Danfoss AK-LM 350 User guide [nl]

Design Guide
Bewaking en registratie unit met COP-berekening
AK-LM 350
ADAP-KOOL® Refrigeration control systems
Inhoud
1. Introductie ...............................................................................3
2. Het ontwerpen van een regelaar ............................................7
Data voor alle modules .........................................................................10
Regelaar .............................................................................................. 12
Uitbreidingsmodule AK-XM 101A .............................................14
Uitbreidingsmodule AK-XM 102A / AK-XM 102B .................16
Uitbreidingsmodule ...................................................................... 18
AK-XM 204A / AK-XM 204B .......................................................... 18
Uitbreidingsmodule AK-XM 205A / AK-XM 205B .................20
Uitbreidingsmodule AK-XM 107A .............................................22
Uitbreidingsmodule AK-OB 101A .............................................24
Transformatormodule AK-PS 075 / 150 ................................... 25
Communicatie module AK-CM 102 ..........................................26
Voor het ontwerp....................................................................................28
Functie ................................................................................................28
Aansluitingen ................................................................................... 29
Beperkingen......................................................................................29
Ontwerp van een bewakingsunit ..................................................... 30
Procedure: ..........................................................................................30
Schema ............................................................................................... 30
Bewakingsunit ..................................................................................31
Aansluitingen ................................................................................... 32
Ontwerptabel ................................................................................... 33
Lengte .................................................................................................34
Modules koppelen .......................................................................... 34
Bepalen van aansluitplaats .......................................................... 35
Aansluitschema ...............................................................................36
Voedingsspanning ..........................................................................37
Bestellen .....................................................................................................38
3. Montage en bedrading .........................................................39
Montage ..................................................................................................... 40
Plaatsen van een I/O module op basismodule ..................... 40
Bedrading .................................................................................................. 41
4. Conguratie en bediening ....................................................43
Conguratie ..............................................................................................45
Aansluiten PC ...................................................................................45
Authorisatie ....................................................................................... 46
Systeeminstelling ............................................................................48
Instellen type installatie ................................................................49
Energiemeters ..................................................................................50
Thermostaten functie .................................................................... 51
Pressostaten functie .......................................................................51
Spanningsregelingen .................................................................... 52
Digitale alarmen .............................................................................. 52
COP conguratie .............................................................................53
Conguratie in- en uitgangen ....................................................54
Instellen alarmprioriteiten ........................................................... 56
Controleren instellingen ......................................................................58
Sluiten conguratie ........................................................................61
Controleren conguratie ..............................................................62
Controleren aansluitingen ...........................................................63
Installatie in netwerk ............................................................................. 64
Eerste opstart ........................................................................................... 65
Controleer alarmen ........................................................................65
Start regeling .................................................................................... 66
Instellen registraties .......................................................................67
5. Regelfuncties .........................................................................69
Bewakingsfuncties ................................................................................. 70
Overig .........................................................................................................73
Alarmteksten ............................................................................................75
6. Appendix, COP signals ..........................................................76
CO2 Booster .............................................................................................. 76
CO2 Booster HR ....................................................................................... 76
CO2 Booster HR Brine ............................................................................ 76
Cascade ......................................................................................................77
Eentraps .....................................................................................................77
2 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Toepassing
1. Introductie
De AK-LM 350 is een complete bewaking en registratie unit met regelfuncties via relaisuitgangen. De unit kan gebruikt worden voor het detecteren van temperaturen, drukken, spanningssig­nalen en aan/uit functies en andere signalen in en om koelinstal­laties. COP-berekening kan worden uitgevoerd bij de volgende systemen:
• CO2-booster
• CO2-booster met warmteterugwinning
• CO2-booster met warmteterugwinning en brine
• Cascade-installatie
• Eentraps De unit is uitgerust met LON communicatie en kan worden be­diend via een PC.
Functies
Temperatuur
• Temperatuurdetectie
• Temperatuurbewaking met alarmfunctie
• Verlenging van alarmvertraging wanneer ontdooisignaal (DI) wordt ontvangen
• Onderbreking van alarmbewaking wanneer schakelsignaal (DI) wordt ontvangen
• Temperatuurregeling met relaisfunctie
Voor de COP-berekening is een signaal van 0-10 V vereist dat aan­geeft hoeveel van de compressorcapaciteit aangesloten is. Dit signaal kan worden opgehaald uit de compressorregelaar, als die van een van de volgende typen is: AK-PC 772, AK-PC 781, versie 4 of nieuwer (versie 4 = januari 2013) AK-PC 783.
