Danfoss AK-SM 350 User guide [nl]

User Guide
Bewaking-, regel- en alarmunit
AK-SM 350
ADAP-KOOL® Refrigeration control systems
Introductie
De AK-SM 350 is een gecombineerde registratie- en bewakings­unit voor gebruik in koelsystemen. De unit wordt gebruikt om de temperatuur te meten in diverse koelobjecten, deze data op te slaan en vervolgens weer te tonen, zodat voldaan wordt aan de gestelde wettelijke eisen. Naast het registeren van de temperatuur, worden ook alarm­grenzen ingesteld, zodat de unit een alarm gegenereerd als een alarmgrens wordt overschreden. Het alarm wordt getoond op de display en kan worden verstuurd naar een externe ontvanger zoals een mobiele telefoon of een servicebedrijf.
De gebruiksvriendelijke interface van de unit maakt het bijzonder eenvoudig om de verschillende temperaturen uit te lezen. Met slechts een paar drukken op de knoppen kunnen tempera­tuur-graeken worden getoond en in geval van een alarm, kan de reden hiervan worden uitgelezen in de display. Iedereen kan de unit bedienen en geautoriseerd personeel heeft door middel van een wachtwoord toegang tot belangrijke para­meters.
Alle instellingen kunnen worden gedaan via het voorpaneel, maar als er veel namen en instellingen moeten worden ingegeven, kan dit ook via de AK-ST (Service Tool) software worden gedaan. Deze software moet worden geïnstalleerd op een PC. Als meer dan 1 AK-SM 350 moet worden ingesteld met dezelfde instellingen, kan de 'Back-up' en 'Restore' functie in Service Tool worden gebruikt.
Voordelen
• Compacte unit voor temperatuurregistratie
• Registratie temperatuurdata voor autoriteiten
• Systeemunit met:
- Zuigdrukoptimalisatie (P0 optimalisatie)
- Dag/nachtregeling
- Alarmfunctie
Inhoud
Overzicht .......................................................................... 3
Gegevens .......................................................................... 6
Bestellen .................................................................................................... 7
Installatie .......................................................................... 8
Montage .................................................................................................... 8
Aansluitingen .......................................................................................... 9
Externe communicatie .......................................................................12
Conguratie ...................................................................13
Bediening ....................................................................... 14
De display ...............................................................................................11
Het overzichtscherm ...................................................................14
Displayschermen voor dagelijks gebruik .............................15
Hoofdmenu .....................................................................................15
Functies voor dagelijks gebruik – Instelling/aanpassing ......16
Dag/nacht instelling ....................................................................16
Inspuiting AAN groepen ............................................................17
Ontdooigroepen ...........................................................................18
Adaptiv ontdooiing ......................................................................19
P0 optimalisatie .............................................................................19
Adaptiv Randverwarming .........................................................20
Conguratie-instellingen ..................................................................21
Basisinstelling .................................................................................21
Puntinstellingen ............................................................................24
Alarminstellingen .........................................................................33
Alarmroutes ....................................................................................34
Alarmbestemmingen ..................................................................36
Printinstelling .................................................................................40
IP instellingen .................................................................................41
Relais instellingen .........................................................................41
Instelling voor andere netwerken via protocol interface 43
Alarm priorities ..............................................................................43
Dagelijks gebruik .........................................................44
In geval van alarm ...............................................................................44
Printen van gegevens.........................................................................45
Tonen van registraties ........................................................................46
Wijzigen openingstijden (dag/nacht schema) ..........................47
Wijzigen ontdooitijden ......................................................................48
Appendix - Template editor .....................................49
Menu overzicht ............................................................53
2 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Overzicht
Aantal aansluitingen
De AK-SM 350 kan tot 65 punten bewaken en registreren. Deze punten kunnen zijn:
- maximaal 16 directe aansluitingen zoals sensoren of digitale ingangen
- signalen van afzonderlijke regelaars, zoals EKC of AK, via de data­communicatie en AKC via interface AK-PI 200
- signalen van lekdetectors. Deze uitlezingen worden ook via de datacommunicatie verzonden (TP, Third Party).
Alarmen
De unit geeft op de volgende manieren aan dat er een alarm is:
• met een audiosignaal
• met een knipperende LED op het voorpaneel
• met een alarmsymbool in de display
• hiernaast kan de unit alarmen versturen naar een externe bestemming. De alarmbestemmingen worden in prioriteiten en tijden ingedeeld voor verschillende bestemmingen op verschil­lende tijden van de dag.
Alarmen van afzonderlijke regelaars die via de datacommunicatie worden ontvangen worden doorgestuurd naar de AK-SM 350. De waarschuwingen en alarmen worden vervolgens getoond als boven beschreven.
Registratie
Alle gedenieerde punten worden gemeten en opgeslagen met een ingestelde tijdinterval. De waarden kunnen worden getoond op de display en worden opgehaald door een printer, PC of modem aan te sluiten.
Signalen
De volgende signalen kunnen worden ontvangen:
• Temperaturen (Pt1000, PTC1000, NTC5000)
• Schakelfuncties (DI)
• Pulssignaal
• Voltagesignaal
• Stroomsignaal
• Signalen van regelaars types EKC en AK.
• Signalen voor P0 optimalisatie (Master Control)
• Dag/nachtregeling (Master Control)
Gasdetector
Er kunnen meerdere gasdetectors worden aangesloten type GD. De gasdetector wordt aangesloten op de datacommunicatie (TP, Third Party) en zal het meetsignaal naar de AK-SM 350 sturen. Indien een grenswaarde van de AK-SM 350 wordt overschreden, zal een alarm worden gegenereerd. Voor meer informatie over de GD gasdetector, zie document RD.7H.A of USCO.EN.S00.A.
Printer
Door een printer aan te sluiten kan de temperatuurregistratie worden uitgeprint. De printer moet een HP PCL-3 compatibel printer zijn. Het volgende kan worden uitgeprint:
• Huidige waarde meetpunten
• Grasche temperatuurregistratie
• Alarmhistorie
Externe verbindingen
• Modem Een modem kan worden aangesloten, zodat de unit een alarm kan versturen naar een externe alarmbestemming of servicebe­drijf. Het modem kan een analoog of GSM-modem zijn. Danfoss ondersteunt slechts 1 merk en type modem, neem hiervoor contact op met Danfoss.
• Ethernet De communicatie naar een externe alarmontvanger en/of ser­vicebedrijf kan ook plaats vinden via TCP/IP.
• PC Een PC kan worden aangesloten op de unit. Dit kan een vaste of draagbare PC zijn. Instellingen en/of alarmontvangst kunnen dan via een softwareprogramma worden uitgevoerd (Service Tool).
• Servicebedrijven De volgende programma's kunnen worden gebruikt met de AK-SM 350: AK-ST (Service Tool); bediening en instellen AKM; alleen ontvangen van alarmen en ophalen registraties (niet inbellen)
Beveiliging
Belangrijke instellingen worden beveiligd met een wachtwoord. Bij het maken van een externe verbinding is nog een extra beveili­gingscontrole vereist. Dit wordt ingesteld tijdens de conguratie.
Batterij backup
De unit bevat een batterij, zodat de klok gehandhaafd blijft bij een spanningsval. De temperatuurregistratie zal worden hervat zodra de voeding terug komt. Alle instellingen worden tijdens de spanningsval bewaard.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 3
Bediening
De volgende bedieningsopties zijn te vinden op het voorpaneel van de unit:
Escape
• Ga terug naar de displayuitlezing
Menu
Geeft toegang tot het systeemmenu en de conguratie. Zie pagina 15 voor meer informatie.
Alarmsignalen en bediening van alarmen
• De LED knippert als er een nieuw alarm is
• De LED gaat branden wanneer een alarm wordt aangenomen, maar het alarm nog niet is opgeheven.
• De LED gaat pas uit als het alarm is opgeheven en aangenomen.
• De toets toont de alarmtekst en stopt het alarmsignaal (sirene) wanneer deze 2 keer wordt ingedrukt.
Zie volgende pagina voor meer informatie.
Navigatie
• De pijltoetsen verplaatsen de 'cursor'. Waarden kunnen worden gewijzigd.
• 'Enter' voert een selectie uit
Wanneer een 'pijltje' zichtbaar is rechtsboven in de display (zie voorbeelden onder), betekend dit dat er meer menuschermen zijn op dit niveau. Druk op de bewuste pijltoets om naar dit scherm te gaan.
De display
Er zijn verschillende displayschermen voor het dagelijkse gebruik. Zie onder voor een korte beschrijving:
• Overzichtscherm, met alle meetpunten
• Puntdetailscherm, toont huidige waarden van het punt
Print
• Start de printfunctie. Alleen compatibel printers kunnen worden toegepast.
Zie pagina 40 voor meer informatie.
• Graekscherm, toont de temperatuurregistratie
• 'Meer details' van een punt
• Puntdetailscherm van een regelaar
Beschrijving van de displayschermen is te vinden op pagina 14 en verder.
4 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
• 'Meer details' van een regelaar
Alarmsituaties
In geval van alarm, zal het volgende gebeuren:
Knippert
Alarmsymbool
Dit gedeelte toont de alarmlimieten en vertra­gingstijd
- Een alarmsymbool zal verschijnen op het overzichtscherm voor het bewuste punt
- De LED naast de alarmtoets zal gaan knipperen
- De ingebouwde sirene zal gedurende een ingestelde periode geactiveerd worden (alleen indien gecongureerd)
- Als een relais is gedenieerd voor de alarmfunctie, zal dit relais geschakeld worden
- In het puntdetailscherm van het bewuste punt, zal linksonder in het scherm een alarmsymbool zichtbaar zijn.
- De alarmtekst wordt opgenomen in de lijst met actieve alarmen
- Als een externe alarmbestemming is ingesteld, zal het alarm en de alarmtekst worden doorgestuurd naar de bestemming.
Als de alarmtoets wordt ingedrukt:
- De alarmlijst wordt getoond in de display
Wanneer u een alarm selecteert in de alarmlijst en op 'Enter' drukt, zal meer gedetailleerde informatie van het alarm worden getoond.
Wanneer nogmaals op de alarmtoets wordt gedrukt:
- Alle alarmen worden aangenomen (bevestiging dat ze gezien zijn)
- De ingebouwde sirene stopt
- Als een relais als alarmfunctie is gedenieerd, zal het relais naar de status 'geen alarm' terugkeren. (Rele instelling, pagina 41)
- De LED naast de alarmtoets stopt met knipperen en gaat continue branden zolang er nog een alarm is. De LED gaat uit als het alarm wordt opgeheven.
- De alarmtekst wordt verplaatst naar de 'Alarmhistorie'
- Actieve alarmen worden nog steeds in de display getoond.
Het voor de tweede keer indrukken (aannemen) kan met een wachtwoord geblokkeerd worden.
Wanneer het alarm wordt opgeheven
- Het alarmsymbool in het overzichtscherm verdwijnt
- Een 'Alarm opgeheven' bericht wordt verstuurd naar de alarmbestemmingen (alleen IP, SMS en modemverbindingen).
Voor 'Alarmhistorie', druk op de alarmtoets en vervolgens op de rechter pijltoets
De alarmhistorie kan tot 200 alarmen opslaan. Als de 200 wordt bereikt, zullen de nieuwste alarmen de oudste overschrijven.
