LCP linksom aangeeft.
34 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
5.6 De draairichting van de encoder controleren
Controleer de draairichting van de encoder alleen als een encoderterugkoppeling wordt gebruikt.
1. Selecteer [0] Geen terugk. in parameter 1-00 Conguration Mode.
2. Selecteer [1] 24V-encoder in parameter 7-00 Speed PID Feedback Source.
3. Druk op [Hand On].
4.
Druk op [▲] voor een positieve snelheidsrefe­rentie (parameter 1-06 Clockwise Direction ingesteld op [0] Normaal).
5. Controleer in parameter 16-57 Feedback [RPM] of de terugkoppeling positief is.
LET OP
NEGATIEVE TERUGKOPPELING
Als de terugkoppeling negatief is, dan is de encoderaan­sluiting incorrect. Gebruik parameter 5-71 Term 32/33 Encoder Direction om de richting om te keren of verwissel de encoderkabels.
5.7 Test lokale bediening
Systeem opstarten
5.8
Voor de procedure in deze sectie is het noodzakelijk dat de bedrading en de toepassingsspecieke programmering door de gebruiker zijn voltooid. We adviseren om de volgende procedure uit te voeren nadat de toepas­singssetup is voltooid.
1. Druk op [Auto On].
2. Schakel een extern startcommando in.
3. Pas de snelheidsreferentie aan voor het volledige toerentalbereik.
4. Schakel het externe startcommando uit.
5. Controleer het geluids- en trillingsniveau van de motor om u ervan te verzekeren dat het systeem naar behoren werkt.
Raadpleeg hoofdstuk 8.2 Waarschuwings- en alarmtypen als er waarschuwingen of alarmen optreden. Daar vindt u informatie over het resetten van de frequentieregelaar na een uitschakeling (trip).
5.9 Geheugenmodule
De VLT® Memory Module MCM is een klein geheugenap­paraat met gegevens zoals:
5 5
1. Druk op [Hand On] om de frequentieregelaar te voorzien van een lokaal startcommando.
2.
Laat de frequentieregelaar versnellen door via [▲] naar vol toerental te gaan. Door de cursor links van het decimaalteken te plaatsen, kunt u wijzigingen sneller invoeren.
3. Let op eventuele problemen bij het versnellen.
4. Druk op [O]. Let op eventuele problemen bij het vertragen.
Raadpleeg hoofdstuk 8.5 Problemen verhelpen als er problemen met versnellen of vertragen optreden. Zie hoofdstuk 8.2 Waarschuwings- en alarmtypen voor informatie over het resetten van de frequentieregelaar na een uitschakeling (trip).
Firmware voor de frequentieregelaar (exclusief de
rmware voor communicatie op de stuurkaart).
PUD-bestand.
SIVP-bestand.
Parameterbestand.
De VLT® Memory Module MCM is een accessoire. Bij levering van de frequentieregelaar is de geheugenmodule nog niet geïnstalleerd. Een nieuwe geheugenmodule is te bestellen met behulp van de volgende bestelnummers.
Beschrijving Bestelnummer
VLT® Memory Module MCM 102
VLT® Memory Module MCM 103
Tabel 5.14 Bestelnummer
Elke geheugenmodule heeft een uniek serienummer dat niet kan worden gewijzigd.
132B0359
132B0466
LET OP
De VLT® Memory Module MCM kan worden gebruikt op frequentieregelaars met rmware 1.5 en hoger.
Selecteer de juiste opties voor parameter 31-40 Memory Module Function voordat u de geheugenmodule
congureert.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 35
Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
Parameter 31-40 Memory
Module Function
Beschrijving
5.9.1 Gegevens frequentieregelaar synchroniseren met een nieuwe geheugenmodule (Backup
[0] Disabled (Uitgesch.) De functie voor het downloaden
of uploaden van gegevens is
uitgeschakeld. *[1] Only Allow Download (Alleen downloaden toestaan)
55
[2] Only Allow Upload (Alleen uploaden toestaan)
[3] Allow Both Download and Upload (Downloaden en uploaden toestaan)
Staat alleen het downloaden van
gegevens vanuit de geheugen-
module naar de
frequentieregelaar toe. Dit is de
standaardinstelling van
parameter 31-40 Memory Module
Function.
Staat alleen het uploaden van
gegevens vanuit de frequentiere-
gelaar naar de geheugenmodule
toe.
Als deze optie is geselecteerd,
downloadt de frequentieregelaar
eerst gegevens vanuit de
geheugenmodule voordat hij
gegevens vanuit de frequentiere-
gelaar naar de geheugenmodule
uploadt.
frequentieregelaar maken)
1. Steek een nieuwe, lege geheugenmodule in de frequentieregelaar.
2. Selecteer [2] Only Allow Upload (Alleen uploaden
toestaan) of [3] Allow Both Download and Upload (Downloaden en uploaden toestaan) in parameter 31-40 Memory Module Function.
3. Schakel de frequentieregelaar in.
4. Wacht totdat de synchronisatie is voltooid. Zie
hoofdstuk 5.9.7 Overdrachtsprestaties en -indicaties
voor informatie over de overdrachtsindicaties op de frequentieregelaar.
LET OP
Om onbedoeld overschrijven van de gegevens in de geheugenmodule te voorkomen, adviseren we om de instellingen voor parameter 31-40 Memory Module Function voorafgaand aan de volgende vermogenscyclus te wijzigen naargelang de bedrijfsbehoeften.
Tabel 5.15 Beschrijving van
Parameter 31-40 Memory Module Function
LET OP
VOORKOM ONBEDOELD OVERSCHRIJVEN De standaardinstelling van parameter 31-40 Memory
Module Function is [1] Only Allow Download (Alleen downloaden toestaan). Als er een update wordt
uitgevoerd, bijvoorbeeld rmware die door MCT 10 via een OSS-bestand wordt bijgewerkt, een parameter die via LCP of bus wordt bijgewerkt, parameters die via parameter 14-22 Operation Mode worden gereset of een 3-vingerige reset van de frequentieregelaar, gaan de bijgewerkte gegevens na het uit- en weer inschakelen van de frequentieregelaar verloren, omdat de frequentie­regelaar opnieuw gegevens van de geheugenmodule downloadt.
Nadat er gegevens van de geheugenmodule
naar de frequentieregelaar zijn gedownload, moet u parameter 31-40 Memory Module
Function instellen op [0] Disabled (Uitgesch.) of [2] Only Allow Upload (Alleen uploaden toestaan)
voordat er een nieuwe vermogenscyclus wordt uitgevoerd.
5.9.2 Gegevens naar een andere frequentieregelaar kopiëren
1. Verzeker u ervan dat de vereiste gegevens naar de geheugenmodule zijn geüpload; zie
hoofdstuk 5.9.1 Gegevens frequentieregelaar synchroniseren met een nieuwe geheugenmodule (Backup frequentieregelaar maken).
2. Verwijder de geheugenmodule en steek hem in een andere frequentieregelaar.
3. Zorg ervoor dat op de nieuwe frequentieregelaar
[1] Only Allow Upload (Alleen uploaden toestaan) of [3] Allow Both Download and Upload (Downloaden en uploaden toestaan) is geselecteerd in parameter 31-40 Memory Module Function.
4. Schakel de nieuwe frequentieregelaar in.
5. Wacht totdat het downloaden is voltooid en de gegevens zijn overgezet. Zie
hoofdstuk 5.9.7 Overdrachtsprestaties en -indicaties
voor informatie over de overdrachtsindicaties op de frequentieregelaar.
LET OP
Om onbedoeld overschrijven van de gegevens in de geheugenmodule te voorkomen, adviseren we om de instellingen voor parameter 31-40 Memory Module Function voorafgaand aan de volgende vermogenscyclus te wijzigen naargelang de bedrijfsbehoeften.
36 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
5.9.3 Gegevens naar meerdere frequentieregelaars kopiëren
Als meerdere frequentieregelaars dezelfde spannings-/ vermogensklasse hebben, kan de informatie van 1 frequen­tieregelaar via 1 geheugenmodule worden overgezet naar de andere frequentieregelaars.
1. Volg de stappen in hoofdstuk 5.9.1 Gegevens
frequentieregelaar synchroniseren met een nieuwe geheugenmodule (Backup frequentieregelaar maken) om de gegevens vanuit 1 frequentiere-
gelaar over te zetten naar een geheugenmodule.
2. Om te voorkomen dat u per ongeluk gegevens naar de mastergeheugenmodule uploadt, moet u ervoor zorgen dat op de andere frequentiere­gelaars [1] Only Allow Download (Alleen
downloaden toestaan) is geselecteerd in parameter 31-40 Memory Module Function.
3. Verwijder de geheugenmodule en steek hem in een andere frequentieregelaar.
4. Schakel de nieuwe frequentieregelaar in.
5. Wacht totdat het downloaden is voltooid en de gegevens zijn overgezet. Zie
hoofdstuk 5.9.7 Overdrachtsprestaties en -indicaties
voor informatie over de overdrachtsindicaties op de frequentieregelaar.
6. Herhaal de stappen 3-5 voor de volgende frequentieregelaar.
LET OP
Het is ook mogelijk om de gegevens via een pc naar de geheugenmodule te downloaden met behulp van de
VLT® Memory Module Programmer.
LET OP
Als op een van de frequentieregelaars een lege geheugenmodule wordt ingestoken om gegevens te back-uppen, moet u parameter 31-40 Memory Module
Function op [2] Only Allow Upload (Alleen uploaden toestaan) of [3] Allow Both Download and Upload (Downloaden en uploaden toestaan) instellen voordat de
volgende vermogenscyclus wordt uitgevoerd.
5.9.4 De rmware-informatie overzetten
Als 2 frequentieregelaars dezelfde spannings- en vermogensklasse hebben, kan de rmware-informatie van de ene frequentieregelaar worden overgezet naar de andere.
1. Volg de stappen in hoofdstuk 5.9.1 Gegevens
frequentieregelaar synchroniseren met een nieuwe geheugenmodule (Backup frequentieregelaar maken) om de
frequentieregelaar over te zetten naar een geheugenmodule.
2. Volg de stappen in hoofdstuk 5.9.2 Gegevens naar een andere frequentieregelaar kopiëren om de rmware-informatie over te zetten naar een andere frequentieregelaar met dezelfde spannings- en vermogensklasse.
rmware-informatie vanuit 1
LET OP
Het is ook mogelijk om de rmware-informatie via een pc naar de geheugenmodule te downloaden met behulp
van de VLT® Memory Module Programmer.
5.9.5 Parameterwijzigingen naar geheugenmodule back-uppen
1. Steek een nieuwe of gewiste geheugenmodule in de frequentieregelaar.
2. Selecteer [2] Only Allow Upload (Alleen uploaden
toestaan) of [3] Allow Both Download and Upload (Downloaden en uploaden toestaan) in parameter 31-40 Memory Module Function.
3. Schakel de frequentieregelaar in.
4. Wacht totdat de synchronisatie is voltooid. Zie
hoofdstuk 5.9.7 Overdrachtsprestaties en -indicaties
voor informatie over de overdrachtsindicaties op de frequentieregelaar.
5. Alle wijzigingen in de parameterinstellingen wordt automatisch gesynchroniseerd naar de geheugenmodule.
5 5
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 37
Inbedrijfstelling
VLT® Midi Drive FC 280
5.9.6 Gegevens wissen
U kunt de geheugenmodule via de instelling parameter 31-43 Erase_MM wissen zonder een nieuwe vermogenscyclus uit te voeren.
5.9.8 De PROFIBUS-omzetter activeren
VLT® Memory Module MCM 103 fungeert als een combinatie van geheugenmodule en activeringsmodule om de PROFIBUS-omzetterfunctie in de rmware in te
schakelen. VLT® Memory Module MCM 103 bevat een
1. Verzeker u ervan de geheugenmodule in de frequentieregelaar is gestoken.
2. Selecteer [1] Erase MM (MM wissen) in parameter 31-43 Erase_MM.
3. Alle bestanden in de geheugenmodule worden
55
gewist.
PBconver.MME-bestand, dat is gekoppeld aan het serienummer van de individuele geheugenmodule. PBconver.MME is de sleutel voor de PROFIBUS-omzetter­functie.
Om de PROFIBUS-omzetter te activeren, selecteert u de versie in parameter 14-70 Compatibility Selections.
4. De instelling in Parameter 31-43 Erase_MM wordt teruggezet op [0] No function (Geen functie).
5.9.7 Overdrachtsprestaties en -indicaties
De tijd die nodig is voor de overdracht van gegevens tussen de frequentieregelaar en de geheugenmodule, varieert op basis van het soort gegevens. Zie Tabel 5.16.
Gegevensbestand Tijd
Het duurt ongeveer 2 minuten om
gegevens vanuit de frequentieregelaar naar de geheugenmodule te uploaden.
Firmwarebestand
SIVP-bestand Ongeveer 10 s.
Parameterbestand
Tabel 5.16 Overdrachtsprestaties
1) Als u een parameter wilt uploaden nadat die in de frequentiere-
gelaar is gewijzigd, wacht dan minimaal 5 seconden voordat u de
frequentieregelaar uitschakelt.
Gegevens-
bestand
Firmware­bestand
SIVP­bestand
Parameter­bestand
Tijdens de overdracht wordt 'Synchronizing with Memory Module' (Synchroniseren met geheugenmodule) weergegeven.
Geen tekstindicatie.
Het duurt ongeveer 6 minuten om
gegevens vanuit de geheugenmodule naar de frequentieregelaar te downloaden.
1)
GLCP NLCP
Ongeveer 5 s.
Indicaties
Geen tekst­indicatie.
1)
On-led
De led knippert traag tijdens de overdracht.
De led knippert niet.
Parameter 14-70 Compatibility
Selections
*[0] No Function (Geen functie) Selectie van de compatibili-
[12] VLT2800 3M Selecteer de compatibili-
[13] VLT2800 3M incl. MAV Selecteer de compatibili-
[14] VLT2800 12M Selecteer de compatibili-
[15] VLT2800 12M incl. MAV Selecteer de compatibili-
Tabel 5.18 Beschrijving van
parameter 14-70 Compatibility Selections
Beschrijving
teitsfunctie is uitgeschakeld.
teitsmodus VLT2800 3M voor de frequentieregelaar.
teitsmodus VLT2800 3M incl. MAV voor de frequentiere­gelaar.
teitsmodus VLT2800 12M voor de frequentieregelaar.
teitsmodus VLT2800 12M incl. MAV voor de frequentiere­gelaar.
Activeer de PROFIBUS-omzetter via VLT® Memory Module MCM 103
1. Steek de geheugenmodule in de frequentiere­gelaar.
2. Selecteer [12] VLT 2800 3M of [14] VLT 2800 12M in parameter 14-70 Compatibility Selections.
3. Schakel de frequentieregelaar uit en weer in om hem op te starten als VLT® 2800 met
PROFIBUS-
identicatienummer en -modus.
LET OP
Om de VLT® Memory Module MCM 103 als PROFIBUS­omzetter te laten werken, mag parameter 31-40 Memory Module Function niet zijn ingeschakeld op [0] Disabled
Tabel 5.17 Overdrachtsindicaties
1) De On-led bevindt zich op het LCP. Zie hoofdstuk 5.3.1 Numeriek
lokaal bedieningspaneel (NLCP) en hoofdstuk 5.3.5
bedieningspaneel (GLCP) voor informatie over de positie en functies
van de On-led.
Grasch lokaal
(Uitgesch.).
38 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding
Het is mogelijk om de PROFIBUS-omzetter een gelimi­teerde tijd te activeren zonder de VLT® Memory Module
MCM 103 te gebruiken. Als u de PROFIBUS-omzetterfunctie vervolgens wilt behouden, moet u een VLT® Memory
Module MCM 103 insteken voordat die tijd is verstreken.
De PROFIBUS-omzetter activeren via parameterinstel­lingen
1. Selecteer [1] Enabled (Ingesch.) in parameter 31-47 Time Limit Function.
2. Selecteer [12] VLT 2800 3M of [14] VLT 2800 12M in parameter 14-70 Compatibility Selections.
3. Schakel de frequentieregelaar uit en weer in om hem op te starten als VLT® 2800 met
identicatienummer en -modus.
4. Parameter 31-48 Time Limit Remaining Time begint af te tellen nadat de vermogenscyclus is voltooid en geeft de resterende gebruikstijd weer.
Na 720 draaiuren genereert de frequentieregelaar een waarschuwing. De PROFIBUS-omzetter blijft werken. Wanneer de timer in parameter 31-48 Time Limit Remaining Time 0 bereikt, genereert de frequentieregelaar bij het eerstvolgende opstartcommando een alarm wegens uitschakeling met blokkering,
PROFIBUS-
5 5
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 39
24 V
17 V
IGBT
+UDC
X3
IGBT
PELV
X3
X3
24 V
voltage
source
high-side
gate driving
circuit
diagnostic
circuit
low-side
gate driving
circuit
12
38
37
55
130BE463.12
Time
5 ms max.
Debounce time
Time
STO valid
STO invalid
Voltage
T37/38
Test pulse STO demanded
STO request
state
130BE587.12
Safe Torque O (STO)
6 Safe Torque O (STO)
VLT® Midi Drive FC 280
6
De functie Safe Torque O (STO) maakt deel uit van een veiligheidssysteem. STO voorkomt dat de eenheid de spanning genereert die nodig is om de motor te laten draaien, waardoor de veiligheid is gewaarborgd in noodsi­tuaties.
De STO-functie is ontworpen en geschikt bevonden voor de vereisten van:
EN-IEC 61508: 2010 SIL2
EN-IEC 61800-5-2: 2007 SIL2
EN-IEC 62061: 2012 SILCL van SIL2
EN-ISO 13849-1: 2008 categorie 3 PL d
Selecteer voor het veiligheidssysteem de juiste componenten en pas die zo toe dat het vereiste niveau van operationele veiligheid wordt verkregen. Voer voordat u STO in een installatie toepast een grondige risicoanalyse uit om te bepalen of de functionaliteit en veiligheidsca­tegorie van de STO geschikt en voldoende zijn.
De STO-functie in de frequentieregelaar wordt bestuurd via de stuurklemmen 37 en 38. Wanneer de STO-functie wordt geactiveerd, wordt de voeding aan de hoge en lage zijde van de IGBT-gatedrivercircuits uitgeschakeld. Afbeelding 6.1 toont de STO-architectuur. Tabel 6.1 toont STO-statussen op basis van het feit of de klemmen 37 en 38 al dan niet bekrachtigd zijn.
Klem 37 Klem 38 Koppel Waarschuwing
of alarm
Bekrachtigd
1)
Bekrachtigd
2)
Ja
Geen waarschu­wingen of alarmen.
3)
Onbekrachtigd
Onbekrachtigd Nee Waarschuwing/
alarm 68: Safe
Torque O.
Onbekrachtigd Bekrachtigd Nee Alarm 188: STO
function fault
(Fout STO-
functie).
Bekrachtigd Onbekrachtigd Nee Alarm 188: STO
function fault
(Fout STO-
functie).
Tabel 6.1 STO-status
1) Het spanningsbereik is 24 V ± 5 V, met klem 55 als de referen-
tieklem.
2) Er is alleen koppel aanwezig als de frequentieregelaar in bedrijf is.
±
3) Open circuit, of de spanning binnen het bereik van 0 V
1,5 V,
met klem 55 als de referentieklem.
Testpulsltering
Voor veiligheidsvoorzieningen die testpulsen op de STO­stuurlijnen genereren: als de pulssignalen niet langer dan 5 ms op een laag niveau ( 1,8 V) blijven, worden ze genegeerd, zoals te zien is in Afbeelding 6.2.
Afbeelding 6.1 STO-architectuur
Afbeelding 6.2 Testpulsltering
40 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BE213.10
Safe Torque O (STO) Bedieningshandleiding
Tolerantie asynchrone ingang
De ingangssignalen op de 2 klemmen zijn niet altijd synchroon. Als de afwijking tussen de 2 signalen meer dan 12 ms bedraagt, wordt het STO-alarm (Alarm 188, STO Function Fault (Fout STO-functie) gegenereerd.
Geldige signalen
Voor activering van STO moeten de 2 signalen beide minimaal 80 ms op het lage niveau zijn. Om STO te beëindigen, moeten de 2 signalen beide minimaal 20 ms op het hoge niveau zijn. Zie hoofdstuk 9.6 Stuuringang/- uitgang en stuurgegevens voor de spanningsniveaus en ingangsstromen van STO-klemmen.
6.1 Veiligheidsvoorschriften voor STO
Gekwaliceerd personeel
Deze apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend door gekwaliceerd personeel.
Gekwaliceerd personeel is gedenieerd als opgeleide medewerkers die bevoegd zijn om apparatuur, systemen en circuits te installeren, in bedrijf te stellen en te onderhouden volgens relevante wetten en voorschriften. Het personeel moet tevens bekend zijn met de instructies en veiligheidsmaatregelen die in deze handleiding staan beschreven.
6.2 Installatie Safe Torque O
Volg voor aansluiting van de motor, de netvoeding en de stuurkabels de instructies voor veilige installatie in hoofdstuk 4 Elektrische installatie op.
Schakel de geïntegreerde STO-functie als volgt in:
1. Verwijder de jumper tussen de stuurklemmen 12 (24 V), 37 en 38. Het doorknippen of breken van de jumper is niet voldoende om kortsluiting te voorkomen. Zie de jumper in Afbeelding 6.3.
6
6
LET OP
Voer na de installatie van STO een inbedrijfstellingstest uit zoals gespeciceerd in hoofdstuk 6.3.3 Inbedrijfstel- lingstest STO-functie. Na de eerste inbedrijfstelling en na elke wijziging aan de veiligheidsvoorziening moet een inbedrijfstellingstest met succes worden afgerond.
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
De STO-functie voorziet NIET in isolatie van de netvoeding naar de frequentieregelaar of hulpcircuits en biedt dus geen elektrische veiligheid. Wanneer de netvoeding niet wordt geïsoleerd van de eenheid en de gespeciceerde wachttijd niet wordt aangehouden, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Voer werkzaamheden aan elektrische
componenten van de frequentieregelaar of de motor enkel uit nadat de netvoeding is geïsoleerd en de gespeciceerde wachttijd in
hoofdstuk 2.3.1 Ontladingstijd is verstreken.
LET OP
Bij het ontwerpen van de machinetoepassing moet u rekening houden met de duur en afstand voor het vrijlopen tot stop (STO). Zie EN 60204-1 voor meer informatie over stopcategorieën.
Afbeelding 6.3 Jumper tussen klem 12 (24 V), 37 en 38
2. Sluit op klem 37 en 38 een dubbelkanaalsbevei­liging (zoals veiligheids-PLC, lichtgordijn, veiligheidsrelais of noodstopknop) aan om een veiligheidstoepassing te vormen. De beveiliging moet voldoen aan het vereiste veiligheidsniveau op basis van de risicobeoordeling. Afbeelding 6.4 toont het bedradingsschema voor STO-toepas­singen waarbij de frequentieregelaar en de veiligheidsvoorziening in dezelfde kast zijn ondergebracht. Afbeelding 6.5 toont het bedradingsschema voor STO-toepassingen waarbij een externe voeding wordt gebruikt.
LET OP
Het STO-signaal moet worden gevoed via PELV.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 41
130BE424.11
37
38
12
55
1
130BE425.12
24 V source
37
38
+
-
12
55
1
Safe Torque O (STO)
VLT® Midi Drive FC 280
Inbedrijfstelling STO
6.3
6.3.1 Activering van Safe Torque O
Om de STO-functie te activeren, moet u de spanning naar klem 37 en 38 van de frequentieregelaar onderbreken.
Wanneer de STO-functie is geactiveerd, genereert de frequentieregelaar alarm 68, Safe Torque O of waarschuwing 68, Safe Torque O en wordt de eenheid uitgeschakeld, waarbij de motor vrijloopt tot stop. Gebruik de STO-functie om de frequentieregelaar in noodsituaties te stoppen. Gebruik de normale stopfunctie in de normale bedrijfsmodus wanneer de STO-functie niet nodig is.
6
1 Beveiliging
Afbeelding 6.4 STO-bedrading in 1 kast, de frequentieregelaar levert de voedingsspanning
1 Beveiliging
Afbeelding 6.5 STO-bedrading, externe voeding
3. Sluit de bedrading aan zoals aangegeven in hoofdstuk 4 Elektrische installatie en:
3a Elimineer kortsluitingsrisico's.
3b Zorg dat de STO-kabels afgeschermd
zijn als ze langer dan 20 m (65,6 ft) zijn of zich buiten de kast bevinden.
3c Sluit de beveiliging rechtstreeks aan op
klem 37 en 38.
LET OP
Als STO actief is wanneer de frequentieregelaar
waarschuwing 8, DC undervoltage (DC-onderspanning) o alarm 8, DC undervoltage (DC-onderspanning) genereert,
slaat de frequentieregelaar alarm 68, Safe Torque O over. De werking van STO wordt hierdoor niet beïnvloed.
6.3.2 Deactivering van Safe Torque O
Volg de instructies in Tabel 6.2 om de STO-functie te deactiveren en normaal bedrijf te hervatten op basis van de herstartmodus van de STO-functie.
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL
Door weer 24 V DC te schakelen op klem 37 of 38 wordt de SIL2 STO-toestand beëindigd en zou de motor kunnen starten. Het onverwachts starten van de motor kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Zorg dat alle veiligheidsmaatregelen zijn
getroen voordat er weer 24 V DC wordt geschakeld op klem 37 en 38.
42 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Safe Torque O (STO) Bedieningshandleiding
Herstartm odus
Handma– tige herstart
Automa­tische herstart
Tabel 6.2 Deactivering STO
Stappen om STO te deactiveren en normaal bedrijf te hervatten
1. Sluit de 24 V DC­voeding weer aan op klem 37 en 38.
2. Verstuur een resetsignaal (via veldbus, digitale I/O of de [Reset]/[O Reset]­toets op het LCP).
Sluit de 24 V DC-voeding weer aan op klem 37 en
38.
Conguratie
herstartmodus
Standaardinstelling.
