Danfoss AK-ST 500 User guide [nl]

User Guide
Service Tool
AK-ST 500
Software voor bediening van AK regelaars
1
Introductie
AK Service Tool is geavanceerde software voor het bedienen ADAP-KOOL® regelaars in een netwerk. Service Tool kan gebruikt worden voor alle EKC, AKC en AK regelaars. Sommige AK regelaars hebben een plug voor directe aansluiting van Service Tool. Alle regelaars kunnen worden bediend wan­neer deze zijn aangesloten op een AK System Manager. De individuele regelaars bevatten informatie over de presentatie van instellingen en ge­meten waarden. Deze informatie wordt gelezen door Service Tool de eerste keer dat met een regelaar van dat type verbinding wordt gemaakt. Deze informatie wordt opgeslagen in Service Tool zodat de opstart de volgende keren sneller is.
Deze handleiding geeft een korte beschrijving van de mogelijkheden van Service Tool voor zowel dagelijks gebruik als service. Het doel is dat u bekend wordt met de diverse schermen en navigatieprincipes op een algemeen niveau. Dit is dus geen uitgebreide beschrijving van de individuele systeemtypes en applicaties.
Deze handleiding is een algemene introductie van Service Tool. Iedere rege­laar voor een speciek systeem heeft een eigen handleiding.
Inhoud
Principe .............................................................. 3
Voor installatie ................................................. 4
Hoe het programme te installeren ...........5
Voordat Service Tool wordt gestart ......... 6
Hoe het programma te starten ................. 7
Algemene navigatie ...................................... 8
Conguratie van een regelaar .................10
Autorisatie van gebruikers ........................12
2
Alarmen ...........................................................13
Registratiefunctie .........................................14
Verbinden met een extern systeem ......16
Backup ..............................................................17
Oine instellingen ......................................18
Talen ..................................................................19
Aangepaste taal ............................................20
Locatie overzicht ..........................................21
Software bijwerken ......................................23
Principe
De AK regelaar is verbonden met een PC waarop Service Tool is geïnstal­leerd. Alle instellingen worden vervolgens gedaan via Windows menu’s.
Nul modem kabel
Direct
Op afstand via modem
Op afstand via TCP/IP
3
Voor installatie
PC eisen: Pentium 4, 2,4 GHz, seriële poort of USB met converter* 2 GB RAM, 80 GB harde schijf Cd-rom met geactiveerde autorun.
Software eisen: Windows XP SP2 / Windows 7, 32 bit / 64 bit Windows 8, 64 bit
Kabel: Kabel voor verbinding met AK regelaar. Bestelnummer: 080Z0261 of 080Z0262. Zie afbeelding op vorige pagina
Indien een langere kabel nodig is tussen regelaar en PC kan een standaard RS232 kabel worden gebruikt. De afstand tussen regelaar en PC mag echter niet meer
zijn dan 15 meter.
*) Omvormertype: Bestelnr. = 080Z0264
4
Hoe het programma te installeren
1. Plaats de CD-ROM in de PC
2. Installatie start automatisch. Volg de instructies op het scherm.
Het station is optioneel, maar het pad moet zijn: C:\ADAP-KOOL\ServiceTool
3. Na de installatie moet het programma worden gecongureerd.
COM poort: Geef aan welke COM poort gebruikt wordt voor directe verbinding
Locatie selectie: Als u de optie wilt hebben om via een modem of TCP/IP ver­binding te maken met een installatie, moet deze optie worden geselecteerd. Dit betekent dat bij opstart van Service Tool de ‘Locatie selectie’ zal verschijnen.
Autom. log in als SUPV: Selecteer deze optie als altijd automatisch
met het ‘SUPV’ proel moet worden ingelogd.
Timeout autom. afsluiten: Service Tool sluit automatisch af indien niet
gebruikt voor de ingestelde tijd.
Laden min/max waarden: Moet alleen worden geselecteerd indien de
functie ‘Oine programmeren’ gebruikt gaat worden. Service Tool zal vervolgens alle instellimieten lezen en opslaan van alle regelaars waar verbinding mee wordt gemaakt.
• Creeer alarmlijst: Genereert een alarmlijst voor later gebruik. Name = Alarms.XML
• Aangepaste taal: Door deze functie te selecteren, zal Service Tool de
teksten gebruiken die geschreven zijn in het ‘Aangepaste taal’ bestand. Zie later in deze handleiding.
