Danfoss ECflex Verwarming Toepassingen Operating guide [nl]

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE
Installatiehandleiding
ECflex Verwarming Toepassingen
EFSIC EFTPC
www.EH.danfoss.com
Danfoss A/S is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud.
© 2012 Copyright Danfoss A/S
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

Index

1 Inleiding ............................................... 3
1.1 Veiligheidsinstructies .................................... 5
1.2 Installatierichtlijnen ..................................... 7
1.3 Systeemoverzicht ....................................... 8
1.4 Functioneel overzicht .................................... 8
2 Stapsgwijze installatie ....................................... 9
2.1 Bevestigingsmethoden ................................... 9
2.2 De HoH-afstand berekenen ................................. 10
2.3 De installatie plannen .................................... 11
2.4 Het installatieoppervlak voorbereiden ........................... 11
3 Elementen installeren ....................................... 11
3.1 Verwarmingselementen installeren ............................ 12
4 Toepassingen binnenshuis .................................... 13
4.1 Vloerverwarming in dunne onderlagen .......................... 14
4.2 Vloerverwarming in balkenvloerconstructies ....................... 15
4.3 Vloerverwarming met EFCI DRY .............................. 16
4.4 Vloerverwarming in betonvloeren ............................. 18
5 Toepassingen buitenshuis .................................... 19
5.1 Het sneeuwvrij houden van grondoppervlakken ..................... 20
5.2 Vorstbescherming voor leidingen ............................. 22
6 De installatie voltooien ...................................... 24
7 Optionele instellingen ....................................... 25
7.1 Temperatuurinstellingen voor de vloer .......................... 25

1 Inleiding

In deze installatiehandleiding verwijst het woord "ele­ment" naar verwarmingskabels.
Neem voor andere toepassingen contact op met een verkoopkantoor bij u in de buurt.
De beoogde toepassingen voor de verwarmingsele­menten die in deze installatiehandleiding worden be­sproken, worden hieronder beschreven.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
3
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Vloerverwarming in dunne onderlaag (<3 cm)
- zie hoofdstuk 4.1.
Vloerverwarming met EFCI DRY
- zie hoofdstuk 4.3.
Vloerverwarming in balkenvloerconstructies
- zie hoofdstuk 4.2.
Vloerverwarming in betonvloeren (> 3 cm)
- zie hoofdstuk 4.4.
Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondopper­vlakken
- zie hoofdstuk 5.1.
4
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Vorstbescherming voor leidingsystemen
- zie hoofdstuk 5.2.
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

1.1 Veiligheidsinstructies

Elementen moeten altijd worden aangesloten door een erkend elektricien, door middel van een vaste aansluiting.
Onderbreek alle stroomkringen, voordat wordt
begonnen met installatie en onderhoud. De aansluiting op de voedingsbron mag niet
rechtstreeks toegankelijk zijn voor de eindge­bruiker.
De afscherming van elke verwarmingskabel
moet worden geaard conform de plaatselijke
U mag het verwarmingselement nooit doorsnij­den of inkorten
Als het verwarmingselement wordt doorgesne-
den, vervalt de garantie. Uitlopers kunnen alleen worden doorgesneden
of ingekort om aan de eisen te voldoen.
elektriciteitsvoorschriften en worden aangeslo­ten op een aardlekschakelaar (RCD).
Het aanbevolen RCD-uitschakelvermogen is 30
mA, maar een waarde tot 300 mA is mogelijk in gevallen waarbij capacitieve lekstromen kunnen leiden tot hinderlijke uitschakeling.
Verwarmingselementen moeten worden aange-
sloten via een schakelaar met meerpolige on­derbreking.
Het element moet worden voorzien van de juis-
te maat zekering of stroomonderbreker, bv. 10/13 A voor een 1,5 mm2 uitloper en 16/20 A voor een 2,5 mm2 uitloper.
Elementen moeten altijd worden geïnstalleerd conform de plaatselijke bouw- en bedradings­voorschriften, en de richtlijnen in deze installatie­handleiding
Installatie op enige andere wijze kan de functio-
naliteit van de elementen aantasten of een vei­ligheidsrisico vormen, waardoor de garantie vervalt.
Zorg ervoor dat elementen, uitlopers, aansluit-
dozen en andere elektrische componenten tij­dens of na de installatie niet in contact komen met chemicaliën of ontvlambare stoffen.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
5
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
De aanwezigheid van een verwarmingselement moet
duidelijk worden aangegeven door het aan-
brengen van waarschuwingstekens of -marke­ringen bij de aansluitfittingen en/of duidelijk zichtbaar zijn op regelmatige afstanden langs de stroomleiding.
na installatie worden vermeld in alle documen-
ten met elektrische gegevens.
Overschrijd nooit de maximale warmtedichtheid (W/m)2voor de betreffende toepassing.
1. Verwar­mingskabel
2. Thermostaat
3. Sensor
4. Afscherming
5. RCD
6. Meerpolige schakelaar
7. Zekering
Aansluitingen
Fase – zwart
Nul – blauw
Aarde – af-
scherming
6
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