Druk
• Drukdetectie
• Drukbewaking met alarmfunctie
• Drukregeling met relaisfunctie
Spanningen 0-10 V
• Spanningsdetectie
• Spanningsbewaking met alarmfunctie
• Spanningsbewaking met relaisfunctie
Aan/uit signalen
• Detectie van schakelsignalen
• Alarmfunctie met vertraging + relaisfunctie
• Schakelsignaal kan geïnverteerd worden
• Urenteller van Aan tijd
• Teller aantal schakelingen
Pulssignalen
• Registratie van elektriciteit, water, gas, etc.
• Energie uitlezing
• Energie uitlezing binnen een ingestelde synchronisatieperiode
• Energie uitlezing in een periode tussen synchronisatiepulsen
• Ontvangen synchronisatiesignaal
COP-berekening
• COP voor MT en LT
• ETAis voor MT en LT
• Koelvermogen voor MT en LT
• Warmteterugwinning
• Warmteverlies
• COPS voor het hele systeem
40
20
20
20
8
Dezelfde meetwaarde kan door een aantal verschil­lende functies worden gebruikt.
Tot 120 ingangen en uitgangen zijn toegestaan.
Alarmrelais
• Twee alarmrelais die schakelen bij verschillende alarmprioriteiten
Datacommunicatie
• Communicatie met System Manager en Gateway
• Bewaking en ophalen data
• Aangepaste alarmteksten
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 3
Principe
Het grote voordeel van deze serie regelaars is dat ze bij uitbrei­ding van de koelinstallatie eveneens kunnen worden uitgebreid. Het is ontworpen om koelinstallaties te regelen, maar niet voor één specieke toepassing - variatie wordt bereikt door de verschil­lende software en de manier waarop de aansluitingen gedeni­eerd kunnen worden. Voor iedere regeling wordt hetzelfde type modules gebruikt, maar de compositie kan indien gewenst worden veranderd. Met deze modules (bouwstenen) is het mogelijk om een grote verschei­denheid aan regelingen te creëren, maar het is de taak van de installateur om de regeling aan de gestelde wensen aan te passen. Deze instructies zijn gemaakt om de weg te vinden door alle open vragen zodat de regeling gedenieerd kan worden en de aanslui­tingen gemaakt.
Regelaar
Bovenste deel
Voordelen
• De regelaar kan met de installatie ‘meegroeien’
• De software kan voor één of meer regelingen worden ingesteld
• Verscheidene regelingen met dezelfde componenten
• ‘Uitbreidingsvriendelijk’ als de systeemeisen veranderd moeten worden
• Flexibel concept
- Regelaars hebben dezelfde constructie
- Één principe - veel regelmogelijkheden
- Modules worden geselecteerd naar behoefte
- Dezelfde modules zijn overal toepasbaar
Uitbreidingsmodule
Onderste deel
De regelaarmodule is de ‘hoeksteen’ van de regeling. De module heeft in- en uitgangen die kleine systemen kunnen regelen.
• Het onderste deel, en dus de klemmen, zijn hetzelfde voor alle regelaartypes
• Het bovenste deel is de intelligentie met software. Dit deel zal variëren voor ieder regelaartype, maar wordt altijd met het onderste deel meegeleverd.
• Op het bovenste deel zit ook de aansluiting voor de datacommunicatie en de adresschakelaars.
Voorbeelden
Regeling met weinig aansluitingen kan plaatsvinden met de regelaarmodule alleen
Als het systeem groeit en meer functies nodig zijn, kan de regeling worden uitgebreid. Met extra modules kunnen meer signalen worden ontvangen en/of meer relais geschakeld worden. Hoeveel en welke modules wordt bepaald door de toepassing.
Als er veel aansluitingen nodig zijn, moeten er meer modules geplaatst worden
4 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Rechtstreekse aansluiting
Instelling en bediening van een AK regelaar gebeurd via de ‘AK­Service Tool’ software.
Het programma wordt geïnstalleerd op een PC en de instelling en bediening van de diverse functies worden uitgevoerd via de menuschermen van de regelaar.
Menuschermen
De menuschermen zijn dynamisch d.w.z. dat een instelling in het ene menu resulteert in andere instelmogelijkheden in een ander menu.
Een simpele koeltoepassing met weinig aansluitingen resulteert in een set-up met weinig instellingen, terwijl een zelfde toepassing met veel aansluitingen resulteert in een set-up met veel instel­lingen. Vanuit het ‘overzichtscherm’ is toegang te krijgen tot de menu’s voor de regeling. Aan de onderkant van het scherm is toegang te krijgen tot een aantal algemene functies zoals, ‘overzicht’, ‘ handbediening’, ‘regis­traties’, ‘alarmen’ en ‘service’ (conguratie).