• Tekengrootte: Selecteer de grootte of laat die schaalbaar zijn
• Eenheid: Selecteer eenheid. (Bar en °C, of Psi en °F)
• Aanp. bestand aangepaste taal: deze functie geeft de mogelijkheid tot het
wijzigen van bepaalde teksten. Zie pagina 20.
• Update apparaat: Gebruik deze optie alleen als de software in de
verbonden regelaar moet worden bijgewerkt. Lees meer op pagina 23.
• Selecteer taal: Stel de gewenste taal in.
De aangesloten regelaar(s) zullen in dezelfde taal worden weergegeven. Indien
deze taal niet aanwezig is in de regelaar, zal de Engelse taal worden weergege­ven.
5
Voordat Service Tool wordt gestart
1. Sluit de regelaar en PC aan
Of aan het netwerk via de System Manager.
2. Zet de regelaar aan als deze nog niet aan staat (voeding).
6
Hoe het programma te starten
1. Start Service Tool met de snelkoppeling op het bureaublad van de PC (of via het ‘Start’ menu, ‘Programma’s’, dan ‘ADAP-KOOL’ en dan ‘Service Tool’)
2. Selecteer ‘Direct’ wanneer de PC rechtstreeks met de regelaar is ver­bonden. (Later kunnen er meerdere regels zijn waar de verbinding met andere systemen geselecteerd kan worden, bijvoorbeeld via modem of TCP/IP)
3. Druk ‘Verbind’ Wanneer het programma een nieuwe regelaar voor de eerste keer detec­teert, zal een bestand worden gedownload naar de PC. Deze transactie kan enige tijd duren. De voortgang kan worden gevolgd door de balk onderin het scherm.
4. Selecteer gebruikersniveau De verschillende gebruikersniveaus verschil­len van ‘alleen lezen’ tot het in bedrijf stellen van een installatie. Er staat een overzicht op pagina 11. De gebruikersnaam met de meeste rechten is ‘SUPV’ (Super user).
5. Inloggen Gebruik het ‘123’ wachtwoord als het pro­gramma de eerste keer opgestart wordt. Deze code is in de fabriek ingesteld en kan worden gebruikt voor alle gebruikersgroepen tot het wordt gewijzigd.
Wanneer er verbinding is met een regelaar, moeten de individuele functies en instellingen van de regelaar bediend worden. Hier zijn afzonderlijke handleidingen voor.
7
Algemene navigatie
Hier vind u een overzicht van de diverse schermen van een regelaar. De iconen kunnen variëren afhankelijk van het type regelaar waar een verbinding mee is, maar over het algemeen zijn de bedieningsblokken als hier getoond.
Communicatie en systeemfuncties
De volgende o pties zijn beschikbaa r:
• Verbreek verbinding
• Wijzigen gebruikersproel
• Tonen ‘Communication trace’
• Groepsnaam bijwerken (zie pagina 21)
Indien verbonden met een System Manage r:
• Back up maken van alle regelaars in het netwerk
• Kopiëren instellingen van bestand naar regelaar
• Printen instellingen van alle of geselecteerde regelaars
• Aanmaken locatie-overzicht
• Overzicht van netwerk
Functies van een regelaar
Iedere toets geeft toegang tot data aangaande de regeling en mogelijkheid tot het aanpassen ervan. Wanneer eenmaal de benodigde parameters zijn bekeken of aangepast, kan hetzelfde worden gedaan bij de andere functies.
Terug naar overzicht
De toets links onderin brengt u altijd weer terug naar het getoonde overzicht.
8
Dag/nacht schema
Hier is een wekelijks dag/nacht schema in te stellen voor de individuele regelaar. Ook het schema voor bijzondere dagen en vakanties is hier in te stellen.
Handbediening
Hier kan de automatische regeling gestart en gestopt worden.
Netwerkadres
Hier is het regelaaradres en de regelaarnaam te zien. U kunt ook verbinding maken met een van de andere regelaars in het netwerk.
Paginanavigatie
Op de onderliggende pagina’s van het overzicht komt u in veel gevallen een paginanavigatie tegen: +/- toetsen waarmee van pagina kan worden gewisseld wanneer de instellingen zijn verdeeld over meerdere parallelle pagina’s (de huidige pagina wordt weergegeven door een donkere balk tussen de lichte).
Alarmbel
Geeft aan dat er een actief alarm is dat afgehandeld moet worden. ‘*****’ bij een meting geeft aan dat het sensorsignaal incorrect is.
Navigatie regeling
Na het selecteren van een regelaar kan via het ‘drop down’ menu een onderdeel van de regeling gekozen worden voor het bekijken/wijzigen van data.
