Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht5
Goedkeuringen5
Symbolen6
2 Veiligheid
Algemene waarschuwing8
Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden8
Speciale omstandigheden8
Een onbedoelde start vermijden9
Installatie Veilige stop9
Veilige stop van de frequentieomvormer10
IT-net12
3 Installeren
Om te beginnen13
Vóór de installatie13
De installatielocatie plannen13
5
7
13
De frequentieomvormer in ontvangst nemen14
Transport en uitpakken14
Hijsen15
Mechanische afmetingen17
Nominaal vermogen24
Mechanische installatie25
Klemposities – framegrootte D26
Klemposities – framegrootte E28
Klemposities – framegrootte F32
Koeling en luchtcirculatie35
Opties installeren op locatie40
Installatie van kanaalkoelset in Rittal-behuizingen40
Buiteninstallatie/NEMA 3R-set voor Rittal-behuizingen43
Installatie op voet44
Optionele ingangplaat46
Installatie van afscherming netvoeding voor frequentieomvormers47
Paneelopties voor framegrootte F47
Paneelopties voor framegrootte47
Elektrische installatie49
Voedingsaansluitingen49
Aansluiting netvoeding64
Zekeringen65
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1
InhoudVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Motorisolatie68
Motorlagerstromen69
Stuurkabelroute69
Elektrische installatie, stuurklemmen71
Aansluitvoorbeelden72
Start/Stop72
Pulsstart/stop72
Elektrische installatie – vervolg74
Elektrische installatie, Stuurkabels74
Schakelaar S201, S202 en S80176
Uiteindelijke setup en test77
Extra aansluitingen79
Mechanische rembesturing79
Thermische motorbeveiliging79
4 Bediening van de frequentieomvormer
Bedieningswijzen81
Bediening van het grafische LCP (GLCP)81
Bediening van het numerieke LCP (NLCP)86
Tips en trucs89
5 De frequentieomvormer programmeren
Programmeren95
Q1 Persoonlijk menu97
Q2 Snelle setup97
Q5 Gemaakte wijz.99
Q6 Logdata100
Veelgebruikte parameters – toelichting101
Hoofdmenu101
Parameteropties141
Standaardinstellingen141
0-** Bediening/display142
1-** Belasting & motor143
81
95
2-** Remmen144
3-** Ref./Ramp.144
4-** Begr./waarsch.145
5-** Digitaal In/Uit146
6-** Analoog In/Uit147
8-** Comm. en opties148
9-** Profibus149
10-** CAN-veldbus149
13-** Smart Logic150
2
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power BedieningshandleidingInhoud
14-** Speciale functies150
15-** Geg. omvormer151
16-** Data-uitlezingen152
18-** Info & uitlez.153
20-** Omvormer met terugkoppeling153
21-** Uitgebr. met terugk.154
22-** Toepassingsfuncties155
23-** Tijdgeb. acties156
25-** Cascaderegelaar157
26-** Analoge I/O-optie MCB 109158
Cascade-CTL-optie 27-**159
29-** Watertoepassingsfuncties160
31-** Bypass-optie160
6 Algemene specificaties
7 Problemen verhelpen
Foutmeldingen178
Trefwoordenregister
161
175
184
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3
1
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleidingVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
4
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
1
1.1.1 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht
Deze publicatie bevat informatie die eigendom is van Danfoss. Door acceptatie en gebruik van deze handleiding stemt de gebruiker ermee in dat de
informatie in dit document enkel zal worden aangewend voor het gebruik van de apparatuur van Danfoss of apparatuur van andere leveranciers op
voorwaarde dat deze apparatuur bestemd is voor gebruik in combinatie met Danfoss-apparatuur door middel van seriële communicatie. Deze publicatie
is beschermd op basis van de auteurswetten van Denemarken en de meeste andere landen.
Danfoss kan niet garanderen dat een softwareprogramma dat is ontworpen volgens de richtlijnen in deze handleiding goed zal functioneren in iedere
fysieke, hardware- of softwareomgeving.
Hoewel DanfossDanfossde informatie in deze handleiding heeft getest en gecontroleerd, houdt dit geen verklaring of waarborg in met betrekking tot deze
documentatie, hetzij impliciet of expliciet, betreffende de juistheid, volledigheid, betrouwbaarheid of geschiktheid voor een specifiek doel.
In geen enkel geval zal Danfoss aansprakelijkheid aanvaarden voor directe, indirecte, speciale, incidentele of vervolgschade die voortvloeit uit het gebruik,
of het niet kunnen gebruiken, van informatie in deze handleiding, zelfs niet als is gewaarschuwd voor de mogelijkheid van dergelijke schade. Danfoss
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige kosten, met inbegrip van, maar niet beperkt tot kosten als gevolg van verlies aan winst of inkomsten,
verlies of beschadiging van apparatuur, verlies van computerprogramma's, verlies van data, de kosten om deze te vervangen, of claims van derden.
Danfoss behoudt zich het recht voor om deze publicatie op ieder moment te herzien en de inhoud te wijzigen zonder nadere kennisgeving of enige
verplichting om eerdere of huidige gebruikers te informeren over dergelijke aanpassingen of wijzigingen.
In deze bedieningshandleiding worden alle aspecten van uw VLT AQUA Drive behandeld.
Beschikbare publicaties voor de VLT AQUA Drive:
-Bedieningshandleiding MG.20.Mx.yy bevat de benodigde informatie voor het installeren en in bedrijf stellen van de frequentieomvormer.
-Design Guide MG.20.Nx.yy bevat technische informatie over het ontwerp van de frequentieomvormer en klantspecifieke toepassingen.
-Programmeerhandleiding MG.20.Ox.yy geeft informatie over het programmeren van de frequentieomvormer en bevat een uitgebreide beschrij-
ving van de parameters.
x = versienummer
yy = taalcode
Technische publicaties van Danfoss Drives zijn ook online beschikbaar via www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Documentations/Technical
+Documentation.
1.1.2 Goedkeuringen
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
5
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleidingVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
1.1.3 Symbolen
1
In deze bedieningshandleiding gebruikte symbolen
NB!
Geeft aan dat de lezer ergens op moet letten.
Geeft een algemene waarschuwing aan.
Geeft een waarschuwing in verband met hoogspanning aan.
*Geeft de standaardinstelling aan.
6
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding2 Veiligheid
2Veiligheid
2.1.1 Opmerking in verband met veiligheid
De spanning van de frequentieomvormer is gevaarlijk wanneer de frequentieomvormer op het net is aangesloten. Onjuiste aansluiting
van de motor, frequentieomvormer of veldbus kan de apparatuur beschadigen en lichamelijk letsel of dodelijke gevolgen met zich mee
brengen. Volg daarom de aanwijzingen in deze handleiding alsmede de lokale en nationale veiligheidsvoorschriften op.
Veiligheidsvoorschriften
1.De frequentieomvormer moet worden afgeschakeld van de netvoeding als reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Controleer of
de netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
2.De toets [Stop/Reset] op het bedieningspaneel van de frequentieomvormer schakelt de netvoeding niet af en mag daarom niet als veiligheids-
schakelaar worden gebruikt.
3.De apparatuur moet correct zijn geaard, de gebruiker moet beschermd zijn tegen voedingsspanning en de motor moet beveiligd zijn tegen
overbelasting overeenkomstig de geldende nationale en lokale voorschriften.
4.De aardlekstromen zijn groter dan 3,5 mA.
5.De beveiliging tegen overbelasting van de motor is in te stellen via par. 1-90
daardwaarde) of ETR-waarsch. als deze functie gewenst is. Opmerking: de functie wordt geactiveerd bij 1,16 x nominale motorstroom en
nominale motorfrequentie. Voor de Noord-Amerikaanse markt: de ETR-functies leveren een beveiliging tegen overbelasting van de motor van
klasse 20 conform NEC.
6.Verwijder in geen geval de stekkers naar de motor en netvoeding terwijl de frequentieomvormer is aangesloten op het net. Controleer of de
netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
7.Denk eraan dat de frequentieomvormer meer spanningsingangen heeft dan enkel L1, L2 en L3 wanneer loadsharing (koppeling van de DC-
tussenkring) en een externe 24 V DC zijn geïnstalleerd. Controleer of alle spanningsingangen zijn afgeschakeld en de vereiste tijd is verstreken
voordat wordt begonnen met de reparatiewerkzaamheden.
Installatie op grote hoogtes
Therm. motorbeveiliging.
Stel par. 1-90 in op ETR-uitsch. (stan-
2
Voor hoogtes boven 2000 m dient u contact op te nemen met Danfoss in verband met PELV.
Waarschuwing tegen onbedoelde start
1. Terwijl de frequentieomvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestopt via digitale commando's, buscommando's, referenties of lokale
stop. Deze stopfuncties zijn niet toereikend als een onbedoelde start moet worden voorkomen in verband met de persoonlijke veiligheid. 2. De motor
kan starten terwijl de parameters worden gewijzigd. Activeer daarom altijd de [Stop/Reset]-toets; hierna kunnen de gegevens worden gewijzigd. 3. Een
gestopte motor kan starten wanneer een storing optreedt in de elektronica van de frequentieomvormer als gevolg van een tijdelijke overbelasting, een
storing in de netvoeding of een foutieve motoraansluiting.
Waarschuwing:
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben – zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net.
Verzeker u er ook van dat de andere spanningsingangen, zoals de externe 24 V DC, loadsharing (koppeling van de DC-tussenkring) en de motoraansluiting
voor kinetische backup zijn afgeschakeld.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
7
2
2 VeiligheidVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
2.1.2 Algemene waarschuwing
Waarschuwing:
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben – zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net.
Zorg er ook voor dat de andere spanningsingangen (koppeling van de DC-tussenkring) en de motoraansluiting voor kinetische backup
zijn afgeschakeld.