Voor 'Gebeurtenissen', druk op de alarmtoets en vervolgens 2 maal op de rechter pijltoets
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 5
AK-SM 350
Voeding 115 V / 230 V
+10/-15%, 50/60 Hz, 10 VA
Gegevens
Aansluitingen PT 1000 ohm bij 0°C of
Pulsingang voor kWh meting Volgens DIN 43864.
Display Grasch LCD, 240 x 64
Directe meetpunten 16
Totaal aantal punten 65
Meetbereik, algemeen -100 tot +150°C
Meetnauwkeurigheid bij Pt1000 Resolutie 0,1K
Meetinterval 15, 30, 60, 120 of 240 minuten
Datacapaciteit 12 MB ash
Back-up batterij Knoopcel voor klokfunctie (2032)
PTC 1000 ohm bij 25°C of NTC 5000 ohm bij 25°C of Thermistor (-80 tot 0, -40 tot 40 of 0 tot 100°C) Digitaal AAN/UIT signaal of Standaard 0 - 10 V / 4 - 20 mA signaal
(Alleen ingang 1 en 2)
Nauwkeurigheid: +/- 0,5K
Opslag van alle data van alle meetpunten voor 1 jaar bij een meetinterval van 30 minuten. Laatste 200 alarmen
Voeding voor bijvoorbeeld drukopnemer
Printeraansluiting HP PCL-3, Parallel
Modemaansluiting RJ 45
TCP/IP aansluiting RJ 45
PC aansluiting RJ 45 (RS 323)
Datacommunicatie RS232, RS485 (LON), RS485 (MOD-
Relais Aantal 2
Max. belasting 24 V a.c. of 230 V a.c.
Behuizing IP 20
Omgeving 0 tot 50°C, tijdens bedrijf
-20 tot +70°C, tijdens transport 20-80% RH, geen condens Geen schokken/vibraties
Goedkeuringen EN 60730-1 en EN 60730-2-9
Gewicht 1.6 Kg
Capacitieve belasting
De relais kunnen niet worden gebruikt voor de directe aansluiting van capacitieve belastingen zoals leds en de aan/uit-regeling van EC-motoren. Alle belastingen met een schakelende voeding moeten verbonden zijn met een geschikte contactor of dergelijke.
5 V max. 50 mA 12 V max. 50 mA
bus), RS485 (TP) (TP= Third Party)
Imax (AC-1) = 5 A Imax (AC-15) = 3 A
EN 61000-6-3 en EN 61000-6-2 EN 12830 en EN 13485
6 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Bestellen
Type Meetpunten Beschrijving Taal Codenummer
Nederlands, Engels, Duits,
AK-SM 350 16
Kabel voor PC (Zie ook AK-ST documentatie)
Modemkabel 080Z0261
Met ingangen voor PT 1000 ohm, PTC 1000 ohm , NTC 5000 ohm
RJ 45 - Com poort 080Z0262
Frans, Italiaans
Engels (UK), Spaans, Portu-
gees, Engels (US)
Engels, Pools, Tsjechisch 080Z8504
080Z8500
080Z8502
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 7
Installatie
Montage
Openen
1. Druk 1 van de 2 klemsluitingen in aan de zijkant van de unit
2. Verwijder het deksel
Sluiten
Druk het deksel dicht zodat beide klemsluitingen dichtklikken.
Positie
De unit moet gemonteerd worden:
• Op ooghoogte
• Niet in direct zonlicht
• Nergens waar sterk licht kan reecteren in de display
• Niet in extreme temperaturen of vochtige omstandigheden
• Niet dicht bij bronnen van elektrische verstoringen
De unit wordt gemonteerd met 3 schroeven. De bovenste schroef wordt gemonteerd op ooghoogte. Pas op dat deze schroef niet zoveel uitsteekt dat deze de printplaat raakt bij het ophangen. Haak de unit achter deze schroef en monteer de onderste twee schroeven.
8 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Aansluitingen
Principe
Tot maximaal 16 directe metingen kunnen op de AK-SM 350 worden aangesloten. Als er meer dan 16 directe metingen zijn gewenst, kunnen meer metingen worden aangesloten op een AK-LM 330. De metingen worden aan de AK-SM 350 doorgegeven via de LON communica­tie. Metingen van een gasdetector worden eveneens via de communi­catie doorgegeven.
Als afzonderlijk regelaars van het type EKC of AK worden gebruikt, zijn de temperatuurmetingen van deze regelaars op de AK-SM 350 uit te lezen. De communicatie wordt hierbij verzorgd via de RS485 LON of MODBUS communicatie.
LON
AKC regelaars (DANBUSS communicatie) kunnen worden aanges­loten via AK-PI 200, die aangesloten is op de TCP/IP-ingang.
Aansluitoverzicht
De voeding wordt aan de linkerkant aangesloten. Naast de voeding bevinden zich twee relais die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor modemreset, watchdog of alarmrelais. Voor veiligheidsredenen moeten beide relais met hetzelfde voltage worden gebruikt, dus 1 relais op 24V en 1 relais op 230V is niet toegestaan.
Aan de rechterkant bevinden zich alle laag voltage aansluitingen. Er zijn drie types datacommunicatie waarop andere Danfoss regelaars aangesloten kunnen worden welke zijn uitgerust met hetzelfde type datacommunicatie. Er is ook een 5V en 12V voeding. Deze kunnen worden gebruikt voor de voedingsspanning voor een drukopnemer die zijn meting aan de unit moet doorgeven. Helemaal rechts bevinden zich de 16 directe aansluitingen. Deze kunnen worden gebruikt voor sensoren, digitale ingangen en voltagesignalen tot 10V. Pulssignalen van bijvoorbeeld een kWh meter moeten altijd worden aangesloten op ingangen 1 of 2.
TP
1. 2. 4. 3.
1. Voedingsspanning
De voedingsspanning moet 230V ac of 115V ac zijn. Er is een schakelaar welke moet worden ingesteld op het juiste voltage.
De toegestane tolerantie betekend dat de voeding van 115V ook 110V en 120V mag zijn.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 9
2. Relais
De twee relais kunnen worden gebruikt voor:
• Externe alarmfunctie Wanneer aangesloten als aangegeven, zal een alarm worden gegenereerd in alarmsituaties en wanneer de AK-SM 350 spanningsloos is
• Reset modem Wanneer aangesloten als aangegeven, zal de AK-SM 350 ervoor zorgen dat het modem altijd correct werkt. De unit zal het modem regelmatig resetten, zodat een correcte werking gewaarborgd is.
• Watchdog Hier zal het relais met een ingestelde tijd schakelen, bijvoorbeeld ieder kwartier. Als na enige tijd geen schakelingen meer worden waargenomen (AK-SM 350 is bijvoorbeeld spanningsloos) zal een extern apparaat (timer?) alarmeren.
Beide relais moeten werken met dezelfde voeding, dus niet 1 relais op een laag voltage en het andere relais op een hoog voltage (115/230 V).
3. Directe meetpunten
Er zijn 16 directe meetpunten. Alle oneven puntnummers zijn meetingangen. Alle even num­mers zijn 'nul'. Alle even nummers zijn in de unit doorverbon­den met een gemeenschappelijke 'nul'. Indien een gemeenschappelijke 'nul' wordt gebruikt voor meer­dere meetpunten, moeten groepen worden gemaakt. Plaats niet temperatuursignalen, schakelsignalen en voltagesignalen in dezelfde groep. Bewaar afstand met bronnen van elektrische storing en voe­dingskabels.
Relais 1
Relais 2
Sensoraansluitingen 1 van de draden wordt aangesloten op een oneven nummer en de ander op de 'nul' (even nummer).
AAN/UIT signalen van schakelfunctie 1 van de draden wordt aangesloten op een oneven nummer en de ander op de 'nul' (even nummer). De schakeling kan 'Normally open' of 'Normally closed' zijn. Dit wordt gedenieerd tijdens de conguratie.
Vermogensmeting (pulssignaal) Alleen ingangen 1 en 2 kunnen hiervoor gebruikt worden. Deze ingangen zijn ontworpen voor snelle aan/uit schakelin­gen. Pulsen worden gemeten volgens DIN 43864. Het signaal wordt aangesloten als aan/uit signaal.
Voltagesignaal Het voltage kan variëren tussen 0 en 10V dc. De 'min' wordt aangesloten op de 'nul' (even nummer)
Stroomsignaal Het signaal kan variëren tussen de 4 en 20 mA. De 'min' wordt aangesloten op de 'nul' (even nummer).
Gasdetector, type DGS Deze gasdetector kan een spanningssignaal of een stroomsig­naal voor AK-SM 350 afgeven.
DIN 43864 S01 interface
10 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
4. Datacommunicatie
Indien metingen worden ontvangen via de datacommunicatie, moet dit als volgt worden gedaan:
Regelaars
De AK-SM 350 kan signalen ontvangen van diverse regelaars. De regelaars worden aangesloten op de RS485 LON communicatie of de RS485 MODbus communicatie. Deze twee typen kunnen niet door elkaar worden gebruikt.
Positie Er zijn geen eisen aangaande de positie van de AK-SM 350 in de datacommunicatielijn. De unit mag aan een eind worden geplaatst, maar mag ook ergens anders op de lijn.
Bedrading
• LON-bus Er zijn geen eisen aangaande de polariteit van de A en B aansluitingen. De afscherming moet langs de hele commu­nicatiekabel worden doorgelust (en niet aan aarde worden aangesloten)
• MOD-bus A+ moet worden bedraad naar A+ B- moet worden bedraad naar B­De afscherming moet langs de hele communicatiekabel worden doorgelust en aangesloten op de regelaars (nooit direct op aarde aansluiten)
De installatie van de datacommunicatiekabel moet voldoen aan de eisen zoals gesteld in het document "Data com­munication between ADAP-KOOL® Refrigeration controls". Document RC.8A.C
Afsluiting Beide uiteinden van de datacommunicatiekabel moeten wor­den afgesloten met een weerstand van 120 Ohm. In sommige regelaars is een 'afsluitingsjumper' ingebouwd. De afsluiting vindt plaats door deze jumper te sluiten.
Adressering
In iedere regelaar moet het adres worden ingesteld. Dit adres zal worden herkend door de AK-SM 350. Dit adres mag niet al in gebruik zijn op een andere of dezelfde vorm van datacommunicatie. Indien het adres al in gebruik is, zal de eerste regelaar met dit adres worden bewaard en wordt de laatste niet gebruikt. Ook een adres dat in gebruik is door gasdetector mag niet worden gebruikt voor een regelaar.
Dubbele adressen zijn niet toegestaan.
• Bij iedere EKC moet het adres worden ingesteld in parameter 'o03'.
• De AK-SM 350 kan nu het adres ontvangen. Dit kan op de volgende manieren:
- Activeren van parameter 'o04', maar hiervoor moet de AK-SM
350 spanning hebben. (Regelaars met MOD-BUS communi­catie hebben geen parameter o04)
- Activeren van de 'Scan' functie in de AK-SM 350. Hiervoor
moet op alle regelaars een adres zijn ingesteld. Een regelaar met MOD-BUS communicatie kan alleen maar via de 'Scan' functie worden gevonden.
