Danfoss EKC 366 User guide [nl]

User Guide
Interface
EKC 366
De regelaar wordt gebruikt voor het aansturen van een klep in een koelsysteem - bijvoorbeeld bij:
• Langdurige opslag van fruit en groenten
• Koelinstallaties
• Brouwerijen
• Procesinstallaties
Toepassing De regelaar is speciaal ontworpen voor de
volgende functies:
Het handhaven van een constante verdamperdruk
Een temperatuursensor in de thermische motor van de klep zorgt voor de juiste temperatuur van de thermische motor. Deze temperatuur is een indicatie voor de druk in de klep en de inter­facemodule probeert deze temperatuur constant te houden.
De mediumtemperatuur wordt geregeld door een PLC
De interfacemodule ontvangt een variabel signaal van een PLC en zet dit om naar een signaal voor de klep zodat de koeling zo nauwkeurig mogelijk blijft.
PLC
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) |2015-11
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 1
User Guide | Interface, EKC 366
Systeem
De regelaar moet altijd gebruikt worden in samenwerking met een stuurventiel van de onderstaande typen.
Stuurventiel typen:
- CVQ + PM
- KVQ
- TQ
- PHTQ
- TEAQ
- CVMQ
Function
Het ventiel krijgt constant terugmelding van de druk in de ver­damper. Variaties in de zuigdruk tussen de klep en de compressor hebben hierop geen invloed en de terugmelding zorgt ervoor dat de verdamperdruk constant gehouden wordt.
In samenwerking met de regelaar ontstaat er dus een elektroni­sche verdamperdrukregeling.
Tussen de regelaar en de thermische motor bevindt zich een z.g.n interne regelkring. Deze kring regelt via een NTC weerstand constant de temperatuur in de thermische motor.
Bij een applicatie waar een PLC gebruikt wordt voor het regelen van de mediumtemperatuur zal het regelsysteem worden gevoed door een externe regelkring wat resulteert in een grote regel­nauwkeurigheid.
"Q valve"
PLC
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) | 2015-11
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 2
User Guide | Interface, EKC 366
Functie-overzicht
Functie Para-
meter
Temperatuurregeling Temperatuur van thermische
Weergave temperatuur van thermische motor
Het display geeft constant de temperatuur van de thermische motor weer. De weergegeven temperatuur is een gemiddelde waarde gemeten over ongeveer 10 seconden, dit om extreme pieken en dalen uit te lteren.
Basis referentietemperatuur van de thermische motor
Deze temperatuurinstelling is de basisinstelling van de thermische motor. Op deze waarde zou er geen signaal mogen worden ontvangen van de externe regeling. De in te stellen waarde wordt verkregen uit één van de bijgevoegde graeken en kan later worden bijgesteld als de thermische motor de gewenste temperatuur bereikt heeft (af te lezen via een manometer in het systeem). (Druk beide toetsen gelijktijdig in om het menu in te stellen)
Temperatuureenheid
Hier kan men instellen of de temperatuurwaarden °C of in °F worden weergegeven. (Indien °F is geselecteerd moeten alle instellingen in °C en K omgezet worden naar °F)
Ingangssignaal voor beïnvloeding van temperatuur van thermische motor
Deze instelling bepaalt hoeveel het ingangssignaal de temperatuur in de thermische motor moet wijzigen. Er dient een instelling verkregen te worden waarbij de klep sluit bij de hoogst voorkomende verdampingsdruk en het ingangssignaal maximaal is (Waarde in te stellen in Kelvin)
Referentie
De temperatuur van de thermische motor wordt geregeld op basis van de basisinstel­ling plus het signaal van de externe regeling. (Referentie = SP Temp +instelling van "r06".) De referentie is af te lezen door de onderste druktoets in te drukken.
Diverse conguraties Overigen
Parameter bij bediening via datacommunicatie
motor
- Actuator temp.
- SP Temp.
r05 Temp. unit (°C=0, °F=1)
(In AKM wordt alleen in °C weergegeven ongeacht de instelling).
r06 Ext.Ref.oset K
- Actuator Ref.
