Danfoss AK-PC 420 User guide [nl]

User Guide
Capaciteitsregelaar voor dry-cooler
AK-PC 420
ADAP-KOOL® Refrigeration control systems
Introductie
Toepassing
Voordelen
• Complete dry-coolerregeling
• Diverse combinatieopties voor sensorselectie
• Warmteterugwinning
Werking
De capaciteitsregeling kan ventilatoren gecombineerd met een 3-wegklep zijn of alleen de ventilatoren. De volgende sensorsig­nalen kunnen worden gebruikt:
• Condensatiedruk Pc
• Brinetemperatuur S7, geplaatst direct na de 3-wegklep
• Brinetemperatuur S8, geplaatst direct na de dry-cooler
• Buitentemperatuur Sc3, geplaatst in de ingaande luchtstroom van de dry-cooler
• S7, Pc of S8 kunnen als regelsensor worden gebruikt.
Eigenschappen
• Regeling 3-wegklep
• Frequentie- of stappenregeling van maximaal 6 ventilatoren
• Bewaking ventilatoren
• Override van referentie volgens extern signaal of buitentempera­tuur
• Afzonderlijke referentie voor warmteterugwinning
• Regeling en bewaking van 2 pompen
• Bewaking van vloeistofstroom (ow switch)
• Digitale ingangen voor alarmering
• Externe start/stop van regeling
• Datacommunicatie via extra LON module
Warmteterugwin.
Bediening
De bediening vindt plaats via de datacommunicatie of via een aangesloten display type EKA 164.
Inhoud
Introductie .......................................................................................................... 2
Functie .................................................................................................................. 3
Functieoverzicht ............................................................................................... 8
Bediening .......................................................................................................... 13
Menuoverzicht ................................................................................................14
Aansluitingen...................................................................................................16
Data ..................................................................................................................... 17
Bestellen ............................................................................................................ 17
Montage ............................................................................................................ 17
Appendix - Referentie en regeling ...........................................................18
2 Handleiding RS8EL410 © Danfoss 03-2010 AK-PC 420
Functie
Toepassing
Regelsensor en systeemtype worden geselecteerd door middel van 1 instelling. De instelling denieert de regelsensor, of een 3-wegklep wordt gebruikt en hoe de ventilatoren worden gere­geld. De ventilatoren worden geregeld in stappen of door middel van een frequentieregelaar. Als stappen worden gebruikt, kunnen maximaal 6 ventilatoren worden geregeld.
Toepassing 1-4
De ventilatorregeling wordt hier gecombineerd met de 3-wegklep
Toepassing 1 en 2 gebruiken de brine retourtemperatuur S7, bij de uittrede van de 3-wegklep, als regelsensor en de ventilatorcapaci­teit wordt in stappen geregeld of via frequentieregeling. De S8 sensor, welke wordt geplaatst bij de uittrede van de dry­cooler, wordt gebruikt in de regeling als er een grote afstand is tus­sen de dry-cooler en de 3-wegklep. Gebruik van de S8 sensor geeft een meer stabiele regeling bij grote leidinglengtes. De S8 sensor moet dicht bij de uittrede van de dry-cooler worden geplaatst
Toepassingen 3 en 4 gebruiken de condensatiedruk Pc als regel­sensor en de ventilatorcapaciteit wordt in stappen geregeld of via frequentieregeling. Voor de PI regeling is het gebruik van de S7 en S8 sensoren optio­neel, maar moeten worden gemonteerd als er een grote afstand is tussen de dry-cooler en de 3-wegklep. Gebruik van de sensoren geeft een meer robuuste regeling bij grote leidinglengtes. De S8 sensor moet dicht bij de uittrede van de dry-cooler worden geplaatst. Bij een P regeling worden de S7 en S8 sensoren niet gebruikt in de regeling, maar ze kunnen worden geplaatst om ervoor te zorgen dat de noodregeling functioneert voor het geval het Pc signaal wegvalt.
