Daikin RXM20R5V1B, RXM25R5V1B, RXM35R5V1B, ARXM25R5V1B, ARXM35R5V1B Installer reference guide [nl]

Uitgebreide handleiding voor de
installateur
R32 Split-reeks
RXM20R5V1B RXM25R5V1B RXM35R5V1B ARXM25R5V1B ARXM35R5V1B
Uitgebreide handleiding voor de installateur
R32 Split-reeks
Nederlands
Inhoudsopgave
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 3
1.1 Over de documentatie ............................................................... 3
1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ....... 3
1.2 Voor de installateur ................................................................... 3
1.2.1 Algemeenheden.......................................................... 3
1.2.2 Plaats van installatie ................................................... 4
1.2.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32.................. 6
1.2.4 Water .......................................................................... 6
1.2.5 Elektrisch .................................................................... 6
2 Over de documentatie 7
2.1 Over dit document ..................................................................... 7
2.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur.. 8
3 Over de doos 8
3.1 Overzicht: Over de doos............................................................ 8
3.2 Buitenunit .................................................................................. 8
3.2.1 De buitenunit uitpakken .............................................. 8
3.2.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen..... 8
4 Over de unit 9
4.1 Overzicht: Over de units en opties ............................................ 9
4.2 Identificatie ................................................................................ 9
4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit ........................................ 9
5 Voorbereiding 9
5.1 Overzicht: Voorbereiding........................................................... 9
5.2 Installatieplaats voorbereiden.................................................... 9
5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit
geïnstalleerd wordt...................................................... 10
5.2.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van
de buitenunit in koude klimaten .................................. 11
5.2.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil ............... 11
5.3 De koelmiddelleidingen voorbereiden ....................................... 11
5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen ....................... 11
5.3.2 De koelleidingen isoleren............................................ 11
5.4 De elektrische bedrading voorbereiden..................................... 11
5.4.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading . 11
6 Installatie 12
6.1 Overzicht: Installatie .................................................................. 12
6.2 De units openen ........................................................................ 12
6.2.1 Over het openen van de units..................................... 12
6.2.2 De buitenunit openen.................................................. 12
6.3 De buitenunit monteren ............................................................. 12
6.3.1 Over de montage van de buitenunit............................ 12
6.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de
buitenunit .................................................................... 12
6.3.3 De installatiestructuur voorzien................................... 12
6.3.4 De buitenunit installeren ............................................. 13
6.3.5 Afvoer voorzien ........................................................... 13
6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen..... 13
6.4 De koelmiddelleiding aansluiten................................................ 13
6.4.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ........ 13
6.4.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
koelmiddelleidingen .................................................... 14
6.4.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen 14
6.4.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen ................... 14
6.4.5 Het uiteinde van een buis verbreden .......................... 15
6.4.6 Gebruik van de afsluiter en servicepoort .................... 15
6.4.7 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten................. 16
6.5 De koelmiddelleiding controleren .............................................. 16
6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen....... 16
6.5.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van
koelmiddelleidingen .................................................... 16
6.5.3 Op lekkages controleren............................................. 16
6.5.4 Vacuümdrogen............................................................ 16
6.6 Koelmiddel bijvullen.................................................................... 17
6.6.1 Over het toevoegen van koelmiddel ............................ 17
6.6.2 Over het koelmiddel ..................................................... 17
6.6.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van
koelmiddel.................................................................... 18
6.6.4 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet
worden ......................................................................... 18
6.6.5 De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te
vullen............................................................................ 18
6.6.6 Extra koelmiddel bijvullen ............................................ 18
6.6.7 De label voor fluorhoudende broeikasgassen
bevestigen.................................................................... 18
6.7 De elektrische bedrading aansluiten .......................................... 19
6.7.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading....... 19
6.7.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
elektrische bedrading................................................... 19
6.7.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische
bedrading ..................................................................... 19
6.7.4 Specificaties van de standaardcomponenten van de
bedrading ..................................................................... 20
6.7.5 De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten . 20
6.8 De installatie van de buitenunit voltooien ................................... 20
6.8.1 De installatie van de buitenunit voltooien..................... 20
6.8.2 De buitenunit sluiten .................................................... 21
6.9 Over de compressor................................................................... 21
7 Inbedrijfstelling 21
7.1 Overzicht: Inbedrijfstelling .......................................................... 21
7.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling............................. 21
7.3 Checklist voor de inbedrijfstelling ............................................... 21
7.4 Checklist tijdens inbedrijfstelling................................................. 21
7.5 Proefdraaien............................................................................... 22
7.6 De buitenunit starten .................................................................. 22
8 Configuratie 22
8.1 Faciliteitsinstelling ...................................................................... 22
8.2 De stand voor voorzieningen instellen ....................................... 22
9 Aan de gebruiker overhandigen 22
10 Onderhoud en service 22
10.1 Overzicht: onderhoud en service................................................ 22
10.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud ................................. 22
10.3 Controlelijst jaarlijks onderhoud van de buitenunit ..................... 23
11 Opsporen en verhelpen van storingen 23
11.1 Overzicht: Probleemoplossing.................................................... 23
11.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van
storingen..................................................................................... 23
11.3 Problemen op basis van symptomen oplossen .......................... 23
11.3.1 Symptoom: Binnenunits vallen, trillen of maken
lawaai........................................................................... 23
11.3.2 Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoals
verwacht....................................................................... 23
11.3.3 Symptoom: Waterlekken .............................................. 23
11.3.4 Symptoom: Elektrisch lek............................................. 23
11.3.5 Symptoom: De unit werkt NIET of er is brandschade .. 24
11.4 Storingsdiagnose met behulp van de led op de printplaat van
de buitenunit............................................................................... 24
12 Als afval verwijderen 24
12.1 Overzicht: Als afval verwijderen ................................................. 24
12.2 Afpompen ................................................................................... 24
12.3 Een gedwongen koeling starten en stoppen .............................. 24
12.3.1 Gedwongen koelen starten en stoppen met de AAN/
UIT-schakelaar van de binnenunit ............................... 24
12.3.2 Gedwongen koelen starten en stoppen met de
gebruikersinterface van de binnenunit ......................... 25
13 Technische gegevens 26
13.1 Bedradingsschema..................................................................... 26
14 Verklarende woordenlijst 27
Uitgebreide handleiding voor de installateur
2
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-8H – 2020.07