Externa signaal
Instelling voor het type extern signaal dat is aangesloten. 0: geen signaal 1: 4-20 mA 2: 0-20 mA 3: 0-10 V 4: 2-10 V
Frequentie
Netwerkfrequentie
Datacommunicatie
Is de regelaar voorzien van datacommunicatie en ingebouwd in een netwerk dan moet de regelaar een adres krijgen. Deze instellingen kunnen alleen plaatsvinden als een datacommunicatiemodule is geplaatst in de regelaar en de datacommunicatiekabel is aangesloten. Voor installatie van de datacommunicatiekabel zie document “RC.8A.C”.
Het adres kan worden ingesteld tussen 1en 60 o03
Het adres wordt automatisch naar de gateway gestuurd zodra dit menu in positie "ON" wordt gezet. (Deze instelling keert automatisch terug naar "OFF" in een paar seconden.)
Taalinstelling voor gebruik met AKM software
Als de regelaar bediend wordt via de datacommunicatie worden de teksten in de rechterkolom weergegeven in de geselecteerde taal. Instelling: 0=Engels, 1=Duits, 2=Frans, 3=Deens, 4=Spaans, en 6=Zweeds
Service
o10 AI Type
o12 50 / 60 Hz
o04
o11 Language
(50=0, 60=1)
M.b.v een datacommunicatiemodule kan de regelaar op gelijke wijze behandelt worden als andere regelaars in de ADAP-KOOL® groep.
Het signaal wordt constant bijgewerkt. Als het signaal langer weergegeven moet worden dan 20 seconden, max. weergave tijd, druk dan op één van de toetsen voordat de eerste 20 seconden verstreken zijn
Extern stroomsignaal
Uitlezing van de waarde van het stroomsignaal zoals ontvangen aan de ingang van de regelaar
Extern spanningssignaal
Uitlezing van de waarde van het spanningssignaal zoals ontvangen aan de ingang van de regelaar
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) | 2015-11
u06 AI mA
u07 AI Volt
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 3
User Guide | Interface, EKC 366
Bediening
Display
De waarden worden weergegeven met drie karakters en afhanke­lijk van de instelling in °C of in °F.
Licht-emitterende diodes (LED) op frontpaneel
Op het frontpaneel bevindt zich een LED die oplicht wanneer het stuurventiel aangestuurd wordt. Verder zullen de overige drie LED’s gaan knipperen als er een fout in de regeling is opgetreden. In deze situatie kan de foutcode opgevraagd worden in het dis­play en het alarm wordt bevestigd door kort de bovenste druk­toets in te drukken.
De regelaar kan de volgende berichten weergeven:
E1 Fout in de regelaar
E11 Temperatuur thermische motor buiten regelbereik
E12 Ingangssignaal buiten regelbereik
Druktoetsen
Het veranderen van een instelling geschiedt met behulp van de twee druktoetsen. De bovenste toets zorgt voor een hogere waarde en de onderste toets voor een lagere waarde van de betreende instelling. Voordat een waarde veranderd kan worden moet er echter eerst toegang worden verschaft tot het menu. Houdt voor toegang tot het menu de bovenste druktoets een aantal seconden ingedrukt totdat de eerste parametercode zichtbaar wordt. Zoek de parameter die u wilt wijzigen en druk gelijktijdig beide druktoetsen in. De wijziging van de betreende parameter wordt opgeslagen door nogmaals beide toetsen gelijktijdig in te drukken.
Menuoverzicht
Functie
Uitlezing van de actuele temperatuur van de thermische motor (standaard weergave)
Instelling van de basis temperatuurreferentie - 40.0°C 140°C
Uitlezing van de regelreferentie van de thermische motor
Selectie temperatuureenheid (°C/°F) r05 °C °F
Invloed van ingangssignaal op de temperatuur r06 -99.9 K 99.9 K
Regelaaradres o03* 1 60
AAN/UIT schakelaar (service-pin bericht) o04* - -
Denitie ingangssignaal 0: geen signaal 1: 4 - 20 mA 2: 0 - 20 mA 3: 0 - 10 V 4: 2 - 10 V
Taal (0=Engels, 1=Duits, 2=frans, 3=Deens, 4=Spaans, 6=Zweeds). When you change this setting you must also activate o04.