Netwerk
De regelaar kan opgenomen worden in een netwerk samen met andere regelaars van het ADAP-KOOL® systeem. Een gateway type AKA 245 of een System Manager type AK-SM 350, AK-SM 720 of AK-SC 355 kan worden gebruikt als systeemu­nit. Na de conguratie kan de bediening op afstand gedaan worden met de Danfoss AKM software.
Gebruikers
De regelaar bevat standaard een aantal talen welke door een gebruiker geselecteerd en gebruikt kunnen worden. Als er meer gebruikers zijn, kunnen zij ieder indien nodig een eigen taal selecteren. Aan iedere gebruiker moet een gebruikersproel worden toegewezen welke of volledige of beperkte toegang tot de bediening geeft.
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 5
LED’s
Een aantal LED’s maakt het mogelijk om de signalen te volgen die verstuurd en ontvangen worden door de regelaar.
Registratie
Met de registratiefunctie kan de meting geselecteerd worden die getoond moet worden. De verzamelde waarden kunnen uitgeprint of geëxporteerd wor­den. Geëxporteerde bestanden kunnen in Excel weer ge-opend en gelezen worden of geïmporteerd worden in AKM. (De registratiefunctie is alleen beschikbaar via AK-ST 500.)
Een registratie zal normaal in de systeemunit aangemaakt moeten worden. De systeemunit heeft een groter geheugen en kan meer data bevatten.
In een service- of probleemsituatie kunnen de metingen getoond worden door middel van de trendfunctie. De metingen kunnen rechtstreeks gemaakt en bekeken worden.
Power
Comm
DO1 Status
DO2 Service Tool
DO3 LON
DO4 I/O Extension
DO5 Alarm
DO6
DO7
DO8 Service Pin
Knippert langzaam = OK Knippert snel = antwoord van gateway Continue aan = fout Continue uit = fout
Knippert = actief alarm / niet opgeheven Continue aan = actief alarm/ opgeheven
Alarm
Het alarmscherm geeft een overzicht van alle actieve alarmen. Om te bevestigen dat het alarm is gezien kan het vakje bij het desbe­treende alarm worden aangevinkt. Door op het bewuste alarm te klikken, zal een nieuw scherm ver­schijnen met gedetailleerde informatie over het alarm.
Een zelfde scherm is beschikbaar waar de alarmhistorie bekeken kan worden.
6 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
2. Het ontwerpen van een regelaar
Deze sectie beschrijft hoe een regelaar ontworpen moet worden.
De AK regelaars zijn gebaseerd op een uniform aansluitplatform waarbij de verschillen tussen de diverse installaties wordt bepaald door de gebruikte intelligentie (bovenste deel) met een specieke software en door de benodigde in- en uitgangssignalen. Bij een toepassing met weinig aansluitingen, zal de regelaarmodule (boven- en onderdeel) waarschijnlijk voldoende zijn. Bij een toepassing met veel aansluitingen zal het nodig zijn om de regelaarmodule te gebruiken samen met één of meer uitbreidingsmodules.
Dit deel geeft een overzicht van de mogelijke aansluitingen en assisteert bij de selectie van de benodigde modules naar aanleiding van de toepassing.
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 7
Overzicht uitbreidingsmodules
• Regelaarmodule – voor standaard applicaties.
• Uitbreidingsmodules - zodra de installatie complexer wordt en er extra in- en uitgangen nodig zijn, kunnen uitbreidingsmodules op de regelaar worden aangesloten. Een schuifverbinding aan de zijkant van de regelaar zorgt voor de voeding en voor data­communicatie tussen de modules.
• Bovenste deel Het bovenste deel van de regelaar bevat de ‘intelligentie’. Dit is het deel waar de regeling is gedenieerd en waarop de datacommunicatie is aangesloten.
• In- en uitgangen Er zijn verschillende typen in- en uitgangen. Een type kan, bijvoorbeeld, signalen ontvangen van sensoren en contacten, een ander ontvangt bijvoorbeeld een spanningssignaal terwijl een derde mogelijk uitgangen met relais zijn. Alle verschillende typen staan in het overzicht op de volgende pagina.