Parameter 5-19 Terminal 37/38 Safe Torque O =
[1] Safe Torque O Alarm
(Alarm STO)
Parameter 5-19 Terminal 37/38 Safe Torque O =
[3] Safe Torque O
Warning (Waarschuwing
STO).
6.3.3 Inbedrijfstellingstest STO-functie
Voorafgaand aan de ingebruikname moet na het installeren een inbedrijfstellingstest worden uitgevoerd waarbij de STO-functie wordt gebruikt. De test moet worden uitgevoerd na elke aanpassing van de installatie of toepassing waarvan STO deel uitmaakt.
LET OP
Een geslaagde inbedrijfstellingstest van de STO-functie is vereist na de initiële installatie en na elke volgende wijziging aan de installatie.
Een inbedrijfstellingstest uitvoeren:
Volg de instructies in hoofdstuk 6.3.4 Test voor
STO-toepassingen in de handmatige-herstartmodus
als STO is ingesteld op de handmatige­herstartmodus.
Volg de instructies in hoofdstuk 6.3.5 Test voor
STO-toepassingen in de automatische­herstartmodus als STO is ingesteld op de
automatische-herstartmodus.
6.3.4 Test voor STO-toepassingen in de handmatige-herstartmodus
Voor toepassingen waarbij parameter 5-19 Terminal 37/38
Safe Torque O is ingesteld op de standaardwaarde [1] Safe Torque O Alarm (Alarm STO), moet u de inbedrijfstel-
lingstest als volgt uitvoeren:
1. Stel parameter 5-40 Function Relay in op [190] Safe
Function active (Veilige functie actief ).
2. Onderbreek de 24 V DC-spanning naar klem 37 en 38 met behulp van de beveiliging terwijl de motor wordt aangedreven door de frequentiere­gelaar (d.w.z. dat de netvoeding niet wordt onderbroken).
3. Controleer of:
3a De motor vrijloopt. Het kan lang duren
voordat de motor stopt.
3b Alarm 68, Safe Torque
wordt weergegeven als het LCP is gemonteerd. Alarm 68, Safe Torque O wordt gelogd in parameter 15-30 Alarm Log: Error Code als het LCP niet is gemonteerd.
4. Sluit de 24 V DC-voeding weer aan op klem 37 en 38.
5. Controleer of de motor in de vrijloopstatus blijft staan en het door de klant geïnstalleerde relais (als dat is aangesloten) aangesproken blijft.
6. Verstuur een resetsignaal (via veldbus, digitale I/O of de [Reset]/[O Reset]-toets op het LCP).
7. Verzeker u ervan dat de motor weer gaat werken en binnen het oorspronkelijke toerentalbereik loopt.
De inbedrijfstellingstest is geslaagd als alle bovenstaande stappen met goed gevolg zijn uitgevoerd.
O op het LCP
6.3.5 Test voor STO-toepassingen in de automatische-herstartmodus
6
6
Voor toepassingen waarbij parameter 5-19 Terminal 37/38 Safe Torque O is ingesteld op [3] Safe Torque O Alarm (Waarschuwing STO), moet u de inbedrijfstellingstest als
volgt uitvoeren:
1. Onderbreek de 24 V DC-spanning naar klem 37 en 38 met behulp van de beveiliging terwijl de motor wordt aangedreven door de frequentiere­gelaar (d.w.z. dat de netvoeding niet wordt onderbroken).
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 43
Safe Torque O (STO)
VLT® Midi Drive FC 280
6
2. Controleer of:
2a De motor vrijloopt. Het kan lang duren
voordat de motor stopt.
2b Waarschuwing 68, Safe Torque O W68
op het LCP wordt weergegeven als het LCP is gemonteerd. Waarschuwing 68,
Safe Torque O W68 in bit 30 van parameter 16-92 Warning Word wordt
gelogd als het LCP niet is gemonteerd.
3. Sluit de 24 V DC-voeding weer aan op klem 37 en 38.
4. Verzeker u ervan dat de motor weer gaat werken en binnen het oorspronkelijke toerentalbereik loopt.
De inbedrijfstellingstest is geslaagd als alle bovenstaande stappen met goed gevolg zijn uitgevoerd.
LET OP
Zie de waarschuwing over het herstartgedrag in hoofdstuk 6.1 Veiligheidsvoorschriften voor STO.
6.4 Onderhoud en service voor STO
De gebruiker is verantwoordelijk voor het treen
van beveiligingsmaatregelen.
De parameters van de frequentieregelaar kunnen
met een wachtwoord worden beveiligd.
De functionele test bestaat uit 2 delen:
Elementaire functionele test.
Diagnostische functionele test.
Als alle stappen met goed gevolg zijn uitgevoerd, is de functionele test geslaagd.
7. Sluit de 24 V DC-voeding weer aan op klem 37 en 38.
8. Verzeker u ervan dat de motor niet automatisch wordt gestart en enkel herstart na een resetsignaal (via veldbus, digitale I/O of de [Reset]/[O Reset]-toets op het LCP).
Diagnostische functionele test
1. Verzeker u ervan dat waarschuwing 68, Safe Torque O en alarm 68, Safe Torque O niet
optreden wanneer een 24 V-voeding wordt aangesloten op klem 37 en 38.
2. Onderbreek de 24 V-voeding naar klem 37 en verzeker u ervan dat het LCP (als dat is aangesloten) alarm 188, STO Function Fault (Fout STO-functie) weergeeft. Als het LCP niet is gemonteerd, controleer dan of Alarm 188, STO
Function Fault (Fault STO-functie) is gelogd in parameter 15-30 Alarm Log: Error Code.
3. Sluit de 24 V-voeding weer aan op klem 37 en verzeker u ervan dat het resetten van het alarm succesvol is.
4. Onderbreek de 24 V-voeding naar klem 38 en verzeker u ervan dat het LCP (als dat is aangesloten) alarm 188, STO Function Fault (Fout STO-functie) weergeeft. Als het LCP niet is gemonteerd, controleer dan of Alarm 188, STO
Function Fault (Fault STO-functie) is gelogd in parameter 15-30 Alarm Log: Error Code.
5. Sluit de 24 V-voeding weer aan op klem 38 en verzeker u ervan dat het resetten van het alarm succesvol is.
Elementaire functionele test
Als de STO-functie gedurende 1 jaar niet is gebruikt, moet u een elementaire functionele test uitvoeren om eventuele defecten of storingen van STO te detecteren.
1. Zorg ervoor dat parameter 5-19 Terminal 37/38
Safe Torque O is ingesteld op *[1] Safe Torque O Alarm (Alarm STO).
2. Onderbreek de 24 V DC-voeding naar klem 37 en
38.
3. Controleer of alarm 68, Safe Torque O wordt weergegeven op het LCP.
4. Controleer of de frequentieregelaar de eenheid uitschakelt.
5. Controleer of de motor vrijloopt en volledig tot stilstand komt.
6. Verstuur een startsignaal (via veldbus, digitale I/O of het LCP) en verzeker u ervan dat de motor niet start.
44 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Safe Torque O (STO) Bedieningshandleiding
6.5 Technische gegevens STO
De falingstoestand-, eecten- en diagnostische analyse (FMEDA – Failure Modes, Eects, and Diagnostic Analysis) wordt uitgevoerd op basis van de volgende aannames:
VLT® Midi Drive FC 280 beslaat 10% van het totale storingsbudget voor een SIL2-veiligheidslus.
Storingsfrequenties zijn gebaseerd op de Siemens SN29500-database.
Storingsfrequenties zijn constant; slijtagemechanismen zijn niet inbegrepen.
Voor elk kanaal wordt ervan uitgegaan dat de veiligheidsgerelateerde componenten van het type A zijn met een
hardwarefouttolerantie van 0.
De belastingsniveaus zijn gemiddeld voor een industriële omgeving en de bedrijfstemperatuur van componenten
bedraagt maximaal 85 °C (185 °F).
Een veilige fout (bijvoorbeeld een uitgang in veilige toestand) wordt binnen 8 uur hersteld.
Geen afgegeven koppel is de veilige toestand.
Veiligheidsnormen
Veiligheidsfunctie Safe Torque O IEC 61800-5-2
Veiligheidsprestaties
Veiligheid van machines ISO 13849-1, IEC 62061 Functionele veiligheid IEC 61508
ISO 13849-1
Categorie Cat. 3 Diagnostic coverage (DC – diagnos­tische functies) Mean time to dangerous failure (MTTFd – gemiddelde tijd tot gevaarlijke uitval) Prestatieniveau PL d
IEC 61508/IEC 61800-5-2/IEC 62061
Safety Integrity Level (veiligheidsin­tegriteitsniveau) SIL2 Probability of dangerous failure per hour (PFH – waarschijnlijkheid van gevaarlijke uitval per uur) (hogevraagmodus) Probability of dangerous failure on demand (PFD – waarschijnlijkheid van gevaarlijke uitval bij aanvraag) (PFD
voor PTI = 20 jaar)
avg
(lagevraagmodus) Safe failure fraction (SFF – aandeel
van veilige uitval)
Hardware fault tolerance (HFT – hardwarefouttolerantie)
60% (laag)
2400 jaar (hoog)
7.54E-9 (1/h)
6.05E-4
Voor dubbelkanaalsonderdelen: > 84% Voor eenkanaalsonderdelen: > 99% Voor dubbelkanaalsonderdelen: HFT = 1 Voor eenkanaalsonderdelen: HFT = 0
6
6
Prooftestinterval Common cause failure (CCF – falen door gemeenschappelijke oorzaak) Diagnostic test interval (DTI – interval diagnostische test) Systematische geschiktheid SC 2
Reactietijd
Tabel 6.3 Technische gegevens voor STO
1) Reactietijd is de tijd tussen een ingangssignaalconditie die de STO activeert, en het moment dat het koppel van de motor is verwijderd.
2) Zie hoofdstuk 6.4 Onderhoud en service voor STO voor informatie over het uitvoeren van een prooftest.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 45
1)
Responstijd ingang naar uitgang Behuizingsgrootte K1-K3: maximaal 50 ms
2)
20 jaar β = 5%; βD = 5%
160 ms
Behuizingsgrootte K4 en K5: maximaal 30 ms
130BF096.10
FC
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
A OUT
D IN
+24 V
130BE204.11
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
0 ~10 V
+
-
FC
+24 V
Toepassingsvoorbeelden
7 Toepassingsvoorbeelden
VLT® Midi Drive FC 280
7.1 Inleiding
De voorbeelden in deze sectie zijn bedoeld als een snelle referentie voor veelgebruikte toepassingen.
De parameterinstellingen zijn gebaseerd op de
standaard regionale instelling (geselecteerd in parameter 0-03 Regional Settings).
De parameters die betrekking hebben op de
klemmen en bijbehorende instellingen, worden naast de tekeningen weergegeven.
Ook de benodigde schakelinstellingen voor de
analoge klemmen 53 of 54 worden aangegeven.
77
LET OP
Als de STO-functie niet wordt gebruikt, moet er een jumperkabel aanwezig zijn tussen klem 12, 37 en 38 om de frequentieregelaar te laten werken wanneer de standaard fabrieksinstellingen worden gebruikt.
7.2 Toepassingsvoorbeelden
7.2.1 AMA
7.2.2 Toerental
Parameters
Functie Instelling
Parameter 6-10
Terminal 53 Low
Voltage
Parameter 6-11
Terminal 53
High Voltage
Parameter 6-14
Terminal 53 Low
Ref./Feedb.
Value
Parameter 6-15
Terminal 53
High Ref./Feedb.
Value
Parameter 6-19
Terminal 53
mode
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
0,07 V*
10 V*
0
50
[1] Voltage
(Spanning)
Parameters
Functie Instelling
Parameter 1-29 Aut
om. aanpassing
motorgeg. (AMA)
Parameter 5-12 Kle
m 27 digitale
ingang
* = standaardwaarde
Opmerkingen: Stel parame- tergroep 1-2* Motordata in op
basis van de motorspecicaties.
[1]
Volledige
AMA insch.
*[2]
Vrijloop
geïnv.
Tabel 7.2 Analoge snelheidsreferentie (spanning)
LET OP
Stel
Tabel 7.1 AMA, klem 27 aangesloten
parameter 5-12 Terminal 27 Digital Input in op [0] Niet in bedrijf als klem 13 en 27
niet zijn aangesloten.
46 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
130BF097.10
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
4 - 20mA
+
-
FC
+24 V
130BE208.11
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
≈ 5kΩ
FC
+24 V
FC
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
130BF100.10
+24 V
130BB840.12
Speed
Reference
Start (18)
Freeze ref (27)
Speed up (29)
Speed down (32)
Toepassingsvoorbeelden Bedieningshandleiding
Parameters
Functie Instelling
Parameter 6-22
Terminal 54 Low
4 mA*
Current
Parameter 6-23
Terminal 54
20 mA*
High Current
Parameter 6-24
Terminal 54 Low
Ref./Feedb.
0
Value
Parameter 6-25
Terminal 54
High Ref./Feedb.
50
Value
Parameter 6-29
Terminal 54
mode
[0] Current
(Stroom)
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Parameters
Parameter 5-10 Kl
em 18 digitale
ingang
Parameter 5-12 Kl
em 27 digitale
ingang
Parameter 5-13 Kl
em 29 digitale
ingang
Parameter 5-14 Kl
em 32 digitale
ingang
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Tabel 7.5 Snelheid omhoog/omlaag
Functie Instelling
*[8] Start
[19] Ref.
vasthouden
[21] Snelh.
omh.
[22] Snelh.
omlaag
7 7
Tabel 7.3 Analoge snelheidsreferentie (stroom)
Parameters
Functie Instelling
Parameter 6-10 Kl
em 53 lage
0,07 V*
spanning
Parameter 6-11 Kl
em 53 hoge
10 V*
Afbeelding 7.1 Snelheid omhoog/omlaag
spanning
Parameter 6-14 Kl
em 53 lage ref./
terugkopp.
0
waarde
Parameter 6-15 Kl
em 53 hoge ref./
terugkopp.
50
waarde
Parameter 6-19 T
Tabel 7.4 Snelheidsreferentie (via een handmatige potentiometer)
erminal 53 mode
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
[1] Spanning
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 47
130BF098.10
FC
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
12
19
18
27
29
32
33
50
53
54
55
42
+24 V 13
130BF099.10
FC
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
+24 V
130BE210.11
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
FC
D IN
+24 V
Toepassingsvoorbeelden
VLT® Midi Drive FC 280
7.2.3 Start/Stop
Parameters
Functie Instelling
Parameter 5-10 Kle
m 18 digitale
ingang
Parameter 5-11 Kle
m 19 digitale
ingang
Parameter 5-12 Kle
m 27 digitale
[8] Start
*[10]
Omkeren
[0] Niet in
bedrijf
7.2.4 Externe reset na alarm
Parameters
Functie Instelling
Parameter 5-11
Klem 19 digitale
ingang
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
[1] Alarm
resetten
ingang
Parameter 5-14 Kle
m 32 digitale
[16] Ingest.
ref. bit 0
ingang
Parameter 5-15 Kle
77
m 33 digitale
[17] Ingest.
ref. bit 1
ingang
Parameter 3-10 Ing
estelde ref.
Preset ref. 0 (Ingest. ref. 0) Preset ref. 1 (Ingest. ref. 1) Preset ref. 2
25% 50% 75% 100%
Tabel 7.7 Externe reset na alarm
7.2.5 Motorthermistor
(Ingest. ref. 2) Preset ref. 3 (Ingest. ref. 3) * = standaardwaarde
Opmerkingen:
LET OP
Om te voldoen aan de PELV-isolatievereisten, moeten thermistors zijn voorzien van versterkte of dubbele isolatie.
Parameters
Functie Instelling Tabel 7.6 Start/stop met omkeren en 4 vooraf ingestelde toerentallen
Parameter 1-90
Therm.
[2] Thermisto-
ruitsch
motorbevei-
liging
Parameter 1-93
Thermistorbron
Parameter 6-19
Terminal 53
mode
Tabel 7.8 Motorthermistor
* = standaardwaarde
Opmerkingen:
Stel parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging in op [1] Thermistorwaarsch. als alleen
een waarschuwing nodig is.
[1] Anal.
ingang 53
[1] Voltage
(Spanning)
48 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
FC
+24 V
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
D IN
+10 V
A IN
A IN
COM
A OUT
R1
12
13
18
19
27
29
32
33
50
53
54
55
42
01
02
03
130BE211.11
+24 V
Toepassingsvoorbeelden Bedieningshandleiding
7.2.6 SLC
Parameters
Functie Instelling
Parameter 4-30 Motorterugkop­pelingsverliesfunc tie
[1] Waarschuwin g
Parameter 4-31 Motorterugkop-
50
pelingssnelh. fout Parameter 4-32 Motorterugkop­pelingsverliestime
5 s
-out Parameter 7-00 T erugk.bron snelheids-PID
[1] 24V­encoder
Parameter 5-70 T erm 32/33 Pulses
1024*
Per Revolution Parameter 13-00 SL- control-
[1] Aan lermodus Parameter 13-01 Gebeurt. starten
[19]
Waarschuwin
g Parameter 13-02 Gebeurt. stoppen Parameter 13-10 Comparator­operand
[44] Toets
Reset
[21]
Waarsch.num
mer Parameter 13-11 Comparator-
*[1] ≈ operator Parameter 13-12 Comparator-
61
waarde Parameter 13-51 SL Controller Event Parameter 13-52 SL-controlleractie
[22]
Comparator 0
[32] Dig.
uitgang A
laag Parameter 5-40 F unctierelais
[80] SL dig.
uitgang A
* = standaardwaarde
Parameters
Opmerkingen:
Als de limiet van de terugkop­pelingsbewaking wordt overschreden, wordt
waarschuwing 61, Feedback monitor (Terugkoppelingsbe­waking) gegenereerd. De SLC bewaakt waarschuwing 61, Feedback monitor (Terugkoppe­lingsbewaking) Als waarschuwing 61 Feedback Monitor (Terugkoppelingsbe­waking) true wordt, wordt
relais 1 aangesproken. Via externe apparatuur kan worden aangegeven dat er onderhoud nodig is. Als de terugkoppelingsfout binnen 5 s weer tot onder de limiet zakt, blijft de frequentieregelaar werken en verdwijnt de waarschuwing. Relais 1 blijft echter aangesproken totdat [O/Reset] wordt ingedrukt.
Tabel 7.9 SLC gebruiken om een relais in te stellen
7 7
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 49
Setup 1
Status
Quick Menu
Main Menu
130BD111.10
Onderhoud, diagnose en prob...
VLT® Midi Drive FC 280
8 Onderhoud, diagnose en problemen verhelpen
8.1 Onderhoud en service
Bij normale bedrijfscondities en belastingproelen is de frequentieregelaar onderhoudsvrij gedurende zijn volledige levensduur. Om uitval, gevaar en schade te voorkomen, moet u de frequentieregelaar regelmatig inspecteren op een stevige bevestiging van de klemaansluitingen, binnen­dringing van stof enzovoort; de frequentie hiervan is afhankelijk van de bedrijfscondities. Vervang versleten of beschadigde onderdelen door originele reserveonderdelen of standaard onderdelen. Neem voor service en ondersteuning contact op met de Danfoss-leverancier in uw regio.
WAARSCHUWING
ONBEDOELDE START
Wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op de
88
netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of tot schade aan apparatuur of eigendommen. De motor kan worden gestart door een externe schakelaar, een veldbus­commando, een ingangsreferentiesignaal vanaf het LCP, via externe bediening met behulp van MCT 10 setupsoftware of door het opheen van een foutconditie.
Om een onbedoelde motorstart te voorkomen:
Onderbreek de netvoeding naar de frequentie-
regelaar.
Druk op [O/Reset] op het LCP voordat u
parameters gaat programmeren.
Zorg dat de frequentieregelaar, motor en
eventuele door de motor aangedreven werktuigen volledig bedraad en gemonteerd zijn voordat u de frequentieregelaar aansluit op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing.
8.2 Waarschuwings- en alarmtypen
Waarschuwings-/ alarmtype
Waarschuwing Een waarschuwing geeft een abnormale
Alarm Een alarm geeft een fout aan die
Uitschakeling (trip)
Bij een uitschakeling (trip) schort de frequentieregelaar de werking op om schade aan de frequentieregelaar en andere apparatuur te voorkomen. Na een uitschakeling (trip) loopt de motor vrij uit tot stop. De logica van de frequentieregelaar blijft werken en blijft de status van de frequentieregelaar bewaken. Nadat de foutconditie is opgeheven, kan de frequentieregelaar worden gereset.
Uitschakeling met blokkering
Bij een uitschakeling met blokkering schort de frequentie­regelaar de werking op om schade aan de frequentieregelaar en andere apparatuur te voorkomen. Na een uitschakeling met blokkering loopt de motor vrij uit tot stop. De logica van de frequentieregelaar blijft werken en blijft de status van de frequentieregelaar bewaken. Een uitschakeling met blokkering vindt alleen plaats bij ernstige storingen die schade kunnen toebrengen aan de frequentieregelaar of andere apparatuur. Nadat de fouten zijn opgeheven, moet u spanning af- en weer inschakelen voordat u de frequentieregelaar kunt resetten.
Beschrijving
bedrijfsconditie aan die tot een alarm leidt. Een waarschuwing verdwijnt wanneer de abnormale conditie is opgeheven.
onmiddellijk aandacht vereist. De fout veroorzaakt altijd een uitschakeling (trip) of een uitschakeling met blokkering. Reset de frequentieregelaar na een alarm. Reset de frequentieregelaar op een van de volgende 4 manieren:
Druk op [Reset]/[O/Reset].
Resetcommando via een digitale ingang.
Resetcommando via seriële
communicatie.
Automatische reset.
Waarschuwings- en alarmdisplay
8.3
Afbeelding 8.1 Waarschuwingsdisplay
50 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Setup 1
Status Quick
Menu
Main Menu
130BD112.10
130BD062.10
D
Hand
On
Reset
Auto
On
OK
On
Warn
Alarm
Onderhoud, diagnose en prob... Bedieningshandleiding
Een alarm of een alarm met uitschakeling en blokkering wordt samen met het alarmnummer op het display weergegeven.
Afbeelding 8.2 Alarm/Alarm met uitschakeling en blokkering
Behalve de tekst en de alarmcode op het display van de frequentieregelaar zijn er ook 3 statuslampjes. Het waarschuwingslampje is geel tijdens een waarschuwing. Het alarmlampje is rood en knippert tijdens een alarm.
Afbeelding 8.3 Statusindicatielampjes
8 8
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 51
Onderhoud, diagnose en prob...
VLT® Midi Drive FC 280
8.4 Lijst met waarschuwingen en alarmen
8.4.1 Lijst met waarschuwings- en alarmcodes
De aanduiding (X) in Tabel 8.1 geeft aan dat de waarschuwing of het alarm is opgetreden.
Waarschu
Nr. Beschrijving
2 Live zero-fout X X
3 Geen motor X
4
Voedingsfaseverlies
7
DC-overspanning
8
DC-onderspanning
88
9 Inverter overbelast X X
10 Overtemperatuur motor-ETR X X
Overtemperatuur motorther-
11
mistor
12 Koppelbegrenzing X X
13 Overstroom X X X
14 Aardfout X X Ontlading van de uitgangsfasen naar aarde. 16 Kortsluiting X X Kortsluiting in de motor of op de motorklemmen. 17 Stuurwoordtime-out X X Geen communicatie met de frequentieregelaar.
25 Kortsluiting remweerstand X X
26 Rem overbelast X X
Rem-IGBT/remchopper kortge-
27
sloten 28 Remtest X De remweerstand is niet aangesloten of werkt niet. 30 Verlies U-fase X X Motorfase U ontbreekt. Controleer de fase. 31 Verlies V-fase X X Motorfase V ontbreekt. Controleer de fase. 32 Verlies W-fase X X Motorfase W ontbreekt. Controleer de fase.
34 Veldbusfout X X
35 Optiefout X De veldbus detecteert interne fouten.
1)
1)
1)
wing
X X X
X X
X X
X X
X X
Alarm Uitscha-
keling met blokkering
Oorzaak
Het signaal op klem 53 of 54 is minder dan 50% van de waarde die is ingesteld in parameter 6-10 Terminal 53 Low
Voltage, parameter 6-20 Terminal 54 Low Voltage en parameter 6-22 Terminal 54 Low Current.
Er is geen motor aangesloten op de uitgang van de frequentieregelaar. Ontbrekende fase aan voedingszijde of onbalans netspanning te hoog. Controleer de voedingsspanning. De DC-tussenkringspanning is hoger dan de limiet.
De DC-tussenkringspanning is lager dan de waarschu­wingslimiet voor lage spanning. Een belasting van meer dan 100% gedurende een te lange tijd. Motor is te warm vanwege een belasting van meer dan 100% gedurende een te lange tijd. De thermistor of de thermistoraansluiting is uitgeschakeld of de motor is te warm. Het koppel is hoger dan de waarde die is ingesteld in
parameter 4-16 Torque Limit Motor Mode of parameter 4-17 Torque Limit Generator Mode.
Piekstroombegrenzing van de omvormer is overschreden. Als dit alarm optreedt tijdens het inschakelen, moet u controleren of de voedingskabels per ongeluk zijn aangesloten op de motorklemmen.
De remweerstand is kortgesloten en de remfunctie is daarom afgeschakeld. Het vermogen dat in de afgelopen 120 s naar de remweerstand is overgebracht, overschrijdt de limiet. Mogelijke correcties: verminder de remenergie door middel van een lager toerental of een langere ramp-tijd. De remtransistor is kortgesloten en de remfunctie is daarom afgeschakeld.
Er zijn problemen opgetreden met de PROFIBUS­communicatie.
