Danfoss EKC 331T User guide [nl]

Compressor- of condensorcapaciteitregeling
EKC 331T
Handleiding
Introductie
Toepassing
De regelaar wordt toegepast voor capaciteitsregeling van com­pressoren of condensors in kleinere koelsystemen.
Voordelen
• Gepatenteerde neutrale zone regeling
• Sequentieel of cyclisch schakelen van capaciteitsstappen
Functies
• Regeling
Regelmogelijkheid tot maximaal vier relaisuitgangen. Regeling vindt plaats aan de hand van het ingestelde setpoint dat wordt vergeleken met een signaal afkomstig van een druktransmitter (AKS 32R/33) of een temperatuur-sensor (AKS 21A/W)
• Relaismodule
Het is mogelijk de regelaar als een relaismodule te gebruiken waarbij de stappen geschakeld worden d.m.v. een extern sig­naal (0-10 volt=).
Alarmfunctie Een relais schakelt in zodra een ingestelde alarmgrens wordt overschreden.
Digitale ingang De digitale ingang kan worden gebruikt voor:
- Nachtstand waarbij de zuigdruk wordt verhoogd
- Warmteterugwinning waarbij de condensatiedruk wordt verhoogd
- Externe start/stop van de regeling
- Monitoring van het beveiligingscicuit
• Omkeerfunctie
De regeling kan worden omgekeerd zodat de relais worden ingeschakeld bij een dalende temperatuur in plaats van een stijgende temperatuur.
• Mogelijkheid tot datacommunicatie
Display
Het signaal van een drukopnemer zal altijd omgezet en getoond worden als een temperatuurwaarde. Instellingen worden gemaakt als temperatuurwaarden.
Functie
Capaciteitsregeling
De ingeschakelde capaciteit wordt geregeld aan de hand van een signaal van een druktransmitter of temperatuur-
Rondom het setpoint is een instelbare neutrale zone waarin geen capaciteit wordt in- of uitgeschakeld. Rondom de neutrale zone (het gearceerde gedeelte genaamd +zone en -zone) wordt capaciteit bij of afschakeld als de regeling een verandering registreert welke zich verwijderd van de neutrale zone. In- en uitschakelen vindt plaats met de ingestelde tijdvertragingen. Als de druk/ temperatuur zich echter weer richting neutrale zone begeeft, zal de regelaar geen capaciteit meer bij- afschakelen. Als de druk/temperatuur buiten het gearceerde gedeelte komt (genaamd ++ zone en — zone), wordt de inschakeltijd voor de capaciteit versnelt. Het inschakelen van de capaciteitsstappen kan naar wens sequentieel of cyclisch verlopen.
2 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T
Sequentieel De relais worden in volgorde ingeschakeld - eerst relais 1, dan 2, etc. Utschakeling gebeurd in de tegenovergestelde volgorde. Het relais dat als laatste inschakelde, gaat als eerste uit.
Cyclisch De relais zijn in deze situatie zodanig gekoppeld zodat de bedrijfsuren van de individuele relais gelijk gehouden worden. Bij iedere inschakeling scant de regelaar de timer van de individuele relais en wordt het relais met de minste draaiuren ingeschakeld. Bij iedere uitschakeling gebeurd hetzelfde. Het relais met de
meeste draaiuren wordt als eerste uitgeschakeld.
Rx = willekeurig relais h = aatal uren
Als de installatie is uitgerust met 2 compressoren met elk 1 capaciteitsklep, moet de regelaars als volgt worden aangesloten: Relais 1 en 3 voor de compressormotorschakelaars. Relais 2 en 4 voor de capaciteitskleppen. Relais 1 en 3 werken zodanig dat de bedrijfsuren van deze relais gelijk blijven (bij cyclische keuze).