Instelling frequentie voedingsspanning o12 50 Hz 60 Hz
Service informatie
Uitlezing van waarde van extern stroomsignaal u06
Uitlezing van waarde van extern spanningssignaal u07
*) Deze instelling is alleen mogelijk als er een datacommunicatiemodule is geïnstalleerd in de regelaar.
Fabrieksinstelling Om terug te keren naar de fabrieksinstellingen moet u de volgende stappen volgen:
- Schakel de voedingsspanning uit
- Houdt beide toetsen ingedrukt terwijl de voedingsspanning er weer opgezet wordt
Para­meter
-
-
o10 0 4
011* 0 6
SW =1.2x
Min. Max.
°C
°C
mA
V
Geeft toegang tot het menu (of schakelt een alarm uit)
Geeft toegang tot wijzigingen
Slaat wijziging op
Voorbeelden Instellen van setpoint
1. Druk de twee toetsen gelijktijdig in
2. Selecteer met één van de toetsen de gewenste nieuwe waarde
3. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren
Uitlezen van de regelreferentie van de thermische motor
1. Druk op de onderste toets
(Na ongeveer 20 seconden gaat de regelaar automatisch terug naar het weergeven van de actuele temperatuur van de thermische motor)
Instellen van een parameter
1. Houdt de bovenste toets ingedrukt totdat een parameter zicht­baar wordt
2. "Blader" met behulp van de twee toetsen door het menu totdat de gewenste parameter verschijnt
3. Houdt beide toetsen ingedrukt totdat de parameterwaarde
zichtbaar wordt
4. Wijzig de waarde met behulp van de twee toetsen
5. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) | 2015-11
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 4
User Guide | Interface, EKC 366
Bedrijfstemperatuur van de thermische motor
Zonder extern signaal
De bedrijfstemperatuur wordt ingesteld op basis van één van de onderstaande graeken. Zoek de temperatuur voor de thermische motor welke correspondeert met de ge­wenste verdampingstemperatuur. Voer deze waarde in de regelaar in zoals aangegeven onder “Instellen van de tempe­ratuurreferentie van de thermische motor”.
CVQ KVQ
Met extern signaal
Als de klep bediend wordt aan de hand van een extern signaal moeten er twee instellingen worden gemaakt. Ten eerste de referentietemperatuur zoals hiernaast omschreven en ten tweede moet worden ingesteld hoeveel het externe signaal de tempe­ratuur in de thermische motor mag beïnvloeden. Deze waarde wordt ook afgelezen uit één van onderstaande graeken. De waarde wordt ingesteld in menu r06.
Als de waarde te laag wordt ingesteld is het voor de klep niet mogelijk volledig te openen of te sluiten.
TQ
De weergegeven lijnen in de graeken zijn bij benadering.
Voorbeeld CVQ type = 0-6 bar Koudemiddel = R717 Er is een constante verdampingstemperatuur of ingangsdruk aan de klep van -9°C (2 bar) gewenst. Volgens de CVQ graek komt dit overeen met een temperatuur voor de thermische motor van 80°C. Stel de basis temperatuurreferentie van de thermische motor in op 80°C. Als de thermische motor zijn bedrijfstemperatuur bereikt heeft kan het nodig zijn de instelling nog wat bij te stellen m.b.v. een manometer.
CVMQ
De twee kromme lijnen zoals weergegeven gelden bij een klepveerinstelling gelijk aan de fabrieksinstelling. Als de veerinstelling gewijzigd wordt naar een hogere druk zal de kromme lijn ook verschuiven corresponderend met een hogere temperatuur.
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) | 2015-11
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 5
User Guide | Interface, EKC 366
Data
Voedingsspanning
Stroomverbruik
Ingangssignaal
Thermische motor
Datacommunicatie
Omgevingstempera­tuur
Omkasting IP 20
Gewicht 300 g
Montage DIN rail
Display LED, 3 karakters
Klemmen max. 2.5 mm2 multicore
Keurmerken
24 V a.c. +/-15% 50/60 Hz, 80 VA (De voedingsspanning is galvanisch gescheiden van de in- en uitgangssignalen)
Regelaar Thermische motor
4-20 mA, 0-20 mA, 0-10V d.c. or 2-10 V d.c.
