Daikin FXCQ20AVEB, FXCQ50AVEB, FXCQ25AVEB, FXCQ63AVEB, FXCQ32AVEB Installation manuals [nl]

...
INSTALLATION MANUAL
SYSTEM Air Conditioners
English
Deutsch
MODELS
2-Way Blow Ceiling-Mounted Cassette type
FXCQ20AVEB FXCQ50AVEB FXCQ25AVEB FXCQ63AVEB FXCQ32AVEB FXCQ80AVEB FXCQ40AVEB FXCQ125AVEB
CAREFULLY READ THESE INSTRUCTIONS BEFORE INSTALLATION. KEEP THIS MANUAL IN A HANDY PLACE FOR FUTURE REFERENCE.
LESEN SIE DIESE HINWEISE VOR DER INSTALLATION SORGFÄLTIG DURCH. BEWAHREN SIE DIESE ANLEITUNG AN EINEM LEICHT ZUGÄNGLICHEN ORT FÜR SPÄ­TERES NACHSCHLAGEN AUF.
VEUILLEZ LIRE ATTENTIVEMENT CES INSTRUCTIONS AVANT L'INSTALLATION. CONSERVEZ CE MANUEL EN LIEU SÛR POUR POUVOIR VOUS Y REPORTER ULTÉRIEUREMENT.
LEA DETENIDAMENTE ESTAS INSTRUCCIONES ANTES DE LA INSTALACIÓN CONSERVE ESTE MANUAL PARA POSIBLES CONSULTAS FUTURAS.
PRIMA DELL'INSTALLAZIONE, LEGGERE ATTENTAMENTE LE PRESENTI ISTRUZIONI. CONSERVARE IL PRESENTE MANUALE IN UN LUOGO FACILMENTE ACCESSIBILE PER RIFERIMENTO FUTURO.
ÄΙΑΒΑΣΤΕ ΠΡΟΣΕΚΤΙΚΑ ΑΥΤΕΣ ΤΙΣ ΟÄΗΓΙΕΣ ΠΡΙΝ ΤΗΝ ΕΓΚΑΤΑΣΤΑΣΗ ΦΥΛΑΞΤΕ ΑΥΤΟ ΤΟ ΕΓΧΕΙΡΙÄΙΟ ΣΕ ΒΟΛΙΚΟ ΜΕΡΟΣ ΓΙΑ ΜΕΛΛΟΝΤΙΚΗ ΑΝΑΦΟΡΑ.
LEES DEZE INSTRUCTIES ZOGVULDIG DOOR VOORDAT MET DE INSTALLATIE WORDT BEGONNEN. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK OP EEN GESCHIKTE PLAATS ONDER HANDBEREIK.
Français
Español
Italiano
ЕллзнйкЬ
Nederlands
Portugues
Русский
LEIA ATENTAMENTE ESTAS INSTRUÇÕES ANTES DA INSTALAÇÃO. MANTENHA ESTE MANUAL NUM LOCAL DE FÁCIL ACESSO PARA CONSULTA.
ПЕРЕД УСТАНОВКОЙ ВНИМАТЕЛЬНО ПРОЧИТАЙТЕ ДАННЫЕ ИНСТРУКЦИИ. ХРАНИТЕ ДАННОЕ РУКОВОДСТВО В ЛЕГКО ДОСТУПНОМ МЕСТЕ ДЛЯ ЕГО ПОСЛЕДУЮЩЕГО ИСПОЛЬЗОВАНИЯ.
MONTAJDAN ÖNCE BU YÖNERGELERÝ DÝKKATLÝCE OKUYUN DAHA SONRA BAKMAK ÜZERE BU KILAVUZU SAKLAYIN
FXCQ20AVEB
WAARSCHUWING
FXCQ25AVEB FXCQ32AVEB FXCQ40AVEB
FXCQ50AVEB FXCQ63AVEB FXCQ80AVEB FXCQ125AVEB
VRV-SYSTEEM
Airconditioners
Installatiehandleiding
INHOUD
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............................................................................1
2. VOOR INSTALLATIE............................................................................................3
3. KEUZE VAN DE PLAATSINGSLOCATIE ............................................................6
4. VOORBEREIDING VOOR DE INSTALLATIE ......................................................7
5. INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT..................................................................8
6. DE KOELMIDDELLEIDING ................................................................................10
7. DE AFVOERLEIDING.........................................................................................13
8. HET AANLEGGEN VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING ..............................17
9. BEVESTIGING AFDEKPANEEL ........................................................................26
10. INSTELLING TER PLAATSE EN TESTWERKING ............................................26
11. BEDRADINGSSCHEMA.....................................................................................29
De oorspronkelijke instructies zijn geschreven in het Engels. Andere talen zijn vertalingen van de oorspron­kelijke instructies.