Uitbreidingsmodule met extra analoge ingangen
• Aansluitingen Als een installatie wordt ontworpen, ontstaat behoefte aan een bepaald aantal aansluitingen. Deze aansluitingen worden dan gemaakt op de regelaar of op de uitbreidingsmodule(s). Het enige waar goed op gelet moet worden is dat de verschillende types niet verwisseld worden (het signaal van een analoge ingang moet niet aangesloten worden op een digitale ingang).
• Deniëren van de aansluitingen De regelaar moet weten waar de verschillende in- en uitgangen worden aangesloten. Dit gebeurd tijdens een latere conguratie waarbij iedere aansluiting wordt gedenieerd op basis van de volgende gegevens:
- op welke module
- op welke klemmen
- wat is er aangesloten (bijv. drukopnemer / type / drukbereik)
Uitbreidingsmodule met extra relaisuitgangen en extra analoge ingangen.
Regelaar met analoge ingangen en relaisuitgangen
Bovenste deel
De module met extra relaisuitgangen is ook verkrijgbaar met schakelaartjes waarmee de relais handmatig geschakeld kunnen worden.
8 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
1. Regelaar
Type Functie Toepassing
AK-LM 350 Bewaking- en registratie-unit met COP-berekening
Bewaken van temperaturen, drukken, spannin­gen etc.
2. Uitbreidingsmodules en overzicht van in-en uitgangen
Type Analoge
ingangen
Voor sensoren, drukopnemers etc.
Regelaar 11 4 4 - - - -
Uitbreidingsmodules
AK-XM 101A 8
AK-XM 102A 8
AK-XM 102B 8
AK-XM 204A 8
AK-XM 204B 8 x
AK-XM 205A 8 8
AK-XM 205B 8 8 x
AK-XM107A 4 (8)
Aan/uitgangen Aan/uit voeding
Relais (SPDT)
Solid State Laag voltage
(DI signaal)
(max. 80 V)
Hoog voltage (max. 260 V)
Pulsteller Laag voltage (max 30 V)
Module met schakelaars
Voor handbe­diening van uitgangen
3. AK bediening en accessoires
Type Functie Toepassing
Bediening
AK-ST 500 Software voor bediening AK regelaars AK bediening
- Kabel tussen PC en AK regelaar AK - Com port
- Kabel tussen nulmodemkabel en AK regelaar AK - RS 232
- Kabel tussen PC en AK regelaar AK - USB
Accessoires Transformer module 230 V / 115 V to 24 V
AK-PS 075 18 VA, 24 V d.c.
AK-PS 150 36 VA, 24 V d.c.
Accessoires
AK-OB 101A Real Time Clock met batterij back-up Aan te sluiten op een AK regelaar
Accessoires Communicatiemodules voor regelaars als de modules niet ononderbroken aaneengeschakeld kunnen worden
AK-CM 102 Communicatie module Datacommunicatie voor externe uitbreiding modules
Real Time Clock voor stand-alone regelaars die een klokfunctie nodig hebben, maar dus niet zijn aangesloten op een gate­way.
Voeding voor regelaar
Op de volgende pagina's kunt u specieke data van alle modules vinden.
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 9
Data voor alle modules
Voedingsspanning 24 V d.c./a.c. +/- 20%
Stroomopname AK-__ (regelaar) 8 VA
AK-XM 101, 102, 107 2 VA
AK-XM 204, 205 5 VA
Analoge ingangen Pt 1000 ohm /0°C Resolutie: 0,1°C
Nauwkeurigheid: +/- 0,5°
Drukopnemer type AKS 32R / AKS 2050 / AKS 32 (1-5 V)
Andere drukopnemer: Ratiometrisch signaal Min. en max. druk moet worden ingesteld Min. en max. spanning moet worden ingesteld
Spanningssignaal 0-10 V
Contactfunctie (aan/uit) Aan op R < 20 ohm
Aan/uit spanningsingang Lage spanning
0 / 80 V a.c./d.c.
Hoge spanning 0 / 260 V a.c.
Relais uitgangen SPDT
Solid state uitgangen Kan gebruikt worden voor apparaten die
AC-1 (ohms) 4 A
AC-15 (inductief) 3 A
U Min. 24 V
vaak in en uit geschakeld worden bijv: randverwarming, ventilatoren en AKV klep
Resolutie: 1 mV Nauwkeurigheid: +/- 10 mV Max. 5 drukopnemers op één module
Uit op R > 2K ohm (goudgecoate contacten niet nodig)
Uit: U < 2 V Aan: U > 10 V
Uit: U < 24 V Aan: U > 80 V
Max. 230 V Lage en hoge spanning mogen niet op dezelfde groep uitgangen worden aangesloten.