1.2 Installatierichtlijnen

Let op! Gebruik elementen met M1-classificatie
niet in ruimtes die worden blootgesteld aan ho-
Bereid de installatieloca­tie goed voor door het verwijderen van scherpe voorwerpen, vuil, enz.
Elementen mogen zich­zelf of andere elementen niet raken of kruisen en moeten gelijkmatig over de ruimte verdeeld zijn.
Meet regelmatig de ohm­se weerstand en de isola­tieweerstand voor en tij­dens de installatie.
De elementen, en met name de aansluiting hier­van, moeten worden be­schermd tegen mechani­sche belastingen en spanningen.
ge mechanische belastingen of schokken. Zie sectie 1.3 voor de classificatie.
Dit product bevat geen schadelijke stoffen.
Bewaren op een droge, warme plaats bij een
temperatuur tussen +5 °C en +30 °C.
Plaats geen verwarmings­elementen onder muren en vaste obstakels. Min. 6 cm lucht is nodig.
Houd elementen uit de buurt van isolatiemateri­aal, andere verwarmings­bronnen en uitzetvoe­gen.
Het element moet wor­den geregeld op basis van temperatuur en mag niet werken bij omgevings­temperaturen hoger dan
Een vloersensor wordt geadviseerd in alle vloer­verwarmingstoepassin­gen en is verplicht onder
houten vloeren. 10 °C bij toepassingen buitenshuis.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
7
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

1.3 Systeemoverzicht

ECflex EFSIC EFTPC Mechanische klasse (IEC 60800) M2 C (IEC60800: 1992) Vloerverwarming in dunne onderlaag (<3 cm) D D Vloerverwarming in balkenvloerconstructies - P Vloerverwarming met EFCI DRY - P Vloerverwarming in betonvloeren (>3 cm) D P Het sneeuw- en ijsvrij houden van grondoppervlakken D A Vorstbescherming voor leidingsystemen A P
M2, C Voor gebruik in toepassingen met een gro-
ter risico op mechanische schade. P Bij uitstek geschikt voor deze toepassing. D Ontworpen en goedgekeurd voor deze toe-
passing.

1.4 Functioneel overzicht

A Toepasbaar, maar er zijn betere opties.
- Niet van toepassing! Niet gebruiken!
1. Element
2. HoH-afstand
3. Aansluiting uitloper
4. Uitloper
5. Aansluitdoos (indien aanwezig)
6. Sensor
7. Thermostaat
8
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

2 Stapsgwijze installatie

2.1 Bevestigingsmethoden

Danfoss TWISTCLIP
Voor gebruik op wapeningsnet.
EFCI Fast
Voor het aanhouden van een exacte HoH-afstand (stappen van 2,5 cm) op vlakke oppervlakken.
Kabelbinders
Voor gebruik op wapeningsnet. Zet de lus NIET vast. De kabel moet kunnen bewegen.
Danfoss CLIP HoH
Voor het aanhouden van een exacte HoH-afstand (stappen van 1 cm) op vlakke oppervlakken, UV-be­stendig.
Tape of hotmeltlijm
Voor het bevestigen van elementen op harde, droge, vlakke oppervlakken.
Danfoss Aluminium Tape
Zorgt voor een efficiënte warmteoverdracht.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
9
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