Relaismodule
De regelaar kan ook gebruikt worden als relaismodule waarbij de relaisuitgangen worden geregeld via een extern spanningssignaal. Het signaal moet aangesloten worden op klemmen 15-16 Afhankelijk van hoe het signaal gedenieerd wordt en het aantal relais dat benodigd is, worden de relaisuitgangen gelijkmatig "ver­deeld" over het signaal. Een hysterese rond ieder in- en uitschakelpunt voorkomt dat een relais wordt in- of uitgeschakeld wanneer dit niet zou moeten.
C = compressor, L = Unloader
EKC 331T Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 3
Functieoverzicht
Functie Para-
meter
Standaard display
Parameter bij bediening via
datacommunicatie
Standaard wordt het signaal van de drukopnemer/temperatuur sensor weergegeven. Als de regelaar als relaismodule wordt gebruikt, wordt Uin weergegeven.
Drukregeling Referentie settings
Setpoint
Regeling wordt gebaseerd op de ingestelde waarde. De instelling van het setpoint kan begrensd/vastgezet worden door parameters r02 en r03 in te stellen. (Druk beide toetsen tegelijk in om het setpoint te veranderen)
Neutrale zone
Rond het ingestelde setpoint is een neutrale zone. Zie ook pagina 2.
Start / stop regeling
Via deze instelling kan de regeling worden gestart en gestopt. Start / stop van de regeling kan ook worden uitgevoerd met een extern potentiaal vrij contact aangesloten op de ingang “DI”.
Verschuiving van het referentie
Het ingestelde setpoint kan gewijzigd worden met een vaste waarde met behulp van een signaal op de DI ingang. De regeling wordt dan gebaseerd op het ingestelde setpoint plus de onder "r13" ingestelde waarde. Het resultaat wordt zichtbaar als u de onderste toets op het frontpaneel indrukt. (Zie ook Denitie van DI ingang).
Nachtverschuiving OFF(0): Geen verschuiving van het referentie ON(1): Wel verschuiving van het referentie (r13)
De totale referentie wordt weergegeven door de onderste knop in te drukken - Reference
Referentie begrenzing
De instelmogelijkheden voor het setpoint kunnen worden begrensd. (Dit is ook van toepassing bij regeling met nachtverschuiving en zuigdrukoptimalisatie)
Max. toegestane referentie. r02 Max. reference
Min. toegestane referentie. r03 Min. reference
Correctie van de temperatuurmeting
De geregistreerde temperatuur kan gecorrigeerd worden. Deze functie kan gebruikt worden als de sensorkabel te lang is.
Eenheid
Hier kan geselecteerd worden of de display de SI eenheden of US eenheden (°C en bar of °F en Psig) weergeeft. Instelling = 'C-b' geeft °C en bar Instelling = 'F-P' geeft °F en Psig
Alle instellingen zijn in °C of °F, behalve o20 en o21 die in bar / PSIG worden weergegeven.
Capaciteit Capacity settings
Draaitijd
Om pendelen van compressoren te voorkomen moeten er schakeltijden worden ingesteld.
Pressure / Temp°C
- Set point°C
r01 Neutral zone
r12 Main switch
r13 Ref. oset
r27 NightSetBack
r04 Adjust sensor
r05
(In AKM wordt alleen °C en bar gebruikt, ongeacht deze instelling)
Min. aantijd voor relais c01 Min.ON time
Min. tijd tussen twee inschakelacties van hetzelfde relais. c07 Recycle time
Koppelen (compressor en condensor) In- en uitschakelen kan op drie manieren plaastvinden:
1. Sequentieel: Relais 1 wordt ingeschakeld, dan relais 2, etc. Het uitschakelen gebeurd in de omgekeerde volgorde.
2. Cyclisch: Met deze instelling wordt een automatische draaitijdegalisatie verkregen. (Het relais met de minste bedrijfsuren wordt het eerst ingeschakeld).