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Volg deze “VEILIGHEIDSMAATREGELEN” altijd op. Deze airconditioner is ingedeeld in de categorie “apparaten niet voor algemeen gebruik”.
Deze unit is een product uit klasse A. In een huishoudelijke omgeving kan dit product radiostoringen veroor­zaken; in dat geval moet de gebruiker passende maatregelen treffen.
In deze handleiding wordt onderscheid gemaakt tussen WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATRE­GELEN. Volg altijd onderstaande veiligheidsaanwijzingen: deze zijn allemaal belangrijk om de veiligheid te waar­borgen.
WAARSCHUWING .........................Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet
wordt vermeden, kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZORGSMAATREGELEN...... Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet
wordt vermeden, kan leiden tot licht of gemiddeld letsel. Deze aanduiding wordt ook gebruikt om de aandacht te vestigen op onveilige werkwijzen.
Nadat de installatie is voltooid moet de unit worden getest, om te controleren of de unit volgens voorschrift werkt. Geef de gebruiker duidelijke instructies over het gebruik en de schoonmaak van de binnenunit, over­eenkomstig de handleiding. De gebruiker moet deze gebruiksaanwijzing samen met de handleiding zorg­vuldig bewaren als naslagwerk voor toekomstig gebruik.
Laat de installatie door uw dealer of door vakbekwaam personeel uitvoeren. Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Voer de installatiewerkzaamheden uit overeenkomstig de installatiehandleiding. Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Nederlands 1
Neem bij lekkage van koelmiddel contact op met uw dealer.
VOORZORGSMAATREGELEN
Wanneer de binnenunit in een kleine ruimte is geïnstalleerd, moeten de nodige stappen worden genomen om te voorkomen dat bij lekkage de koelmiddelconcentratie te hoog wordt. Als de koelmiddelconcentratie te hoog wordt, kunnen er gebreken door zuurstofgebrek ontstaan.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven onderdelen en accessoires om het toestel te installeren. Het niet gebruiken van de voorgeschreven onderdelen tijdens installatie kan het omvallen van de unit, waterlekkage, elektrische schokken, brand enz. tot gevolg hebben.
Installeer de airconditioner op een ondergrond die geschikt is voor het betreffende gewicht. Door een onvoldoende sterke ondergrond kan de unit kantelen en daardoor letsel veroorzaken. Bovendien kan het leiden tot trillingen van andere apparaten binnenshuis en vervelende trilgeluiden ver­oorzaken.
Houd bij de aangegeven installatie rekening met harde wind, tropische stormen en aardbevingen. Een ondeskundige installatie kan tot ongevallen leiden, bijvoorbeeld omdat de airconditioner kantelt.
Zorg ervoor, dat alle elektrische werkzaamheden door gekwalificeerd personeel, conform de betreffende wetgeving (opmerking 1) en deze installatiehandleiding worden uitgevoerd en dat een apart circuit wordt gebruikt. Bovendien moet voor een geschikte bedrading met de juiste lengte worden gezorgd; de bedrading in geen geval verlengen tot de vereiste lengte. Een onjuiste voedingsspanning en fouten in de bedrading kunnen elektrische schokken en brand tot gevolg hebben. (opmerking 1) betreffende wetgeving wil zeggen “Alle internationale, nationale en plaatselijke richtlijnen,
wetten, regels en/;of andere codes die relevant en van toepassing zijn voor een bepaald pro­duct of bepaalde omgeving”.
Zorg dat de airconditioner geaard is. Bevestig de aardedraad nooit aan gasleidingen, waterleidingen, bliksemafleiders of telefoonaardingska­bels. Onvoldoende aarding kan kortsluiting of brand veroorzaken.
Plaats een aardlekschakelaar. Het negeren van deze aanwijzing kan kortsluiting of brand veroorzaken.
Zorg dat de stroom afgesloten is wanneer de electrische onderdelen worden aangeraakt. Het aanraken van onderdelen onder spanning kan een electrische schok tot gevolg hebben.