2.2 De HoH-afstand berekenen

Voor oppervlakken op daken, terreinen en velden is de HoH-afstand de afstand in centimeters vanaf het midden van de ene kabel tot het midden van de vol­gende.
HoH [cm] =
Oppervlak [m2]
Kabellengte [m]
of Houd bij het verwarmen van leidingen rekening met het aantal kabels per meter – zie hoofdstuk 5.2.
HoH [cm] = Kabelvermogen [W/m] x 100 cm
Warmtedichtheid [W/m]2]
Max. HoH- afstand
Dunne onderlaag (<3 cm) 10 cm
Balkenvloerconstructies 20 cm
DEVIcellTM Droog
Betonvloeren (>3 cm) 15 cm
Grondoppervlakken 15 cm
W/m² @ 220V/380V
HoH [cm] 6 W/m 10 W/m 15 W/m 17 W/m 18 W/m 20 W/m
5 110 183 274 311 - -
7,5 73 122 183 207 220 244
10 55 91 137 156 165 183
12,5 44 73 110 124 132 146
15 37 61 91 104 110 122
W/m² @ 230V/400V
HoH [cm] 6 W/m 10 W/m 15 W/m 17 W/m 18 W/m 20 W/m
5 120 200 300 340 - -
7,5 80 133 200 227 240 267
10 60 100 150 170 180 200
12,5 48 80 120 136 144 160
15 40 67 100 113 120 133
x 100 cm
20 cm
W/m² @ 240V/415V
HoH [cm] 6 W/m 10 W/m 15 W/m 17 W/m 18 W/m 20 W/m
5 131 218 327 370 - -
7,5 87 145 218 247 261 290
10 65 109 163 185 196 218
12,5 52 87 131 148 157 174
15 44 73 109 123 131 145
10
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

2.3 De installatie plannen

Maak een tekening van de installatie met de
elementindeling
uitlopers en aansluitingen
aftakdoos/kabelput (indien van toepassing)
sensor
aansluitdoos
thermostaat
Sla de tekening op
Wanneer de exacte locatie van deze onderdelen
bekend is, is het een stuk eenvoudiger om pro­blemen te verhelpen en defecte elementen te herstellen.

2.4 Het installatieoppervlak voorbereiden

Houd rekening met het volgende:
Volg alle richtlijnen in hoofdstuk 1.1 op.
Neem de juiste HoH-afstand in acht (alleen ver-
warmingskabels) – zie hoofdstuk 2.2. Neem de vereiste installatiediepte en mogelijke
mechanische bescherming van uitlopers in acht. Wanneer u meer dan één element installeert,
mag u de elementen nooit in serie bekabelen. Alle uitlopers moeten parallel op de aansluit­doos worden aangesloten.
In dezelfde kamer kunnen twee of meer
elementen geïnstalleerd worden, maar één enkel element mag niet over twee of meer kamers worden geïnstalleerd.
Alle verwarmingselementen in dezelfde
kamer moeten dezelfde warmtedichtheid (W/m2) hebben, tenzij ze verbonden zijn met een afzonderlijke vloersensor en ther­mostaat.
Voor enkele stroomkabels moeten beide uitlo-
pers op de aansluitdoos worden aangesloten.
Verwijder alle sporen van oude installaties, in-
dien van toepassing. Zorg ervoor dat het installatieoppervlak water-
pas, stabiel, glad, droog en schoon is.
Indien nodig, moet u gaten rondom leidin-
gen, afvoerpijpen of muren opvullen of af­dekken met folie
Er mogen geen scherpe randen, bladeren, vuil
of vreemde voorwerpen aanwezig zijn.

3 Elementen installeren

Het wordt afgeraden elementen te installeren bij temperaturen onder de -5 °C.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
Bij lage temperaturen kunnen de verwarmingskabels stijf worden. Nadat u het element uitgerold hebt, sluit u het kort aan op de netvoeding om de kabel zachter te maken alvorens hem vast te zetten.
11
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Weerstand meten
Meet, controleer en noteer de weerstand van het ele­ment tijdens de installatie.
Na het uitpakken
Na het vastzetten van de elementen
Na afronding van de installatie
Als de ohmse weerstand en de isolatieweerstand niet overeenstemmen met de informatie op het label, moet het element vervangen worden.
De ohmse weerstand moet liggen tussen -5 en
+10% van de waarde op het label. De isolatieweerstand moet > 20 MΩ bedragen
bij min. 500 V, bij voorkeur 2,5 kV.