3. Cyclisch met capactiteitsstap: Deze functie kan alleen worden toegepast bij twee compres­soren met ieder één capaciteitsstap. De compressoren worden aangesloten op relaisuitgang 1 en 3. De capaciteitsstappen op relaisuitgangen 2 en 4 (relais 1 en 2 behoren tot compressor 1, relaisuitgang 3 en 4 tot compressor 2). de hierboven vermeldde "Min.aantijd voor relais" en "Min recycle time" worden niet gebruikt bij de twee capaciteitsstappen. De twee capacieitsstappen worden altijd uitgeschakeld voordat de compressoren worden uitgeschakeld.
Capaciteitsstappen in- en uitschakelmodus
(Alleen in verband met in- en uitschakelmodus 3. Zie boven). De relaisuitgangen kunnen ingesteld worden om in te schakelen bij vraag naar meer capaciteit (instelling = no), of om juist uit te schakelen bij meer benodigde capaciteit (instelling = nc).
c08 Step mode
c09 Unloader
(switch on = 0) (switch o = 1)
4 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T
Instelling van de neutrale zone regeling
Bandbreedte boven de neutrale zone c10 + Zone K
Tijdvertraging voor inschakelen van stappen boven de neutrale zone c11 + Zone m
Tijdvertraging voor inschakelen van stappen boven de '+ Zone band' . c12 + + Zone s
Bandbreedte onder neutrale zone c13 - Zone K
Tijdvertraging voor uitschakelen van stappen onder de neutrale zone c14 - Zone m
Tijdvertraging voor uitschakelen van stappen onder de '- Zone band' c15 - - Zone s
Handbediening compressorcapaciteit
Hier kan de compressorcapaciteit worden ingesteld wanneer de handbediening is geactiveerd. (c01 en c07 zijn nog steeds van toepassing)
Handbediening
Handbediening van de compressorcapaciteit wordt hier ingeschakeld. Als deze instelling op ON wordt gezet, zal de capaciteit van parameter ‘c31’ worden ingescha­keld.
Alarm Alarm settings
De regelaar kan alarm geven in diverse situaties. In geval van alarm gaan alle LED's op het front­paneel van de regelaar, knipperen en het alarmrelais wordt bekrachtigd.
Bovenste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk/temperatuur het 'hoge druk/temperatuur' alarm moet inkomen. Deze waarde is een absolute waarde. Zie ook noodprocedure op pagina 7.
Onderste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk/temperatuur het 'lage druk/temperatuur' alarm moet inkomen. Deze waarde is een absolute waarde. Zie ook noodprocedure op pagina 7.
Alarmvertraging
Als één van de twee grenswaarden wordt overschreden treedt er een tijdfunctie in werking. Het alarm wordt actief als de hier ingestelde tijdvertraging is verstreken. De tijdvertraging wordt ingesteld in minuten.
Druk de bovenste toets op het frontpaneel kort in om een alarm te bevestigen en de alarmcode zichtbaar te maken in het display.
c31 ManualCap %
c32 ManualCap
- Capacity % Uitlezing ingeschakelde comp. cap.
A10 Max. Al. limit
A11 Min. Al. limit
A03 Alarm delay
Reset alarm Deze functie reset alle alarmen indien
ingesteld in pos."ON".
Met datacommunicatie kan de prioriteit van de individuele alarmen worden gede­nieerd. De instelling wordt gedaan in het "alarmbestemmingen" menu.
Diversen Miscellaneous
Extern signaal
Hier stelt u in welk signaal aangesloten wordt op de regelaar.
0: Geen signaal/regeling gestopt (display laat "OFF" zien)
1: 4-20 mA van druktransmitter voor compressorregeling 2: 4-20 mA van druktransmitter voor condensorregeling 3: Druktransmitter, type AKS 32R voor compressorregeling 4: Druktransmitter, type AKS 32R voor condensorregeling 5: 0-10 V van externe regeling 6: 0-5 V van externe regeling 7: 5-10 V van externe regeling
8: Pt1000 Ohm temperatuursensor voor compressorregeling 9: Pt1000 Ohm temperatuursensor voor condensorregeling 10: PTC1000 Ohm temperatuursensor voor compressorregeling 11: PTC1000 Ohm temperatuursensor voor condensorregeling
Aantal relais
Er kunnen maximaal vier relais worden gebruikt, afhankelijk van de toepassing. Dit aantal moet worden ingesteld in de regelaar. (De relaisuitgangen worden altijd gebruikt sequentieel gescha­keld).