Max. 240 V a.c. , Min. 48 V a.c. Max. 0,5 A Lekstroom < 1 mA Max. 1 AKV
Omgevingstemperatuur Tijdens transport -40 tot 70°C
Tijdens bedrijf -20 tot 55°C ,
0 tot 95% RH (geen condensvorming) Geen schokken /vibraties
Behuizing Materiaal PC / ABS
Dichtheid IP10 , VBG 4
Montage Panel-wand- of DIN-rail montage
Gewicht inclusief klemmen Modules 100 / 200 / regelaar serie 200 g / 500 g / 600 g
Goedkeuringen EU laagspanningseisen en EMC eisen
komen overeen met
UL 873,
Bovenstaande data geldt voor alle AK modules. Specieke data wordt vermeld bij de desbetreende module.
LVD getest volgens EN 60730 EMC getest Immuniteit volgens EN 61000-6-2 Emissie volgens EN 61000-6-3
UL le number: E166834 voor XM modules UL le number: E31024 voor LM modules
10 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Afmetingen
De lengte van een module is 72 mm. Modules van de 100 serie bestaan uit 1 module Modules van de 200 serie bestaan uit 2 modules Regelaars bestaan uit 3 modules De lengte van een compleet geheel = n x 72 + 8
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 11
Regelaar
Functie
Er zijn verschillende regelaars in de 'AK2' serie. De functionaliteit wordt bepaald door de geprogrammeerde software. Qua uiterlijk zijn alle regelaars identiek - ze hebben allemaal dezelfde aansluitmogelijkheden: 11 analoge ingangen voor sensoren, drukopnemers, spanningssignalen en contactsignalen. 8 digitale uitgangen, t.w. 4 solid state uitgangen en 4 relais uitgangen.
Voedingsspanning
24 V a.c. of d.c. aan te sluiten op de regelaar. De 24 V mag niet doorgelust worden naar andere regelaars, omdat de voeding niet galvanisch is gescheiden van in- en uitgangen. Met andere woorden, voor iedere regelaar moet een aparte transformator worden gebruikt. Klasse 2 is vereist. De aarde mag niet worden aangesloten. De voedingsspanning voor de uitbreidingsmodules wordt doorgegeven door de schuifverbinding aan de rechterkant van de regelaar. De grootte van de transformator wordt bepaald door het vermogen van het totaal aantal modules.
PIN
De voedingsspanning voor een drukopnemer kan komen van de 5 V uitgang of van de 12 V uitgang.
Datacommunicatie
Als de regelaar deel uitmaakt van een netwerk, vindt de communicatie plaats via de LON aansluiting, welke volgens de specicaties moet worden aangesloten.
Adres instellen Wanneer de regelaar is aangesloten op een gateway type 245, kunnen de adressen 1 tot en met 119 worden ingesteld. Als het een systemmanager is, dan 1-200.
Service PIN Wanneer de regelaar is verbonden met een gateway via de datacommunicatie, moet de gateway weten dat de regelaar in het netwerk is opgenomen. Dit wordt gedaan door de ‘PIN’ toets in te drukken. De LED ‘Status’ zal gaan knipperen zodra de gateway de regelaar accepteert.
Bediening
De conguratie van de regelaar wordt gedaan vanuit het software programma ‘Service Tool’. Het programma moet geïnstalleerd worden op een PC en de PC wordt op het netwerk aangesloten door middel van de netwerkplug aan de voorkant van de regelaar.
LED’s
Er zijn twee rijen met LED’s, deze betekenen het volgende: Linker rij:
• Spanning op de regelaar
• Communicatie actief met onderste PC board (rood = fout)
• Status van uitgangen DO1 tot DO8
Rechter rij:
• Software status (knippert langzaam = OK)
• Communicatie met Service Tool
• Communicatie via LON
• Communicatie met AK-CM 102
• Alarm als LED knippert
- 2 LED’s niet gebruikt
• ‘Service Pin’ is geactiveerd
Adres
Houdt een veilige afstand!
Lage en hoge voltage mogen niet op dezelfde groep uitgangen worden aangesloten
Power
Comm
DO1 Status
DO2 Service Tool
DO3 LON
DO4 I/O Extension
DO5 Alarm
DO6
DO7
DO8 Service Pin
Knippert langzaam = OK Knippert snel = antwoord van gateway Continue aan = fout Continue uit = fout
Knippert = actief alarm / niet opgeheven Continue aan = actief alarm/ opgeheven
Een kleine module (option board) kan worden geplaatst op de ‘bodem’ van de regelaar. Deze module wordt later in dit document beschreven.