Communicatie
Wanneer een regelaar is geselecteerd, brandt hier een groene ‘lamp’ als er een verbinding is met de regelaar. Als dit niet het geval is, is de lamp rood. Een gele lamp geeft aan dat de regelaar verbinding probeert te maken. Wanneer een alarmbel wordt getoond, is er een actief alarm in de regelaar.
(Alleen systeemunit)
Instelling voor regelaars van de installatie (masterregelaarfuncties)
Alarmen
Hier is een lijst te vinden met alle actieve en opgeheven alarmen. Zie ook pagina 13.
Conguratie
Geeft toegang tot het conguratiescherm. – Zie de volgende pagina.
Registratiefunctie
Er zijn 2 opties:
• Historisch: Wat is er gebeurd in een bepaalde periode voor de geselecteerde parameters
• Trend: Geeft weer hoe de installatie nu draait – ‘live’ data
9
Conguratie van een regelaar
»Sleutel«
Via de functietoets aan de uiterste rechterkant (sleutel symbool) verlaat u de dagelijke gebruikerssectie van de regelaar. U komt nu in de servicesectie voor installatie- en servicedoeleinden. Hier kan de regelaar volledig gecongureerd worden of de bestaande conguratie worden aangepast.
Het aantal menuonderwerpen past zichzelf aan de toepassing aan, zodat alleen de relevante menu’s zichtbaar zijn.
De volgende menuonderwerpen zijn altijd zichtbaar, onafhankelijk van het type installatie:
Conguratieslot
Hiermee worden belangrijke instellingen ‘op slot’ gezet, zodat deze niet per ongeluk gewijzigd kunnen worden. Schakel het slot uit als u wijzigingen in de conguratie wilt aanbrengen.
Systeeminstelling
Hier is de klok en naam van de regelaar in te stellen.
Selecteer toepassing
Hier zijn alle functies en instellingen te vinden die de installatie deniëren.
10
I/O conguratie
Met deze functie worden alle signalen gedenieerd die op de verschillende in- en uitgangen worden aangesloten.
I/O status en handbediening
Hier zijn de status en waarde van alle individuele ingangen uit te lezen en kunnen de uitgangen handmatig geschakeld worden.
Autorisatie
Hier worden gebruikers en wachtwoorden gedenieerd. De fabrieksinstel­lingen zijn als volgt:
Proel Gebruiker Lezen Schrijven Wachtwoord
Dail Dagelijks Ja Nee 123
Serv Service Ja Waarden aanpassen 123
Supv Super user Ja Ja 123
Backup/restore
Functie voor het maken van een back up van de instellingen van de rege­laar. Deze back up kan weer gebruikt worden in het geval dat de regelaar moet worden uitgewisseld of om tijdens een in bedrijf stellingen meerdere rege­laars dezelfde instelling te geven (zelfde codenummer en zelfde software­versie).
11
Autorisatie van gebruikers
Nieuwe gebruikers kunnen hier ingevoerd worden en bestaande gebruikers kunnen hun toegangscode wijzigen. Om toegang te krijgen tot dit menu, moet aangelogd zijn als Super User. Alleen op dat niveau is er autorisatie om gebruikers en toegangscodes te wijzigen.
Er kunnen 4 proelen aangemaakt worden: Standaard (DFLT). Laagste niveau waar alleen basisinformatie mee te zien
is. Dagelijks (DAIL). Op een na laagste niveau. Normaal voor de persoon verantwoordelijk voor de koeling binnen een bedrijf. Deze persoon kan alarmen bekijken en aannemen en elementaire instellingen doen. Service (SERV). Voor een beperkte in bedrijfsteller of servicemonteur. Met deze autorisatie kunnen meer instellingen/wijzigingen worden gedaan en kunnen de Master Control functies worden aangepast. Supervisor (SUPV). Een in bedrijfsteller/servicemonteur verantwoordelijk voor service en bewaking op het hoogste niveau. Alleen met deze autorisatie kunnen gebruikers worden toegevoegd of gewijzigd.
Begin met in te loggen als ‘Super user’ in het log in scherm. Er kunnen hierna nieuwe gebruikers worden toegevoegd.
Procedure
1. Geef de gebruiker een korte ‘naam’ van maxi­maal 4 karakters
2. Geef de gebruiker een nog niet gebruikte ‘Gebruiker ID’
3. Geef de gebruiker een toegangscode welke niet hoger is dan 999.
4. Ken het gewenste proel aan de nieuwe gebruiker toe.
5. Selecteer vervolgens alle opties.
niet gebruikt
6. Sluit af met OK.
12
Alarmen
De twee alarmschermen tonen respectievelijk de actieve en opgeheven alarmen. Door op het alarm te klikken, opent een informatiescherm dat meer details van het alarm toont.