Na het activeren van de 'Scan' functie, zijn alle regelaars te zien in de netwerklijst
Gasdetector, type GD
Als een gasdetector type GD is gebruikt, moet deze worden aangesloten op de 'TP' datacommunicatie. Voor montage en aansluiting, zie document RD.7H.A. Stel het adres in op de gasdetector (max. is 65). Dit adres moet een uniek adres binnen het netwerk zijn. Noteer het gebruikte adres, aangezien dit adres later moet worden gebruikt bij het congureren van de AK-SM 350.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 11
Externe communicatie
80Z260.11
Op de AK-SM 350 bevinden zich een aantal connectoren voor externe communicatie. Deze kunnen voor het volgende worden gebruikt:
• Instellen van de unit
• Verzenden alarmen naar servicebedrijf
• Verzenden alarmen naar mobiele telefoon
• Service
• Printeraansluiting. Printen van registraties en alarmen
PC aansluiting
Deze verbinding kan worden gebruikt voor het instellen van de unit of voor servicewerkzaamheden. Op de PC moet het AK Ser­vice Tool programma geïnstalleerd zijn. Indien veel tekst moet worden ingevoerd, wordt aanbevolen om een PC te gebruiken. Als meerdere units met dezelfde conguratie moeten worden ingesteld, is het raadzaam om de 'kopieer' functie in Service Tool te gebruiken. Het ophalen van registraties uit de unit kan op dezelfde manier worden gedaan.
Zie ook de documentatie van de AK Service Tool.
TCP/IP verbinding
De unit kan worden verbonden met Ethernet voor instelling en service.
Danfoss
Bv.AK-PI 200 en regelaars met DANBUSS-datacom­municatie
Modem verbinding
Een modem kan worden aangesloten op een vast of mobiel netwerk.
Printer aansluiting
Een printer kan worden aangesloten als er behoefte is aan het uitprinten van registraties, alarmen of graeken.
GSM / SMS Kabel = Modemkabel GSM modem: Siemens TC35I
Vaste telefoonlijn Kabel = Modemkabel Modem: AKA231
Kabel = Standaard kabel Printer: HP PCL-3 compatibel
12 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Conguratie
Principe
Deze pagina beschrijft de instellingen die in de AK-SM 350 moeten worden gedaan. De punten worden kort beschreven, zodat deze lijst als een 'checklist' kan worden gebruikt. Na het uitvoeren van onderstaande punten is de unit gecongu­reerd.
Procedure
1. Maak een overzicht van alle connecties. Bepaal waar ze moeten worden aangesloten. Bepaal de alarmprioriteit voor alle punten. Onderstaande tabel geeft een voorbeeld van de verschillende mogelijkheden.
Punt­nummer in display
Naam Type connectie Plaats van
Tempe­ratuurDI(aan/uit)
1 xxxx A x 1-16 x
2 xxxx B x 1-16 x
3 xxxx C x 1-16 x
4 xxxx D x 1-2 x Alleen punt 1 of 2
5 xxxx E x 1-65 x
6 xxxx F x 1-xxx x
7 xxxx G x Belasting/winkel data van
AI (Ana­loog)
kWh meter
kWh meter log
Gas­detec­tor
In de volgende sectie 'Bediening' is een meer gedetailleerde beschrijving van de onderstaande punten te vinden.
Prioriteit van alarm Commentaar
Laag Al-
dium
leen reg.
kWh meter
Rege­laar
aansluiting
Klem­men
Adres Hoog Me-
Vervolg met:
2. Druk op de toets voor het hoofdmenu
3. Selecteer 'Service instellingen' onderin het scherm
4. Doorloop alle instellingen in het menu 'Basisinstelling'. Met de 'Scan netwerk' functie zal het netwerk worden gescand, waardoor de AK-SM 350 alle op de datacommunicatie aange­sloten apparaten herkent. Alle apparaten moeten een adres en voeding hebben voordat de scan wordt uitgevoerd.
5. Selecteer 'Puntinstellingen'
6. Stel alle punten in. Gebruik bijvoorbeeld de data uit een tabel als boven. Sommige uitlezingen hebben 2 alarmgrenzen. Verschillende alarmprioriteiten kunnen worden ingesteld voor beide grenzen.
7. Maak een tabel van de alarmprioriteiten. Zie tabel rechts.
8. Stel de alarmfunctie in a. Stel eerst de algemene functies in b. Stel vervolgens in hoe een alarm moet worden afgehandeld
(bijv. wat moet worden geactiveerd)
c. Stel als laatste de geselecteerde activiteiten in (bijv. adressen
van alarmbestemmingen)
9. Controleer of de alarmen kunnen worden verzonden a. Stel de functie 'Test alarm prio' in op 'Hoog' b. Activeer de functie 'Test alarm' c. Controleer of het alarm wordt ontvangen d. Herhaal deze procedure voor andere alarmprioriteiten e. Herhaal deze controle tot alle bestemmingen zijn getest.
Tabel van alarmactiviteiten (voorbeeld)
(genoemd in punt 7 en gebruikt in punt 8b)
Route 1
Tijd Alarm-
Dag Hoog 1 x
Nacht Hoog 2
Dag Hoog
Nacht Hoog
Dag Hoog
Nacht Hoog
prioriteit
Medium 1
Laag 1
Medium 2
Laag -
Alternatieve bestemming (indien primaire bestemming mislukt)
Medium
Laag
Medium
Laag
Medium
Laag
Medium
Laag
Tel.num-
mer
Primaire alarmbestemming
Kopie bestemming
Alarmactiviteit
Relais Zoemer SMS
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 13
Bediening
De display
Deze sectie beschrijft alle verschillende functies in de diverse
displayschermen
In het overzichtscherm kan door middel van de toetsen ieder punt bekeken worden, maar de unit kan ook zo worden ingesteld dat er automatisch door alle punten 'gescrold' wordt.
Wanneer hier een pijl getoond wordt, betekend dit dat het vol­gende of vorige punt bekeken kan worden door op de rechter of linker pijltoets te drukken.
Dit is het overzichtscherm dat alle gedenieerde punten weer­geeft. Ieder punt wordt weergegeven met een symbool. Punt 1 staat linksboven, daarnaast punt 2 enzovoort. Totaal kun­nen 65 punten, en dus 65 uitlezingen, worden getoond. Een uitlezing kan zijn:
• Temperatuuruitlezing
• Spannings- of stroomsignaal
• AAN/UIT signaal van bijvoorbeeld deurschakelaar
• Pulssignaal voor vermogensmeting
• Signaal dat een ontdooicyclus aangeeft
• Signaal van een gasdetector
• Signaal van een regelaar. In dit geval kan de uitlezing een tempe­ratuur zijn.
Voor het uitlezen van bijvoorbeeld punt nummer 3, verplaats de 'cursor' door middel van de pijltoetsen totdat de 'cursor' op punt 3 staat. De waarde is nu uit te lezen. Druk op de 'Enter' toets voor meer details.
De lichtsterkte veranderen Houd de ESC-toets ingedrukt en druk de 'hoger/lager' pijltoets in.
Het overzichtscherm
Het scherm gaat altijd automatisch terug naar het overzicht­scherm als er twee minuten geen activiteit op de unit is.
Naam
De naam van de unit (klant) wordt hier getoond.
Symbool voor ieder punt
Wanneer een punt is gemarkeerd met een vierkant, wordt de naam en uitlezing van dit punt weergegeven aan de rechterkant van de display. Een symbool voor het punt wordt weergegeven in het vierkant. Het symbool kan zijn:
Cirkel = Punt
Druppels = Ontdooiing
Alarm
Het alarm is onderdrukt (via het 'Meer details' scherm)
Stekker = Geen verbinding met regelaar
Streepjes = Communicatiefout. Zie pagina 25 voor informatie.
Datum en tijd
Het contrast veranderen Houd de ESC-toets ingedrukt en druk op de linker/rechter pijlto­ets.
Puntnummer
In dit geval punt 1 van de 5 gedenieerde punten.
Deze tekst zal vervangen worden door een zelf ingevoerde tekst met meer informatie over het punt, bijv. 'Vriescel 1'.
Uitlezing
Scrollfunctie van alle punten
Deze functie kan worden geselecteerd als optie. De waarde van ieder punt wordt dan 3 seconden getoond en vervolgens het volgende punt. Als het laatste punt is geweest, zal het proces weer bij punt 1 beginnen.
14 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Displayschermen voor dagelijks gebruik
• Punt detailscherm, toont gedetailleerde informatie
• Graek, toont de temperatuurregistratie van het punt
Naam en puntnummer
• Symbool illustreert de bedrijfssituatie van het punt
• Temperatuurwaarden
• Waarde voor hoog temperatuuralarm
• Tijdvertraging voor alarm
• Waarde voor laag temperatuuralarm
• Toegang tot graek etc.
Temperatuurregistratie voor een punt
Om de graek in detail te bekijken, druk 'Enter'. Een verticale lijn wordt vervolgens getoond in de graek. Deze lijn geeft de tijd aan in de graek. De temperatuurwaarde voor deze tijd wordt op de bovenste regel getoond. De verticale lijn kan door middel van de pijltoetsen worden verplaatst. Gebruik de 'boven' en 'onder' pijltoetsen om in en uit te zoomen.
De functie 'Meer details' toont een beperkt aantal parameters van de regelaar. Sommige van deze parameters kunnen worden gewijzigd.
De waarden in 'Meer details' worden direct naar de regelaar ge­schreven als ze worden gewijzigd.
Hoofdmenu
Door te drukken op de toets rechtsboven op de unit, zal het hoofdmenu worden getoond.
Vanuit dit menu kunnen de volgende 4 functies worden bereikt:
Puntoverzicht
Met deze functie gaat u terug naar het overzichtscherm. Zie vorige pagina. (De unit zal automatisch naar deze pagina terug keren indien de toetsen gedurende 2 minuten niet actief zijn)
Netwerklijst
De apparaten (regelaars) die zijn aangesloten via de data­communicatie worden hier getoond.
Regeling installatie
Hier zijn de functies te vinden voor dagelijks gebruik, bijv.
• Ontdooi- en dag/nachtschema's
• Ontdooiinstellingen
• P0 optimalisatie Dit scherm wordt op de volgende pagina beschreven.
Service instellingen
Hier worden alle basisinstellingen voor de individuele punten en functies uitgevoerd. Dit scherm wordt vanaf pagina 21 beschreven.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 15
Functies voor dagelijks gebruik – Instelling/aanpassing
Hier worden de functies voor dagelijks gebruik ingesteld.
• Tijdschema voor bedrijfstijden installatie/winkel (Dag/ nachtschema)
Dit schema kan worden gebruikt om een dag/nachtsignaal naar geselecteerde regelaars te sturen. Het schema kan ook worden gebruikt voor de alarmafhandeling, maar dit is alleen van toepassing indien er voor de dag en nacht verschillende alarmbestemmingen zijn.
• Tijdschema voor ontdooigroepen
Dit schema wordt gebruikt om een ontdooistartsignaal naar geselecteerde regelaars te sturen.
Dag / nacht instel
DI override puntreferentie (zie 'mode' = Auto)
Aan de eindgebruiker Deze functies zijn optioneel, maar kunnen enkel gebruikt worden indien de regelaars gemonteerd zijn die de betreende signalen kunnen ontvangen.
Aan de installateur Zet een kruisje in het vakje als de functies zodanig geïnstalleerd zijn dat ze vanaf de bewakingseen­heid bediend kunnen worden.
JaNee
Ontdooiing op pagina 18
P0 optimalisatie op pagina 19
Regelfunctie:
Als 'Gestart' is geselecteerd, wordt een signaal naar de regelaars gestuurd.
Mode:
• Als 'Auto' is geselecteerd, is de dag/nachtoverschakeling auto­matisch. Het signaal volgt de aan/uit waarde van het referentiepunt. Zie volgende instelling.
