Danfoss FC 200 Operating guide [nl]

VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding Inhoud
Inhoud
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5
Goedkeuringen 5
Symbolen 6
2 Veiligheid
Algemene waarschuwing 8
Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden 8
Speciale omstandigheden 8
Een onbedoelde start vermijden 9
Installatie Veilige stop 9
Veilige stop van de frequentieomvormer 10
IT-net 12
Om te beginnen 13
Vóór de installatie 13
De installatielocatie plannen 13
5
7
13
De frequentieomvormer in ontvangst nemen 14
Transport en uitpakken 14
Hijsen 15
Mechanische afmetingen 17
Nominaal vermogen 24
Mechanische installatie 25
Klemposities – framegrootte D 26
Klemposities – framegrootte E 28
Klemposities – framegrootte F 32
Koeling en luchtcirculatie 35
Opties installeren op locatie 40
Installatie van kanaalkoelset in Rittal-behuizingen 40
Buiteninstallatie/NEMA 3R-set voor Rittal-behuizingen 43
Installatie op voet 44
Optionele ingangplaat 46
Installatie van afscherming netvoeding voor frequentieomvormers 47
Paneelopties voor framegrootte F 47
Paneelopties voor framegrootte 47
Elektrische installatie 49
Voedingsaansluitingen 49
Aansluiting netvoeding 64
Zekeringen 65
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1
Inhoud VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Motorisolatie 68
Motorlagerstromen 69
Stuurkabelroute 69
Elektrische installatie, stuurklemmen 71
Aansluitvoorbeelden 72
Start/Stop 72
Pulsstart/stop 72
Elektrische installatie – vervolg 74
Elektrische installatie, Stuurkabels 74
Schakelaar S201, S202 en S801 76
Uiteindelijke setup en test 77
Extra aansluitingen 79
Mechanische rembesturing 79
Thermische motorbeveiliging 79
4 Bediening van de frequentieomvormer
Bedieningswijzen 81
Bediening van het grafische LCP (GLCP) 81
Bediening van het numerieke LCP (NLCP) 86
Tips en trucs 89
5 De frequentieomvormer programmeren
Programmeren 95
Q1 Persoonlijk menu 97
Q2 Snelle setup 97
Q5 Gemaakte wijz. 99
Q6 Logdata 100
Veelgebruikte parameters – toelichting 101
Hoofdmenu 101
Parameteropties 141
Standaardinstellingen 141
0-** Bediening/display 142
1-** Belasting & motor 143
81
95
2-** Remmen 144
3-** Ref./Ramp. 144
4-** Begr./waarsch. 145
5-** Digitaal In/Uit 146
6-** Analoog In/Uit 147
8-** Comm. en opties 148
9-** Profibus 149
10-** CAN-veldbus 149
13-** Smart Logic 150
2
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding Inhoud
14-** Speciale functies 150
15-** Geg. omvormer 151
16-** Data-uitlezingen 152
18-** Info & uitlez. 153
20-** Omvormer met terugkoppeling 153
21-** Uitgebr. met terugk. 154
22-** Toepassingsfuncties 155
23-** Tijdgeb. acties 156
25-** Cascaderegelaar 157
26-** Analoge I/O-optie MCB 109 158
Cascade-CTL-optie 27-** 159
29-** Watertoepassingsfuncties 160
31-** Bypass-optie 160
6 Algemene specificaties
7 Problemen verhelpen
Foutmeldingen 178
Trefwoordenregister
161
175
184
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3
1
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
4
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding
1
1.1.1 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht
Deze publicatie bevat informatie die eigendom is van Danfoss. Door acceptatie en gebruik van deze handleiding stemt de gebruiker ermee in dat de
informatie in dit document enkel zal worden aangewend voor het gebruik van de apparatuur van Danfoss of apparatuur van andere leveranciers op
voorwaarde dat deze apparatuur bestemd is voor gebruik in combinatie met Danfoss-apparatuur door middel van seriële communicatie. Deze publicatie
is beschermd op basis van de auteurswetten van Denemarken en de meeste andere landen.
Danfoss kan niet garanderen dat een softwareprogramma dat is ontworpen volgens de richtlijnen in deze handleiding goed zal functioneren in iedere
fysieke, hardware- of softwareomgeving.
Hoewel DanfossDanfossde informatie in deze handleiding heeft getest en gecontroleerd, houdt dit geen verklaring of waarborg in met betrekking tot deze
documentatie, hetzij impliciet of expliciet, betreffende de juistheid, volledigheid, betrouwbaarheid of geschiktheid voor een specifiek doel.
In geen enkel geval zal Danfoss aansprakelijkheid aanvaarden voor directe, indirecte, speciale, incidentele of vervolgschade die voortvloeit uit het gebruik,
of het niet kunnen gebruiken, van informatie in deze handleiding, zelfs niet als is gewaarschuwd voor de mogelijkheid van dergelijke schade. Danfoss
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige kosten, met inbegrip van, maar niet beperkt tot kosten als gevolg van verlies aan winst of inkomsten,
verlies of beschadiging van apparatuur, verlies van computerprogramma's, verlies van data, de kosten om deze te vervangen, of claims van derden.
Danfoss behoudt zich het recht voor om deze publicatie op ieder moment te herzien en de inhoud te wijzigen zonder nadere kennisgeving of enige
verplichting om eerdere of huidige gebruikers te informeren over dergelijke aanpassingen of wijzigingen.
In deze bedieningshandleiding worden alle aspecten van uw VLT AQUA Drive behandeld.
Beschikbare publicaties voor de VLT AQUA Drive:
- Bedieningshandleiding MG.20.Mx.yy bevat de benodigde informatie voor het installeren en in bedrijf stellen van de frequentieomvormer.
- Design Guide MG.20.Nx.yy bevat technische informatie over het ontwerp van de frequentieomvormer en klantspecifieke toepassingen.
- Programmeerhandleiding MG.20.Ox.yy geeft informatie over het programmeren van de frequentieomvormer en bevat een uitgebreide beschrij-
ving van de parameters.
x = versienummer
yy = taalcode
Technische publicaties van Danfoss Drives zijn ook online beschikbaar via www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Documentations/Technical
+Documentation.
1.1.2 Goedkeuringen
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
5
1 Hoe gebruikt u deze bedieningshandleiding VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
1.1.3 Symbolen
1
In deze bedieningshandleiding gebruikte symbolen
NB!
Geeft aan dat de lezer ergens op moet letten.
Geeft een algemene waarschuwing aan.
Geeft een waarschuwing in verband met hoogspanning aan.
* Geeft de standaardinstelling aan.
6
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 2 Veiligheid
2Veiligheid
2.1.1 Opmerking in verband met veiligheid
De spanning van de frequentieomvormer is gevaarlijk wanneer de frequentieomvormer op het net is aangesloten. Onjuiste aansluiting
van de motor, frequentieomvormer of veldbus kan de apparatuur beschadigen en lichamelijk letsel of dodelijke gevolgen met zich mee
brengen. Volg daarom de aanwijzingen in deze handleiding alsmede de lokale en nationale veiligheidsvoorschriften op.
Veiligheidsvoorschriften
1. De frequentieomvormer moet worden afgeschakeld van de netvoeding als reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Controleer of
de netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
2. De toets [Stop/Reset] op het bedieningspaneel van de frequentieomvormer schakelt de netvoeding niet af en mag daarom niet als veiligheids-
schakelaar worden gebruikt.
3. De apparatuur moet correct zijn geaard, de gebruiker moet beschermd zijn tegen voedingsspanning en de motor moet beveiligd zijn tegen
overbelasting overeenkomstig de geldende nationale en lokale voorschriften.
4. De aardlekstromen zijn groter dan 3,5 mA.
5. De beveiliging tegen overbelasting van de motor is in te stellen via par. 1-90
daardwaarde) of ETR-waarsch. als deze functie gewenst is. Opmerking: de functie wordt geactiveerd bij 1,16 x nominale motorstroom en
nominale motorfrequentie. Voor de Noord-Amerikaanse markt: de ETR-functies leveren een beveiliging tegen overbelasting van de motor van
klasse 20 conform NEC.
6. Verwijder in geen geval de stekkers naar de motor en netvoeding terwijl de frequentieomvormer is aangesloten op het net. Controleer of de
netvoeding is afgeschakeld en of er genoeg tijd is verstreken alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
7. Denk eraan dat de frequentieomvormer meer spanningsingangen heeft dan enkel L1, L2 en L3 wanneer loadsharing (koppeling van de DC-
tussenkring) en een externe 24 V DC zijn geïnstalleerd. Controleer of alle spanningsingangen zijn afgeschakeld en de vereiste tijd is verstreken
voordat wordt begonnen met de reparatiewerkzaamheden.
Installatie op grote hoogtes
Therm. motorbeveiliging.
Stel par. 1-90 in op ETR-uitsch. (stan-
2
Voor hoogtes boven 2000 m dient u contact op te nemen met Danfoss in verband met PELV.
Waarschuwing tegen onbedoelde start
1. Terwijl de frequentieomvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestopt via digitale commando's, buscommando's, referenties of lokale
stop. Deze stopfuncties zijn niet toereikend als een onbedoelde start moet worden voorkomen in verband met de persoonlijke veiligheid. 2. De motor
kan starten terwijl de parameters worden gewijzigd. Activeer daarom altijd de [Stop/Reset]-toets; hierna kunnen de gegevens worden gewijzigd. 3. Een
gestopte motor kan starten wanneer een storing optreedt in de elektronica van de frequentieomvormer als gevolg van een tijdelijke overbelasting, een
storing in de netvoeding of een foutieve motoraansluiting.
Waarschuwing:
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben – zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net.
Verzeker u er ook van dat de andere spanningsingangen, zoals de externe 24 V DC, loadsharing (koppeling van de DC-tussenkring) en de motoraansluiting
voor kinetische backup zijn afgeschakeld.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
7
2
2 Veiligheid VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
2.1.2 Algemene waarschuwing
Waarschuwing:
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben – zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net.
Zorg er ook voor dat de andere spanningsingangen (koppeling van de DC-tussenkring) en de motoraansluiting voor kinetische backup
zijn afgeschakeld.
Houd rekening met de onderstaande wachttijden voordat u mogelijke spanningvoerende delen van de VLT AQUA Drive FC 200 aanraakt:
380-480 V, 110-450 kW: wacht minstens 15 minuten.
525-690 V, 132-630 kW, wacht minstens 20 minuten.
Een kortere tijd is alleen toegestaan als dit op het motortypeplaatje van de betreffende eenheid wordt aangegeven.
Lekstroom
De aardlekstroom van de VLT AQUA Drive FC 200 is groter dan 3,5 mA. Een versterkte aardverbinding (PE) conform IEC 61800-5-1
moet worden gegarandeerd door middel van een PE-draad van min. 10 mm² (koper) of 16 mm² (aluminium) of een extra PE-draad –
met dezelfde kabeldoorsnede als de netbedrading – die afzonderlijk moet worden afgesloten.
Reststroomapparaat
Dit product kan gelijkstroom veroorzaken in de beschermende geleider. Op plaatsen waar een reststroomapparaat (RCD – Residual
Current Device) wordt toegepast voor extra bescherming mag op de voedingskant van dit product alleen een RCD van het B-type (met
tijdsvertraging) worden gebruikt. Zie ook RCD Toepassingsnotitie MN.90.GX.02.
De aarding van de VLT AQUA Drive FC 200 en het gebruik van RCD's moet altijd voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
2.1.3 Voordat u begint met reparatiewerkzaamheden
1. Schakel de frequentieomvormer af van het net.
2. Schakel de DC-busklemmen 88 en 89 af.
3. Houd rekening met de wachttijd die in de sectie Algemene waarschuwing staat vermeld.
4. Verwijder de motorkabel.
2.1.4 Speciale omstandigheden
Elektrische klasse:
De klasseaanduiding op het motortypeplaatje van de frequentieomvormer is gebaseerd op een standaard 3-fasen netvoeding, binnen het aangegeven
spannings-, stroom- en temperatuurbereik, die gewoonlijk zal worden gebruikt voor de meeste toepassingen.
De frequentieomvormer ondersteunt ook andere, specifieke toepassingen, maar deze zijn van invloed op de elektrische klasse van de
frequentieomvormer. Speciale omstandigheden die van invloed zijn op de elektrische klasse zijn onder andere:
Eenfasetoepassingen
Toepassingen voor hoge temperaturen waarbij een reductie van de elektrische klasse noodzakelijk is
Toepassing voor scheepsinstallaties met veeleisender omgevingscondities
Raadpleeg de betreffende secties in deze handleiding en de VLT
Installatievereisten:
De algehele elektrische veiligheid van de frequentieomvormer vereist speciale installatieoverwegingen ten aanzien van:
Zekeringen en stroomonderbrekers voor beveiliging tegen overstroom en kortsluiting
Selectie van voedingskabels (net, motor, rem, loadsharing en relais)
Netwerkconfiguratie (IT, TN, één zijde geaard enz.)
Veiligheid van poorten met lage spanning (PELV-condities)
Raadpleeg de betreffende secties in deze handleiding en de VLT
®
AQUA Drive Design Guide voor informatie over de elektrische klassen.
®
AQUA Drive Design Guide voor informatie over de installatievereisten.
8
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 2 Veiligheid
2.1.5 Waarschuwing
Op de DC-tussenkringcondensatoren van de frequentieomvormer blijft spanning staan, ook nadat de spanning is afgeschakeld. Om
mogelijke elektrische schokken te voorkomen, moet de frequentieomvormer van het net worden afgeschakeld voordat onderhouds-
werkzaamheden worden uitgevoerd. Voordat met onderhoudswerkzaamheden aan de frequentieomvormer wordt begonnen, moet de
volgende minimale wachttijd in acht worden genomen:
Spanning Vermogenscapaciteit Min. wachttijd
380-480 V 110-250 kW 20 minuten
315-1000 kW 40 minuten
525-690 V 45-400 kW 20 minuten
450-1200 kW 30 minuten
Houd er rekening mee dat er hoge spanningen op de DC-tussenkring kunnen staan, zelfs wanneer alle LED's uit zijn.
2.1.6 Een onbedoelde start vermijden
Wanneer de frequentieomvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestart/gestopt via digitale commando's, buscom-
mando's, referenties of via het lokale bedieningspaneel van de omvormer.
Schakel de frequentieomvormer altijd af van het net wanneer een onbedoelde start moet worden vermeden vanwege de persoonlijke veiligheid.
Om een onbedoelde start te vermijden, dient u altijd de [Off]-toets te activeren voordat u parameters wijzigt.
Om te voorkomen dat een gestopte motor als gevolg van een elektronische fout, een tijdelijke overbelasting, een storing in de netvoeding of
een verbroken motoraansluiting start, moet klem 37 worden uitgeschakeld.
2
2.1.7 Installatie Veilige stop
Volg onderstaande instructies om een installatie voor stopca-
tegorie 0 (EN 60204) uit te voeren overeenkomstig veiligheids-
categorie 3 (EN 954-1):
1. De geleiderbrug (jumper) tussen klem 37 en 24 V DC moet wor-
den verwijderd. Het is niet voldoende om de jumper door te
snijden of te breken. Verwijder hem helemaal om kortsluiting te
voorkomen. Zie de afbeelding.
2. Sluit klem 37 aan op de 24 V DC via een kabel die is beveiligd
tegen kortsluiting. De 24 V DC-spanning moet te onderbreken
zijn via een stroomonderbreker die voldoet aan EN 954-1, ca-
tegorie 3. Als de stroomonderbreker en de frequentieomvormer
in hetzelfde installatiepaneel zijn bevestigd, kan een niet-afge-
schermde kabel worden gebruikt in plaats van een afgescherm-
de kabel.
Afbeelding 2.1: Geleiderbrug (jumper) tussen klem 37 en 24
V DC
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
9
2
2 Veiligheid VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Onderstaande afbeelding toont een installatie voor stopcategorie 0 (EN 60204-1) met veiligheidscategorie 3 (EN 954-1). De stroomonderbreking wordt