Werkgebied van druktransmitter
Het werkgebied van de gebruikte druktransmitter moet worden ingesteld in de regelaar (bijv.: -1 tot 12 Bar). De waarden moeten in Bar ingesteld worden als de weergave in °C is geselecteerd en in psig als °F is geselecteerd.
Min. waarde o20 Min. Trs. pres
Max. waarde o21 Max Trs. pres
o10 Application mode
o19 Number of steps
Als de twee waarden vanuit AKM ingesteld worden, moeten ze in Bar worden ingesteld
EKC 331T Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 5
Gebruik van DI ingang
De digitale ingang kan verbonden worden aan een contact met één van de volgende functies: Instelling / functie: 0: DI ingang wordt niet gebruikt 1: Setpoint wijzigt als contact is ingeschakeld 2: Regeling wordt gestart en gestopt bij respectievelijk in- en uitschakelen van het contact. 3: Monitoren van het beveiligingscircuit van de compressor. Zodra het contact wordt verbroken,
worden alle relaisuitgangen meteen uitgeschakeld. Op hetzelfde moment wordt er een alarm
gegenereerd.
o22 Di control
Bedrijfsuren
Het aantal bedrijfsuren van de vier relais kan worden uitgelezen in de volgende menu's. De uitgelezen waarde wordt vermenigvuldigd met factor 1000 om het aantal uren te verkrijgen. Bij 99,9 uren stopt de teller en moet de display op nul worden gezet. Er wordt géén alarm of foutmelding gegeven als de teller 99,9 heeft bereikt.
Bedrijfstijd relais nummer 1 o23 DO 1 run hour
Bedrijfstijd relais nummer 2 o24 DO 2 run hour
Bedrijfstijd relais nummer 3 o25 DO 3 run hour
Bedrijfstijd relais nummer 4 o26 DO 4 run hour
Koudemiddelinstelling
Voordat de koeling gestart kan worden, moet het koudemiddel geselecteerd zijn. U kunt hier kiezen uit de volgende koudemiddelen: 1=R12. 2=R22. 3=R134a. 4=R502. 5=R717. 6=R13. 7=R13b1. 8=R23. 9=R500. 10=R503. 11=R114. 12=R142b. 13=User dened. 14=R32. 15=R227. 16=R401A. 17=R507. 18=R402A. 19=R404A. 20=R407C. 21=R407A. 22=R407B. 23=R410A. 24=R170. 25=R290. 26=R600. 27=R600a. 28=R744. 29=R1270. 30=R417A, 31=R422A. 32=R413A. 33=R422D. 34=R427A. 35=R438A. 36=XP10. 37=R407F. (Waarschuwing: Foutieve selectie van het koudemiddel kan beschadiging van de compressor tot gevolg hebben).
Handmatige bediening
Vanuit dit menu kunnen de relaisuitgangen handmatig in- en uitgeschakeld worden. OFF
betekent geen handbediening, maar een nummer tussen 1 en 4 zal het bijbehorende relais inschakelen. De andere relais zullen uitgeschakeld zijn.
Frequentie
Instelling voor de netfrequentie
Datacommunicatie
Is de regelaar voorzien van datacommunicatie en ingebouwd in een netwerk dan moet de regelaar een adres krijgen. Deze instellingen kunnen alleen plaatsvinden als een datacommunicatiemodule is geplaatst in de regelaar en de datacommunicatiekabel is aangesloten. Voor installatie van de datacommunicatiekabel zie document "RC.8A.C”.
Een adres kan ingesteld worden tussen 1 en 60 o03
Het adres wordt automatisch naar de gateway gestuurd zodra dit menu in positie "ON" wordt gezet. (Deze instelling keert automatisch terug naar "O" na een paar seconden).