Houd rekening met de onderstaande wachttijden voordat u mogelijke spanningvoerende delen van de VLT AQUA Drive FC 200 aanraakt:
380-480 V, 110-450 kW: wacht minstens 15 minuten.
525-690 V, 132-630 kW, wacht minstens 20 minuten.
Een kortere tijd is alleen toegestaan als dit op het motortypeplaatje van de betreffende eenheid wordt aangegeven.
Lekstroom
De aardlekstroom van de VLT AQUA Drive FC 200 is groter dan 3,5 mA. Een versterkte aardverbinding (PE) conform IEC 61800-5-1
moet worden gegarandeerd door middel van een PE-draad van min. 10 mm² (koper) of 16 mm² (aluminium) of een extra PE-draad –
met dezelfde kabeldoorsnede als de netbedrading – die afzonderlijk moet worden afgesloten.
Reststroomapparaat
Dit product kan gelijkstroom veroorzaken in de beschermende geleider. Op plaatsen waar een reststroomapparaat (RCD – Residual
Current Device) wordt toegepast voor extra bescherming mag op de voedingskant van dit product alleen een RCD van het B-type (met
tijdsvertraging) worden gebruikt. Zie ook RCD Toepassingsnotitie MN.90.GX.02.
De aarding van de VLT AQUA Drive FC 200 en het gebruik van RCD's moet altijd voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
2.1.3 Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden
1.Schakel de frequentieomvormer af van het net.
2.Schakel de DC-busklemmen 88 en 89 af.
3.Houd rekening met de wachttijd die in de sectie Algemene waarschuwing staat vermeld.
4.Verwijder de motorkabel.
2.1.4 Speciale omstandigheden
Elektrische klasse:
De klasseaanduiding op het motortypeplaatje van de frequentieomvormer is gebaseerd op een standaard 3-fasen netvoeding, binnen het aangegeven
spannings-, stroom- en temperatuurbereik, die gewoonlijk zal worden gebruikt voor de meeste toepassingen.
De frequentieomvormer ondersteunt ook andere, specifieke toepassingen, maar deze zijn van invloed op de elektrische klasse van de
frequentieomvormer. Speciale omstandigheden die van invloed zijn op de elektrische klasse zijn onder andere:
•Eenfasetoepassingen
•Toepassingen voor hoge temperaturen waarbij een reductie van de elektrische klasse noodzakelijk is
•Toepassing voor scheepsinstallaties met veeleisender omgevingscondities
Raadpleeg de betreffende secties in deze handleiding en de VLT
Installatievereisten:
De algehele elektrische veiligheid van de frequentieomvormer vereist speciale installatieoverwegingen ten aanzien van:
•Zekeringen en stroomonderbrekers voor beveiliging tegen overstroom en kortsluiting
•Selectie van voedingskabels (net, motor, rem, loadsharing en relais)
•Netwerkconfiguratie (IT, TN, één zijde geaard enz.)
•Veiligheid van poorten met lage spanning (PELV-condities)
Raadpleeg de betreffende secties in deze handleiding en de VLT
®
AQUA Drive Design Guide voor informatie over de elektrische klassen.
®
AQUA Drive Design Guide voor informatie over de installatievereisten.
8
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding2 Veiligheid
2.1.5 Waarschuwing
Op de DC-tussenkringcondensatoren van de frequentieomvormer blijft spanning staan, ook nadat de spanning is afgeschakeld. Om
mogelijke elektrische schokken te voorkomen, moet de frequentieomvormer van het net worden afgeschakeld voordat onderhouds-
werkzaamheden worden uitgevoerd. Voordat met onderhoudswerkzaamheden aan de frequentieomvormer wordt begonnen, moet de
volgende minimale wachttijd in acht worden genomen:
SpanningVermogenscapaciteitMin. wachttijd
380-480 V110-250 kW20 minuten
315-1000 kW40 minuten
525-690 V45-400 kW20 minuten
450-1200 kW30 minuten
Houd er rekening mee dat er hoge spanningen op de DC-tussenkring kunnen staan, zelfs wanneer alle LED's uit zijn.
2.1.6 Een onbedoelde start vermijden
Wanneer de frequentieomvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestart/gestopt via digitale commando's, buscom-
mando's, referenties of via het lokale bedieningspaneel van de omvormer.
•Schakel de frequentieomvormer altijd af van het net wanneer een onbedoelde start moet worden vermeden vanwege de persoonlijke veiligheid.
•Om een onbedoelde start te vermijden, dient u altijd de [Off]-toets te activeren voordat u parameters wijzigt.
•Om te voorkomen dat een gestopte motor als gevolg van een elektronische fout, een tijdelijke overbelasting, een storing in de netvoeding of
een verbroken motoraansluiting start, moet klem 37 worden uitgeschakeld.
2
2.1.7 Installatie Veilige stop
Volg onderstaande instructies om een installatie voor stopca-
tegorie 0 (EN 60204) uit te voeren overeenkomstig veiligheids-
categorie 3 (EN 954-1):
1.De geleiderbrug (jumper) tussen klem 37 en 24 V DC moet wor-
den verwijderd. Het is niet voldoende om de jumper door te
snijden of te breken. Verwijder hem helemaal om kortsluiting te
voorkomen. Zie de afbeelding.
2.Sluit klem 37 aan op de 24 V DC via een kabel die is beveiligd
tegen kortsluiting. De 24 V DC-spanning moet te onderbreken
zijn via een stroomonderbreker die voldoet aan EN 954-1, ca-
tegorie 3. Als de stroomonderbreker en de frequentieomvormer
in hetzelfde installatiepaneel zijn bevestigd, kan een niet-afge-
schermde kabel worden gebruikt in plaats van een afgescherm-
de kabel.
Afbeelding 2.1: Geleiderbrug (jumper) tussen klem 37 en 24
V DC
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
9
2
2 VeiligheidVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Onderstaande afbeelding toont een installatie voor stopcategorie 0 (EN 60204-1) met veiligheidscategorie 3 (EN 954-1). De stroomonderbreking wordt
uitgevoerd door middel van een opendeurcontact. De afbeelding geeft ook de aansluiting weer voor een niet-veiligheidsgerelateerde hardwarematige
vrijloop.
Afbeelding 2.2: Illustratie van de essentiële aspecten van een installatie voor stopcategorie 0 (EN 60204-1) met veiligheidscategorie 3 (EN
954-1).
2.1.8 Veilige stop van de frequentieomvormer
Bij versies die zijn uitgerust met ingangsklem 37 voor de functie Veilige stop kan de frequentieomvormer de veiligheidsfunctie
het koppel
De functie is ontworpen en geschikt bevonden voor de vereisten van veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1. Deze functionaliteit wordt Veilige stop
genoemd. Voordat de Veilige stop in een installatie wordt geïntegreerd en toegepast, moet een grondige risicoanalyse worden uitgevoerd op het systeem
om te bepalen of de functionaliteit en veiligheidscategorie van de Veilige stop relevant en voldoende zijn. Om de functie Veilige stop te installeren en te
gebruiken overeenkomstig de vereisten voor veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1 moeten de betreffende informatie en instructies in de VLT AQUA
Drive Design Guide MG.20.Nx.yy in acht worden genomen! De informatie en instructies in de Bedieningshandleiding zijn niet voldoende voor een juist en
veilig gebruik van de veiligestopfunctionaliteit!
(zoals gedefinieerd in IEC 61800-5-2) of
Stopcategorie 0
(zoals gedefinieerd in EN 60204-1) uitvoeren.
Veilige uitschakeling van
10
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding2 Veiligheid
2
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
11
2
2 VeiligheidVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
2.1.9 IT-net
IT-net
Sluit 400 V-frequentieomvormers met RFI-filters niet aan op een netvoeding met een spanning van meer dan 440 V tussen fase en
aarde.
Voor IT-net en geaarde driehoekschakeling (één zijde geaard) mag de netspanning tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 440 V.
Par. 14-50
A2-niveau.
RFI-filter
kan worden gebruikt om interne RFI-condensators af te schakelen van RFI-filter naar aarde. Dit zal de RFI-prestaties reduceren tot
2.1.10 Softwareversie en goedkeuringen
VLT AQUA Drive
Softwareversie: 1.24
Deze handleiding is bedoeld voor alle VLT AQUA Drive frequentieomvormers met softwareversie 1.24.
Het versienummer van de software kan worden uitgelezen via parameter 15-43.
2.1.11 Verwijderingsinstructie
Apparatuur die elektrische componenten bevat mag niet als huishoudelijk afval worden afgevoerd.
Dergelijke apparatuur moet apart worden afgevoerd als elektrisch en elektronisch afval volgens de geldende
lokale voorschriften.
12
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3Installeren
3.1 Om te beginnen
3.1.1 Installeren
Dit hoofdstuk behandelt de mechanische en elektrische installatie van en naar de voedingsklemmen en stuurklemmen.
De elektrische installatie van
opties
wordt beschreven in de relevante Bedieningshandleiding en Design Guide.
3.1.2 Om te beginnen
De frequentieomvormer is zo ontworpen dat u via onderstaande stappen een snelle en EMC-correcte installatie kunt uitvoeren.
Lees de veiligheidsinstructies vóór u het toestel installeert.
3
Mechanische installatie
•Mechanische bevestiging
Elektrische installatie
•Aansluiting op het net en aarding
•Motoraansluiting en kabels
•Zekeringen en stroomonderbrekers
•Stuurklemmen – kabels
Snelle setup
•Lokaal bedieningspaneel, LCP
•Automatische aanpassing motorgegevens, AMA
•Programmeren
De framegrootte hangt af van het type behuizing, het vermogensbereik
en de netspanning
3.2 Vóór de installatie
Afbeelding 3.1: Schematische weergave van de basisinstal-
latie inclusief net, motor, start/stoptoets en potentiometer
voor snelheidsafstelling.