Toepassing (o61)
1 S7 S8 (P + PI) x Stappen
2 S7 S8 (P + PI) x Freq.
3 Pc S7 / S7+S8 (PI) x Stappen
4 Pc S7 / S7+S8 (PI) x Freq.
5 S8 Stappen
6 S8 Freq.
Regelsensor Optionele
sensor
3-weg­klep
Vent. rege­ling
Toepassingen 5-6
Hier wordt de capaciteit geregeld door een stappen- of frequentie­regeling op basis van de S8 temperatuur. Deze regeling wordt voornamelijk gebruikt als een andere regelaar de regeling van de 3-wegklep verzorgt, bijvoorbeeld om meerdere parallelle condensors te koelen.
LET OP De sensoren Pc en S7 mogen niet op een andere locatie worden geplaatst dan aangegeven, aangezien ze worden gebruikt voor de noodregeling als de primaire regelsensor een foutmelding geeft.
De S8 sensor kan op een andere locatie gemonteerd worden dan aangegeven als deze sensor niet in de regeling wordt gebruikt. Als de S8 sensor vereist is voor de regeling, moet de instelling 'o96' op als 'ON' worden ingesteld. Indien de S8 sensor niet in de regeling wordt gebruikt kan deze overal worden gemonteerd.
AK-PC 420 Handleiding RS8EL410 © Danfoss 03-2010 3
Capaciteitsregeling
3-wegklep + stappenregeling ventilatoren (toepassing 1 en 3)
Capaciteitsregeling vindt plaats via een P of PI regeling die de 3-wegklep regelt en vervolgens de ventilatoren in stappen scha­kelt. In eerste instantie vindt de regeling plaats met de 3-wegklep via de analoge uitgang. De uitgang kan worden gedenieerd als 0-10V of 10-0V afhankelijk van de gewenste klepfunctie. Pas als de 3-wegklep volledig is geopend worden de ventilatoren ingescha­keld. De capaciteit van de 3-wegklep is 50% van de totale capaciteit. De P/PI regelaar heeft afzonderlijke regelinstellingen (proportionele band en integratietijd) voor de 3-wegklep en de ventilatoren.
Capaciteitoverlapping – ventilatorstart
Zoals gezegd, regelt de 3-wegklep een vaste 50% van de totale capaciteit. In sommige systemen kan het nodig zijn om de ven­tilatoren te laten starten iets voor (of na) de 3-wegklep volledig is geopend. Er kan een overlapping worden gecreëerd tussen de 3-wegklep en de ventilatorstart. Dit kan worden gecreëerd door de instelling 'FanCap OFF%' in te stellen op bijvoorbeeld 40% in plaats van 50%. De instelling denieert bij welke capaciteit de laatste ventilator stopt. In dit geval worden de ventilatoren gestart voordat de 3-wegklep volledig is geopend.
3-wegklep + frequentieregeling ventilatoren (toepassing 2 en 4)
Capaciteitsregeling vindt plaats via een P of PI regeling die de 3-wegklep regelt en vervolgens de ventilatoren frequentie regelt. Hier wordt het analoge signaal verdeeld tussen de 3-wegklep en de frequentieregelaar (50% van het analoge signaal wordt altijd gebruikt voor de 3-wegklep).
De frequentieregelaar/ventilatoren worden aangestuurd via de relaisuitgang voor 'fan 1' op basis van de instelling 'FanCapOFF%'. Bij een dalende capaciteit, wordt de relaisuitgang uitgescha­keld zodra de actuele capaciteit onder 'FanCapOFF%' komt. Om hysterese te verkrijgen bij het starten/stoppen van de frequentie­regelaar, wordt de relaisuitgang bij een stijgende capaciteit pas ingeschakeld als de actuele capaciteit 'FanCapOFF%' + 10% is. Indien 'FanCapOFF%' anders dan 50% is ingesteld, kan de frequen­tieregelaar eerder of later starten dan de 3-wegklep volledig is geopend. De P/PI regelaar heeft afzonderlijke regelinstellingen (proportio­nele band en integratietijd) voor de 3-wegklep en de ventilatoren.