3.1 Verwarmingselementen installeren

Volg alle instructies en richtlijnen in hoofdstuk 1.1 en
1.2 op.
Verwarmingskabels
Plaats het verwarmingselement zodanig dat de
afstand tot obstakels minstens de helft van de HoH-afstand bedraagt.
De elementen moeten altijd goed contact heb-
ben met de warmteverspreider (dak, zand, grond, beton, leiding enz.) – zie hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie.
Neem de juiste HoH-afstand in acht – zie hoofd-
stuk 2.2. Plaats de verwarmingskabel zodanig dat de af-
stand tot obstakels minimaal de helft van de HoH-afstand bedraagt.
De buigdiameter van de verwarmingskabels
moet minstens zes keer de kabeldoorsnede zijn. Verwarmingskabels zijn voorzien van metermar-
keringen om u te helpen bij de installatie. De werkelijke kabellengte kan +/- 2% variëren.
Verlenging van uitlopers
Vermijd het verlengen van uitlopers, indien mo-
gelijk. Sluit uitlopers aan op bijvoorbeeld aftak­dozen of kabelputten.
Max. 5% verlies van mogelijk vermogen over de
volle lengte van de uitloper. Door een extra lange uitloper zal de capacitieve
lekstroom toenemen, wat betekent dat het RCD-uitschakelvermogen mogelijk hoger moet zijn.
Sensoren
Sensoren zijn componenten die onder spanning
staan (230 V) en moeten daarom in de kunststof leiding worden bekabeld.
Sensoren kunnen worden verlengd met behulp
van installatiekabel. Zie hoofdstuk 4 voor specifieke toepassingen.
12
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Vloersensoren (alleen voor toepassingen binnen­shuis)
Verplicht onder houten vloeren of onder houten
ondervloeren. Moeten op de juiste plek geplaatst worden.
Niet blootgesteld aan zonlicht of tocht via
deuropeningen Tussen >2 cm vanaf twee verwarmingska-
bels De leiding moet gelijk zijn met het vloe-
roppervlak.
Het kan nodig zijn hiertoe de leiding
te verzinken.
Sluit de leiding aan op de aansluitdoos.

4 Toepassingen binnenshuis

Ondervloercon­structie.
Hout Beton Vloertype Hout, parket, lami-
naat Tapijt, vinyl, linole-
um, enz. Tegelvloeren in
badkamers,
serres,
kelders, enz.
Tegelvloeren in
keukens,
woonkamers,
hallen, enz.
Dunne onderlaag*
(<3 cm)
Max. 100 W/m
Max. 100 W/m
100 - 200 W/m
100 - 150 W/m
2
2
2
2
Balkenvloercon-
structies
Max. 10 W/m en 100 W/m Max. 20 W/m en 225 W/m
Max. 80 W/m
2
- -
- -
- -
EFCI DRY Betonvloeren (>3
2
2
Max. 100 W/m
2
Max. 150 W/m
Max. 150 W/m
100 - 200 W/m
100 - 150 W/m
cm)
2
2
2
2
* Mogelijk tot 225 W/m2 in randzones, bijv. onder gro­te ramen
Op betonnen ondervloeren en onder tegels, al-
leen indien aangesloten op een afzonderlijke vloer-
sensor en thermostaat
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
13
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Vermijd beuken- en esdoornhout in meerlaagse
vloerbedekkingen tenzij onder druk gedroogd. Breng een dampwerende laag aan voor onder-
vloeren <95% RV en een vochtwerende folie >95%.
Zorg voor 100% contact tussen element en
vloermateriaal erboven (geen luchtzakken). Breng het verwarmingssysteem in de hele vloer
aan bij 15°C oppervlaktetemperatuur. Installeer altijd een vloersensor om de vloertem-
peratuur te begrenzen. Zie hoofdstuk 7.1 voor
Houten vloerbedekkingen
Hout krimpt en zet uit afhankelijk van de relatieve vochtigheid (RV) in de ruimte. Optimaal is een RV van 30-60%.