uitgevoerd door middel van een opendeurcontact. De afbeelding geeft ook de aansluiting weer voor een niet-veiligheidsgerelateerde hardwarematige
vrijloop.
Afbeelding 2.2: Illustratie van de essentiële aspecten van een installatie voor stopcategorie 0 (EN 60204-1) met veiligheidscategorie 3 (EN
954-1).
2.1.8 Veilige stop van de frequentieomvormer
Bij versies die zijn uitgerust met ingangsklem 37 voor de functie Veilige stop kan de frequentieomvormer de veiligheidsfunctie
het koppel
De functie is ontworpen en geschikt bevonden voor de vereisten van veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1. Deze functionaliteit wordt Veilige stop
genoemd. Voordat de Veilige stop in een installatie wordt geïntegreerd en toegepast, moet een grondige risicoanalyse worden uitgevoerd op het systeem
om te bepalen of de functionaliteit en veiligheidscategorie van de Veilige stop relevant en voldoende zijn. Om de functie Veilige stop te installeren en te
gebruiken overeenkomstig de vereisten voor veiligheidscategorie 3 conform EN 954-1 moeten de betreffende informatie en instructies in de VLT AQUA
Drive Design Guide MG.20.Nx.yy in acht worden genomen! De informatie en instructies in de Bedieningshandleiding zijn niet voldoende voor een juist en
veilig gebruik van de veiligestopfunctionaliteit!
(zoals gedefinieerd in IEC 61800-5-2) of
Stopcategorie 0
(zoals gedefinieerd in EN 60204-1) uitvoeren.
Veilige uitschakeling van
10
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 2 Veiligheid
2
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
11
2
2 Veiligheid VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
2.1.9 IT-net
IT-net
Sluit 400 V-frequentieomvormers met RFI-filters niet aan op een netvoeding met een spanning van meer dan 440 V tussen fase en
aarde.
Voor IT-net en geaarde driehoekschakeling (één zijde geaard) mag de netspanning tussen fase en aarde wel hoger zijn dan 440 V.
Par. 14-50
A2-niveau.
RFI-filter
kan worden gebruikt om interne RFI-condensators af te schakelen van RFI-filter naar aarde. Dit zal de RFI-prestaties reduceren tot
2.1.10 Softwareversie en goedkeuringen
VLT AQUA Drive
Softwareversie: 1.24
Deze handleiding is bedoeld voor alle VLT AQUA Drive frequentieomvormers met softwareversie 1.24.
Het versienummer van de software kan worden uitgelezen via parameter 15-43.
2.1.11 Verwijderingsinstructie
Apparatuur die elektrische componenten bevat mag niet als huishoudelijk afval worden afgevoerd. Dergelijke apparatuur moet apart worden afgevoerd als elektrisch en elektronisch afval volgens de geldende lokale voorschriften.
12
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3Installeren
3.1 Om te beginnen
3.1.1 Installeren
Dit hoofdstuk behandelt de mechanische en elektrische installatie van en naar de voedingsklemmen en stuurklemmen.
De elektrische installatie van
opties
wordt beschreven in de relevante Bedieningshandleiding en Design Guide.
3.1.2 Om te beginnen
De frequentieomvormer is zo ontworpen dat u via onderstaande stappen een snelle en EMC-correcte installatie kunt uitvoeren.
Lees de veiligheidsinstructies vóór u het toestel installeert.
3
Mechanische installatie
Mechanische bevestiging
Elektrische installatie
Aansluiting op het net en aarding
Motoraansluiting en kabels
Zekeringen en stroomonderbrekers
Stuurklemmen – kabels
Snelle setup
Lokaal bedieningspaneel, LCP
Automatische aanpassing motorgegevens, AMA
Programmeren
De framegrootte hangt af van het type behuizing, het vermogensbereik
en de netspanning
3.2 Vóór de installatie
Afbeelding 3.1: Schematische weergave van de basisinstal-
latie inclusief net, motor, start/stoptoets en potentiometer
voor snelheidsafstelling.
3.2.1 De installatielocatie plannen
NB!
Het is belangrijk om de installatie van de frequentieomvormer te plannen voordat de daadwerkelijke installatie plaatsvindt. Als u dit
niet doet, kan dit tijdens en na installatie extra werk met zich mee brengen.
Selecteer de beste werklocatie op basis van onderstaande punten (zie details op de volgende pagina's en de relevante Design Guides):
Omgevingstemperatuur
Installatiemethode
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
13
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Koeling van de eenheid
Plaatsing van de frequentieomvormer
Bekabeling
Zorg ervoor dat de voedingsbron de juiste spanning en de benodigde stroom kan leveren.
Zorg ervoor dat de nominale motorstroom lager is dan de maximale stroom vanaf de frequentieomvormer.
Als de frequentieomvormer niet is uitgerust met ingebouwde zekeringen dient u ervoor te zorgen dat de extern zekeringen de juiste nominale
waarde hebben.
3.2.2 De frequentieomvormer in ontvangst nemen
Controleer bij ontvangst van de frequentieomvormer of de verpakking onbeschadigd is en of het apparaat mogelijk beschadigd is tijdens het vervoer. Bij
constatering van beschadigingen dien u onmiddellijk contact op te nemen met het transportbedrijf om de schade te melden.
3.2.3 Transport en uitpakken
Voordat wordt begonnen met uitpakken, verdient het aanbeveling om de frequentieomvormer zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke installatieplek te
brengen.
Verwijder de doos en laat de frequentieomvormer zo lang mogelijk op het pallet staan.
NB!
De doos bevat een boormal voor de bevestigingsgaten voor D-behuizingen.framegrootte D. Zie de sectie
verderop in dit hoofdstuk voor informatie over framegrootte E.
Mechanische afmetingen
Afbeelding 3.2: Montagesjabloon
14
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.2.4 Hijsen
Hijs de frequentieomvormer altijd op met behulp van de aanwezige hijsogen. Maak voor alle frames met framegrootte D en E2 (IP00) gebruik van een
stang om te voorkomen dat de hijsogen van de frequentieomvormer verbogen raken.
3
Afbeelding 3.3: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte D en E .
NB!
De hijsbalk moet geschikt zijn om het gewicht van de frequentieomvormer te dragen. Zie
van de diverse framegroottes. De maximumdiameter voor de stang is 25 mm (1 inch). De hoek tussen de bovenzijde van de omvormer
en de hijskabel moet minstens 60 graden zijn.
Mechanische afmetingen
voor het gewicht
Afbeelding 3.4: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte F1.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Afbeelding 3.5: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte F2.
15
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.6: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte F3.
Afbeelding 3.7: Aanbevolen hijsmethode, framegrootte F4.
NB!
De plint is samen met de frequentieomvormer verpakt, maar is tijdens het vervoer niet bevestigd aan framegrootte F1-F4. De plint is
nodig om te zorgen voor voldoende luchtstroming richting omvormer om deze goed te koelen. Framegrootte Fmoet op de uiteindelijke
installatieplek boven op de plint worden geplaatst. De hoek tussen de bovenzijde van de omvormer en de hijskabel moet minstens 60
graden zijn.
16
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
3.2.5 Mechanische afmetingen
* Let op de richting van de luchtstroom
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
17
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
18
* Let op de richting van de luchtstroom
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
* Let op de richting van de luchtstroom
19
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
20
* Let op de richting van de luchtstroom
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
F1 IP 21/54 - NEMA 1/12 F3 IP 21/54 - NEMA 1/12
1) Minimale vrije ruimte vanaf plafond
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
21
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
22
F2 IP 21/54 - NEMA 1/12 F4 IP 21/54 - NEMA 1/12
1) Minimale vrije ruimte vanaf plafond
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Framegrootte D1 D2 D3 D4
IP NEMA Transpor­tafmetin­gen
Afmetingen omvormer
Framegrootte E1 E2 F1 F2 F3 F4
IP NEMA Transportaf­metingen
Afmetingen omvormer
Hoogte
Breedte 1730 mm 1730 mm 1730 mm 1730 mm 1220 mm 1490 mm Diepte 570 mm 570 mm 570 mm 570 mm 570 mm 570 mm
Hoogte 1209 mm 1209 mm 1589 mm 1589 mm 1046 mm 1327 mm
Breedte 420 mm 420 mm 420 mm 420 mm 408 mm 408 mm Diepte 380 mm 380 mm 380 mm 380 mm 375 mm 375 mm Maximumge­wicht
Mechanische afmetingen, framegrootte E en F
315-450 kW bij
400 V
(380-480 V)
450-630 kW bij
690 V
(525-690 V)
21, 54
Hoogte
Breed­te Diepte 736 mm 736 mm 927 mm 927 mm 927 mm 927 mm
Hoogte 2000 mm 1547 mm 2204 2204 2204 2204
Breed­te Diepte 494 mm 498 mm 606 606 606 606 Maxi­mum­ge­wicht
Type 1/Type 12
840 mm 831 mm 2324 mm 2324 mm 2324 mm 2324 mm
2197 mm 1705 mm 1569 mm 1962 mm 2159 mm 2559 mm
600 mm 585 mm 1400 1800 2000 2400
313 kg 277 kg 1004 1246 1299 1541
Mechanische afmetingen, framegrootte D
110-132 kW bij 400 V
(380-480 V)
45-160 kW bij 690 V
(525-690 V)
21
Type 154Type 1221Type 154Type 12
650 mm 650 mm 650 mm 650 mm 650 mm 650 mm
104 kg 104 kg 151 kg 151 kg 91 kg 138 kg
315-450 kW bij
400 V
(380-480 V)
450-630 kW bij
690 V
(525-690 V)
00
Chassis
160-250 kW bij 400 V
(380-480 V)
200-400 kW bij 690 V
(525-690 V)
500-710 kW bij
400 V
(380-480 V)
710-900 kW bij
690 V
(525-690 V)
21, 54
Type 1/Type 12
110-132 kW bij 400 V
(380-480 V)
45-160 kW bij 690 V
(525-690 V)
800-1000 kW bij
400 V
(380-480 V)
1000-1200 kW
bij 690 V
(525-690 V)
21, 54
Type 1/Type 12
00
Chassis
500-710 kW bij
400 V
(380-480 V)
710-900 kW bij
690 V
(525-690 V)
21, 54
Type 1/Type 12
160-250 kW bij 400 V
(380-480 V)
200-400 kW bij 690 V
(525-690 V)
800-1000 kW bij
(380-480 V)
1000-1200 kW
(525-690 V)
Type 1/Type 12
00
Chassis
400 V
bij 690 V
21, 54
3
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
23
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.2.6 Nominaal vermogen
Framegrootte D1 D2 D3 D4
Inbouwen
Normale overbelas-
ting nom. vermogen
– 110% overbelas-
tingskoppel
Framegrootte E1 E2 F1/F3 F2/F4
Inbouwen
Normale overbe-
lasting nom. ver-
mogen – 110%
overbelasting-
skoppel
IP 21/54 21/54 00 00
NEMA Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Chassis Chassis
110-132 kW bij 400 V
(380-480 V)
45-160 kW bij 690 V
(525-690 V)
IP 21/54 00 21/54 21/54
NEMA Type 1/Type 12 Chassis Type 1/Type 12 Type 1/Type 12
315-450 kW bij 400 V
(380-480 V)
450-630 kW bij 690 V
(525-690 V)
150-250 kW bij 400 V
(380-480 V)
200-400 kW bij 690 V
(525-690 V)
315-450 kW bij 400 V
(380-480 V)
450-630 kW bij 690 V
(525-690 V)
110-132 kW bij 400 V
(380-480 V)
45-160 kW bij 690 V
(525-690 V)
500-710 kW bij 400 V
(380-480 V)
710-900 kW bij 690 V
(525-690 V)
150-250 kW bij 400 V
200-400 kW bij 690 V
800-1000 kW bij 400 V
(380-480 V)
1000-1200 kW bij 690 V
(525-690 V)
(380-480 V)
(525-690 V)
24
NB!
Frame F is leverbaar in vier maten: F1, F2, F3 en F4. De F1 en F2 bestaan uit een inverterkast aan de rechterzijde en een gelijkrichterkast
aan de linkerzijde. Bij de F3 en F4 is er links van de gelijkrichterkast een extra optiekast aanwezig. De F3 is een F1 met een extra
optiekast. De F4 is een F2 met een extra optiekast.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.3 Mechanische installatie
De mechanische installatie van de frequentieomvormer moet zorgvuldig worden voorbereid om het juiste resultaat te verkrijgen en extra werk tijdens de
installatie te voorkomen. Begin met het bestuderen van de mechanische tekeningen aan het einde van deze instructies om vertrouwd te raken met de
vereisten ten aanzien van de benodigde ruimte.
3.3.1 Benodigd gereedschap
Om de mechanische installatie uit te voeren, hebt u het volgende gereedschap nodig:
Boor met 10 of 12 mm boortje
•Rolmaat
Dopsleutel met de relevante metrische doppen (7-17 mm)
Verlengstukken voor dopsleutel
Metaalpons voor het maken van doorvoeren van leidingen of kabelpakkingen in IP 21/NEMA 1 en IP 54-eenheden
Hijsbalk om de eenheid op te hijsen (stang of buis met een diameter van 25 mm) met een draagvermogen van minimaal 400 kg
Kraan of ander hijsmiddel om de frequentieomvormer op zijn plaats te zetten
Voor het installeren van framegrootte E1 in een IP 21/IP 54-behuizing is een Torx T50-sleutel nodig.
3.3.2 Algemene overwegingen
Ruimte
Zorg voor voldoende ruimte boven en onder de frequentieomvormer in verband met luchtcirculatie en toegang tot de kabels. Bovendien moet er ruimte
aan de voorzijde van de eenheid zijn om deur van het paneel te kunnen openen.
3
Afbeelding 3.8: Ruimte aan voorzijde van framegrootte D1
en D2 met IP 21/IP 54 behuizing.
Toegang tot kabels
Zorg voor een goede toegang tot de kabels, inclusief de nodige ruimte om de kabels te kunnen buigen. Omdat de IP 00 behuizingen aan de onderzijde
open zijn, moeten de kabels met behulp van kabelklemmen worden bevestigd aan de achterwand van de behuizing van de frequentieomvormer.
NB!
Alle kabelklemmen/schoenen moeten binnen de breedte van de stroomrail gemonteerd worden
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Afbeelding 3.9: Ruimte aan voorzijde van framegrootte E1
met IP 21/IP 54 behuizing.
25
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.3.3 Klemposities – framegrootte D
Houd rekening met onderstaande klemposities bij het plannen van de toegang tot de kabels.
Afbeelding 3.10: Positie van voedingsaansluitingen, framegrootte D3 en D4
Afbeelding 3.11: Positie van voedingsaansluitingen met werkschakelaar, framegrootte D1 en D2
Houd er rekening meer dat de voedingskabels zwaar en moeilijk te buigen zijn. Bedenk wat de beste positie voor de frequentieomvormer is met het oog
op een eenvoudige installatie van de kabels.
NB!
Framegrootte D is leverbaar met standaard ingangsklemmen of werkschakelaar. Alle klemafmetingen zijn te vinden in de tabel op de
volgende pagina.
26
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
IP21 (NEMA 1)/IP54 (NEMA 12) IP00/Chassis
Framegrootte D1 Framegrootte D2 Framegrootte D3 Framegrootte D4
A 277 (10.9) 379 (14.9) 119 (4.7) 122 (4.8)
B 227 (8.9) 326 (12.8) 68 (2.7) 68 (2.7)
C 173 (6.8) 273 (10.8) 15 (0.6) 16 (0.6)
D 179 (7.0) 279 (11.0) 20.7 (0.8) 22 (0.8)
E 370 (14.6) 370 (14.6) 363 (14.3) 363 (14.3)
F 300 (11.8) 300 (11.8) 293 (11.5) 293 (11.5)
G 222 (8.7) 226 (8.9) 215 (8.4) 218 (8.6)
H 139 (5.4) 142 (5.6) 131 (5.2) 135 (5.3)
I 55 (2.2) 59 (2.3) 48 (1.9) 51 (2.0)
J 354 (13.9) 361 (14.2) 347 (13.6) 354 (13.9)
K 284 (11.2) 277 (10.9) 277 (10.9) 270 (10.6)
L 334 (13.1) 334 (13.1) 326 (12.8) 326 (12.8)
M 250 (9.8) 250 (9.8) 243 (9.6) 243 (9.6)
N 167 (6.6) 167 (6.6) 159 (6.3) 159 (6.3)
O 261 (10.3) 260 (10.3) 261 (10.3) 261 (10.3)
P 170 (6.7) 169 (6.7) 170 (6.7) 170 (6.7)
Q 120 (4.7) 120 (4.7) 120 (4.7) 120 (4.7)
R 256 (10.1) 350 (13.8) 98 (3.8) 93 (3.7)
S 308 (12.1) 332 (13.0) 301 (11.8) 324 (12.8)
T 252 (9.9) 262 (10.3) 245 (9.6) 255 (10.0)
U 196 (7.7) 192 (7.6) 189 (7.4) 185 (7.3)
V 260 (10.2) 273 (10.7) 260 (10.2) 273 (10.7)
3
Tabel 3.1: Kabelposities zoals aangegeven in bovenstaande afbeeldingen. Mechanische afmetingen in mm.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
27
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.3.4 Klemposities – framegrootte E
Klemposities – E1
Houd rekening met onderstaande klemposities bij het plannen van de toegang tot de kabels.
Afbeelding 3.12: Aansluitposities voedingskabels voor IP21 (NEMA type 1) en IP54 (NEMA type 12) behuizingen
Afbeelding 3.13: Aansluitposities voedingskabels voor IP21 (NEMA type 1) en IP54 (NEMA type 12) behuizingen (detail B)
28
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.14: Aansluitpositie voedingskabel van werkschakelaar voor IP21 (NEMA type 1) en IP54 (NEMA type 12) behuizingen