12 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Punt
Point 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Type AI1 AI2 AI3 AI4 AI5 AI6 AI7 AI8 AI9 AI10 AI11
Klem 15: 12 V Klem 16: 5 V
Klem 27: 12 V Klem 28: 5 V
Analoge ingangen on 1 - 11
Solid state uitgan­gen op 12 - 15
Relais of AKV spoel bijv. 230 V a.c.
24 en 25 worden niet gebruikt in de AK-LM 350
Signaal Signaal
type
S
Pt 1000 ohm/0°C
S...
Pt 1000
P
AKS 32R AKS 2050
AKS 32
3: Bruin
2: Blauw
1: Zwart
3: Bruin
2: Zwart
1: Rood
P...
AKS 32R AKS 2050
-1 - xx bar
AKS 32
-1 - zz bar
U
Span­nins-
0 - 5 V
0 - 10 V ingang ...
On/O
Actief op:
Dicht
/
Open
DO Actief op:
Aan
AKV
/
Uit
Punt 12 13 14 15 16 17 18 19
Type DO1 DO2 DO3 DO4 DO5 DO6 DO7 DO8
Signaal Module Punt
1 (AI 1) 1 - 2
2 (AI 2) 3 - 4
3 (AI 3) 5 - 6
4 (AI 4) 7 - 8
5 (AI 5) 9 - 10
6 (AI 6) 11 - 12
7 (AI 7) 13 - 14
8 (AI 8) 19 - 20
9 (AI 9) 21 - 22
10 (AI 10) 23 - 24
1
11 (AI 11) 25 - 26
12 (DO 1) 31 - 32
13 (DO 2) 33 - 34
14 (DO 3) 35 - 36
15 (DO 4) 37 - 38
16 (DO 5) 39 - 40 - 41
17 (DO6) 42 -43 - 44
18 (DO7) 45 - 46- 47
19 (DO8) 48 - 49 -50
Klem 17, 18, 29, 30: (afscherming)
Relais uitgangen 16 - 19
Klem
Signaal type /
Actief op
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 13
Uitbreidingsmodule AK-XM 101A
Functie
De module bevat 8 analoge ingangen voor sensoren, drukopnemers, spanningssignalen en contactsignalen.
Voedingsspanning
De voedingsspanning naar de module wordt doorgegeven door de vorige regelaar uit de rij.
De voedingsspanning voor een drukopnemer kan komen van de 5 V uitgang of van de 12 V uitgang.
LED’s
Alleen de bovenste twee LED’s worden gebruikt. Deze geven het volgende aan:
• Spanning op de module
• Communicatie met de regelaar is actief (rood = fout)
14 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Punt
Punt 1 2 3 4
Type AI1 AI2 AI3 AI4
Klem 9: 12 V Klem 10: 5 V
Aan de "bovenkant’ is de signaalingang de linker van de twee aansluitklemmen
Aan de ‘onderkant’ is de signaalingang de rechter van de twee aansluit­klemmen.
S
Pt 1000 ohm/0°C
P
AKS 32R AKS 2050
AKS 32
3: Bruin
2: Blauw
1: Zwart
3: Bruin
2: Zwart
1: Rood
Signaal Signaal
type
S...
Pt 1000
AKS 32R
AKS 2050 P...
-1 - xx bar
AKS 32
-1 - zz bar
Klem 15: 5 V Klem 16: 12 V
Klem
11, 12, 13, 14:
(afscherming)
Point 5 6 7 8
Type AI5 AI6 AI7 AI8
U
On/O
V...
Dag/ Nacht Deur Ont­dooing
0 - 5 V
0 - 10 V
Actief op
Dicht
/
Open
Signaal Module Punt
1 (AI 1) 1 - 2
2 (AI 2) 3 - 4
3 (AI 3) 5 - 6
4 (AI 4) 7 - 8
5 (AI 5) 17 - 18
6 (AI 6) 19 - 20
7 (AI 7) 21 - 22
8 (AI 8) 23 - 24
Klem
Signaal type /
Actief op
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 15
Uitbreidingsmodule AK-XM 102A / AK-XM 102B
Functie
De module bevat 8 ingangen voor aan/uit spanningssignalen. (max. 24 V)
Signaal
AK-XM 102A is voor laag voltage signalen. AK-XM 102B is voor hoog voltage signalen.
Voedingsspanning
De voedingsspanning naar de module wordt doorgegeven door de vorige regelaar uit de rij.