4.1 Vloerverwarming in dunne onderlagen

meer informatie.
Nieuwe tegelvloer in natte ruimtes
Nieuwe vloerbedekking in droge ruimtes
Houten ondervloeren moeten juist bevestigd wor­den
Breng, zo nodig, vloerpleister aan vóór het aan-
brengen van het verwarmingselement.
Aanvullende isolatie (bouwplaat voor tegels)
Kan aangebracht worden tussen bestaande on-
dervloer en verwarmingselement.
1. Nieuwe tegels
2. Tegellijm
3. Vochtbestendig folie (in natte ruimtes)
4. Zelfegaliserende gietmortel
5. ECflex verwarmingskabel
6. Primer
7. Bestaande tegels of betonvloer
1. Nieuwe tegels, houten vloer, laminaat of tapijt
2. Dampwerende laag en geluidsabsorberende mat (houten vloer / laminaat)
3. Op latexbasis gietmortel/tegellijm
4. ECflex verwarmingskabel
5. Primer
6. Bestaande betonnen of houten vloer
Polystyreen (XPS) met hoge druksterkte
>300 kN/m2. Beton of isolatiefolie zonder barsten.
Aanbrengen zoals voorgeschreven door de fa-
brikant. Vloersensor moet worden geïnstalleerd boven
de isolatie. Vermogen max. 10 W/m en 150 W/m2.
14
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Vochtwerende folie
Toepassen in natte ruimtes boven de verwar-
mingskabels. Alleen aanbrengen indien nog niet geïnstal-
leerd in bestaande vloer.
Tegellijm of zelfegaliserende gietmortel
Behandel de ondervloer zoals aangegeven door
de leverancier. Het verwarmingselement moet vóór het aan-
brengen stevig bevestigd zijn. Het verwarmingselement moet volledig bedekt
zijn met een laag van minstens 5 mm dik.
Hak een uitsparing uit in de muur en bevestig kabelleidingen en aan­sluitdoos. Hak een uitsparing uit voor de sensorbuis en de uitloper.
Rol de kabel uit en bevestig deze aan de ondervloer door middel van Danfoss CLIP bevestigingsaccessoi-
res of een vergelijkbaar product. Bevestig de sensorbuis, bijv. met een lijmpistool.
Benodigd gereedschap
Hamer.
Beitel.
Lijmpistool.
Gebruik flexibele zelfegaliserende gietmortel, vochtwerende folie en/of tegellijm, afhankelijk van de vloerafwerking.

4.2 Vloerverwarming in balkenvloerconstructies

1. Houten vloerbedekking.
2. Balkenvloer.
3. ECflex Verwarmingskabel.
4. Kippengaas en/of aluminiumfolie.
5. Isolatie.
6. Ondervloerconstructie.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
15
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
De ondervloerconstructie moet goed geïsoleerd worden.
Isoleer koudebruggen en sluit luchtsleuven af,
bijv. tussen de vloerconstructie en muren/ daken.
De verwarmingskabels mogen niet in aanraking komen met de isolatie of het houtwerk.
De afstand tussen de verwarmingskabel en de
planken en vloerbalken moet minstens 30 mm bedragen.
De optimale afstand tussen de verwarmingska-
bels en de vloerbedekking is 3-5 cm. De verwarmingskabel moet om de 30 cm aan
het gaas of de folie worden bevestigd.
Breng kippengaas of een verge­lijkbaar product aan op de isola­tie.
Maak een insnijding van 50 mm en dek af met aluminium tape op plaatsen waar de kabels een vloer­balk kruisen.
Verwarmingskabels mogen een vloerbalk kruisen
door middel van een uitsparing van 50 mm be-
kleed met aluminium tape. Zorg ervoor dat de kabel nooit in contact komt
met de vloerbalk. Slechts één kabel in elke uitsparing.
Benodigd gereedschap
Schrobzaag.
Aluminium tape.
Danfoss TWISTCLIP of een vergelijkbaar pro-
duct.
Bevestig de kabel en sensor op de juiste wijze met Danfoss TWISTCLIP , kabelbinders of hittebestendig ta­pe.

4.3 Vloerverwarming met EFCI DRY

16
1. Hout / parket / laminaat.
2. Geluidsabsorptie mat / teerpapier.
3. ECflex EFTPC .
4. EFCI Droog.
5. Vochtbestendige folie.
6. Bestaande vloerconstructie (bv. beton, gips, po­lystyreen)
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
1. Linoleum / vinyl, tapijt.
2. Drukverdeelbord (bv. triplex).
3. Geluidsabsorptie mat / teerpapier.
4. ECflex EFTPC .
5. EFCI Droog.
6. Vochtbestendige folie.
7. Bestaande houten vloerconstructie.
Installatie onder tapijten, linoleum of vinyl
Moet worden gescheiden van kabels door mini-
maal 5 mm drukverdeelbord. Let op de isolatiewaarde boven het drukver-
deelbord.
R < 0,10 m2K/W overeenkomend met 1 Tog of een dun tapijt.
Maak een gat voor de warm/koud kabelaansluiting en de doorvoerbuis van de vloersensor en vijl eventuele scherpe randen bij. Bevestig de doorvoerbuis aan de ondervloer met lijm of schroeven.
Zie de installatiehandleiding voor het EFCI product voor nadere inlichtingen.
Benodigd gereedschap
Schrobzaag.
Vijl.
Lijmpistool.
Aluminium tape.
Installeer de ECflex verwarmingskabel. Zorg dat de kabel, het uiteinde en de warm/koud kabelaanslui­ting steeds contact maken met de aluminium plaat of aluminium tape.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
17
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