• Als 'Dag' is geselecteerd staat de regelaar altijd in de dagstand.
• Als 'Nacht' is geselecteerd, staat de regelaar altijd in de nacht­stand.
Status: Deze display toont of de regelaar zich in dag- of nachtstand bevindt.
Het punt waarop het 'override' signaal is aangesloten wordt hier geselecteerd. Als het punt 'Aan' is, zal de 'Dag' status naar alle regelaars verzon­den worden.
DI override van een regelparameter Het adres en de parameter kunnen via de service tool van het type AK-ST 500 ingesteld worden. Dit doet u als volgt:
1. Sluit de AK-ST 500 aan op de bewakingseenheid
2. Wanneer het netwerk getoond wordt, drukt u op de bedi-
eningsknop van de installatiebesturing
3. Selecteer de dag/nacht-groep
4. Selecteer de plaats waar het signaal vandaan zal komen: a. Druk 'Nieuw' in b. Selecteer het adres van de regelaar (bv. 001:005) c. Selecteer de groep waar het signaal vandaan zal komen d. Selecteer welke parameter het signaal zal versturen
Status DI override: Deze display toont de status van het 'override' signaal dat van een van de volgende twee instellingen wordt ontvangen.
16 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Schema
(Het schema is te vinden door 1 maal op de rechter pijltoets te drukken vanaf de 'Dag/nacht instel.' paginainstel")
Hier wordt het dag/nachtschema (openingstijden) ingesteld. De tijden kunnen worden gebruikt voor de alarmafhandeling en voor de dag/nachtregeling van de regelaars.
De uren en minuten worden ingesteld door middel van de pijl­toetsen.
Dag/nacht regelaars
(Het schema is te vinden door 1 maal op de rechter pijltoets te drukken vanaf de 'Schema' pagina.
Inspuiting AAN groepen
Naam
Voer hier de naam van de groep in.
Regelfunctie Hier kan de gebruiker zien of de compressorregeling werkt of gestopt is.
Handbediening Hier kan de inspuiting AAN-regeling uitgeschakeld worden
Hier worden de adressen ingesteld van de regelaars die een dag/ nachtsignaal moeten ontvangen.
Stel adres in. (00:000 betekend geen adres)
Inspuiting Hier wordt de status van de inspuiting AAN-functie getoond
Compr.cond.regelaar Het adres van de regelaar die de compressor bestuurt, kan hier ingesteld worden.
Compr.set sectienum. Als de regelaar meer dan een compressorgroep kan besturen, moet de groep ingesteld worden.
Druk op de 'rechter pijl' om de regelaars in te stellen die het sig­naal zullen ontvangen.
Stel het adres van de regelaar in en druk op 'Enter'.
Doe hetzelfde met de adressen van de andere regelaars.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 17
Ontdooigroepen
Hier wordt een groep regelaars geselecteerd die het ontdooisig­naal moeten ontvangen. Er zijn twee manieren waarop de regelaars gegroepeerd kunnen worden:
1. Individueel. Zodra de ontdooiing is gestart, voert iedere rege-
laar zijn ontdooiing uit en zal hierna direct de koeling hervatten.
2. Gecoördineerd. In dit geval, zal de koeling pas worden hervat
als alle regelaars in de groep de ontdooiing hebben beëindigd.
Er kunnen maximaal 10 ontdooigroepen worden gemaakt met maximaal 30 regelaars per groep.
De manier om toegang te krijgen tot de groepen is te zien op de vorige pagina.
Conguratiegroep 1
Ontdooischema (Deze pagina is te vinden door 1 maal op de rechter pijltoets te drukken)
Maximaal 8 ontdooiingen kunnen per dag worden gestart.
Een ontdooitijd wordt gedenieerd door een tijd in te stellen. De tijd 00.00 zal geen ontdooiing starten.
Regelaargroep Hier wordt gedenieerd welke regelaars in de groep opgenomen moeten worden. (Druk 1 maal op de rechter pijltoets vanuit het schema)
Naam Voer hier de naam van de groep in.
Ontdooifunctie
De functie wordt actief zodra deze op 'Gestart wordt ingesteld. Het schema bepaald wanneer het signaal naar de individuele regelaars wordt verzonden.
Handmatige ontdooistart
Door op 'Enter' te drukken krijgen alle regelaars binnen de groep een ontdooistart.
Coordinatie
(Maximaal 30 regelaars per groep).
Regelaaradres
Stel het adres in van een regelaar die deel neemt aan de groep. Zodra het adres is ingesteld, is het automatisch mogelijk om een volgend adres in te stellen.
Groep 2
Als er meer groepen zijn, worden deze op dezelfde manier inge­steld.
Selecteer 'Ja' als de hele groep pas mag gaan koelen zodra bij iedere regelaar de ontdooiing is beeindigd. (De regelaars moeten deze functie wel ontsteunen.)
18 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Adaptiv ontdooiing groepen
Andere ontdooien groepen kunnen worden gecreëerd waarin de regelaars hebben een adaptieve ontdooifunctie. De regelaars signalen voor de huidige condensatietemperatuur door conden­satie controle. Regelaars alleen de adaptieve functie kan worden geselecteerd voor de groep.
Naam
Voer hier de naam van de groep in.
Regelfunctie
Dit scherm toont of de ontdooiing in bedrijf is of gestopt is.
Groep 1
Naam
Voer hier de naam van de groep in.
Stoppen en starten van de functie
Actuele P0
De condensatietemperatuur die van de besturing van de com­pressor ontvangen wordt, kan hier worden afgelezen.
Compr.cond. regelaar
Het adres van de regelaar die de compressor bestuurt, kan hier ingesteld worden.
Compr. set sectienum
Als de regelaar meer dan een compressorgroep kan besturen, moet de groep ingesteld worden.
Druk op de 'rechter pijl' om de regelaars in te stellen die het sig­naal zullen ontvangen.
Stel het adres van de regelaar in en druk op 'Enter'. Doe hetzelfde met de adressen van de andere regelaars.
P0 optimalisatie
Hier kan een groep regelaars geselecteerd worden waar de AK­SM 350 signalen van ontvangt. De ontvangen signalen worden verwerkt en vervolgens wordt een signaal naar de compressor­condensorregelaar gestuurd zodat de zuigdruk geoptimaliseerd wordt.
Maximaal 120 secties kunnen in 1 groep worden geselecteerd. Een sectie welke zojuist een ontdooiing heeft afgerond wordt niet opgenomen in deze functie. Pas na 30 minuten zal weer data van deze regelaar worden gevraagd. Deze tijd is instelbaar.
Hier kan de P0 optimalisatie worden gestopt en gestart.
Verschuiving
Hier wordt toegestaan dat de zuigdruk wordt verschoven.
'Override' functie Indien de P0 optimalisatie gedurende een periode onderbroken moet worden, kan dit gedaan worden door een contactfunctie op een ingang.
Stel het puntnummer voor de override functie in.
Compressor-condensorregelaar
Stel het adres in van de bewuste compressor-condensorregelaar.
Compr. cond. regelaar
Stel het adres van de regelaargroep in op de condensor-compres­sorregelaar.
Compr.set sectienum.
Als de regelaar meer dan een compressorgroep kan besturen, moet de groep ingesteld worden.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 19
P0 versch.
De P0-verschuiving kan hier afgelezen worden.
Meest beslaste object
Hier wordt het adres van het toestel met de hoogste belasting weergegeven..
Meest belaste sectie
Hier wordt getoond welke sectie van het toestel het meest belast wordt.
Sensor 1
Uitgebreide conguratie
Deze instellingen worden getoond door 1 maal op de rechter pijltoets te drukken.
Maak geen wijzigingen – instellingen moeten door getraind personeel worden uitgevoerd.
Periode Denieer hoe vaak data moeten worden opgehaald van de ver­schillende regelaars en de sectie met de hoogste belasting.
Filter Kp, Tn en S Regelparameters
Scantijd Hoe vaak data wordt opgehaald van de sectie met de hoogste belasting
Naam Voer de naam van de sensor in.
Temperature punt referentie Voer het punt in dat ingesteld is om de temperatuur te meten.
RH% punt referentie Voer het punt in dat ingesteld is om de vochtigheid te meten. Het punt moet ingesteld worden op analoge ingang en het signaal op bv. 0 -10 V. De vochtsensor moet ingesteld worden op hetzelfde type signaal.
Meting: Op de drie regels daaronder kunt u de actuele waarden voor 'berekend dauwpunt', 'berekende temperatuur' en 'berekende relatieve vochtigheid' aezen.
Druk op de 'rechter pijl' als er verschillende groepen zijn. Er moeten telkens verschillende sensoren worden ingesteld.
Groepen Denieer de regelaars die opgenomen moeten worden in de groep.
Alarm en alarmvertraging Er kan een alarm worden verstuurd als de functie de zuigdruk tot 90% van de minimale P0 referentie verlaagd.
Regelaars selecteren voor de groep Dit scherm is te vinden door 1 maal op de rechter pijltoets te druk­ken.
Stel het adres in van de regelaar die moet worden opgenomen in de groep. Selecteer de sectie. Ga verder met de volgende regelaar.
Adaptive Randverwarming
Groep 1
Naam Voer de naam van de groep in Regelfunctie De functie wordt hier gestart en gestopt. Dauwpuntsensor Selecteer een van de gedenieerde sensoren hier. Dauwpunt Het actuele dauwpunt kan hier afgelezen worden. Het adres wordt naar de betreende regelaars verzonden.
Druk op de 'rechter pijl' om te bepalen welke regelaars het signaal moeten ontvangen en de railverwarming activeren.
Stel het adres van de regelaar in en druk op 'Enter'. Doe hetzelfde met de adressen van de andere regelaars.
20 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Conguratie-instellingen
• Pagina's 20 tot 22 behandelen de basisinstellingen
• Pagina's 23 tot 31 behandelen het instellen van meetpunten
• Pagina's 32 tot 33 behandelen de alarm- en printinstellingen
Basisinstelling
De basisinstellingen zijn als volgt:
Conguratie slot
Met deze instelling wordt het conguratieslot 'Aan' of 'Uit' gezet. Instellingen kunnen alleen worden uitgevoerd als deze instelling op 'Uit' staat. Temperaturen kunnen ook alleen worden uitgelezen als het con­guratieslot op 'Aan' staat.
Scan netwerk
Deze functie wordt gebruikt voor het 'installeren' van regelaars. Alle regelaars en gasdetectoren moeten voorzien zijn van een adres en zijn aangesloten op de juiste datacommunicatie voordat deze functie wordt geactiveerd. Zodra de functie wordt gestart, zal de AK-SM 350 alle datacom­municatie scannen en de gevonden adressen 'aanmelden' op de AK-SM 350. Het resultaat van de scan kan worden bekeken in de 'Netwerklijst'.
Taal
Hier wordt de taal van de AK-SM 350 ingesteld.
Naam
Hier wordt de naam van de installatie (klant) ingesteld. De naam wordt gebruikt voor de externe communicatie. Gebruik de pijltoetsen om de naam in te stellen.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 21
Apparaat naam
Service wachtwoord
Af fabriek is hier 'AK-SM 350' ingesteld. De naam van de unit kan naar wens worden ingesteld. Gebruik de pijltoetsen om de naam te wijzigen.
Zomertijd
Hier wordt ingesteld of de klok van de AK-SM 350 moet meescha­kelen met de zomer/wintertijd. Indien dit is gewenst, moet de Europese (EU) of Amerikaanse (US) tijd worden geselecteerd. De unit zal automatisch de tijd aanpassen op de juiste datum.