52 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Onderhoud, diagnose en prob... Bedieningshandleiding
Waarschu
Nr. Beschrijving
36 Netstoring X X
38 Interne fout X X Neem contact op met de Danfoss-leverancier in uw regio.
40 Overbelasting klem 27 X
46 Spanningsfout gate driver X X – 47 24 V-voeding laag X X X 24 V DC-voeding is mogelijk overbelast.
49 Snelheidsbegrenzing X
50 AMA-kalibratie mislukt X Er is een kalibratiefout opgetreden.
51 AMA controleer U
52 AMA lage I
53 AMA grote motor X
54 AMA kleine motor X
55 AMA-parameterbereik X
56 AMA onderbr. X De AMA is onderbroken. 57 AMA time-out X – 58 AMA intern X Neem contact op met Danfoss. 59 Stroomgrens X X De frequentieregelaar is overbelast. 60 Ext. vergrendeling X De externe vergrendeling is ingeschakeld. 61 Encoderverlies X X
63 Mechanische rem laag X
65 Temp. stuurkaart X X X
67 Optiewijziging X
68
Safe Torque O
69 Temp. voed.krt X X X
Omvormer ingesteld op 80
standaardwaarden
nom
en I
nom
nom
2)
wing
X
X Motorstroom is te laag. Controleer de instellingen.
X X
X
Alarm Uitscha-
keling met blokkering
Oorzaak
Deze waarschuwing/dit alarm is alleen actief als de netspanning naar de frequentieregelaar lager is dan de ingestelde waarde in parameter 14-11 Mains Fault Voltage Level en parameter 14-10 Mains Failure NIET is ingesteld op [0] Geen functie.
Controleer de belasting die is aangesloten op klem 27, of verwijder de aansluiting die kortsluiting veroorzaakt.
Het motortoerental is lager dan de in parameter 1-87 Uitsch lg snelh [Hz] ingestelde limiet.
Onjuiste instelling voor motorspanning en/of motorstroom.
De vermogensklasse van de motor is te groot om een AMA te kunnen uitvoeren. De vermogensklasse van de motor is te klein om een AMA te kunnen uitvoeren. De parameterinstellingen voor de motor vallen buiten het toegestane bereik. AMA kan niet worden uitgevoerd.
De huidige motorstroom heeft het niveau van de remvrij­gavestroom niet overschreden binnen de ingestelde tijd voor de startvertraging. De temperatuur van de stuurkaart heeft de maximaal toegestane uitschakeltemperatuur overschreden. Er is een nieuwe optie gedetecteerd of een gemonteerde optie is verwijderd. STO is geactiveerd. Als STO in de handmatige­herstartmodus staat (standaard), moet u 24 V DC op klem 37 en 38 schakelen en een resetsignaal versturen (via veldbus, digitale I/O of de [Reset]/O Reset]-toets) om normaal bedrijf te hervatten. Als STO in de automatische­herstartmodus staat, keert de frequentieregelaar automatisch terug naar normaal bedrijf zodra 24 V DC wordt geschakeld op klem 37 en 38. De temperatuur van de voedingskaart heeft de maximaal toegestane uitschakeltemperatuur overschreden. Alle parameterinstellingen zijn teruggezet naar de standaardinstellingen.
8 8
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 53
Onderhoud, diagnose en prob...
VLT® Midi Drive FC 280
Waarschu
Nr. Beschrijving
87 Auto DC-remmen X
88 Optiedetectie X X De optie is met succes verwijderd. 95 Defecte band X X
99 Rotor geblokkeerd X
120 Fout positieregeling X – 126 Motor draait X De PM-motor draait bij het uitvoeren van een AMA.
127 Tegen-EMK te hoog X
188
88
Interne fout STO
nw
Not while running (Niet tijdens
run
bedrijf)
Fout Verkeerd wachtwoord ingevoerd
2)
wing
X
Alarm Uitscha-
keling met blokkering
Oorzaak
Treedt op bij werking op IT-net wanneer de frequentiere­gelaar vrijloopt en de DC-spanning hoger is dan 830 V voor 400 V-eenheden of hoger is dan 425 V voor 200 V­eenheden. De motor verbruikt de energie in de DC­tussenkring. De functie kan worden ingeschakeld/ uitgeschakeld in parameter 0-07 Auto DC Braking.
De rotor is geblokkeerd.
De tegen-EMK van de PM-motor is te hoog vóór het starten. De 24 V DC-voeding is aangesloten op slechts 1 van de 2 STO-klemmen (37 en 38) of er is een storing in de STO­kanalen gedetecteerd. Zorg ervoor dat beide klemmen worden gevoed door de 24 V DC-voeding en dat de discrepantie tussen de signalen op de 2 klemmen minder dan 12 ms bedraagt. Neem contact op met de Danfoss­leverancier in uw regio als de fout hierdoor niet verdwijnt. Parameters kunnen uitsluitend worden gewijzigd wanneer de motor gestopt is. Treedt op wanneer een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd om een parameter met wachtwoordbeveiliging te wijzigen.
Tabel 8.1 Lijst met waarschuwings- en alarmcodes
1) Netvervormingen kunnen deze fouten veroorzaken. Het installeren van een Danfoss-lijnlter kan dit probleem mogelijk verhelpen.
2) Dit alarm kan niet automatisch worden gereset via parameter 14-20 Reset Mode.
Lees de alarmwoorden, waarschuwingswoorden en uitgebreide statuswoorden uit voor diagnose.
Bit Hex Dec
000000
0
1
2
01
000000
02
000000
04
1 Remtest Gereserveerd
2
4
Alarmwoord
(parameter 16-
90 Alarm
Word)
Pwr.Card Temp
(Temp.
voed.krt)
Earth Fault
(Aardfout)
Alarmwoord
2
(parameter 16
-91 Alarm
Word 2)
Spanningsfout
gate driver
Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Start CW/CCW
Alarmwoord 3
(parameter 16-
97 Alarm Word
3)
STO function
fault (Fout
STO-functie)
MM alarm
Waarschu-
wingswoord
(parameter 16-
92 Warning
Word)
Gereserveerd Gereserveerd
Pwr.Card Temp
(Temp.
voed.krt)
Waarschu­wingswoord 2 (parameter 16-
93 Warning
Word 2)
Gereserveerd
Uitgebreid
statuswoord
(parameter 16-9
4 Ext. Status
Word)
Ramping (Aan-/
uitlopen)
AMA tuning (AMA actief)
Uitgebreid
statuswoor
d 2
(parameter
16-95 Ext.
Status Word
2)
Uit
Hand/Auto
Probus
OFF1 active
(Probus
UIT1 actief)
54 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Onderhoud, diagnose en prob... Bedieningshandleiding
Alarmwoord
2
(parameter 16
-91 Alarm
Word 2)
Alarmwoord 3
(parameter 16-
97 Alarm Word
3)
Bit Hex Dec
Alarmwoord
(parameter 16-
90 Alarm
Word)
Waarschu-
wingswoord
(parameter 16-
92 Warning
Word)
Waarschu­wingswoord 2 (parameter 16-
93 Warning
Word 2)
Uitgebreid
statuswoord
(parameter 16-9
4 Ext. Status
Word)
Uitgebreid
statuswoor
d 2
(parameter
16-95 Ext.
Status Word
2)
10
11
12
13
14
15
16
17
3
4
5
6
7
8
9
000000
08
000000
10
000000
20
000000
40
000000
80
000001
00
000002
00
000004
00
000008
00
000010
00
000020
00
000040
00
000080
00
000100
00
000200
00
Ctrl. card temp
8
(Stuurkaarttem
p.)
16
32
64
128
256
512
1024
2048
4096
8192 Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Remmen
16384 Faseverl. netv. Gereserveerd Gereserveerd Faseverl. netv. Gereserveerd Gereserveerd
32768 AMA niet OK Gereserveerd Gereserveerd Geen motor
65536 Live zero-fout Gereserveerd Gereserveerd Live zero-fout Gereserveerd AC-rem Jog
131072 Interne fout Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Startverzoek
Word TO
(Stuurw. t-o)
Overcurrent
(Overstroom)
Torque limit
(Koppelbe-
grenzing)
Motor th over
(Overtemp
motorth.)
Motor ETR
Over
(Overtemp
motor-ETR)
Inverter Overld.
(Inverter
overb.)
DC undervolt.
(DC­onderspann.) DC overvolt.
(DC-
overspann.)
Short circuit
(Kortsluiting)
Gereserveerd Gereserveerd
Gereserveerd Gereserveerd
Gereserveerd Gereserveerd
Gereserveerd Gereserveerd
Gereserveerd Gereserveerd
Broken belt
(Defecte
band)
Gereserveerd Gereserveerd
Start failed
(Start mislukt)
Speed limit
(Snelheidsbe-
grenzing)
External
interlock
(Externe vergren-
deling)
Gereserveerd
Gereserveerd
Gereserveerd
Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Max. remmen
Ctrl. card temp (Stuurkaarttem
p.)
Word TO
(Stuurw. t-o)
Overcurrent
(Overstroom)
Torque limit
(Koppelbe-
grenzing)
Motor th over
(Overtemp
motorth.)
Motor ETR
Over (Overtemp motor-ETR)
Inverter
Overld.
(Inverter
overb.)
DC undervolt.
(DC-
onderspann.)
DC overvolt.
(DC-
overspann.)
Gereserveerd
Gereserveerd
Gereserveerd
Gereserveerd
Gereserveerd
Broken belt
(Defecte band)
Gereserveerd
Gereserveerd
Gereserveerd
Auto DC-
remmen
Slowdown
(Vertragen)
Catch up
(Versnellen)
Feedback high (Terugk. hoog)
Feedback low (Terugk. laag)
Output current
high (Uitgangs-
stroom hoog)
Output current low (Uitgangs-
stroom laag)
Output freq.
high
(Uitgangsfreq.
hoog)
Output freq. low
(Uitgangsfreq.
laag)
Brake check OK
(Remtest OK)
OVC actief Jog-verzoek
Probus
OFF2 active
(Probus
UIT2 actief)
Probus
OFF3 active
(Probus
UIT3 actief) Gereserve–
erd
Gereserve–
erd
Control
Ready
(Besturing
gereed)
Frequency
converter
ready
(Frequentie-
regelaar
gereed)
Quick stop
(Snelle stop)
DC brake
(DC-rem)
Stop
Gereserve–
erd
Verzoek
vasth.
Uitgang
vasth.
8 8
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 55
Onderhoud, diagnose en prob...
Alarmwoord
Bit Hex Dec
000400
18
000800
19
001000
20
002000
21
004000
22
88
008000
23
010000
24
020000
25
040000
26
08000000134217728Brake IGBT
27
10000000268435456Option change
28
2000000053687091
29
4000000010737418
30
8000000021474836
31
262144 Rem overbelast Gereserveerd Gereserveerd
00
524288 Verlies U-fase Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Referentie hoog
00
1048576 Verlies V-fase Optiedetectie Gereserveerd Gereserveerd
00
2097152 Verlies W-fase Optiefout Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Slaap
00
4194304 Veldbusfout
00
8388608
00
16777216 Netstoring Gereserveerd Gereserveerd Netstoring Gereserveerd Gereserveerd Bypass
00
33554432 Gereserveerd Stroomgrens Gereserveerd Stroomgrens Gereserveerd Gereserveerd
00
67108864 Remweerstand Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd
00
(parameter 16-
90 Alarm
Word)
24 V-voeding
laag
(Rem-IGBT)
(Optiewijziging)
Frequency
converter initialized
2
(Frequentiere-
gelaar
geïnitialiseerd)
Safe Torque O Gereserveerd Gereserveerd
24
Mech. brake
low (Mech. rem
48
laag)
VLT® Midi Drive FC 280
Alarmwoord
2
(parameter 16
-91 Alarm
Word 2)
Rotor geblokkeerd Position ctrl.
fault (Fout
positiereg.)
Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd
Gereserveerd Gereserveerd
Encoder loss
(Encoder-
verlies)
Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd
Alarmwoord 3
(parameter 16-
97 Alarm Word
3)
Gereserveerd Veldbusfout
Gereserveerd
Gereserveerd Gereserveerd
Waarschu-
wingswoord
(parameter 16-
92 Warning
Word)
Begrenzing
remweer-
standsvermog
en
24 V-voeding
laag
Encoder loss
(Encoder-
verlies)
Safe Torque
O
Waarschu­wingswoord 2 (parameter 16-
93 Warning
Word 2)
Gereserveerd Gereserveerd Start
Overbelasting
klem 27
Geheugen-
module
Gereserveerd Gereserveerd Actief
Gereserveerd Gereserveerd
Back-EMF too
High (Tegen-
EMK te hoog)
Gereserveerd Gereserveerd
Uitgebreid
statuswoord
(parameter 16-9
4 Ext. Status
Word)
Referentie laag
Gereserveerd Slaap boost
Gereserveerd
Database busy
(Database bezig)
Uitgebreid
statuswoor
d 2
(parameter
16-95 Ext.
Status Word
2)
Gereserve–
erd
Startver-
traging
Gereserve–
erd
External
interlock
(Externe
vergren-
deling)
Gereserve–
erd
FlyStart
Active
(Vlieg. start
actief)
Heat sink
clean
warning
(Reinigings-
waarsch.
koellicha–
am)
Gereserve–
erd
Gereserve–
erd
Tabel 8.2 Beschrijving van alarmwoord, waarschuwingswoord en uitgebreid statuswoord
56 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Onderhoud, diagnose en prob... Bedieningshandleiding
8.5 Problemen verhelpen
Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing
Druk op [Auto On] of [Hand On]
Motor loopt niet
Motor draait in verkeerde richting
De motor bereikt het maximale toerental niet
Motortoerental is instabiel
Motor draait ongelijkmatig
Motor remt niet
Stop via LCP Controleer of [O] werd ingedrukt.
Controleer of parameter 5-10 Klem 18
Ontbrekend startsignaal (stand-by)
Motorvrijloopsignaal actief (motor loopt vrij)
Verkeerde bron voor referentie­signaal
Draaibegrenzing motor
Omkeersignaal actief
Aansluiting motorfase verkeerd
Frequentielimieten zijn verkeerd ingesteld
Referentiesignaal niet correct geschaald
Parameterinstellingen mogelijk verkeerd
Mogelijke overmagnetisering
Remparameters mogelijk verkeerd ingesteld. Uitlooptijden mogelijk te kort.
digitale ingang correct is ingesteld voor klem 18 (gebruik standaardin­stelling). Controleer of parameter 5-12 Terminal 27 Digital Input correct is ingesteld voor klem 27 (gebruik standaardin­stelling). Controleer het volgende:
Is het referentiesignaal lokaal,
extern of een busreferentie?
Is er een digitale referentie actief?
Is de klemaansluiting correct?
Is de schaling van de klemmen
correct?
Is het referentiesignaal
beschikbaar?
Controleer of
parameter 4-10 Draairichting motor
correct is geprogrammeerd. Controleer of er een omkeer­commando voor de klem is geprogrammeerd via parametergroep
5-1* Digitale ingangen. Wijzig parameter 1-06 Clockwise Direction.
Controleer de uitgangslimieten in
parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] en parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq.
Controleer de schaling van het referentiesignaal in parametergroep 6-
** Analoog In/Uit en parametergroep
3-1* Referenties.
Controleer de instellingen van alle motorparameters, inclusief alle motorcompensatie-instellingen. Bij een regeling met terugkoppeling: controleer de PID-instellingen.
Controleer de motorinstellingen in alle motorparameters.
Controleer de remparameters. Controleer de ramp-tijdinstellingen.
(afhankelijk van de bedieningsmodus) om de motor te activeren.
Geef een geldig startsignaal om de motor te starten.
Schakel 24 V op klem 27 of stel de klem in voor [0] Niet in bedrijf.
Programmeer de juiste instellingen. Programmeer de actieve digitale referentie in parametergroep 3-1* Referenties. Controleer op een juiste bedrading. Controleer de schaling van de klemmen. Controleer het referen­tiesignaal.
Programmeer de juiste instellingen.
Schakel het omkeersignaal uit.
Programmeer de juiste limieten.
Programmeer de juiste instellingen.
Controleer de instellingen in parame-
tergroep 6-** Analoog In/Uit.
Controleer de motorinstellingen in
parametergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav. motordata en 1-5* Bel. onafh.
inst.
Controleer parametergroep 2-0* DC­rem en 3-0* Ref. begrenz.
8 8
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 57
Onderhoud, diagnose en prob...
Symptoom Mogelijke oorzaak Test Oplossing
Fase naar fase kortgesloten
Open voedingszeke­ringen of geactiveerde circuit­breaker
Onbalans van de netstroom groter dan 3%
88
Onbalans van de motorstroom groter dan 3%
Akoestische ruis of trillingen (bijvoorbeeld een ventilatorblad dat geluid maakt of trillingen bij bepaalde frequenties)
Overbelasting motor
Losse aansluitingen
Netvoedingsprobleem (zie beschrijving bij alarm 4, Mains phase loss (Voedingsfaseverlies))
Probleem met de frequentieregelaar
Probleem met de motor of de motorkabels
Probleem met de frequentieregelaar
Resonantie, bijvoorbeeld in het motor-/ventilatorsysteem
VLT® Midi Drive FC 280
De motor of het paneel heeft een kortgesloten fase naar fase. Controleer de motor en het paneel op kortsluiting tussen twee fasen.
De motor is overbelast voor de toepassing.
Voer een prestartcontrole uit om losse aansluitingen op te sporen.
Schuif de ingaande voedingsdraden naar de frequentieregelaar 1 positie op: A naar B, B naar C, C naar A.
Schuif de ingaande voedingsdraden naar de frequentieregelaar 1 positie op: A naar B, B naar C, C naar A.
Schuif de uitgaande motordraden 1 positie op: U naar V, V naar W, W naar U.
Schuif de uitgaande motordraden 1 positie op: U naar V, V naar W, W naar U.
Bypass kritische frequenties met behulp van de parameters in parame-
tergroep 4-6* Snelh.-bypass.
Schakel overmodulatie uit in parameter 14-03 Overmodulation.
Verhoog de resonantiedemping in parameter 1-64 Resonance Dampening.
Hef eventuele kortsluitingen op.
Voer een opstarttest uit en controleer of de motorstroom voldoet aan de specicaties. Als de motorstroom hoger is dan de op het typeplaatje vermelde vollaststroom, dan moet de belasting op de motor worden verlaagd. Raadpleeg de specicaties voor de toepassing.
Zet losse aansluitingen vast.
Als de niet-gebalanceerde zijde met de draad mee verschuift, is er sprake van een voedingsprobleem. Controleer de netvoeding. Als de niet-gebalanceerde zijde zich nog steeds op dezelfde ingangsklem bevindt, is er een probleem met de eenheid. Neem contact op met de leverancier. Als de niet-gebalanceerde zijde met de draad mee verschuift, is er een probleem met de motor of de motorbedrading. Controleer de motor en de motorbedrading. Als de niet-gebalanceerde zijde zich nog steeds op dezelfde uitgangsklem bevindt, is er een probleem met de eenheid. Neem contact op met de leverancier.
Controleer of de ruis en/of trillingen zijn verlaagd tot een acceptabel niveau.
Tabel 8.3 Problemen verhelpen
58 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Specicaties Bedieningshandleiding
9 Specicaties
9.1 Elektrische gegevens
Frequentieregelaar typisch asvermogen [kW (pk)]
Beschermingsklasse behuizing IP 20 (IP 21/Type 1 als optie)
Uitgangsstroom
Asvermogen [kW] 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 Continu (3 x 380-440 V) [A] 1,2 1,7 2,2 3 3,7 5,3 7,2 Continu (3 x 441-480 V) [A] 1,1 1,6 2,1 2,8 3,4 4,8 6,3 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 1,9 2,7 3,5 4,8 5,9 8,5 11,5 Continu kVA (400 V AC) [kVA] 0,9 1,2 1,5 2,1 2,6 3,7 5,0 Continu kVA (480 V AC) [kVA] 0,9 1,3 1,7 2,5 2,8 4,0 5,2
Maximale ingangsstroom
Continu (3 x 380-440 V) [A] 1,2 1,6 2,1 2,6 3,5 4,7 6,3 Continu (3 x 441-480 V) [A] 1,0 1,2 1,8 2,0 2,9 3,9 4,3 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 1,9 2,6 3,4 4,2 5,6 7,5 10,1
Meer specicaties
Maximale kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing) [mm² (AWG)] Geschat vermogensverlies bij nominale maximumbelasting [W] Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 20, [kg (lb)] Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 21, [kg (lb)]
Rendement [%]
1)
2)
PK37
0,37 (0,5)
K1 K1 K1 K1 K1 K1 K2
20,9 25,2 30 40 52,9 74 94,8
2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,5 (5,5) 3,6 (7,9)
4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 5,5 (12,1)
96,0 96,6 96,8 97,2 97,0 97,5 98,0
PK55
0,55
(0,75)
PK75
0,75
(1,0)
P1K1
1,1
(1,5)
4 (12)
P1K5
1,5
(2,0)
P2K2
2,2
(3,0)
P3K0
3,0
(4,0)
9 9
Tabel 9.1 Netvoeding 3 x 380-480 V AC
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 59
Specicaties
VLT® Midi Drive FC 280
Frequentieregelaar typisch asvermogen [kW (pk)]
Beschermingsklasse behuizing IP 20 (IP 21/Type 1 als optie)
Uitgangsstroom
Asvermogen 4 5,5 7,5 11 15 18,5 22 Continu (3 x 380-440 V) [A] 9 12 15,5 23 31 37 42,5 Continu (3 x 441-480 V) [A] 8,2 11 14 21 27 34 40 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 14,4 19,2 24,8 34,5 46,5 55,5 63,8 Continu kVA (400 V AC) [kVA] 6,2 8,3 10,7 15,9 21,5 25,6 29,5 Continu kVA (480 V AC) [kVA] 6,8 9,1 11,6 17,5 22,4 28,3 33,3
Maximale ingangsstroom
Continu (3 x 380-440 V) [A] 8,3 11,2 15,1 22,1 29,9 35,2 41,5 Continu (3 x 441-480 V) [A] 6,8 9,4 12,6 18,4 24,7 29,3 34,6 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 13,3 17,9 24,2 33,2 44,9 52,8 62,3
Meer specicaties
Maximale kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing) [mm² (AWG)] Geschat vermogensverlies bij nominale maximumbelasting [W] Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 20, [kg (lb)]
99
Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 21, [kg (lb)]
Rendement [%]
1)
2)
P4K0
4
(5,5)
K2 K2 K3 K4 K4 K5 K5
115,5 157,5 192,8 289,5 393,4 402,8 467,5
3,6 (7,9) 3,6 (7,9) 4,1 (9,0) 9,4 (20,7) 9,5 (20,9) 12,3 (27,1) 12,5 (27,6)
5,5 (12,1) 5,5 (12,1) 6,5 (14,3) 10,5 (23,1) 10,5 (23,1) 14,0 (30,9) 14,0 (30,9)
98,0 97,8 97,7 98,0 98,1 98,0 98,0
P5K5
5,5
(7,5)
4 (12) 16 (6)
P7K5
7,5
(10)
P11K
11
(15)
P15K
15
(20)
P18K
18,5
(25)
P22K
22
(30)
Tabel 9.2 Netvoeding 3 x 380-480 V AC
Frequentieregelaar typisch asvermogen [kW (pk)]
Beschermingsklasse behuizing IP 20 (IP 21/Type 1 als optie)
Uitgangsstroom
Continu (3 x 200-240 V) [A] 2,2 3,2 4,2 6 6,8 9,6 15,2 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 3,5 5,1 6,7 9,6 10,9 15,4 24,3 Continu kVA (230 V AC) [kVA] 0,9 1,3 1,7 2,4 2,7 3,8 6,1
Maximale ingangsstroom
Continu (3 x 200-240 V) [A] 1,8 2,7 3,4 4,7 6,3 8,8 14,3 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 2,9 4,3 5,4 7,5 10,1 14,1 22,9
Meer specicaties
Maximale kabeldoorsnede (net, motor, rem en loadsharing) [mm² (AWG)] Geschat vermogensverlies bij nominale maximumbelasting [W] Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 20, [kg (lb)] Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 21, [kg (lb)]
Rendement [%]
1)
2)
PK37
0,37 (0,5)
K1 K1 K1 K1 K1 K2 K3
29,4 38,5 51,1 60,7 76,1 96,1 147,5
2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,5 (5,5) 3,6 (7,9)
4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 5,5 (12,1) 6,5 (14,3)
96,4 96,6 96,3 96,6 96,5 96,7 96,7
PK55
0,55
(0,75)
PK75
0,75
(1,0)
P1K1
1,1
(1,5)
4 (12)
P1K5
1,5
(2,0)
P2K2
2,2
(3,0)
P3K7
3,7
(5,0)
Tabel 9.3 Netvoeding 3 x 200-240 V AC
60 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Specicaties Bedieningshandleiding
Frequentieregelaar typisch asvermogen [kW (pk)]
Beschermingsklasse behuizing IP 20 (IP 21/Type 1 als optie)
Uitgangsstroom
Continu (3 x 200-240 V) [A] 2,2 3,2 4,2 6 6,8 9,6 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 3,5 5,1 6,7 9,6 10,9 15,4 Continu kVA (230 V AC) [kVA] 0,9 1,3 1,7 2,4 2,7 3,8
Maximale ingangsstroom
Continu (1 x 200-240 V) [A] 2,9 4,4 5,5 7,7 10,4 14,4 Intermitterend (60 s overbelasting) [A] 4,6 7,0 8,8 12,3 16,6 23,0
Meer specicaties
Maximale kabeldoorsnede (net en motor) [mm² (AWG)] Geschat vermogensverlies bij nominale maximumbe­lasting [W] Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 20, [kg (lb)] Gewicht, beschermingsklasse behuizing IP 21, [kg (lb)]
Rendement [%]
Tabel 9.4 Netvoeding 1 x 200-240 V AC
1) Het typische vermogensverlies treedt op bij nominale belastingscondities en ligt gewoonlijk binnen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in
spanning en kabelcondities).
De waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IE2/IE3). Motoren met lager rendement dragen bij aan het vermogensverlies
in de frequentieregelaar, terwijl motoren met hoger rendement zorgen voor minder vermogensverlies.
Geldt voor dimensionering van de koeling van de frequentieregelaar. Als de schakelfrequentie hoger is dan de standaardinstelling, kunnen de
vermogensverliezen toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het energieverbruik van gewoonlijk gebruikte stuurkaarten en het LCP. Extra
opties en de belasting van de installatie kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren (hoewel dit doorgaans slechts 4 W extra
is voor een volledig belaste stuurkaart of veldbus).