Zorg voor een veilige bedrading; gebruik daarvoor de gespecificeerde kabels en voorkom dat externe krachten op de aansluitingen of bedrading kunnen worden uitgeoefend. Een ondeskundige aansluiting of bevestiging kan oververhitting of brand veroorzaken.
De bedrading tussen de units binnen en buiten en de bedrading naar de voedingsspanning moet correct worden aangelegd, zodat het deksel van de schakeldoos veilig kan worden afgesloten. Als het deksel niet goed op zijn plaats zit, raken de terminals oververhit, hetgeen een elektrische schok of brand kan veroorzaken.
Als er tijdens installatiewerkzaamheden koelmiddelgas ontsnapt dient de ruimte onmiddellijk goed gelucht te worden. Als het koelmiddelgas tot ontbranding komt, kunnen er giftige gassen vrijkomen.
Na beëindiging van de installatiewerkzaamheden moet worden gecontroleerd of er nergens koelmiddelgas naar buiten komt. Er kunnen giftige gassen vrijkomen als koelmiddelgas weglekt en dit in contact komt met warmtebronnen, zoals gasfornuizen, kookplaten of verwarmingstoestellen met warmtespiralen.
Vermijd iedere rechtstreekse aanraking met weggelekt koelmiddel. Dit van tot ernstige verwondingen door bevriezingsverschijnselen leiden.
Installeer de afvoerleiding overeenkomstig deze installatiehandleiding, zodat een goede afvoer wordt gegarandeerd, en isoleer de leiding om condensvorming te vermijden. Een onjuist geïnstalleerde afvoerleiding kan waterlekkage veroorzaken, waardoor het meubilair nat wordt.
Installeer de airconditioner, de voedingskabel, bedrading van de afstandsbediening en de transmissiebe­kabeling op tenminste 1 meter afstand van televisietoestellen of radio’s om beeldstoring en bijgeluiden te voorkomen. (Een afstand van 1 meter kan afhankelijk van het ontvangen signaal niet voldoende zijn om de storing te elimineren.)
2 Nederlands
Installeer de binnenunit zo ver mogelijk weg van TL-verlichting. Als er een draadloze kit is geïnstalleerd in een ruimte met elektronische TL-verlichting (types met omzetter of snelstarter), kan het bereik van de afstandsbediening korter zijn.
Installeer de unit niet op onderstaande plaatsen:
1. Waar kans is op olienevel, oliespray of damp, bijvoorbeeld een keuken.
Kunststof onderdelen kunnen worden aangetast waardoor onderdelen kunnen losraken en waterlek­kage kan ontstaan.
2. Waar bijtende gassen voorkomen, zoals zwavelzuurgas.
Koperen leidingen of gesoldeerde verbindingen kunnen aangetast worden wat lekkage van koelmiddel tot gevolg kan hebben.
3. Waar er machines zijn die elektromagnetische golven genereren.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem ontregelen en zo storingen aan de uitrusting veroorzaken.
4. Waar ontvlambare gassen vrijkomen, waar koolstofvezel of ontvlambare stoffen in de lucht hangen, of
waar licht ontvlambare materialen voorkomen, zoals verfverdunner of benzine. Als er gas lekt en rond de unit blijft hangen, kan dat tot ontbranding leiden.
De airconditioner is niet bedoeld voor gebruik in een potentieel explosieve atmosfeer.
2. VOOR INSTALLATIE
Hou de binnenunit tijdens het uitpakken, of tijdens het verplaatsen na het uitpakken vast bij de beves­tigingsbeugels (4 plaatsen) en oefen geen kracht uit op andere plaatsen (vooral niet de koelmiddel­leiding, de afvoerleiding en de kunstof delen).
Controleer vooraf of het koelmiddel dat voor de installatie wordt gebruikt, wel degelijk R410A is.
(Het systeem functioneert niet correct indien het verkeerde koelmiddel wordt gebruikt.)
Zie voor de installatie van de buitenunit, de installatiehandleiding die bevestigd is aan de buitenunit.
Gooi geen accessoires weg voordat de installatie voltooid is.
Bescherm de binnenunit voor beschadiging met verpakkingsmateriaal nadat deze naar de ruimte gedra-
gen is. (1) Bepaal de route waarmee de unit naar de ruimte gedragen wordt. (2) Pak de unit niet uit voordat deze naar de installatielocatie gedragen is.
Als het noodzakelijk is de binnenunit uit te pakken, gebruik dan een draagband van zacht materiaal of beschermende platen met een touw bij het tillen om te voorkomen dat de unit beschadigt of bekrast raakt.