Tijdzone
0 is UK (GMT) tijd. 1 staat voor de tijdzone (+1 GMT); Duistland, Frankrijk, Nederland, Spanje, Italië etc.
Huidige datum
Een wachtwoord kan worden ingesteld om de toegang tot belangrijke instellingen te beperken. Als toegang is verkregen met dit wachtwoord is het mogelijk om service- en conguratie­instellingen te doen.
Wachtwoord voor dagelijks gebruik
Een wachtwoord kan worden ingesteld om de toegang tot de dagelijkse instellingen te beperken. Als toegang is verkregen met dit wachtwoord is het mogelijk om instellingen te wijzigen.
Toegang zonder wachtwoord Als een wachtwoord is ingesteld voor 'Service' en 'Dagelijks' ge­bruik, kan zonder het invullen van een wachtwoord niets gewij­zigd worden (read-only).
Netwerk timeout
Als de AK-SM 350 geen verbinding kan maken met een regelaar op het netwerk, zal de regelaar een aantal maal proberen de com­municatie opnieuw tot stand te brengen. Als dit niet lukt binnen de hier ingestelde tijd, zal een alarm worden gegenereerd.
Hier wordt de datum en tijd van de unit ingesteld. Een batterij in de AK-SM 350 zal de tijd handhaven bij een span­ningsval. De batterij zal normaal enkele jaren meegaan en een alarm wordt gegenereerd zodra de batterij vervangen moet worden.
Meeteenheden
Hier wordt ingesteld in welke eenheid de verschillende uitlezin­gen worden getoond: SI: Bar en Kelvin (°C) US: Psi en °F Danfoss SI: Bar en °C (Hetzelfde als de SI instelling)
Verwijderen van 'oine' regelaars
Deze functie wordt gebruikt als een regelaar is verwijderd uit het netwerk. De functie ververst de netwerklijst, zodat de 'oine' regelaars worden verwijderd uit de lijst.
22 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Uitlezing van punten in overzichtscherm
Deze functie is alleen van toepassing op de uitlezing in het over­zichtscherm. Wanneer 'Aan' is ingesteld, zal ieder punt 3 seconden worden getoond en vervolgens het volgende punt. Zodra alle punten zijn getoond, zal het eerste punt weer worden getoond. Wanneer 'Uit' is ingesteld, zal het geselecteerde punt continue in de display worden getoond.
Frequentie voeding
Hier wordt de frequentie van de voedingsspanning ingesteld.
Fabrieksreset
Deze functie zet de AK-SM 350 terug in de fabrieksinstelling.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 23
Puntinstellingen
De volgende 9 pagina's bevatten instellingen voor de meetpun­ten. De eerste 3 pagina's beslaan de instellingen voor tempera­tuurmetingen. Indien de uitlezing geen temperatuurmeting is, zijn de instellingen hiervoor te vinden op de opvolgende 6 pagina's.
1. Selecteer een punt
Het puntnummer wordt getoond op de bovenste regel in de display. In dit geval is dit nummer 1. Gebruik de linker en rechter pijltoets om te verplaatsen naar een ander puntnummer.
2. Naam
Vul de gewenste naam in voor dit punt.
3. Type
Hier wordt voor dit punt het type meting gedenieerd. Zodra het type is ingesteld, worden verdere instellingen geacti­veerd. In dit geval wordt 'Temperatuur' geselecteerd.
Dit scherm toont de ver­schillende opties
De instellingen voor 'Temperatuur' worden op de volgende 2 pagina's getoond. Instellingen voor andere soorten metingen volgen daarna. (Sommige instellingen zijn hetzelfde onafhankelijk van het type meting.)
24 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
4. Alarm van punt (voor service)
Met deze instelling kan een alarm van een punt onderdrukt worden. De standaardinstelling is 'Geen'. Dit betekend dat standaard altijd alarmen worden ontvangen. Selecteer 'Ja' indien alarmen moeten worden onderdrukt tijdens bijvoorbeeld servicewerkzaamheden. Na 12 uur zal de instelling automatisch naar 'Geen' veranderen.
5. Registratie
Hier wordt ingesteld of een punt geregistreerd moet worden. Uit: Geen registratie Aan: Registratie is aan. De meetinterval kan worden ingesteld op 15, 30, 60, 120 en 240 minuten (zie volgende parameter). Deze tijden zijn vast en kunnen niet worden gewijzigd.
6. Registratie-interval
Moet alleen worden ingesteld als de meting rechtstreeks op de AK-SM 350 is aangesloten. Hier wordt gedenieerd op welke set klemmen de meting is aangesloten.
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing als 'Temperatuur' is geselecteerd.
9. Type = TEMPERATUUR
Alleen voor sensoren die rechtstreeks op de AK-SM 350 zijn aan­gesloten.
De volgende sensoren kunnen worden gebruikt: Pt, 1000 ohm bij 0°C PTC, 1000 ohm bij25°C NTC, 5000 ohm bij 25°C PT1: Thermistor -80 tot 0°C PT2 : Thermistor -40 tot 40°C PT3 : Thermistor 0 tot 100°C
10. Alarmlimiet voor hoge temperatuur
Hier wordt ingesteld hoe vaak het punt wordt gemeten.
Een meting wordt 1 jaar gewaard. Daarna wordt het over­schreven.
Kies tussen 15 minuten, 30 minuten, 1 uur, 2 uur of 4 uur. Voorbeelden van de capaciteit: Ongeveer 57 meetpunten bij 15 minuten komt overeen met 1 jaar. Ongeveer 50 meetpunten bij 15 minuten + 15 meetpunten bij 30 minuten komt overeen met 1 jaar. Minder meetpunten en/of een langere meetinterval geven geen problemen, maar als de richtlijnen en daarmee de capaciteit wordt overschreden, zal dit resulteren in een conguratiefout. Zie volgende pagina.
7. Adres meetpunt op de datacommunicatie
Deze parameter moet alleen worden ingesteld als het meetpunt zich op 1 van de 3 datacommunicatielijnen bevindt: LON, MOD­BUS of TP, bijvoorbeeld van een regelaar of een gasdetector. Stel het adres in. De instelling 00:000 betekent dat het meetpunt zich rechtstreeks op de AK-SM 350 bevindt. Alle andere instellingen betekent dat de meting wordt ontvangen via het ingestelde adres. (Wanneer een adres wordt ingesteld, zal het "00:" automatisch naar "01"of "11" veranderen. Deze instelling kan niet gewijzigd worden.)
Stel de temperatuurwaarde in waarbij een alarm moet worden gegenereerd. (De instelling wordt ook gebruikt voor de verschaling van de graek.)
11. Alarmlimiet voor lage temperatuur
Stel de temperatuurwaarde in waarbij een alarm moet worden gegenereerd. (De instelling wordt ook gebruikt voor de verschaling van de graek.)
12. Alarmvertraging
Het alarm wordt pas gegenereerd als de temperatuur gedurende deze tijd de alarmlimiet heeft overschreden. Stel de gewenste waarde in minuten in.
8. Ingangnummer
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 25
13.Alarmtekst voor hoog temperatuuralarm
Hier wordt de tekst ingesteld die moet worden gegeven bij een hoog temperatuuralarm. Indien geen tekst wordt ingesteld, zal de standaardtekst worden gegenereerd. Fx "Max temp Point _".
14. Alarmtekst voor laag temperatuuralarm
Hier wordt de tekst ingesteld die moet worden gegeven bij een laag temperatuuralarm. Indien geen tekst wordt ingesteld, zal de standaardtekst worden gegenereerd. Fx "Min temp Point _".
15. Prioriteit voor hoog temperatuuralarm
Stel de prioriteit in De instelling bepaald welke actie moet worden ondernomen als een alarm optreedt.
- 'Hoog' is de hoogste prioriteit
- 'Alleen reg' is de laagste prioriteit
- 'Uit' geeft geen alarmactie
De relatie tussen prioriteit en alarmactie is als volgt:
Prioriteit Reg. Alarm relais Netwerk AKM
Geen Hoog
Hoog X X X X 1 Medium X X X 2 Laag X X X 3 Alleen reg X Uit
Laag
- Hoog
prioriteit
18. Verschuiving temperatuuruitlezing
Hier kan een correctie van de sensoruitlezing worden ingesteld.
De correctie kan worden gebruikt bij lange kabellengten.
19. Is er een conguratiefout?
De waarde op deze regel is normaal 0. Iedere andere waarde geeft aan dat een fout is opgetreden. De
verklaring is als volgt: 0: Geen fout 1: Onjuist adres ingesteld – adres wordt niet gevonden in net­ werklijst of het kan niet worden gebruikt voor dit punttype. 2: Onjuist punt ingesteld – het nummer is buiten het toegestane
bereik voor deze unit. 3: De AK-SM 350 ondersteunt dit punttype niet 4: Het type opnemer wordt niet ondersteund 5: Het ingangssignaal is al door een ander punt in gebruik en dit
signaal is anders gedenieerd. 6: Onjuiste instelling van ontdooisignaal. Het punt wordt niet
gevonden of is niet gedenieerd voor het type 'Ontdooiing'. 7: Interne systeemfout. Zet de unit uit en weer aan. 8: De regelaar of softwareversie is nieuwer, wat betekent dat de
unit de data niet herkent. Zie appendix 1 voor instructies voor
het genereren van een 'template' die kan worden gebruikt in de
AK-SM 350. 9: De data wordt niet juist weergegeven. Probeer een andere
instelling in de functie 'Sectie display'. 10: De registratiecapaciteit is overschreden. Registratiedata kan
geen jaar worden bewaard. Vergroot de meetinterval voor 1 of
meer metingen. 11: Er zijn te veel 'Templates' gecreëerd. 12: Het geselecteerde punt voor vermogensmeting is ongeldig.
16. Prioriteit voor laag temperatuuralarm
Stel de prioriteit in
17. Opheen alarmen tijdens ontdooiing
Als in het gemeten koelobject een ontdooicyclus gaande is, mag gedurende de ontdooiing geen temperatuuralarm worden gege­nereerd. Het ontdooisignaal moet dan ook door de AK-SM 350 worden ontvangen.
Stel het puntnummer in waar het ontdooisignaal is aangesloten.
26 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing indien 'Analoge ingang' was gedenieerd als 'Type' (punt 3).
Analoge ingang - AI
De lijst met instellingen is al behandeld onder 'Tempera­tuur'. Zie pagina's 25-26.
Type signaal
Hier wordt ingesteld of het een spanningssignaal of stroomsignaal is.
Unit
Stel hier de eenheid van het signaal in.
Uitlezing bij maximaal signaal
Stel hier de waarde in die moet worden uitgelezen bij een maxi­maal ingangssignaal (10V of 20mA)
Uitlezing bij minimaal signaal
Stel hier de waarde in die moet worden uitgelezen bij een mini­maal ingangssignaal (0V of 4mA).
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 27
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing indien 'Digitale ingang' was gedenieerd als 'Type' (punt 3).
Digitaal (contactfunctie)
De lijst met instellingen is al behandeld onder 'Tempera­tuur'. Zie pagina's 25-26.
Denitie van contact
Hier wordt ingesteld of de functie actief is bij een open of geslo­ten contact (Normally Open of Normally Closed)
28 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing indien 'Energie­meter' was gedenieerd als 'Type' (punt 3).
Pulsingang
De lijst met instellingen is al behandeld onder 'Tempera­tuur'. Zie pagina's 25-26.