(In de AKM software is deze waarde niet vermenigvuldigd)
o30 Refrigerant
o18
o12 50/60 Hz
(50=0, 60=1)
M.b.v een datacommunicatiemodule kan de regelaar opgelijke wijze behandelt worden als andere regelaars in de ADAP-
KOOL® groep.
o04
Toegangscode
De instellingen in de regelaar kunnen beveiligd worden met een numerieke code (voer een
getal in tussen 0 en 100). In de stand "OFF" is de regelaar niet beveiligd.
Koelen of verwarmen
Koelen: De relais worden ingeschakeld als de temperatuur hoger ligt dan de referentie. Verwarmen: De relais worden ingeschakeld als de temperatuur lager ligt dan de referentie.
o05
o07 Refg./Heat
6 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T
Bedieningsstatus
Er kunnen zich regelsituaties voordoen waarbij de regelaar staat te wachten voor de volgende
stap in de regeling. Om deze ‘waarom gebeurt er niets?’ situaties zichtbaar te maken volstaat het
om de bovenste druktoets kort (1sec) in te drukken. Hierdoor wordt de bedieningsstatus weer­gegeven in het display. Is er echter een alarm, dan wordt de alarmstatus weergegeven in het display i.p.v. de bedieningsstatus. De individuele statuscodes hebben de volgende betekenis:
EKC state Ctrl state (0 = regeling)
S2: Als een relais ingeschakeld is, moet het ingeschakeld blijven voor minimaal "x" minuten (zie C01)
S5: Een relais mag niet opnieuw inschakelen binnen een "x" aantal minuten (zie C07) 5
S8: Het volgende relais mag niet inschakelen voordat er "x" minuten zijn verstreken (zie C11 ­C12)
S9: Het volgende relais mag niet inschakelen voordat er 'x' minuten zijn verstreken (zie C14 ­C15)
S10: Regeling is gestopt door intene of externe start / stop. 10
S20: Nood regeling 20
S25: Handbediening van uitgangen 25
PS: Wachtwoord vereist. Stel wachtwoord in. PS
Alarmmeldingen Alarms
A1: Hoge temperatuur alarm (zie A10) High temp. alarm
A2: Lage temperatuur alarm (zie A11) Low temp. alarm
A11: Er is geen koudemiddel geselecteerd (zie o30) RFG not selected
A12: Regeling is gestopt door onderbroken signaal op de DI ingang DI Alarm
A45: Regeling gestopt door instelling of met externe schakeling A45 Stand by
E1: Fout in de regelaar Controller fault
E2: Regelsignaal buiten bereik (kortgesloten/onderbroken) Out of range
Onderhoud
2
8
9
u07: Spanningssignaal op de analoge ingang
u10: Status op de DI ingang
u15: Status op relaisuitgang DO1
u25: Signaal op ingang druktransmitter (bar / PSIG)
u58: Status op relaisuitgang DO2
u59: Status op relaisuitgang DO3
u60: Status op relaisuitgang DO4
u62: Status op relaisuitgang "alarm"
Waarschuwing ! Directe start van compressoren *
Ter voorkoming van compressorschade moeten parameters c01 en c07 worden ingesteld volgens de specicaties van de fabrikant. Of in het algemeen:
- Hermetische compressoren: c07 = 5 minuten
- Semi-hermetische compressoren: c07 = 8 minuten en c01 = 2 tot 5 minuten (motor 5 tot 15 kW) *) Bij een directe aansturing van de magneetklep behoeven parameters c01 en c02 niet te worden ingesteld.
Noodprocedure
Als de regelaar onregelmatigheden ontdekt in de geregistreerde signalen wordt er een noodprocedure opgestart:
Compressorregeling:
- Als het signaal van de druktransmitter kleiner wordt dan gezien de regeling nodig is, zal de regelaar overgaan op een regeling uit­gaande van een gemiddelde van de in de laatste 60 minuten gehanteerde capaciteit. De ingeschakelde capaciteit zal op deze manier langzaam aan steeds minder worden met het verstrijken van de tijd.