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

1 Algemene
veiligheidsmaatregelen

1.1 Over de documentatie

▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer
belangrijke punten en dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding
en de uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN door een erkende installateur worden uitgevoerd.

1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbolen gebruikt op de unit:
Symbool Verklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds­en servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.
De unit bevat draaiende onderdelen. Wees voorzichtig bij servicewerkzaamheden of inspectie van de unit.
Symbolen gebruikt in de documentatie:
Symbool Verklaring
Geeft de titel van een afbeelding of een verwijzing ernaar aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel afbeelding" betekent "Afbeelding 3 in hoofdstuk 1".
Geeft de titel van een tabel of een verwijzing ernaar aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel tabel" betekent "Tabel 3 in hoofdstuk 1".

1.2 Voor de installateur

1.2.1 Algemeenheden

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
▪ Raak tijdens of net na bedrijf GEEN
koelmiddelleidingen, waterleidingen of interne onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag dan beschermende handschoenen.
▪ Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
WAARSCHUWING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan.
VOORZICHTIG
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B R32 Split-reeks 4P519439-8H – 2020.07
Uitgebreide handleiding voor de installateur
3
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.
Volgens de relevante wetgeving kan het vereist zijn om bij het product een logboek te voorzien met minstens: informatie over onderhoud, reparaties, resultaten van tests, periodes van stand-by, …
Voorzie ook minstens de volgende informatie op een toegankelijke plaats bij het product:
▪ Instructies voor het stilleggen van het systeem in noodgevallen
▪ Naam en adres van brandweer, politie en ziekenhuis
▪ De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts
om onderhoud te bekomen
In Europa biedt EN378 de vereiste informatie voor dit logboek.