Laat de klant de unit met behulp van de handleiding bedienen. Instrueer de klant over de werking van de unit (met name het reinigen van de luchtfilters, de bedienings­procedures en temperatuurinstelling).
Gebruik bij het kiezen van de installatielocatie het installatiesjabloon als basis.
Gebruik de unit niet in een zoutachtige omgeving zoals in kustgebieden, voertuigen, schepen of waar de
voedingsspanning regelmatig schommelt, zoals in fabrieken.
Vermijd statische elektriciteit van de body als de bedrading wordt aangelegd en het deksel van de schakel­doos is verwijderd. Elektrische onderdelen kunnen beschadigen.
2-1 ACCESSOIRES
Controleer of de volgende accessoires met de binnenunit zijn meegeleverd.
Naam
Hoeveelheid 1 stuks 1 stuks 8 stuks
Vor m
Nederlands 3
(1) Afvoerslang (2) Metalen klem
(3) Ring voor bevesti-
gingsbeugel
(4) Klem
8 stuks
Naam
Hoeveelheid 1 vel 4 stuks 4 stuks 1 elk
Vor m
(5) Installatiesjabloon (6) Schroef (M5) (7) Ringklem Isolatiemateriaal
(8) Voor gasleidingen
(9) Voor vloeistoflei-
dingen
Naam
Hoeveelheid 1 vel 2 vellen 2 vellen 1 stuk
Vor m
Schroeven voor de bevestiging van het paneel zijn bevestigd aan het afdekpaneel.
Afdichtmateriaal voor
de afvoer
(10) Groot (11) Klein
(12) Afdichtmateriaal
voor de bedrading
(13) Isolatie voor het
deksel van de afvoer-
leidingen
(Overig)
• Bedieningshandlei­ding
• Installatiehandlei­ding
• Verklaring van overeenstemming
2-2 OPTIONELE ACCESSOIRES
Voor deze binnenunit is afzonderlijk zowel een afdekpaneel als een afstandsbediening nodig.
Controleer of er een afdekpaneel zoals weergegeven in Tabel 1 aanwezig is die past bij het model.
(Zie de installatiehandleiding bevestigd aan het afdekpaneel voor de installatie.)
Tabel 1
Binnenunit Afdekpaneel FXCQ20AVEB FXCQ25AVEB FXCQ32AVEB FXCQ40AVEB FXCQ50AVEB FXCQ63AVEB FXCQ80AVEB
FXCQ125AVEB
BYBCQ40HW1
BYBCQ63HW1
BYBCQ125HW1
Er zijn 2 soorten afstandsbedieningen; draadgebonden en draadloos. Installeer de afstandsbediening op de door de klant aangegeven plaats. Raadpleeg de catalogus voor het geschikte model. (Zie de installatiehandleiding bevestigd aan de afstandsbediening voor de installatie.)
4 Nederlands
LET BIJ DE WERKZAAMHEDEN OP DE ONDERSTAANDE PUNTEN EN CONTROLEER ZE NOGMAALS NADAT HET WERK IS VOLTOOID.
1. Punten die na de installatiewerkzaamheden gecontroleerd moeten worden.
Inspectiepunt In geval van een defect
Zijn de binnen- en buitenunit correct gemon­teerd?
Zijn de installatiewerkzaamheden van de bui­ten- en binnenunits voltooid?
Hebt u een lektest uitgevoerd met de testdruk zoals gespecificeerd in de installatiehandlei­ding van de buitenunit?
Zijn de koelmiddelleiding en afvoerleiding volle­dig en correct geïsoleerd?
Stroomt de afvoer goed door? Waterlekkage Is de voedingsspanning gelijk aan de voedings-
spanning op het typeplaatje van de airconditio­ner?
Weet u zeker dat de bedrading en leidingen in orde zijn?
Is de aarding in orde? Gevaar in geval van lekkage Zijn de afmetingen van de elektrische bedra-
ding conform de specificatie? Worden er in- of uitgangen van de binnen- of
buitenunits geblokkeerd door obstakels? (Obstakels kunnen de luchtstroom belemme­ren, waardoor de prestaties afnemen en de toestellen stuk kunnen gaan.)
Hebt u de lengte van de koelmiddelleidingen en de toegevoegde hoeveelheid koelmiddel geno­teerd?