- Als het signaal voor de zuigdruk kleiner wordt dan de ingestelde waarde van A11, wordt de capaciteit onmiddelijk
uitgeschakeld.
Condensorregeling:
- Als het signaal van de temperatuur/drukopnemer kleiner wordt dan gezien de regeling nodig is, of de condensatiedruk wordt hoger
dan ingesteld in menu A10, zal de gehele capaciteit onmiddellijk worden ingeschakeld.
EKC 331T Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 7
Bediening Menuoverzicht
Overzicht
De waarden worden weergegeven met drie cijfers en afhankelijk van de instelling in °C of in °F.
Licht-emitterende diodes (LED) op frontpaneel
Op het frontpaneel bevinden zich LED’s die oplichten wanneer het
bijbehorende relais bekrachtigd is.
Alle drie de LED’s gaan knipperen als er een fout in de regeling is
opgetreden. In deze situatie kan de foutcode opgevraagd worden in het dis­play en het alarm wordt bevestigd door kort de bovenste druk­toets in te drukken.
De regelaar kan de volgende berichten weergeven:
E1
Foutmelding
E2
A1
A2 Lage druk alarm
A11 Geen koudemiddel geselecteerd
Alarmbericht
A12
A45 Regeling gestopt
PS Wachtwoord vereist.
Fouten in de regelaar
Regeling buiten het ingestelde bereik of er is geen regelsignaal.
Hoge druk alarm
Regeling is gestopt door een onderbroken signaal van de DI ingang
Druktoetsen
Het veranderen van een instelling geschiedt met behulp van de twee druktoetsen. De bovenste toets zorgt voor een hogere waarde en de onderste toets voor een lagere waarde van de betreende instelling. Voordat een waarde veranderd kan worden moet er echter eerst toegang worden verschaft tot het menu. Houdt voor toegang tot het menu de bovenste druktoets een aan­tal seconden ingedrukt totdat de eerste parametercode zichtbaar wordt. Zoek de parameter die u wilt wijzigen en druk gelijktijdig beide druktoetsen in. De wijziging van de betreende parameter wordt opgeslagen door nogmaals beide toetsen gelijktijdig in te drukken.
Geeft toegang tot het menu
Geeft toegang tot wijzigingen
Slaat wijziging op
(of schakelt een alarm uit)
Voorbeelden
Instellen van het setpoint
1. Druk de twee toetsen gelijktijdig in
2. Selecteer met één van de toetsen de gewenste nieuwe waarde
3. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren
Instellen van een parameter
1. Houdt de bovenste toets ingedrukt totdat een parameter zichtbaar wordt
2. "Blader" met behulp van de twee toetsen door het menu totdat de gewenste parameter verschijnt
3. Houdt beide toetsen ingedrukt totdat de parameterwaarde zichtbaar wordt
4. Wijzig de waarde met behulp van de twee toetsen
5. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te
bewaren
SW: 2.0x
Functie
Standaard weergave
Weergave temperatuursensor / druktransmitter
Referentie
Setpoint van regeling
Neutrale zone r01 0,1 K 20 K 4.0
Correctie van sensorsignaal r04 -20 K 20 K 0.0 Selecteer SI of US display: 0=SI (bar/°C). 1=US (Psig/°F) Start/stop regeling (0=o) r12 0 1 0
Referentieverschuiving bij signaal op DI ingang r13 -50 K 50 K 0
Begrenzing: Bovengrens instelling/referentie r25 -50°C 170°C 50°C
Begrenzing: Ondergrens instelling/referentie r26 -60°C 50°C -60°C
Verschuiving van referentie (ON=actieve “r13”) r27 O On O
Capaciteit
Minimale aantijd voor relais c01 0 min. 30 min 2 Min. tijd tussen opeenvolgende schakelactie van relais Denitie van regelmethode 1: Sequentieel 2: Cyclisch 3: Cyclisch met capaciteitsstappen Als regelmetode 2 geselecteerd is kunnen de relais voor de capaciteitsstapen ook worden gedenieerd: no: Inschakelen bij meer capaciteitsvraag nc: Uitschakelen bij meer capaciteitsvraag
Instelling voor + zone c10 0,1 K 20 K 3
Instelling voor + zone minuten c11 0,1 min. 60 min. 2
Instelling voor ++ zone seconden c12 1 s 180 s 30
Instelling voor - zone c13 0,1 K 20 K 3
Instelling voor - zone minuten c14 0,1 min. 60 min. 1
Instelling voor - - zone seconden c15 1 s 180 s 30
Handbediende compressorcapaciteit. Zie ook 'c32'.