Frame-
grootte
E1
IP54/IP21 UL EN NEMA 1/NEMA 12
250/315 kW (400 V) EN 355/450-500/630 kW
TYPE EENHEID AFMETINGEN VOOR WERKSCHAKELAARKLEM
(690 V)
315/355-400/450 kW (400 V) 371 (14.6) 371 (14.6) 341 (13.4) 431 (17.0) 431 (17.0) 455 (17.9)
381 (15.0) 253 (9.9) 253 (9.9) 431 (17.0) 562 (22.1) NVT
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
29
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Klemposities – E2
Houd rekening met onderstaande klemposities bij het plannen van de toegang tot de kabels.
Afbeelding 3.15: Aansluitposities voedingskabels voor IP00 behuizing
Afbeelding 3.16: Aansluitposities voedingskabels voor IP00 behuizing
30
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.17: Aansluitposities voedingskabel van werkschakelaar voor IP00 behuizing
Houd er rekening meer dat de voedingskabels zwaar en moeilijk te buigen zijn. Bedenk wat de beste positie voor de frequentieomvormer is met het oog
op een eenvoudige installatie van de kabels.
Elke klem biedt ruimte voor 4 kabels met kabelschoen of gebruik van een standaard klemaansluiting. Aarde moet worden aangesloten op het relevante
aansluitpunt in de omvormer.
Afbeelding 3.18: Klem in detail
NB!
Voedingsaansluitingen kunnen gemaakt worden naar positie A of B
Frame-
grootte
E2
TYPE EENHEID AFMETINGEN VOOR WERKSCHAKELAARKLEM
IP00/CHASSIS A B C D E F
250/315 kW (400 V) EN 355/450-500/630 kW
(690 V)
315/355-400/450 kW (400 V) 383 (15.1) 244 (9.6) 334 (13.1) 424 (16.7) 109 (4.3) 149 (5.8)
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
381 (15.0) 245 (9.6) 334 (13.1) 423 (16.7) 256 (10.1) NVT
31
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.3.5 Klemposities – framegrootte F
NB!
Frame F is leverbaar in vier maten: F1, F2, F3 en F4. F1 en F2 bestaan uit een inverterkast aan de rechterzijde en een gelijkrichterkast
aan de linkerzijde. Bij de F3 en F4 is er links van de gelijkrichterkast een extra optiekast aanwezig. De F3 is een F1 met een extra
optiekast. De F4 is een F2 met een extra optiekast.
3
Klemposities – framegrootte F1 en F3
Afbeelding 3.19: Klemposities – inverterkast – F1 en F3 (vooraanzicht, zijaanzicht links en rechts)
1) Aardings strip
2) Motorklemmen
3) Remklemmen:
32
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Klemposities – framegrootte F2 en F4
3
Afbeelding 3.20: Klemposities – inverterkast – F2 en F4 (vooraanzicht, zijaanzicht links en rechts)
1) Aardings strip
Klemposities – gelijkrichter (F1, F2, F3 en F4)
Afbeelding 3.21: Klemposities – gelijkrichter (zijaanzicht links, vooraanzicht en zijaanzicht rechts)
1) Loadsharingklem (-)
2) Aardings strip
3) Loadsharingklem (+)
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
33
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Klemposities – optiekast (F3 en F4)
Afbeelding 3.22: Klemposities – optiekast (zijaanzicht links, vooraanzicht en zijaanzicht rechts)
1) Aardings strip
Klemposities – optiekast met stroomonderbreker/schakelaar met gegoten behuizing (F3 en F4)
Afbeelding 3.23: Klemposities – optiekast met stroomonderbreker/schakelaar met gegoten behuizing (vooraanzicht, zijaanzicht links en
rechts)
1) Aardings strip
34
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.3.6 Koeling en luchtcirculatie
Koeling
Koeling kan worden gerealiseerd op diverse manieren: met behulp van koelleidingen aan onder- en bovenzijde van de eenheid, met behulp van lucht-
aanvoer en -uitvoer aan de achterzijde van de eenheid of via een combinatie van de koelmogelijkheden.
Leidingkoeling
Voor een optimale installatie van IP00/chassis-framefrequentieomvormers in Rittal TS8-behuizingen is een speciale optie ontworpen die gebruikmaakt
van de ventilator van de frequentieomvormer om te voorzien in geforceerde koeling van het backchannel. De lucht die uit de bovenkant van de behuizing
komt, kan eventueel naar buiten worden geleid, zodat het warmteverlies uit het backchannel niet vrijkomt in de regelkamer, zodat minder airconditioning
vereist is.
Zie
Installatie van kanaalkoelset in Rittal-kasten
Koeling achterzijde
De lucht van het backchannel kan ook via de achterzijde van een Rittal TS8-behuizing worden aan- en afgevoerd. Dit biedt een oplossing voor gevallen
waarbij het uitlaatkanaal achterin lucht van buiten kan binnenlaten en de warmteverliezen naar buiten kan afvoeren, zodat er binnen minder aircondi-
tioning nodig is.
NB!
De Rittal-behuizing moet worden voorzien van een of meer kleine deurventilatoren in verband met warmteverliezen die niet via het
uitlaatkanaal achter in de omvormer worden afgevoerd. De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor D3 en D4 be-
draagt 391 m^3/u (230 cfm). De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor E2 bedraagt 782 m^3/u (460 cfm). Als er
sprake is van extra componenten, warmteverliezen, in de behuizing moet een berekening worden gemaakt om ervoor te zorgen dat
de luchtstroming voldoende is om de binnenkant van de Rittal-behuizing te koelen.
voor nadere inlichtingen.
3
Luchtcirculatie
Er moet worden gezorgd voor de nodige luchtcirculatie over het koellichaam. Hieronder wordt de luchtstroomsnelheid aangegeven.
Beschermingsklasse behuizing
IP21/NEMA 1
IP54/NEMA 12
IP21/NEMA 1 F1, F2, F3 en F4
IP54/NEMA 12 F1, F2, F3 en F4
IP00/Chassis D3 en D4
* Luchtstroom per ventilator. Framegrootte F bevatten meerdere ventilatoren.
Tabel 3.2: Luchtstroom over koellichaam
NB!
De ventilator kan om de volgende redenen werken:
1. AMA
2. DC-houd
3. Voormagn
4. DC-rem
5. 60% van nominale stroom is overschreden
6. Specifieke temperatuur koellichaam overschreden (afhankelijk van omvormervermogen)
Wanneer de ventilator is gestart, zal deze minimaal 10 minuten actief zijn.
D1 en D2
E1
E2
Framegrootte
Luchtstroom bij deurventila-
tor/ventilator aan bovenzijde
170 m3/u (100 cfm) 765 m3/u (450 cfm)
3
/u (200 cfm) 1444 m3/u (850 cfm)
340 m
700 m3/u (412 cfm)* 985 m3/u (580 cfm)
3
/u (309 cfm)* 985 m3/u (580 cfm)
525 m
255 m3/u (150 cfm) 765 m3/u (450 cfm)
3
255 m
/u (150 cfm) 1444 m3/u (850 cfm)
Luchtstroom over koellichaam
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
35
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.3.7 Wandmontage – IP21 (NEMA 1) en IP54 (NEMA 12) eenheden
Dit is alleen van toepassing op framegrootte D1 en D2 . Bedenk waar de eenheid moet worden geplaatst.
Houd rekening met de relevante punten bij het selecteren van de uiteindelijke installatieplek:
Vrije ruimte in verband met koeling
Ruimte om de deur te kunnen openen
Kabeldoorgang vanaf de onderzijde
Geef de boorgaten zorgvuldig op de wand aan met behulp van de montagesjabloon en boor de gaten zoals aangegeven. Zorg voor de juiste afstand tot
de vloer en het plafond in verband met koeling. Onder de frequentieomvormer is een vrije ruimte van minimaal 225 mm vereist. Bevestig de onderste
bouten, hijs de frequentieomvormer op en plaats hem op deze bouten. Laat de frequentieomvormer schuin tegen de wand hangen en bevestig de bovenste
bouten. Draai de vier bouten vast om de frequentieomvormer stevig aan de wand te bevestigen.
Afbeelding 3.24: Hijsmethode voor wandbevestiging van omvormer
3.3.8 Pakking/leidingdoorvoer – IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12)
Kabels moeten vanaf de onderzijde door de doorvoerplaat worden gevoerd en worden aangesloten. Verwijder de plaat en bekijk waar de doorvoer voor
de kabelpakkingen of leidingen moet komen. Maak de gaten in het aangegeven gebied op de tekening.
NB!
De doorvoerplaat moet worden bevestigd aan de frequentieomvormer om te voldoen aan de aangegeven beschermingsklasse en om
te zorgen voor voldoende koeling van de eenheid. Als de doorvoerplaat niet is gemonteerd, kan de frequentieomvormer worden uit-
geschakeld (trip) bij alarm 69, Temp. voed.krt
Afbeelding 3.25: Voorbeeld van juiste installatie van de doorvoerplaat.
36
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Framegrootte D1 + D2
3
Framegrootte E1
Kabeldoorvoer gezien vanaf de onderzijde van de frequentieomvormer – 1) Netvoedingszijde 2) Motorzijde
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
37
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Framegrootte F1
Framegrootte F2
Framegrootte F3
Framegrootte F4
F1-F4: kabeldoorvoer gezien vanaf de onderzijde van de frequentieomvormer – 1) Plaats leidingen in de gemarkeerde zones
38
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.26: Montage bodemplaat, framegrootte E1
De bodemplaat van frame E1 kan zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van de behuizing worden gemonteerd, wat zorgt voor enige flexibiliteit
tijdens het installatieproces. Wanneer de plaat aan de buitenzijde wordt gemonteerd, kunnen de kabelpakkingen en kabels namelijk worden bevestigd
voordat de frequentieomvormer om de voet wordt geplaatst.
3.3.9 Installatie IP21-spatscherm (framegrootte D1 en D2 )
Om te voldoen aan beschermingsklasse IP21 moet een afzon-
derlijk spatscherm worden geïnstalleerd op onderstaande wij-
ze:
Verwijder de twee schroeven aan de voorzijde.
Plaats het spatscherm en plaats de schroeven terug.
Draai de schroeven vast met een aanhaalmoment van 5,6 Nm
(50 in.-lb).
Afbeelding 3.27: Installatie spatscherm
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
39
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.4 Opties installeren op locatie
3.4.1 Installatie van kanaalkoelset in Rittal-behuizingen
Deze sectie gaat over het installeren van IP00/Chassis-frequentieomvormers met kanaalkoelsets in Rittal-behuizingen. Behalve de behuizing is ook een
voet/plint met een hoogte van 200 mm nodig.
Afbeelding 3.28: Installatie van IP00 in Rittal TS8-behuizing.
De minimale afmeting van de behuizing is:
Framegrootte D3 en D4: diepte 500 mm en breedte 600 mm.
Framegrootte E2: diepte 600 mm en breedte 800 mm.
De maximale diepte en breedte zijn gebaseerd op het type installatie. Bij gebruik van meerdere frequentieomvormers in één behuizing verdient het
aanbeveling om elke omvormer op een eigen achterwand te monteren en het paneel in het midden te ondersteunen. Deze kanaalsets zijn niet geschikt
voor paneelmontage 'in het frame' (zie Rittal TS8 catalogus voor meer informatie). De kanaalkoelsets die staan vermeld in onderstaande tabel zijn enkel
geschikt voor gebruik met IP00/Chassis-frequentieomvormers in een Rittal TS8-behuizing met IP20/UL/NEMA 1 en IP54/UL/NEMA 12.
In verband met het gewicht van de frequentieomvormer is het belangrijk om de plaat in geval van framegrootte E2 helemaal achter
in de Rittal-behuizing te monteren.
NB!
De Rittal-behuizing moet worden voorzien van een of meer kleine deurventilatoren in verband met warmteverliezen die niet via het
uitlaatkanaal achter in de omvormer worden afgevoerd. De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor D3 en D4 be-
draagt 391 m^3/u (230 cfm). De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor E2 bedraagt 782 m^3/u (460 cfm). Als er
sprake is van extra componenten, warmteverliezen, in de behuizing moet een berekening worden gemaakt om ervoor te zorgen dat
de luchtstroming voldoende is om de binnenkant van de Rittal-behuizing te koelen.
40
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Bestelinformatie
Rittal TS-8-behuizing
1800 mm 176F1824 176F1823 Niet mogelijk
2000 mm 176F1826 176F1825 176F1850
2200 mm 176F0299
Setinhoud
Onderdelen luchtkanaal
Bevestigingsmateriaal
Pakkingmateriaal
Inbegrepen in sets voor framegrootte D3 en D4:
175R5639 – Montagesjablonen en uitsparing aan boven/onderzijde van Rittal-behuizing.
Inbegrepen in set voor framegrootte E2:
175R1036 – Montagesjablonen en uitsparing aan boven/onderzijde van Rittal-behuizing.
Het bevestigingsmateriaal kan zijn:
10 mm M5 moeren voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
T25 Torx-schroeven voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
NB!
Zie de bedieningshandleiding voor de kanaalset, 175R5640, voor meer informatie.
Onderdeelnr. van set voor fra-
megrootte D3
Onderdeelnr. van set voor fra-
megrootte D4
Onderdeelnr. framegrootte E2
3
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
41
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Externe kanalen
Wanneer meer luchtkanalen worden toegevoegd aan de buitenkant van de behuizing moet de drukval in het kanaal worden berekend. Gebruik onder-
staande schema's om de frequentieomvormer te reduceren op basis van de drukval.
Afbeelding 3.29: Reductie framegrootte D t.o.v. drukverandering
Luchtflow omvormer: 765 m3/u (450 cfm)
Afbeelding 3.30: Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering (kleine ventilator), P250T5 en P355T7-P400T7
Luchtflow omvormer: 1105 m3/u (650 cfm)
Afbeelding 3.31: Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering (grote ventilator), P315T5-P400T5 en P500T7-P560T7
Luchtflow omvormer: 1445 m3/u (850 cfm)
42
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.4.2 Buiteninstallatie/NEMA 3R-set voor Rittal-behuizingen
3
Deze sectie beschrijft de installatie van NEMA 3R-sets voor frequentieomvormers met frame D3, D4 of E2. Deze sets zijn ontworpen en getest voor gebruik
van bovenstaande frames in een IP00/Chassis-versie in een Rittal TS8-behuizing met NEMA 3R of NEMA 4. De NEMA-3R-behuizing is een behuizing voor
buitenopstelling die een zekere mate van bescherming tegen regen en ijs biedt. De NEMA-4-behuizing is een behuizing voor buitenopstelling die een
grotere mate van bescherming tegen weer en water uit waterslangen biedt.
De minimale diepte van de behuizing is 500 mm (600 mm voor frame E2) en de set is ontworpen voor een behuizing met een breedte van 600 mm (800
mm voor frame E2). Andere behuizingbreedtes zijn mogelijk, maar hiervoor is extra Rittal-hardware nodig. De maximale diepte en breedte zijn gebaseerd
op het type installatie.
NB!
Het stroomniveau voor omvormers met frame D3 en D4 wordt gereduceerd met 3% bij gebruik van de NEMA 3R-set. Voor omvormers
met frame E2 is geen reductie vereist.
NB!
De Rittal-behuizing moet worden voorzien van een of meer kleine deurventilatoren in verband met warmteverliezen die niet via het
uitlaatkanaal achter in de omvormer worden afgevoerd. De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor D3 en D4 be-
draagt 391 m^3/u (230 cfm). De minimale luchtstroming d.m.v. de deurventilator(en) voor E2 bedraagt 782 m^3/u (460 cfm). Als er
sprake is van extra componenten, warmteverliezen, in de behuizing moet een berekening worden gemaakt om ervoor te zorgen dat
de luchtstroming voldoende is om de binnenkant van de Rittal-behuizing te koelen.
Bestelinformatie
Framegrootte D3: 176F4600
Framegrootte D4: 176F4601
Framegrootte E2: 176F1852
Setinhoud:
Onderdelen luchtkanaal
Bevestigingsmateriaal
16 mm, M5 Torx-schroeven voor afdekking bovenste ventilatierooster
10 mm, M5 voor het bevestigen van de montageplaat van de omvormer aan de behuizing
M10 moeren voor het bevestigen van de omvormer aan de montageplaat
Pakkingmateriaal
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
43
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Koppelvereisten:
1. M5 schroeven/moeren voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
2. M6 schroeven/moeren voor een aanhaalmoment van 3,9 Nm (35 in.-lb)
3. M10 moeren voor een aanhaalmoment van 20 Nm (170 in.-lb)
4. T25 Torx-schroeven voor een aanhaalmoment van 2,3 Nm (20 in.-lb)
NB!
Zie de instructie
3.4.3 Installatie op voet
Deze sectie beschrijft de installatie van een montagevoet voor frequen-