Pulsinstelling
Hier wordt het aantal pulsen ingesteld dat gelijk staat aan 1 kW. LET OP! Alleen ingang 1 en 2 kunnen als pulsingang worden gebruikt.
Schaalfactor
De uitlezing van de eenheid kan worden 'gecorrigeerd' met een factor zodat de uitlezing begrijpelijker wordt. kWh = schaalfactor / pulsen per kWh
Startwaarde / reset uitlezing
Energieverbruik van gisteren
Hier kan het energieverbruik van de afgelopen 24 uur worden uitgelezen. Verbruik van 00.00 tot 24.00 uur.
Energieverbruik van afgelopen week
Hier kan het energieverbruik van de afgelopen week worden uitgelezen. Verbruik van maandag 00.00 tot zondag 24.00 uur.
Hier kan een startwaarde worden ingesteld of een reset worden uitgevoerd van de meting.
Op de volgende regel kan de datum en tijd van de laatste preset worden uitgelezen.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 29
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing indien 'Ontdooi­ing' was gedenieerd als 'Type' (punt 3).
Ontdooiing
De lijst met instellingen is al behandeld onder 'Tempera­tuur'. Zie pagina's 25-26.
Ontdooiing
Met deze functie kan het punt informatie ontvangen over wan­neer een ontdooiing gaande is. Deze informatie kan door andere punten worden gebruikt, zodat ze geen temperatuur alarmen genereren gedurende deze periode.
De alarmfunctie wordt geactiveerd indien het ontdooisignaal actief blijft op de ingang.
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing indien 'Gasdetec­tie' was gedenieerd als 'Type' (punt 3).
Gas detectie
De lijst met instellingen is al behandeld onder 'Tempera­tuur'. Zie pagina's 25-26.
Gas detectie
Deze functie bewaakt de concentratie koudemiddel op een bepaald punt. Een alarm wordt gegenereerd als de ingestelde waarde wordt overschreden. Twee alarmengrenzen kunnen wor­den ingesteld. Zodra de 'Hoog alarmgrens' wordt bereikt, wordt een alarm verzonden. Er kan ook een wat lagere alarmgrens worden ingesteld (Laag alarmgrens), maar dit alarm wordt verstuurd als 'Koudemiddel lekkage'.
Deze instelling geldt alleen voor gasdetectoren die via datacom­municatie aangesloten zijn op AK-SM 350. Als de gasdetector van het type DGS is, kan hij aangesloten worden op een analoge ingang.
Schaalfactor
De meting van de gasdetector wordt gemeten als een percentage in %, bijvoorbeeld 0-100. Een schaalfactor kan worden ingesteld zodat de meting wordt weergegeven in PPM. Instelling = meting van de gasdetector gedeeld door 100. Bijvoorbeeld, 30000 PPM / 100 = 300
30 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing indien 'Regelaar' was gedenieerd als 'Type' (punt 3).
Regelaar
De lijst met instellingen is al behandeld onder 'Tempera­tuur'. Zie pagina's 25-26.
Regelaaradres (1 of 11 is het netwerknum­mer en kan niet worden gewijzigd)
Selecteer een voorgedenieerde set uitlezingen
Er kan uit verschillende sets worden gekozen. Selecteer de set die bij de bewuste regelaar hoort:
1 Wanneer het een koelregelaar voor 1 sectie is.
2 Wanneer het een koelregelaar voor 2 secties is, en een
uitlezing van sectie 2 is gewenst. of een compressor- condensorregelaar waarbij beide regelingen zichtbaar moeten zijn, en een uitlezing van de condensorregeling is gewenst.
3 Wanneer het een koelregelaar voor 3 secties is.
4 Wanneer het een koelregelaar voor 4 secties is.
Alarmgrenzen
In iedere regelaar moeten alarmgrenzen worden ingesteld.
De individuele regelaars sturen alarmen uit.
De alarmen worden door de AK-SM 350 ontvangen en weerge-
geven.
Indien een alarmgrens in een regelaar moet worden veranderd,
kan dit worden gedaan vanuit de AK-SM 350 via het 'Meer
details' scherm.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 31
De volgende instellingen zijn alleen van toepassing indien “Energie­meter log” was gedenieerd als 'Type' (punt 3).
Energiemeter Log
De lijst met instellingen is al behandeld onder 'Tempera­tuur'. Zie pagina's 25-26.
Functie Deze functie ontvangt metingen van de 'Energiemeter' functie. De metingen die worden ontvangen kunnen de dagelijkse of wekelijkse verbruiksmetingen zijn. De ontvangen uitlezing wordt samengevat in de graek (punt).
Start/stop Het registreren kan gestart en gestopt worden met de AAN/UIT instelling.
Registratie-interval Hier wordt ingesteld hoe vaak de waarde moet worden getoond in de graek.
Type
Selecteer welke meting moet worden opgehaald.
Puntnummer
Selecteer het puntnummer waar de meting van opgehaald moet worden (zie pulsingang).
32 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Alarminstellingen
Algemene instelling alarm
Hier worden de algemene instellingen ingesteld voor:
• Alarmroutes
• Modem
• "ik leef' alarm"
Alarmroutes
Hier wordt het aantal alarmroutes ingesteld dat gecreëerd moet worden. Een alarmroute beschrijft wat er moet gebeuren wanneer een alarm optreedt met een bepaalde prioriteit. (De route wordt later ingesteld)
Modem baudrate
Als 1 of meer alarmroutes zijn gecreëerd,
moeten ook instellingen hiervoor worden
gedaan. De instellingen worden op pagina 34
en 35 behandeld.
Modem initialisatiestring
De af fabriek in gestelde initialisatiestring moet alleen onder spe­ciale omstandigheden worden gewijzigd.
Automatisch aannemen van alarmen
De baudrate kan indien nodig worden gewijzigd. De instellingen '9600' en '19200' zijn naast de getoonde opties ook beschikbaar. Standaard = "38400".
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 33
Selecteer welke alarmen automatisch aangenomen moeten wor­den. (Deze worden getoond in de lijst met actieve alarmen en ook in de alarmhistorie.)
Verw. actieve alarmen
Deze functie verwijderd alle actieve alarmen. Gebruik deze functie bij de opstart van een nieuwe installatie wanneer de lijst met actieve alarmen ververst moet worden (na acti­vering worden alle actieve alarmen opnieuw gegenereerd).
Alarmroutes
Verwijderen alarmhistorie
Gebruik deze functie alleen als er geen actieve alarmen zijn. Deze functie verwijdert alle 'opgeheven' alarmen, maar ook alle actieve alarmen
Reset de alarmlijst door op Enter te drukken.
Test van alarmfunctie
Deze functie wordt gebruikt om te controleren of een alarmroute en alarmbestemming correct zijn gecongureerd.
Wanneer 'Aan' wordt geselecteerd, wordt een testalarm gege­nereerd met de alarmprioriteit die in de volgende functie wordt ingesteld. Herhaal de test voor alle alarmprioriteiten. Wanneer de test is uitgevoerd, moet de functie weer op 'Uit' worden ingesteld.
Te testen alarmprioriteit
Hier worden de alarmroutes gedenieerd. In het onderstaande voorbeeld wordt gedurende de 'dag' de alarmen naar 'Bestemming 1' gestuurd en gedurende de 'nacht' naar 'Bestemming 2'.
In onderstaand voorbeeld worden alle alarmen op dezelfde manier afgehandeld. Als prioriteiten van elkaar onderscheiden moeten worden, moeten er meerdere alarmroutes worden gecre­eerd. In dat geval zal iedere alarmroute zijn 'eigen' alarmprioriteit afhandelen.
Naast de getoonde instellingen zijn ook de opties 'Alleen reg.' en 'Uit' beschikbaar.
"Ik leef' alarm"
Deze functie verstuurt een 'Ik leef' alarm naar de alarmbestem­ming. Het alarm wordt met een vast interval gestuurd. Als het alarm niet wordt ontvangen door de alarmbestemming zal de AK-SM 350 aangeven dat een probleem is.
Interval for "Ik leef' alarm"
Stel de tijdinterval in.
Mode
Selecteer 'Aan'.
Alarmprioriteit
Selecteer hier de prioriteit die worden afgehandeld door deze alarmroute.
In dit voorbeeld is 'Alle' geselecteerd.
34 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Dag/nacht mode
Door middel van deze functie is het mogelijk om alarmen gedu­rende de 'dag' en 'nacht' naar verschillende alarmbestemmingen te sturen.
Nacht alternatieve bestemming
Als het alarm niet kan worden verzonden naar de primaire bestemming, kan het naar een alternatieve bestemming worden gestuurd.
In dit voorbeeld is 'Ja' geselecteerd. Met de instelling 'Ja' worden 5 extra regels zichtbaar voor de nachtinstellingen.
Primaire bestemming
In dit voorbeeld is 'Zoemer' geselecteerd, zodat gedurende de 'dag' de interne zoemer wordt geactiveerd in alarmsituaties.
Alternatieve bestemmingen
In dit voorbeeld is geen alternatieve bestemming geselecteerd gedurende de 'dag'.
Kopie 1
De bestemming kan bijvoorbeeld een servicebedrijf zijn die de alarmen gedurende de 'nacht' ontvangt, maar alleen als er geen contact is met bestemming 1.
Nacht kopie xx
Deze bestemming ontvangt een kopie van alle verstuurde alar­men.
Voor dit voorbeeld is ervoor gekozen om een kopie van het alarm te versturen naar een servicebedrijf (Bestemming afstand 1).
Gedurende de 'nacht' periode:
Gedurende de 'nacht' zijn andere alarmbestemmingen ingesteld. Deze zijn als volgt:
Nacht primaire bestemming.
Deze bestemming kan een servicebedrijf zijn die de alarmen tijdens de 'nacht' ontvangt. (Er zijn meer opties beschikbaar dan hieronder getoond. De volledige lijst wordt getoond in het scherm 'Primaire bestemming' hierboven.)
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 35
Alarmbestemmingen
Hier worden de onder 'Alarmroutes' geselecteerde alarmbestem­mingen gedenieerd. Hieronder is een overzicht te zien van alle bestemmingen. De instellingen worden op de volgende pagina's besproken.
Overzicht
Bestemming afstand
Zoemer in de AK-SM 350
Bestemming afstand via SMS
Alarmen kunnen naar maximaal 4 bestemmingen worden verstuurd, die bereikbaar zijn via modem of TCP/IP. De instellingen worden op de volgende pagina beschreven.
Wordt alleen ingesteld als de zoe­mer wordt gebruikt in een alarm­situatie. De instellingen worden beschreven op pagina 39.
Alarmen kunnen naar maximaal 3 bestemmingen worden verstuurd. De instellingen worden beschreven op pagina 39.
36 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Bestemming afstand
Er zijn 3 opties voor deze bestemming: Aan. Standaardinstelling Uit. Er worden geen alarmen verstuurd naar deze bestem-
ming. Dit kan van belang zijn tijdens in bedrijf stelling en service.
Uitgesteld. De bestemming zal gedurende een ingestelde tijd
geen alarmen ontvangen. De tijd wordt hier ook ingesteld. Wanneer de ingestelde tijd aoopt, zal de instelling automatisch terug gaan naar 'Aan'
Hier wordt ingesteld hoe de verbinding tot stand moet worden gebracht. Instellingen kunnen alleen worden gedaan in de 'Uit' mode.
Hostnaam of IP adres.