1.2.2 Plaats van installatie

▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is
tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
▪ Controleer of de unit horizontaal staat.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ In mogelijke explosieve omgevingen.
▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan werken.
▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare
gassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.
▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat lekken.
Instructies voor apparatuur met R32-koelmiddel
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is licht ontvlambaar.
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
WAARSCHUWING
Het toestel moet worden opgeslagen waar het geen mechanische schade kan oplopen in een voldoende geventileerde ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een brandend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) met de hieronder beschreven afmetingen.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Als één of meerdere ruimten via een kanaalsysteem verbonden zijn met de unit, moet u ervoor zorgen dat:
▪ er geen werkende ontstekingsbronnen zjin
(bijvoorbeeld open vuur, een werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) als de vloerruimte kleiner is dan de minimum vloeroppervlakte A (m²);
▪ er geen hulptoestellen, die een potentiële
ontstekingsbron kunnen vormen, in het leidingwerk zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld hete oppervlakken met een temperatuur van meer dan 700°C en elektrische schakeltoestellen);
▪ in het leidingwerk uitsluitend door de fabrikant
goedgekeurde hulptoestellen worden gebruikt;
▪ de luchtinlaat EN -uitlaat rechtstreeks op dezelfde
kamer zijn aangesloten door kanaalwerk. Gebruik GEEN ruimten zoals een vals plafond als leiding voor de luchtinlaat of -uitlaat.
OPMERKING
▪ Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om overmatig
trillen of pulseren op koelmiddelleidingen te voorkomen.
▪ Beschermende apparatuur, leidingen en fittingen
moeten zo goed mogelijke tegen slechte omgevingseffecten worden beschermd.
▪ Denk eraan dat lange leidingen kunnen uitzetten of
krimpen.
▪ Bij het ontwerp en de installatie van leidingen in
koelsystemen moet de kans op hydraulische schokken zo veel mogelijk te beperken.
▪ Binnentoestellen en leidingen moeten stevig
gemonteerd en bewaakt worden zodat zij niet per ongeluk kunnen breken door meubels die worden verplaatst of door verbouwingen.
VOORZICHTIG
Gebruik GEEN potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekken.
OPMERKING
▪ Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen NIET
opnieuw.
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen
van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-8H – 2020.07
Vereisten voor de installatieruimte
Contains fluorinated greenhouse gases
2
1
1
1
2
2
kg
tCO2eq
1000
GWP × kg
=
=
+
kg
=
kg
=
GWP: xxx
R32
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
370
380
390
400
410
420
430
440
450
460
470
480
490
500
510
520
530
540
550
1.822.2
2.4
2.6
2.833.2
3.4
3.6
3.844.2
4.4
4.6
4.855.2
5.4
5.6
5.866.2
6.4
6.6
6.877.2
7.4
7.6
7.8
1.843 7.956
8.0
A
min
(m2)
Floor-standing unit
(c)
Wall-mounted unit
(b)
Ceiling-mounted unit
(a)
m (kg)
Ceiling-mounted
unit
(a)
4.6 13.4
4.6 180
4.8 14.6
4.8 196
5.0 15.8
5.0 213
≤1.842
5.2 17.1
≤1.842
5.2 230
1.843 3.64
5.4 18.5
1.843 28.9
5.4 248
2.0 3.95
5.6 19.9
2.0 34.0
5.6 267
2.2 4.34
5.8 21.3
2.2 41.2
5.8 286
2.4 4.74
6.0 22.8
2.4 49.0
6.0 306
2.6 5.13
6.2 24.3
2.6 57.5
6.2 327
2.8 5.53
6.4 25.9
2.8 66.7
6.4 349
3.0 5.92
6.6 27.6
3.0 76.6
6.6 371
3.2 6.48
6.8 29.3
3.2 87.2
6.8 394
3.4 7.32
7.0 31.0
3.4 98.4
7.0 417
3.6 8.20
7.2 32.8
3.6 110
7.2 441
3.8 9.14
7.4 34.7
3.8 123
7.4 466
4.0 10.1
7.6 36.6
4.0 136
7.6 492
4.2 11.2
7.8 38.5
4.2 150
7.8 518
4.4 12.3
7.956 40.1
4.4 165
7.956 539
m (kg)
A
min
(m2)
4.6 20.0
4.8 21.8
5.0 23.6
≤1.842
5.2 25.6
1.843 4.45
5.4 27.6
2.0 4.83
5.6 29.7
2.2 5.31
5.8 31.8
2.4 5.79
6.0 34.0
2.6 6.39
6.2 36.4
2.8 7.41
6.4 38.7
3.0 8.51
6.6 41.2
3.2 9.68
6.8 43.7
3.4 10.9
7.0 46.3
3.6 12.3
7.2 49.0
3.8 13.7
7.4 51.8
4.0 15.1
7.6 54.6
4.2 16.7
7.8 57.5
4.4 18.3
7.956 59.9
Wall-mounted
unit
(b)
m (kg)
A
min
(m2)
Floor-standing
unit
(c)
m (kg)
A
min
(m2)
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de minimum vloeroppervlakte zoals bepaald in de tabel onder A (m2). Dit geldt voor:
▪ Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval
van binnenunits met koelmiddelleksensor, zie de montagehandleiding
▪ Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits
(bijvoorbeeld: oranjerie, garage, machineruimte)
▪ Leidingen in ruimtes zonder ventilatie
OPMERKING
▪ Bescherm leidingen tegen fysieke schade.
▪ Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum.
Minimum vloeroppervlakte bepalen
1 Bepaal de totale koelmiddelvulling in het systeem
(= fabrieksvulling koelmiddel + extra bijgevulde hoeveelheid koelmiddel).
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
2 Selecteer welke grafiek of tabel u wilt gebruiken.
▪ Voor binnenunits: Is de unit een plafond-, wand- of
vloermodel?
▪ Voor binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits,
en lokale leidingen in ruimtes zonder ventilatie hangt dit af van de installatiehoogte:
Bij een installatiehoogte van…
<1,8m Vloerunits
1,8≤x<2,2m Units voor muurmontage
≥2,2m Units voor plafondmontage
3 Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B R32 Split-reeks 4P519439-8H – 2020.07
te bepalen.
Gebruik de grafiek of tabel voor…
m Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem
A
Minimum vloeroppervlakte
min
(a) Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage)
(b) Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
(c) Floor-standing unit (= Vloerunit)