tieomvormers met frame D1 of D2. Dit betreft een voet met een hoogte
van 200 mm waarmee deze frames op de vloer kunnen worden gemon-
teerd. De voorzijde van de voet is voorzien van openingen om de voe-
dingscomponenten te voorzien van verse lucht.
175R5922
voor meer informatie.
De doorvoerplaat van de frequentieomvormer moet worden geïnstalleerd
om de regelcomponenten van de frequentieomvormer te voorzien van
voldoende koellucht met behulp van de deurventilator en om de bescher-
mingsklasse van IP 21/NEMA 1 of IP 54/NEMA 12-behuizingen te hand-
haven.
Afbeelding 3.32: Omvormer op voet
Er is één montagevoet die geschikt is voor frame D1 én D2. Het bestelnummer hiervoor is 176F1827. De montagevoet is standaard voor frame E1.
Benodigd gereedschap:
Dopsleutel met 7-17 mm doppen
T30 Torx-schroevendraaier
Koppel:
M6 – 4,0 Nm
M8 – 9,8 Nm
M10 – 19,6 Nm
Setinhoud:
Onderdelen montagevoet
Bedieningshandleiding
44
Afbeelding 3.33: De omvormer op de voet bevestigen
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Bevestig de voet op de vloer. Boor de bevestigingsgaten op basis van de
getoonde afbeelding:
3
Afbeelding 3.34: Boormal voor bevestigingsgaten in de vloer
Plaats de omvormer op de voet en bevestig hem met de bijgeleverde
bouten op de voet, zoals afgebeeld.
Afbeelding 3.35: De omvormer op de voet bevestigen
NB!
Zie de bedieningshandleiding voor de montagevoetset, 175R5642, voor meer informatie.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
45
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.4.4 Optionele ingangplaat
Deze sectie heeft betrekking op de veldmontage van optionele-ingangsets voor frequentieomvormers met framegrootte D en E.
Probeer niet om RFI-filters van ingangplaten te halen. RFI-filters kunnen beschadigd raken als zij van de ingangplaat worden verwijderd.
NB!
In gevallen waar RFI-filters beschikbaar zijn, zijn twee verschillende typen RFI-filter mogelijk, afhankelijk van de combinatie van de
ingangplaten en de onderlinge verwisselbaarheid van de RFI-filters. In sommige gevallen zijn de veldmontagesets gelijk voor alle
spanningen.
380-480 V
380-500 V
D1 Alle vermogens voor D1 176F8442 176F8450 176F8444 176F8448 176F8446
D2 Alle vermogens voor D2 176F8443 176F8441 176F8445 176F8449 176F8447
E1 FC 102/202: 315 kW
FC 302: 250 kW
FC 102/202: 355-450 kW
FC 302: 315-400 kW
525-690 V Zekeringen Afschakelzekeringen RFI RFI-zekeringen RFI-afschakelze-
D1 FC 102/202: 45-90 kW
FC 302: 37-75 kW
FC 102/202: 110-160 kW
FC 302: 90-132 kW
D2 Alle vermogens voor D2 175L8827 175L8826 175L8825 NA NA
E1 FC 102/202: 450-500 kW
FC 302: 355-400 kW
FC 102/202: 560-630 kW
FC 302: 500-560 kW
Setinhoud
- Complete ingangplaat
- Instructieblad 175R5795
- Modificatielabel
- Sjabloon werkschakelaarhendel (eenheden met werkschakelaar)
Zekeringen Afschakelzekerin-
gen
176F0253 176F0255 176F0257 176F0258 176F0260
176F0254 176F0256 176F0257 176F0259 176F0262
175L8829 175L8828 175L8777 NA NA
175L8442 175L8445 175L8777 NA NA
176F0253 176F0255 NA NA NA
176F0254 176F0258 NA NA NA
RFI RFI-zekeringen RFI-afschakelze-
keringen
keringen
46
Waarschuwingen
- De spanning op de frequentieomvormer is gevaarlijk wanneer de eenheid op de lijnspanning is aangesloten. Probeer de
eenheid niet uit elkaar te halen wanneer er spanning op staat.
- Op elektrische onderdelen van de frequentieomvormer kunnen gevaarlijke spanningen blijven staan, ook nadat de netvoeding
is afgeschakeld. Wacht na het afschakelen van de netvoeding de minimale tijd die op het label van de omvormer staat vermeld,
voordat u interne componenten aanraakt om er zeker van te zijn dat de condensatoren volledig ontladen zijn.
- De ingangplaten bevatten metalen delen met scherpe randen. Draag handschoenen bij het verwijderen en plaatsen van de
platen.
- Ingangplaten voor frame E zijn zwaar (20-35 kg afhankelijk van de configuratie). Het wordt aanbevolen om de werkschakelaar
van de ingangplaat te verwijderen om de installatie gemakkelijker te maken en hem opnieuw te monteren nadat de ingang-
plaat op de frequentievormer is geïnstalleerd.
NB!
Zie instructieblad 175R5795 voor meer informatie.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.4.5 Installatie van afscherming netvoeding voor frequentieomvormers
Deze sectie beschrijft de installatie van de afscherming van de netvoeding voor frequentieomvormers met framegrootte D1, D2 en E1. Installatie is niet
mogelijk voor de IP 00/Chassis-versies omdat deze standaard zijn uitgerust met een metalen afdekking. Deze afschermingen voldoen aan de VBG-4-
eisen.
Bestelnummers:
Frame D1 en D2: 176F0799
Frame E1: 176F1851
Koppelvereisten
M6 – 4,0 Nm
M8 – 9,8 Nm
M10 – 19,6 Nm
NB!
Zie instructieblad
175R5923
voor meer informatie.
3
3.5 Paneelopties voor framegrootte F
3.5.1 Paneelopties voor framegrootte
Verwarmingstoestellen en thermostaat
In de kast van frequentieomvormers met framegrootte F bevinden zich verwarmingstoestellen met automatische thermostaat die de vochtigheid in de
behuizing tegengaan, en zo de levensduur van de omvormercomponenten in een vochtige omgeving verlengen.
Kastverlichting met stopcontact
Verlichting in de kast van frequentieomvormers met framegrootte F biedt beter zicht tijdens service en onderhoud. De behuizing van de verlichting is
tevens voorzien van een stopcontact voor een tijdelijke stroomvoorziening voor gereedschap of andere apparatuur, leverbaar voor twee spanningen:
230 V, 50 Hz, 2,5 A, CE/ENEC
120 V, 60 Hz, 5 A, UL/cUL
Setup transformatoraftakking
Als kastverlichting & stopcontact en/of verwarmingstoestellen & thermostaat zijn geïnstalleerd, moet transformator T1 worden afgetakt om voor de juiste
ingangsspanning te zorgen. Een 380-480/500 V380-480 V-frequentieomvormer zal aanvankelijk worden aangesloten op de 525 V-aftakking, terwijl een
525-690 V-frequentieomvormer wordt aangesloten op de 690 V-aftakking, om ervoor te zorgen dat er geen overspanning kan optreden bij aanvullende
apparatuur wanneer de aftakking niet wordt gewijzigd voordat de spanning wordt ingeschakeld. Zie onderstaande tabel voor het maken van de juiste
aftakking bij klem T1 in de gelijkrichterkast. Zie de afbeelding van de gelijkrichter in de sectie
Bereik ingangsspanning Te selecteren aftakking
380-440 V 400 V
441-490 V 460 V
491-550 V 525 V
551-625 V 575 V
626-660 V 660 V
661-690 V 690 V
Voedingsaansluitingen
voor de juiste locatie in de omvormer.
NAMUR-klemmen
NAMUR is een internationale organisatie van gebruikers van automatiseringstechniek in de procesindustrie, en met name de chemische en farmaceutische
industrie in Duitsland. Het selecteren van deze optie maakt het mogelijk om de klemmen in te delen en te markeren volgens de specificaties van de
NAMUR-standaard voor de in- en uitgangsklemmen van omvormers. Hiervoor is een MCB 112 PTC-thermistorkaart en een MCB 113 uitgebreide relaiskaart
nodig.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
47
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Reststroomapparaat (RCD)
Gebruik de kernbalansmethode om aardsluitstromen te bewaken in geaarde systemen en geaarde systemen met een hoge weerstand (TN- en TT-
systemen in IEC-terminologie). Er is een waarschuwingssetpoint (50% van alarmsetpoint) en een alarmsetpoint. Bij elk setpoint hoort een SPDT-
alarmrelais voor extern gebruik. Hiervoor is een extern 'venstertype' stroomtransformator nodig (te leveren en te installeren door de klant).
Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer
IEC 60755 Type B apparaatbewaking AC, pulserende DC-, en zuivere DC-aardsluitstromen
Niveau-indicatie van aardsluitstroom door middel van LED-balkje (10-100% van het setpoint)
•Foutgeheugen
TEST/RESET-knop
Isolatieweerstandsmonitor (IRM)
Bewaakt de isolatieweerstand in ongeaarde systemen (IT-systemen in IEC-terminologie) tussen de systeemfasegeleiders en aarde. Er is een ohms waar-
schuwingssetpoint en een alarmsetpoint voor het isolatieniveau. Bij elk setpoint hoort een SPDT-alarmrelais voor extern gebruik. NB Op elke ongeaarde
(IT-) systeem kan slechts één isolatieweerstandsbewakingsapparaat worden aangesloten.
Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer
LCD-display voor de ohmse waarde van de isolatieweerstand
•Foutgeheugen
INFO-, TEST-, en RESET-knoppen
IEC noodstop met Pilz veiligheidsrelais
Bevat onder meer een redundante 4-draads noodstopdrukknop, die is gemonteerd aan de voorzijde van de behuizing, en een Pilz relais dat de knop, en
daarmee ook het veiligestopcircuit van de omvormer en de netschakelaar in de optiekast, bewaakt.
Handmatige motorstarters
Zorg voor driefasenspanning voor elektrische ventilatoren die vaak vereist zijn voor grotere motoren. De spanning voor de starters wordt geleverd via
de belastingzijde van een aanwezige contactgever, stroomonderbreker of werkschakelaar. De spanning is beveiligd met een zekering vóór elke motor-
starter, en is uitgeschakeld wanneer de spanning naar de omvormer is uitgeschakeld. Maximaal twee starters zijn toegestaan (slechts één als een op 30
A afgezekerd circuit is besteld). Geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer.
De eenheid biedt de volgende functies:
Bedieningsschakelaar (aan/uit)
Kortsluit- en overbelastingsbeveiliging met testfunctie
Handmatige resetfunctie
Op 30 A afgezekerde voedingsklemmen
Driefasenspanning die overeenkomt met de inkomende netspanning voor het aansluiten van ondersteunende apparatuur van de klant
Niet beschikbaar wanneer twee handmatige motorstarters zijn geselecteerd
Klemmen zijn uitgeschakeld wanneer de ingangsspanning naar de omvormer is uitgeschakeld
Spanning voor de klemmen met zekering wordt geleverd via de belastingzijde van een aanwezige contactgever, stroomonderbreker of werk-
schakelaar.
24 V DC voeding
5 A, 120 W, 24 V DC
Beveiligd tegen overstroom aan de uitgang, overbelasting, kortsluiting en overtemperatuur
Voor het leveren van spanning voor ondersteunenden apparatuur van de klant, zoals PCL I/O, contactgevers, temperatuurvoelers, indicatie-
lampjes en/of andere elektronische hardware.
Diagnostiek door middel van onder meer een droog DC OK-contact, een groen DC OK-indicatielampje en een rood overbelasting-indicatielampje
Externe temperatuurbewaking
Bedoeld voor het bewaken van de temperatuur van externe systeemcomponenten, zoals de motorwikkelingen en/of lagers. Inclusief acht universele
ingangsmodules plus twee specifieke thermistoringangsmodules. Alle tien modules zijn geïntegreerd in het veiligestopcircuit van de omvormer en kunnen
worden bewaakt via een veldbusnetwerk (hiervoor is het nodig om een afzonderlijke module/buskoppeling aan te schaffen).
48
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Universele ingangen (8)
Signaaltypen:
RTD-ingangen (inclusief Pt100), 3-draads of 4-draads
Thermokoppel
Analoge stroom of analoge spanning
Extra functies:
Eén universele uitgang, te configureren voor analoge spanning of analoge stroom
•Twee uitgangsrelais (NO)
Dubbellijns LC-display en LED-diagnostiek
Detectie van gebroken sensordraden, kortsluiting en onjuiste polariteit
Interfacesetup-software
Specifieke thermistoringangen (2)
Kenmerken:
Elke module kan maximaal zes thermistors in serie bewaken
Foutdiagnostiek voor draadbreuk of kortsluiting van de sensordraden
•ATEX/UL/CSA-certificering
Indien nodig kan in een derde thermistoruitgang worden voorzien door middel van de PTC-thermistoroptiekaart, MCB 112.
3
3.6 Elektrische installatie
3.6.1 Voedingsaansluitingen
Bekabeling en zekeringen
NB!
Kabels algemeen
Alle kabels moeten voldoen aan de nationale en lokale voorschriften ten aanzien van kabeldoorsneden en omgevingstemperatuur.
Koperen (75 °C) geleiders worden aanbevolen.
De voedingskabels moeten worden aangesloten zoals in onderstaand schema is aangegeven. De dwarsdoorsnede van de kabels moet worden gekozen
in overeenstemming met de nominale stroom en lokale voorschriften. Zie de sectie
Voor bescherming van de frequentieomvormer moeten de aanbevolen zekeringen worden gebruikt, tenzij de eenheid is uitgerust met ingebouwde ze-
keringen. De aanbevolen zekeringen zijn te vinden in de tabellen in de sectie
overeenstemming met lokale voorschriften.
De netvoeding is aangesloten op de netschakelaar als deze aanwezig is.
Specificaties
Zekeringen
voor meer informatie.
. Zorg er altijd voor dat de juiste zekeringen worden gebruikt in
NB!
De motorkabel moet zijn afgeschermd/gewapend. Bij gebruik van niet-afgeschermde/niet-gewapende motorkabels wordt niet voldaan
aan bepaalde EMC-vereisten. Gebruik een afgeschermde/gewapende motorkabel om te voldoen aan de EMC-emissienormen. Zie
specificaties
in de
Design Guide
voor meer informatie.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
EMC-
49
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3
Zie de sectie
Kabelafscherming
Vermijd montage met een afscherming met gedraaide uiteinden (pigtails). Dit kan het afschermende effect bij hoge frequenties verstoren. Als het nood-
zakelijk is de afscherming te onderbreken om een motorisolator of motorrelais te installeren, moet de afscherming worden voortgezet met de laagst
mogelijke HF-impedantie.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de ontkoppelingsplaat van de frequentieomvormer en de metalen behuizing van de motor.
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem). Dit kan worden gedaan met behulp van de bijgeleverde
installatiemiddelen in de frequentieomvormer.
Kabellengte en dwarsdoorsnede:
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde kabellengte conform de EMC-normen. Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferentie en
lekstroom te beperken.
Schakelfrequentie:
als frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te beperken, moet de schakelfrequentie
worden ingesteld in overeenstemming met de instructies in Par. 14-01
1) Aardverbinding (Protective Earth)
Algemene specificaties
Klemnr.
U1 V1 W1
U1 V1 W1
96 97 98 99
U V W
W2 U2 V2 6 draden uit motor
voor de juiste dwarsdoorsnede en lengte van de motorkabel.
Schakelfrequentie
1)
Motorspanning 0-100% van netspanning.
PE
1)
PE
1)
PE
3 draden uit motor
Driehoekschakeling
Sterschakeling U2, V2, W2
U2, V2 en W2 moeten afzonderlijk onderling worden verbonden.
.
NB!
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere
versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met
voedingsspanning (zoals een frequentieomvormer)
moet een sinusfilter worden aangebracht op de uit-
gang van de frequentieomvormer.
50
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.36: Compact IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12), framegrootte D1
Afbeelding 3.37: Compact IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12) met werkschakelaar, zekering en RFI-filter, framegrootte D2
1) AUX relais 5) Rem
01 02 03 -R +R
04 05 06 81 82
2) Temperatuurschakelaar 6) SMPS-zekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
106 104 105 7) AUX ventilator
3) Lijn 100 101 102 103
R S T L1 L2 L1 L2
91 92 93 8) Ventilatorzekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
L1 L2 L3 9) Aarde netvoeding
4) Loadsharing 10) Motor
-DC +DC U V W
88 89 96 97 98
T1 T2 T3
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
51
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.38: Compact IP 00 (Chassis), framegrootte D3
Afbeelding 3.39: Compact IP 00 (Chassis) met werkschakelaar, zekering en RFI-filter, framegrootte D4
1) AUX relais 5) Rem
01 02 03 -R +R
04 05 06 81 82