3.2.1 De installatielocatie plannen
NB!
Het is belangrijk om de installatie van de frequentieomvormer te plannen voordat de daadwerkelijke installatie plaatsvindt. Als u dit
niet doet, kan dit tijdens en na installatie extra werk met zich mee brengen.
Selecteer de beste werklocatie op basis van onderstaande punten (zie details op de volgende pagina's en de relevante Design Guides):
•Omgevingstemperatuur
•Installatiemethode
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
13
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
•Koeling van de eenheid
•Plaatsing van de frequentieomvormer
•Bekabeling
•Zorg ervoor dat de voedingsbron de juiste spanning en de benodigde stroom kan leveren.
•Zorg ervoor dat de nominale motorstroom lager is dan de maximale stroom vanaf de frequentieomvormer.
•Als de frequentieomvormer niet is uitgerust met ingebouwde zekeringen dient u ervoor te zorgen dat de extern zekeringen de juiste nominale
waarde hebben.
3.2.2 De frequentieomvormer in ontvangst nemen
Controleer bij ontvangst van de frequentieomvormer of de verpakking onbeschadigd is en of het apparaat mogelijk beschadigd is tijdens het vervoer. Bij
constatering van beschadigingen dien u onmiddellijk contact op te nemen met het transportbedrijf om de schade te melden.
3.2.3 Transport en uitpakken
Voordat wordt begonnen met uitpakken, verdient het aanbeveling om de frequentieomvormer zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke installatieplek te
brengen.
Verwijder de doos en laat de frequentieomvormer zo lang mogelijk op het pallet staan.
NB!
De doos bevat een boormal voor de bevestigingsgaten voor D-behuizingen.framegrootte D. Zie de sectie
verderop in dit hoofdstuk voor informatie over framegrootte E.
Mechanische afmetingen
Afbeelding 3.2: Montagesjabloon
14
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3.2.4 Hijsen
Hijs de frequentieomvormer altijd op met behulp van de aanwezige hijsogen. Maak voor alle frames met framegrootte D en E2 (IP00) gebruik van een
stang om te voorkomen dat de hijsogen van de frequentieomvormer verbogen raken.
3
Afbeelding 3.3: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte D en E .
NB!
De hijsbalk moet geschikt zijn om het gewicht van de frequentieomvormer te dragen. Zie
van de diverse framegroottes. De maximumdiameter voor de stang is 25 mm (1 inch). De hoek tussen de bovenzijde van de omvormer
Klemposities – optiekast met stroomonderbreker/schakelaar met gegoten behuizing (F3 en F4)
Afbeelding 3.23: Klemposities – optiekast met stroomonderbreker/schakelaar met gegoten behuizing (vooraanzicht, zijaanzicht links en
rechts)
1) Aardings strip
34
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3.3.6 Koeling en luchtcirculatie
Koeling
Koeling kan worden gerealiseerd op diverse manieren: met behulp van koelleidingen aan onder- en bovenzijde van de eenheid, met behulp van lucht-
aanvoer en -uitvoer aan de achterzijde van de eenheid of via een combinatie van de koelmogelijkheden.
Leidingkoeling
Voor een optimale installatie van IP00/chassis-framefrequentieomvormers in Rittal TS8-behuizingen is een speciale optie ontworpen die gebruikmaakt
van de ventilator van de frequentieomvormer om te voorzien in geforceerde koeling van het backchannel. De lucht die uit de bovenkant van de behuizing
komt, kan eventueel naar buiten worden geleid, zodat het warmteverlies uit het backchannel niet vrijkomt in de regelkamer, zodat minder airconditioning
vereist is.
Zie
Installatie van kanaalkoelset in Rittal-kasten
Koeling achterzijde
De lucht van het backchannel kan ook via de achterzijde van een Rittal TS8-behuizing worden aan- en afgevoerd. Dit biedt een oplossing voor gevallen
waarbij het uitlaatkanaal achterin lucht van buiten kan binnenlaten en de warmteverliezen naar buiten kan afvoeren, zodat er binnen minder aircondi-
tioning nodig is.
NB!
De Rittal-behuizing moet worden voorzien van een of meer kleine deurventilatoren in verband met warmteverliezen die niet via het
uitlaatkanaal achter in de omvormer worden afgevoerd. De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor D3 en D4 be-
draagt 391 m^3/u (230 cfm). De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor E2 bedraagt 782 m^3/u (460 cfm). Als er
sprake is van extra componenten, warmteverliezen, in de behuizing moet een berekening worden gemaakt om ervoor te zorgen dat
de luchtstroming voldoende is om de binnenkant van de Rittal-behuizing te koelen.
voor nadere inlichtingen.
3
Luchtcirculatie
Er moet worden gezorgd voor de nodige luchtcirculatie over het koellichaam. Hieronder wordt de luchtstroomsnelheid aangegeven.
Beschermingsklasse behuizing
IP21/NEMA 1
IP54/NEMA 12
IP21/NEMA 1F1, F2, F3 en F4
IP54/NEMA 12F1, F2, F3 en F4
IP00/ChassisD3 en D4
* Luchtstroom per ventilator. Framegrootte F bevatten meerdere ventilatoren.
Tabel 3.2: Luchtstroom over koellichaam
NB!
De ventilator kan om de volgende redenen werken:
1.AMA
2.DC-houd
3.Voormagn
4.DC-rem
5.60% van nominale stroom is overschreden
6.Specifieke temperatuur koellichaam overschreden (afhankelijk van omvormervermogen)
Wanneer de ventilator is gestart, zal deze minimaal 10 minuten actief zijn.
D1 en D2
E1
E2
Framegrootte
Luchtstroom bij deurventila-
tor/ventilator aan bovenzijde
170 m3/u (100 cfm)765 m3/u (450 cfm)
3
/u (200 cfm)1444 m3/u (850 cfm)
340 m
700 m3/u (412 cfm)*985 m3/u (580 cfm)
3
/u (309 cfm)*985 m3/u (580 cfm)
525 m
255 m3/u (150 cfm)765 m3/u (450 cfm)
3
255 m
/u (150 cfm)1444 m3/u (850 cfm)
Luchtstroom over koellichaam
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
35
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
De bodemplaat van frame E1 kan zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van de behuizing worden gemonteerd, wat zorgt voor enige flexibiliteit
tijdens het installatieproces. Wanneer de plaat aan de buitenzijde wordt gemonteerd, kunnen de kabelpakkingen en kabels namelijk worden bevestigd
voordat de frequentieomvormer om de voet wordt geplaatst.
3.3.9 Installatie IP21-spatscherm (framegrootte D1 en D2 )
Om te voldoen aan beschermingsklasse IP21 moet een afzon-
derlijk spatscherm worden geïnstalleerd op onderstaande wij-
ze:
•Verwijder de twee schroeven aan de voorzijde.
•Plaats het spatscherm en plaats de schroeven terug.
•Draai de schroeven vast met een aanhaalmoment van 5,6 Nm
(50 in.-lb).
Afbeelding 3.27: Installatie spatscherm
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
39
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.4 Opties installeren op locatie
3.4.1 Installatie van kanaalkoelset in Rittal-behuizingen
Deze sectie gaat over het installeren van IP00/Chassis-frequentieomvormers met kanaalkoelsets in Rittal-behuizingen. Behalve de behuizing is ook een
voet/plint met een hoogte van 200 mm nodig.
Afbeelding 3.28: Installatie van IP00 in Rittal TS8-behuizing.
De minimale afmeting van de behuizing is:
•Framegrootte D3 en D4: diepte 500 mm en breedte 600 mm.
•Framegrootte E2: diepte 600 mm en breedte 800 mm.
De maximale diepte en breedte zijn gebaseerd op het type installatie. Bij gebruik van meerdere frequentieomvormers in één behuizing verdient het
aanbeveling om elke omvormer op een eigen achterwand te monteren en het paneel in het midden te ondersteunen. Deze kanaalsets zijn niet geschikt
voor paneelmontage 'in het frame' (zie Rittal TS8 catalogus voor meer informatie). De kanaalkoelsets die staan vermeld in onderstaande tabel zijn enkel
geschikt voor gebruik met IP00/Chassis-frequentieomvormers in een Rittal TS8-behuizing met IP20/UL/NEMA 1 en IP54/UL/NEMA 12.
In verband met het gewicht van de frequentieomvormer is het belangrijk om de plaat in geval van framegrootte E2 helemaal achter
in de Rittal-behuizing te monteren.
NB!
De Rittal-behuizing moet worden voorzien van een of meer kleine deurventilatoren in verband met warmteverliezen die niet via het
uitlaatkanaal achter in de omvormer worden afgevoerd. De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor D3 en D4 be-
draagt 391 m^3/u (230 cfm). De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor E2 bedraagt 782 m^3/u (460 cfm). Als er
sprake is van extra componenten, warmteverliezen, in de behuizing moet een berekening worden gemaakt om ervoor te zorgen dat
de luchtstroming voldoende is om de binnenkant van de Rittal-behuizing te koelen.
40
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
Bestelinformatie
Rittal TS-8-behuizing
1800 mm176F1824176F1823Niet mogelijk
2000 mm176F1826176F1825176F1850
2200 mm176F0299
Setinhoud
•Onderdelen luchtkanaal
•Bevestigingsmateriaal
•Pakkingmateriaal
•Inbegrepen in sets voor framegrootte D3 en D4:
•175R5639 – Montagesjablonen en uitsparing aan boven/onderzijde van Rittal-behuizing.