Alleen ventilatorregeling (toepassing 5 en 6)
Capaciteitsregeling vindt plaats via een P of PI regeling die de ventilatoren regelt met stappen- of frequentieregeling. De analoge uitgang en een frequentieregelaar worden gebruikt voor de frequentieregeling. De relaisuitgang voor 'Fan 1' wordt gebruikt om de frequentieregelaar te starten/stoppen. Bij een dalende capaciteit, wordt de relaisuitgang uitgescha­keld zodra de actuele capaciteit onder 'FanCapOFF%' komt. Om hysterese te verkrijgen bij het starten/stoppen van de frequentie­regelaar, wordt de relaisuitgang bij een stijgende capaciteit pas ingeschakeld als de actuele capaciteit 'FanCapOFF%' + 10% is. De P/PI regelaar gebruikt alleen de regelinstellingen (proportio­nele band en integratietijd) voor de ventilatoren.
Lineaire/non-lineaire curve voor ventilatoren
De eerste ventilatorstap levert relatief meer capaciteit dan de erop volgende capaciteitstappen. De toename in capaciteit die een ex­tra stap genereert neemt gelijdelijk af als er meer stappen worden ingeschakeld of als de frequentie toeneemt.
4 Handleiding RS8EL410 © Danfoss 03-2010 AK-PC 420
De ventilatorregeling heeft daarom een gebogen (non-lineaire) ca­paciteitscurve, die een optimale versterking levert bij zowel hoge als lage capaciteiten. In sommige systemen is een rechte (lineaire) curve vereist voor de capaciteitsregeling, bijvoorbeeld als het analoge signaal gebruikt wordt voor meer dan de ventilatorregeling. In dat geval kan de capaciteitscurve op lineair worden ingesteld. (De capaciteitscurve voor de 3-wegklep is altijd lineair).
Stappenregeling ventilatoren
De ventilatoren kunnen op de 'normale' manier sequentieel wor­den geschakeld, maar de ventilatorstart kan ook roteren (sequenti­eel met wisselende start). Met de sequentiële methode worden alle ventilatoren tenminste 1 keer per 24 uur geschakeld, zodat de ventilatoren niet kunnen vastroesten als ze lang stil staan. Met de roterende methode zal steeds een andere ventilator als eerste starten, waarna de rest weer sequentieel wordt geschakeld.
Bewaken ventilatoren
De regelaar moet een statussignaal ontvangen van het bewa­kingscircuit van iedere gedenieerde condensorstap. Het beveili­gingscircuit is aangesloten op een digitale ingang. Als het circuit wordt verbroken, verliest de regelaar het signaal en genereert een alarm. De bijbehorende relaisuitgang zal echter niet worden uitgescha­keld. De reden hiervoor is dat ventilatoren vaak in 'paren' zijn aangesloten, maar samen 1 beveiligingscircuit hebben. Als een fout optreedt in 1 ventilator zal de andere ventilator doordraaien. Indien geen bewaking is gewenst, zal de ingang permanent van een 24V signaal moeten worden voorzien.
Referentie
Regelreferentie
De regelreferentie kan op twee manieren worden gedenieerd:
• Vaste instelling Het setpoint voor de regelsensor wordt ingesteld in °C. Als verschuiving is gewenst, kan de referentie worden verscho­ven met een 0-10V signaal. Er kan gedenieerd worden hoe groot de verschuiving moet zijn bij de maximale en minimale waarde van het signaal.
• Vlottende referentie op basis van buitentemperatuur Deze functie staat de referentie toe om te variëren op basis van de buitentemperatuur binnen een gedenieerd bereik. De buitentemperatuur wordt gemeten met de Sc3 sensor. De referentie is altijd een vaste waarde (min. tm) boven de geme­ten buitentemperatuur.