2) Temperatuurschakelaar 6) SMPS-zekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
106 104 105 7) AUX ventilator
3) Lijn 100 101 102 103
R S T L1 L2 L1 L2
91 92 93 8) Ventilatorzekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
L1 L2 L3 9) Aarde netvoeding
4) Loadsharing 10) Motor
-DC +DC U V W
88 89 96 97 98
T1 T2 T3
52
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.40: Positie van aardklemmen IP 00, frame-
grootte D
Afbeelding 3.41: Positie van aardklemmen IP 21 (NEMA type
1) en IP 54 (NEMA type 12)
NB!
D2 en D4 worden getoond als voorbeelden. D1 en D3 zijn vergelijkbaar.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
53
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.42: Compact IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12), framegrootte E1
Afbeelding 3.43: Compact IP 00 (Chassis) met werkschakelaar, zekering en RFI-filter, framegrootte E2
1) AUX relais 5) Loadsharing
01 02 03 -DC +DC
04 05 06 88 89
2) Temperatuurschakelaar 6) SMPS-zekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
106 104 105 7) Ventilatorzekering (zie zekeringtabellen voor onderdeelnummer)
3) Lijn 8) AUX ventilator
R S T 100 101 102 103
91 92 93 L1 L2 L1 L2
L1 L2 L3 9) Aarde netvoeding
4) Rem 10) Motor
-R +R U V W
81 82 96 97 98
T1 T2 T3
54
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.44: Positie van aardklemmen IP 00, ,framegrootte E
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
55
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.45: Gelijkrichterkast, framegrootte F1, F2, F3 en F4
1) 24 V DC, 5 A 5) Loadsharing
T1 aftakkingen uitgang -DC +DC
Temperatuurschakelaar 88 89
106 104 105 6) Zekeringen stuurtransformator (2 of 4 stuks). Zie zekeringtabellen voor onderdeelnum-
mers.
2) Handmatige motorstarters 7) SMPS-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
3) 30 A voedingsklemmen met zekering 8) Zekeringen handmatige motorregelaar (3 of 6 stuks). Zie zekeringtabellen voor onder-
deelnummers.
4) Lijn 9) Lijnzekeringen, framegrootte F1 en F2 (3 stuks). Zie zekeringtabellen voor onderdeel-
nummers.
R S T 10) 30 A afgezekerde voedingszekeringen
L1 L2 L3
56
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.46: Inverterkast, framegrootte F1 en F3
1) Externe temperatuurbewaking 6) Motor
2) AUX relais U V W
01 02 03 96 97 98
04 05 06 T1 T2 T3
3) NAMUR 7) NAMUR-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
4) AUX ventilator 8) Ventilatorzekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
100 101 102 103 9) SMPS-zekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
L1 L2 L1 L2
5) Rem
-R +R
81 82
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
57
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Afbeelding 3.47: Inverterkast, framegrootte F2 en F4
1) Externe temperatuurbewaking 6) Motor
2) AUX relais U V W
01 02 03 96 97 98
04 05 06 T1 T2 T3
3) NAMUR 7) NAMUR-zekering. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
4) AUX ventilator 8) Ventilatorzekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
100 101 102 103 9) SMPS-zekeringen. Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
L1 L2 L1 L2
5) Rem
-R +R
81 82
58
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3
Afbeelding 3.48: Optiekast, framegrootte F3 en F4
1) Pilz relaisklem 4) Veiligheidsrelaisspoelzekering met Pilz relais
2) RCD of IRM-klem Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
3) Net 5) Lijnzekeringen, framegrootte F3 en F4 (3 stuks)
R S T Zie zekeringtabellen voor onderdeelnummers.
91 92 93 6) Contactgeverrelaisspoel (230 V AC). NC en NO Aux-contacten
L1 L2 L3 7) Shuntstuurklemmen voor stroomonderbreker (230 V AC of 230 V DC)
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
59
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.6.2 Aarding
Om elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te realiseren, dienen onderstaande basisprincipes in acht te worden genomen bij het
installeren van een frequentieomvormer.
Veiligheidsaarding: denk eraan dat de frequentieomvormer een hoge lekstroom heeft en om veiligheidsredenen op degelijke wijze geaard moet
worden. Volg de lokale veiligheidsvoorschriften op.
Hoogspanningsaarding: houd de verbindingskabels zo kort mogelijk.
Sluit de verschillende aardingssystemen aan met de laagst mogelijke geleiderweerstand. De laagste geleiderweerstand wordt verkregen door de geleider
zo kort mogelijk te houden en een zo groot mogelijk oppervlak te gebruiken.
De metalen kasten van de verschillende systemen zijn gemonteerd op de achterplaat van de kast met de laagste mogelijke impedantie. Hiermee worden
verschillende HF-spanningen op de afzonderlijke systemen vermeden en wordt het risico van interferentie in de verbindingskabels tussen de systemen
voorkomen. Zo wordt interferentie geminimaliseerd.
Voor een zo laag mogelijke HF-impedantie moeten de bevestigingsbouten van het systeem als HF-aansluitpunt op de achterplaat worden gebruikt.
Verwijder eventuele isolerende verf of soortgelijk materiaal van de bevestigingspunten.
3.6.3 Extra beveiliging (RCD)
Als extra beveiliging kunnen aardlekschakelaars of (meervoudige) aarding worden toegepast, op voorwaarde dat de installatie voldoet aan de lokale
veiligheidsvoorschriften.
Een aardingsfout kan in de ontladingsstroom een gelijkstroomcomponent veroorzaken.
Bij gebruik van aardlekschakelaars moeten deze voldoen aan de lokale voorschriften. De relais dienen geschikt te zijn om 3-fasen apparatuur met een
bruggelijkrichter en een korte ontladingsstroom bij het inschakelen te beschermen.
Speciale omstandigheden
Zie ook
in de Design Guide.
3.6.4 RFI-schakelaar
Netvoeding geïsoleerd van aarde
Als de frequentieomvormer stroom ontvangt via een geïsoleerde netbron ( IT-net, driehoekschakeling (zwevend of één zijde geaard)) of TT/TN-S met
RFI-filter
één zijde geaard, wordt aanbevolen de RFI-schakelaar uit te schakelen (Uit)1) via Par. 14-50
EM C- pre stati es n odig z ijn, p ara llell e moto ren zijn a ang eslot en o f d e motork abe l l ang er is d an 25 m , wo rd t aa nbevo len om Par . 1 4-50
op Aan.
1)
Niet beschikbaar voor 525-600/690 V-frequentieomvormers.
In UIT worden de interne RFI-capaciteiten (filtercondensatoren) tussen het chassis en de tussenkring uitgeschakeld om beschadiging van de tussenkring
te voorkomen en de aardcapaciteitsstromen te reduceren (volgens IEC 61800-3.
Zie ook de toepassingsnotitie
kan worden gebruikt (IEC 61557-8).
VLT on IT mains, MN.90.CX.02
Het is belangrijk om isolatiebewaking toe te passen die samen met vermogenselektronica
. Zie IEC 364-3 voor meer informatie. Als optimale
RFI-filter
in te stellen
60
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.6.5 Koppel
Bij het vastdraaien van elektrische aansluitingen is het heel belangrijk om
dit te doen met het juiste aanhaalmoment. Een te laag of te hoog aan-
haalmoment zal resulteren in een slechte elektrische aansluiting. Gebruik
een momentsleutel om te zorgen voor het juiste koppel.
3
Afbeelding 3.49: Gebruik altijd een momentsleutel om de
bouten vast te draaien.
Framegrootte Klem Koppel Boutmaat
D1, D2, D3 en D4 Net
Motor
Loadsharing
Rem
E1 en E2 Net
Motor
Loadsharing
Rem 9,5 Nm M8
F1, F2, F3 en F4 Net
Motor
Loadsharing
Rem
Regen
19 Nm M10
9,5 Nm M8
19 Nm M10
19 Nm M10
19 Nm
9,5 Nm
19 Nm
M10
M8
M10
Tabel 3.3: Aanhaalmoment voor klemmen
3.6.6 Afgeschermde kabels
Het is belangrijk dat afgeschermde en gewapende kabels op de juiste wijze zijn aangesloten om te zorgen voor een hoge EMC-immuniteit en een lage
emissie.
De aansluitingen kunnen worden gemaakt met behulp van kabelpakkingen of -klemmen:
EMC-kabelpakkingen: standaard verkrijgbare kabelpakkingen kunnen worden gebruikt voor een optimale EMC-aansluiting.
EMC-kabelklemmen: de frequentieomvormer wordt geleverd inclusief kabelklemmen om een eenvoudige aansluiting mogelijk te maken.
3.6.7 Motorkabel
De motor moet worden aangesloten op de klemmen U/T1/96, V/T2/97 en W/T3/98. Aarde op klem 99. Alle typen driefasen asynchrone standaardmotoren
kunnen door een frequentieomvormer worden aangestuurd. De fabrieksinstelling zorgt voor kloksgewijze draaiing als de uitgang van de frequentieom-
vormer als volgt is aangesloten:
Klemnr.
96, 97, 98, 99 Netvoeding U/T1, V/T2, W/T3
Functie
Aarde
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
61
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
• Klem U/T1/96 aangesloten op U-fase
• Klem V/T2/97 aangesloten op V-fase
• Klem W/T3/98 aangesloten op W-fase
De draairichting kan worden gewijzigd door de twee fasen van de motorkabel te verwisselen of door de instelling in Par. 4-10
wijzigen.
De draairichting van de motor kan gecontroleerd worden via Par. 1-28
weergegeven.
Eisen voor Framegrootte F
Vereisten voor F1/F3: gebruik altijd 2, 4, 6 of 8 (een veelvoud van 2; 1 kabel niet toegestaan) motorfasekabels om te zorgen voor een identiek aantal
aangesloten draden aan beide klemmen van de invertermodule. De kabels tussen de klemmen van de invertermodule en het eerste gemeenschappelijke
punt van een fase moeten even lang zijn met een tolerantie van 10%. De motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke punt.
Vereisten voor F2/F4: gebruik altijd 3, 6, 9 of 12 (een veelvoud van 3; 2 kabels niet toegestaan) motorfasekabels om te zorgen voor een identiek
aantal aangesloten draden aan elke klem van de invertermodule. De kabels tussen de klemmen van de invertermodule en het eerste gemeenschappelijke
punt van een fase moeten even lang zijn met een tolerantie van 10%. De motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke punt.
Vereisten voor aansluitdoos uitgangen: de lengte (minimaal 2,5 m) en het aantal kabels vanaf elke invertermodule naar de gemeenschappelijke
klem in de aansluitdoos moet gelijk zijn.
NB!
Als voor een gemodificeerde toepassing een ongelijk aantal draden per fase vereist is, dient u contact op te nemen met de fabriek over
de vereisten.
Controle draair. motor
en het volgen van de stappen die op het display worden
Draairichting motor
te
3.6.8 Bekabeling remweerstandOmvormers met in de fabriek geïnstalleerde remchopperop­tie
(alleen standaard als de letter B aanwezig is op positie 18 van de typecode).
De aansluitkabel naar de remweerstand moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel bedraagt 25
meter (82 foot).
Klemnr.
81, 82 Remweerstandklemmen
De aansluitkabel naar de remweerstand moet afgeschermd zijn. Sluit de afscherming met behulp van kabelklemmen aan op de geleidende achterwand
van de frequentieomvormer en op de metalen kast van de remweerstand.
Pas de doorsnede van de remweerstandbekabeling aan het remkoppel aan. Zie de reminstructies MI.90.Fx.yy en MI.50.Sx.yy voor meer informatie over
een veilige installatie.
62
Functie
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 1099 V DC op de klemmen kunnen komen te staan, afhankelijk van de voedingsspanning.
Eisen voor framegrootte F
De remweerstand(en) moet(en) worden aangesloten op de remklemmen in alle invertermodules.
3.6.9 Temperatuurschakelaar remweerstand
Koppel: 0,5-0,6 Nm (5 in.-lb)
Schroefmaat: M3
Deze ingang kan worden gebruikt om de temperatuur van een extern aangesloten remweerstand te bewaken. Als de ingang tussen 104 en 106 is
gerealiseerd, zal de frequentieomvormer uitschakelen (trip) en waarschuwing/alarm 27 Rem IGBT genereren. Als de verbinding tussen 104 en 105
gesloten is, zal de frequentieomvormer uitschakelen (trip) en waarschuwing/alarm 27 Rem IGBT genereren.
Verbreekcontact (NC): 104-106 (in de fabriek geïnstalleerde jumper)
Maakcontact (NO): 104-105
3
Klemnr.
106, 104, 105 Temperatuurschakelaar remweerstand.
Als de temperatuur van de remweerstand te hoog
wordt en de thermische schakelaar uitvalt, zal de fre-
quentieomvormer stoppen met remmen. De motor zal
gaan vrijlopen.
Er moet een KLIXON-schakelaar (verbreekcontact)
worden geïnstalleerd. Als deze functie niet wordt ge-
bruikt, moeten 106 en 104 samen kortgesloten wor-
den.
Functie
3.6.10 Loadsharing
Klemnr. Functie
88, 89 Loadsharing
De aansluitkabel moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel bedraagt 25 meter (82 foot).
Loadsharing maakt de verbinding van DC-tussenkringen van verschillende frequentieomvormers mogelijk.
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 1099 V DC op de klemmen kunnen komen te staan.
Voor loadsharing is extra apparatuur nodig en moeten veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Zie de instructie MI.50.Nx.yy voor
meer informatie over loadsharing.
Houd er rekening mee dat de werkschakelaar de frequentieomvormer niet mag isoleren vanwege de DC-tussenkringaansluiting.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
63
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.6.11 Afscherming tegen elektrische ruis
Voor de beste EMC-prestaties dient u de metalen EMC-afdekking te monteren voordat u de netvoedingskabel bevestigd.
NB De metalen EMC-afdekking wordt alleen geleverd bij eenheden met een RFI-filter.
Afbeelding 3.50: Montage van EMC-afscherming
3.6.12 Aansluiting netvoeding
De netvoeding moet worden aangesloten op de klemmen 91, 92 en 93. Aarde moet worden verbonden met de klem rechts van klem 93.
Klemnr.
91, 92, 93
94
Controleer het motortypeplaatje om u ervan te verzekeren dat de netspanning van de frequentieomvormer overeenkomt met de net-
voeding van uw installatie.
Zorg ervoor dat de voeding de juiste stroom kan leveren aan de frequentieomvormer.
Als de eenheid niet is uitgerust met ingebouwde zekeringen dient u ervoor te zorgen dat de relevante zekeringen de juiste stroomwaarde hebben.
Functie
Netvoeding R/L1, S/L2, T/L3
Aarde
3.6.13 Externe ventilatorvoeding
Er kan gebruik worden gemaakt van een externe voeding in gevallen waarbij de DC-voeding wordt gebruikt voor de frequentieomvormer of wanneer de
ventilator onafhankelijk van de voeding moet kunnen werken. De externe voeding wordt aangesloten op de voedingskaart.
Klemnr.
100, 101
102, 103
De connector op de voedingskaart is bedoeld voor de aansluiting van lijnspanning voor de koelventilatoren. De ventilatoren worden vanaf de fabriek
geleverd met een aansluiting voor voeding vanaf een gemeenschappelijke AC-lijn (jumpers tussen 100-102 en 101-103). Als een externe voeding nodig
is, moeten de jumpers worden verwijderd en moet de voeding worden aangesloten tussen klem 100 en 101. Als beveiliging moet een zekering van 5 A
worden gebruikt. In UL-toepassingen moet een zekering van het type Littelfuse KLK-5 of vergelijkbaar worden gebruikt.
64
Functie
Extra voeding S, T
Interne voeding S, T
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.6.14 Zekeringen
Aftakcircuitbeveiliging
Om de installatie tegen elektrische gevaren en brand te beveiligen, moeten alle aftakcircuits in een installatie en in schakelaars, machines, enz. zijn
voorzien van een beveiliging tegen kortsluiting en overstroom volgens de nationale/internationale voorschriften.
Kortsluitbeveiliging:
De frequentieomvormer moet worden beveiligd tegen kortsluiting om elektrische gevaren of brand te voorkomen. Danfoss raadt het gebruik van onder-
staande zekeringen aan om onderhoudspersoneel en apparatuur te beschermen in geval van een interne storing in de omvormer. De frequentieomvormer
biedt een algehele beveiliging tegen kortsluiting in de motoruitgang.
Overstroombeveiliging
Zorg voor een overbelastingsbeveiliging om brand door oververhitting van de kabels in de installatie te voorkomen. De frequentieomvormer is voorzien