•Inbegrepen in set voor framegrootte E2:
•175R1036 – Montagesjablonen en uitsparing aan boven/onderzijde van Rittal-behuizing.
Het bevestigingsmateriaal kan zijn:
•10 mm M5 moeren voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
•T25 Torx-schroeven voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
NB!
Zie de bedieningshandleiding voor de kanaalset, 175R5640, voor meer informatie.
Onderdeelnr. van set voor fra-
megrootte D3
Onderdeelnr. van set voor fra-
megrootte D4
Onderdeelnr. framegrootte E2
3
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
41
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Externe kanalen
Wanneer meer luchtkanalen worden toegevoegd aan de buitenkant van de behuizing moet de drukval in het kanaal worden berekend. Gebruik onder-
staande schema's om de frequentieomvormer te reduceren op basis van de drukval.
Afbeelding 3.29: Reductie framegrootte D t.o.v. drukverandering
Luchtflow omvormer: 765 m3/u (450 cfm)
Afbeelding 3.30: Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering (kleine ventilator), P250T5 en P355T7-P400T7
Luchtflow omvormer: 1105 m3/u (650 cfm)
Afbeelding 3.31: Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering (grote ventilator), P315T5-P400T5 en P500T7-P560T7
Luchtflow omvormer: 1445 m3/u (850 cfm)
42
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3.4.2 Buiteninstallatie/NEMA 3R-set voor Rittal-behuizingen
3
Deze sectie beschrijft de installatie van NEMA 3R-sets voor frequentieomvormers met frame D3, D4 of E2. Deze sets zijn ontworpen en getest voor gebruik
van bovenstaande frames in een IP00/Chassis-versie in een Rittal TS8-behuizing met NEMA 3R of NEMA 4. De NEMA-3R-behuizing is een behuizing voor
buitenopstelling die een zekere mate van bescherming tegen regen en ijs biedt. De NEMA-4-behuizing is een behuizing voor buitenopstelling die een
grotere mate van bescherming tegen weer en water uit waterslangen biedt.
De minimale diepte van de behuizing is 500 mm (600 mm voor frame E2) en de set is ontworpen voor een behuizing met een breedte van 600 mm (800
mm voor frame E2). Andere behuizingbreedtes zijn mogelijk, maar hiervoor is extra Rittal-hardware nodig. De maximale diepte en breedte zijn gebaseerd
op het type installatie.
NB!
Het stroomniveau voor omvormers met frame D3 en D4 wordt gereduceerd met 3% bij gebruik van de NEMA 3R-set. Voor omvormers
met frame E2 is geen reductie vereist.
NB!
De Rittal-behuizing moet worden voorzien van een of meer kleine deurventilatoren in verband met warmteverliezen die niet via het
uitlaatkanaal achter in de omvormer worden afgevoerd. De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor D3 en D4 be-
draagt 391 m^3/u (230 cfm). De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor E2 bedraagt 782 m^3/u (460 cfm). Als er
sprake is van extra componenten, warmteverliezen, in de behuizing moet een berekening worden gemaakt om ervoor te zorgen dat
de luchtstroming voldoende is om de binnenkant van de Rittal-behuizing te koelen.
Bestelinformatie
Framegrootte D3: 176F4600
Framegrootte D4: 176F4601
Framegrootte E2: 176F1852
Setinhoud:
•Onderdelen luchtkanaal
•Bevestigingsmateriaal
•16 mm, M5 Torx-schroeven voor afdekking bovenste ventilatierooster
•10 mm, M5 voor het bevestigen van de montageplaat van de omvormer aan de behuizing
•M10 moeren voor het bevestigen van de omvormer aan de montageplaat
•Pakkingmateriaal
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
43
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Koppelvereisten:
1.M5 schroeven/moeren voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
2.M6 schroeven/moeren voor een aanhaalmoment van 3,9 Nm (35 in.-lb)
3.M10 moeren voor een aanhaalmoment van 20 Nm (170 in.-lb)
4.T25 Torx-schroeven voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
NB!
Zie de instructie
3.4.3 Installatie op voet
Deze sectie beschrijft de installatie van een montagevoet voor frequen-
tieomvormers met frame D1 of D2. Dit betreft een voet met een hoogte
van 200 mm waarmee deze frames op de vloer kunnen worden gemon-
teerd. De voorzijde van de voet is voorzien van openingen om de voe-
dingscomponenten te voorzien van verse lucht.
175R5922
voor meer informatie.
De doorvoerplaat van de frequentieomvormer moet worden geïnstalleerd
om de regelcomponenten van de frequentieomvormer te voorzien van
voldoende koellucht met behulp van de deurventilator en om de bescher-
mingsklasse van IP 21/NEMA 1 of IP 54/NEMA 12-behuizingen te hand-
haven.
Afbeelding 3.32: Omvormer op voet
Er is één montagevoet die geschikt is voor frame D1 én D2. Het bestelnummer hiervoor is 176F1827. De montagevoet is standaard voor frame E1.
Benodigd gereedschap:
•Dopsleutel met 7-17 mm doppen
•T30 Torx-schroevendraaier
Koppel:
•M6 – 4,0 Nm
•M8 – 9,8 Nm
•M10 – 19,6 Nm
Setinhoud:
•Onderdelen montagevoet
•Bedieningshandleiding
44
Afbeelding 3.33: De omvormer op de voet bevestigen
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
Bevestig de voet op de vloer. Boor de bevestigingsgaten op basis van de
getoonde afbeelding:
3
Afbeelding 3.34: Boormal voor bevestigingsgaten in de vloer
Plaats de omvormer op de voet en bevestig hem met de bijgeleverde
bouten op de voet, zoals afgebeeld.
Afbeelding 3.35: De omvormer op de voet bevestigen
NB!
Zie de bedieningshandleiding voor de montagevoetset, 175R5642, voor meer informatie.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
45
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.4.4 Optionele ingangplaat
Deze sectie heeft betrekking op de veldmontage van optionele-ingangsets voor frequentieomvormers met framegrootte D en E.
Probeer niet om RFI-filters van ingangplaten te halen. RFI-filters kunnen beschadigd raken als zij van de ingangplaat worden verwijderd.
NB!
In gevallen waar RFI-filters beschikbaar zijn, zijn twee verschillende typen RFI-filter mogelijk, afhankelijk van de combinatie van de
ingangplaten en de onderlinge verwisselbaarheid van de RFI-filters. In sommige gevallen zijn de veldmontagesets gelijk voor alle
spanningen.
380-480 V
380-500 V
D1Alle vermogens voor D1 176F8442176F8450176F8444176F8448176F8446
D2Alle vermogens voor D2 176F8443176F8441176F8445176F8449176F8447
D2Alle vermogens voor D2 175L8827175L8826175L8825NANA
E1FC 102/202: 450-500 kW
FC 302: 355-400 kW
FC 102/202: 560-630 kW
FC 302: 500-560 kW
Setinhoud
-Complete ingangplaat
-Instructieblad 175R5795
-Modificatielabel
-Sjabloon werkschakelaarhendel (eenheden met werkschakelaar)
ZekeringenAfschakelzekerin-
gen
176F0253176F0255176F0257176F0258176F0260
176F0254176F0256176F0257176F0259176F0262
175L8829175L8828175L8777NANA
175L8442175L8445175L8777NANA
176F0253176F0255NANANA
176F0254176F0258NANANA
RFIRFI-zekeringenRFI-afschakelze-
keringen
keringen
46
Waarschuwingen
-De spanning op de frequentieomvormer is gevaarlijk wanneer de eenheid op de lijnspanning is aangesloten. Probeer de
eenheid niet uit elkaar te halen wanneer er spanning op staat.
-Op elektrische onderdelen van de frequentieomvormer kunnen gevaarlijke spanningen blijven staan, ook nadat de netvoeding
is afgeschakeld. Wacht na het afschakelen van de netvoeding de minimale tijd die op het label van de omvormer staat vermeld,
voordat u interne componenten aanraakt om er zeker van te zijn dat de condensatoren volledig ontladen zijn.
-De ingangplaten bevatten metalen delen met scherpe randen. Draag handschoenen bij het verwijderen en plaatsen van de
platen.
-Ingangplaten voor frame E zijn zwaar (20-35 kg afhankelijk van de configuratie). Het wordt aanbevolen om de werkschakelaar
van de ingangplaat te verwijderen om de installatie gemakkelijker te maken en hem opnieuw te monteren nadat de ingang-
plaat op de frequentievormer is geïnstalleerd.
NB!
Zie instructieblad 175R5795 voor meer informatie.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3.4.5 Installatie van afscherming netvoeding voor frequentieomvormers
Deze sectie beschrijft de installatie van de afscherming van de netvoeding voor frequentieomvormers met framegrootte D1, D2 en E1. Installatie is niet
mogelijk voor de IP 00/Chassis-versies omdat deze standaard zijn uitgerust met een metalen afdekking. Deze afschermingen voldoen aan de VBG-4-
eisen.
Bestelnummers:
Frame D1 en D2: 176F0799
Frame E1: 176F1851
Koppelvereisten
M6 – 4,0 Nm
M8 – 9,8 Nm
M10 – 19,6 Nm
NB!
Zie instructieblad
175R5923
voor meer informatie.
3
3.5 Paneelopties voor framegrootte F
3.5.1 Paneelopties voor framegrootte
Verwarmingstoestellen en thermostaat
In de kast van frequentieomvormers met framegrootte F bevinden zich verwarmingstoestellen met automatische thermostaat die de vochtigheid in de
behuizing tegengaan, en zo de levensduur van de omvormercomponenten in een vochtige omgeving verlengen.