Gegevens over vermogensverliezen volgens EN 50598-2 vindt u op www.danfoss.com/vltenergyeciency.
2) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 50 m (164 ft) bij een nominale belasting en een nominale frequentie. Zie
hoofdstuk 9.4 Omgevingscondities voor energierendementsklassen.. Informatie over verliezen bij gedeeltelijke belastingen vindt u op
www.danfoss.com/vltenergyeciency.
1)
2)
PK37
0,37
(0,5)
K1 K1 K1 K1 K1 K2
37,7 46,2 56,2 76,8 97,5 121,6
2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,3 (5,1) 2,5 (5,5)
4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 4,0 (8,8) 5,5 (12,1)
94,4 95,1 95,1 95,3 95,0 95,4
PK55
0,55
(0,75)
PK75
0,75 (1,0)
4 (12)
P1K1
1,1
(1,5)
P1K5
1,5
(2,0)
P2K2
2,2
(3,0)
9 9
Netvoeding
9.2
Netvoeding (L1/N, L2/L, L3) Voedingsklemmen (L1/N, L2/L, L3) Voedingsspanning 380-480 V: -15% (-25%)1) tot +10% Voedingsspanning 200-240 V: -15% (-25%)1) tot +10%
1) De frequentieregelaar kan bij een ingangsspanning van -25% werken met gereduceerd uitgangsvermogen. Het maximale uitgangsvermogen van de frequentieregelaar bedraagt 75% bij een ingangsspanning van -25% en 85% bij een ingangsspanning van -15%. Bij een netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieregelaar is een volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk.
Netfrequentie 50/60 Hz ± 5% Maximale tijdelijke onbalans tussen netfasen 3,0% van de nominale netspanning Werkelijke arbeidsfactor (λ) 0,9 nominaal bij nominale belasting Verschuivingsfactor (cos ϕ) Dicht bij 1 (> 0,98) Schakelen aan de netingang (L1/N, L2/L, L3) (inschakelingen) 7,5 kW (10 pk) maximaal 2 keer/min Schakelen aan de netingang (L1/N, L2/L, L3) (inschakelingen) 11-22 kW (15-30 pk) maximaal 1 keer/min
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 61
Specicaties
VLT® Midi Drive FC 280
9.3 Uitgangsvermogen van de motor en motorgegevens
Motoraansluiting (U, V, W) Uitgangsspanning 0-100% van de voedingsspanning Uitgangsfrequentie 0-500 Hz Uitgangsfrequentie in VVC+-modus 0-200 Hz Schakelen in de uitgang onbeperkt Aan/uitlooptijd 0,01-3600 s
Koppelkarakteristiek Startkoppel (constant koppel) maximaal 160% gedurende 60 s Overbelastingskoppel (constant koppel) maximaal 160% gedurende 60 s Startstroom Maximaal 200% gedurende 1 s Stijgtijd van het koppel in VVC+-modus (onafhankelijk van fsw) maximaal 50 ms
1) Het percentage heeft betrekking op het nominale koppel. Dit bedraagt 150% voor frequentieregelaars met een vermogen van 11-22 kW (15-30 pk).
1)
1)
9.4 Omgevingscondities
Omgevingscondities Beschermingsklasse behuizing, frequentieregelaar IP 20 (IP 21/Type 1 als optie) Beschermingsklasse behuizing, conversieset IP 21/Type 1 Triltest, alle behuizingsgroottes 1,14 g
99
Relatieve vochtigheid 5-95% (IEC 721-3-3; klasse 3K3 (niet-condenserend) tijdens bedrijf ) Omgevingstemperatuur (bij DPWM-schakelmodus)
- met reductie Maximaal 55 °C (131 °F)
- bij volledige constante uitgangsstroom Maximaal 45 °C (113 °F) Minimale omgevingstemperatuur bij volledig bedrijf 0 °C (32 °F) Minimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd uitgangsvermogen -10 °C (14 °F) Temperatuur tijdens opslag/vervoer -25 tot +65/70 °C (-13 tot +149/158 °F) Maximumhoogte boven zeeniveau zonder reductie 1000 m (3280 ft) Maximumhoogte boven zeeniveau met reductie 3000 m (9243 ft)
EN 61800-3, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3, EN 61000-3-11,
EMC-normen, emissie
EMC-normen, immuniteit Energierendementsklasse
1) Zie Speciale omstandigheden in de design guide voor:
Reductie wegens hoge omgevingstemperatuur.
Reductie wegens grote hoogte.
2) Voor PROFIBUS-, PROFINET- en EtherNet/IP en POWERLINK-uitvoeringen van de VLT digitale/analoge I/O-belasting bij omgevingstemperaturen hoger dan 45 °C (113 °F) vermijden, om overtemperatuur van de stuurkaart te voorkomen.
3) De maximale omgevingstemperatuur voor K1S2 met reductie is 50 °C (122 °F).
4) De maximale omgevingstemperatuur voor K1S2 bij volledige constante uitgangsstroom is 40 °C (104 °F).
5) Bepaald volgens EN 50598-2 bij:
Nominale belasting.
90% van de nominale frequentie.
Fabrieksinstelling schakelfrequentie.
Fabrieksinstelling schakelpatroon.
Open type: temperatuur omgevingslucht 45 °C (113 °F).
5)
EN 61000-3-12, EN 61000-6-3/4, EN 55011, IEC 61800-3 EN 61800-3, EN 61000-6-1/2, EN 61000-4-2, EN 61000-4-3 EN 61000-4-4, EN 61000-4-5, EN 61000-4-6, EN 61326-3-1
®
Midi Drive FC 280 moet u volledige
1,2,3)
IE2
4)
62 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Specicaties Bedieningshandleiding
Type 1 (NEMA-set): omgevingstemperatuur 45 °C (113 °F).
9.5 Kabelspecicaties
Lengte en dwarsdoorsnede van kabels Maximale lengte motorkabel, afgeschermd 50 m (164 ft) Maximale lengte motorkabel, niet-afgeschermd 75 m (246 ft) Maximale kabeldoorsnede naar stuurklemmen, buigzame draad/draad met massieve kern 2,5 mm²/14 AWG Minimale kabeldoorsnede naar stuurklemmen 0,55 mm²/30 AWG Maximale kabellengte STO-ingang, niet-afgeschermd 20 m (66 ft)
1) Zie Tabel 9.1, Tabel 9.2, Tabel 9.3 en Tabel 9.4 voor de vereiste dwarsdoorsnede van voedingskabels. Om te voldoen aan EN 55011 1A en EN 55011 1B moet de motorkabel in bepaalde gevallen worden ingekort. Zie het hoofdstuk
2.6.2 EMC-emissie in de VLT® Midi Drive FC 280' Design Guide voor meer informatie.
1)
9.6 Stuuringang/-uitgang en stuurgegevens
Digitale ingangen Klemnummer Logica PNP of NPN Spanningsniveau 0-24 V DC Spanningsniveau, logische 0 PNP < 5 V DC Spanningsniveau, logische 1 PNP > 10 V DC Spanningsniveau, logische 0 NPN > 19 V DC Spanningsniveau, logische 1 NPN < 14 V DC Maximale spanning op ingang 28 V DC Pulsfrequentiebereik 4-32 kHz Minimale pulsbreedte (belastingscyclus) 4,5 ms Ingangsweerstand, R
1) Klem 27 kan ook worden geprogrammeerd als digitale ingang.
i
18, 19, 271), 29, 32, 33
ongeveer 4 kΩ
9 9
STO-ingangen Klemnummer 37, 38 Spanningsniveau 0-30 V DC Spanningsniveau, laag < 1,8 V DC Spanningsniveau, hoog > 20 V DC Maximale spanning op ingang 30 V DC Minimale ingangsstroom (elke pin) 6 mA
1) Zie hoofdstuk 6 Safe Torque O (STO) voor meer informatie over STO-ingangen.
Analoge ingangen Aantal analoge ingangen 2 Klemnummer 531), 54 Modi spanning of stroom Modusselectie Software Spanningsniveau 0-10 V Ingangsweerstand, R Maximale spanning -15 V tot +20 V Stroomniveau 0/4 tot 20 mA (schaalbaar) Ingangsweerstand, R Maximale stroom 30 mA Resolutie voor analoge ingangen 11 bit Nauwkeurigheid van analoge ingangen maximale fout 0,5% van volledige schaal Bandbreedte 100 Hz
De analoge ingangen zijn galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.
1) Klem 53 ondersteunt enkel de spanningsmodus en kan ook worden gebruikt als digitale ingang.
1)
i
i
ongeveer 10 kΩ
ongeveer 200 Ω
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 63
Mains
Functional isolation
PELV isolation
Motor
DC bus
High
voltage
Control
37
RS485
38
33
130BE837.10
Specicaties
Afbeelding 9.1 Galvanische scheiding
VLT® Midi Drive FC 280
LET OP
GROTE HOOGTE
Neem voor hoogtes boven 2000 m (6562 ft) contact op met de helpdesk van Danfoss in verband met PELV.
Pulsingangen Programmeerbare pulsingangen 2 Klemnummer puls 29, 33 Maximale frequentie op klem 29, 33 32 kHz (push-pull) Maximale frequentie op klem 29, 33 5 kHz (open collector) Minimale frequentie op klem 29, 33 4 Hz
99
Spanningsniveau Zie de sectie over digitale ingang Maximale spanning op ingang 28 V DC Ingangsweerstand, R
i
ongeveer 4 kΩ
Nauwkeurigheid van pulsingang maximale fout: 0,1% van volledige schaal
Digitale uitgangen Programmeerbare digitale/pulsuitgangen 2 Klemnummer 27 Spanningsniveau bij digitale/frequentie-uitgang 0-24 V Maximale uitgangsstroom (sink of source) 40 mA Maximale belasting bij frequentie-uitgang 1 kΩ Maximale capacitieve belasting bij frequentie-uitgang 10 nF Minimale uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 4 Hz Maximale uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 32 kHz Nauwkeurigheid van frequentie-uitgang maximale fout: 0,1% van volledige schaal Resolutie van frequentie-uitgang 10 bit Klemnummer (zie gegevens in analoge uitgangen) 42 Spanningsniveau digitale uitgang 0-17 V
1) Klem 27 kan ook worden geprogrammeerd als ingang.
2) Klem 42 kan ook worden geprogrammeerd als analoge uitgang.
De digitale uitgang is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.
Analoge uitgangen Aantal programmeerbare analoge uitgangen 1 Klemnummer 42 Stroombereik bij analoge uitgang 0/4-20 mA Maximale weerstandsbelasting naar gemeenschappelijke klem van analoge uitgang 500 Ω Maximale spanning bij analoge uitgang 17 V Nauwkeurigheid van analoge uitgang maximale fout: 0,8% van volledige schaal Resolutie op analoge uitgang 10 bit
1) Klem 42 kan ook worden geprogrammeerd als digitale uitgang.
De analoge uitgang is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.
64 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
1)
2)
1)
Specicaties Bedieningshandleiding
Stuurkaart, 24 V DC-uitgang Klemnummer 12, 13 Maximale belasting 100 mA
De 24 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV). De voeding heeft echter dezelfde potentiaal als de analoge en digitale in- en uitgangen.
Stuurkaart, +10 V DC-uitgang Klemnummer 50 Uitgangsspanning 10,5 V ± 0,5 V Maximale belasting 15 mA
De 10 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning.
Stuurkaart, RS485 seriële communicatie Klemnummer 68 (P,TX+, RX+), 69 (N,TX-, RX-) Klemnummer 61 gemeenschappelijk voor klem 68 en 69
Het RS485-circuit voor seriële communicatie is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV).
Stuurkaart, seriële communicatie via USB USB-standaard 1.1 (volledige snelheid) USB-stekker Type B USB-stekker
Aansluiting op de pc vindt plaats via een standaard USB-host/apparaatkabel. De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. De USB-aardverbinding is niet galvanisch gescheiden van de aardverbinding. Sluit alleen geïsoleerde laptops aan op de USB­connector van de frequentieregelaar.
Relaisuitgangen Programmeerbare relaisuitgangen 1 Relais 01 01-03 (NC), 01-02 (NO) Maximale klembelasting (AC-1)1) op 01-02 (NO) (resistieve belasting) 250 V AC, 3 A Maximale klembelasting (AC-15)1) op 01-02 (NO) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 250 V AC, 0,2 A Maximale klembelasting (DC-1)1) op 01-02 (NO) (resistieve belasting) 30 V DC, 2 A Maximale klembelasting (DC-13)1) op 01-02 (NO) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 A Maximale klembelasting (AC-1) Maximale klembelasting (AC-15)1) op 01-03 (NC) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 250 V AC, 0,2 A Maximale klembelasting (DC-1) Minimale klembelasting op 01-03 (NC), 01-02 (NO) 24 V DC 10 mA, 24 V AC 20 mA
1) IEC 60947 deel 4 en 5, De relaiscontacten zijn galvanisch gescheiden van de rest van het circuit door middel van versterkte isolatie.
1)
op 01-03 (NC) (resistieve belasting) 250 V AC, 3 A
1)
op 01-03 (NC) (resistieve belasting) 30 V DC, 2 A
9 9
Stuurkaartprestaties Scaninterval 1 ms
Stuurkarakteristieken Resolutie van uitgangsfrequentie bij 0-500 Hz ± 0,003 Hz Systeemresponstijd (klem 18, 19, 27, 29, 32 en 33) 2 ms Bereik snelheidsregeling (zonder terugkoppeling) 1:100 van synchroon toerental Nauwkeurigheid van toerental (zonder terugkoppeling) ± 0,5% van nominaal toerental Nauwkeurigheid van toerental (met terugkoppeling) ± 0,1% van nominaal toerental
Alle stuurkarakteristieken zijn gebaseerd op een 4-polige asynchrone motor.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 65
Specicaties
VLT® Midi Drive FC 280
9.7 Aanhaalmomenten voor aansluitingen
Zorg dat u alle elektrische aansluitingen vastdraait met het juiste aanhaalmoment. Een te laag of te hoog aanhaalmoment kan leiden tot problemen met elektrische aansluitingen. Gebruik een momentsleutel om te zorgen voor het juiste aanhaal­moment. Aanbevolen type platkopschroevendraaier is SZS 0,6 x 3,5 mm.
Aanhaalmoment [Nm (in-lb)]
Behuizings-
type
K1
K2
K3 7,5 (10) 0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 1,6 (14,2) 0,4 (3,5) 0,5 (4,4)
K4
K5
Tabel 9.5 Aanhaalmomenten
Vermogen
[kW (pk)]
0,37-2,2 (0,5-3,0)
3,0-5,5
(4,0-7,5)
11–15 (15–20) 18,5-22
(25-30)
Net Motor
0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 1,6 (14,2) 0,4 (3,5) 0,5 (4,4)
0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 0,8 (7,1) 1,6 (14,2) 0,4 (3,5) 0,5 (4,4)
1,2 (10,6) 1,2 (10,6) 1,2 (10,6) 1,2 (10,6) 1,6 (14,2) 0,4 (3,5) 0,5 (4,4)
1,2 (10,6) 1,2 (10,6) 1,2 (10,6) 1,2 (10,6) 1,6 (14,2) 0,4 (3,5) 0,5 (4,4)
DC-
aansluiting
Rem Aarde Stuur- Relais
9.8 Zekeringen en circuitbreakers
Gebruik aan de voedingszijde zekeringen en/of circuitbreakers om servicepersoneel en apparatuur te beschermen tegen
99
letsel en schade wanneer er een component in de frequentieregelaar defect raakt (eerste storing).
Aftakcircuitbeveiliging
Beveilig alle aftakcircuits in een installatie (inclusief schakelapparatuur en machines) tegen kortsluiting en overstroom volgens de nationale/internationale voorschriften.
LET OP
Geïntegreerde halfgeleiderkortsluitbeveiliging voorziet niet in aftakcircuitbeveiliging. Zorg voor een aftakcircuitbevei­liging volgens de nationale en lokale regels en voorschriften.
In Tabel 9.6 vindt u de aanbevolen zekeringen en circuitbreakers die zijn getest.
VOORZICHTIG
RISICO OP LICHAMELIJK LETSEL EN SCHADE AAN APPARATUUR
Een storing of het niet opvolgen van de aanbevelingen kan leiden tot persoonlijke risico's en schade aan de frequentie­regelaar en andere apparatuur.
Selecteer zekeringen volgens de aanbevelingen. Eventuele schade kan hierdoor beperkt blijven tot schade in
de frequentieregelaar.
LET OP
SCHADE AAN APPARATUUR Het gebruik van zekeringen en/of circuitbreakers is verplicht als moet worden voldaan aan IEC 60364 in verband met CE. Het negeren van de volgende beveiligingsaanbevelingen kan leiden tot schade aan de frequentieregelaar.
Danfossraadt het gebruik van de in Tabel 9.6 en Tabel 9.7 vermelde zekeringen en circuitbreakers aan als moet worden voldaan aan UL 508C of IEC 61800-5-1. Voor niet-UL-toepassingen moet u circuitbreakers opnemen die bescherming bieden in een circuit dat maximaal 50000 A frequentieregelaar (SCCR) is geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100000 A gebruik van T-klassezekeringen ter bescherming.
66 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
(symmetrisch) en 240/400 V kan leveren. De nominale kortsluitstroom van de
rms
en 240/480 V kan leveren bij
rms
Specicaties Bedieningshandleiding
Behuizingsgrootte Vermogen [kW (pk)] Niet-UL-zekering
0,37 (0,5)
gG-10
gG-20
gG-25
gG-50
gG-80
gG-20
gG-25
gG-20
3-fase 380-480 V
3-fase 200-240 V
1-fase 200-240 V
0,55-0,75
K1
K2
K3 7,5 (10) PKZM0-25
K4
K5
K1
K2 2,2 (3,0) K3 3,7 (5,0) PKZM0-25
K1
K2 2,2 (3,0) gG-25 PKZM0-20
(0,75-1,0)
1,1-1,5 (1,5-2,0) 2,2 (3,0)
3,0-5,5 (4,0-7,5)
11–15 (15–20) 18,5-22 (25-30)
0,37 (0,5) gG-10
0,55 (0,75)
0,75 (1,0)
1,1 (1,5) 1,5 (2,0)
0,37 (0,5) gG-10
0,55 (0,75)
0,75 (1,0)
1,1 (1,5) 1,5 (2,0)
Niet-UL-circuitbreaker
(Eaton)
PKZM0-16
PKZM0-20
PKZM0-16
PKZM0-20
PKZM0-16
9 9
Tabel 9.6 Niet-UL-zekering en -circuitbreaker
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 67
Specicaties
VLT® Midi Drive FC 280
Behuizingsgrootte
3-fase
380-480 V
3-fase
200-240 V
99
1-fase
200-240 V
K2-K3
K2-K3
Vermogen
[kW (pk)]
0,37-0,75
(0,5-1,0)
K1
K4
K5
K1
K1
K2 2,2 (3,0)
1,1-1,5
(1,5-2,0)
2,2 (3,0) KTS-R-15 JKS-15 JJS-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15 KLSR-15 ATM-R15 A6K-15R
3,0-7,5
(4,0-10)
11–15
(15–20)
18,5-22 (25-30)
0,37 (0,5) KTN-R-6 JKS-6 JJN-6 FNQ-R-6 KTK-R-6 LP-CC-6 KLNR-6 ATM-R6 A2K-6R
0,55 (0,75)
0,75 (1,0)
1,1-1,5
(1,5-2,0)
2,2-3,7
(3,0-5,0)
0,37 (0,5) KTN-R-6 JKS-6 JJN-6 FNQ-R-6 KTK-R-6 LP-CC-6 KLNR-6 ATM-R6 A2K-6R
0,55 (0,75)
0,75 (1,0)
1,1-1,5
(1,5-2,0)
Klasse
KTS-R-6 JKS-6 JJS-6 FNQ-R-6 KTK-R-6 LP-CC-6 KLSR-6 ATM-R6 A6K-6R
KTS-R-10 JKS-10 JJS-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10 KLSR-10 ATM-R10 A6K-10R
KTS-R-25 JKS-25 JJS-25 FNQ-R-25 KTK-R-25 LP-CC-25 KLSR-25 ATM-R25 A6K-25R
KTS-R-50 JKS-50 JJS-50 KLSR-50 A6K-50R
KTN­R-10 KTN­R-15 KTN­R-20 KTN­R-25
KTN­R-10 KTN­R-15 KTN­R-20 KTN­R-25
Klasse J Klasse T
RK1
JKS-80 JJS-80
JKS-10 JJN-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10 KLNR-10 ATM-R10 A2K-10R
JKS-15 JJN-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15 KLNR-15 ATM-R15 A2K-15R
JKS-20 JJN-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20 KLNR-20 ATM-R20 A2K-20R
JKS-25 JJN-25 KLNR-25 ATM-R25 A2K-25R
JKS-10 JJN-10 FNQ-R-10 KTK-R-10 LP-CC-10 KLNR-10 ATM-R10 A2K-10R
JKS-15 JJN-15 FNQ-R-15 KTK-R-15 LP-CC-15 KLNR-15 ATM-R15 A2K-15R
JKS-20 JJN-20 FNQ-R-20 KTK-R-20 LP-CC-20 KLNR-20 ATM-R20 A2K-20R
JKS-25 JJN-25 KLNR-25 ATM-R25 A2K-25R
Bussmann E4273
Klasse
CC
Klasse CC
KlasseCCKlasse
Littelfuse
E81895
RK1
MERSEN
E163267/
E2137
Klasse CC Klasse RK1
MERSEN
E163267/
E2138
Tabel 9.7 UL-zekering
68 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Specicaties Bedieningshandleiding
9.9 Behuizingsgrootte, vermogensklasse en afmetingen
Vermogens-
klasse [kW
(pk)]
Afmetingen
[mm (in)]
Gewicht
[kg (lb)]
Bevesti-
gingsgaten
[mm (in)]
Behuizings-
grootte
1-fase
200-240 V
3-fase
200-240 V
3-fase
380-480 V
Hoogte A1 210 (8,3) 272,5 (10,7)
Hoogte A2 278 (10,9) 340 (13,4)
Breedte B 75 (3,0) 90 (3,5) 115 (4,5) 133 (5,2) 150 (5,9)
Diepte C 168 (6,6) 168 (6,6) 168 (6,6) 245 (9,6) 245 (9,6)
Hoogte A 338,5 (13,3) 395 (15,6)
Breedte B 100 (3,9) 115 (4,5) 130 (5,1) 153 (6,0) 170 (6,7)
Diepte C 183 (7,2) 183 (7,2) 183 (7,2) 260 (10,2) 260 (10,2)
Hoogte A 294 (11,6) 356 (14)
Breedte B 75 (3,0) 90 (3,5) 115 (4,5) 133 (5,2) 150 (5,9)
Diepte C 168 (6,6) 168 (6,6) 168 (6,6) 245 (9,6) 245 (9,6)
IP20 2,5 (5,5) 3,6 (7,9)
IP21 4,0 (8,8) 5,5 (12,1)
a 198 (7,8) 260 (10,2)
b 60 (2,4) 70 (2,8) 90 (3,5) 105 (4,1) 120 (4,7)
c 5 (0,2) 6,4 (0,25)
d 9 (0,35) 11 (0,43) 11 (0,43) 12,4 (0,49) 12,6 (0,5)
e 4,5 (0,18) 5,5 (0,22)
f 7,3 (0,29) 8,1 (0,32)
0,37 (0,5) 0,37 (0,5)
0,37 (0,5)
0,55
(0,75)
0,55
(0,75)
0,55
(0,75)
FC 280 met onderafdekking voor kabeldoorvoer (zonder bovenafdekking)
K1 K2 K3 K4 K5
0,75 (1,0) 0,75 (1,0)
0,75 (1,0)
1,1
(1,5)
1,1
(1,5)
1,1
(1,5)
FC 280 met IP 21/UL/Type 1-set
1,5
(2,0)
1,5
(2,0)
1,5
(2,0)
FC 280 IP20
2,2
(3,0)
3
(4,0
2,2
(3,0)
2,2
(3,0)
4
5,5
(5,5)
)
(7,5)
3,7
(5,0)
7,5
(10)11(15)15(20)
272,5 (10,7) 341,5 (13,4)
395
(15,6)
357
(14,1)
4,6
(10,1)
6,5
(14,3)
260
(10,2)
6,5
(0,26)
5,5
(0,22)
9,2
(0,36)
317,5 (12,5) 379,5 (14,9)
425 (16,7) 520 (20,5)
391 (15,4) 486 (19,1)
8,2 (18,1) 11,5 (25,4)
10,5 (23,1) 14,0 (30,9)
297,5 (11,7)
8 (0,32) 7,8 (0,31)
6,8 (0,27) 7 (0,28)
11 (0,43) 11,2 (0,44)
18,5
(25)22(30)
410 (16,1)
474 (18,7)
390 (15,4)
9 9
Tabel 9.8 Behuizingsgrootte, vermogensklasse en afmetingen
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 69
130BE844.11
B
C
A1
A2
130BE846.10
B
A
C
Specicaties
VLT® Midi Drive FC 280
99
Afbeelding 9.2 Standaard met ontkoppelingsplaat
Afbeelding 9.3 Standaard met onderafdekking voor kabeldoorvoer (zonder bovenafdekking)
70 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
B
C
A
130BE845.10
C
a
b
130BA648.12
f
e
B
A
a
d
e
b
c
Specicaties Bedieningshandleiding
9 9
Afbeelding 9.4 Standaard met IP 21/UL/Type 1-set
Afbeelding 9.5 Bovenste en onderste bevestigingsgaten
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 71
Bijlage
VLT® Midi Drive FC 280
10 Bijlage
10.1 Symbolen, afkortingen en conventies
°C
°F
AC Wisselstroom AEO Automatische energieoptimalisatie AWG American Wire Gauge AMA Automatische aanpassing motorgegevens DC Gelijkstroom EMC Elektromagnetische compatibiliteit ETR Elektronisch thermisch relais f
M,N
FC Frequentieregelaar I
INV
I
LIM
I
M,N
I
VLT,MAX
I
VLT,N
IP IP-bescherming LCP Lokaal bedieningspaneel MCT Motion Control Tool MM Geheugenmodule
1010
MMP Programmer voor geheugenmodule n
s
P
M,N
PELV Protective Extra Low Voltage PCB Printed Circuit Board – printkaart PM-motor Permanentmagneetmotor PUD Gegevens vermogenseenheid PWM Pulsbreedtemodulatie tpm Toeren per minuut SIVP Specieke initialisatiewaarden en bescherming STO Safe Torque O T
LIM
U
M,N
Graden Celsius
Graden Fahrenheit
Nominale motorfrequentie
Nominale uitgangsstroom van de inverter Stroomgrens Nominale motorstroom Maximale uitgangsstroom Nominale uitgangsstroom die door de frequentieregelaar wordt geleverd
Synchroonmotortoerental Nominaal motorvermogen
Koppelbegrenzing Nominale motorspanning
Tabel 10.1 Symbolen en afkortingen
Conventies
Alle afmetingen in afbeeldingen zijn in [mm (in)].