van een interne overstroombeveiliging die kan worden gebruikt voor bovenstroomse overbelastingsbeveiliging (met uitzondering van UL-toepassingen).
Zie Par. 4-18
stroombeveiliging moet altijd worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale voorschriften.
Geen voldoening aan UL
Gebruik voor toepassingen zonder UL/cUL bij voorkeur de volgende zekeringen om te voldoen aan EN 50178:
Andere typen kunnen in geval van storing onnodige schade aan de frequentieomvormer veroorzaken.
P110 – P250 380 – 480 V type gG
P315-P450 380 – 480 V type gR
Stroombegr.
. Bovendien kunnen zekeringen of stroomonderbrekers worden toegepast als overstroombeveiliging in de installatie. Over-
3
380-480 V, framegrootte D, E en F
Onderstaande zekeringen zijn geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 Arms (symmetrisch) en 240 V, 480 V, 500 V of 600 V kan leveren,
afhankelijk van de nominale spanning van de omvormer. Met de juiste zekeringen bedraagt de nominale kortsluitstroom (SCCR – Short Circuit Current
Rating) 100.000 Arms.
Maat/
type
P110 FWH-
P132 FWH-
P160 FWH-
P200 FWH-
P250 FWH-
Tabel 3.4: Framegrootte D, lijnzekeringen, 380-480 V
Maat/type
P315 170M4017 700 A, 700 V 6.9URD31D08A0700 20 610 32.700 P355 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900 P400 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900 P450 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900
Tabel 3.5: Framegrootte E, lijnzekeringen, 380-480 V
Bussmann
E1958
JFHR2**
300
350
400
500
600
Bussmann
E4273
T/JDDZ**
JJS­300 JJS­350 JJS­400 JJS­500 JJS­600
Bussmann PN* Klasse Ferraz Shawmut SIBA
SIBA
E180276
JFHR2
2061032.25 L50S-300 A50-P300 NOS-
2061032.315 L50S-350 A50-P350 NOS-
2061032.35 L50S-400 A50-P400 NOS-
2061032.35 L50S-500 A50-P500 NOS-
2061032.40 L50S-600 A50-P600 NOS-
Littelfuse
E71611
JFHR2**
Ferraz
Shawmut
E60314
JFHR2**
Bussmann
E4274
H/JDDZ**
300
350
400
500
600
Bussmann
E125085
JFHR2*
170M3017 170M3018
170M3018 170M3018
170M4012 170M4016
170M4014 170M4016
170M4016 170M4016
Interne
optie
Bussmann
Maat/type
P500 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P560 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P630 170M7082 2000 A, 700 V 20 695 32.2000 170M7082 P710 170M7082 2000 A, 700 V 20 695 32.2000 170M7082 P800 170M7083 2500 A, 700 V 20 695 32.2500 170M7083 P1M0 170M7083 2500 A, 700 V 20 695 32.2500 170M7083
Tabel 3.6: Framegrootte F, lijnzekeringen, 380-480 V
Bussmann PN* Klasse SIBA Interne Bussmann-optie
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
65
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Maat/type Bussmann PN* Klasse SIBA P500 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32.1000 P560 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32.1000 P630 170M6467 1400 A, 700 V 20 681 32.1400 P710 170M6467 1400 A, 700 V 20 681 32.1400 P800 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32.1000 P1M0 170M6467 1400 A, 700 V 20 681 32.1400
Tabel 3.7: Framegrootte F, zekeringen DC-tussenkring invertermodule, 380-480 V
3
* De aangegeven 170M-zekeringen van Bussmann maken gebruik van de visuele indicatie -/80; voor extern gebruik mogen deze zekeringen worden
vervangen door vergelijkbare zekeringen met indicatoren van het type -TN/80 Type T, -/110 of TN/110 Type T.
** Elk vermelde type UL-zekering vanaf 500 V met bijbehorend stroomniveau mag worden gebruikt om te voldoen aan de UL-vereisten.
525-690 V, framegrootte D, E en F
Bussmann
Maat/type
P45K 170M3013 125 2061032.125 6.6URD30D08A0125 170M3015 P55K 170M3014 160 2061032.16 6.6URD30D08A0160 170M3015 P75K 170M3015 200 2061032.2 6.6URD30D08A0200 170M3015 P90K 170M3015 200 2061032.2 6.6URD30D08A0200 170M3015 P110 170M3016 250 2061032.25 6.6URD30D08A0250 170M3018 P132 170M3017 315 2061032.315 6.6URD30D08A0315 170M3018 P160 170M3018 350 2061032.35 6.6URD30D08A0350 170M3018 P200 170M4011 350 2061032.35 6.6URD30D08A0350 170M5011 P250 170M4012 400 2061032.4 6.6URD30D08A0400 170M5011 P315 170M4014 500 2061032.5 6.6URD30D08A0500 170M5011 P400 170M5011 550 2062032.55 6.6URD32D08A550 170M5011
Tabel 3.8: Framegrootte D, 525-690 V
Maat/type
P450 170M4017 700 A, 700 V 6.9URD31D08A0700 20 610 32.700 P500 170M4017 700 A, 700 V 6.9URD31D08A0700 20 610 32.700 P560 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900 P630 170M6013 900 A, 700 V 6.9URD33D08A0900 20 630 32.900
Tabel 3.9: Framegrootte E, 525-690 V
Maat/type
P710 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P800 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P900 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P1M0 170M7081 1600 A, 700 V 20 695 32.1600 170M7082 P1M2 170M7082 2000 A, 700 V 20 695 32.2000 170M7082
E125085
JFHR2
Bussmann PN* Klasse Ferraz Shawmut SIBA
Bussmann PN* Klasse SIBA Interne Bussmann-optie
A
SIBA
E180276
JFHR2
Ferraz Shawmut
E76491
JFHR2
Interne
optie
Bussmann
Tabel 3.10: Framegrootte F, lijnzekeringen, 525-690 V
Maat/type
P710 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32. 1000 P800 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32. 1000 P900 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32. 1000 P1M0 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32. 1000 P1M2 170M8611 1100 A, 1000 V 20 781 32. 1000
Tabel 3.11: Framegrootte F, zekeringen DC-koppeling invertermodule, 525-690 V
* De aangegeven 170M-zekeringen van Bussmann maken gebruik van de visuele indicatie -/80; voor extern gebruik mogen deze zekeringen worden
vervangen door vergelijkbare zekeringen met indicatoren van het type -TN/80 Type T, -/110 of TN/110 Type T.
Geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal 100.000 Arms (symmetrisch) en 500/600/690 V kan leveren indien beveiligd door middel van boven-
staande zekeringen.
Bussmann PN* Klasse SIBA
Extra zekeringen
Framegrootte Bussmann PN* Klasse
D, E en F KTK-4 4 A, 600 V
Tabel 3.12: SMPS-zekering
66
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Grootte/Type Bussmann PN* Littelfuse Klasse
P110-P315, 380-480 V KTK-4 4 A, 600 V
P45K-P500, 525-690 V KTK-4 4 A, 600 V
P355-P1M0, 380-480 V KLK-15 15 A, 600 V
P560-P1M2, 525-690 V KLK-15 15 A, 600 V
Tabel 3.13: Ventilatorzekeringen
Grootte/Type
P500-P1M0, 380-480 V 2,5-4,0 A LPJ-6 SP of SPI 6 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
P710-P1M2, 525-690 V LPJ-10 SP of SPI 10 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
P500-P1M0, 380-480 V 4,0-6,3 A LPJ-10 SP of SPI 10 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
P710-P1M2, 525-690 V LPJ-15 SP of SPI 15 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
P500-P1M0, 380-480 V 6,3-10 A LPJ-15 SP of SPI 15 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
P710-P1M2, 525-690 V LPJ-20 SP of SPI 20 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
P500-P1M0, 380-480 V 10-16 A LPJ-25 SP of SPI 25 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
P710-P1M2, 525-690 V LPJ-20 SP of SPI 20 A, 600 V Elke vermelde klasse J met
Tabel 3.14: Zekeringen handmatige motorregelaar
Framegrootte
F LPJ-30 SP of SPI 30 A, 600 V Elke vermelde klasse J met dubbel
Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
dubbel element, tijdvertra-
ging, 6 A
dubbel element, tijdvertra-
ging, 10 A
dubbel element, tijdvertra-
ging, 10 A
dubbel element, tijdvertra-
ging, 15 A
dubbel element, tijdvertra-
ging, 15 A
dubbel element, tijdvertra-
ging, 20 A
dubbel element, tijdvertra-
ging, 25 A
dubbel element, tijdvertra-
ging, 20 A
element, tijdvertraging, 30 A
3
Tabel 3.15: Op 30 A afgezekerde voedingsklemmen
Framegrootte
F LPJ-6 SP of SPI 6 A, 600 V Elke vermelde klasse J met dubbel
Tabel 3.16: Zekering stuurtransformator
Framegrootte
F GMC-800MA 800 mA, 250 V
Tabel 3.17: NAMUR-zekering
Framegrootte
F LP-CC-6 6 A, 600 V Elke vermelde klasse CC, 6 A
Tabel 3.18: Veiligheidsrelaisspoelzekering met Pilz relais
Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
element, tijdvertraging, 6 A
Bussmann PN* Klasse
Bussmann PN* Klasse Alternatieve zekeringen
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
67
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.6.15 Werkschakelaars – framegrootte D, E en F
Framegrootte Vermogen & spanning Type
D1/D3 P110-P132 380-480 V & P110-P160 525-690 V ABB OETL-NF200A
D2/D4 P160-P250 380-480 V & P200-P400 525-690 V ABB OETL-NF400A
E1/E2 P315 380-480 V & P450-P630 525-690 V ABB OETL-NF600A
E1/E2 P355-P450 380-480 V ABB OETL-NF800A
F3 P500 380-480 V & P710-P800 525-690 V Merlin Gerin NPJF36000S12AAYP
F3 P560-P710 380-480 V & P900 525-690 V Merlin Gerin NRK36000S20AAYP
F4 P800-P1M0 380-480 V & P1M0-P1M2 525-690 V Merlin Gerin NRK36000S20AAYP
3.6.16 Stroomonderbrekers voor frame F
Framegrootte Vermogen & spanning Type
F3 P500 380-480 V & P710-P800 525-690 V Merlin Gerin NPJF36120U31AABSCYP
F3 P630-P710 380-480 V & P900 525-690 V Merlin Gerin NRJF36200U31AABSCYP
F4 P800 380-480 V & P1M0-P1M2 525-690 V Merlin Gerin NRJF36200U31AABSCYP
F4 P1M0 380-480 V Merlin Gerin NRJF36250U31AABSCYP
3.6.17 Contactgevers netvoeding voor frame F
Framegrootte Vermogen & spanning Type
F3 P500-P560 380-480 V & P710-P900 525-690 V Eaton XTCE650N22A
F3 P630 380-480 V Eaton XTCE820N22A
F3 P710 380-480 V Eaton XTCEC14P22B
F4 P1M0 525-690 V Eaton XTCE820N22A
F4 P800-P1M0 380-480 V & P1M2 525-690 V Eaton XTCEC14P22B
3.6.18 Motorisolatie
Voor motorkabels die korter zijn dan de maximale kabellengte zoals aan-
gegeven in de tabellen in de Algemene specificaties worden de volgende
motorisolatiewaarden aangeraden, omdat de piekspanning twee keer zo
hoog kan worden als de DC-tussenkringspanning of 2,8 keer zo hoog als
de netspanning, vanwege transmissielijneffecten in de motorkabel. Wan-
neer de motor een lagere isolatiewaarde heeft, wordt aangeraden om
gebruik te maken van een dU/dt- of sinusfilter.
Nominale netspanning Motorisolatie
UN 420 V Standaard ULL = 1300 V
420 V < U
500 V < UN 600 V Versterkte ULL = 1800 V
600 V < U
500 V Versterkte ULL = 1600 V
N
690 V Versterkte ULL = 2000 V
N
68
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.6.19 Motorlagerstromen
Alle motoren die worden gebruikt frequentieomvormers met een vermogen van 110 kW of hoger moeten zijn uitgerust met NDE (Non-Drive End) geïso-
leerde lagers om circulerende lagerstromen te voorkomen. Om de DE (Drive End) lager- en asstromen tot een minimum te beperken, is een juiste aarding
van de omvormer, motor, aangedreven machine en motor voor de aangedreven machine vereist.
Standaard beperkingsstrategieën:
1. Gebruik een geïsoleerde lager
2. Hanteer zeer strikte installatieprocedures
- Volg de EMC-installatierichtlijnen strikt op
- Zorg voor een goede hoogfrequentaansluiting tussen de motor en de frequentieomvormer, bijvoorbeeld door middel van een afge-
schermde kabel met een 360°-aansluiting in de motor en de frequentieomvormer.
- Zorg voor een pad met lage impedantie vanaf de frequentieomvormer naar de gebouwaarde en vanaf de motor naar de gebouwaarde.
Dit kan lastig zijn bij pompen.
- Maak een directe aardverbinding tussen de motor en belastingsmachine.
- Versterk de PE zodat de hoogfrequentimpedantie lager is in de PE.
- Zorg ervoor dat de motor en belastingsmotor zijn uitgelijnd.
3. Verlaag de IGBT-schakelfrequentie.
4. Pas de golfvorm van de inverter aan: 60° AVM vs SFAVM.
5. Installeer een aardingssysteem voor de as of gebruik een isolatiekoppeling tussen motor en belasting.
6. Breng een geleidend smeermiddel aan.
7. Vermijd, indien de toepassing dit toelaat, draaien met lage motorsnelheden door gebruik te maken van de minimale snelheidsinstellingen voor
de omvormer.
8. Probeer ervoor te zorgen dat de lijnspanning is gebalanceerd ten opzichte van de aarde. Dit kan lastig zijn bij IT-, TT- en TN-CS-systemen of
systemen met één zijde geaard.
9. Gebruik een dU/dt-filter of sinusfilter.
3
3.6.20 Stuurkabelroute
Bind alle stuurkabels vast aan de speciale stuurkabelroute zoals aange-
geven in de afbeelding. Vergeet niet om de afscherming op de juiste wijze
aan te sluiten om te zorgen voor optimale elektrische immuniteit.
Aansluiting veldbus
Er moeten aansluitingen worden gemaakt naar alle relevante opties op
de stuurkaart. Zie de relevante veldbusinstructies voor meer informatie.
De kabel moet aan de linkerzijde in de frequentieomvormer worden ge-
plaatst en samen met de andere stuurkabels worden vastgezet (zie
afbeelding).
Afbeelding 3.51: Kabelroute voor stuurkabels
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
69
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
In Chassis (IP 00) en NEMA 1 eenheden is het ook mogelijk om de veldbus
vanaf de bovenzijde van de eenheid aan te sluiten zoals aangegeven in
de afbeelding rechts. Bij de NEMA 1 eenheid moet een afdekplaat worden
verwijderd.
Setnummer voor bovenaansluiting veldbus: 176F1742
Afbeelding 3.52: Bovenaansluiting voor veldbus
Installatie externe 24 V DC-voeding
Koppel: 0,5-0,6 Nm
Schroefmaat: M3
Nr.
35 (-), 36 (+) Externe 24 V DC-voeding
De externe 24 V DC-voeding kan worden gebruikt als laagspanningsvoeding voor de stuurkaart en eventuele geïnstalleerde optiekaarten. Hierdoor kan
het LCP (incl. parameterinstellingen) volledig functioneren zonder aansluiting op het net. Wanneer 24 V DC is aangesloten, wordt er een waarschuwing
voor lage spanning gegeven, maar vindt er geen uitschakeling plaats.
Gebruik een 24 V DC-voeding van het type PELV om te zorgen voor een juiste galvanische scheiding (type PELV) op de stuurklemmen
van de frequentieomvormer.
Functie
3.6.21 Toegang tot stuurklemmen
Alle klemmen naar de stuurkabels bevinden zich onder het LCP. Ze kunnen worden bereikt door de deur te openen van de IP21/ 54-versie of de afdek-
kingen te verwijderen van de IP00-versie .
70
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.6.22 Elektrische installatie, stuurklemmen
Om de kabel op de klem aan te sluiten:
1. Verwijder de isolatie over 9-10 mm.
2.
Steek een schroevendraaier
3. Steek de kabel in het naastgelegen ronde gat.
4. Verwijder de schroevendraaier. De kabel is nu gemonteerd in de klem.
Om de kabel van de klem te verwijderen:
1.
Steek een schroevendraaier
2. Trek de kabel los.
1) Max. 0,4 x 2,5 mm
1)
in het vierkante gat.
1)
in het vierkante gat.
3
1.
2.
3.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
71
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.7 Aansluitvoorbeelden
3.7.1 Start/Stop
3
Klem 18 = Par. 5-10
Klem 27 = Par. 5-12
Vrijloop geïnv.
Klem 37 = Veilige stop
Klem 18 digitale ingang
Klem 27 digitale ingang
)
3.7.2 Pulsstart/stop
Klem 18 = Par. 5-10
Klem 27= Par. 5-12
Klem 37 = Veilige stop
Klem 18 digitale ingang
Klem 27 digitale ingang
[8]
Start
[0]
Niet in bedrijf
[9]
Pulsstart
[6]
Stop geïnv.
(Standaard
72
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.7.3 Snelheid omh./omlaag
Klem 29/32 = Snelheid omh./omlaag:
Klem 18 = Par. 5-10
daard)
Klem 27 = Par. 5-12
[19]
Klem 29 = Par. 5-13
Klem 32 = Par. 5-14
klem 29 is alleen beschikbaar in de FC x02 (x = serieaanduiding).
3.7.4 Potentiometerreferentie
Spanningsreferentie via een potentiometer:
Referentiebron 1 = [1]
Klem 53, lage spanning = 0 Volt
Klem 53, hoge spanning = 10 Volt
Klem 53 lage ref./terugkopp. waarde = 0 tpm
Klem 53, hoge ref./terugkopp. waarde = 1500 tpm
Schakelaar S201 = UIT (U)
Klem 18 digitale ingang
Klem 27 digitale ingang
Klem 29 digitale ingang
Klem 32 digitale ingang
Analoge ingang 53
Start [9] (stan-
Ref. vasthouden
Snelh. omhoog [21]
Snelh. omlaag [22]
(standaard)
3
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
73