Kastverlichting met stopcontact
Verlichting in de kast van frequentieomvormers met framegrootte F biedt beter zicht tijdens service en onderhoud. De behuizing van de verlichting is
tevens voorzien van een stopcontact voor een tijdelijke stroomvoorziening voor gereedschap of andere apparatuur, leverbaar voor twee spanningen:
•230 V, 50 Hz, 2,5 A, CE/ENEC
•120 V, 60 Hz, 5 A, UL/cUL
Setup transformatoraftakking
Als kastverlichting & stopcontact en/of verwarmingstoestellen & thermostaat zijn geïnstalleerd, moet transformator T1 worden afgetakt om voor de juiste
ingangsspanning te zorgen. Een 380-480/500 V380-480 V-frequentieomvormer zal aanvankelijk worden aangesloten op de 525 V-aftakking, terwijl een
525-690 V-frequentieomvormer wordt aangesloten op de 690 V-aftakking, om ervoor te zorgen dat er geen overspanning kan optreden bij aanvullende
apparatuur wanneer de aftakking niet wordt gewijzigd voordat de spanning wordt ingeschakeld. Zie onderstaande tabel voor het maken van de juiste
aftakking bij klem T1 in de gelijkrichterkast. Zie de afbeelding van de gelijkrichter in de sectie
Bereik ingangsspanningTe selecteren aftakking
380-440 V400 V
441-490 V460 V
491-550 V525 V
551-625 V575 V
626-660 V660 V
661-690 V690 V
Voedingsaansluitingen
voor de juiste locatie in de omvormer.
NAMUR-klemmen
NAMUR is een internationale organisatie van gebruikers van automatiseringstechniek in de procesindustrie, en met name de chemische en farmaceutische
industrie in Duitsland. Het selecteren van deze optie maakt het mogelijk om de klemmen in te delen en te markeren volgens de specificaties van de
NAMUR-standaard voor de in- en uitgangsklemmen van omvormers. Hiervoor is een MCB 112 PTC-thermistorkaart en een MCB 113 uitgebreide relaiskaart
nodig.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
47
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Reststroomapparaat (RCD)
Gebruik de kernbalansmethode om aardsluitstromen te bewaken in geaarde systemen en geaarde systemen met een hoge weerstand (TN- en TT-
systemen in IEC-terminologie). Er is een waarschuwingssetpoint (50% van alarmsetpoint) en een alarmsetpoint. Bij elk setpoint hoort een SPDT-
alarmrelais voor extern gebruik. Hiervoor is een extern 'venstertype' stroomtransformator nodig (te leveren en te installeren door de klant).
•Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer
•IEC 60755 Type B apparaatbewaking AC, pulserende DC-, en zuivere DC-aardsluitstromen
•Niveau-indicatie van aardsluitstroom door middel van LED-balkje (10-100% van het setpoint)
•Foutgeheugen
•TEST/RESET-knop
Isolatieweerstandsmonitor (IRM)
Bewaakt de isolatieweerstand in ongeaarde systemen (IT-systemen in IEC-terminologie) tussen de systeemfasegeleiders en aarde. Er is een ohms waar-
schuwingssetpoint en een alarmsetpoint voor het isolatieniveau. Bij elk setpoint hoort een SPDT-alarmrelais voor extern gebruik. NB Op elke ongeaarde
(IT-) systeem kan slechts één isolatieweerstandsbewakingsapparaat worden aangesloten.
•Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer
•LCD-display voor de ohmse waarde van de isolatieweerstand
•Foutgeheugen
•INFO-, TEST-, en RESET-knoppen
IEC noodstop met Pilz veiligheidsrelais
Bevat onder meer een redundante 4-draads noodstopdrukknop, die is gemonteerd aan de voorzijde van de behuizing, en een Pilz relais dat de knop, en
daarmee ook het veiligestopcircuit van de omvormer en de netschakelaar in de optiekast, bewaakt.
Handmatige motorstarters
Zorg voor driefasenspanning voor elektrische ventilatoren die vaak vereist zijn voor grotere motoren. De spanning voor de starters wordt geleverd via
de belastingzijde van een aanwezige contactgever, stroomonderbreker of werkschakelaar. De spanning is beveiligd met een zekering vóór elke motor-
starter, en is uitgeschakeld wanneer de spanning naar de omvormer is uitgeschakeld. Maximaal twee starters zijn toegestaan (slechts één als een op 30
A afgezekerd circuit is besteld). Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer.
De eenheid biedt de volgende functies:
•Bedieningsschakelaar (aan/uit)
•Kortsluit- en overbelastingsbeveiliging met testfunctie
•Handmatige resetfunctie
Op 30 A afgezekerde voedingsklemmen
•Driefasenspanning die overeenkomt met de inkomende netspanning voor het aansluiten van ondersteunende apparatuur van de klant
•Niet beschikbaar wanneer twee handmatige motorstarters zijn geselecteerd
•Klemmen zijn uitgeschakeld wanneer de ingangsspanning naar de omvormer is uitgeschakeld
•Spanning voor de klemmen met zekering wordt geleverd via de belastingzijde van een aanwezige contactgever, stroomonderbreker of werk-
schakelaar.
24 V DC voeding
•5 A, 120 W, 24 V DC
•Beveiligd tegen overstroom aan de uitgang, overbelasting, kortsluiting en overtemperatuur
•Voor het leveren van spanning voor ondersteunenden apparatuur van de klant, zoals PCL I/O, contactgevers, temperatuurvoelers, indicatie-
lampjes en/of andere elektronische hardware.
•Diagnostiek door middel van onder meer een droog DC OK-contact, een groen DC OK-indicatielampje en een rood overbelasting-indicatielampje
Externe temperatuurbewaking
Bedoeld voor het bewaken van de temperatuur van externe systeemcomponenten, zoals de motorwikkelingen en/of lagers. Inclusief acht universele
ingangsmodules plus twee specifieke thermistoringangsmodules. Alle tien modules zijn geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer en kunnen
worden bewaakt via een veldbusnetwerk (hiervoor is het nodig om een afzonderlijke module/buskoppeling aan te schaffen).
48
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
Universele ingangen (8)
Signaaltypen:
•RTD-ingangen (inclusief Pt100), 3-draads of 4-draads
•Thermokoppel
•Analoge stroom of analoge spanning
Extra functies:
•Eén universele uitgang, te configureren voor analoge spanning of analoge stroom
•Twee uitgangsrelais (NO)
•Dubbellijns LC-display en LED-diagnostiek
•Detectie van gebroken sensordraden, kortsluiting en onjuiste polariteit
•Interfacesetup-software
Specifieke thermistoringangen (2)
Kenmerken:
•Elke module kan maximaal zes thermistors in serie bewaken
•Foutdiagnostiek voor draadbreuk of kortsluiting van de sensordraden
•ATEX/UL/CSA-certificering
•Indien nodig kan in een derde thermistoruitgang worden voorzien door middel van de PTC-thermistoroptiekaart, MCB 112.
3
3.6 Elektrische installatie
3.6.1 Voedingsaansluitingen
Bekabeling en zekeringen
NB!
Kabels algemeen
Alle kabels moeten voldoen aan de nationale en lokale voorschriften ten aanzien van kabeldoorsneden en omgevingstemperatuur.
Koperen (75 °C) geleiders worden aanbevolen.
De voedingskabels moeten worden aangesloten zoals in onderstaand schema is aangegeven. De dwarsdoorsnede van de kabels moet worden gekozen
in overeenstemming met de nominale stroom en lokale voorschriften. Zie de sectie
Voor bescherming van de frequentieomvormer moeten de aanbevolen zekeringen worden gebruikt, tenzij de eenheid is uitgerust met ingebouwde ze-
keringen. De aanbevolen zekeringen zijn te vinden in de tabellen in de sectie
overeenstemming met lokale voorschriften.
De netvoeding is aangesloten op de netschakelaar als deze aanwezig is.
Specificaties
Zekeringen
voor meer informatie.
. Zorg er altijd voor dat de juiste zekeringen worden gebruikt in
NB!
De motorkabel moet zijn afgeschermd/gewapend. Bij gebruik van niet-afgeschermde/niet-gewapende motorkabels wordt niet voldaan
aan bepaalde EMC-vereisten. Gebruik een afgeschermde/gewapende motorkabel om te voldoen aan de EMC-emissienormen. Zie
specificaties
in de
Design Guide
voor meer informatie.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
EMC-
49
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3
Zie de sectie
Kabelafscherming
Vermijd montage met een afscherming met gedraaide uiteinden (pigtails). Dit kan het afschermende effect bij hoge frequenties verstoren. Als het nood-
zakelijk is de afscherming te onderbreken om een motorisolator of motorrelais te installeren, moet de afscherming worden voortgezet met de laagst
mogelijke HF-impedantie.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de ontkoppelingsplaat van de frequentieomvormer en de metalen behuizing van de motor.
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem). Dit kan worden gedaan met behulp van de bijgeleverde
installatiemiddelen in de frequentieomvormer.
Kabellengte en dwarsdoorsnede:
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde kabellengte conform de EMC-normen. Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferentie en
lekstroom te beperken.
Schakelfrequentie:
als frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te beperken, moet de schakelfrequentie
worden ingesteld in overeenstemming met de instructies in Par. 14-01
1) Aardverbinding (Protective Earth)
Algemene specificaties
Klemnr.
U1V1W1
U1V1W1
96979899
UVW
W2U2V26 draden uit motor
voor de juiste dwarsdoorsnede en lengte van de motorkabel.
Schakelfrequentie
1)
Motorspanning 0-100% van netspanning.
PE
1)
PE
1)
PE
3 draden uit motor
Driehoekschakeling
Sterschakeling U2, V2, W2
U2, V2 en W2 moeten afzonderlijk onderling worden verbonden.
.
NB!
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere
versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met
voedingsspanning (zoals een frequentieomvormer)
moet een sinusfilter worden aangebracht op de uit-
gang van de frequentieomvormer.