Een asterisk (*) geeft de standaardinstelling van
10.2 Opbouw parametermenu
- Parameternaam.
een parameter aan.
Genummerde lijsten geven procedures aan.
Lijsten met opsommingstekens geven andere
informatie aan.
Cursieve tekst geeft een van de volgende zaken
aan:
- Kruisverwijzing.
- Koppeling.
72 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Bijlage Bedieningshandleiding
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
Same choices with 0-20
0-24 Displayregel 3 groot
0-42 [Auto on] Key on LCP ([Auto On]-toets
0-3* Std uitlezing LCP
op LCP)
0-30 Eenheid voor uitlezing gebr.
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
[0] Geen
*[1] %
0-44 [O/Reset]-toets LCP
[5] PPM
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
[10] 1/min
[11] tpm
[7] Alleen Reset insch.
0-5* Kopiëren/Opsl.
[12] PULS/s
[20] l/s
0-50 LCP kopiëren
[21] l/min
*[0] Geen kopie
[1] Alles naar LCP
[22] l/u.
[23] m³/s
[3] Verm.onafh. v. LCP
[2] Alles vanaf LCP
[24] m³/min
[25] m³/u.
0-51 Kopie setup
*[0] Geen kopie
[30] kg/s
[31] kg/min
[1] Kopie van setup 1
[32] kg/u.
[2] Kopie van setup 2
[33] t/min
[1] Snelh. met terugk.
[80] kW
[2] Torque closed loop
[120] GPM
[3] Process Closed Loop (Proces met
[121] gal/s
terugk.)
[4] Koppel zndr terugk.
[122] gal/min
[123] gal/u.
[7] Uitgebr PID snh gn tk
[124] CFM
[0] U/f
1-01 Motorbesturingsprincipe
[127] ft³/u.
[140] ft/s
*[1] VVC+
1-03 Koppelkarakteristiek
[160] °F
[141] ft/min
*[0] Constant koppel
[1] Variabel koppel
[170] psi
[171] lb/in2
[2] Auto Energie Optim. CT
[172] in WG
1-06 Richting rechtsom
[173] ft WG
0 - 999 *0
[9] Kopie van fabrieksinstell.
[4] Copy from setup 4
[3] Copy from setup 3
0-6* Wachtw.
0-60 Wachtw. hoofdmenu
1-** Belasting & motor
1-0* Alg. instellingen
1-00 Conguratiemodus
*[0] Geen terugk.
[34] t/u.
[40] m/s
[41] m/min
[45] m
[60] °C
[70] mbar
[71] bar
[72] Pa
[73] kPa
[74] m WG
*[0] Normaal
[180] pk
[1] Geïnverteerd
0-31 Min. waarde uitlezing klant
motorregeling)
[0] hoog
1-08 Motor Control Bandwidth (Bandbreedte
0 - 999999,99 CustomReadoutUnit *0
CustomReadoutUnit
0-32 Max. waarde uitlezing klant
[4] Adaptive 2 (Adaptief 2)
[1] Medium (Middel)
[2] laag
[3] Adaptive 1 (Adaptief 1)
0 - 0 *
*100 CustomReadoutUnit
0,0 - 999999,99 CustomReadoutUnit
0-37 Displaytekst 1
IPM)
1-1* Motorselectie
1-10 Motorconstructie
*[0] Asynchroon
[1] PM, niet-uitspr. SPM
[3] PM, salient IPM (PM, uitspringende
0 - 0 *
0 - 0 *
0-39 Displaytekst 3
0-38 Displaytekst 2
0-4* LCP-toetsenbord
0-40 [Hand on]-toets op LCP
10 10
Same choices with 0-20
Same choices with 0-20
[Eenh])
Same choices with 0-20
[1665] Anal. uitgang 42 [mA]
[1666] Digitale uitgang
[1667] Pulsingang 29 [Hz]
0-16 Toepassingsselectie
*[0] Geen
[1] Simple Process Close Loop
0-0* Basisinstellingen
0-01 Taal
*[0] English
[1668] Pulse input 33 [Hz]
[2] Local/Remote
[3] Snelh. zndr terugk.
[1] Deutsch
[2] Francais
[1664] Analoge ingang 54
-2147483647 - 2147483647 *0
0-** Bediening/display
[1669] Pulse output 27 [Hz]
[1671] Relaisuitgang
[1672] Teller A
[4] Simple Speed Close Loop
[5] Multi Speed
[3] Dansk
[4] Spanish
[1673] Teller B
[1674] Prec. stopteller
[6] OGD LA10
[7] OGD V210
[5] Italiano
[28] Bras.port
[1680] Veldbus CTW 1
[8] Hoist
0-02 Eenh. motortoerental
[1684] Comm. optie STW
[1682] Veldbus REF 1
0-2* LCP-display
0-20 Displayregel 1.1 klein
[0] tpm
*[1] Hz
[1686] FC-poort REF 1
[1685] FC-poort CTW 1
[0] Geen
[37] Displaytekst 1
0-03 Regionale instellingen
[0] Internationaal
[1690] Alarmwoord
[38] Displaytekst 2
[1] Noord-Amerika
[1691] Alarmwoord 2
[1692] Waarsch.-wrd
[39] Displaytekst 3
[748] PCD Feed Forward (PCD voorw.kopp.)
[0] Hervatten
0-04 Bedieningsstatus bij insch.
[1693] Waarsch.woord 2
[1694] Ext. Statuswoord
[953] Probus waarsch.-wrd
[1005] Uitlez. zend-foutenteller
[2] Gedw. stop, ref=0
*[1] Gedw. stop, ref=oud
[1695] Ext. statusw. 2
[1006] Uitlez. ontvangst-foutenteller
0-06 Type net
[1697] Alarmwoord 3
[1230] Waarschuwingspar.
[0] 200-240 V/50 Hz/IT-net
[1698] Waarschuwingswoord 3
[1501] Aantal draaiuren
[1] 200-240V/50Hz/Delta
[1890] Proces-PID fout
[1502] KWh-teller
[2] 200-240 V/50 Hz
[1891] Proces-PID uitgang
[1600] Stuurwoord
[10] 380-440 V/50 Hz/IT-net
[1892] Proces-PID uitgang na vasth.
[1601] Referentie [Eenh.]
[11] 380-440 V/50 Hz/Delta
[1893] Proces-PID uitgang na verst.schal.
*[1602]Referentie [%]
[12] 380-440 V/50 Hz
0-23 Displayregel 2 groot
0-22 Displayregel 1.3 klein
[3456] Spoorfout
0-21 Displayregel 1.2 klein
[3450] Huidige positie
[3430] PCD 10 Read For Application
[3429] PCD 9 Read For Application
[3428] PCD 8 Read For Application
[3427] PCD 7 Read For Application
[3426] PCD 6 Read For Application
[3425] PCD 5 Read For Application
[3424] PCD 4 Read For Application
[3423] PCD 3 Read For Application
[3422] PCD 2 Read For Application
[3421] PCD 1 Read For Application
[3410] PCD 10 Write For Application
[3409] PCD 9 Write For Application
[3407] PCD 7 Write For Application
[3408] PCD 8 Write For Application
[3406] PCD 6 Write For Application
[3404] PCD 4 Write For Application
[3405] PCD 5 Write For Application
[3403] PCD 3 Write For Application
[3402] PCD 2 Write For Application
[3401] PCD 1 Write For Application
[2119] Uitgebr verm 1 [%]
[2118] Uitgebr terugk. 1 [Eenh]
[2117] Ext. 1 Reference [Unit] (Uitgebr ref 1
inverter)
inverter)
[1639] Temp. stuurkaart
[1650] Externe referentie
[1652] Terugk. [Eenh]
[1653] Digi Pot referentie
[1638] SL-controllerstatus
[1618] Motor therm.
[1609] Standaard uitlez.
[1610] Verm. [kW]
[1611] Verm. [pk]
[1612] Motorspanning
[1614] Motorstroom
[1615] Frequentie [%]
[100] 200-240 V/60 Hz/IT-net
[101] 200-240V/60Hz/Delta
[1613] Frequentie
[111] 380-440 V/60 Hz/Delta
[112] 380-440V/60Hz
[102] 200-240 V/60 Hz
[110] 380-440 V/60 Hz/IT-net
[1603] Statuswoord
[1605] Vrnste huid. waarde [%]
[22] 440-480V/50Hz
[21] 440-480 V/50 Hz/Delta
[20] 440-480V/50Hz/IT-grid
[1616] Koppel [Nm]
[120] 440-480 V/60 Hz/IT-net
[1617] Snelh. [RPM]
[121] 440-480 V/60 Hz/Delta
[122] 440-480 V/60 Hz
[1620] Motorhoek
0-07 Auto DC-remmen
[1634] Temp. koellich.
[1622] Koppel [%]
[1630] DC-aansluitsp.
[1633] Remenergie/2 min.
[0] Uit
*[1] Aan
0-1* Setupafhandeling
0-10 Actieve setup
[1637] Inv. Max. Current (Max. stroom
[1635] Inverter therm.
[1636] Inv. Nom. Current (Nom. stroom
*[1] Setup 1
[2] Setup 2
[3] Setup 3
[4] Setup 4
[9] Multi setup
0-11 Setup wijzigen
[1] Setup 1
[1657] Feedback [RPM] (Terugk. [tpm])
[2] Setup 2
[3] Setup 3
[4] Setup 4
*[9] Actieve setup
[1660] Digitale ingang
[1661] Klem 53 schakelinstell.
[1662] Anal. ingang 53
[0] Niet gekoppeld
*[20] Gekoppeld
0-12 Setup gekoppeld aan
[1663] Klem 54 schakelinstell.
0-14 Uitlez.: Wijzig setups/kanaal
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 73
Bijlage
VLT® Midi Drive FC 280
-4999.0 - 4999 ReferenceFeedbackUnit
*0 ReferenceFeedbackUnit
-4999.0 - 4999 ReferenceFeedbackUnit
0 - 100 % *0 %
*Size related
0 - 500,0 Hz *5 Hz
-100 - 100 % *0 %
-100 - 100 % *0 %
[8] Freq.ingang 33
[30] kg/s
[11] Lokale busref.
[20] Dig. potmeter
[31] kg/min
[32] kg/u.
[32] Bus PCD
[33] t/min
[127] ft³/u.
[130] lb/s
[131] lb/min
[132] lb/u.
[140] ft/s
[141] ft/min
[145] ft
[150] lb ft
[160] °F
[170] psi
[171] lb/in2
[172] in WG
[173] ft WG
[180] pk
[34] t/u.
[40] m/s
[41] m/min
[45] m
[60] °C
[70] mbar
[71] bar
[72] Pa
[73] kPa
[74] m WG
[80] kW
[120] GPM
[121] gal/s
[122] gal/min
[123] gal/u.
[124] CFM
[125] ft³/s
[126] ft³/min
0 - 200 % *100 %
[1] Ingesch. (geen stop)
[2] Ingesch.
2-19 Over-voltage Gain ( Versterking
overspanning)
2-20 Stroom bij vrijgave rem
2-2* Mechanische rem
0 - 400 Hz *0 Hz
0 - 100 A *0 A
2-23 Vertraging remactivering
2-22 Snelheid activering rem [Hz]
0 - 160 % *100 %
0,1 - 60 s *3 s
0 - 150 % *100 %
2-07 Parkeertijd
2-1* Remenergie-functie
2-10 Remfunctie
*[0] Uit
[1] Weerstandsrem
[2] AC-rem
0 - 6200 Ohm *Size related
2-11 Remweerstand (ohm)
0 - 500 V *0 V
0,001 - 2000 kW *Size related
*[0] Disabled (Uitgesch.)
2-17 Overspanningsreg.
2-16 AC-rem max. stroom
2-14 Remspanning verminderen
2-12 Begrenzing remvermogen (kW)
3-02 Minimumreferentie
0 - 5 s *0 s
*[0] OFF
[1] AAN
2-39 Mech. Brake w/ dir. Change
[2] ON with start delay
2-3* Geav. Mech. rem laag
3-04 Referentiefunctie
*[0] Som
3-00 Referentiebereik
*[0] Min - Max
[1] Extern/digitaal
[1] -Max - +Max
3-01 Referentie/terugk.eenheid
3-1* Referenties
[0] Geen
3-10 Ingestelde ref.
[1] %
3-03 Max. referentie
3-** Ref./Ramp.
3-0* Ref. begrenz.
[2] tpm
3-12 Versnell.-/vertrag.-waarde
3-11 Jog-snelh. [Hz]
[3] Hz
[4] Nm
[5] PPM
[10] 1/min
3-14 Ingestelde relatieve ref.
[12] PULS/s
[20] l/s
[21] l/min
[0] Geen functie
[22] l/u.
[23] m³/s
[24] m³/min
[25] m³/u.
[7] Freq.ingang 29
*[1] Anal. ingang 53
[2] Anal. ingang 54
3-15 Referentiebron 1
1010
0 - 10 s *5 s
[2] Altijd ingesch.
[3] Enabled Ref. Dir.
0 - 500,0 Hz *Size related
1-79 Max starttijd compressor tot uitsch
1-78 Max startsnelh compressor [Hz]
1-76 Startstroom
1-75 Startsnelh. [Hz]
[4] Enab. Always Ref. Dir.
1-8* Stopaanpassingen
1-80 Functie bij stop
*[0] Vrijloop
0 - 20 Hz *0 Hz
[3] Snelh.comp.stop
[2] Tellerstop zonder reset
1-83 Precisiestopfunctie
*[0] Prec.stop met uitloop
1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz]
[1] DC-houd/motorvoorverw
[3] Voormagnetis.
[1] Tellerstop met reset
0 - 500 Hz *0 Hz
0 - 1000 A *Size related
[4] Comp.tell m reset
[5] Comp.tell z reset
0 - 999999999 *100000
1-84 Prec. stoptellerwaarde
1.0 - 2.0 *1.4
0 - 100 ms *10 ms
1-88 AC Brake Gain (Versterking AC-rem)
1-85 Precisiestop snelh.comp. vertr.
1-9* Motortemperatuur
1-90 Thermische motorbeveiliging
*[0] Geen bescherm.
[1] Thermistorwaarsch.
[2] Thermistoruitsch
uitschakeling - Uitgebreide detectie)
[6] Dig. ingang 33
[4] Dig. ingang 19
[5] Dig. ingang 32
*[0] Geen
[3] Dig. ingang 18
[1] Anal. ingang 53
[2] Anal. ingang 54
2-** Remmen
2-0* DC-rem
1-93 Thermistorbron
[22] ETR Trip - Extended Detection (ETR-
[4] ETR-uitsch. 1
[3] ETR-waarsch. 1
2-00 DC-houd/voorverw.stroom
0 - 150 % *50 %
0 - 160 % *50 %
2-01 DC-remstroom
2-02 DC-remtijd
0 - 500 Hz *0 Hz
0 - 60 s *10 s
2-06 Parkeerstroom
2-04 Inschakelsnelh. DC-rem
1 - 9000 V *Size related
1-4* Geav. Motordata II
1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM
0 - 250 % *120 %
1-14 Verst. demping
1-15 Filtertijdconstante lage snelh.
1-42 Lengte motorkabel:
0,01 - 20 s *Size related
0 - 100 m *50 m
1-16 High Speed Filter Time Const. (Filter-
0 - 328 ft *164 ft
1-43 Lengte motorkabel, feet
0,01 - 20 s *Size related
tijdconstante hoge snelh.)
0 - 65535 mH *Size related
1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat)
1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat)
0,001 - 1 s *Size related
1-17 Filtertijdconstante spanning
1-2* Motordata
0 - 65535 mH *Size related
1-49 Current at Min Inductance for q-axis
1-48 Current at Min Inductance for d-axis
1-46 Verst. positiedetectie
[5] 0,37 kW - 0,5 pk
1-20 Motorverm.
[2] 0,12 kW - 0,16 pk
[6] 0,55 kW - 0,75 pk
[3] 0,18 kW - 0,25 hp
[4] 0,25 kW - 0,33 pk
1-5* Bel. onafh. inst.
[8] 1,1 kW - 1,5 pk
[9] 1,5 kW - 2 pk
[7] 0,75 kW - 1 pk
[10] 2,2 kW - 3 pk
0,1 - 10,0 Hz *1 Hz
0 - 300 % *100 %
1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid
1-52 Min. snelh. norm. magnetisering [Hz]
[11] 3 kW - 4 pk
[12] 3,7 kW - 5 pk
[13] 4 kW - 5,4 pk
[14] 5,5 kW - 7,5 pk
0 - 500,0 Hz *Size related
0 - 1000 V *Size related
1-56 U/f-karakteristiek - F
1-55 U/f-karakteristiek - U
[16] 11 kW - 15 pk
[17] 15 kW - 20 pk
[15] 7,5 kW - 10 pk
[18] 18,5 kW - 25 pk
1-6* Bel. afhank. Instelling
1-60 Belast. comp. bij lage snelheid
[19] 22 kW-30 pk
[20] 30 kW - 40 pk
0 - 300 % *100 %
1-22 Motorspanning
0 - 300 % *100 %
1-62 Slipcompensatie
1-61 Belastingcomp. bij hoge snelheid
20 - 500 Hz *Size related
50 - 1000 V *Size related
1-23 Motorfrequentie
-400 - 400,0 % *Size related
1-24 Motorstroom
0,05 - 5 s *0,1 s
1-63 Slipcompensatie tijdconstante
0,01 - 1000,00 A *Size related
1-25 Nom. motorsnelheid
0 - 500 % *100 %
1-64 Resonantiedemping
50 - 60000 RPM *Size related
1-26 Cont. nom. motorkoppel
20 - 200 % *100 %
(Stroom bij min. inductantie voor d-as)
20 - 200 % *100 %
0 - 120 % *50 %
0,001 - 0,05 s *0,005 s
1-66 Min. stroom bij lage snelh.
1-65 Resonantiedemping tijdconstante
0,1 - 10000,0 Nm *Size related
1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
*[0] Uit
1-7* Startaanpassingen
1-70 Startmodus
[1] Volledige AMA insch.
[2] Beperkte AMA insch.
1-3* Geav. Motor Data I
*[0] Rotordetectie
1-30 Statorweerstand (Rs)
0 - 10 s *0 s
*[2] Vrijloop/vertr.-tijd
[3] Startsn. rechtsom
[4] Horizontaal bedrijf
[5] VVC+ clockwise
1-73 Vlieg. start
*[0] Disabled (Uitgesch.)
1-71 Startvertraging
1-31 Rotorweerstand (Rr)
[0] DC-houd/vertr. tijd
0 - 65535 mH *Size related
0,0 - 9999,00 Ohm *Size related
0,0 - 9999.000 Ohm *Size related
0 - 9999.000 Ohm *Size related
1-37 Inductantie d-as (Ld)
1-35 Hoofdreactantie (Xh)
1-33 Statorlekreactantie (X1)
[1] Parkeren
0,0 - 9999.000 Ohm *Size related
[1] DC-Brake/delay time
1-72 Startfunctie
[1] Ingesch.
2 - 100 *Size related
0,000 - 65535 mH *Size related
1-39 Motorpolen
1-38 q-axis Inductance (Lq)
20 - 200 % *100 %
(Stroom bij min. inductantie voor q-as)
74 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Bijlage Bedieningshandleiding
[57] DigiPot wissen
[58] DigiPot hijsen
[61] Teller A (omlaag)
[62] Reset Teller A
[60] Teller A (omhoog)
[63] Teller B (omhoog)
[64] Teller B (omlaag)
[65] Reset Teller B
Same choices with 5-12
[30] Telleringang
[164] Pos. Idx Bit2
[171] Limit switch cw inverse
[172] Limit switch ccw inverse
5-13 Klem 29 digitale ingang
[73] PID reset I deel
[151] Home Ref. Schakelaar
[72] PID fout geïnv.
[162] Pos. Idx Bit0
[163] Pos. Idx Bit1
[160] Go To Target Pos.
[156] HW Limit Negative Inv
[157] Pos. Quick Stop Inv
[155] HW Limit Positive Inv
[74] PID insch.
[150] Go To Home
[83] Encoder input Z
5-14 Klem 32 digitale ingang
[32] Pulse input (Pulsingang)
Same choices with 5-10
Same choices with 5-12
[82] Encoder input B
5-15 Klem 33 digitale ingang
Same choices with 5-12
[30] Telleringang
[32] Pulse input (Pulsingang)
frequentie, hoog)
[81] Encoder input A
5-19 Terminal 37/38 Safe Torque O
[9] Alarm
[10] Alarm of waarsch.
[3] Waarsch. Veilige stop
*[1] Alarm Veilige stop
5-3* Digitale uitgangen
5-30 Klem 27 dig. uitgang
[3] Omv gereed/extern
*[0] Niet in bedrijf
[1] Besturing gereed
[2] Frequentieregelaar gereed
[4] Standby/gn waarsch.
[5] Actief
[6] Draaien/gn wsch.
[7] Binnen ber/gn wrsch
[8] Op ref/geen waarsch.
[11] Op koppelbegr.
[12] Buiten stroombereik
[13] Onder stroom, laag
[14] Boven stroom, hoog
[15] Buiten frequentiebereik
[16] Below frequency, low
[17] Above frequency, high (Boven
[55] DigiPot verhogen
[56] DigiPot verlagen
-4999 - 4999 *4999
4-56 Waarsch: terugk. laag
0 - 1500 RPM *Size related
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]
[57] DigiPot wissen
[58] DigiPot hijsen
-4999 - 4999 ProcessCtrlUnit *-4999
ProcessCtrlUnit
0 - 400,0 Hz *0 Hz
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
[61] Teller A (omlaag)
[62] Reset Teller A
[60] Teller A (omhoog)
-4999 - 4999 ProcessCtrlUnit *4999
ProcessCtrlUnit
4-57 Waarsch: terugk. hoog
0,1 - 500 Hz *65 Hz
0 - 60000 RPM *Size related
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
[63] Teller B (omhoog)
[64] Teller B (omlaag)
[65] Reset Teller B
[0] Uit
*[1] Aan
4-58 Motorfasefunctie ontbreekt
0 - 1000 % *Size related
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus
4-16 Koppelbegrenzing motormodus
[72] PID fout geïnv.
[73] PID reset I deel
4-6* Snelh.-bypass
4-61 Bypass-snelh. vanaf [Hz]
0 - 1000 % *100 %
4-18 Stroombegr.
[74] PID insch.
[150] Go To Home
0 - 500 Hz *0 Hz
4-63 Bypass-snelh. tot [Hz]
0 - 1000 % *Size related
4-19 Max. uitgangsfreq.
[156] HW Limit Negative Inv
[155] HW Limit Positive Inv
[151] Home Ref. Schakelaar
0 - 500 Hz *0 Hz
5-** Digitaal In/Uit
5-0* Dig. I/O-modus
0 - 500 Hz *Size related
4-2* Begr.factoren
4-20 Bron koppelbegrenzingsfactor
[160] Go To Target Pos.
[157] Pos. Quick Stop Inv
5-00 Dig. I/O-modus
*[0] PNP
[2] Anal. ingang 53
*[0] Geen functie
[162] Pos. Idx Bit0
[1] NPN
[4] Anal. ingang 53 inv
[163] Pos. Idx Bit1
[164] Pos. Idx Bit2
5-01 Klem 27 modus
*[0] Ingang
[8] Anal. ingang 54 inv
[6] Anal. ingang 54
[171] Limit switch cw inverse
[172] Limit switch ccw inverse
[1] Uitgang
5-1* Digitale ingangen
*[0] Geen functie
4-21 Bron snelheidsbegr.factor
5-11 Klem 19 digitale ingang
5-10 Klem 18 digitale ingang
[0] Niet in bedrijf
[4] Anal. ingang 53 inv
[2] Anal. ingang 53
[0] Niet in bedrijf
5-12 Klem 27 digitale ingang
[1] Reset
[2] Vrijloop geïnv.
[6] Anal. ingang 54
[8] Anal. ingang 54 inv
[1] Reset
[3] Vrijloop & reset inv
4-22 Break Away Boost
[2] Vrijloop geïnv.
[4] Snelle stop geïnv.
*[0] Uit
[51] Ext. vergrendeling
[55] DigiPot verhogen
[28] Versnell.
[29] Vertragen
[34] Ramp bit 0
[20] Uitgang vasth.
[21] Snelh. omh.
[23] Setupselectie bit 0
[22] Snelh. omlaag
[18] Ingest. ref. bit 2
[11] Start omgekeerd
[12] Start vooruit insch.
[14] Jog
[8] Start
[9] Pulsstart
[5] DC-brake inverse (DC-rem geïnv.)
[4] Snelle stop geïnv.
[3] Vrijloop & reset inv
[10] Omkeren
[6] Stop geïnverteerd
[15] Digitale ref. aan
[13] Start omgek. insch.
