Temperatuur- /verdamperdrukregeling
EKC 368
Handleiding
2 Manual RS8DG310 © Danfoss 10-2009 EKC 368
Introductie
Applicatie
De regelaar en klep zijn bij uitstek geschikt wanneer er hoge
eisen worden gesteld aan de koeling van onverpakte
voedselproducten, e.d.:
• Delicatessen toepassingen
• Koelruimten voor vleesproducten
• Koelruimten voor groenten en fruit
• Containers
• Airconditioning
Systeem
De capaciteit is bepalend voor de grootte van de KVS klep.
Bij geen koelvraag of bij een spanningsuitval is de klep
geheel open.
Sensor S
van de verdamper.
Voordelen
• Productbederf wordt gereduceerd doordat de luchtvochtigheid
rond het product zo optimaal mogelijk wordt gehouden.
• De temperatuur wordt geregeld met een nauwkeurigheid van
±0.5°C of beter.
• Een regelprocedure m.b.v een adaptieve functie waardoor temperatuurvariaties minimaal gehouden worden.
• Ontdooisensor om de ontdooitijd tot een minimum te beperken.
• PID regeling
moet worden geplaatst aan de luchtuitblaaszijde
air
Functies
• Modulerende temperatuurregeling
• Ontdooifunctie: elektrisch, heetgas of natuurlijk
• Alarm bij overschrijding van alarmgrenzen
• Relaisuitgangen voor ontdooifunctie, magneetklep, ventilator
en alarm
• Ingangssignaal voor het verschuiven temperatuurreferentie
Extra opties
• PC bediening
De regelaar kan worden voorzien van datacommunicatie
zodat de regelaar aangesloten kan worden op een
netwerk met andere producten van de ADAP-KOOL® lijn.
Bediening, bewaking en dataopslag kan nu worden
uitgevoerd via de PC welke lokaal is opgesteld bij de
installatie of op afstand bij een servicebedrijf.
LED's op display
KVS signal
Koelvraag
Ventilator
Ontdooiing
EKC 368 Manual RS8DG310 © Danfoss 10-2009 3
Functie
Zeer nauwkeurige temperatuurregeling
Met dit systeem bestaande uit de regelaar, stuurventiel en
hoofdklep is het mogelijk om gekoelde producten te
bewaren bij een temperatuurvariatie van minder dan ±0.5°C.
Hoge luchtvochtigheid
Als de verdampingstemperatuur constant wordt aangepast
aan de koelvraag en altijd zo hoog mogelijk wordt gehouden
met een zo klein mogelijke temperatuuructuatie zal de
relative vochtigheid in de ruimte maximaal blijven.
Uitdroging van de producten zal op deze manier tot een
minimum beperkt blijven.
De benodigde temperatuur wordt snel verkregen
Met de ingebouwde PID regeling en de keuzemogelijkheid
uit drie inkoelprocedures is het mogelijk de regelaar aan te
passen aan de voor die koelinstallatie specifiek benodigde
optimale regeling.
• Zo snel mogelijk inkoelen
• Inkoelen met zo min mogelijk variatie in temperatuur
• Inkoelen waarbij variatie in de temperatuur ongewenst is.
Klep
De klep is een verdamperdruklep welke verkrijgbaar is in diverse
capaciteiten
De klep is gemonteerd op een stappenmotor die pulsen ontvangt
van de regelaar.
De regelaar werkt adaptief hetgeen betekend dat er zeer weinig
instellingen zijn voor de klep.
In geval van spanningsuitval, zal de openingsgraad van de klep
gehandhaafd blijven. Als de klep in deze situatie juiste helemaal
open moet, kan een batterij op de regelaar worden aangesloten.
4 Manual RS8DG310 © Danfoss 10-2009 EKC 368
Functie-overzicht
Functie Para-
meter
Normaal display
Normaliter wordt de geregelde temperatuur weergegeven (Sair) u01 Air temp
De gemeten temperatuur van de ontdooisensor kan worden weergegeven door de
onderste druktoets in te drukken (1s).
Referentie
Setpoint
Regeling is gebaseerd op de ingestelde waarde zonder extern signaal invloed (o10).
(Druk beide toetsen gelijktijdig in voor het instellen van het "setpoint").
Temperatuureenheid
Weergave van de temperatuureenheid in °C of in °F.
Als weergave in Fahrenheit is geselecteerd, zullen ook andere instellingen veranderen naar Fahrenheit, of als absolute waarde of als ‘delta’ waarde.
Externe invloed op het setpoint
Deze instelling bepaalt hoeveel het setpoint wordt gewijzigd bij maximaal ingangssignaal (10 V).
Correctie van Sair signaal
(Compensatiemogelijkheid voor lange sensorkabel).
Correctie van Sdef signaal
(Compensatiemogelijkheid voor lange sensorkabel).
Parameter by bediening via datacommunicatie
u09 Sdef temp.
- TempSetpoint
r05 Temp unit
°C=0, °F=1
(In AKM wordt alleen °C weergegeven ongeacht de instelling).
r06 ExtRefOset
r09 Adjust SAir
r11 Adjust SDef
Start/stop van koeling
Het handmatig starten en stoppen van de installatie kan met behulp van een externe schakelaar of via dit menu.
Zie ook appendix 1
Alarm
De regelaar geeft alarm in verschillende situaties. In geval van alarm gaan de LED's
op het frontpaneel knipperen en het alarmcontact wordt gemaakt.
Hoge temperatuur alarmgrens
Hier wordt het alarm voor een te hoge "Sair" temperatuur ingesteld. De waarde
wordt ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zondra de temperatuur de ingestelde referentie + A01 overschrijdt. (De ingestelde referentie (SP + r06) kan orden
uitgelezen met parameter u02).
Lage temperatuur alarmgrens
Hier wordt het alarm voor een t lage "Sair" temperatuur ingesteld. De waarde wordt
ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zodra de temperatuur onder de ingestelde referentie, verminderd met A02, gedaald is.
Alarmvertraging
Als éen van de twee grenswaarden wordt overschreden tredt er een tijdfunctie in
werking. Het alarm wordt niet geactiveerd voordat de ingestelde tijdvertraging is
verstreken. De tijdvertraging wordt ingesteld in minuten.
Batterij alarm
Hier wordt ingesteld of de regelaar het voltage van de batterij in de gaten moet
houden. Als het voltage te laag wordt, zal een alarm worden gegenereerd.
r12 Main switch
A01 Upper oset
A02 Lower oset
A03 TempAlrmDel.
A34 Batt. alarm
Met datacommunicatie kan de
prioriteit van jeder alarm worden
gedefinieerd. De instelling ge-
schiedt via het "Alarmbestemmingen" menu. Zie ook pagina 11.