1.2.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET worden belast.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's:
▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een
afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken.
▪ Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer het koelgas
in contact komt met vuur.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
WAARSCHUWING
Tap het koelmiddel ALTIJD af. Laat het NIET rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de installatie leeg te pompen.
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit te voeren.
OPMERKING
▪ Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om
te voorkomen dat de compressor defect geraakt.
▪ Wanneer het koelmiddelsysteem moet worden
geopend, MOET het koelmiddel worden behandeld zoals voorgeschreven in de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is uitgevoerd.
Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en ontploffing van de compressor omdat er zuurstof in de compressor terechtkomt terwijl deze aan het werken is.
▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden.
Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.
▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige
systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort
koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem terechtkomen.
▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
Als Dan
Er is een sifonbuis
(d.w.z. er zou iets zoals “Met vloeistofvulsifon” op de fles moeten staan)
Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven
▪ Open koelmiddelflessen steeds traag.
▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in
gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren.
VOORZICHTIG
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of wanneer u even pauzeert, moet u de kraan van het koelmiddelreservoir onmiddellijk dichtdraaien. Als de klep NIET onmiddellijk wordt gesloten, kan er extra koelmiddel worden bijgevuld door de resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel.
Vul bij met rechtopstaande fles.
staande fles.

1.2.4 Water

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU­richtlijn 98/83EC.

1.2.5 Elektrisch

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel de elektrische voeding volledig UIT vooraleer u
het deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 10minuten
uit en meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan 50 V DC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-8H – 2020.07

2 Over de documentatie

WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie­III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het
product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
VOORZICHTIG
▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de
aardingskabel aan vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten.
▪ Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de
stroomvoerende draden los vóór de aarding wordt losgemaakt.
▪ De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting
van de voedingskabel en de klemmenstrook moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken van de trekontlasting.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading:
▪ Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op
de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken).
▪ Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte,
volgt u de aanwijzingen in de bovenstaande afbeelding.
▪ Gebruik de aangewezen voedingsdraad en sluit deze
stevig aan, borg ze vervolgens zodat er van buiten geen druk op het klemmenbord kan worden uitgeoefend.
▪ Gebruik een passende schroevendraaien voor het
vastdraaien van de schroeven van de klemmen. Met een schroevendraaier met kleine kop beschadigt u de schroefkop waardoor u de schroef niet goed meer vast kunt draaien.
▪ Als u de schroeven van de klemmen te vast draait kunt
u ze breken.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere onderdelen stuk gaan.
2 Over de documentatie