Ingang
Uitgang
Mogelijkheid voor het monteren van een datacommunicatiemodule
Tijdens bedrijf Tijdens transport
EU Low Voltage Directive en EMC eisen in over­eenstemming met CE-markering. LVD-getest volgens EN 60730-1 en EN 60730­2-9 EMC-getest volgens EN 50081-1 en EN 50082-2
5 VA 75 VA
Temperatuursignaal van sensor in thermische motor
Pulserend 24 V a.c. naar thermische motor
-10 - 55°C
-40 - 70°C
Bestellen
Type Functie Code No.
EKC 366 Interface module 084B7076
EKA 173A
EKA 173B
Kleppen: Zie catalogus RK0YG
Datacommunicatiemodule
(accessoires), (FTT 10 module)
Datacommunicatiemodule
(accessoires), (RS 485 module)
galvanisch geschieden
084B7092
084B7093
Aansluitingen
Noodzakelijke aansluitingen Klemmen:
25-26 Voedingsspanning 24 V a.c. 80 VA (KVQ 40VA) 17-18 Signaal van NTC sensor in de thermische motor 23-24 Voeding naar PTC weerstand in de thermische motor
Regelsignaal, indien van toepassing (zie ook o10) Klemmen: 15-16 Spanningssignaal of 18-19 Stroomsignaal
Datacommunicatie, indien van toepassing
Klemmen: 3-4 Alleen aansluiten als een datacommunicatiemodule is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat de installatie van de datacommunica­ tiekabel correct wordt gedaan. Zie separate literatuur Nr. RC8AC...
Datacommunicatie
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) | 2015-11
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 6
User Guide | Interface, EKC 366
Datacommunicatie
Deze pagina geeft een omschrijving van enkele mogelijkheden van een regelaar voorzien van datacommunicatiemodule.
Voorbeelden
Iedere regelaar is voorzien van een plug-in module, type EKA 173.
De regelaars worden met elkaar verbonden via een twee-aderige kabel.
Er kunnen maximaal 60 regelaars worden erbonden met één kabel
Deze kabel is ook verbonden met een gateway, type AKA
243.
De gateway regelt de com­municatie van en naar de regelaars.
Tevens worden temperatuur­waarden verzameld en alar­men ontvangen. In geval van alarm wordt een alarmrelais gedurende twee minuten geactiveerd
Indien u meer wilt weten over het bedienen van regelaars via de PC kunt u hiervoor additionele informatie aanvragen.
De gateway kan ook met een modem worden verbonden.
Bij een alarm van één van de regelaars, belt de gateway, via het modem, een vooraf te programmeren nummer (bijv. een service bedrijf ).
Bij het servicebedrijf staat ook een modem en een PC met AKM systeemsoftware.
De regelaars kunnen hiermee op afstand worden ingelezen en bediend.
Het programma kan bijv. één maal per dag de, in de gateway opgeslagen, tempe­ratuurwaarden ophalen.
Voorbeeld van menuweergave
• Metingen worden getoond in de linker kolom en instellin­gen in de rechter kolom.
• Het is ook mogelijk de para­meters te zien van de functies op pagina 3.
• Met een paar eenvoudige handelingen worden de waarden weergegeven in een graek.
• Eerdere temperatuurmetin­gen zijn terug te vinden in de historie.
Alarmen
Als de regelaar is uitgebreid met datacommunicatie is het mogelijk de urgentie van een door de regelaar verzonden alarm te deniëren.
De urgentie wordt gedeni­eerd door de instelling: 1, 2, 3 of 0. Bij een gegeven alarm geeft dat de volgende moge­lijkheden:
1 = Alarm Alarm op regelaaruitgang + DANBUSS bericht + uitgang DO2 op de mastergateway wordt geactiveerd.
2 = Bericht Er wordt alleen een DANBUSS bericht verstuurd.
3 = Alarm Als bij “1”, echter de DO2 uitgang op de master gateway wordt niet geactiveerd.
0 = Onderdrukte informatie Geen alarm en geen DANBUSS bericht.
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) | 2015-11
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 7
User Guide | Interface, EKC 366
Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alternations can be made without subsequential changes being necessary in specications already agreed. All trademarks in this material are property of the respecitve companies. Danfoss and Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved.
© Danfoss | DCS (ADAP-KOOL®) | 2015-11
DKRCI.PS.RP0.C1.10 | 8
Loading...