Vul de naam of IP adres in. Voorbeeld: 192.186.000.100 Vergeet niet de punt te gebruiken tussen de getallen.
Modem
Wanneer het een modemverbinding is, zijn de volgende instellin­gen van toepassing:
Eternet
Wanneer het een eternet verbinding is, zijn de volgende instellin­gen van toepassing:
Naam
Vul de gewenste naam in. Deze naam moet ook worden ge-
bruikt indien van afstand verbinding met de AK-SM 350 wordt gemaakt.
Vul de gewenste naam in. Deze naam moet ook worden ge­bruikt indien van afstand verbinding met de AK-SM 350 wordt gemaakt.
Stel het wachtwoord in.
Stel het telefoonnummer voor de alarmbestemming.
Stel het wachtwoord in.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 37
Terug bellen
Deze functie wordt gebruikt bij een modemverbinding, wanneer
op afstand verbinding met de unit wordt gemaakt door bijvoor­beeld een servicebedrijf. Het volgende gebeurd:
- Het servicebedrijf maakt verbinding met de AK-SM 350.
- De 'Terug bel' functie wordt geactiveerd.
- De verbinding wordt verbroken.
- Na korte tijd maakt de AK-SM 350 zelf verbinding met het ser­vicebedrijf.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Vul de gewenste naam in. Deze naam moet ook worden ge-
bruikt indien van afstand verbinding met de AK-SM 350 wordt gemaakt.
Stel het wachtwoord in.
Stel het telefoonnummer in.
Als er meer bestemmingen op afstand zijn (bestemmingen 2, 3, en 4), worden deze op dezelfde manier ingesteld.
38 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Interne zoemer
Deze functie wordt gebruikt als de interne zoemer actief moet zijn in alarmsituaties. Selecteer 'Zoemer'.
Alarmbestemming via SMS
Deze functie wordt gebruikt als een SMS verstuurd moet worden in alarmsituaties. Selecteer 'SMS 1'.
Er zijn 3 opties voor deze bestemming: Aan. De zoemer is geactiveerd . Uit. De zoemer is niet geactiveerd. Dit kan van belang zijn
tijdens in bedrijf stelling en service.
Uitgesteld De zoemer zal gedurende een ingestelde tijd niet
actief zijn. De tijd wordt hier ook ingesteld. Wanneer de ingestelde tijd aoopt, zal de instelling automatisch terug gaan naar 'Aan'.
Hier wordt ingesteld hoe lang de zoemer actief moet zijn als er een alarm is. Met een instelling van 0, zal de zoemer continue actief zijn bij een alarm. De zoemer wordt dan pas uitgeschakeld als de alarmtoets op de AK-SM 350 wordt ingedrukt en het alarm wordt aangeno­men. (2 druck)
Met een andere instelling dan 0, zal de zoemer gedurende de ingestelde tijd actief zijn.
Er zijn 3 opties voor deze bestemming: Aan. SMS functie is actief. Uit. SMS functie is niet actief. Dit kan van belang zijn tijdens
in bedrijf stelling en service.
Uitgesteld De SMS functie zal gedurende een ingestelde tijd niet
actief zijn. De tijd wordt hier ook ingesteld. Wanneer de ingestelde tijd aoopt, zal de instelling automatisch terug gaan naar 'Aan'.
Hier wordt het telefoonnummer van de SMS bestemming inge­steld.
Als er meer SMS bestemmingen zijn (SMS 2 en SMS 3), worden deze op dezelfde manier ingesteld.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 39
Printinstellingen
Graek of tabel
Selecteer hoe de gegevens gepresenteerd moeten worden.
Kies tussen 'Graek' of 'Tabel'. In het volgende scherm zijn de instellingen te zien die verschijnen als 'Tabel' wordt geselecteerd.
Frequentie van print
Selecteer een periode. In de volgende schermen zijn de instellin­gen te zien die verschijnen als 'Wekelijks' wordt geselecteerd.
Tijd van de dag voor print
Data concentratie
Met deze functie worden de gemeten waarden op een geconcen­treerde wijze gepresenteerd. Er wordt een gemiddelde genomen van een aantal metingen, zodat alleen de gemiddelde waarde van een punt wordt getoond. Voorbeeld
De meetinterval is 15 minuten. De instelling hier is 1 uur. De getoonde waarden zijn gemiddelden van 4 metingen.
Stel de tijd in waarover een gemiddelde moet worden genomen.
Stel de tijd in.
Dag van de week voor print
Stel de dag in.
40 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
IP instell.
Relaisinstel.
Indien de AK-SM 350 communiceert via TCP/IP, moeten de instel­lingen als volgt zijn:
Selecteer of het IP adres dynamisch of statisch is. Indien er van 'buitenaf' verbinding met het systeem gemaakt moet worden door Service Tool of AKM, moet een statisch IP adres worden gebruikt. Bij gebruik van een statisch IP adres, moet het IP adres worden verkregen van de lokale IT afdeling.
De unit heeft 2 relais. Deze kunnen worden gebruikt voor:
• Modemrelais
• Watchdog relais
• Alarmrelais
Modem
Deze functie reset het modem iedere 6 uur.
Hier wordt ingesteld welk relais wordt gebruikt voor de reset van de modemvoeding. Let op dat het relais niet ook voor een andere functie is gedenieerd.
Watchdog functie
Deze functie activeert 1 van de 2 relais met een vaste interval. Een externe unit (bijv. timer) 'bewaakt' of het relais actief is. Als het relais niet meer actief is, zal de externe unit een alarm genereren (functie wordt bijvoorbeeld gebruikt om te controleren of de AK­SM 350 onder spanning staat).
Als de functie wordt gebruikt, moet deze worden geactiveerd.
Relais watchdog functie
Als de functie wordt gebruikt, moet een relais worden geselec­teerd.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 41
Tijd interval watchdog functie
Relaisfunctie.
Stel de tijdinterval in (AAN+UIT tijd).
Bekijk alarmroutes
Deze functie hoort bij de watchdog functie en zal het schakelen van het relais stoppen in de volgende gevallen:
- Het modem kan geen alarm versturen
- Het modem kan geen SMS versturen
• Er is geen contact via ethernet
Interne relais
Deze functie wordt gebruikt als 1 van de 2 relais actief moet zijn in alarmsituaties. Selecteer de instellingen voor 'Relais A' of 'Relais B'. De relais kunnen ook worden gebruikt als modemreset of watch­dogfunctie. In dat geval werkt het relais niet meer als alarmrelais.
Selecteer hoe het relais actief moet zijn tijdens een alarm:
• Actief tot de alarmtoets wordt ingedrukt (zien en aannemen)
• Actief zo lang als het alarm actief is
• Actief totdat het alarm wordt gereset (De tijd kan begrenst worden. Zie 'Automatisch reset alarm')
Bereik alarmprioriteit
Selecteer de alarmprioriteit waarvoor deze functie actief moet zijn.
Automatisch reset relais
Hier wordt ingesteld hoe lang het relais actief moet zijn als er een alarm is. Met een instelling van 0, zal het relais continue actief zijn bij een alarm. Het relais wordt dan pas uitgeschakeld als de alarmtoets op de AK-SM 350 wordt ingedrukt en het alarm wordt aangenomen.
Deze functie moet geactiveerd worden.
Selecteer relais
Selecteer welk van de 2 relais gebruikt wordt.
Alarm schedule
Stel hier in wanneer het alarmrelais geactiveerd moet zijn.
• Altijd (dag en nacht)
• Alleen dag
• Alleen nacht
Relaisstatus Deze display toont de status van het relais.
42 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Instelling voor andere netwerken via protocol interface
Gebruik AK-PI 200 als interface voor DANBUSS. Gebruik AK-PI 100 als interface voor Woodley-eenheden.
Het adres van de AK-PI-eenheid moet in het volgende menu ingesteld worden:
Er kunnen adressen ingesteld worden voor 2 AK-PI xxx-interfaces. Raadpleeg de handleiding voor alle andere instellingen van de AK-PI-eenheid.
Alarmprioriteiten
AK-SM 350 kan de volgende alarmen afgeven. De urgentie van de alarmen kan ingesteld worden op 'Hoog', 'Medium' en 'Laag'.
Druk op de 'rechter pijl' om de andere alarmprioriteiten in te stel­len.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 43
In geval van alarm
Dagelijks gebruik
Wat te doen in geval van alarm:
• Druk 2 maal op de alarmtoets om de zoemer te
stoppen
• Bekijk de lijst met actieve alarmen
• Onderneem actie om het alarm op te lossen
In geval van alarm, verschijnt een alarmsymbool bij het punt waar het alarm optreedt. Tegelijkertijd gaat de LED naast de alarmtoets knipperen. Door op de alarmtoets te drukken in deze situatie, worden alle actieve alarmen getoond in de display.
Selecteer een alarm en druk op de 'Enter' toets. Er zal meer informatie over het bewuste alarm worden getoond.
Het alarm is nu gezien, maar nog niet opgeheven. Het alarm is nog steeds actief. Later, zodra het alarm is opgeheven, is het alarm niet meer te zien in het 'Actieve alarmen' scherm, maar is nog wel terug te vinden in het 'Alarmhistorie' scherm.
Het 'Alarmhistorie' scherm is te vinden door eenmaal op de rechter pijltoets te drukken vanuit het 'Actieve alarmen' scherm.
Nog verder naar rechts is het 'Gebeurtenissen' scherm te vinden. Hier is ook te zien wanneer een alarm is aangenomen.
(Alleen voor opgeleid personeel.)
44 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Printen van gegevens
Voorbeeld van puntstatus
Voorbeeld alarmhistorie
1. Sluit een printer (HP PCL-3 compatibel) aan op de AK-SM 350.
2. Druk op de 'Printer' toets
3. Selecteer 1 van de 3 printopties. Als een andere tijdperiode moet worden geprint dan de periode die door de AK-SM 350 wordt aangegeven, kan deze periode worden gewijzigd.
Print huidige status punten
Geselecteerde print graf.
Printinstellingen: zie pagina 40.
'Help' scherm voor de 3 functies: hier start het prin­ten.
'Help' scherm voor de 2 functies: Hier kan de printperiode worden ingesteld.
Alarmhistorie
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 45
Tonen van registraties
Voorbeeld
1. Selecteer het punt detail scherm waarvan de registratie ge­toond moet worden. In dit voorbeeld is punt 4 gekozen.
2. Druk op 'Enter' zodra de regel 'Graek' is geselecteerd.
De verschaling van de verticale as wordt bepaald door de 2 alarmgrenzen van het punt. In dit voorbeeld zijn deze 5 en 10°C. (Als deze waarden te ver buiten het bereik zijn ingesteld, zal de graek worden gecomprimeerd)
3. Druk nogmaals op 'Enter' en een verticale lijn zal verschijnen in
de graek.
De verticale lijn kan worden verplaatst met de linker en rechter pijltoets. De positie van de lijn is op de bovenste regel te volgen. Hier wordt de datum en tijd getoond. Links van de datum is de bijbehorende temperatuurwaarde uit te lezen. De lijn kan ook 'terug in de tijd' worden verplaatst, zodat de temperatuurhistorie wordt getoond. Het is niet mogelijk om verder terug te gaan dan 1 jaar. Waarden ouder dan 1 jaar wor­den verwijderd om ruimte te maken voor nieuwe registraties.
'Uitzoomen' Het scherm begint standaard met een periode van 2 dagen. Indien een langere periode moet worden getoond, druk dan op de 'boven' pijltoets. Door eventueel meerdere malen op deze pijltoets te drukken kan de periode worden gewijzigd naar 4, 8, 16 of 32 dagen.