[19] Ref. vasthouden
[16] Ingest. ref. bit 0
[17] Ingest. ref. bit 1
[24] Setupselectie bit 1
[35] Ramp bit 1
[45] Latched start reverse
[56] DigiPot verlagen
10 10
[51] Ext. vergrendeling
[41] Precisiepulsstop inv
[35] Ramp bit 1
4-51 Waarschuwing stroom hoog
[45] Latched start reverse
[40] Precisiepulsstart
-4999 - 4999 *-4999
0 - 500,00 A *Size related
4-54 Waarsch: referentie laag
4-55 Waarsch: referentie hoog
[21] Snelh. omh.
4-40 Warning Freq. laag
[22] Snelh. omlaag
[23] Setupselectie bit 0
0 - 500 Hz *Size related
4-41 Warning Freq. hoog
[24] Setupselectie bit 1
0 - 500 Hz *Size related
4-42 Adjustable Temperature Warning
0 - 200 *0
0 - 500 A *0 A
4-5* Aanp. Waarschuwingen
4-50 Waarschuwing stroom laag
[15] Digitale ref. aan
[16] Ingest. ref. bit 0
[6] Naar reg zndr terugk
4-31 Motorterugkoppelingssnelh. fout
[18] Ingest. ref. bit 2
0 - 50 Hz *20 Hz
0 - 60 s *0,05 s
4-32 Motorterugkoppelingsverliestime-out
4-4* Aanp. waarsch. 2
[14] Jog
*[8] Start
[9] Pulsstart
[5] DC-brake inverse (DC-rem geïnv.)
[6] Stop geïnverteerd
[1] Aan
4-3* Motor Fb Monitor
4-30 Motorterugkoppelingsverliesfunctie
[0] Disabled (Uitgesch.)
[13] Start omgek. insch.
[10] Omkeren
[11] Start omgekeerd
[12] Start vooruit insch.
[1] Waarschuwing
*[2] Uitschakeling (trip)
[3] Jog
[4] Uitgang vasth.
[5] Max. snelh.
[19] Ref. vasthouden
[20] Uitgang vasth.
[17] Ingest. ref. bit 1
[28] Versnell.
[29] Vertragen
[34] Ramp bit 0
[27] Precisiestart, stop
[26] Precisiestop inv.
-200 - 200 % *-100 %
3-94 Min. begrenzing
0 - 3600000 ms *1000 ms
3-96 Maximum Limit Switch Reference
3-95 Aan/uitloopvertr.
4-** Begr./waarsch.
4-1* Motorbegr.
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]
4-10 Draairichting motor
*[0] Rechtsom
[2] Bidirectioneel
3-80 Jog ramp-tijd
0,01 - 3600 s *Size related
0,01 - 3600 s *Size related
3-81 Snelle stop ramp-tijd
0,01 - 200 % *0,10 %
3-9* Dig. pot.meter
3-90 Stapgrootte
3-92 Spann.herstel
*[0] Uit
[1] Aan
-200 - 200 % *100 %
3-93 Max. begrenzing
Same choices with 3-15
Same choices with 3-15
[11] Lokale busref.
[7] Freq.ingang 29
*[0] Geen functie
3-18 Rel. schaling van referentiebron
3-17 Referentiebron 3
3-16 Referentiebron 2
[8] Freq.ingang 33
[1] Anal. ingang 53
[2] Anal. ingang 54
3-3* Gen Ramp Settings
3-31 Ramp Down w/ dir. Change
*[0] Uit
[1] Ramp 1 uitlooptijd
[2] Ramp 2 uitlooptijd
[3] Ramp 3 Ramp Down Time
[4] Ramp 4 uitlooptijd
[9] Snelle stop ramp-tijd
3-4* Ramp 1
3-40 Ramp 1 type
*[0] Lineair
[1] Sine Ramp
[2] Sine 2 Ramp
0,01 - 3600 s *Size related
0,01 - 3600 s *Size related
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Same contents with 3-4*
Same contents with 3-4*
Same contents with 3-4*
3-5* Ramp 2
3-6* Ramp 3
3-7* Ramp 4
3-8* Andere Ramps
0 - 200 % *25 %
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 75
Bijlage
[28] Versnell.
[24] Setupselectie bit 1
[29] Vertragen
[34] Ramp bit 0
[35] Ramp bit 1
[51] Ext. vergrendeling
[55] DigiPot verhogen
[56] DigiPot verlagen
[57] DigiPot wissen
[58] DigiPot hijsen
VLT® Midi Drive FC 280
0,01 - 10 s *0,01 s
-4999 - 4999 *Size related
-4999 - 4999 *0
0 - 20 mA *20 mA
0 - 10 V *10 V
6-21 Klem 54 hoge spanning
6-22 Klem 54 lage stroom
0 - 20 mA *4 mA
6-23 Klem 54 hoge stroom
6-29 Klem 54 modus
[0] Stroommodus
6-26 Klem 54 lter tijdconstante
6-25 Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde
6-24 Klem 54 lage ref./terugkopp. waarde
*[1] Spanning
6-90 Klem 42 modus
6-9* Anal./dig. uitgang 42
*[0] 0-20 mA
[1] 4-20 mA
[2] Digitale uitgang
6-91 Klem 42 analoge uitgang
[105] Koppel tov nom.
*[0] Niet in bedrijf
[100] Uitgangsfrequentie
[101] Referentie
[102] Process Feedback
[103] Motorstroom
[106] Vermogen
[104] Koppel tov begr.
0 - 10 V *0,07 V
6-19 Klem 53 modus
*[1] Spanning
[172] Limit switch ccw inverse
[6] Digitale ingang
6-2* Anal. ingang 54
6-20 Klem 54 lage spanning
[151] Home Ref. Schakelaar
[155] HW Limit Positive Inv
[157] Pos. Quick Stop Inv
[73] PID reset I deel
[74] PID insch.
[150] Go To Home
[72] PID fout geïnv.
[171] Limit switch cw inverse
[162] Pos. Idx Bit0
[163] Pos. Idx Bit1
[164] Pos. Idx Bit2
[160] Go To Target Pos.
[156] HW Limit Negative Inv
4 - 32000 Hz *5000 Hz
1 - 4096 *1024
*[0] Rechtsom
5-71 Klem 32/33 encoderrichting
5-7* 24 V encoder-ing.
5-70 Klem 32/33 pulsen per omwenteling
0 - 0xFFFFFFFF *0
[1] Linksom
5-9* Via busbesturing
5-90 Digitale & relaisbesturing bus
0 - 100 % *0 %
0 - 100 % *0 %
5-94 Pulse Out 27 Timeout Preset
5-93 Pulse Out 27 Bus Control
6-** Analoog In/Uit
6-0* Anal. I/O-modus
6-00 Live zero time-out-tijd
1 - 99 s *10 s
6-01 Live zero time-out-functie
*[0] Uit
[1] Uitgang vasth.
[2] Stop
[3] Jogging
[4] Max. toerental
[5] Stop en uitsch.
6-1* Anal. ingang 53
0 - 10 V *0,07 V
6-10 Klem 53 lage spanning
0 - 10 V *10 V
6-11 Klem 53 hoge spanning
6-14 Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde
-4999 - 4999 *0
0,01 - 10 s *0,01 s
-4999 - 4999 *Size related
[14] Jog
[15] Digitale ref. aan
[16] Ingest. ref. bit 0
[17] Ingest. ref. bit 1
[18] Ingest. ref. bit 2
[19] Ref. vasthouden
[20] Uitgang vasth.
[21] Snelh. omh.
[22] Snelh. omlaag
[1] Reset
[4] Snelle stop geïnv.
[2] Vrijloop geïnv.
*[0] Niet in bedrijf
6-18 Terminal 53 Digital Input
6-16 Klem 53 lter tijdconstante
6-15 Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde
[13] Start omgek. insch.
[11] Start omgekeerd
[12] Start vooruit insch.
[8] Start
[10] Omkeren
[5] DC-brake inverse (DC-rem geïnv.)
[6] Stop geïnverteerd
[3] Vrijloop & reset inv
[23] Setupselectie bit 0
1010
0 - 600 s *0,01 s
0 - 600 s *0,01 s
band)
5-42 Uit-vertr., relais
5-41 Aan-vertr., relais
[170] Homing Completed
[171] Target Position Reached
[173] Position Mech Brake
[160] Geen alarm
[161] Omgekeerd draaien
[165] Lokale ref. actief
[166] Externe ref. actief
[83] SL dig. uitgang D
[74] Log. regel 4
[82] SL dig. uitgang C
[75] Log. regel 5
[80] SL dig. uitgang A
[81] SL dig. uitgang B
0 - 600 s *0,01 s
0 - 600 s *0,01 s
[167] Startcomm actief
[168] Omv. in handmodus
[169] Omv. in automodus
[190] STO function active
[172] Position Control Fault
[239] STO function fault (Fout STO-functie)
[193] Slaapstand
[194] Broken Belt Function (Functie defecte
5-5* Pulsingang
frequentie, hoog)
1 - 32000 Hz *32000 Hz
0 - 31999 Hz *4 Hz
5-51 Klem 29 hoge freq.
5-50 Klem 29 lage freq.
-4999 - 4999 *Size related
-4999 - 4999 *0
5-53 Term. 29 High Ref./Feedb. waarde
5-52 Klem 29 lage ref./terugk. waarde
1 - 32000 Hz *32000 Hz
0 - 31999 Hz *4 Hz
5-56 Klem 33 hoge freq.
5-55 Klem 33 lage freq.
-4999 - 4999 *Size related
-4999 - 4999 *0
5-58 Klem 33 hoge ref./terugk. waarde
5-57 Klem 33 lage ref./terugk. waarde
5-6* Pulsuitgang
*[0] Niet in bedrijf
5-60 Klem 27 pulsuitgangsvariabele
[45] Busbest.
[48] Busbest. t-o
[100] Uitgangsfrequentie
[101] Referentie
[102] Process Feedback
[103] Motorstroom
[104] Koppel tov begr.
[105] Koppel tov nom.
[106] Vermogen
[107] Toerental
[109] Max uitg.freq.
[113] PID uitg vast
5-62 Pulse Output Max Freq 27
5-35 Uit-vertr., dig. uitgang
5-34 Aan-vertr., dig. uitgang
[18] Buiten terugk.bereik
[19] Onder terugk., laag
[20] Boven terugk., hoog
5-4* Relais
5-40 Functierelais
[0] Niet in bedrijf
[24] Gereed, spann. ok
[23] Ext. gereed, thrm. ok
[22] Gereed, therm. ok
[21] Thermische waarschuwing
*[1] Besturing gereed
[25] Omkeren
[2] Frequentieregelaar gereed
[26] Bus OK
[3] Omv gereed/extern
[27] Koppelbegr. & stop
[4] Standby/gn waarsch.
[5] Actief
[29] Rem klaar, geen fout
[28] Rem, geen waarsch.
[6] Draaien/gn wsch.
[30] Remfout (IGBT)
[7] Binnen ber/gn wrsch
[8] Op ref/geen waarsch.
[31] Relais 123
[32] Mech. rembesturing
[9] Alarm
[36] Stuurwoord bit 11
[10] Alarm of waarsch.
[11] Op koppelbegr.
[37] Stuurwoord bit 12
[40] Buiten ref.bereik
[12] Buiten stroombereik
[41] Onder ref, laag
[13] Onder stroom, laag
[42] Boven ref, hoog
[14] Boven stroom, hoog
[43] Uitgebr PID-begr
[15] Buiten frequentiebereik
[45] Busbest.
[45] Busbest.
[165] Lokale ref. actief
[46] Bus control, timeout: Aan
[166] Externe ref. actief
[47] Bus control, timeout: Uit
[167] Startcomm actief
[56] Heat sink cleaning warning, high
[168] Omv. in handmodus
[40] Buiten ref.bereik
[41] Onder ref, laag
[30] Remfout (IGBT)
[31] Relais 123
[32] Mech. rembesturing
[29] Rem klaar, geen fout
[18] Buiten terugk.bereik
[56] Heat sink cleaning warning, high
[19] Onder terugk., laag
[60] Comparator 0
[20] Boven terugk., hoog
[61] Comparator 1
[21] Thermische waarschuwing
[64] Comparator 4
[65] Comparator 5
[62] Comparator 2
[63] Comparator 3
[16] Below frequency, low
[17] Above frequency, high (Boven
[55] Pulsuitgang
[47] Bus control, timeout: Uit
[46] Bus control, timeout: Aan
[24] Gereed, spann. ok
[22] Gereed, therm. ok
[23] Ext. gereed, thrm. ok
[28] Rem, geen waarsch.
[25] Omkeren
[26] Bus OK
[27] Koppelbegr. & stop
[70] Log. regel 0
[71] Log. regel 1
[72] Log. regel 2
[73] Log. regel 3
[74] Log. regel 4
[36] Stuurwoord bit 11
[81] SL dig. uitgang B
[82] SL dig. uitgang C
[75] Log. regel 5
[80] SL dig. uitgang A
[42] Boven ref, hoog
[37] Stuurwoord bit 12
[161] Omgekeerd draaien
[160] Geen alarm
[83] SL dig. uitgang D
[91] Encoder emulate output A
[60] Comparator 0
[61] Comparator 1
[62] Comparator 2
[169] Omv. in automodus
[170] Homing Completed
[171] Target Position Reached
[63] Comparator 3
[172] Position Control Fault
[64] Comparator 4
[173] Position Mech Brake
[65] Comparator 5
[70] Log. regel 0
[190] STO function active
[193] Slaapstand
[71] Log. regel 1
[194] Broken Belt Function (Functie defecte
[72] Log. regel 2
[73] Log. regel 3
band)
[239] STO function fault (Fout STO-functie)
76 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Bijlage Bedieningshandleiding
[10] T18 DI-status
[3] Trip muv alarm 68
7-49 Proces-PID uitgang norm/inv Gecontr.
*[0] Normaal
[11] T19 DI-status
[12] T27 DI-status
[13] T29 DI-status
II)
[1] Geïnverteerd
7-5* Geav. Process PID II (Geav. proces-PID
[14] T32 DI-status
[15] T33 DI-status
[21] Thermische waarschuwing
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
7-50 Proces-PID uitgebr PID
[2] Geen par, 1 stopbit
[7] CANopen DSP 402
8-35 Min. responsvertr.
[3] Geen par, 2 stopbits
8-13 Instelbaar statuswoord STW
[0] Geen functie
0,0010 - 0.5 s *0,01 s
8-36 Max. responsvertr.
*[1] Std. proel
[2] Alleen alarm 68
0 - 2147483647 *Size related
[83] SL dig. uitgang D
[93] Alarm68 or Alarm188
8-14 Instelbaar stuurwoord CTW
[0] Geen
8-0* Alg. instellingen
8-01 Stuurplaats
*[0] Dig. en stuurwoord
*[1] Std. proel
[2] CT W ok, actief laag
[1] Alleen dig.
[2] Alleen stuurwoord
[5] PID reset I deel
[6] PID insch.
8-19 Product Code (Productcode)
[4] PID fout geïnv.
8-02 Stuurwoordbron
[0] Geen
8-3* FC-poortinst.
8-30 Protocol
0.5 - 6000 s *1 s
[1] FC Port
[2] FC USB
[3] Optie A
8-03 Time-out-tijd stuurwoord
[70] Log. regel 0
[71] Log. regel 1
[72] Log. regel 2
[73] Log. regel 3
[60] Comparator 0
[61] Comparator 1
0,01 - 100 s *0,01 s
7-52 Proces-PID voorwaarts aanloop
[63] Comparator 3
0,01 - 100 s *0,01 s
7-53 Proces-PID voorwaarts uitloop
0,001 - 1 s *0,001 s
7-56 Proces-PID ref. ltertijd
7-57 Proces-PID tk ltertijd
[30] Remfout (IGBT)
[40] Buiten ref.bereik
0 - 100 *1
7-51 Proces-PID voorwaarts verst.
[64] Comparator 4
[65] Comparator 5
[62] Comparator 2
[74] Log. regel 4
0,001 - 1 s *0,001 s
7-6* Terugkoppelingsconversie
7-60 Conversie terugk. 1
*[0] Lineair
[82] SL dig. uitgang C
[75] Log. regel 5
[80] SL dig. uitgang A
[81] SL dig. uitgang B
*[0] Lineair
[1] Vierkantswortel
7-62 Conversie terugk. 2
[1] Vierkantswortel
8-** Comm. en opties
0,0 - 247 *1
[1] Oneven par, 1 stopbit
8-33 Par./stopbits
*[0] FC
[2] Modbus RTU
8-31 Adres
8-32 Baudsnelheid
[0] 2400 baud
[1] 4800 baud
[2] 9600 baud
[3] 19200 baud
[4] 38400 baud
[5] 57600 baud
8-04 Time-out-functie stuurwoord
*[0] Uit
[1] Uitgang vasth.
[2] Stop
[3] Jogging
[4] Max. toerental
[5] Stop en uitsch.
8-07 Diagnose-trigger
*[0] Uitsch.
[1] Trigger bij alarm
[2] Trigger alarm/wrsch.
[0] Even par, 1 stopbit
[6] 76800 baud
[7] 115200 baud
8-1* Gecontr. Stuurwoordinst.
8-10 Stuurwoordproel
*[0] FC-proel
[1] PROFIdrive-proel
[5] ODVA
10 10
0 - 6000 RPM *0 RPM
1 - 50 *5
0 - 20 s *0 s
0,10 - 9999 s *9999 s
0 - 10 *0,01
0 - 200 % *5 %
0 - 200 % *0 %
I)
-100 - 100 % *-100 %
-100 - 100 % *100 %
0 - 100 % *100 %
0 - 100 % *100 %
Gecontr.
0 - 65535 *0
[1] Anal. ingang 53
*[0] Geen functie
[73] Log. regel 3
[74] Log. regel 4
[107] Toerental
[111] Speed Feedback
[2] Anal. ingang 54
[75] Log. regel 5
[113] PID uitg vast
[3] Freq.ingang 29
[4] Freq.ingang 33
[2] Anal. ingang 54
*[0] Geen functie
[3] Freq.ingang 29
[80] SL dig. uitgang A
[139] Busbest.
[1] Anal. ingang 53
[4] Freq.ingang 33
7-22 Proces-CL Terugk. 2 Bron
[83] SL dig. uitgang D
[160] Geen alarm
[82] SL dig. uitgang C
[81] SL dig. uitgang B
*[0] Niet in bedrijf
[143] Ext. CL 1
[254] DC-aansluitsp.
6-92 Klem 42 dig. uitgang
[161] Omgekeerd draaien
[1] Besturing gereed
[165] Lokale ref. actief
[2] Frequentieregelaar gereed
[166] Externe ref. actief
[3] Omv gereed/extern
7-3* Process PID II. (Geav. Proces-PID II)
[167] Startcomm actief
[4] Standby/gn waarsch.
7-30 Proces-PID normaal/omgekeerd
[168] Omv. in handmodus
[5] Actief
7-31 Anti-windup proces-PID
*[0] Normaal
[1] Geïnverteerd
[169] Omv. in automodus
[170] Homing Completed
[171] Target Position Reached
[6] Draaien/gn wsch.
[7] Binnen ber/gn wrsch
[8] Op ref/geen waarsch.
[0] Uit
[172] Position Control Fault
[9] Alarm
*[1] Aan
7-32 Proces-PID startsnelheid
[193] Slaapstand
[173] Position Mech Brake
[10] Alarm of waarsch.
[11] Op koppelbegr.
[194] Broken Belt Function (Functie defecte
[12] Buiten stroombereik
7-33 Prop. versterking proces-PID
band)
[13] Onder stroom, laag
7-34 Integratietijd proces-PID
6-93 Terminal 42 Output Min Scale (Klem 42
[198] Omv.bypass
[14] Boven stroom, hoog
[15] Buiten frequentiebereik
7-35 Dierentiatietijd proces-PID
uitgang min. schaal)
0 - 200 % *0 %
[16] Below frequency, low
[17] Above frequency, high (Boven
7-36 Proces-PID di. verst.limiet
0 - 200 % *100 %
6-94 Klem 42 uitgang max. schaal
frequentie, hoog)
[18] Buiten terugk.bereik
6-96 Klem 42 uitgang busbesturing
[19] Onder terugk., laag
7-38 Voorwaartswerkingsfactor proces-PID
0 - 16384 *0
[20] Boven terugk., hoog
7-39 Bandbreedte op referentie
7-4* Geav. Process PID I (Geav. proces-PID
7-** Regelaars
7-0* Snelh.-PID-reg.
7-00 Terugk.bron snelheids-PID
[1] 24V-encoder
[24] Gereed, spann. ok
[22] Gereed, therm. ok
[23] Ext. gereed, thrm. ok
[21] Thermische waarschuwing
7-44 Proces-PID verst.schaal bij max. ref.
7-02 Snelheids-PID, prop. versterking
[30] Remfout (IGBT)
7-42 Proces-PID uitgang pos. vasth.
0 - 1 *0,015
7-03 Snelheids-PID, integratietijd
[31] Relais 123
[32] Mech. rembesturing
7-43 Proces-PID verst.schaal bij min. ref.
2 - 20000 ms *8 ms
0 - 200 ms *30 ms
7-04 Snelheids-PID, dierentiatietijd
7-05 Snelheids-PID, di. verst.limiet
[40] Buiten ref.bereik
[41] Onder ref, laag
[36] Stuurwoord bit 11
[37] Stuurwoord bit 12
*[0] Nee
[1] Ja
7-41 Proces-PID uitgang neg. vasth.
7-40 Proces-PID I-deel reset
[8] Freq.ingang 29
[9] Freq.ingang 33
*[20] Geen
[7] Anal. ingang 54
[6] Anal. ingang 53
[29] Rem klaar, geen fout
[28] Rem, geen waarsch.
[25] Omkeren
[26] Bus OK
[27] Koppelbegr. & stop
[2] Anal. ingang 54
[7] Freq.ingang 29
*[0] Geen functie
[1] Anal. ingang 53
7-45 Proces-PID voorwaarts bron
1 - 20 *5
[42] Boven ref, hoog
0,0001 - 32 *1
1 - 6000 ms *10 ms
7-06 Snelheids-PID, laagdoorl.ltertijd
7-07 Snelheids-PID, terugk overbr.verh.
[56] Heat sink cleaning warning, high
[45] Busbest.
[46] Bus control, timeout: Aan
[47] Bus control, timeout: Uit
7-46 Proces-PID voorwaarts norm/inv
[8] Freq.ingang 33
[11] Lokale busref.
[32] Bus PCD
0 - 500 % *0 %
7-08 Snelheids-PID, voorw. kopp.factor
7-12 Torque PID Proportional Gain
7-1* Torque PID Ctrl.
[63] Comparator 3
[60] Comparator 0
[61] Comparator 1
[62] Comparator 2
7-48 PCD Feed Forward (PCD voorw.kopp.)
*[0] Normaal
[1] Geïnverteerd
0,002 - 2 s *0,020 s
0 - 500 % *100 %
7-13 Torque PID Integration Time
7-2* Procesreg. Terugk.
7-20 Proces-CL Terugk. 1 Bron
[71] Log. regel 1
[72] Log. regel 2
[65] Comparator 5
[70] Log. regel 0
[64] Comparator 4
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 77
Bijlage
[3456] Spoorfout
[3450] Huidige positie
VLT® Midi Drive FC 280
0 - 65535 *0
0 - 0 *0
0 - 0 *0
0 - 65535 *1037
1 - 126 *126
nummer drive-unit)
*[100] Geen
[101] PPO 1
[102] PPO 2
[103] PPO 3
[104] PPO 4
[105] PPO 5
[106] PPO 6
9-22 Telegramkeuze
9-18 Node-adres
9-19 Drive Unit System Number (Systeem-
[1] Standaardtelegram 1
[107] PPO 7
Same choices with 9-15 & 9-16
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
9-28 Procesregeling
[108] PPO 8
9-27 Param. wijzigen
[200] Klantsp. telegram 1
9-23 Signaalparameters
[0] Uitsch.
9-45 Foutcode
*[1] Cycl. master insch.
9-44 Teller foutmeldingen
0 - 1000 *0
9-47 Foutnummer
9-52 Teller foutsituaties
0 - 65535 *0
9-53 Probus waarsch.-wrd
9-63 Huid. baudsnelh.
[0] 9,6 kbit/s
[1] 19,2 kbit/s
[2] 93,75 kbit/s
[3] 187,5 kbit/s
[4] 500 kbit/s
[6] 1500 kbit/s
[7] 3000 kbit/s
[8] 6000 kbit/s
[9] 12000 kbit/s
[10] 31,25 kbit/s
[11] 45,45 kbit/s
*[255] Geen baudsnelh. gev.
0 - 0 *0
0 - 0 *0
0 - 65535 *0
9-64 Toestelidenticatie
9-65 Proelnummer
9-67 Stuurwoord 1
9-68 Statuswoord 1
0 - 65535 *0
9-70 Setup wijzigen
[1602] Referentie [%]
[1694] Ext. Statuswoord
[1692] Waarsch.-wrd
[1639] Temp. stuurkaart
[1650] Externe referentie
[1652] Terugk. [Eenh]
[1634] Temp. koellich.
[1635] Inverter therm.
[1618] Motor therm.
[1620] Motorhoek
[1622] Koppel [%]
[1609] Standaard uitlez.
[1610] Verm. [kW]
[1611] Verm. [pk]
[1612] Motorspanning
[1614] Motorstroom
[1615] Frequentie [%]
[1616] Koppel [Nm]
[1603] Statuswoord
[1605] Vrnste huid. waarde [%]
[1613] Frequentie
[1617] Snelh. [RPM]
[1630] DC-aansluitsp.
[1633] Remenergie/2 min.
[1638] SL-controllerstatus
[1653] Digi Pot referentie
[1660] Digitale ingang
[1657] Feedback [RPM] (Terugk. [tpm])
[1664] Analoge ingang 54
[1661] Klem 53 schakelinstell.
[1662] Anal. ingang 53
[1663] Klem 54 schakelinstell.