4.4 Vloerverwarming in betonvloeren

Verwarmingstegels in badkamers
Nieuwe vloer in droge ruimtes
Andere combinaties van vloerbedekking en bestaan­de vloerconstructie zijn ook mogelijk.
De verwarmingskabels mogen de isolatie niet ra­ken
De verwarmingskabel moet door netwapening,
betonplaat of folie gescheiden zijn.
Inbedden in beton, mortel of dekvloer
De bedding mag geen scherpe stenen bevatten
De bedding moet voldoende nat, homogeen en
vrij van luchtbellen zijn
1. Nieuwe tegels.
2. Tegellijm.
3. Vochtbestendige folie.
4. Beton.
5. ECflex verwarmingskabel.
6. Netwapening.
7. XPS-isolatie.
8. Betonplaat.
1. Houten vloer, laminaat of tapijt.
2. Geluidsabsorptie mat / teerpapier (onder hout).
3. Dampwerende laag.
4. Beton.
5. ECflex verwarmingskabel.
6. Betonplaat of folie.
7. XPS-isolatie.
8. Zand en grond.
Giet met matige snelheid om te voorko-
men dat het element verschuift Vermijd overmatig gebruik van harken,
spaden, trilstampers en walsen
Het verwarmingselement moet volledig bedekt
zijn met een laag van minstens 5 mm dik Houd rekening met een droogtijd van ongeveer
30 dagen voor beton en 7 dagen voor gietmor­tel.
18
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Bevestig netwapening, beton­plaat of folie op de Isolatie.
Rol de kabel uit en bevestig deze aan de ondervloer of netwapening door middel van Danfoss CLIP bevestigings-
Giet met matige snelheid om verschuiving van het element te voorkomen.
accessories of een soortgelijk product.

5 Toepassingen buitenshuis

Neem de volgende warmtedichtheden (W/m2) in acht voor de betreffende toepassing.
Ontwerptem-
peratuur
[°C] [W/m2] [W/m2]
0 tot -5 200 Zie onderstaande tabel.
-6 tot -15 300
-16 tot -25 400
-26 tot -35 500
Het sneeuw- en ijsvrij houden van
grondoppervlakken areas
Vorstbescherming voor leidingsystemen sys-
temen
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
19
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Vorstbescherming voor leidingsystemen [W/m]
Δt [K] Isolatie [mm] Buisdiameter DN [mm]
15 20 25 32 40 50 65 80 100 125 150 200
10 8 9 11 14 16 19 24 29 36 44 - - 20 5 6 7 8 9 11 14 16 19 24 28 36
20
30
40

5.1 Het sneeuwvrij houden van grondoppervlakken

30 4 5 5 6 7 8 10 12 14 17 19 25 40 4 4 5 5 6 7 8 9 11 13 15 19 50 3 4 4 5 5 6 7 8 9 11 13 16 10 12 14 17 20 24 29 37 44 - - - - 20 8 9 10 12 14 17 20 24 29 35 42 - 30 6 7 8 9 11 12 15 18 21 25 29 37 40 5 6 7 8 9 10 12 14 17 20 23 29 50 5 6 6 7 8 9 11 12 14 17 19 24 10 15 19 22 27 32 39 49 - - - - - 20 10 12 14 16 19 22 27 32 39 47 - - 30 8 9 11 12 14 17 20 23 28 33 39 50 40 7 8 9 10 12 14 16 19 22 26 31 39 50 6 7 8 9 10 12 14 16 19 22 26 32
Vrije constructies zoals platforms, trappen, brug­gen en terrassen
20
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
1. Bovenlaag van betonplaat.
2. ECflex verwarmingskabel.
3. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwape­ning.
4. Onderliggende vrije constructie.
5. Isolatie
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Grondoppervlakken zoals hellingen en parkeer­terreinen
Grondoppervlakken zoals opritten, voetpaden en bestrating
1. Bovenlaag van betonplaat of asfaltbeton.
2. Zandbed of beton.
3. ECflex verwarmingskabel.
4. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwape­ning.
5. Draaglaag van steenslag/beton/gebruikt asfalt.
6. Isolatie (optioneel, zorg ervoor dat de draaglaag geschikt is).
7. Aarde.
1. Bovenlaag van bestratingsblokken of betonplaat
2. Zandbed
3. ECflex verwarmingskabel
4. Danfoss CLIP bevestigingsaccessoire of netwape­ning
5. Draaglaag van steenslag
6. Isolatie (optioneel, zorg ervoor dat de draaglaag geschikt is).
7. Aarde
Bodemthermostaat is verplicht
In zandbed: matvermogen vanaf 250 W/m2 en kabelvermogen vanaf 25 W/m.
In betonbed: kabelvermogen vanaf 30 W/m met
een warmtedichtheid van > 500 W/m2 (HoH < 6
Installeer geen kabels in alleen zand
De verwarmingskabels moeten worden be-
schermd door een harde toplaag. Neem voor andere toepassingen contact op
met een verkoopkantoor bij u in de buurt.
cm).
Beperkt vermogen
Verklein het te verwarmen oppervlak, bijv. al-
leen de bandensporen verwarmen in plaats van de hele oprit.
Verdeel en prioriteer het oppervlak in twee zo-
nes met behulp van ECtemp 850 . Installeer minder W/m² dan aanbevolen. De
prestaties voor het sneeuwvrij houden zullen af­nemen. Installeer niet minder W/m2 dan aanbe­volen in waterafvoergebieden, bijv. vóór ver­warmde trappen.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
21
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Inbedden in beton, mortel of dekvloer
De bedding mag geen scherpe stenen bevatten.
De bedding moet voldoende nat, homogeen en
vrij van luchtbellen zijn:
Giet met matige snelheid om te voorko-
men dat het element verschuift. Vermijd overmatig gebruik van harken,
spaden, trilstampers en walsen.
Bereid het installatieoppervlak voor met Danfoss CLIP bevestigingsac­cessoires en/of netwapening. Be­vestig de leiding voor de sensorka­bel en de sensorbuis/-dummy voor de ECtemp 850 sensor, indien aan­wezig.
Verleng de uitlopers met krimp­kousen en leg de aansluitingen op een droge plaats. Dicht alle door­voeringen door muren of vergelijk­bare constructies af. Breng waar­schuwingslint aan boven de uitlo­pers.