Zoom in door te drukken op de 'onder' pijltoets.
46 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Wijzigen openingstijden (Dag/nacht schema)
1.Druk op de 'Menu' toets
2. Selecteer de 'Regeling installatie' regel
3. Druk 'Enter'
4. Selecteer 'Dag/nacht instel.'
5. Druk 'Enter'
Page 2
7. Hier kunnen de dag/nacht tijden worden gewijzigd De tijden worden gebruikt voor de alarmafhandeling en dag/ nacht signalen voor de regelaars
De instellingen voor uren en minuten worden ingesteld met de pijltoetsen.
Page 1
6. Druk op de rechter pijltoets
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 47
Wijzigen ontdooitijden
1. Druk op de 'Menu' toets0
2. Selecteer de 'Regeling installatie' regel
3. Druk 'Enter'
4. Selecteer ontdooigroepen
5. Druk 'Enter'
Page 1
8. Druk op de rechter pijltoets
page 2
9. Hier kunnen de tijden worden gewijzigd. De ontdooicyclus zal starten op de aangegeven tijd.
De instellingen voor uren en minuten worden ingesteld met de pijltoetsen. De tijd 00.00 zal geen ontdooiing starten.
6. Selecteer de bewuste ontdooigroep
7. Druk 'Enter'
48 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
10. Herhaal deze procedure voor eventuele andere ontdooigroe-
pen.
Appendix - Template editor
Toepassing
Deze functie wordt gebruikt om te deniëren hoe de metingen en andere parameters worden weergegeven op de display van de AK­SM 350 of om een 'template' te maken voor een nieuwe regelaar waarvoor nog geen fabrieks-template in de AK-SM 350 aanwezig is.
1. Verbinden
Sluit Service Tool AK-ST 500 aan op de AK-SM 350. Start de functie in Service Tool.
Example
Doe het volgende als het codenummer of de softwareversie niet te vinden is in de lijst:
1. Sluit de regelaar aan op de AK-SM 350
2. Nieuwe template
Om een nieuwe template te maken, moet het programma we­ten welke regelaar en parameters beschikbaar zijn. Klik op 'Nieuw' en het Service Tool programma zal alle regelaars tonen waar het programma ooit verbinding mee heeft gehad. Selecteer het juiste codenummer en softwareversie en klik op 'OK'. (zie voorbeeld rechts)
3. Instellingen
Doe de instellingen zoals aangegeven op de volgende pagina's
4. Opslaan
Als alle instellingen zoals aangegeven op de volgende pagina's zijn gedaan, moet de template op de bewuste AK-SM 350 wor­den opgeslagen. De template wordt opgeslagen op de AK-SM 350 en zal alle bestaande templates overschrijven. Eventuele eerder templates (fabriek- of gebruikergedenieerde) voor de bewuste regelaar worden verwijderd.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 49
2. Geef de regelaar een adres
3. Start de 'Scan' functie in de AK-SM 350
4. Bekijk het codenummer en de softwareversie in het netwerk­overzicht
5. Verbind met de regelaar via het netwerkoverzicht
6. Herstart de template editor
Revisie
Gebruik deze functie als u een bestand naar de PC wilt 'uploaden' en wilt werken aan een al bestaande template in de AK-SM 350.
Klik op 'Haal bestand' en haal het bestand op om te wijzigen.
Instellingen
Om een template op te bouwen, begin met het AK-SM 350 'Punt detail' scherm.
Het scherm is verdeeld in 5 secties. De eerste 4 worden hieronder getoond;
Links: 4 symbolen, bijv. ventilatoren, koeling, ontdooiing, alarm Boven midden: Belangrijkste weergave, bijv. luchttemperatuur (deze waarde wordt ook getoond in het puntover zicht). Onder midden: Een secundaire display, bijv. de temperatuur van de ontdooisensor Rechts: Secundaire display, bijv. alarmlimieten en tijdvertraging
Een vijfde sectie is verder naar rechts en bevat meer details.
De volgende pagina's tonen de instellingen voor de individuele secties
Er kunnen meerdere overzichten worden aan­gemaakt voor het zelfde type regelaar. Bij het instellen van het punt kan worden gekozen welk overzicht getoond wordt.
Algemeen
1. Selecteer de sectie die ingesteld moet worden (de sectie wordt getoond met een rode rand)
2. Ga vervolgens naar het 'Eigenschappen' veld en selecteer een
parameter
Selecteer de bovenste regel en zoek de parameter die getoond moet worden in het veld. In de handleiding van de bewuste regelaar is meer te lezen over parametergroepen en hier is ook meer informatie te vinden over de functie.
Dubbel-klik op de groep om de parameters in die groep te tonen. Selecteer de parameter (in ons voorbeeld 'u59 Fan relay') en bevestig met 'OK'.
3. De volgende pagina bevat de specieke instellingen voor de individuele secties.
50 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Links: Symbolen
Voorbeelden:
Boven midden: Meest belangrijke weergave
Dummy = geen symbool
Om de temperatuur weer te geven, selecteer 'TEMP'. Om de druk weer te geven, selecteer 'PRESSURE'. Voor numerieke waarden, selecteer 'BASIC'. Voor de aan/uit functie, selecteer 'ONOFF' of 'OFFON'.
Onder midden: Secundaire display
Rechts: Secundaire display, bijv. alarmlimieten en tijdvertraging
Voorbeelden:
Dummy = geen symbool
Geen icoon = geen symbool
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 51
Verder naar rechts: Meer details
Meer details
In het 'Meer details' scherm zijn meer parameters te zien over de betreende applicatie. In het veld 'Instelparameters' kan worden gespeciceerd welke parameters te zien zijn.
1. Klik op de 'Toevoegen inst.parameter' toets
2. Selecteer een parameter
3. Geef deze een naam (bijv. 'Setpoint')
4. Selecteer een display type
5. Denieer de toegangsrechten tot de parameter. Er kan uit vier niveaus worden gekozen:
'Read only' betekend dat de parameter niet gewijzigd kan wor-
den.
'Cong lock' betekend dat de gebruiker aangemeld moet zijn
met een wachtwoord voor conguratie en dat het congura­tieslot 'vergrendeld' moet zijn voordat de parameter gewijzigd kan worden.
'Service pw' betekend dat de parameter gewijzigd kan worden
als de gebruiker is aangemeld met het wachtwoord voor ser­vice.
'User pw' betekend dat de parameter gewijzigd kan worden als
de gebruiker is aangemeld met het wachtwoord voor dagelijks gebruik
In dit scherm kunnen maximaal 20 parameter worden geselec­teerd.
Hergebruik tekst
Alle ingevoerde tekst wordt opgeslagen in een database. Bij het maken van nieuwe templates, kan deze tekst hergebruikt worden. Plaats de cursor in het veld waar de tekst gebruikt moet worden. Selecteer vervolgens de tekst die naar dit veld gekopieerd moet worden. (Tekst verschijnt pas in de database nadat de template is opgesla­gen)
Meer weergaven?
Om meerdere weergaven beschikbaar te hebben binnen de hui­dige template, herhaal het proces voor 'View 2' etc.
52 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Punt overzicht
"Overzicht display"
"Punt display"
Netwerklijst
Regeling installatie
Dag/nacht instelling
Regelfunctie Mode (Instelling) Status Status DI override DI override punt ref. DI override regelaar
Inspuiting AAN groepen Ontdooigroepen Adap. ontd. groepen P0 optimalisatie groepen Randverwarm.
Service instellingen
Basisinstelling
Cong. slot Scan Netwerk Taal Naam instal. Apparaat naam Zomertijd Tijdzone Huidige datum Eenh. Stelsel Service wachtw. Gebruiker wachtw. Netwerk timeout Verv. oine regel. Display scan mode Frequentie voeding Fabrieksreset
Puntinstellingen
Naam Type
Alarminstellingen
Algemene instelling alarm Alarmroutes Alarm bestemmingen
Printinstellingen
Printtype Mode
IP instellingen
IP adres mode Host naam IP adres Subnet mask
Relais instellingen
Modemrelais Watchdog relais Alarmrelais A Alarmrelais B
Protocol Interface Instel. Alarmprioriteiten
Over produkt
Bestelnum. Serienum. SW ver.
Menu Overzicht
Type =
Temperatuur Analoge ingang Digitale ingang Energiemeter Ontdooiing Gasdetectie Regelaar Energimeter log
Temperatuur:
Onderdruk alarm Registr. instel. Registr. interval Reg.. adres Ingangnum. Sensortype Hoog alarmgrens Laag alarmgrens Alarmvertraging Hoog alarmtekst Laag alarmtekst Hoog alarmprio. Laag alarmprio Ontdooi. puntnum. Tempverschuiving Cong. foutnum.
Ontdooiing: Onderdruk alarm Registr. instel. Registr. interval Reg.. adres Ingangnum. Actief bij Alarmvertraging Alarmtekst Alarmprio. Cong. foutnum.
Analoge ingang:
Onderdruk alarm Registr. instel. Registr. interval Reg.. adres Ingangnum. Type signaal Unit Max. waarde Min. waarde Hoog alarmgrens Laag alarmgrens Alarmvertraging Hoog alarmtekst Laag alarmtekst Hoog alarmprio. Laag alarmprio Cong. foutnum..
Gasdetectie:
Onderdruk alarm Registr. instel. Registr. interval Reg.. adres Schaalfactor Hoog alarmgrens Laag alarmgrens Alarmvertraging Hoog alarmtekst Laag alarmtekst Hoog alarmprio. Laag alarmprio Cong. foutnum.
Digitale ingang:
Onderdruk alarm Registr. instel. Registr. interval Reg.. adres Ingangnum. Actief bij Alarmvertraging Alarmtekst Alarmprio. Cong. foutnum.
Regelaar: Registr. instel. Registr. interval Reg.. adres Template display Cong. foutnum.
Energiemeter:
Onderdruk alarm Registr. instel. Registr. interval Reg.. adres Ingangnum. Pulsen per kWh Schaalfactor Alarmgrens Alarmvertraging Alarmtekst Alarmprio. Preset verbruik Laatste datum preset Verbruik gisteren Verbruik laatste week Cong. foutnum.
Energiemeter log:
Registr. instel. Registr. interval Reg.type Energiemeter punt no Cong. foutnum.
AK-SM 350 Version 2.5x Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 53
Veiligheid gebruiker
Deze unit is veilig te gebruiken zolang de instructies in deze handleiding worden gevolgd. Onder het deksel is 230 V aanwezig en daarom mag het deksel niet worden verwijderd zolang er spanning op de unit staat. Controleer of er geen spanning op de unit staat voordat het
Geldigheid
Deze handleiding is geldig voor de AK-SM 350 met softwareversie
2.4x.
De handleiding beschrijft de conguratie en bediening van de AK-SM 350 wanneer deze wordt gebruikt voor het bewaken en
regelen van koelsystemen. deksel wordt verwijderd. De bediener van de unit wordt geacht te weten hoe de unit gebruikt moet worden. Danfoss is niet aansprakelijk voor productverlies of schade veroorzaakt door verkeerd gebruik van de unit.
Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alternations can be made without subsequential changes being necessary in specications already agreed. All trademarks in this material are property of the respecitve companies. Danfoss and Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved.
54 Handleiding RS8EF610 © Danfoss 01-2016 AK-SM 350 Version 2.5x
Loading...