50
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3
Afbeelding 3.36: Compact IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12), framegrootte D1
Afbeelding 3.37: Compact IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12) met werkschakelaar, zekering en RFI-filter, framegrootte D2
1)AUX relais5)Rem
010203 -R+R
040506 8182
2)Temperatuurschakelaar6)SMPS-zekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
1061041057)AUX ventilator
3)Lijn 100101 102103
RSTL1L2L1 L2
9192938)Ventilatorzekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
L1L2L39)Aarde netvoeding
4)Loadsharing10) Motor
-DC+DC U VW
8889 969798
T1T2T3
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
51
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.38: Compact IP 00 (Chassis), framegrootte D3
Afbeelding 3.39: Compact IP 00 (Chassis) met werkschakelaar, zekering en RFI-filter, framegrootte D4
1)AUX relais5)Rem
010203 -R+R
040506 8182
2)Temperatuurschakelaar6)SMPS-zekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
1061041057)AUX ventilator
3)Lijn 100101 102103
RSTL1L2L1 L2
9192938)Ventilatorzekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
L1L2L39)Aarde netvoeding
4)Loadsharing10)Motor
-DC+DC U VW
8889 969798
T1T2T3
52
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3
Afbeelding 3.40: Positie van aardklemmen IP 00, frame-
grootte D
Afbeelding 3.41: Positie van aardklemmen IP 21 (NEMA type
1) en IP 54 (NEMA type 12)
NB!
D2 en D4 worden getoond als voorbeelden. D1 en D3 zijn vergelijkbaar.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
53
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.42: Compact IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12), framegrootte E1
Afbeelding 3.43: Compact IP 00 (Chassis) met werkschakelaar, zekering en RFI-filter, framegrootte E2
1)AUX relais5)Loadsharing
010203 -DC+DC
040506 8889
2)Temperatuurschakelaar6)SMPS-zekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
1061041057)Ventilatorzekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
3)Lijn8)AUX ventilator
RST 100101 102103
919293L1L2L1 L2
L1L2L39)Aarde netvoeding
4)Rem10) Motor
-R+R UVW
8182 969798
T1T2T3
54
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3
Afbeelding 3.44: Positie van aardklemmen IP 00, ,framegrootte E
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
55
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.45: Gelijkrichterkast, framegrootte F1, F2, F3 en F4
1)24 V DC, 5 A5)Loadsharing
T1 aftakkingen uitgang-DC+DC
Temperatuurschakelaar 8889
106 104 1056)Zekeringen stuurtransformator (2 of 4 stuks). Zie zekeringtabellen voor onderdeelnum-
mers.
2)Handmatige motorstarters7)SMPS-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
3)30 A voedingsklemmen met zekering8)Zekeringen handmatige motorregelaar (3 of 6 stuks). Zie zekeringtabellen voor onder-
deelnummers.
4)Lijn9)Lijnzekeringen, framegrootte F1 en F2 (3 stuks). Zie zekeringtabellen voor onderdeel-
nummers.
RST10)30 A afgezekerde voedingszekeringen
L1L2 L3
56
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3
Afbeelding 3.46: Inverterkast, framegrootte F1 en F3
1) Externe temperatuurbewaking6)Motor
2) AUX relaisUVW
010203 969798
040506 T1 T2T3
3) NAMUR7)NAMUR-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
4) AUX ventilator8)Ventilatorzekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
100 101 102 1039)SMPS-zekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
L1L2 L1L2
5) Rem
-R+R
8182
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
57
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.47: Inverterkast, framegrootte F2 en F4
1) Externe temperatuurbewaking6)Motor
2) AUX relaisUVW
010203 969798
040506 T1 T2T3
3) NAMUR7)NAMUR-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
4) AUX ventilator8)Ventilatorzekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
100 101 102 1039)SMPS-zekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
L1L2 L1L2
5) Rem
-R+R
8182
58
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3
Afbeelding 3.48: Optiekast, framegrootte F3 en F4
1) Pilz relaisklem4)Veiligheidsrelaisspoelzekering met Pilz relais
2) RCD of IRM-klemZie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
3) Net5)Lijnzekeringen, framegrootte F3 en F4 (3 stuks)
RST Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
91 92 93 6)Contactgeverrelaisspoel (230 V AC). NC en NO Aux-contacten
L1 L2L3 7)Shuntstuurklemmen voor stroomonderbreker (230 V AC of 230 V DC)
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
59
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.6.2 Aarding
Om elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te realiseren, dienen onderstaande basisprincipes in acht te worden genomen bij het
installeren van een frequentieomvormer.
•Veiligheidsaarding: denk eraan dat de frequentieomvormer een hoge lekstroom heeft en om veiligheidsredenen op degelijke wijze geaard moet
worden. Volg de lokale veiligheidsvoorschriften op.
•Hoogspanningsaarding: houd de verbindingskabels zo kort mogelijk.
Sluit de verschillende aardingssystemen aan met de laagst mogelijke geleiderweerstand. De laagste geleiderweerstand wordt verkregen door de geleider
zo kort mogelijk te houden en een zo groot mogelijk oppervlak te gebruiken.
De metalen kasten van de verschillende systemen zijn gemonteerd op de achterplaat van de kast met de laagste mogelijke impedantie. Hiermee worden
verschillende HF-spanningen op de afzonderlijke systemen vermeden en wordt het risico van interferentie in de verbindingskabels tussen de systemen
voorkomen. Zo wordt interferentie geminimaliseerd.
Voor een zo laag mogelijke HF-impedantie moeten de bevestigingsbouten van het systeem als HF-aansluitpunt op de achterplaat worden gebruikt.
Verwijder eventuele isolerende verf of soortgelijk materiaal van de bevestigingspunten.
3.6.3 Extra beveiliging (RCD)
Als extra beveiliging kunnen aardlekschakelaars of (meervoudige) aarding worden toegepast, op voorwaarde dat de installatie voldoet aan de lokale
veiligheidsvoorschriften.
Een aardingsfout kan in de ontladingsstroom een gelijkstroomcomponent veroorzaken.
Bij gebruik van aardlekschakelaars moeten deze voldoen aan de lokale voorschriften. De relais dienen geschikt te zijn om 3-fasen apparatuur met een
bruggelijkrichter en een korte ontladingsstroom bij het inschakelen te beschermen.
Speciale omstandigheden
Zie ook
in de Design Guide.
3.6.4 RFI-schakelaar
Netvoeding geïsoleerd van aarde
Als de frequentieomvormer stroom ontvangt via een geïsoleerde netbron ( IT-net, driehoekschakeling (zwevend of één zijde geaard)) of TT/TN-S met
RFI-filter
één zijde geaard, wordt aanbevolen de RFI-schakelaar uit te schakelen (Uit)1) via Par. 14-50
EM C- pre stati es n odig z ijn, p ara llell e moto ren zijn a ang eslot en o f d e motork abe l l ang er is d an 25 m , wo rd t aa nbevo len om Par . 1 4-50
op Aan.
1)
Niet beschikbaar voor 525-600/690 V-frequentieomvormers.
In UIT worden de interne RFI-capaciteiten (filtercondensatoren) tussen het chassis en de tussenkring uitgeschakeld om beschadiging van de tussenkring
te voorkomen en de aardcapaciteitsstromen te reduceren (volgens IEC 61800-3.
Zie ook de toepassingsnotitie
kan worden gebruikt (IEC 61557-8).
VLT on IT mains, MN.90.CX.02
Het is belangrijk om isolatiebewaking toe te passen die samen met vermogenselektronica
. Zie IEC 364-3 voor meer informatie. Als optimale
RFI-filter
in te stellen
60
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3.6.5 Koppel
Bij het vastdraaien van elektrische aansluitingen is het heel belangrijk om
dit te doen met het juiste aanhaalmoment. Een te laag of te hoog aan-
haalmoment zal resulteren in een slechte elektrische aansluiting. Gebruik
een momentsleutel om te zorgen voor het juiste koppel.
3
Afbeelding 3.49: Gebruik altijd een momentsleutel om de
bouten vast te draaien.
FramegrootteKlemKoppelBoutmaat
D1, D2, D3 en D4Net
Motor
Loadsharing
Rem
E1 en E2Net
Motor
Loadsharing
Rem9,5 NmM8
F1, F2, F3 en F4Net
Motor
Loadsharing
Rem
Regen
19 NmM10
9,5 NmM8
19 NmM10
19 NmM10
19 Nm
9,5 Nm
19 Nm
M10
M8
M10
Tabel 3.3: Aanhaalmoment voor klemmen
3.6.6 Afgeschermde kabels
Het is belangrijk dat afgeschermde en gewapende kabels op de juiste wijze zijn aangesloten om te zorgen voor een hoge EMC-immuniteit en een lage
emissie.
De aansluitingen kunnen worden gemaakt met behulp van kabelpakkingen of -klemmen:
•EMC-kabelpakkingen: standaard verkrijgbare kabelpakkingen kunnen worden gebruikt voor een optimale EMC-aansluiting.
•EMC-kabelklemmen: de frequentieomvormer wordt geleverd inclusief kabelklemmen om een eenvoudige aansluiting mogelijk te maken.
3.6.7 Motorkabel
De motor moet worden aangesloten op de klemmen U/T1/96, V/T2/97 en W/T3/98. Aarde op klem 99. Alle typen driefasen asynchrone standaardmotoren
kunnen door een frequentieomvormer worden aangestuurd. De fabrieksinstelling zorgt voor kloksgewijze draaiing als de uitgang van de frequentieom-
vormer als volgt is aangesloten:
Klemnr.