LED’s
Deze geven het volgende aan:
• Spanning op de regelaar
• Communicatie met de regelaar is actief (rood = fout)
• Status van de individuele ingangen 1 tot en met 8 (als LED aan = spanning)
AK-XM 102A
Max. 24 V
On/O: On: DI > 10 V a.c. O: DI < 2 V a.c.
AK-XM 102B
Max. 230 V
On/O: On: DI > 80 V a.c. O: DI < 24 V a.c.
16 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Punt
DI
Punt 1 2 3 4
Type DI1 DI2 DI3 DI4
Punt 5 6 7 8
Type DI5 DI6 DI7 DI8
Signaal Actief op
AK-XM 102A: Max. 24 V AK-XM 102B: Max. 230 V
Dag/ Nacht
Deur
Ont­dooing
Gesloten
(spanning)
/
Open
(geen
spanning)
Signaal Module Punt Klem Actief op
1 (DI 1) 1 - 2
2 (DI 2) 3 - 4
3 (DI 3) 5 - 6
4 (DI 4) 7 - 8
5 (DI 5) 9 - 10
6 (DI 6) 11 - 12
7 (DI 7) 13 - 14
8 (DI 8) 15 - 16
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 17
Uitbreidingsmodule AK-XM 204A / AK-XM 204B
Functie
De module bevat 8 relaisuitgangen.
Voedingsspanning
De voedingsspanning naar de module wordt doorgegeven door de vorige regelaar uit de rij.
AK-XM 204B alleen Handbediening van relais
8 schakelaars maken het mogelijk om de diverse uitgangen handmatig te bedienen naar de positie ‘OFF’ en ‘ON’. In de stand ‘Auto’ zal de regelaar de regeling voor zijn rekening nemen.
LED’s
Er zijn twee rijen met LED’s. Deze geven het volgende aan: Linker rij:
• Spanning op de regelaar
• Communicatie actief met onderste PC board (rood = fout)
• Status van uitgangen DO1 tot en met DO8
Rechter rij:
• Handbediening van relais ON = handbediening OFF = geen handbediening
AK-XM 204A AK-XM 204B
Zekeringen
Onder het bovenste deel van de module bevindt zich een zekering voor iedere uitgang.
Max. 230 V
AC-1: max. 4 A (ohms) AC-15: max. 3 A (Inductief)
AK-XM 204B Handbediening van relais
Houdt een veilige afstand!
Lage en hoge voltage mogen niet op dezelfde groep uitgangen worden aangesloten
18 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Punt
DO
Signaal Actief op
Vent. Alarm Licht Randver­warming Ontdooi­ing Rolgor­dijnen Kleppen Compres­sor
Aan
/
Uit
Punt 1 2 3 4 5 6 7 8
Type DO1 DO2 DO3 DO4 DO5 DO6 DO7 DO8
Signaal Module Punt Klem Actief op
1 (DO 1) 25 - 26 - 27
2 (DO 2) 28 - 29 - 30
3 (DO 3) 31 - 32 - 33
4 (DO 4) 34 - 35 -36
5 (DO 5) 37 - 38 - 39
6 (DO 6) 40 - 41 - 42
7 (DO 7) 43 - 44 - 45
8 (DO 8) 46 - 47 - 48
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 19
Uitbreidingsmodule AK-XM 205A / AK-XM 205B
Functie
De module bevat: 8 analoge ingangen voor sensoren, drukopnemers,
spanningssignalen en contactsignalen
8 relaisuitgangen
Voedingsspanning
De voedingsspanning naar de module wordt doorgegeven door de vorige regelaar uit de rij.
AK-XM 205B alleen Handbediening van relais
8 schakelaars maken het mogelijk om de diverse uitgangen handmatig te bedienen naar de positie ‘OFF’ en ‘ON’. In de stand ‘Auto’ zal de regelaar de regeling voor zijn rekening nemen
LED’s
Er zijn twee rijen met LED’s. Deze geven het volgende aan: Linker rij:
• Spanning op de regelaar
• Communicatie actief met onderste PC board (rood = fout)
• Status van uitgangen DO1 tot en met DO8
Rechter rij:
• Handbediening van relais ON = handbediening OFF = geen handbediening
AK-XM 205A AK-XM 205B
max. 10 V
Zekeringen
Onder het bovenste deel van de module bevindt zich een zekering voor iedere uitgang.
Max. 230 V
AC-1: max. 4 A (ohms) AC-15: max. 3 A (Inductief)
AK-XM 205B Handbediening van relais
Houdt een veilige afstand!
