Compressor- of condensorcapaciteitregeling
EKC 331T
Handleiding
Introductie
Toepassing
De regelaar wordt toegepast voor capaciteitsregeling van compressoren of condensors in kleinere koelsystemen.
Voordelen
• Gepatenteerde neutrale zone regeling
• Sequentieel of cyclisch schakelen van capaciteitsstappen
Functies
• Regeling
Regelmogelijkheid tot maximaal vier relaisuitgangen. Regeling
vindt plaats aan de hand van het ingestelde setpoint dat wordt
vergeleken met een signaal afkomstig van een druktransmitter
(AKS 32R/33) of een temperatuur-sensor (AKS 21A/W)
• Relaismodule
Het is mogelijk de regelaar als een relaismodule te gebruiken
waarbij de stappen geschakeld worden d.m.v. een extern signaal (0-10 volt=).
• Alarmfunctie
Een relais schakelt in zodra een ingestelde alarmgrens wordt
overschreden.
• Digitale ingang
De digitale ingang kan worden gebruikt voor:
- Nachtstand waarbij de zuigdruk wordt verhoogd
- Warmteterugwinning waarbij de condensatiedruk wordt
verhoogd
- Externe start/stop van de regeling
- Monitoring van het beveiligingscicuit
• Omkeerfunctie
De regeling kan worden omgekeerd zodat de relais worden
ingeschakeld bij een dalende temperatuur in plaats van een
stijgende temperatuur.
• Mogelijkheid tot datacommunicatie
Display
Het signaal van een drukopnemer zal altijd omgezet
en getoond worden als een temperatuurwaarde.
Instellingen worden gemaakt als temperatuurwaarden.
Functie
Capaciteitsregeling
De ingeschakelde capaciteit wordt geregeld aan de hand van een
signaal van een druktransmitter of temperatuur-
sensor en het setpoint.
Rondom het setpoint is een instelbare neutrale zone waarin geen
capaciteit wordt in- of uitgeschakeld.
Rondom de neutrale zone (het gearceerde gedeelte genaamd
+zone en -zone) wordt capaciteit bij of afschakeld als de regeling
een verandering registreert welke zich verwijderd van de neutrale
zone. In- en uitschakelen
vindt plaats met de ingestelde tijdvertragingen. Als de druk/
temperatuur zich echter weer richting neutrale zone begeeft, zal
de regelaar geen capaciteit meer bij- afschakelen.
Als de druk/temperatuur buiten het gearceerde gedeelte komt
(genaamd ++ zone en — zone), wordt de inschakeltijd voor de
capaciteit versnelt.
Het inschakelen van de capaciteitsstappen kan naar wens
sequentieel of cyclisch verlopen.
2 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T
Sequentieel
De relais worden in volgorde ingeschakeld - eerst relais 1,
dan 2, etc.
Utschakeling gebeurd in de tegenovergestelde volgorde. Het
relais dat als laatste inschakelde, gaat als eerste uit.
Cyclisch
De relais zijn in deze situatie zodanig gekoppeld zodat de
bedrijfsuren van de individuele relais gelijk gehouden worden. Bij
iedere inschakeling scant de regelaar de timer van de individuele
relais en wordt het relais met de minste draaiuren ingeschakeld.
Bij iedere uitschakeling gebeurd hetzelfde. Het relais met de
meeste draaiuren wordt als eerste uitgeschakeld.
Rx = willekeurig relais
h = aatal uren
Als de installatie is uitgerust met 2 compressoren met elk 1
capaciteitsklep, moet de regelaars als volgt worden aangesloten:
Relais 1 en 3 voor de compressormotorschakelaars.
Relais 2 en 4 voor de capaciteitskleppen.
Relais 1 en 3 werken zodanig dat de bedrijfsuren van deze
relais gelijk blijven (bij cyclische keuze).
Relaismodule
De regelaar kan ook gebruikt worden als relaismodule waarbij de
relaisuitgangen worden geregeld via een extern spanningssignaal.
Het signaal moet aangesloten worden op klemmen 15-16
Afhankelijk van hoe het signaal gedenieerd wordt en het aantal
relais dat benodigd is, worden de relaisuitgangen gelijkmatig "verdeeld" over het signaal.
Een hysterese rond ieder in- en uitschakelpunt voorkomt dat een
relais wordt in- of uitgeschakeld wanneer dit niet zou moeten.