Klik in het vierkante veld links van de alarmtekst om te bevestigen dat het alarm is gezien. Let op, het alarm kan nog steeds actief zijn en gecorrigeerd moeten worden.
De vier toetsen hebben de volgende functies:
Door op de eerste toets te drukken, verdwijnen de opgeheven alar-
men en blijven alleen de actieve alarmen over.
De tweede toets ververst het scherm (controleert of er meer alarmen
zijn toegevoegd sinds het scherm is geopend).
Met de derde en vierde toetsen kan naar de volgende pagina
met alarmen worden gebladerd. Iedere pagina toont 20 alarmen.
13
Registratiefunctie
Hier kunnen de registratiewaarden opgehaald worden en gepresenteerd
worden in een graek.
Metingen worden hier gedenieerd.
Grasche data wordt hier gedenieerd.
Denitie van metingen. Hier is Pgc geselecteerd.
Type = algemene registratie of verzameling voor servicedoeleinden. Interval = hoe vaak een waarde moet worden opgeslagen. Periode = tijdstip waarop de meting wordt opgeslagen en vervolgens wordt overschreven.
14
Meting
1. Selecteer een parameter in het linker veld
2. Verplaats de parameter naar het rechter veld door op de pijltoets te druk­ken (of te dubbel klikken op de parameter)
3. Eindig met ‘OK’
Ophalen van de data start zodra de conguratie is gesloten, de rege­laar is gestart, de klok is ingesteld en de registratie is gestart.
De graek
Historie = logdata, d.w.z. alle verzamelde gegevens. Trend = trend data. Dat wil zeggen dat de data nu opgehaald en getoond
wordt. Exporteren = de verzamelde waarden naar een bestand exporteren.
Het bestand kan worden geopend in Excel. Afdrukken = de verzamelde waarden op een printer afdrukken.
= Voor en achteruit in tijd.
15
Verbinden met een extern systeem
Het opzetten van een verbinding met een extern systeem wordt gedaan vanaf het “Locatie selectie” scherm dat te zien is als Service Tool opstart.
Hier wordt het volgende getoond:
Direct: Wordt gebruikt wanneer de regelaar direct is verbonden met de PC. Oine: Wordt gebruikt voor het programmeren zonder een regelaar (zie
volgende pagina).
Hiernaast is het ook mogelijk om externe verbindingen te deniëren, bij­voorbeeld via modem of TCP/IP. Wanneer de bewuste verbinding is gedenieerd, kan deze net als ieder an­der worden geselecteerd.
Algemeen over ‘Locatie instellingen’
• Naam locatie / Plaats installatie / Locatie type zijn drie tekstvelden. De verbindingen worden gesorteerd op de ‘Naam locatie’.
• Naam bestemming: Moet 100% overeenkomen met de bestemming inge­steld in de ontvangende System Manager.
• Wachtwoord: Moet 100% overeenkomen met het wachtwoord ingesteld in de ontvangende System Manager.
Modem: • Telefoonnummer: Nummer van ontvanger
• COM poort: poort waarop het lokale modem is aangesloten
• Baud: Baudrate naar lokaal modem (standaard is 38400)
• AT1 command: Initialisatiestring voor lokaal modem
• Modem type: vrije tekst voor modem type
TCP/IP: • IP adres: IP adres van ontvanger
• TCP poort: moet 1041 zijn
DNS naam: te gebruiken als de ontvanger een DNS-adres gebruikt.
16
Backup
Bij het instellen van een regelaar worden alle instellingen in een back-up­bestand opgeslagen. Dit bestand kan voor veiligheidsdoeleinden worden opgeslagen of het kan worden gebruikt om instellingen te kopiëren en in een soortgelijke regelaar te importeren. Verder kunt u het bestand gebruiken voor ”Oine programmeren”, waarbij u alle instellingen voorbereidt om het bestand op een later tijdstip naar een regelaar te kopiëren.
Deze functie kan hieronder in het Conguratiemenu van de regelaar wor­den gevonden.
Druk op ”Maak een Bac-
kup/Restore van inst...”