Warmteterugwinning
Zodra de warmteterugwinning wordt geactiveerd via de digitale ingang, zal de referentie overschakelen naar een ander setpoint 'Heat SP'. Ook dit nieuwe setpoint kan worden verschoven door een 0-10V signaal. Tegelijkertijd wordt het relais voor warmte­terugwinning geschakeld, zodat bijvoorbeeld een pomp of een klep kan worden geschakeld. De ingestelde waarde voor de max. referentie (r30) is onderdrukt en op 99,9 °C ingesteld. Als de warmteterugwinning actief is en de temperatuur bij de re­gelsensor wordt lager dan de ingestelde minimum waarde van de referentie, zal het volgende gebeuren (zie ook de volgende sectie over het begrenzen van de referentie):
AK-PC 420 Handleiding RS8EL410 © Danfoss 03-2010 5
De warmteterugwinning wordt uitgeschakeld en wordt pas weer ingeschakeld als de temperatuur bij de regelsensor 2K boven de minimale referentie is.
'Ramp' functie
Tijdens het overschakelen naar een andere referentie is een 'ramp' functie actief die ervoor zorgt dat de referentie niet sneller wijzigt dan een de ingestelde 'ramp' in Kelvin/minuut.
Begrenzing referentie
Om te beschermen tegen een te hoge of te lage referentie, moet de referentie begrensd worden. De begrenzing is geldig tijdens de normale regeling, maar wordt tijdens warmteterugwinning verhoogd naar 99,9 °C. De bovengrens is altijd een absolute waarde. De ondergrens kan een absolute waarde zijn of kan variëren op basis van de buitentemperatuur waarbij de grens een vaste waarde ('r56 Min tm') boven de buitentemperatuur ligt. Dit betekend dat een referentie onder de minimum waarde, waarbij alle ventilatoren draaien, voorkomen kan worden.
Ref. Max.
Ref. Min.
Ref. Max.
P of Pi regeling met vaste of vlottende referentie.
Zie appendix.
Beveiligingsfuncties
Bewaking condensatiedruk
De regelaar heeft een beveiligingsfunctie die bescherming biedt tegen een te hoge condensatiedruk. De functie kan op twee manier worden geactiveerd.
• Digitale ingang – HP Wanneer de digitale ingang wordt geschakeld, wordt de vol­ledige capaciteit ingeschakeld van zowel de ventilatoren als de 3-wegklep. Op hetzelfde moment wordt een alarm gegene­reerd. De capaciteit blijft ingeschakeld tot het signaal uitgeschakeld, waarna ook het alarm wordt opgeheven. De digitale ingang kan bijvoorbeeld worden aangesloten op een externe pres­sostaat.
• Meting Pc/S7 signaal Deze functie gebruikt altijd het signaal van de condensatie­druk Pc indien deze is aangesloten. Als de Pc niet is aangeslo­ten, wordt de brineretourtemperatuur S7 gebruikt. De functie schakelt alle condensorstappen in en genereert een alarm als de gemeten temperatuur hoger wordt dan 3K onder de ingestelde limiet 'S7/Pc max'. De normale capaciteitsregeling wordt hervat zodra de tem­peratuur (druk) lager wordt dan 3K onder de limiet en een vertragingstijd van 60 seconden is verstreken.
Ref. Min.
Tijd
100% capaciteit
Pompregeling
De regelaar kan 1 of 2 vloeistofpompen regelen en bewaken. Indien 2 pompen worden gebruikt en draaitijdegalisatie geselec­teerd is, kan de regelaar overschakelen tussen de pompen als een alarm optreedt.
Pompselectie wordt uitgevoerd met de volgende instellingen: 0: Beide pompen zijn gestopt 1: Pomp 1 in bedrijf 2: Pomp 2 in bedrijf 3: Beide pompen in bedrijf 4: Automatische overschakeling tussen pompen toegestaan. Starten voor stoppen 5: Automatische overschakeling tussen pompen toegestaan. Stop­pen voor starten
6 Handleiding RS8EL410 © Danfoss 03-2010 AK-PC 420
Loading...
+ 14 hidden pages