Handbediening compressorcapaciteit (Als op
ON, zal de in 'c31' ingestelde waarde worden
gebruikt)
Alarm
Alarm vertraging A03 1 min. 90 min. 30
Bovenste alarmgrens (absolute waarde) A10 -60 °C 170 °C 50
Onderste alarmgrens (absolute waarde)
Diversen
Regelaaradres
Aan/uit schakelaar (service-pin bericht)
Toegangscode
Omkeerfunctie (HE: verwarming aan relais = aan) o07 rE HE rE
Denitie ingangssignaal en applicatie: 0: geen signaal / regeling gestopt 1: 4-20 mA druktransmitter - compressor reg. 2: 4-20 mA druktransmitter - condenser reg. 3: AKS 32R druktransmitter - compressor reg. 4: AKS 32R druktransmitter - condenser reg. 5: 0 - 10 V relaismodule 6: 0 - 5 V relaismodule 7: 5 - 10 V relaismodule 8: Pt 1000 ohm sensor - compressor reg. 9: Pt 1000 ohm sensor - condenser reg. 10: PTC 1000 ohm sensor - compressor reg. 11: PTC 1000 ohm sensor - condenser reg.
Instelling netspanningfrequentie
Para­me-
Min. Max.
ter
-
- -60 °C 170 °C 3
r05 c-b F-P c-b
c07 0 min. 60 min. 4
c08 1 3 1
c09 no nc no
c31 0% 100% 0%
c32 O On O
A11 -60 °C 120 °C -60
o03* 1 240 0
o04* - - -
o05 o(-1) 100 -
o10 0 11 0
o12 50 Hz 60 Hz 50
Fab.
instel.
°C -
Wordt vervolgd
8 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T
Handmatige bediening van "x" relais
Aantal relaisuitgangen o19 1 4 4
Werkbereik druktransmitter - min. waarde o20 -1 bar 5 bar -1
Werkbereik druktransmitter - max. waarde o21 6 bar 199 bar 12 Denitie DI ingang: 0: Niet in gebruik 1: Contact verschuift referentie 2: Contact start en stopt regeling
3: Onderbroken signaal schakelt alle capaciteit uit
+ genereert alarm Bedrijfstijd van relais 1 (waarde maal 1000) o23 0 h 99,9 h 0
Bedrijfstijd van relais 2 (waarde maal 1000) o24 0 h 99,9 h 0
Bedrijfstijd van relais 3 (waarde maal 1000) o25 0 h 99,9 h 0
Bedrijfstijd van relais 4 (waarde maal 1000)
Selectie van koudemiddel 1=R12. 2=R22. 3=R134a. 4=R502. 5=R717. 6=R13. 7=R13b1. 8=R23. 9=R500. 10=R503. 11=R114. 12=R142b. 13=User dened. 14=R32. 15=R227. 16=R401A. 17=R507. 18=R402A. 19=R404A. 20=R407C. 21=R407A. 22=R407B. 23=R410A. 24=R170. 25=R290. 26=R600. 27=R600a. 28=R744. 29=R1270. 30=R417A.
31=R422A. 32=R413A. 33=R422D. 34=R427A. 35=R438A. 36=XP10. 37=R407F.
