REFRIGERATION AND
AIR CONDITIONING
Compressor- of
condensorcapaciteitsregeling
EKC 331
Handleiding
Introductie
Toepassing
De regelaar wordt toegepast voor capaciteitsregeling van compressoren of condensors in kleinere koelsystemen.
Voordelen
• Gepatenteerde neutrale zone regeling
• Sequentieel of cyclisch schakelen van capaciteitsstappen
Functies
• Regeling
Regelmogelijkheid tot maximaal vier relaisuitgangen. Regeling
vindt plaats aan de hand van het ingestelde setpoint dat wordt
vergeleken met een signaal afkomstig van een druktransmitter.
• Relaismodule
Het is mogelijk de regelaar als een relaismodule te gebruiken
waarbij de stappen geschakeld worden d.m.v. een extern signaal (0-10 volt).
• Alarmfunctie
Een relais schakelt in zodra een ingestelde alarmgrens wordt
overschreden.
• Digitale ingang
De digitale ingang kan worden gebruikt voor:
- Nachtstand waarbij de zuigdruk wordt verhoogd
- Warmteterugwinning waarbij de condensatiedruk wordt
verhoogd
- Externe start/stop van de regeling
Functie
Capaciteitsregeling
De ingeschakelde capaciteit wordt geregeld aan de hand van een
signaal van een druktransmitter en het setpoint.
Rondom het setpoint is een instelbare neutrale zone waarin geen
capaciteit wordt in- of uitgeschakeld.
Rondom de neutrale zone (het gearceerde gedeelte genaamd
+zone en -zone) wordt capaciteit bij of afgeschakeld als de regeling een drukverandering registreert welke zich verwijderd van de
neutrale zone. In- en uitschakelen vindt plaats met de ingestelde
tijdvertragingen.
Als de druk zich echter weer richting neutrale zone begeeft zal de
regelaar geen capaciteit meer bij- of afschakelen.
De grootte van de +zone en -zone is identiek en is constant 0.7
maal de ingestelde waarde van de neutrale zone.
Als de druk buiten het gearceerde gedeelte komt (genaamd
++zone en --zone), wordt de inschakeltijd voor de capaciteit
versnelt door de ingestelde tijdvertragingen te reduceren met een
factor 0.3.
Het inschakelen van de capaciteitsstappen kan naar wens sequentieel of cyclisch verlopen.
Relaismodule
De regelaar kan ook gebruikt worden als relaismodule waarbij de
relaisuitgangen worden geregeld via een extern spanningssignaal.
Afhankelijk van hoe het signaal gedefi nieerd wordt en het aantal
relais dat benodigd is, worden de relaisuitgangen gelijkmatig "verdeeld" over het signaal.
Een hysterese rond ieder in- en uitschakelpunt voorkomt dat een
relais wordt in- of uitgeschakeld wanneer dit niet zou moeten.
2 Handleiding RS.8A.G2.10 © Danfoss 08/2001 EKC 331
Functieoverzicht
Funktie Para-
meter
Standaard display
Standaard wordt het signaal van de druktransmitter weergegeven. Als de regelaar
gebruikt wordt als relaismodule wordt uin weergegeven in het display.
Drukregeling Reference
Setpoint
Regeling wordt gebaseerd op de ingestelde waarde
(Druk beide toetsen gelijktijdig in om het menu in te stellen.)
Neutral zone
Rond het ingestelde setpoint is een neutrale zone. Zie ook pagina 2.
Verschuiving van het setpoint
Het ingestelde etpoint kan gewijzigd worden met een vaste waarde met behulp van
een signaal op de DI ingang. De regeling wordt dan gebaseerd op het ingestelde
setpoint plus de onder "r13" ingestelde waarde.
Het resultaat wordt zichtbaar als u de onderste toets op het frontpaneel indrukt. (Zie
ook Defi nitie van DI ingang).
Begrenzing setpoint instellen
Het instelbreik van het setpoint kan begrenst worden om te vookomen dat er per
ongeluk een te hoge of te lage waarde wordt ingesteld wat tot schade van het
systeem kan leiden. Door deze instelling kan het setpoint alleen tussen deze twee
waarden worden ingesteld.
Max. toegestane setpoint r02 Max. set point
Min. toegestane setpoint r03 Min. set point
Drukeenheid
Hier kunt u instellen of de regelaar de druk in bar of in psig moet weergeven.
(Als psig wordt geselecteerd moeten de instellingen ook volgens psig worden ingevoerd.)
Alarm Alarm settings
De regelaar kan alarm geven in diverse situaties. In geval van alarm gaan alle LED's op
het frontpaneel van de regelaar, knipperen en het alarmrelais wordt bekrachtigd.
Bovenste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk het "hoge druk" alarm moet inkomen. Deze waarde is een
absolute waarde.
Zie ook noodprocedure op pagina 5.
Onderste alarmgrens
Hier stelt u in bij welke druk het "lage druk" alarm moet inkomen. Deze waarde is een
absolute waarde.
Zie ook noodprocedure op pagina 5.
Alarmvertaging
Als één van de twee grenswaarden wordt overschreden treedt er een tijdfunctie in
werking. Het alarm wordt pas actief als de hier ingestelde tijdvertraging is verstreken.
De tijdvertraging wordt ingesteld in seconden
Druk de bovenste toets op het frontpaneel kort in om een alarm te bevestigen en de
alarmcode zichtbaar te maken in het display.
Parameter bij bediening via datacommunicatie
Pressure
- Press. set point
r01 Neutral zone
r13 Pressure off set
Reference
r05 Unit
bar=0
psig=1
(I AKM wordt aleen bar gebruikt
ongeacht de instelling)
A10 Max. pressure
A11 Min. pressure
A03 Alarm delay
Reset alarm
Deze functie reset alle allarmen indien
ingesteld in pos. "ON".
Alarm relay
Hier leest u de status af van het alarmrelais.
("ON" geeft aan dat er een alarm is)
Met datacommunicatie kan de
prioriteit van de indivduele alarmen
worden gefefi nieerd. De insteling
wordt gedaan in het "alarmbestemmingen" menu. Zie ook pagina 8.
EKC 331 Handleiding RS.8A.G2.10 © Danfoss 08/2001 3