[1671] Relaisuitgang
[1672] Teller A
[1669] Pulse output 27 [Hz]
[1668] Pulse input 33 [Hz]
[1665] Anal. uitgang 42 [mA]
[1666] Digitale uitgang
[1667] Pulsingang 29 [Hz]
[1685] FC-poort CTW 1
[1673] Teller B
[1674] Prec. stopteller
[1684] Comm. optie STW
[1693] Waarsch.woord 2
[1690] Alarmwoord
[1691] Alarmwoord 2
[3421] PCD 1 Read For Application
[1695] Ext. statusw. 2
[3430] PCD 10 Read For Application
[3429] PCD 9 Read For Application
[3428] PCD 8 Read For Application
[3427] PCD 7 Read For Application
[3426] PCD 6 Read For Application
[3425] PCD 5 Read For Application
[3424] PCD 4 Read For Application
[3423] PCD 3 Read For Application
[3422] PCD 2 Read For Application
[1697] Alarmwoord 3
[1698] Waarschuwingswoord 3
1010
8-85 Slavetime-outfouten
8-50 Vrijloopselectie
0 - 4294967295 *0
8-88 Reset FC-poortdiagn.
[0] Digitale ingang
[1] Bus
*[0] Niet resetten
[2] Log. AND
[1] Teller reset
8-9* Bus Feedback
*[3] Log. OR
8-51 Select. snelle stop
0 - 1500 RPM *100 RPM
8-90 Snelheid bus-jog 1
[0] Digitale ingang
[1] Bus
8-91 Snelheid bus-jog 2
[2] Log. AND
0 - 1500 RPM *200 RPM
*[3] Log. OR
9-** PROFIdrive
8-52 DC-remselectie
0 - 65535 *0
9-00 Setpoint
[0] Digitale ingang
[1] Bus
0 - 65535 *0
9-07 Act. waarde
9-15 PCD-schrijfcong.
[0] Geen
[0] Digitale ingang
[2] Log. AND
*[3] Log. OR
8-53 Startselectie
[302] Minimumreferentie
[1] Bus
[303] Max. referentie
[2] Log. AND
[312] Versnell.-/vertrag.-waarde
*[3] Log. OR
[341] Ramp 1 aanlooptijd
[342] Ramp 1 uitlooptijd
[351] Ramp 2 aanlooptijd
[352] Ramp 2 uitlooptijd
8-54 Omkeerselectie
[0] Digitale ingang
[1] Bus
[2] Log. AND
[380] Jog ramp-tijd
*[3] Log. OR
[381] Snelle stop ramp-tijd
8-55 Setupselectie
[412] Motorsnelh. lage begr. [Hz]
[414] Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
[0] Digitale ingang
[1] Bus
[417] Koppelbegrenzing generatormodus
[416] Koppelbegrenzing motormodus
[2] Log. AND
*[3] Log. OR
[553] Term. 29 High Ref./Feedb. waarde
8-56 Select. ingestelde ref.
[590] Digitale & relaisbesturing bus
[558] Klem 33 hoge ref./terugk. waarde
[0] Digitale ingang
[1] Bus
[593] Pulse Out 27 Bus Control
[2] Log. AND
[615] Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde
*[3] Log. OR
[625] Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde
8-57 Prodrive OFF2 Select
[696] Klem 42 uitgang busbesturing
[748] PCD Feed Forward (PCD voorw.kopp.)
[0] Digitale ingang
[1] Bus
[890] Snelheid bus-jog 1
[2] Log. AND
[891] Snelheid bus-jog 2
*[3] Log. OR
[1680] Veldbus CTW 1
8-58 Prodrive OFF3 Select
[1682] Veldbus REF 1
[3401] PCD 1 Write For Application
[0] Digitale ingang
[1] Bus
[3404] PCD 4 Write For Application
[3403] PCD 3 Write For Application
[3402] PCD 2 Write For Application
[2] Log. AND
*[3] Log. OR
8-7* Protocol SW Version
[3407] PCD 7 Write For Application
[3406] PCD 6 Write For Application
[3405] PCD 5 Write For Application
0 - 655 *Size related
8-79 Firmwareversie protocol
8-8* FC-poortdiagnostiek
[3410] PCD 10 Write For Application
[3409] PCD 9 Write For Application
[3408] PCD 8 Write For Application
0 - 4294967295 *0
8-81 Bus Foutenteller
8-80 Bus Berichtenteller
9-16 PCD-leescong.
[0] Geen
[1500] Bedrijfsuren
[1501] Aantal draaiuren
[1502] KWh-teller
0 - 4294967295 *0
0 - 4294967295 *0
0 - 4294967295 *0
8-83 Slavefoutenteller
8-82 Slaveberichten ontv.
[1600] Stuurwoord
[1601] Referentie [Eenh.]
0 - 4294967295 *0
8-84 Slaveberichten verz.
0,1 - 10,0 s *Size related
8-4* FC MC-protocolinst.
8-42 PCD-schrijfcong.
[0] Geen
[1] [302] Minimumreferentie
[2] [303] Max. referentie
[6] [352] Ramp 2 uitlooptijd
[5] [351] Ramp 2 aanlooptijd
[4] [342] Ramp 1 uitlooptijd
[3] [341] Ramp 1 aanlooptijd
[7] [380] Jog ramp-tijd
[8] [381] Snelle stop ramp-tijd
ingang 18,19,27,33)
[15] FC-poort CTW
[16] FC-poort REF
8-43 PCD-leescong.
[13] [696] Klem 42 uitgang busbesturing
[12] [676] Klem 45 uitgang busbesturing
[11] [590] Digitale & relaisbesturing bus
[10] [414] Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
[9] [412] Motorsnelh. lage begr. [Hz]
[0] Geen
[1] [1500] Bedrijfsuren
[2] [1501] Aantal draaiuren
[3] [1502] KWh-teller
[4] [1600] Stuurwoord
[5] [1601] Referentie [Eenh.]
[6] [1602] Referentie %
[10] [1610] Verm. [kW]
[11] [1611] Verm. [pk]
[12] [1612] Motorspanning
[9] [1609] Standaard uitlez.
[7] [1603] Statuswoord
[8] [1605] Vrnste huid. waarde [%]
[16] [1616] Koppel [Nm]
[17] [1618] Motor therm.
[15] [1615] Frequentie [%]
[13] [1613] Frequentie
[14] [1614] Motorstroom
[19] [1634] Temp. koellich.
[18] [1630] DC-aansluitsp.
[21] [1638] SL-controllerstatus
[20] [1635] Inverter therm.
[22] [1650] Externe referentie
[23] [1652] Terugk. [Eenh]
[24] [1660] Digital Input 18,19,27,33 (Dig.
(Klem 54 schakelinstell.)
[34] [1692] Waarsch.-wrd
[35] [1694] Ext. Statuswoord
[32] [1673] Teller B
[33] [1690] Alarmwoord
[31] [1672] Teller A
[27] [1663] Terminal 54 Switch Setting
[26] [1662] Anal. ingang 53
[25] [1661] Klem 53 schakelinstell.
[30] [1671] Relaisuitgang
[28] [1664] Analoge ingang 54
[29] [1665] Anal. uitgang 42 [mA]
8-5* Digitaal/Bus
78 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Bijlage Bedieningshandleiding
0 - 4294967295 *0
tellers)
0 - 0 *0
0 - 65535 *Size related
0 - 65535 *Size related
[1] Aan
12-33 CIP-revisie
12-34 CIP-productcode
[1] Aan
12-32 Netcontrole
*[0] Uit
0 - 65535 *0
0 - 65535 *0
12-35 EDS-parameter
12-37 COS-blokk.timer
12-38 COS-lter
12-6* Ethernet PowerLink
0 - 2000000000 ms *30000 ms
1 - 239 *1
12-60 Node ID
12-62 SDO Timeout
0 - 2000000,000 ms *5000,000 ms
12-63 Basic Ethernet Timeout
12-66 Threshold (Drempelwaarde)
0 - 2000000000 *15
12-67 Threshold Counters (Drempelwaarde-
tellers)
0 - 2147483647 *0
0 - 4294967295 *0
12-69 Ethernet PowerLink Status
12-68 Cumulative Counters (Cumulatieve
0 - 65535 *4000
12-89 Transparant kanaalaansluitpunt
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
12-84 Address Conict Detection
8 - 32 *16
(Procesdata cong. schrijfgrootte)
*[1] Ingesch.
8 - 32 *16
(Procesdata cong. leesgrootte)
12-9* Geav Ethernetdiensten
12-90 Kabeldiagnostiek
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Ingesch.
12-91 Auto-kruising
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
12-92 IGMP-snooping
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Ingesch.
0 - 2147483647 *0
12-8* Ov Ethern.diensten
12-80 FTP-server
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Ingesch.
12-81 HTTP-server
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Ingesch.
12-82 SMTP-service
[1] Ingesch.
12-83 SNMP Agent
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1638] SL-controllerstatus
[1639] Temp. stuurkaart
[1650] Externe referentie
[312] Versnell.-/vertrag.-waarde
[341] Ramp 1 aanlooptijd
[342] Ramp 1 uitlooptijd
opslaan)
[2] Alle setups opslaan
[3] Store edit setup (Bewerkte setup
[1652] Terugk. [Eenh]
[1653] Digi Pot referentie
[1657] Feedback [RPM] (Terugk. [tpm])
[1660] Digitale ingang
[351] Ramp 2 aanlooptijd
[352] Ramp 2 uitlooptijd
[380] Jog ramp-tijd
[381] Snelle stop ramp-tijd
10-33 Altijd opslaan
*[0] Uit
[1] Aan
12-** Ethernet
*[0] Uit
[2] Alle setups opslaan
12-29 Altijd opslaan
*[0] Uit
12-28 Datawaarden opsl.
[1671] Relaisuitgang
[1672] Teller A
[1669] Pulse output 27 [Hz]
[1668] Pulse input 33 [Hz]
[1665] Anal. uitgang 42 [mA]
[1666] Digitale uitgang
[1663] Klem 54 schakelinstell.
[1661] Klem 53 schakelinstell.
[1662] Anal. ingang 53
[1667] Pulsingang 29 [Hz]
[1664] Analoge ingang 54
[1685] FC-poort CTW 1
[1673] Teller B
[1674] Prec. stopteller
[1694] Ext. Statuswoord
[1692] Waarsch.-wrd
[1693] Waarsch.woord 2
[1690] Alarmwoord
[1691] Alarmwoord 2
[1684] Comm. optie STW
[3421] PCD 1 Read For Application
[1697] Alarmwoord 3
[1695] Ext. statusw. 2
[3456] Spoorfout
[3450] Huidige positie
[3430] PCD 10 Read For Application
[3428] PCD 8 Read For Application
[3429] PCD 9 Read For Application
[3427] PCD 7 Read For Application
[3426] PCD 6 Read For Application
[3425] PCD 5 Read For Application
[3424] PCD 4 Read For Application
[3423] PCD 3 Read For Application
[3422] PCD 2 Read For Application
[1698] Waarschuwingswoord 3
12-24 Process Data Cong Read Size
12-23 Process Data Cong Write Size
[1] Aan
12-3* EtherNet/IP
12-31 Netreferentie
*[0] Uit
12-30 Waarschuwingspar.
10 10
[1634] Temp. koellich.
[1610] Verm. [kW]
[1612] Motorspanning
[1614] Motorstroom
[1615] Frequentie [%]
[1616] Koppel [Nm]
[1617] Snelh. [RPM]
[1618] Motor therm.
[1620] Motorhoek
0 - 2147483647 *0
12-2* Procesdata
12-20 Controleobject
[1622] Koppel [%]
0 - 255 *Size related
[0] Geen
[1500] Bedrijfsuren
[1501] Aantal draaiuren
[696] Klem 42 uitgang busbesturing
[748] PCD Feed Forward (PCD voorw.kopp.)
[890] Snelheid bus-jog 1
[414] Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
12-00 Toewijzing IP-adres
[0] HANDM
[1] DHCP
[553] Term. 29 High Ref./Feedb. waarde
0 - 4294967295 *0
12-01 IP-adres
[20] From node ID
12-02 Subnetmasker
[2] BOOTP
*[10] DCP
[412] Motorsnelh. lage begr. [Hz]
12-0* IP-instell
[625] Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde
[615] Klem 53 hoge ref./terugkopp. waarde
[590] Digitale & relaisbesturing bus
[593] Pulse Out 27 Bus Control
[558] Klem 33 hoge ref./terugk. waarde
[416] Koppelbegrenzing motormodus
[417] Koppelbegrenzing generatormodus
[891] Snelheid bus-jog 2
0 - 4294967295 *0
0 - 4294967295 *0
12-04 DHCP-server
12-03 Std gateway
[1680] Veldbus CTW 1
0 - 2147483647 *0
[1682] Veldbus REF 1
[3401] PCD 1 Write For Application
0 - 4294967295 *0
12-05 Lease eindigt
[3402] PCD 2 Write For Application
0 - 4294967295 *0
12-06 Naamservers
12-07 Domeinnaam
1 - 48 *0
12-08 Hostnaam
1 - 48 *0
0 - 17 *0
12-09 Fysiek adres
12-1* Ethernetverb.par.
12-10 Verb.status
12-22 Procesdata cong. lezen
[3410] PCD 10 Write For Application
[3409] PCD 9 Write For Application
[3408] PCD 8 Write For Application
[3406] PCD 6 Write For Application
[3407] PCD 7 Write For Application
[3405] PCD 5 Write For Application
[3403] PCD 3 Write For Application
[3404] PCD 4 Write For Application
[1502] KWh-teller
[1600] Stuurwoord
[1601] Referentie [Eenh.]
0 - 0 *Size related
12-12 Auto-onderhand.
12-11 Verb.tijd
[0] Uit
*[0] Geen verb.
[1] Link
[1602] Referentie [%]
*[1] Aan
[1603] Statuswoord
[1605] Vrnste huid. waarde [%]
12-13 Verb.snelh
*[0] Geen
[1609] Standaard uitlez.
[1] 10 Mbps
[2] 100 Mbps
[1611] Verm. [pk]
12-14 Duplex-verb.
[1613] Frequentie
0 - 2147483647 *0
[0] Half-duplex
12-19 Supervisor IP Addr.
*[1] Duplex
12-18 Supervisor MAC
[1635] Inverter therm.
[1630] DC-aansluitsp.
[1633] Remenergie/2 min.
[0] Geen
[302] Minimumreferentie
[303] Max. referentie
12-21 Procesdata cong. schrijven
0 - 9999 *0
0 - 65535 *0
9-93 Gewijzigde par. (4)
9-92 Gewijzigde par. (3)
9-91 Gewijzigde par. (2)
9-90 Gewijzigde par. (1)
9-85 Ingestelde par. (6)
9-84 Ingestelde par. (5)
9-83 Ingestelde par. (4)
[1] Setup 1
[2] Setup 2
[3] Setup 3
[4] Setup 4
*[9] Actieve setup
9-71 Datawaarden Probus opslaan
*[0] Uit
[1] Alle setups opslaan
9-72 ProbusOmvReset
*[0] Geen actie
[1] Reset bij insch.
[2] Resetvoorb. bij insch
9-75 DO-identicatie
[3] Comm. optie reset
9-80 Ingestelde par. (1)
9-82 Ingestelde par. (3)
9-81 Ingestelde par. (2)
0 - 65535 *0
9-99 Probus revisieteller
9-94 Gewijzigde par. (5)
10-** CAN-veldbus
10-0* Alg. instellingen
10-01 Gesel. baudsnelh.
[16] 10 kbps
[17] 20 kbps
[18] 50 kbps
*[20] 125 kbps
[21] 250 kbps
[22] 500 kbps
[23] 800 kbps
[24] 1000 kbps
1 - 127 *127
10-02 Node ID
10-05 Uitlez. zend-foutenteller
0 - 255 *0
0 - 255 *0
10-3* Toegang parameters
*[0] Uit
10-31 Datawaarden opsl.
10-06 Uitlez. ontvangst-foutenteller
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
0 - 9999 *0
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 79
Bijlage
[74] SL time-out 7
[73] SL time-out 6
VLT® Midi Drive FC 280
hoog)
[74] Start timer 7
[72] Start timer 5
[73] Start timer 6
[70] Start timer 3
[71] Start timer 4
[60] Reset Teller A
[61] Reset Teller B
[41] Dig. uitgang D hoog
[40] Dig. uitgang C hoog
[39] Dig. uitgang B hoog
[38] Set digital out A high (Dig. uitgang A
[35] Dig. uitgang D laag
[34] Dig. uitgang C laag
[33] Dig. uitgang B laag
[27] Vrijloop
[18] Kies ramp 1
[19] Kies ramp 2
[22] Dr.
[23] Omgekrd. dr.
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Geen actie
[83] Band defect
[2] Kies setup 1
13-52 SL-controlleractie
[10] Kies ingest. ref 0
[3] Kies setup 2
[4] Kies setup 3
Same choices with 13-42
Same choices with 13-41
Same choices with 13-40
[17] Kies ingest. ref 7
[16] Kies ingest. ref 6
[15] Kies ingest. ref 5
[14] Kies ingest. ref 4
[13] Kies ingest. ref 3
[12] Kies ingest. ref 2
[11] Kies ingest. ref 1
[5] Kies setup 4
[24] Stop
[28] Uitgang vasth.
[25] Qstop
[26] DC-rem
[32] Dig. uitgang A laag
[30] Start timer 1
[31] Start timer 2
[29] Start timer 0
DI18)
14-** Speciale functies
14-0* Inverterschakeling
14-01 Schakelfrequentie
[0] Ran3
[1] Ran5
[5] 5,0 kHz
[6] 6,0 kHz
[7] 8,0 kHz
[8] 10,0 kHz
[2] 2,0 kHz
[3] 3,0 kHz
[4] 4,0 kHz
[9] 12,0 kHz
13-44 Logische regel Boolean 3
[6] NOT OR
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] AND
[2] OR
[83] Band defect
13-41 Logische regel operator 1
[3] AND NOT
[7] NOT AND NOT
[4] OR NOT
[5] NOT AND
13-43 Logische regel operator 2
[8] NOT OR NOT
13-42 Logische regel Boolean 2
13-5* Standen
13-51 SL Controller Event
*[0] False
[1] True
[2] Actief
[3] Binnen bereik
[4] Op referentie
[7] Buiten stroombereik
[8] Onder I, laag
[17] Netsp. buiten bereik
[9] Boven I, hoog
[16] Thermische waarschuwing
[18] Omkeren
[19] Waarschuwing
[21] Alrm (uitsch. & blok)
[20] Alarm (trip) (Alarm (uitsch))
[23] Comparator 1
[24] Comparator 2
[22] Comparator 0
[28] Log. regel 2
[29] Log. regel 3
[26] Log. regel 0
[27] Log. regel 1
[25] Comparator 3
[33] Digital input DI18 (Digitale ingang
[31] SL time-out 1
[30] SL time-out 0
[34] Digitale ingang DI19
[32] SL time-out 2
[35] Digitale ingang DI27
[36] Digitale ingang DI29
[39] Startcommando
[40] Omv. gestopt
[42] Uitsch. autoreset
[60] Log. regel 4
[50] Comparator 4
[51] Comparator 5
[72] SL time-out 5
[70] SL time-out 3
[71] SL time-out 4
[61] Log. regel 5
1010
DI18)
[74] SL time-out 7
[72] SL time-out 5
[73] SL time-out 6
[70] SL time-out 3
[71] SL time-out 4
[60] Log. regel 4
[50] Comparator 4
13-10 Comparator-operand
[51] Comparator 5
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Referentie %
[61] Log. regel 5
[2] Terugkopp.
[3] Motortoerental
[4] Motorstroom
[6] Motorvermogen
[7] Motorspanning
[12] Anal. ingang AI53
[31] SL time-out 1
[70] SL time-out 3
[34] Digitale ingang DI19
[32] SL time-out 2
[73] SL time-out 6
[74] SL time-out 7
[83] Band defect
13-03 SLC resetten
*[0] SLC niet resetten
[72] SL time-out 5
[71] SL time-out 4
[1] SLC resetten
13-1* Comparatoren
[40] Omv. gestopt
[42] Uitsch. autoreset
[36] Digitale ingang DI29
[39] Startcommando
[35] Digitale ingang DI27
[33] Digital input DI18 (Digitale ingang
[13] Anal. ingang AI54
[61] Log. regel 5
[18] Pulsingang FI29
[83] Band defect
[20] Alarmnummer
[19] Pulsingang FI33
13-02 Gebeurt. stoppen
[0] False
[30] Teller A
[1] True
[31] Teller B
[2] Actief
13-11 Comparator-operator
[3] Binnen bereik
[0] Less Than (<) (Kleiner dan (<))
[4] Op referentie
*[1] Ongev. gelijk aan (~)
[7] Buiten stroombereik
[2] Groter dan (>)
[8] Onder I, laag
13-12 Comparatorwaarde
[9] Boven I, hoog
-9999 - 9999 *0
0 - 3600 s *0 s
13-2* Timers
13-20 Timer SL-controller
[18] Omkeren
[19] Waarschuwing
[16] Thermische waarschuwing
[17] Netsp. buiten bereik
13-4* Logische regels
13-40 Logische regel Boolean 1
[20] Alarm (trip) (Alarm (uitsch))
[21] Alrm (uitsch. & blok)
*[0] False
[22] Comparator 0
[1] True
[23] Comparator 1
[2] Actief
[24] Comparator 2
[3] Binnen bereik
[25] Comparator 3
[28] Log. regel 2
[29] Log. regel 3
[4] Op referentie
[7] Buiten stroombereik
[8] Onder I, laag
[9] Boven I, hoog
[26] Log. regel 0
[27] Log. regel 1
[28] Log. regel 2
[29] Log. regel 3
[19] Waarschuwing
[17] Netsp. buiten bereik
[16] Thermische waarschuwing
[33] Digital input DI18 (Digitale ingang
[32] SL time-out 2
[30] SL time-out 0
[31] SL time-out 1
DI18)
[34] Digitale ingang DI19
[35] Digitale ingang DI27
[36] Digitale ingang DI29
[39] Startcommando
*[40] Omv. gestopt
[42] Uitsch. autoreset
[26] Log. regel 0
[23] Comparator 1
[24] Comparator 2
[25] Comparator 3
[22] Comparator 0
[21] Alrm (uitsch. & blok)
[20] Alarm (trip) (Alarm (uitsch))
[18] Omkeren
[30] SL time-out 0
[27] Log. regel 1
[60] Log. regel 4
[61] Log. regel 5
[50] Comparator 4
[51] Comparator 5
0 - 63 *Size related
[26] Log. regel 0
12-98 Interfacetellers
[255] Mirror Int. Port to 2
12-97 QoS Priority
[254] Mirror Int. Port to 1
12-99 Mediatellers
13-** Smart Logic
13-0* SLC-instellingen
13-00 SL-controllermodus
*[0] Uit
[1] Aan
13-01 Gebeurt. starten
[0] False
[1] True
[2] Actief
[3] Binnen bereik
[4] Op referentie
[7] Buiten stroombereik
[8] Onder I, laag
[9] Boven I, hoog
[17] Netsp. buiten bereik
[16] Thermische waarschuwing
[18] Omkeren
[19] Waarschuwing
[21] Alrm (uitsch. & blok)
[20] Alarm (trip) (Alarm (uitsch))
[23] Comparator 1
[22] Comparator 0
[27] Log. regel 1
[24] Comparator 2
[25] Comparator 3
12-94 Broadcaststormbeveiliging
-1 - 20 % *-1 %
0 - 3600 *120
12-95 Inactiviteit time-out
12-96 Poortcong
[2] Spiegel prt 2 > 1
[0] Normaal
[1] Spiegel prt 1 > 2
[10] Port 1 disabled
[11] Port 2 disabled
0 - 65535 *0
12-93 Foute kabellengte
0 - 4294967295 *0
0 - 4294967295 *4000
DI18)
[34] Digitale ingang DI19
[35] Digitale ingang DI27
[36] Digitale ingang DI29
*[39] Startcommando
[40] Omv. gestopt
[42] Uitsch. autoreset
[50] Comparator 4
[51] Comparator 5
[28] Log. regel 2
[29] Log. regel 3
[33] Digital input DI18 (Digitale ingang
[60] Log. regel 4
80 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Bijlage Bedieningshandleiding
0 - 65535 *0
16-20 Motorhoek
-200 - 200 % *0 %
16-22 Koppel [%]
16-3* Status omvormer
0 - 255 *0
0 - 0 *0
0 - 10000 kW *0 kW
0 - 65535 V *0 V
16-30 DC-aansluitsp.
16-33 Remenergie/2 min.
0 - 16 *0
0 - 30 *Size related
-128 - 127 °C *0 °C
16-34 Temp. koellich.
0 - 20 *Size related
0 - 255 % *0 %
16-35 Inverter therm.
16-36 Inv. Nom. Current (Nom. stroom
0 - 30 *0
inverter)
inverter)
0 - 655,35 A *0 A
16-37 Inv. Max. Current (Max. stroom
0 - 20 *0
0 - 2000 *0
0 - 100 % *0 %
-30000 - 30000 RPM *0 RPM
-30000 - 30000 Nm *0 Nm
16-14 Motorstroom
0 - 6553.5 % *0 %
0 - 655,35 A *0 A
16-18 Motor therm.
16-17 Snelh. [RPM]
16-16 Koppel [Nm]
16-15 Frequentie [%]
0 - 0 *0
0 - 0 *0
0 - 0 *0
0 - 0 *0
0 - 0 *0
0 - 6553.5 Hz *0 Hz
0 - 65535 V *0 V
16-13 Frequentie
0 - 0 *0
0 - 40 *0
0 - 655,35 A *0 A
16-38 SL-controllerstatus
0 - 0xFFFFFFFF *0
0 - 20 *0
0 - 65535 °C *0 °C
16-39 Temp. stuurkaart
16-5* Ref. & terugk.
0 - 56 *0
0 - 9999 *0
-4999 - 4999 ProcessCtrlUnit *0
ProcessCtrlUnit
-200 - 200 *0
16-53 Digi Pot referentie
16-57 Feedback [RPM] (Terugk. [tpm])
-4999 - 4999 ReferenceFeedbackUnit *0
ReferenceFeedbackUnit
-30000 - 30000 RPM *0 RPM
-200 - 200 % *0 %
16-6* In- & uitgangen
16-60 Digitale ingang
0 - 65535 *0
0 - 4095 *0
16-61 Klem 53 schakelinstell.