3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.8 Elektrische installatie – vervolg
3.8.1 Elektrische installatie, Stuurkabels
3
*+0(& 0')22
-&.+&.
5,0
 !
 !  !

 !  ! 
   

 

%









<



<


%




7 887





%!3+4(/2 ,0
('12( -&.
 !
 


 
 
 
 
 
 
 !
%


$% &'()*+!(
<


7(9-& -. 887:(&
%
$%"
$%"
$%"
"  #

$
$
)(/+-0
)(/+-0



"



7%2,)!( 7%-&4
$( ;(()0'+&
+!6
+!6
+!6
&+/2.( ,-'.+&.

$%
2'2)
Afbeelding 3.53: Schema met alle elektrische klemmen zonder opties.
Klem 37 i s d e in gang v oor de Veili ge sto p. Zie de sec tie
Installatie Veilige stop
in de relevante Design Guide voor instructies over de installatie
van de functie Veilige stop. Zie tevens de sectie Veilige stop en Installatie veilige stop.
Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen, in uitzonderlijke gevallen en afhankelijk van de installatie, aardlussen van 50/60 Hz voorkomen
als gevolg van ruis via de netvoedingskabels.
In dat geval kan het nodig zijn om de afscherming te doorbreken of een condensator van 100 nF te plaatsen tussen de afscherming en het chassis.
De digitale en analoge ingangen en uitgangen moeten afzonderlijk worden aangesloten op de gemeenschappelijke ingangen (klem 20, 55, 39) van de
frequentieomvormer om te voorkomen dat aardstroom van deze groepen andere groepen beïnvloedt. Het inschakelen van de digitale ingang kan bij-
voorbeeld het analoge ingangssignaal verstoren.
74
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
Ingangspolariteit van stuurklemmen
3
NB!
Stuurkabels moeten afgeschermd/gewapend zijn.
Sluit de draden aan zoals aangegeven in de Bedieningshandleiding voor de frequentieomvormer. Vergeet niet om de afscherming op de juiste wijze aan
te sluiten om te zorgen voor optimale elektrische immuniteit.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
75
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
3.8.2 Schakelaar S201, S202 en S801
De schakelaars S201 (A53) en S202 (A54) worden gebruikt om een stroom- (0-20 mA) of spanningsconfiguratie (-10 tot 10 V) van respectievelijk analoge
ingangsklem 53 en 54 te selecteren.
Schakelaar S801 (BUS TER.) kan worden gebruikt om de RS 485-poort (klem 68 en 69) af te sluiten.
3
Zie de tekening
Standaardinstelling:
Schema met alle elektrische klemmen
S201 (A53) = uit (spanningsingang)
S202 (A54) = uit (spanningsingang)
S801 (busafsluiting) = uit
Zorg er bij het wijzigen van de functie van S201, S202 of S801 voor dat u hierbij niet te veel kracht gebruikt. Het wordt aanbevolen
om de LCP-bevestiging (frame) te verwijderen wanneer u de schakelaars wilt bedienen. Bedien de schakelaars niet terwijl er spanning
staat op de frequentieomvormer.
in
Elektrische installatie
.
76
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.9 Uiteindelijke setup en test
Volg onderstaande stappen om de setup te testen en te controleren of de frequentieomvormer operationeel is.
Stap 1. Kijk waar het motortypeplaatje zich bevindt.
NB!
De motor kan op twee manieren zijn aangesloten, nl. ster (Y) of driehoek (Δ). Deze informatie vindt u in de gegevens op het typepla-
tje van de motor.
3
Stap 2. Voer de gegevens op het typeplaatje van de meter in deze
parameterlijst in.
Om toegang te krijgen tot deze lijst drukt u eerst op de toets [Quick Me-
nus] en selecteert u vervolgens Q2
Stap 3. Activeer de Automatische aanpassing motorgegevens
(AMA)
Uitvoering van een AMA waarborgt optimale prestaties. De AMA meet de waarden van het schema dat hoort bij het type motor.
1. Sluit klem 37 aan op de klem 12 (als klem 37 beschikbaar is).
2. Sluit klem 27 aan op klem 12 of stel Par. 5-12
3. Activeer de AMA Par. 1-29
4. Selecteer een volledige of een beperkte AMA. Als er een sinusfilter is gemonteerd, dient u enkel een beperkte AMA uit te voeren of het sinusfilter
tijdelijk te verwijderen tijdens de AMA-procedure.
5. Druk op de [OK]-toets. Op het display verschijnt 'Druk op [Hand on] om te starten'.
6. Druk op de [Hand on]-toets. Een balkje geeft de voortgang van de AMA aan.
AMA onderbreken tijdens de procedure
1. Druk op de [Off]-toets – de frequentieomvormer komt in de alarmmodus terecht en op het display wordt aangegeven dat de AMA is beëindigd
door de gebruiker.
Snelle setup
Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
.
Klem 27 digitale ingang
1. Par. 1-20 Par. 1-21
2. Par. 1-22
3. Par. 1-23
4. Par. 1-24
5. Par. 1-25
in op Niet in bedrijf (Par. 5-12
.
Motorverm. [kW] Motorverm. [PK] Motorspanning Motorfrequentie Motorstroom Nom. motorsnelheid
Klem 27 digitale ingang
[0]).
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
77
3
3 Installeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
AMA voltooid
1. Het display toont de melding 'Druk op [OK] om AMA te voltooien'.
2. Druk op de [OK]-toets om de AMA-procedure te verlaten.
AMA mislukt
1. De frequentieomvormer komt terecht in de alarmmodus. In het hoofdstuk
gegeven.
2. 'Rapportwaarde' in de [Alarm log] toont de laatste meting die door de AMA is uitgevoerd voordat de frequentieomvormer in de alarmmodus
terechtkwam. Aan de hand van dit nummer en de beschrijving van het alarm kunt u het probleem oplossen. Vergeet niet om dit nummer en de
alarmbeschrijving te vermelden als u contact opneemt met Danfoss voor assistentie.
NB!
Het mislukken van een AMA wordt vaak veroorzaakt doordat de gegevens van het motortypeplaatje niet goed worden overgenomen
of omdat er een te groot verschil bestaat tussen het motorvermogen en het vermogen van de frequentieomvormer.
Stap 4. Stel de snelheidsbegrenzing en de aan/uitlooptijd in.
Waarschuwingen en alarmen
wordt een beschrijving van het alarm
Par. 3-02 Par. 3-03
Tabel 3.19: Stel de gewenste begrenzingen voor de snelheid en de aan-
en uitlooptijd in.
Par. 4-11
Minimumreferentie Max. referentie
Motorsnelh. lage begr. [RPM]
of Par. 4-12
Mo-
torsnelh. lage begr. [Hz]
Par. 4-13
Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
of Par. 4-14
Mo-
torsnelh. hoge begr. [Hz]
Par. 3-41 Par. 3-42
Ramp 1 aanlooptijd Ramp 1 uitlooptijd
78
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 3 Installeren
3.10 Extra aansluitingen
3.10.1 Mechanische rembesturing
Bij hijs-/dalingtoepassingen moet een elektromechanische rem bediend kunnen worden.
De rem wordt bediend met behulp van een relaisuitgang of een digitale uitgang (klem 27 en 29).
De uitgang moet gesloten blijven (spanningsvrij) gedurende de periode dat de frequentieomvormer de motor niet kan 'ondersteunen', bijvoor-
beeld wanneer de belasting te groot is.
Selecteer
De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom hoger is dan de ingestelde waarde in Par. 2-20
De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager is dan de ingestelde waarde in Par. 2-21
Par. 2-22
Als de frequentieomvormer zich in de alarmmodus of een overspanningssituatie bevindt, wordt de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld.
Mech. rembest.
Snelheid activering rem [Hz]
[32] in par. 5-4* voor toepassingen met een elektromechanische rem.
Stroom bij vrijgave rem
, en alleen als de frequentieomvormer een stopcommando uitvoert.
.
Snelheid remactivering [TPM]
3.10.2 Parallelle aansluiting van motoren
De frequentieomvormer kan een aantal parallel aangesloten motoren be-
sturen. Het totale stroomverbruik van de motoren mag niet groter zijn
dan de nominale uitgangsstroom I
van de frequentieomvormer.
M,N
3
of
NB!
Een installatie waarbij kabels worden aangesloten op
een gezamenlijke verbinding zoals aangegeven in on-
derstaande afbeelding wordt alleen aanbevolen bij ge-
bruik van korte kabels.
NB!
Als motoren parallel zijn aangesloten, kan
Par. 1-29
worden gebruikt.
NB!
In systemen met parallel aangesloten motoren kan het
thermo-elektronische relais (ETR) van de frequentie-
omvormer niet worden gebruikt als motorbeveiliging
voor de afzonderlijke motoren. Daarom zijn er extra
motorbeveiligingen nodig, zoals thermistoren in iedere
motor of aparte thermische relais (stroomonderbre-
kers zijn niet geschikt als beveiliging).
Als de motorvermogens sterk verschillen, kunnen er bij de start en bij lage toerentallen problemen optreden. Dit komt omdat de relatief hoge ohmse
weerstand in de stator van kleine motoren een hogere spanning vereist bij de start en bij lage toerentallen.
Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
niet
3.10.3 Thermische motorbeveiliging
Het thermisch relais in de frequentieomvormer UL-goedgekeurd is voor enkelvoudige motorbeveiliging wanneer Par. 1-90
ingesteld op
Thermische motorbeveiliging kan ook worden gerealiseerd met behulp van de PTC-thermistoroptiekaart, MCB 112. Deze kaart is ATEX-gecertificeerd voor
het beveiligen van motoren in explosieve omgevingen, Zone 1/21 en Zone 2/22. Zie de Design Guide voor meer informatie.
ETR-.uitsch
. en Par. 1-24
Motorstroom
is ingesteld op de nominale motorstroom (zie motortypeplaatje).
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Therm. motorbeveiliging
is
79
4
4 Bediening van de frequentieomvormer VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
80
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 4 Bediening van de frequentieomvormer
4 Bediening van de frequentieomvormer
4.1 Bedieningswijzen
4.1.1 Bedieningswijzen
De frequentieomvormer kan op drie manieren worden bediend:
1. Via een grafisch lokaal bedieningspaneel (GLCP); zie 6.1.2
2. Via een numeriek lokaal bedieningspaneel (NLCP); zie 6.1.3
3. Via RS 485 seriële communicatie of USB, beide voor pc-aansluiting, zie 6.1.4
Als de frequentieomvormer is uitgerust met een veldbusoptie, dient u de bijbehorende documentatie te raadplegen.
4.1.2 Bediening van het grafische LCP (GLCP)
Onderstaande instructies gelden voor het GLCP (LCP 102).
De functies van het GLCP zijn verdeeld in vier groepen:
1. Grafisch display met statusregels.
2. Menutoetsen en indicatielampjes (LED's) – parameters wijzigen en schakelen tussen displayfuncties.
3. Navigatietoetsen en indicatielampjes (LED's).
4. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (LED's).
4
Grafisch display:
Het LCD-display is voorzien van achtergrondverlichting en maximaal 6 alfanumerieke regels. Alle gegevens worden weergegeven op het LCP dat in de
[Status]-modus maximaal vijf bedrijfsvariabelen kan weergeven.
Displayregels:
a. Statusregel: statusmeldingen met pictogrammen en afbeel-
dingen.
b. Regel 1-2: bedieningsinformatie over gegevens die door de
gebruiker zijn gedefinieerd of geselecteerd. Er kan maximaal
één nieuwe regel worden toegevoegd via de toets [Status].
c. Statusregel: statusmeldingen met tekst.
Het display bestaat uit 3 delen:
Bovenste gedeelte (a)
to on t de s ta tus in de st at usm od us o f m axim aal 2 va ri abe le n in ee n and er e
modus en in geval van een alarm/waarschuwing.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
81
4
4 Bediening van de frequentieomvormer VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Het nummer van de actieve setup (geselecteerd als Actieve setup in par. 0-10) wordt weergegeven. Bij het programmeren van een andere setup dan de
Actieve setup zal het nummer van de setup die wordt geprogrammeerd aan de rechterkant tussen haakjes worden weergegeven.
Middelste gedeelte (b)
toont maximaal 5 variabelen met bijbehorende eenheid, ongeacht de status. In geval van een alarm/waarschuwing wordt de waarschuwing weergegeven
in plaats van de variabelen.
Schakelen tussen de drie verschillende statusuitlezingen is mogelijk door op de [Status]-toets te drukken.
In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een andere opmaak weergegeven – zie hierna.
Aan elk van de bedrijfsvariabelen kunnen diverse metingen worden gekoppeld. De te tonen waarden/metingen kunnen worden gedefinieerd via par.
0-20, 0-21, 0-22, 0-23 en 0-24. Via [Quick Menus], Q3 Functiesetups, Q3-1 Alg. instellingen en Q3-11 Displayinstellingen krijgt u toegang tot deze
parameters.
Elke uitleesparameter voor een waarde/meting die is geselecteerd in par. 0-20 tot 0-24 wordt gekenmerkt door een eigen schaal en een aantal cijfers
achter een eventueel decimaalteken. Bij grotere numerieke waarden worden minder cijfers weergegeven achter het decimaalteken.
Voorbeeld: uitlezing stroom
5,25 A; 15,2 A 105 A.
Statusdisplay I
Deze uitleesstatus is standaard actief na een start of initialisatie.
Gebruik [Info] voor informatie over de waarde/meting die is gekoppeld
aan de weergegeven bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3, 2 en 3).
Zie de bedrijfsvariabelen die worden weergegeven in het afgebeelde
scherm. 1.1, 1.2 en 1.3 staan klein weergegeven. 2 en 3 zijn groter weer-
gegeven.
1.1
1.2
2
130BP041.10
3
1.3
Statusdisplay II
Zie de bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3 en 2) die worden weergegeven in
het afgebeelde scherm.
In het voorbeeld zijn Snelheid, Motorstroom, Motorvermogen en Fre-
quentie als variabelen geselecteerd in de eerste en tweede regel.
1.1, 1.2 en 1.3 zijn klein weergegeven. 2 is groot weergegeven.
Statusdisplay III
In deze uitleesstatus worden de gebeurtenis en de actie van de Smart
Logic Control weergegeven. Zie de sectie
informatie.
Smart Logic Control
voor meer
130BP062.10
1.1
1.3
1.2
2
130BP064.10
82
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 4 Bediening van de frequentieomvormer
Onderste gedeelte
toont altijd de status van de frequentieomvormer in de statusmodus.
Bovenste gedeelte
Middelste gedeelte
Onderste gedeelte
0 1
. 4 7 0 P B 0 3 1
Aanpassing contrast display
Druk op [Status] en [] om het display donkerder te maken.
Druk op [Status] en [] om het display helderder te maken.
Indicatielampjes (LED's):
Als bepaalde drempelwaarden worden overschreden, gaan de alarm- en/of waarschuwings-LED's branden. Er verschijnen tevens een status- en alarmtekst
op het bedieningspaneel.
De On-LED gaat branden wanneer de frequentieomvormer spanning van een netvoeding, DC-bus of externe 24 V-voeding krijgt. Tegelijkertijd is de
achtergrondverlichting aan.
Groene LED/On: geeft aan dat de besturingssectie is ingescha-
keld.
Gele LED/Warn.: geeft een waarschuwing aan.
Knipperende rode LED/Alarm: geeft een alarm aan.
4
GLCP-toetsen
Menutoetsen
De menutoetsen zijn ingedeeld op functie. De toetsen onder het display
en de indicatielampjes dienen voor het instellen van de parameters en
het selecteren van de displayweergave tijdens normaal bedrijf.
130BP045.10
[Status]
geeft de status weer van de frequentieomvormer en/of de motor. Via de [Status]-toets zijn 3 verschillende uitlezingen te selecteren:
5-regelige uitlezing, 4-regelige uitlezing of Smart Logic Control.
[Status] dient om de displaymodus te selecteren of om naar de displaymodus terug te schakelen vanuit de modi Snelmenu, Hoofdmenu of Alarm. De
toets [Status] dient tevens om te schakelen tussen de enkele en dubbele uitleesmodi.
[Quick Menus]
maakt een snelle setup van de frequentieomvormer mogelijk. Hiermee kunnen de meestgebruikte functies worden geprogrammeerd.
Via [Quick Menus] hebt u toegang tot de volgende onderdelen:
- Q1: Persoonlijk menu
-Q2: Snelle setup
- Q3: Functiesetups
- Q5: Gemaakte wijz.
- Q6: Logdata
Functiesetups biedt een snelle en eenvoudige toegang tot alle parameters die nodig zijn voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen, inclusief
toepassingen met een variabel koppel, constant koppel, pompen, doseerpompen, bronpompen, boosterpompen, mixerpompen, luchtventilatoren en
andere pomp- en ventilatortoepassingen. Daarnaast bevat het parameters om te bepalen welke variabelen op het LCP moeten worden getoond, para-
meters voor vooraf in te stellen snelheden, schaling van analoge referenties, één- of multi-zonetoepassingen met terugkoppeling en speciale functies
met betrekking tot water- en afvalwatertoepassingen.
De parameters van het Snelmenu zijn direct toegankelijk, tenzij er via par. 0-60, 0-61, 0-65 of 0-66 een wachtwoord is ingesteld.
Het is mogelijk om direct te schakelen tussen Snelmenu en Hoofdmenu.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
83
4
4 Bediening van de frequentieomvormer VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
[Main Menu]
dient om alle parameters te programmeren.
De parameters van het hoofdmenu zijn direct toegankelijk, tenzij via er par. 0-60, 0-61, 0-65 of 0-66 een wachtwoord is ingesteld. Voor de meeste
watertoepassingen is het niet nodig om parameters te selecteren via het hoofdmenu. Het Snelmenu, de Snelle setup en de Functiesetups bieden de
snelste en eenvoudigste manier om toegang te krijgen tot de benodigde specifieke parameters.
Het is mogelijk om direct te schakelen tussen Hoofdmenu en Snelmenu.
De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door de
directe toegang tot elke mogelijke parameter.
[Alarm log]
toont een overzicht van de laatste vijf alarmmeldingen (genummerd A1-A5). U kunt aanvullende gegevens over een alarm krijgen door via de pijltjes-
toetsen naar het alarmnummer te gaan en op [OK] te drukken. Er wordt informatie weergegeven over de toestand van uw frequentieomvormer net
voordat de alarmmodus werd ingeschakeld.
[Back]
brengt u een stap of laag terug in de navigatiestructuur.
[Cancel]
annuleert uw laatste wijziging of commando, zolang het display niet is
gewijzigd.
[Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te drukken. De parametersnelkoppeling geeft
[Info]
geeft informatie over een commando, parameter of functie in elk mogelijk
scherm. Met [Info] kunt u zo nodig uitgebreide informatie weergeven.
Verlaat de infomodus door op [Info], [Back] of [Cancel] te drukken.
Navigatietoetsen
Gebruik de vier pijltjestoetsen om te bewegen tussen de verschillende
opties in [Quick Menus], [Main Menu] en [Alarm log]. Gebruik de
toetsen om de cursor te verplaatsen.
[OK]
dient om een parameter te selecteren die wordt gemarkeerd door de
cursor en om de wijziging van een parameter te bevestigen.
Bedieningstoetsen
voor lokale bediening bevinden zich onder aan het bedieningspaneel.
130BP046.10
[Hand on]
maakt het mogelijk om de frequentieomvormer via het GLCP te besturen. Via [Hand on] wordt ook de motor gestart, waarna het mogelijk is om de
referentie voor de motorsnelheid via de pijltjestoetsen in te stellen. De toets kan worden ingesteld op
on]-toets op LCP
.
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
. [0] via par. 0-40
[Hand
84
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 4 Bediening van de frequentieomvormer
De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer [Hand on] wordt geactiveerd:
[Hand on] - [Off] - [Auto on]
Reset
Vrijloop geïnverteerd (motor loopt vrij tot stop)
•Omkeren
Setupselectie lsb – Setupselectie msb
Stopcommando via seriële communicatie
•Snelle stop
•DC-rem
NB!
Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële bus worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via het LCP onderdruk-
ken.
[Off]
stopt de aangesloten motor. De toets kan worden ingesteld op
stopfunctie is geselecteerd en de toets [Off] inactief is, kan de motor worden gestopt door de netvoeding af te schakelen.
[Auto on]
maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te sturen via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een startsignaal naar de stuurklemmen en/
of de bus wordt gestuurd, start de frequentieomvormer. De toets kan worden ingesteld op
LCP
.
NB!
Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedieningstoetsen [Hand on] – [Auto
on].
[Reset]
dient om de frequentieomvormer na een alarm (trip) te resetten. De toets kan worden ingesteld op
toets op LCP
De parametersnelkoppeling
kan worden uitgevoerd door de [Main Menu]-toets gedurende 3 seconden in te drukken. De parametersnelkoppeling geeft directe toegang tot elke
mogelijke parameter.
.
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
. [0] via parameter 0-41
Ingesch
. [1] of
Ingesch
[Off]-toets op LCP
Uitgesch
. [0] via par. 0-42
. [1] of
Uitgesch
. Als er geen externe
[Auto on]-toets op
. [0] via par. 0-43
[Reset]-
4
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
85
4
4 Bediening van de frequentieomvormer VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
4.1.3 Bediening van het numerieke LCP (NLCP)
Onderstaande instructies gelden voor het NLCP (LCP 101).
De functies van het bedieningspaneel zijn verdeeld in vier groe-
pen:
1. Numeriek display.
2. Menutoets en indicatielampjes (LED's) – parameters wijzigen en
schakelen tussen displayfuncties.
3. Navigatietoetsen en indicatielampjes (LED's).
4. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (LED's).
NB!
Het kopiëren van parameters is niet mogelijk met het
numerieke lokale bedieningspaneel (LCP 101).
Selecteer een van de volgende modi:
Statusmodus: geeft de status van de frequentieomvormer of de motor
aan.
Als zich een alarm voordoet, schakelt het NLCP automatisch naar de sta-
tusmodus.
Er kan een aantal alarmen worden weergegeven.
Modus Snelle setup of Hoofdmenu: geeft displayparameters en pa-
rameterinstellingen weer.
Afbeelding 4.1: Numeriek LCP (NLCP)
130BP077.10
Afbeelding 4.2: Voorbeeld van statusdisplay
130BP078.10
Afbeelding 4.3: Voorbeeld van alarmdisplay
Indicatielampjes (LED's):
Groene LED/On: geeft aan of de besturingssectie is ingeschakeld.
Gele LED/Warn.: geeft een waarschuwing aan.
Knipperende rode LED/Alarm: geeft een alarm aan.
Menutoets
[Menu] geeft toegang tot de volgende modi:
•Status