96, 97, 98, 99Netvoeding U/T1, V/T2, W/T3
Functie
Aarde
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
61
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
• Klem U/T1/96 aangesloten op U-fase
• Klem V/T2/97 aangesloten op V-fase
• Klem W/T3/98 aangesloten op W-fase
De draairichting kan worden gewijzigd door de twee fasen van de motorkabel te verwisselen of door de instelling in Par. 4-10
wijzigen.
De draairichting van de motor kan gecontroleerd worden via Par. 1-28
weergegeven.
Eisen voor Framegrootte F
Vereisten voor F1/F3: gebruik altijd 2, 4, 6 of 8 (een veelvoud van 2; 1 kabel niet toegestaan) motorfasekabels om te zorgen voor een identiek aantal
aangesloten draden aan beide klemmen van de invertermodule. De kabels tussen de klemmen van de invertermodule en het eerste gemeenschappelijke
punt van een fase moeten even lang zijn met een tolerantie van 10%. De motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke punt.
Vereisten voor F2/F4: gebruik altijd 3, 6, 9 of 12 (een veelvoud van 3; 2 kabels niet toegestaan) motorfasekabels om te zorgen voor een identiek
aantal aangesloten draden aan elke klem van de invertermodule. De kabels tussen de klemmen van de invertermodule en het eerste gemeenschappelijke
punt van een fase moeten even lang zijn met een tolerantie van 10%. De motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke punt.
Vereisten voor aansluitdoos uitgangen: de lengte (minimaal 2,5 m) en het aantal kabels vanaf elke invertermodule naar de gemeenschappelijke
klem in de aansluitdoos moet gelijk zijn.
NB!
Als voor een gemodificeerde toepassing een ongelijk aantal draden per fase vereist is, dient u contact op te nemen met de fabriek over
de vereisten.
Controle draair. motor
en het volgen van de stappen die op het display worden
Draairichting motor
te
3.6.8 Bekabeling remweerstandOmvormers met in de fabriek geïnstalleerde remchopperoptie
(alleen standaard als de letter B aanwezig is op positie 18 van de typecode).
De aansluitkabel naar de remweerstand moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel bedraagt 25
meter (82 foot).
Klemnr.
81, 82Remweerstandklemmen
De aansluitkabel naar de remweerstand moet afgeschermd zijn. Sluit de afscherming met behulp van kabelklemmen aan op de geleidende achterwand
van de frequentieomvormer en op de metalen kast van de remweerstand.
Pas de doorsnede van de remweerstandbekabeling aan het remkoppel aan. Zie de reminstructies MI.90.Fx.yy en MI.50.Sx.yy voor meer informatie over
een veilige installatie.
62
Functie
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 1099 V DC op de klemmen kunnen komen te staan, afhankelijk van de voedingsspanning.
Eisen voor framegrootte F
De remweerstand(en) moet(en) worden aangesloten op de remklemmen in alle invertermodules.
3.6.9 Temperatuurschakelaar remweerstand
Koppel: 0,5-0,6 Nm (5 in.-lb)
Schroefmaat: M3
Deze ingang kan worden gebruikt om de temperatuur van een extern aangesloten remweerstand te bewaken. Als de ingang tussen 104 en 106 is
gerealiseerd, zal de frequentieomvormer uitschakelen (trip) en waarschuwing/alarm 27 Rem IGBT genereren. Als de verbinding tussen 104 en 105
gesloten is, zal de frequentieomvormer uitschakelen (trip) en waarschuwing/alarm 27 Rem IGBT genereren.
Verbreekcontact (NC): 104-106 (in de fabriek geïnstalleerde jumper)
Maakcontact (NO): 104-105
3
Klemnr.
106, 104, 105Temperatuurschakelaar remweerstand.
Als de temperatuur van de remweerstand te hoog
wordt en de thermische schakelaar uitvalt, zal de fre-
quentieomvormer stoppen met remmen. De motor zal
gaan vrijlopen.
Er moet een KLIXON-schakelaar (verbreekcontact)
worden geïnstalleerd. Als deze functie niet wordt ge-
bruikt, moeten 106 en 104 samen kortgesloten wor-
den.
Functie
3.6.10 Loadsharing
Klemnr.Functie
88, 89Loadsharing
De aansluitkabel moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel bedraagt 25 meter (82 foot).
Loadsharing maakt de verbinding van DC-tussenkringen van verschillende frequentieomvormers mogelijk.
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 1099 V DC op de klemmen kunnen komen te staan.
Voor loadsharing is extra apparatuur nodig en moeten veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Zie de instructie MI.50.Nx.yy voor
meer informatie over loadsharing.
Houd er rekening mee dat de werkschakelaar de frequentieomvormer niet mag isoleren vanwege de DC-tussenkringaansluiting.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
63
3
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.6.11 Afscherming tegen elektrische ruis
Voor de beste EMC-prestaties dient u de metalen EMC-afdekking te monteren voordat u de netvoedingskabel bevestigd.
NB De metalen EMC-afdekking wordt alleen geleverd bij eenheden met een RFI-filter.
Afbeelding 3.50: Montage van EMC-afscherming
3.6.12 Aansluiting netvoeding
De netvoeding moet worden aangesloten op de klemmen 91, 92 en 93. Aarde moet worden verbonden met de klem rechts van klem 93.
Klemnr.
91, 92, 93
94
Controleer het motortypeplaatje om u ervan te verzekeren dat de netspanning van de frequentieomvormer overeenkomt met de net-
voeding van uw installatie.
Zorg ervoor dat de voeding de juiste stroom kan leveren aan de frequentieomvormer.
Als de eenheid niet is uitgerust met ingebouwde zekeringen dient u ervoor te zorgen dat de relevante zekeringen de juiste stroomwaarde hebben.
Functie
Netvoeding R/L1, S/L2, T/L3
Aarde
3.6.13 Externe ventilatorvoeding
Er kan gebruik worden gemaakt van een externe voeding in gevallen waarbij de DC-voeding wordt gebruikt voor de frequentieomvormer of wanneer de
ventilator onafhankelijk van de voeding moet kunnen werken. De externe voeding wordt aangesloten op de voedingskaart.
Klemnr.
100, 101
102, 103
De connector op de voedingskaart is bedoeld voor de aansluiting van lijnspanning voor de koelventilatoren. De ventilatoren worden vanaf de fabriek
geleverd met een aansluiting voor voeding vanaf een gemeenschappelijke AC-lijn (jumpers tussen 100-102 en 101-103). Als een externe voeding nodig
is, moeten de jumpers worden verwijderd en moet de voeding worden aangesloten tussen klem 100 en 101. Als beveiliging moet een zekering van 5 A
worden gebruikt. In UL-toepassingen moet een zekering van het type Littelfuse KLK-5 of vergelijkbaar worden gebruikt.
64
Functie
Extra voeding S, T
Interne voeding S, T
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding3 Installeren
3.6.14 Zekeringen
Aftakcircuitbeveiliging
Om de installatie tegen elektrische gevaren en brand te beveiligen, moeten alle aftakcircuits in een installatie en in schakelaars, machines, enz. zijn
voorzien van een beveiliging tegen kortsluiting en overstroom volgens de nationale/internationale voorschriften.
Kortsluitbeveiliging:
De frequentieomvormer moet worden beveiligd tegen kortsluiting om elektrische gevaren of brand te voorkomen. Danfoss raadt het gebruik van onder-
staande zekeringen aan om onderhoudspersoneel en apparatuur te beschermen in geval van een interne storing in de omvormer. De frequentieomvormer
biedt een algehele beveiliging tegen kortsluiting in de motoruitgang.
Overstroombeveiliging
Zorg voor een overbelastingsbeveiliging om brand door oververhitting van de kabels in de installatie te voorkomen. De frequentieomvormer is voorzien
van een interne overstroombeveiliging die kan worden gebruikt voor bovenstroomse overbelastingsbeveiliging (met uitzondering van UL-toepassingen).
Zie Par. 4-18
stroombeveiliging moet altijd worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale voorschriften.
Geen voldoening aan UL
Gebruik voor toepassingen zonder UL/cUL bij voorkeur de volgende zekeringen om te voldoen aan EN 50178:
Andere typen kunnen in geval van storing onnodige schade aan de frequentieomvormer veroorzaken.
P110 – P250380 – 480 Vtype gG
P315-P450380 – 480 Vtype gR
Stroombegr.
. Bovendien kunnen zekeringen of stroomonderbrekers worden toegepast als overstroombeveiliging in de installatie. Over-
3
380-480 V, framegrootte D, E en F
Onderstaande zekeringen zijn geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 Arms (symmetrisch) en 240 V, 480 V, 500 V of 600 V kan leveren,
afhankelijk van de nominale spanning van de omvormer. Met de juiste zekeringen bedraagt de nominale kortsluitstroom (SCCR – Short Circuit Current
Rating) 100.000 Arms.