-200 - 200 % *0 %
-200 - 200 % *0 %
16-52 Terugk. [Eenh]
16-50 Externe referentie
0 - 65535 *0
[1] Spanning
[6] Digitale ingang
16-62 Anal. ingang 53
0 - 9999 CustomReadoutUnit *0
CustomReadoutUnit
0 - 20 *1
16-63 Klem 54 schakelinstell.
0 - 20 *1
[1] Spanning
16-64 Analoge ingang 54
[0] Stroommodus
0 - 1000 hp *0 hp
0 - 1000 kW *0 kW
20 - 1000 Hz *Size related
0 - 60 s *60 s
15-46 Bestelnr. freq.-omvormer
14-7* Compatibiliteit
14-27 Actie bij inverterfout
14-70 Compatibility Selections
[0] Uitschakeling (trip)
15-48 LCP ID-nr.
15-49 SW-id stuurkaart
[14] VLT2800 12M
[12] VLT2800 3M
[13] VLT2800 3M incl. MAV
*[0] No Function (Geen functie)
*[0] Geen actie
[1] Service reset
*[1] Waarschuwing
14-28 Productie-instell.
15-50 SW-id voedingskaart
[15] VLT2800 12M incl. MAV
[3] Software Reset (Software-reset)
14-8* Opties
14-29 Servicecode
15-51 Serienr. freq.-omvormer
14-88 Option Data Storage (Opslag optiege-
0 - 0xFFFFFFFF *0
gevens)
14-3* Stroombegr. reg.
15-52 OEM-informatie
0 - 65535 *0
14-89 Option Detection (Optiedetectie)
0 - 500 % *100 %
14-30 Stroombegr.reg., proport. versterk.
15-53 Serienr. voedingskaart
15-57 File Version (Bestandsversie)
optiecong.)
*[0] Protect Option Cong. (Bescherm
[1] Enable Option Change (Insch. optiewij-
0,002 - 2 s *0,020 s
14-32 Stroombegr.reg., ltertijd
14-31 Stroombegr. reg., integratietijd
15-59 CSIV-bestand
ziging)
14-9* Foutinstell
1 - 100 ms *5 ms
14-4* Energieoptimalis.
14-90 Foutniveau
14-40 VT-niveau
15-6* Optie-ident.
*[3] Uitschakeling met blokkering
40 - 90 % *66 %
15-60 Optie gemonteerd
[4] Uitsch. + vertr. reset
14-41 Min. magnetisering AEO
[5] Flystart (Vliegende start)
40 - 75 % *66 %
15-61 SW-versie optie
15-** Geg. omvormer
15-0* Bedrijfsgegevens
(Stroomoptimalisatie d-as voor IPM)
14-44 d-axis current optimization for IPM
15-70 Optie slot A
0-0x7FFFFFFF h *0 h
15-00 Bedrijfsuren
0 - 200 % *100 %
14-5* Omgeving
15-71 SW-versie optie slot A
15-9* Parameterinfo
15-92 Ingest. parameters
0 - 2147483647 kWh *0 kWh
0-0x7FFFFFFF h *0 h
15-02 KWh-teller
15-01 Aantal draaiuren
14-51 DC-linkcompensatie
[0] Uit
*[1] Aan
14-52 Ventilatorreg.
15-97 Type toepassing
15-98 ID omvormer
0 - 2147483647 *0
0 - 65535 *0
15-03 Inschakelingen
15-04 x Overtemp.
15-05 x Overspann.
aan)
uit)
[6] Constant-o mode (Modus constant
[5] Constant-on mode (Modus constant
[7] On-when-Inverter-is-on-else-o Mode
15-99 Parameter metadata
16-** Data-uitlezingen
16-0* Alg. status
0 - 65535 *0
*[0] Niet resetten
[1] Teller reset
15-06 kWh-teller reset
anders uit)
(Modus aan wanneer omvormer aan is,
14-55 Uitgangslter
*[8] Variable-speed mode
16-00 Stuurwoord
*[0] Niet resetten
15-07 Draaiurenteller reset
*[0] Geen lter
[1] Sinuslter
16-01 Referentie [Eenh.]
[1] Teller reset
14-6* Autoreductie
16-02 Referentie [%]
16-03 Statuswoord
16-05 Vrnste huid. waarde [%]
16-09 Standaard uitlez.
16-1* Motorstatus
16-10 Verm. [kW]
16-11 Verm. [pk]
16-12 Motorspanning
10 10
-32767 - 32767 *0
0 - 255 *0
15-3* Alarm Log
15-30 Alarmlog: foutcode
15-31 InternalFaultReason
[1] Reductie
14-63 Min. schakelfrequentie
*[0] Uitschakeling (trip)
14-61 Functie bij inverteroverbel.
*[2] 2,0 kHz
15-4* ID omvormer
15-40 FC-type
[3] 3,0 kHz
[4] 4,0 kHz
0 - 0 *0
0 - 20 *0
15-41 Vermogenssectie
[5] 5,0 kHz
[6] 6,0 kHz
[7] 8,0 kHz
0 - 20 *0
15-42 Spanning
15-43 Softwareversie
[10] 16,0 kHz
[8] 10,0 kHz
[9] 12,0 kHz
0 - 0 *0
0 - 41 *0
15-44 Bestelde Typecode
15-45 Huidige typecodereeks
14-64 Nulstroomniveau dodetijdcompensatie
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Ingesch.
14-65 Toerentalreductie dodetijdcompensatie
[10] 16,0 kHz
14-03 Overmodulatie
[0] Uit
*[1] Aan
14-07 Dead Time Compensation Level
factor demping)
0 - 100 *Size related
(Niveau dodetijdcompensatie)
14-08 Damping Gain Factor (Versterkings-
[14] Reset bij inschakelen
14-21 Tijd tot autom. herstart
[13] Onbegr. aut. reset
0 - 600 s *10 s
14-22 Bedrijfsmodus
backup, herstelniveau uitsch.)
0 - 60000,000 ReferenceFeedbackUnit
0 - 100 % *Size related
(Biasstroomniveau dode tijd)
0 - 100 % *Size related
14-09 Dead Time Bias Current Level
14-1* Netsp. Aan/Uit
14-10 Netstoring
*[0] Geen functie
[1] Gecontr. uitloop
[2] Gecontr uitl, uitsch
[3] Vrijloop
[4] Kinetische backup
[6] Alarm
[5] Kin backup, uitsch
100 - 800 V *Size related
backup, uitsch. met herstel)
[2] Disabled (Uitgesch.)
14-12 Functie bij onbalans netsp.
*[0] Uitschakeling (trip)
14-11 Netspanning bij netfout
[7] Kin. back-up, trip w recovery (Kin.
[1] Waarschuwing
*Size related
14-15 Kin. Backup Trip Recovery Level (Kin.
14-2* Resetfuncties
14-20 Resetmodus
*[0] Handm. reset
[3] Autom. reset x 3
[2] Autom. reset x 2
[1] Autom. reset x 1
[7] Autom. reset x 7
[8] Autom. reset x 8
[6] Autom. reset x 6
[5] Autom. reset x 5
[4] Autom. reset x 4
[12] Autom. reset x 20
[11] Autom. reset x 15
[10] Autom. reset x 10
[9] Autom. reset x 9
*[0] Normaal bedrijf
[2] Initialisatie
0 - 60 s *60 s
14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.
14-24 Uitsch.vertr. bij stroombegr.
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 81
Bijlage
0 - 65535 *0
34-06 PCD 6 Write For Application
0 - 65535 *0
34-07 PCD 7 Write For Application
0 - 65535 *0
34-08 PCD 8 Write For Application
0 - 65535 *0
34-09 PCD 9 Write For Application
0 - 65535 *0
34-10 PCD 10 Write For Application
0 - 65535 *0
34-21 PCD 1 Read For Application
34-2* PCD-leespar.
0 - 65535 *0
34-22 PCD 2 Read For Application
0 - 65535 *0
34-23 PCD 3 Read For Application
VLT® Midi Drive FC 280
0 - 65535 *0
0 - 65535 *0
0 - 65535 *0
0 - 65535 *0
34-26 PCD 6 Read For Application
34-25 PCD 5 Read For Application
34-24 PCD 4 Read For Application
0 - 65535 *0
34-27 PCD 7 Read For Application
34-28 PCD 8 Read For Application
0 - 65535 *0
34-29 PCD 9 Read For Application
0 - 65535 *0
34-30 PCD 10 Read For Application
0 - 65535 *0
34-5* Procesdata
34-50 Huidige positie
50 - 100000 ms *5000 ms
50 - 100000 ms *5000 ms
*[0] Absoluut
[1] Relatief
1 - 30000 RPM *100 RPM
37-05 Pos. Aanlooptijd
37-04 Pos. Snelheid
37-07 Pos. Auto Brake Ctrl
37-06 Pos. Uitlooptijd
[0] Uitsch.
*[1] Insch.
-2147483647 - 2147483647 *0
-1073741824 - 1073741824 *0
34-56 Spoorfout
37-** Toepassingsinst.
37-0* ApplicationMode
37-00 Application Mode
*[0] Drive mode
[2] Position Control
37-1* Position Control
-1073741824 - 1073741824 *0
*[0] 24V-encoder
37-02 Pos. Target
37-03 Pos. Type
37-01 Pos. Terugk.bron
31-47 Time Limit Function
*[0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Ingesch.
31-48 Time Limit Remaining Time
0 - 720 h *720 h
32-** Motion Control Basic Settings
32-1* User Unit
1 - 65535 *1
1 - 65535 *1
1 - 2147483648 *2000000
32-12 Noemer eenheid gebr.
32-11 Deler eenheid gebr.
32-6* PID
32-67 Max. toegestane positiefout
32-8* Velocity & Acceleration
50 - 3600000 ms *1000 ms
1 - 30000 RPM *1500 RPM
32-81 Motion Ctrl Quick Stop Ramp
32-80 Maximum Allowed Velocity
33-** Motion Control Adv. Instellingen
33-0* Naar startpos.
33-00 Homing Mode
*[0] Not forced
[1] Forced manual homing
[2] Forced automated homing
-1073741824 - 1073741824 *0
33-01 Home Oset
33-02 Home Ramp Time
1 - 1000 ms *10 ms
-1500 - 1500 RPM *100 RPM
33-03 Homing Velocity
[3] Forward no index (Voorwaarts geen
33-04 Homing Behaviour
*[1] Reverse no index
index)
33-4* Gebruik limieten
-1073741824 - 1073741824 *-500000
33-41 Negative Software Limit
-1073741824 - 1073741824 *500000
33-42 Positive Software Limit
[1] Actief
33-44 Positive Software Limit Active
*[0] Niet actief
33-43 Negative Software Limit Active
*[0] Niet actief
[1] Actief
33-47 Target Position Window
1 - 10000 *512
34-** Motion Control Data Readouts
34-0* PCD-schrijfpar.
34-01 PCD 1 Write For Application
0 - 65535 *0
34-02 PCD 2 Write For Application
0 - 65535 *0
34-03 PCD 3 Write For Application
0 - 65535 *0
34-04 PCD 4 Write For Application
0 - 65535 *0
34-05 PCD 5 Write For Application
1010
0 - 600 s *10 s
22-43 Reactiv.snelh [Hz]
22-41 Min. slaaptijd
-200 - 200 % *0 %
0 - 400,0 *10
0 - 100 % *10 %
22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil
22-45 Boost instelpt
-100 - 100 % *0 %
22-46 Max. boosttijd
0 - 400,0 *0
0 - 600 s *60 s
22-47 Sleep Speed [Hz] (Snelheid slaapstand)
-999999.999 - 999999.999 ExtPID1Unit
*0 ExtPID1Unit
slaapstand)
0 - 3600 s *0 s
22-48 Sleep Delay Time (Vertragingstijd
-999999.999 - 999999.999 ExtPID1Unit
*100 ExtPID1Unit
reactivering)
22-49 Wake-Up Delay Time (Vertragingstijd
0 - 3600 s *0 s
band)
22-6* Detectie band defect
22-60 Broken Belt Function (Functie defecte
*[0] Uit
5 - 100 % *10 %
22-61 Koppel defecte band
[2] Uitschakeling (trip)
[1] Waarschuwing
0 - 600 s *10 s
22-62 Vertr. defecte band
-999999.999 - 999999.999 ExtPID1Unit
30-** Speciale functies
30-2* Geav. startaanp.
30-20 High Starting Torque Time [s] (Hoge
[Eenh])
*0 ExtPID1Unit
startkoppeltijd [s])
-999999.999 - 999999.999 ExtPID1Unit
(Hoge startkoppelstroom [%])
0 - 60 s *Size related
30-21 High Starting Torque Current [%]
-999999.999 - 999999.999 ExtPID1Unit
*0 ExtPID1Unit
0 - 200,0 % *Size related
30-22 Beveiliging geblokkeerde rotor
*0 ExtPID1Unit
*[0] Uit
0 - 100 % *0 %
0,05 - 1 s *0,10 s
[1] Aan
30-23 Locked Rotor Detection Time [s]
31-** Special Option
31-4* Geheugenmodule
31-40 Memory Module Function
0 - 10 *0,01
[0] Disabled (Uitgesch.)
*[1] Only Allow Download (Alleen
0,01 - 10000 s *10000 s
downloaden toestaan)
[2] Only Allow Upload (Alleen uploaden
0 - 10 s *0 s
toestaan)
[3] Allow Both Download And Upload
31-41 MM Information
1 - 50 *5
0 - 2 *0
31-42 Congure Memory Module Access
31-43 Erase_MM
[2] Set MM to read write
*[0] Geen actie
[1] Set MM to read only
(Slaapstand CL-regelmodus)
*[0] Geen functie
[1] Erase MM
0 - 600 s *10 s
21-19 Uitgebr verm 1 [%]
21-15 Uitgebr instelpt 1
0 - 65535 *1084
16-86 FC-poort REF 1
21-17 Ext. 1 Reference [Unit] (Uitgebr ref 1
-32768 - 32767 *0
16-9* Diagnose-uitlez.
[3] Freq.ingang 29
[4] Freq.ingang 33
[2] Anal. ingang 54
*[0] Geen functie
18-93 Proces-PID uitgang na verst.schal.
0 - 20 mA *0 mA
16-65 Anal. uitgang 42 [mA]
21-** Ext. Met terugk.
16-66 Digitale uitgang
*[0] Disabled (Uitgesch.)
21-0* Uitgebr CL autotuning
21-09 Extended PID Enable
0 - 130000 *0
0 - 63 *0
16-67 Pulsingang 29 [Hz]
[1] Uitgebr PID1 ingesch.
21-11 Uitgebr min.referentie 1
21-1* Uitgebr. CL 1 ref/tk
0 - 130000 *0
16-69 Pulse output 27 [Hz]
16-68 Pulse input 33 [Hz]
0 - 40000 *0
16-71 Relaisuitgang
21-13 Uitgebr referentiebron 1
21-12 Uitgebr max.referentie 1
0 - 31 *0
-32768 - 32767 *0
16-72 Teller A
16-73 Teller B
[7] Freq.ingang 29
[2] Anal. ingang 54
*[0] Geen functie
[1] Anal. ingang 53
0 - 2147483647 *0
-32768 - 32767 *0
16-74 Prec. stopteller
16-8* Veldbus & FC-poort
[1] Anal. ingang 53
[8] Freq.ingang 33
21-14 Uitgebr terugk.bron 1
0 - 65535 *0
16-80 Veldbus CTW 1
0 - 65535 *0
-32768 - 32767 *0
16-84 Comm. optie STW
16-82 Veldbus REF 1
16-85 FC-poort CTW 1
21-18 Uitgebr terugk. 1 [Eenh]
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
16-93 Waarsch.woord 2
16-92 Waarsch.-wrd
16-91 Alarmwoord 2
16-90 Alarmwoord
*[0] Normaal
[1] Geïnverteerd
21-21 Uitgebr prop. verst 1
21-20 Uitgebr normaal/omgekrd 1
21-2* Uitgebr. CL 1 PID
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
16-94 Ext. Statuswoord
16-97 Alarmwoord 3
16-95 Ext. statusw. 2
21-23 Uitgebr di.tijd 1
0 - 4294967295 *0
18-** Info & uitlez.
18-5* Memory Module Readout
21-24 Uitgebr dif. verst.limiet
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
18-51 Memory Module Warning Reason
22-** Toep. Functies
18-52 Memory Module ID
22-0* Diversen
0 - 0 *0
*[0] Normaal
[1] Vereenvoudigd
22-02 Sleepmode CL Control Mode
-200 - 200 % *0 %
18-91 Proces-PID uitgang
18-9* PID-uitlezingen
18-90 Proces-PID fout
22-4* Slaapstand
22-40 Min. draaitijd
-200 - 200 % *0 %
-200 - 200 % *0 %
18-92 Proces-PID uitgang na vasth.
21-22 Uitgebr integr.tijd 1
0 - 0xFFFFFFFFUL *0
16-98 Waarschuwingswoord 3
82 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Bijlage Bedieningshandleiding
10 10
37-08 Pos. Hold Delay
0 - 10000 ms *0 ms
37-09 Pos. Coast Delay
0 - 1000 ms *200 ms
37-10 Pos. Brake Delay
0 - 1000 ms *200 ms
37-11 Pos. Brake Wear Limit
0 - 1073741824 *0
[0] Uitsch.
37-12 Pos. PID-integratiebegrenzing
*[1] Insch.
1 - 10000 *1000
37-13 Pos. PID Output Clamp
[2] Pos. HW Limit
[3] Neg. HW Limit
[4] Pos. SW Limit
*[0] Ramp Down&Brake
[1] Brake Directly
*[0] No Fault
*[0] No Blocking
[1] Block Reverse
[2] Block Forward
37-14 Pos. Gecontr. Bron
*[0] DI
[1] FieldBus
37-15 Pos. Direction Block
37-17 Pos. Ctrl Fault Behaviour
37-18 Pos. Ctrl Fault Reason
[1] Homing Needed
[5] Neg. SW Limit
[7] Brake Wear Limit
[12] Rev. Operation
[8] Snelle stop
[9] PID Error Too Big
[13] Fwd. Tijdens bedrijf
0 - 255 *0
37-19 Pos. New Index
[20] Can not nd home position
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 83
Trefwoordenregister
VLT® Midi Drive FC 280
Trefwoordenregister
A
Aanhaalmomenten voor klemmen................................................ 66
Aanvullende informatiebronnen...................................................... 4
Aarde
Aarddraad........................................................................................... 13
Aardverbinding................................................................................. 23
Aarding................................................................................ 17, 18, 23, 24
AC-golfvorm.............................................................................................. 5
Achterwand............................................................................................ 10
AC-ingang........................................................................................... 5, 18
Afgeschermde kabel........................................................................... 23
Afkorting.................................................................................................. 72
Aftakcircuitbeveiliging....................................................................... 66
Alarmlog.................................................................................................. 30
AMA, klem 27 aangesloten............................................................... 46
Arbeidsfactor..................................................................................... 5, 23
Auto On............................................................................................. 31, 35
F
Fout
Foutlog................................................................................................. 30
G
Geaarde driehoekschakeling............................................................ 18
Geïsoleerde voeding........................................................................... 18
Gekwaliceerd personeel.................................................................... 7
Goedkeuring en certicering.............................................................. 6
H
Hand On................................................................................................... 31
Hijsen........................................................................................................ 10
Hoge spanning................................................................................. 7, 24
Hoofdmenu..................................................................................... 28, 30
Hoofdschakelaar................................................................................... 24
Horizontale montage.......................................................................... 11
Hulpapparatuur..................................................................................... 23
B
Bedieningstoets............................................................................. 25, 30
Bedrading voor uitgangsvermogen.............................................. 23
Bekabeling.............................................................................................. 23
Beoogd gebruik....................................................................................... 4
Beveiliging tegen transiënten............................................................ 5
C
Circuitbreaker........................................................................................ 23
Conventies.............................................................................................. 72
D
DC-stroom................................................................................................. 5
Digitale ingang...................................................................................... 20
Draaddikte.............................................................................................. 13
Draairichting van de encoder.......................................................... 35
Dwarsdoorsnede.................................................................................. 63
E
EMC............................................................................................................ 62
EMC-correcte installatie..................................................................... 13
Energierendement................................................................. 59, 60, 61
Energierendementsklasse................................................................. 62
Extern commando.............................................................................. 4, 5
Externe regelaar...................................................................................... 4
I
IEC 61800-3...................................................................................... 18, 62
Ingang
Bedrading voor ingangsvermogen........................................... 23
Ingangsspanning............................................................................. 24
Ingangsvermogen........................................................................... 13
Klem............................................................................................... 18, 24
Stroom................................................................................................. 18
Vermogen......................................................................... 5, 18, 23, 24
Ingangen
Analoge ingang................................................................................ 63
Digitale ingang................................................................................. 63
Pulse input (Pulsingang)................................................................ 64
Initialisatie
Handmatige procedure................................................................. 32
Procedure............................................................................................ 32
Installatie................................................................................................. 23
Installatie naast elkaar........................................................................ 10
Installatieomgeving............................................................................. 10
Isoleren van interferentie.................................................................. 23
J
Jumper...................................................................................................... 20
K
Kabelgrootte.......................................................................................... 17
Kabellengte............................................................................................ 63
Klemmen
Stuurklem.................................................................................... 31, 54
Uitgangsklem.................................................................................... 24
84 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Trefwoordenregister Bedieningshandleiding
Koeling..................................................................................................... 10
Koppel
Koppelkarakteristiek....................................................................... 62
L
Lekstroom........................................................................................... 8, 13
Lijst met waarschuwingen en alarmen......................................... 54
Loadsharing.............................................................................................. 7
Lokale bediening.................................................................................. 31
M
Mechanische rembesturing.............................................................. 21
Menustructuur....................................................................................... 30
Menutoets........................................................................................ 25, 30
Montage............................................................................................ 10, 23
Motor
Beveiliging............................................................................................ 4
Data....................................................................................................... 34
Draairichting...................................................................................... 34
Motorgegevens................................................................................ 32
Motorkabel.................................................................................. 13, 17
Motorstroom..................................................................................... 30
Motorvermogen................................................................. 13, 30, 62
Status...................................................................................................... 4
Stroom............................................................................................. 5, 34
Thermische motorbeveiliging....................................................... 6
N
Navigatietoets................................................................................ 25, 30
Net
Gegevens voeding........................................................................... 59
Spanning............................................................................................. 30
Voeding (L1/N, L2/L, L3)................................................................ 61
Netvoeding........................................................................................ 5, 18
Norm en conformiteit voor STO........................................................ 6
Numeriek display.................................................................................. 25
O
Omgevingsconditie............................................................................. 62
Onbedoelde start............................................................................. 7, 50
Onderhoud............................................................................................. 50
Ontladingstijd.......................................................................................... 8
Opslag....................................................................................................... 10
Opstarten................................................................................................ 32
Optionele apparatuur......................................................................... 24
Overstroombeveiliging...................................................................... 13
Programmeren........................................................................ 20, 30, 31
R
Recycling.................................................................................................... 6
Reductie................................................................................................... 62
Referentie................................................................................................ 30
Relais klant.............................................................................................. 43
Relaisuitgang......................................................................................... 65
Reset..................................................................................... 30, 31, 32, 50
RFI-lter.................................................................................................... 18
S
Schokken................................................................................................. 10
Seriële communicatie
Seriële communicatie................................................ 22, 31, 50, 65
Seriële communicatie via USB..................................................... 65
Service...................................................................................................... 50
Setup......................................................................................................... 35
SIL2............................................................................................................... 6
SILCL van SIL2........................................................................................... 6
Snelheidsreferentie....................................................................... 35, 46
Snelle elektrische transiënten.......................................................... 14
Snelmenu......................................................................................... 26, 30
Spanningsniveau.................................................................................. 63
Specicatie.............................................................................................. 23
Standaardinstelling.............................................................................. 32
Startcommando.................................................................................... 35
STO
Activering............................................................................................ 42
Automatische herstart............................................................ 42, 43
Deactivering...................................................................................... 42
Handmatige herstart............................................................... 42, 43
Inbedrijfstellingstest....................................................................... 43
Onderhoud......................................................................................... 44
Technische gegevens..................................................................... 45
Stuur-
Bedrading............................................................................. 13, 20, 23
Karakteristiek..................................................................................... 65
Stuurklem.................................................................................... 31, 54
Stuurkaart
+10 V DC-uitgang............................................................................ 65
Prestaties............................................................................................. 65
RS485 seriële communicatie........................................................ 65
Seriële communicatie via USB..................................................... 65
Symbool................................................................................................... 72
Systeemterugkoppeling....................................................................... 4
P
PELV.................................................................................................... 48, 65
Potentiaalvereening......................................................................... 14
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 85
T
Terugkoppeling..................................................................................... 23
Thermische beveiliging........................................................................ 6
Thermistor............................................................................................... 48
Trefwoordenregister
Trilling....................................................................................................... 10
Typeplaatje................................................................................................ 9
VLT® Midi Drive FC 280
U
Uitgangen
Analoge uitgang............................................................................... 64
Digitale uitgang................................................................................ 64
Uitgangsstroom.................................................................................... 64
Uitvoeren................................................................................................. 23
V
Veiligheid................................................................................................... 8
Vereiste vrije ruimte............................................................................. 10
Verwijderingsinstructie......................................................................... 6
Voedingsaansluiting............................................................................ 13
Voedingsspanning........................................................................ 24, 64
Vrije ruimte voor koeling................................................................... 23
Z
Zekering..................................................................................... 13, 23, 66
Zonder terugkoppeling...................................................................... 65
Zwevende driehoekschakeling....................................................... 18
86 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. MG07A510
Trefwoordenregister Bedieningshandleiding
MG07A510 Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden. 87
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zijn producten zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specicaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.
Danfoss A/S Ulsnaes 1 DK-6300 Graasten vlt-drives.danfoss.com
132R0153 MG07A510 08/2018
*MG07A510*
Loading...