•Snelle setup
•Hoofdmenu
Hoofdmenu
dient om alle parameters te programmeren.
De parameters zijn direct toegankelijk, tenzij er via Par. 0-60
persoonlijk menu
Snelle setup dient om de frequentieomvormer in te stellen op basis van de belangrijkste parameters.
De parameterwaarden kunnen met de pijltjestoetsen omhoog/omlaag worden gewijzigd wanneer de waarde knippert.
Selecteer het hoofdmenu door een aantal keren op de [Menu]-toets te drukken totdat het indicatielampje boven Main Menu brandt.
Selecteer de parametergroep [xx-__] en druk op [OK].
Selecteer de parameter [__-xx] en druk op [OK].
Selecteer het arraynummer en druk op [OK] als de parameter een arrayparameter is.
Selecteer de gewenste gegevenswaarde en druk op [OK].
of Par. 0-66
Toegang pers. menu zonder wachtw.
Wachtw. hoofdmenu
een wachtwoord is ingesteld.
, Par. 0-61
Toegang hoofdmenu zonder wachtw.
, Par. 0-65
Wachtw
86
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 4 Bediening van de frequentieomvormer
Navigatietoetsen
[Back]
dient om een stap terug te gaan.
Pijltjestoetsen [
dienen om te wisselen tussen parametergroepen, parameters en te be-
wegen binnen parameters.
[OK]
dient om een parameter te selecteren die wordt gemarkeerd door de
cursor en om de wijziging van een parameter te bevestigen.
] [▼]
Afbeelding 4.4: Displayvoorbeeld
130BP079.10
Bedieningstoetsen
De toetsen voor de lokale bediening bevinden zich onder aan het bedie-
ningspaneel.
130BP046.10
Afbeelding 4.5: Bedieningstoetsen van het numerieke LCP
(NLCP)
[Hand on]
maakt het mogelijk om de frequentieomvormer via het LCP te besturen. [Hand on] start ook de motor, waarna het mogelijk is om de gegevens voor de
Ingesch
. [1] of
Uitgesch.
motorsnelheid in te stellen via de pijltjestoetsen. De toets kan worden ingesteld op
Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële bus worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via het LCP onderdrukken.
De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer [Hand on] wordt geactiveerd:
[Hand on] – [Off] – [Auto on]
Reset
Vrijloop na stop, geïnverteerd
•Omkeren
Setupselectie lsb – Setupselectie msb
Stopcommando via seriële communicatie
•Snelle stop
•DC-rem
[Off]
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
stopt de aangesloten motor. De toets kan worden ingesteld op
Als er geen externe stopfunctie is geselecteerd en de toets [Off] inactief is, kan de motor worden gestopt door de netvoeding af te schakelen.
. [0] via Par. 0-41
[0] via Par. 0-40
[Off]-toets op LCP
[Hand on]-toets op LCP
.
4
.
[Auto on]
maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te sturen via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een startsignaal naar de stuurklemmen en/
Ingesch
. [1] of
Uitgesch
of de bus wordt gestuurd, start de frequentieomvormer. De toets kan worden ingesteld op
LCP
.
NB!
Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedieningstoetsen [Hand on] en [Auto
on].
[Reset]
dient om de frequentieomvormer na een alarm (trip) te resetten. De toets kan worden ingesteld op
toets op LCP
.
Ingesch
. [0] via Par. 0-42
. [1] of
Uitgesch
[Auto on]-toets op
. [0] via Par. 0-43
[Reset]-
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
87
4
4 Bediening van de frequentieomvormer VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
4.1.4 Gegevens wijzigen
1. Druk op de toets [Quick Menus] of [Main Menu].
2.
Gebruik de toetsen [
3. Druk op de [OK]-toets.
4.
Gebruik de toetsen [
5. Druk op de [OK]-toets.
6.
Gebruik de toetsen [
een getal gaan. De plaats van de cursor geeft aan welk cijfer is geselecteerd voor wijziging. Met de toets [
] verlaagt u de waarde.
toets [
7. Druk op de toets [Cancel] om de wijziging ongedaan te maken of druk op de toets [OK] om de wijziging te bevestigen en de nieuwe instelling
op te slaan.
4.1.5 Een tekstwaarde wijzigen
Als de geselecteerde parameter een tekstwaarde heeft, is de tekstwaarde
te wijzigen via de navigatietoetsen omhoog/omlaag.
De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag verlaagt de
waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk op [OK].
] en [▼] om de parametergroep te vinden die u wilt wijzigen.
] en [▼] om de parameter te vinden die u wilt wijzigen.
] en [▼] om de juiste parameterinstelling te selecteren. Met behulp van de pijltjestoetsen kunt u ook naar een cijfer binnen
] verhoogt u de waarde en met de
0 1
. 8 6 0 P
B 0 3 1
Afbeelding 4.6: Displayvoorbeeld
4.1.6 Een groep numerieke gegevenswaarden wijzigen
Als de gekozen parameter een numerieke gegevenswaarde vertegen-
woordigt, kunt u de gekozen gegevenswaarde wijzigen met behulp van
de navigatietoetsen <> en omhoog/omlaag. Gebruik de toetsen <> om
de cursor horizontaal te verplaatsen.
Afbeelding 4.7: Displayvoorbeeld
Gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om de gegevenswaarde te
wijzigen. De toets omhoog verhoogt de waarde en de toets omlaag ver-
laagt de waarde. Plaats de cursor op de waarde die u wilt opslaan en druk
op [OK].
130BP069.10
0 1
. 0 7 0 P
B 0 3 1
Afbeelding 4.8: Displayvoorbeeld
88
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 4 Bediening van de frequentieomvormer
4.1.7 Gegevenswaarde wijzigen, Stap-voor-Stap
Bepaalde parameters zijn stapsgewijs of oneindig variabel te wijzigen. Dit geldt voor Par. 1-20
Par. 1-23
Motorfrequentie
Dit betekent dat de parameters niet alleen als een groep van numerieke gegevenswaarden maar ook als oneindig variabele numerieke gegevenswaarden
kunnen worden ingesteld.
.
Motorverm. [kW]
, Par. 1-22
Motorspanning
en
4.1.8 Geïndexeerde parameters uitlezen en programmeren
Parameters worden geïndexeerd wanneer ze in een roterende stapel worden geplaatst.
Par. 15-30
gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven.
Gebruik Par. 3-10
Selecteer de parameter, druk op [OK] en gebruik de navigatietoetsen omhoog/omlaag om door de geïndexeerde waarden te schuiven. Wijzig de waarde
van de parameter door de geïndexeerde waarde te selecteren en op de toets [OK] te drukken. Wijzig de waarde via de toetsen omhoog/omlaag. Druk
op [OK] om de nieuwe instelling op te slaan. Druk op [Cancel] om te annuleren. Druk op [Back] om de parameter te verlaten.
Alarmlog: foutcode
Ingestelde ref.
tot Par. 15-32
als een ander voorbeeld:
Alarmlog: tijd
bevatten een foutlog die kan worden uitgelezen. Selecteer een parameter, druk op [OK] en
4.1.9 Tips en trucs
* Voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen kunt u met behulp van Snelmenu, Snelle setup en Functiesetups op een-
voudige en snelle wijze toegang krijgen tot alle benodigde specifieke parameters.
* Voer, indien mogelijk, altijd een AMA uit om te zorgen voor de beste asprestaties.
* Het contrast van het display kan worden aangepast via [Status] en [] voor een donkerder display of via [Status] en [] voor
een helderder display.
* Via [Quick Menus] en
* Houd de [Main Menu]-toets 3 seconden ingedrukt om naar elke mogelijke parameter te gaan.
* Voor servicedoeleinden wordt het aanbevolen om alle parameters te kopiëren naar het LCP; zie par. 0-50 voor meer informatie
Gemaakte wijz.
kunt u alle parameterinstellingen bekijken die afwijken van de fabrieksinstellingen.
4
Tabel 4.1: Tips en trucs
4.1.10 Snel overzetten van parameterinstellingen via GLCP
Wanneer de setup van een frequentieomvormer voltooid is, kunt u de parameterinstellingen het beste in het GLCP of met behulp van de MCT 10 setup-
software op een pc opslaan (back-up).
NB!
Stop de motor vóór u een van deze handelingen uitvoert.
Gegevensopslag in LCP:
1. Ga naar Par. 0-50
2. Druk op de [OK]-toets.
3. Selecteer 'Alles naar LCP'.
4. Druk op de [OK]-toets.
Alle parameterinstellingen worden nu opgeslagen in het GLCP, wat wordt aangegeven via de voortgangsbalk. Druk op [OK] als 100% is bereikt.
U kunt het GLCP nu aansluiten op een andere frequentieomvormer en de parameterinstellingen naar die frequentieomvormer kopiëren.
LCP kopiëren
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
89
4 Bediening van de frequentieomvormer VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Gegevensoverdracht van LCP naar frequentieomvormer:
1. Ga naar Par. 0-50
2. Druk op de [OK]-toets.
3. Selecteer 'Alles vanaf LCP'.
4. Druk op de [OK]-toets.
De parameterinstellingen die in het GLCP zijn opgeslagen worden nu gekopieerd naar de frequentieomvormer, wat wordt aangegeven in de voortgangs-
balk. Druk op [OK] als 100% is bereikt.
4.1.11 Standaardinstellingen herstellen door middel van initialisatie
LCP kopiëren
4
De standaardinstellingen van de frequentieomvormer kunnen op twee manieren worden hersteld: aanbevolen initialisatie en handmatige initialisatie.
Houd er rekening mee dat deze verschillende resultaten opleveren, zoals hieronder beschreven.
Aanbevolen initialisatie (via Par. 14-22
1. Selecteer Par. 14-22
2. Druk op [OK].
3. Selecteer 'Initialisatie' (voor NLCP: selecteer '2').
4. Druk op [OK].
5. Schakel de spanning naar de eenheid af en wacht tot het display
uit gaat.
6. Sluit de voeding weer aan, waarna de frequentieomvormer is
gereset. Het kan enkele seconden duren voordat de eenheid
voor de eerste keer opstart.
7. Druk op [Reset].
NB!
De parameters die in Par. 0-25
Handmatige initialisatie
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus
Persoonlijk menu
)
zijn opgeslagen, blijven gehandhaafd bij het herstellen van de fabrieksinstellingen.
Par. 14-22 Par. 14-50 Par. 8-30 Par. 8-31 Par. 8-32 Par. 8-35 Par. 8-36 Par. 8-37 Par. 15-00 Par. 15-20 Par. 15-30
Bedrijfsmodus
RFI-filter Protocol Adres Baudsnelheid Min. responsvertr. Max. responsvertr. Max. tss.-tekenvertr.
Bedrijfsuren
Hist. log: event
Alarmlog: foutcode
initialiseert alles, behalve:
tot Par. 15-05
tot Par. 15-22
x Overspann.
Hist. log: tijd
tot Par. 15-32
Alarmlog: tijd
NB!
Bij het uitvoeren van een handmatige initialisatie worden ook de instellingen voor seriële communicatie, RFI-filter en foutlog gereset.
Verwijdert de parameters die zijn geselecteerd in Par. 0-25
1. Schakel de netvoeding af en wacht totdat het display is uit-
geschakeld.
2a. Druk tegelijkertijd op [Status] – [Main Menu] – [OK] terwijl
het grafisch LCP (GLCP) wordt ingeschakeld.
2b. Druk op [Menu] terwijl het numerieke display (LCP 101)
wordt ingeschakeld.
3. Laat de toetsen los na 5 seconden.
4. De frequentieomvormer is nu ingesteld volgens de standaard-
instellingen.
Persoonlijk menu
Met deze parameter wordt alles geïnitialiseerd behalve: Par. 15-00 Par. 15-03 Par. 15-04 Par. 15-05
.
Bedrijfsuren
Inschakelingen
x Overtemp.
x Overspann.
90
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 4 Bediening van de frequentieomvormer
4.1.12 RS 485-busaansluiting
Een of meer frequentieomvormers kunnen worden aangesloten op een
controller (of master) met de standaard RS 485-interface. Klem 68 wordt
aangesloten op het P-signaal (TX+, RX+), terwijl klem 69 wordt aange-
sloten op het N-signaal (TX-, RX-).
Gebruik parallelle aansluitingen om meerdere frequentieomvormers aan
te sluiten op een master.
Afbeelding 4.9: Aansluitvoorbeeld.
4
Om mogelijke vereffeningsstromen in de afscherming te vermijden, moet de kabelafscherming worden geaard via klem 61, die via een RC-koppeling met
het frame is verbonden.
Busafsluiting
De RS 485-bus moet aan beide uiteinden worden afgesloten met een weerstandsnetwerk. Als de omvormer het eerste of laatste toestel in de RS 485-
lus is, moet schakelaar S801 op de stuurkaart in de aan-positie (ON) worden gezet.
Zie de sectie
Schakelaar S201, S202 en S801
voor meer informatie.
4.1.13 Een pc aansluiten op de frequentieomvormer
Installeer de MCT 10 setup-software om de frequentieomvormer vanaf een pc te besturen of te programmeren.
De pc wordt aangesloten via een standaard (host/apparaat) USB-kabel of via de RS 485-interface, zoals weergegeven in de Design Guide, in de sectie
Installeren van diverse aansluitingen
NB!
De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere hoogspanningsklemmen. De USB-aansluiting is
verbonden met de aardverbinding van de frequentieomvormer. Sluit alleen geïsoleerde laptops aan op de USB-connector van de fre-
quentieomvormer.
in het hoofdstuk
Installeren
.
Afbeelding 4.10: Zie de sectie
Stuurklemmen
voor informatie over het aansluiten van de stuurklemmen.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
91
4
4 Bediening van de frequentieomvormer VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
4.1.14 Hulpprogramma voor de pc
MCT 10 setup-software voor de pc
Alle frequentieomvormers zijn uitgerust met een seriële-communicatiepoort. Danfoss levert een hulpprogramma voor de pc voor communicatie tussen
pc en frequentieomvormer, de MCT 10 setup-software. Zie de sectie
MCT 10 setup-software
MCT 10 is een eenvoudig te gebruiken interactief programma voor het instellen van parameters in onze frequentieomvormers. De software is te down-
loaden via de Danfosswebsite
De MCT 10 setup-software is nuttig voor:
Het offline plannen van een communicatienetwerk; MCT 10 is voorzien van een uitgebreide database van frequentieomvormers
Het online in bedrijf stellen van frequentieomvormers.
Het opslaan van de instellingen voor alle frequentieomvormers.
Het vervangen van een frequentieomvormer in een netwerk
Eenvoudige en nauwkeurige documentatie van de instellingen van de frequentieomvormer na de inbedrijfstelling
Het uitbreiden van een bestaand netwerk.
Frequentieomvormers die in de toekomst worden ontwikkeld, worden ondersteund.
MCT 10 setup-software ondersteunt Profibus DP-V1 via een Master klasse 2-aansluiting. Hiermee kunnen parameters in een frequentieomvormer online
worden gelezen en geschreven via het Profibus-netwerk. Hierdoor is geen extra communicatienetwerk meer nodig.
http://www.
Danfoss
.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Softwaredownload/DDPC+Software+Program.htm
Beschikbare publicaties
voor meer informatie over dit hulpmiddel.
.
Instellingen van de frequentieomvormer opslaan:
1. Sluit de pc via een USB-poort aan op de eenheid. (NB Sluit alleen een van het net geïsoleerde pc aan op de USB-poort. Anders kan de apparatuur
beschadigd raken.)
2. Start de MCT 10 setupsoftware
3. Selecteer 'Read from drive'
4. Selecteer 'Save as'.
Alle parameters zijn nu opgeslagen in de pc.
Instellingen van de frequentieomvormer inlezen:
1. Sluit de pc via een USB-poort aan op de frequentieomvormer.
2. Start de MCT 10 setup-software
3. Selecteer 'Open' – de opgeslagen bestanden worden getoond.
4. Open het relevante bestand.
5. Selecteer 'Write to drive'
Alle parameterinstellingen zijn nu overgezet naar de frequentieomvormer.
Voor de MCT 10 setup-software is een aparte handleiding, MG.10.Rx.yy
.
92
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 4 Bediening van de frequentieomvormer
Softwaremodules voor MCT 10 setup-software
De volgende modules zijn in het softwarepakket opgenomen:
MCT setup-software
Parameters instellen Kopiëren van en naar frequentieomvormers
Uitgebr. gebruikersinterface
Vastleggen en afdrukken van parameterinstellingen, inclusief schema's
Schema voor preventief onderhoud Klokinstellingen Setup programmering van tijdgebonden acties Smart Logic Controller
Bestelnummer:
Bij bestelling van de cd met MCT 10 setup-software verzoeken wij u bestelnummer 130B1000 te gebruiken.
MCT 10 is ook te downloaden van de Danfoss-website:
WWW.DANFOSS.COM, Business Area: Motion Controls.
4
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
93
5
5 De frequentieomvormer programmeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
94
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding 5 De frequentieomvormer programmeren
5 De frequentieomvormer programmeren
5.1 Programmeren
5.1.1 Parametersetup
Overzicht van parametergroepen
Groep Titel Functie 0- Bediening/display Parameters die betrekking hebben op de basisfuncties van de frequentieomvormer, de
1- Belasting & motor Parametergroep voor motorinstellingen. 2- Remmen Parametergroep voor het instellen van remfuncties in de frequentieomvormer. 3- Ref./Ramp. Parameters voor het gebruiken van referenties, het instellen van begrenzingen en het
4- Begr./waarsch. Parametergroep voor het configureren van begrenzingen en waarschuwingen. 5- Digitaal In/Uit Parametergroep voor het configureren van de digitale in- en uitgangen. 6- Analoog In/Uit Parametergroep voor het configureren van de analoge in- en uitgangen. 8- Comm. en opties Parametergroep voor het configureren van communicatie en opties. 9- Profibus Parametergroep voor Profibus-specifieke parameters. 10- DeviceNet Parametergroep voor DeviceNet-specifieke parameters. 11- LonWorks Parametergroep voor LonWorks-specifieke parameters. 13- Smart Logic Parametergroep voor Smart Logic Control. 14- Speciale functies Parametergroep voor het configureren van speciale functies van de frequentieomvormer. 15- Geg. omvormer Parametergroep met informatie over de frequentieomvormer, zoals bedrijfsgegevens,
16- Data-uitlezingen Parametergroep voor data-uitlezing, bijv. actuele referenties, spanning, regeling, alar-
18- Info & uitlez. Deze parametergroep bevat de laatste 10 logboeken voor preventief onderhoud. 20- Omvormer met terugkoppeling Deze parametergroep wordt gebruikt voor het configureren van de PID-regelaar voor
21- Uitgebr. met terugkoppeling Parameters voor het configureren van de drie PID-regelaars voor uitgebreide terugkop-
22- Toepassingsfuncties Deze parameters bewaken de watertoepassingen. 23- Tijdgebonden functies Deze parameters zijn voor acties die dagelijks of wekelijks moeten worden uitgevoerd,
25- Cascaderegelaarfuncties Parameters voor het configureren van de standaard cascaderegelaar voor het sequentieel
26- Anal. I/O-optie MCB 109 Parameters voor het configureren van de analoge I/O-optie MCB 109. 27- Uitgebreide cascaderegeling Parameters voor het configureren van de uitgebreide cascaderegelaar. 29- Watertoepassingsfuncties Parameters voor het instellen van waterspecifieke functies. 31- Bypass-optie Parameters voor het configureren van de bypassoptie.
functie van de LCP-toetsen en de configuratie van het LCP-display.
configureren van de reactie van de frequentieomvormer op wijzigingen.
hardwareconfiguratie en softwareversies.
men, waarschuwingen en statuswoorden.
terugkoppeling die de uitgangsfrequentie van de eenheid regelt.
peling.
bijv. verschillende referenties voor werking binnen bedrijfstijd/buiten bedrijfstijd.
regelen van meerdere pompen.
5
Tabel 5.1: Parametergroepen
Parameterbeschrijvingen en -keuzes worden op het displaygedeelte van het grafisch (GLCP) of numeriek (NLCP) display weergegeven. (Zie sectie 5 voor
meer informatie.) U kunt toegang krijgen tot de parameters door op de toets [Quick Menus] of [Main Menu] op het bedieningspaneel te drukken. Het
snelmenu wordt voornamelijk gebruikt om de eenheid de eerste keer bedrijfsklaar te maken door programmering van de parameters die nodig zijn om
de eenheid op te starten. Het hoofdmenu biedt toegang tot alle parameters om de eenheid voor een specifieke toepassing te programmeren.
Alle digitale en analoge in- en uitgangsklemmen zijn multifunctioneel. Alle klemmen zijn in de fabriek standaard ingesteld op functies die geschikt zijn
voor de meeste watertoepassingen. Als er echter andere speciale functies nodig zijn, moeten deze worden geprogrammeerd via parametergroep 5 of 6.
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
95
5
5 De frequentieomvormer programmeren VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
5.1.2 ModusQuick Menus
Het GLCP biedt toegang tot alle parameters die worden vermeld onder het Snelmenu. Om parameters in te stellen via de knop [Quick Menus]:
Als u op [Quick Menus] drukt, wordt een overzicht weergegeven van de functies in het snelmenu.
Efficiënte parametersetup voor watertoepassingen
Via [Quick Menus] kunnen de parameters voor de meeste water- en afvalwatertoepassingen op eenvoudige wijze worden ingesteld.
De beste manier om parameters via [Quick Menus] in te stellen, is als volgt:
1. Selecteer Snelle setup om de basisinstellingen voor de motor, aan/uitlooptijden, en dergelijke in te stellen.
2. Selecteer Functiesetups om de gewenste functionaliteit van de frequentieomvormer in te stellen – voor zover dit niet al is gebeurd via de
instellingen in Snelle setup.
3. Selecteer
Het wordt aangeraden om de setup in de aangegeven volgorde uit te voeren.
Afbeelding 5.1: Overzicht snelmenu
Alg. instellingen, Inst. geen terugk.
of
Inst. Met terugk
.
Par. Aanduiding [Eenh]
0-01 Taal
1-20 Motorverm. [kW]
1-22 Motorspanning [V]
1-23 Motorfrequentie [Hz]
1-24 Motorstroom [A]
1-25 Nom. motorsnelheid [tpm]
3-41 Ramp 1 aanlooptijd [s]
3-42 Ramp 1 uitlooptijd [s]
4-11 Motorsnelh. lage begr. [tpm]
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [tpm]
1-29 Autom. aanpassing motorgeg. (AMA)
Tabel 5.2: Parameters Snelle setup
Niet in bedrijf
Als
Als
Vrijloop geïnv.
NB!
Zie onderstaande sectie
is geselecteerd voor klem 27 is er voor klem 27 geen aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
(standaard fabrieksinstelling) is geselecteerd voor klem 27 is een aansluiting naar +24 V nodig om starten mogelijk te maken.
Veelgebruikte parameters – toelichting
voor een uitgebreide beschrijving van de parameters.
96
MG.20.P3.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Loading...