*) Deze instelling is alleen mogelijk indien de regelaar is voorzien van een datacom­municatiemodule.
o18 0 4 0
o22 0 3 0
o26 0 h 99,9 h 0
o30 0 37 0
Onderhoud
Spanning op de analoge ingang u07
Status op de DI ingang u10
Status op relaisuitgang DO1 u15
Signaal op ingang druktransmitter (bar / PSIG) u25
Status op relaisuitgang DO2 u58
Status op relaisuitgang DO3 u59
Status op relaisuitgang DO4 u60
Status op relaisuitgang "alarm" u62
Fabrieksinstelling
Om terug te keren naar de fabrieksinstellingen moet u de volgende stapen volgen:
- Schakel de voeding uit
- Houdt beide toetsen ingedrukt terwijl de voeding er weer opgezet wordt
Data
Voedingsspaning 230 V a.c. +/-15% 50/60 Hz, 5 VA
Druktransmitter*) met 4-20 mA of temperatuursensor Pt 1000 ohm of
Ingangssignaal
Relaisuitgang 4 st. SPST
Alarmrelais 1 st. SPST
Datacommunicatie
Omgeving
Omkasting IP 20
Gewicht 300 g
Montage DIN rail
Display LED, 3 karakters
Klemmen max. 2.5 mm2
Keumerken
temperatuursensor PTC 1000 ohm of spanningssignaal (0 - 5 V, 0 - 10 V of 5 - 10 V)
Digitale ingang naar externe contactfunctie
AC-1: 4 A (ohms) AC-15: 3 A (inductief)
AC-1: 4 A (ohms) AC-15: 1 A (inductief)
Mogelijkheid voor het aansluiten van een datacommunicatiemodule
-10 - 55°C, tijdens bedrijf
-40 - 70°C, tijdens transport
20 - 80% Rh, niet gecondenseerd
Geen schokken / vibraties
EU Low voltage Directive en EMC eisen in ove­rensstemming met CE-markering. LVD-getest volgens EN 60730-1 en EN 60730­2-9 EMC-getest volgens EN 61000-6-3 en EN 61000-4-(2-6,8,11)
Bestellen
Type Functie Code Nr.
EKC 331T
EKA 175
Capaciteitsregelaar
Datacommunicatiemodule (accesoire),(RS485 module)
084B7105
084B8579
*) Druktransmitter
Als druktransmitter kan eenAKS 3000 of AKS 33 gebruikt worden. (AKS 33 heeft een hogere nauwkeurigheid dan AKS 3000). Het is ook mogelijk om een AKS 32R te gebruiken.
Zie catalogus RK0YG……..
EKC 331T Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 9
Aansluitingen
Noodzakelijke aansluitingen
Klemmen: 25-26 Voedingsspanning 230 V a.c. 3- 10 Relais aansluitingen nr. 1, 2, 3 en 4 12-13 Alarmrelais
Er is een verbinding tussen klemmen 12 en 13 in geval van
een alarm en als de voedingsspanning wegvalt. Regelsignaal (zie ook parameter o10) Klemmen: 14-16 Spanningssignaal van AKS 32R of 17-18 Stroomsignaal van AKS 3000 of AKS 33 of 15-16 Sensorsignaal van AKS 21 of 15-16 Spanningssignaal van externe regeling.
Externe contactfunctie, indien toegepast
19-20 Contactfunctie voor verschuiven van de referentie of start/
stop van de regeling of monitoren van beveiligingscircuit.
Datacommunicatie,indien toegepast
21-22 Alleen beschikbaar indien een communicatiekaart is geïn-
stalleerd. Het is belangrijk dat de installatie van de datacommuni­catiekabel correct wordt uitgevoerd. Zie hiervoor handlei-
ding Nr. RC8AC...
Zwart
Bruin
Blauw
Datacommunicatie
10 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T
EKC 331T Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 11
Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alternations can be made without subsequential changes being necessary in specications already agreed. All trademarks in this material are property of the respecitve companies. Danfoss and Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved.
12 Manual RS8CU510 © Danfoss 08-2012 EKC 331T
ADAP-KOOL®
Loading...