Lage en hoge voltage mogen niet op dezelfde groep uitgangen worden aangesloten
20 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Punt
S
Pt 1000 ohm/0°C
Signaal Signaal
type
Pt 1000
S...
Punt 1 2 3 4 5 6 7 8
Type AI1 AI2 AI3 AI4 AI5 AI6 AI7 AI8
Klem 9: 12 V Klem 10: 5 V
Klem 21: 12 V Klem 22: 5 V
Klem 11, 12, 23, 24 :
(Afscherming)
Punt 9 10 11 12 13 14 15 16
Type DO1 DO2 DO3 DO4 DO5 DO6 DO7 DO8
P
AKS 32R AKS 2050
3: Bruin
2: Blauw
1: Zwart
P...
AKS 32
3: Bruin
2: Zwart
1: Rood
U
V...
On/O
Dag/ Nacht Deur Ont­dooing
DO Vent.
Alarm Licht Randver­warming Ontdooi­ing Rolgor­dijen Kleppen Compres­sor
AKS 32R AKS 2050
-1 - xx bar
AKS 32
-1 - zz bar
0 - 5 V 0 - 10 V
Actief op:
Gesloten
/
Open
Actief op:
Aan
/
Uit
Signaal Module Punt
1 (AI 1) 1 - 2
2 (AI 2) 3 - 4
3 (AI 3) 5 - 6
4 (AI 4) 7 - 8
5 (AI 5) 13 - 14
6 (AI 6) 15 - 16
7 (AI 7) 17 - 18
8 (AI 8) 19 -20
9 (DO 1) 25 - 26 - 27
10 (DO 2) 28 - 29 - 30
11 (DO 3) 31 - 32 - 33
12 (DO 4) 34 - 35 - 36
13 (DO 5) 37 - 38 - 39
14 (DO6) 40 - 41 - 42
15 (DO7) 43 - 44 - 45
16 (DO8) 46 - 47 - 48
Klem
Signaal type /
Actief op
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 21
Uitbreidingsmodule AK-XM 107A
Functie
De module bevat 8 ingangen voor het ontvangen van pulsen. De AK-LM 350 kan 8 pulssignalen detecteren. Als een alternatief kunnen de ingangen worden gebruikt om een synchronisatiesignaal of een aan/uit signaal te ontvangen (DI functie).
Voedingsspanning
De voedingsspanning naar de module wordt doorgegeven door de vorige regelaar uit de rij.
LED’s
Deze geven het volgende aan:
• Spanning op de regelaar
• Communicatie met de regelaar is actief (rood = fout)
(Er is geen LED indicatie voor de individuele signaalingangen)
Signaal
Het signaal moet voldoen aan DIN 43864. Schakeltijd moet minder dan 5 ms zijn. Aan en uit tijden moeten meer dan 30 ms zijn.
22 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Punt
Punt 1 2 3 4
Type CI1 CI2 CI3 CI4
Punt 5 6 7 8
Type CI5 CI6 CI7 CI8
Signaal Signaal
type
CI
Puls - - -
Signaal Module Punt
Klem
Signaal type /
Actief op
1 (CI 1) 1 - 2 - - ­2 (CI 2) 3 - 4 - - ­3 (CI 3) 5 - 6 - - ­4 (CI 4) 7 - 8 - - ­5 (CI 5) 9 - 10 - - ­6 (CI 6) 11 - 12 - - ­7 (CI 7) 13 - 14 - - ­8 (CI 8) 15 - 16 - - -
AK-LM 350 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 23
Uitbreidingsmodule AK-OB 101A
Functie
De module is een klok module met batterij back-up.
De module kan worden gebruikt voor regelaars welke niet zijn opgenomen in een datacommunicatiesysteem samen met andere regelaars. De module wordt gebruikt als de regelaar een batterij back-up nodig heeft voor:
• Klokfunctie
• Vaste tijden voor dag/nachtregeling
• Vaste ontdooitijden
• Vasthouden van alarmregistratie in geval van spanningsuitval
• Vasthouden van temperatuurregistratie in geval van spanningsuitval
Plaatsing
De module wordt geleverd met plugconnectie
Punt
De module wordt geplaatst op het PC board in het bovenste deel.
Levensduur batterij
De levensduur van de batterij is enige jaren, ook als er regelmatig spanningsuitval is. Zodra de batterij vervangen moet worden, zal een alarm gegenereerd worden. Na dit alarm kan de batterij nog een aantal maanden werken.
24 Bewakings- en registratie-unit RS8GX110 © Danfoss 11-2013 AK-LM 350
Loading...
+ 54 hidden pages