Maat/
type
P110FWH-
P132FWH-
P160FWH-
P200FWH-
P250FWH-
Tabel 3.4: Framegrootte D, lijnzekeringen, 380-480 V
Maat/type
P315170M4017700 A, 700 V6.9URD31D08A070020 610 32.700
P355170M6013900 A, 700 V6.9URD33D08A090020 630 32.900
P400170M6013900 A, 700 V6.9URD33D08A090020 630 32.900
P450170M6013900 A, 700 V6.9URD33D08A090020 630 32.900
Tabel 3.5: Framegrootte E, lijnzekeringen, 380-480 V
Bussmann
E1958
JFHR2**
300
350
400
500
600
Bussmann
E4273
T/JDDZ**
JJS300
JJS350
JJS400
JJS500
JJS600
Bussmann PN*KlasseFerraz ShawmutSIBA
SIBA
E180276
JFHR2
2061032.25L50S-300A50-P300NOS-
2061032.315L50S-350A50-P350NOS-
2061032.35L50S-400A50-P400NOS-
2061032.35L50S-500A50-P500NOS-
2061032.40L50S-600A50-P600NOS-
Littelfuse
E71611
JFHR2**
Ferraz
Shawmut
E60314
JFHR2**
Bussmann
E4274
H/JDDZ**
300
350
400
500
600
Bussmann
E125085
JFHR2*
170M3017170M3018
170M3018170M3018
170M4012170M4016
170M4014170M4016
170M4016170M4016
Interne
optie
Bussmann
Maat/type
P500170M70811600 A, 700 V20 695 32.1600170M7082
P560170M70811600 A, 700 V20 695 32.1600170M7082
P630170M70822000 A, 700 V20 695 32.2000170M7082
P710170M70822000 A, 700 V20 695 32.2000170M7082
P800170M70832500 A, 700 V20 695 32.2500170M7083
P1M0170M70832500 A, 700 V20 695 32.2500170M7083
Tabel 3.6: Framegrootte F, lijnzekeringen, 380-480 V
Bussmann PN*KlasseSIBAInterne Bussmann-optie
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
65
3 InstallerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Maat/typeBussmann PN*KlasseSIBA
P500170M86111100 A, 1000 V20 781 32.1000
P560170M86111100 A, 1000 V20 781 32.1000
P630170M64671400 A, 700 V20 681 32.1400
P710170M64671400 A, 700 V20 681 32.1400
P800170M86111100 A, 1000 V20 781 32.1000
P1M0170M64671400 A, 700 V20 681 32.1400
Tabel 3.7: Framegrootte F, zekeringen DC-tussenkring invertermodule, 380-480 V
3
* De aangegeven 170M-zekeringen van Bussmann maken gebruik van de visuele indicatie -/80; voor extern gebruik mogen deze zekeringen worden
vervangen door vergelijkbare zekeringen met indicatoren van het type -TN/80 Type T, -/110 of TN/110 Type T.
** Elk vermelde type UL-zekering vanaf 500 V met bijbehorend stroomniveau mag worden gebruikt om te voldoen aan de UL-vereisten.
1.Sluit de pc via een USB-poort aan op de eenheid. (NB Sluit alleen een van het net geïsoleerde pc aan op de USB-poort. Anders kan de apparatuur
beschadigd raken.)
2.Start de MCT 10 setupsoftware
3.Selecteer 'Read from drive'
4.Selecteer 'Save as'.
Alle parameters zijn nu opgeslagen in de pc.
Instellingen van de frequentieomvormer inlezen:
1.Sluit de pc via een USB-poort aan op de frequentieomvormer.
2.Start de MCT 10 setup-software
3.Selecteer 'Open' – de opgeslagen bestanden worden getoond.
4.Open het relevante bestand.
5.Selecteer 'Write to drive'
Alle parameterinstellingen zijn nu overgezet naar de frequentieomvormer.
Voor de MCT 10 setup-software is een aparte handleiding, MG.10.Rx.yy
.
92
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding4 Bediening van de frequentieomvormer
Softwaremodules voor MCT 10 setup-software
De volgende modules zijn in het softwarepakket opgenomen:
MCT setup-software
Parameters instellen
Kopiëren van en naar frequentieomvormers
Uitgebr. gebruikersinterface
Vastleggen en afdrukken van parameterinstellingen, inclusief schema's
Schema voor preventief onderhoud
Klokinstellingen
Setup programmering van tijdgebonden acties
Smart Logic Controller
Bestelnummer:
Bij bestelling van de cd met MCT 10 setup-software verzoeken wij u bestelnummer 130B1000 te gebruiken.
MCT 10 is ook te downloaden van de Danfoss-website:
WWW.DANFOSS.COM, Business Area: Motion Controls.
4
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
93
5
5 De frequentieomvormer programmerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
94
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding5 De frequentieomvormer programmeren
5 De frequentieomvormer programmeren
5.1 Programmeren
5.1.1 Parametersetup
Overzicht van parametergroepen
GroepTitelFunctie
0-Bediening/displayParameters die betrekking hebben op de basisfuncties van de frequentieomvormer, de
1-Belasting & motorParametergroep voor motorinstellingen.
2-RemmenParametergroep voor het instellen van remfuncties in de frequentieomvormer.
3-Ref./Ramp.Parameters voor het gebruiken van referenties, het instellen van begrenzingen en het
4-Begr./waarsch.Parametergroep voor het configureren van begrenzingen en waarschuwingen.
5-Digitaal In/UitParametergroep voor het configureren van de digitale in- en uitgangen.
6-Analoog In/UitParametergroep voor het configureren van de analoge in- en uitgangen.
8-Comm. en optiesParametergroep voor het configureren van communicatie en opties.
9-ProfibusParametergroep voor Profibus-specifieke parameters.
10-DeviceNetParametergroep voor DeviceNet-specifieke parameters.
11-LonWorksParametergroep voor LonWorks-specifieke parameters.
13-Smart LogicParametergroep voor Smart Logic Control.
14-Speciale functiesParametergroep voor het configureren van speciale functies van de frequentieomvormer.
15-Geg. omvormerParametergroep met informatie over de frequentieomvormer, zoals bedrijfsgegevens,
16-Data-uitlezingenParametergroep voor data-uitlezing, bijv. actuele referenties, spanning, regeling, alar-
18-Info & uitlez.Deze parametergroep bevat de laatste 10 logboeken voor preventief onderhoud.
20-Omvormer met terugkoppelingDeze parametergroep wordt gebruikt voor het configureren van de PID-regelaar voor
21-Uitgebr. met terugkoppelingParameters voor het configureren van de drie PID-regelaars voor uitgebreide terugkop-
22-ToepassingsfunctiesDeze parameters bewaken de watertoepassingen.
23-Tijdgebonden functiesDeze parameters zijn voor acties die dagelijks of wekelijks moeten worden uitgevoerd,
25-CascaderegelaarfunctiesParameters voor het configureren van de standaard cascaderegelaar voor het sequentieel
26-Anal. I/O-optie MCB 109Parameters voor het configureren van de analoge I/O-optie MCB 109.
27-Uitgebreide cascaderegelingParameters voor het configureren van de uitgebreide cascaderegelaar.
29-WatertoepassingsfunctiesParameters voor het instellen van waterspecifieke functies.
31-Bypass-optieParameters voor het configureren van de bypassoptie.
functie van de LCP-toetsen en de configuratie van het LCP-display.
configureren van de reactie van de frequentieomvormer op wijzigingen.
hardwareconfiguratie en softwareversies.
men, waarschuwingen en statuswoorden.
terugkoppeling die de uitgangsfrequentie van de eenheid regelt.
peling.
bijv. verschillende referenties voor werking binnen bedrijfstijd/buiten bedrijfstijd.
regelen van meerdere pompen.
5
Tabel 5.1: Parametergroepen
Parameterbeschrijvingen en -keuzes worden op het displaygedeelte van het grafisch (GLCP) of numeriek (NLCP) display weergegeven. (Zie sectie 5 voor
meer informatie.) U kunt toegang krijgen tot de parameters door op de toets [Quick Menus] of [Main Menu] op het bedieningspaneel te drukken. Het
snelmenu wordt voornamelijk gebruikt om de eenheid de eerste keer bedrijfsklaar te maken door programmering van de parameters die nodig zijn om
de eenheid op te starten. Het hoofdmenu biedt toegang tot alle parameters om de eenheid voor een specifieke toepassing te programmeren.
Alle digitale en analoge in- en uitgangsklemmen zijn multifunctioneel. Alle klemmen zijn in de fabriek standaard ingesteld op functies die geschikt zijn
voor de meeste watertoepassingen. Als er echter andere speciale functies nodig zijn, moeten deze worden geprogrammeerd via parametergroep 5 of 6.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
95
5
5 De frequentieomvormer programmerenVLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
5.1.2 ModusQuick Menus
Het GLCP biedt toegang tot alle parameters die worden vermeld onder het Snelmenu. Om parameters in te stellen via de knop [Quick Menus]:
Als u op [Quick Menus] drukt, wordt een overzicht weergegeven van de functies in het snelmenu.
Efficiënte parametersetup voor watertoepassingen
Via [Quick Menus] kunnen de parameters voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen op eenvoudige wijze worden ingesteld.
De beste manier om parameters via [Quick Menus] in te stellen, is als volgt:
1.Selecteer Snelle setup om de basisinstellingen voor de motor, aan/uitlooptijden, en dergelijke in te stellen.
2.Selecteer Functiesetups om de gewenste functionaliteit van de frequentieomvormer in te stellen – voor zover dit niet al is gebeurd via de
instellingen in Snelle setup.
3.Selecteer
Het wordt aangeraden om de setup in de aangegeven volgorde uit te voeren.
Afbeelding 5.1: Overzicht snelmenu
Alg. instellingen, Inst. geen terugk.
of
Inst. Met terugk
.
Par.Aanduiding[Eenh]
0-01Taal
1-20Motorverm.[kW]
1-22Motorspanning[V]
1-23Motorfrequentie[Hz]
1-24Motorstroom[A]
1-25Nom. motorsnelheid[tpm]
3-41Ramp 1 aanlooptijd[s]
3-42Ramp 1 uitlooptijd[s]
4-11Motorsnelh. lage begr.[tpm]
4-13Motorsnelh. hoge begr.[tpm]
1-29Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
Tabel 5.2: Parameters Snelle setup
Niet in bedrijf
Als
Als
Vrijloop geïnv.
NB!
Zie onderstaande sectie
is geselecteerd voor klem 27 is er voor klem 27 geen aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
(standaard fabrieksinstelling) is geselecteerd voor klem 27 is een aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
Veelgebruikte parameters – toelichting
voor een uitgebreide beschrijving van de parameters.
96
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.