5.2 Vorstbescherming voor leidingen

Leidingverwarming
Het verwarmingselement moet volledig bedekt
zijn met een laag van minstens 5 mm dik. Houd rekening met een droogtijd van ongeveer
30 dagen voor beton en 7 dagen voor gietmor­tel.
Nadat u blokken hebt gelegd of beton/asfalt hebt gegoten, instal­leert u de externe sensor(en) en verlengt u de sensorkabel(s) over­eenkomstig de instructies in de sensorhandleiding.
1. Sensor.
2. ECflex verwarmingskabel.
3. Isolatie.
4. Fitting.
5. Afsluiter.
22
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Ondergrondse leidingverwarming
1. Gasbetonblok (optioneel) en/of XPS-isolatie (optioneel).
2. ECflex verwarmingskabel.
3. Zandbed.
4. Aarde.
5. Sensor (niet afgebeeld).
Het vereiste vermogen [W/m] staat aangegeven in de tabel op pagina 20 en hangt af van:
λ W/mK Warmtegeleiding voor isolatie ≈ 0,04
gebruikt in tabel Δt K Temp.verschil tussen media/omgeving D mm Buitendiameter isolatie d mm Buitendiameter leiding
Het aantal kabels n
Relatie tussen vereist vermogen en kabelvermo-
gen Aantal kabels per meter in de lengterichting
Min. 2 voor DN125-200
Geheel getal = rechte kabels (vereenvoudigde
installatie) Decimaal = gewikkeld rond leiding
Voor kunststof leidingen:
Kabelvermogen max. 10 W/m.
Breng aluminium tape aan onder en op de lei-
ding over de volle lengte van de kabel.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
23
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Kabels gewikkeld rond leidingen moe­ten, zoals afgebeeld, om de 20-30 cm met aluminium tape worden beves­tigd. Rechte kabels moeten, zoals afge-
Breng aluminium tape aan on­der (verplicht voor kunststof lei­dingen) en op de leiding over
de volle lengte van de kabel. beeld, op 5 of 7 uur worden bevestigd. Kabels in leidingen moeten recht­streeks met een drukpakking in de lei­ding worden bevestigd.