2.1 Over dit document

INFORMATIE
Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B R32 Split-reeks 4P519439-8H – 2020.07
Bedoeld publiek
Erkende installateurs
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid:
▪ Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7

3 Over de doos

1
2
Montagehandleiding buitenunit:
▪ Installatie-instructies
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,…
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).

2.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur

Hoofdstuk Beschrijving
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid
Over de documentatie Verkrijgbare documentatie voor de
Over de doos Units uitpakken en accessoires
Over de unit Unit identificeren
Voorbereiding Wat u moet doen en weten alvorens ter
Installatie Wat u moet doen en weten om het
Inbedrijfstelling Wat u moet doen en weten om het
Overhandiging aan de gebruiker
Onderhoud en service Onderhoud en service van de units
Opsporen en verhelpen van storingen
Als afval verwijderen Systeem opruimen
Technische gegevens Specificaties van het systeem
Verklarende woordenlijst Definitie van termen
Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
installateur
verwijderen
plaatse te gaan
systeem te installeren
systeem na de configuratie in gebruik te stellen
Wat aan de gebruiker te geven en uit te leggen
Wat te doen ingeval van problemen
▪ Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te voorkomen.
▪ Neem de volgende punten in acht bij het omgaan met de unit:
Breekbaar, ga voorzichtig om met de unit.
Houd de unit recht om schade te voorkomen.
▪ Maak de weg waarlangs u de unit naar binnen zult brengen op
voorhand klaar.

3.2 Buitenunit

3.2.1 De buitenunit uitpakken

3 Over de doos

3.1 Overzicht: Over de doos

Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen nadat de dozen met de buiten- en binnenunit on-site werden geleverd.
Denk aan de volgende punten:
▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op
beschadigingen. Elke vorm van beschadiging MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld worden.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8

3.2.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen

1 Hef de buitenunit op.
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-8H – 2020.07

4 Over de unit

b ec da f
VOORZICHTIG
Ga alleen als volgt om met de buitenunit:
2 Verwijder de accessoires op de bodem van de verpakking.
a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
b Montagehandleiding buitenunit c Label gefluoreerde broeikasgassen d Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen e Afvoerplug (op de bodem van de doos)
f Energielabel
4 Over de unit
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is licht ontvlambaar.

4.1 Overzicht: Over de units en opties

Dit hoofdstuk bevat informatie over:
▪ Identificatie van de buitenunit

4.2 Identificatie

OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen.

4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit

Plaats

5 Voorbereiding

5.1 Overzicht: Voorbereiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over:
▪ Installatieplaats voorbereiden
▪ Koelmiddelleiding voorbereiden
▪ Elektrische bedrading voorbereiden

5.2 Installatieplaats voorbereiden

Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd waarbij veel stof wordt geproduceerd, MOET de unit worden afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen dragen.
VOORZICHTIG
▪ Controleer of de installatieplaats het gewicht van de
unit kan dragen. Een slechte installatie kan gevaarlijk zijn. Het kan ook trillingen of ongewone werkingsgeluiden veroorzaken.
▪ Voorzie voldoende ruimte voor service.
▪ Installeer de unit zo dat ze NIET in contact komt met
een plafond of een muur; anders kan dit trillingen veroorzaken.
▪ Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht
van de unit geen overlast veroorzaakt.
▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Vermijd zones waar een ontvlambaar gas of product kan lekken.
Leg de stroomkabels op minstens 1 meter afstand van televisietoestellen en radio's om storingen te voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 3meter soms NIET.
ARXM25+35R5V1B RXM20~35R5V1B R32 Split-reeks 4P519439-8H – 2020.07
Uitgebreide handleiding voor de installateur
9
Loading...
+ 19 hidden pages