C = compressor, L = Unloader
EKC 331T Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 3
Functieoverzicht
Functie Para-
meter
Standaard display
Parameter bij bediening via
datacommunicatie
Standaard wordt het signaal van de drukopnemer/temperatuur sensor weergegeven. Als de
regelaar als relaismodule wordt gebruikt, wordt Uin weergegeven.
Drukregeling Referentie settings
Setpoint
Regeling wordt gebaseerd op de ingestelde waarde.
De instelling van het setpoint kan begrensd/vastgezet worden door parameters r02 en r03 in te
stellen.
(Druk beide toetsen tegelijk in om het setpoint te veranderen)
Neutrale zone
Rond het ingestelde setpoint is een neutrale zone. Zie ook pagina 2.
Start / stop regeling
Via deze instelling kan de regeling worden gestart en gestopt. Start / stop van de regeling kan
ook worden uitgevoerd met een extern potentiaal vrij contact aangesloten op de ingang “DI”.
Verschuiving van het referentie
Het ingestelde setpoint kan gewijzigd worden met een vaste waarde met behulp van een
signaal op de DI ingang. De regeling wordt dan gebaseerd op het ingestelde setpoint plus de
onder "r13" ingestelde waarde. Het resultaat wordt zichtbaar als u de onderste toets op het
frontpaneel indrukt.
(Zie ook Denitie van DI ingang).
Nachtverschuiving
OFF(0): Geen verschuiving van het referentie
ON(1): Wel verschuiving van het referentie (r13)
De totale referentie wordt weergegeven door de onderste knop in te drukken - Reference
Referentie begrenzing
De instelmogelijkheden voor het setpoint kunnen worden begrensd.
(Dit is ook van toepassing bij regeling met nachtverschuiving en zuigdrukoptimalisatie)
Max. toegestane referentie. r02 Max. reference
Min. toegestane referentie. r03 Min. reference
Correctie van de temperatuurmeting
De geregistreerde temperatuur kan gecorrigeerd worden. Deze functie kan gebruikt worden als
de sensorkabel te lang is.
Eenheid
Hier kan geselecteerd worden of de display de SI eenheden of US eenheden (°C en bar of °F en
Psig) weergeeft.
Instelling = 'C-b' geeft °C en bar
Instelling = 'F-P' geeft °F en Psig
Alle instellingen zijn in °C of °F, behalve o20 en o21 die in bar / PSIG worden weergegeven.
Capaciteit Capacity settings
Draaitijd
Om pendelen van compressoren te voorkomen moeten er schakeltijden worden ingesteld.
Pressure / Temp°C
- Set point°C
r01 Neutral zone
r12 Main switch
r13 Ref. oset
r27 NightSetBack
r04 Adjust sensor
r05
(In AKM wordt alleen °C en bar gebruikt,
ongeacht deze instelling)
Min. aantijd voor relais c01 Min.ON time
Min. tijd tussen twee inschakelacties van hetzelfde relais. c07 Recycle time
Koppelen (compressor en condensor)
In- en uitschakelen kan op drie manieren plaastvinden:
1. Sequentieel: Relais 1 wordt ingeschakeld, dan relais 2, etc. Het uitschakelen gebeurd in de
omgekeerde volgorde.
2. Cyclisch: Met deze instelling wordt een automatische draaitijdegalisatie verkregen. (Het relais
met de minste bedrijfsuren wordt het eerst ingeschakeld).
3. Cyclisch met capactiteitsstap: Deze functie kan alleen worden toegepast bij twee compressoren met ieder één capaciteitsstap. De compressoren worden aangesloten op relaisuitgang 1
en 3. De capaciteitsstappen op relaisuitgangen 2 en 4 (relais 1 en 2 behoren tot compressor 1,
relaisuitgang 3 en 4 tot compressor 2). de hierboven vermeldde "Min.aantijd voor relais" en "Min
recycle time" worden niet gebruikt bij de twee capaciteitsstappen.
De twee capacieitsstappen worden altijd uitgeschakeld voordat de compressoren worden
uitgeschakeld.
Capaciteitsstappen in- en uitschakelmodus
(Alleen in verband met in- en uitschakelmodus 3. Zie boven).
De relaisuitgangen kunnen ingesteld worden om in te schakelen bij vraag naar meer capaciteit
(instelling = no), of om juist uit te schakelen bij meer benodigde capaciteit (instelling = nc).
c08 Step mode
c09 Unloader
(switch on = 0)
(switch o = 1)
4 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T