6 De installatie voltooien

Kabels aansluiten
Sluit alle uitlopers en de sensor aan op de aansluit­doos.
Zie de installatiehandleiding voor de thermo-
staat. Zie het bedradingsschema en andere belangrij-
ke informatie in hoofdstuk 1.1. Zie erop toe dat de totale stroomsterkte niet ho-
ger is dan de capaciteit van de thermostaat. In­stalleer anders een contactgever.
Eindcontrole en documentatie
Zorg dat de warmteverspreider (bv. vloer, lei-
ding) bestand is tegen de warmte van het ele­ment. Dit is met name belangrijk als het ele­ment wordt aangesloten op een thermostaat
Verleng uitlopers/sluit kabels af, en leg aansluitingen op een droge plaats. Monteer de aansluitdoos op of in de buurt van de leiding en installeer de thermostaat in de buurt van de leiding.
waarbij de maximumtemperatuur niet kan wor­den geconfigureerd. Zie hoofdstuk 4 voor meer informatie.
Dit is met name belangrijk, als het element
wordt aangesloten op een thermostaat waarbij de maximumtemperatuur niet kan worden geconfigureerd.
Documenteer het volgende met tekst, tekenin-
gen of foto's:
kabeltype, afstand, diepte, indeling, cir-
cuit-ID, sensoren. locatie van aansluitingen tussen uitlopers
en het verwarmingselement. locatie van eindkappen (alleen bij dubbele
geleiders). locatie van uitzetvoegen, indien aanwezig.
Vul het garantieformulier in.
Geef de eindgebruiker of de dagelijkse toezicht-
houder instructies over het gebruik en onder­houd van het verwarmingssysteem.
Controleer voorafgaand aan elke periode van
continu gebruik op fouten in het verdeelbord, de thermostaat en de sensoren.
Controlleer nogmaals en vergelijk de ohm-
se waarde en de isolatieweerstand.
24
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen

7 Optionele instellingen

Als het element wordt aangesloten op een thermostaat, bijvoorbeeld een ECtemp , moet u de basisinstellingen configureren overeenkomstig onderstaande tabel en de installatiehandleiding van de thermostaat.
Thermo-
staat
ECtemp
Max. be-
algemeen
lasting
16 A Kamertemp. 20-22 °C
13x
Vloerverwarming in het
ECtemp 330/610
ECtemp
16/10 A Aan < +3 °C Aan < +5 °C
15A - -
Vloertemp.: zie hoofdstuk
7.1
53x
ECtemp
16A - -
550
Danfoss
15A (FT) - -
LINK
ECtemp
2 x 15A - Smelten < +3 °C, Stand-
850
Stel indien van toepassing de temperatuurlimiet in volgens de aanbevelingen van de fabrikant om scha­de aan bijv. de vloer of de leiding te voorkomen.

7.1 Temperatuurinstellingen voor de vloer

Volgens ISO 13732-2 hangt een aangename vloer­temperatuur af van de gebruikte vloerbedekking.
Betonvloer (tegels) 26 - 28,5 °C Zachthoud (grenen) 22,5 - 28 °C Hardhout (eiken) 24,5 - 28 °C Textiel (vloerkleden, tapijten) 21 - 28 °C
Het sneeuw- en ijsvrij
houden van grondop-
Vorstbescherming voor
leidingsystemen
pervlakken
- -
-
by < -3 °C
Voor de meeste houtenvloerproducten is de
temperatuur meestal rond 27 °C.
Alle vloertemperatuurinstellingen moeten een paar graden hoger zijn om te compenseren voor de ther­mische weerstand van de vloerbedekking.
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
25
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Thermische weerstand
[m2K/W]
Voorbeelden van vloer-
materiaal
0,02 15 mm tegel Steen of keramiek 26 °C 0,05 8 mm HDF-laminaat 0,10 14 mm beukenparket 0,13 22 mm massief eiken
planken
<0,17 Max. tapijtdikte geschikt
voor vloerverwarming
0,18 22 mm massief grenen
planken
De vloertemperatuur moet tijdens de eerste week langzaam worden verhoogd, zodat de nieuwe vloer kan acclimatiseren. Dit wordt ook aanbevolen aan het begin van een stookseizoen.
Details Geschatte instelling voor
vloertemperatuur van 25
°C temperatuur
>800 kg/m
650 - 800 kg/m
>800 kg/m
3
3
3
28 °C 31 °C 32 °C
volgens EN 1307 34 °C
450 - 650 kg/m
3
35 °C
26
VIAMJ210 Danfoss Heating Solutions
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Danfoss Heating Solutions VIAMJ210
27
Installatiehandleiding ECflex Verwarming Toepassingen
Danfoss A/S Electric Heating Systems Ulvehavevej 61 7100 Vejle Denmark Phone:+45 7488 8500 Fax: +45 7488 8501 Email: EH@danfoss.com www.EH.danfoss.com
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzake­lijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss Heating Solutions en het Danfoss Heating Solutions logo zijn handelsmerken van Dan­foss A/S. Alle rechte voorbehouden.
088L0802 & VIAMJ210 Produced by Danfoss Heating Solutions © 01/2012
Loading...