Druk op ”Back-up”
Geef het be­stand een naam xxx.bck
17
Oine instellingen
Hier kan aan een bestand gewerkt worden dat later naar een regelaar geko­pieerd kan worden. Het is vereist om een basisversie van het bestand te hebben om mee te werken. Dit bestand moet hetzelfde codenummer en softwareversie heb­ben als de regelaar. Het is mogelijk om instellingen te veranderen. Metingen kunnen uiteraard niet getoond worden, net als andere functies die een online verbinding nodig hebben.
1. Selecteer installatie, Oine, Druk op Verbind
2. Selecteer ‘Backup‘ map
3. Selecteer bestand. Het bestand is op de volgende manier benoemd: ‘Net­werkadres’ # ‘codenummer’ # ‘softwareversie’ # ‘regelaarnaam’.
Voor deze functie moeten de minimale en maximale instelwaarden van de instellingen in het bestand aanwezig zijn. Indien deze min/max waarden niet aanwezig zijn, zal een dialoogscherm verschijnen. De keuze voor het wel of niet downloaden van de min/max waarden van een regelaar moet gedaan worden in de ‘Service Tool conguratie’ (‘Start Conguration’ icoon op bureablad). De ingestelde waarden worden steeds automatisch opgeslagen.
18
Tal en
De individuele regelaars die bediend worden via Service Tool bevatten een of meer taalselecties. De Engelse taal is in alle regelaars aanwezig. Op die regelaars waar het mogelijk is een taal te selecteren, zal de gewenste taal worden weergegeven in de display. Als er geen vertaling aanwezig is, zal de Engelse tekst worden weergegeven.
Een aantal regelaars bevat alleen de Engelse taal (voornamelijk EKC rege­laars). In dat geval zal Service Tool de vertaling uit een bestand halen dat is meegeleverd met Service Tool (vrijwel alle ‘EKC’ regelaars zijn binnen Ser­vice Tool vertaald). De taalselectie wordt gedaan in de display waar Service Tool wordt gecon­gureerd (‘Start conguration’ op bureaublad). Indien de geselecteerde taal niet in het bestand wordt gevonden, zal de Engelse taal getoond worden.
Alarmteksten De taal voor de alarmteksten wordt in de System Manager AK-SM 720 inge­steld en in de aangesloten regelaars. De System Manager zal nu de gewenste taal tonen, als deze aanwezig is in de System Manager. Zo niet, dan zal de Engelse tekst worden getoond. De alarmteksten van de EKC regelaars worden ook in de gewenste taal getoond.
19
Aangepaste taal
Het is mogelijk om sommige teksten, die gebruikt worden in Service Tool, te wijzigen. Ga als volgt te werk:
1. Selecteer het conguratiescherm van Service Tool (‘Start conguration’)
2. Selecteer ‘Wijzig’
3. Type de originele tekst zoals in Service Tool te zien is, inclusief hoofdlet­ters en spaties.
4. Type een ‘=’ teken
5. Type de nieuwe tekst
6. Sla het bestand op
7. Markeer het veld ‘Aangepaste taal
8. Start Service Tool opnieuw op
Voorbeeld:
Deze functie heeft geen betrekking op de alarmteksten.
20
Locatie overzicht
Met deze functie is het mogelijk een overzicht te maken van een aantal meetgegevens van de installatie. Dit overzicht bevat:
Adres, naam regelaar, parameter, waarde.
Tot 100 parameters kunnen worden ‘verzameld’, maar alleen de parameters die geregistreerd kunnen worden. Voorbeeld:
Het overzicht wordt op de volgende manier gedenieerd:
1. Klik op het ‘HOME’
2. Selecteer ‘Locatie functies’ en dan ‘Locatie overzicht’
Modemgegevens
Wijzig de naam van de regelaar op de installatie
Deze functie is alleen beschikbaar in de System Ma­nager.
21
3. Selecteer ‘Selecteer’.
4. Selecteer regelaar en parameter en druk op ‘>’
5. Eindig met ‘OK’
22
Soware bijwerken
Volg onderstaande procedure als de software in een regelaar moet worden bijgewerkt:
1. Verbind de Service Tool rechtstreeks met de regelaar
2. Start de updatefunctie in de Service Tool - conguratie
3. De updatedisplay wordt hier getoond
4. Vind het bestand met de nieuwe software
5. Schakel het vakje ”Herstellen instellingen” in (na het bijwerken zullen de vorige instellingen opnieuw worden gebruikt).
6. Druk op ”Start”.
23
Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alternations can be made without subsequential changes being necessary in specications already agreed. All trademarks in this material are property of the respecitve companies. Danfoss and Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved.
RS8ES610 2015-10
24
ADAP-KOOL®
Loading...