Lekkage · trilling · geluid
Werkt niet · doorgebrand
Koelt niet/Verwarmt niet
Waterlekkage
Werkt niet · doorgebrand
Werkt niet · doorgebrand
Werkt niet · doorgebrand
Koelt niet/Verwarmt niet
Lading van koelmiddel niet duidelijk
Controle-
kolom
Controleer de punten van de “VEILIGHEIDSMAATREGELEN” nogmaals
2. Inspectiepunten bij aflevering
Inspectiepunt
Hebt u de lokale instellingen uitgevoerd? (indien nodig) Zijn het deksel van de schakeldoos, het kunststof deksel, het luchtfilter en het aanzuigrooster
aangebracht?
Komt er koele lucht uit de unit tijdens het koelen en warme lucht tijdens het verwarmen? Maakt
de indoorunit vreemde geluiden bij het blazen van lucht? Hebt u de bediening van het systeem aan de hand van de bedieningshandleiding uitgelegd
aan de klant? Hebt u het koelen, het verwarmen, de programma's koelen en automatisch (koelen/verwar-
men) aan de hand van de bedieningshandleiding uitgelegd aan de klant? Als u de ventilatorsnelheid op de thermostaat op OFF zet, hebt u het instellen van de ventila-
torsnelheid dan uitgelegd aan de klant? Hebt u de bedieningshandleiding en installatiehandleiding aan de klant overhandigd?
Controle-
kolom
Nederlands 5
Punten voor uitleg van de bediening
VOORZORGSMAATREGELEN
Omdat de punten in de bedieningshandleiding die zijn gemarkeerd met WAARSCHUWING en
VOORZORGSMAATREGELEN gemakkelijk tot letsel of schade kunnen leiden, is het absoluut noodzakelijk dat deze punten niet alleen aan de klant worden uitgelegd, maar dat de klant deze ook. doorleest.
3. KEUZE VAN DE PLAATSINGSLOCATIE
Houd de bevestigingsbeugels tijdens het uit- of inpakken van de unit op 4 plaatsen vast en oefen geen kracht uit op de leidingen (voor het koelmiddel en de afvoer) en kunststof onderdelen. Als de temperatuur en de luchtvochtigheid in het plafond de 30°C, of RH80% overstijgt kan de optio­nele kit voor het omgaan met hoge temperaturen en luchtvochtigheid gebruikt worden, of kan er meer isolatiemateriaal aan de indoorunit bevestigd worden. Gebruik isolatie zoals glaswol of polythyleen met een dikte van 10mm of meer. Let er op dat de geïso­leerde dimensies aan de buitenkant kleiner zijn dan de opening in het plafond zodat de unit door de opening past bij de installatie. (1) Kies voor de installatie van de units een plaats die aan de onderstaande eisen voldoet en de goed-
keuring van de klant heeft.
Waar koele en warme lucht gelijkmatig in de ruimte wordt verspreid.
Waar de luchtstroom niet wordt gehinderd door obstakels.
Waar een correcte afvoer wordt gegarandeerd.
Waar het plafond aan de onderzijde niet schuin loopt.
Waar het stevig genoeg is om het gewicht van de binnenunit te dragen. (Als het niet stevig genoeg is,
kan de binnenunit gaan vibreren en zo in contact komen met het plafond wat een onprettig geratel kan veroorzaken.)
Waar voldoende ruimte voor de installatie en het onderhoud is gegarandeerd. (Zie Afb. 1)
Waar de leidinglengten tussen binnen- en buitenunits worden gegarandeerd en zo mogelijk binnen de
toegestane afmetingen ligt. (Zie de installatiehandleiding die bevestigd is aan de buitenunit.)
Waar geen gevaar voor lekkage van ontvlambare gassen bestaat.
Vereiste installatieruimte (mm)
355 of meer
100 of meer
1.500 of meer
1000 of meer van het meubilair
Installeer de binnen- en buitenunits, de voedingskabel, bedrading van de afstandsbediening en transmissie op tenmin­ste 1 meter afstand van televisietoestellen of radio’s om beeldstoring en bijgeluiden te voorkomen. (Een afstand van 1 meter kan afhankelijk van het ontvangen signaal niet voldoende zijn om de storing te elimineren.)
Installeer de binnenunit zo ver mogelijk weg van TL-verlichting. Als er een draadloze kit is geïnstalleerd in een ruimte met elektronische TL-verlichting (types met omzetter of snelstarter), kan het bereik van de afstandsbediening korter zijn.
1.500 of meer
Afb. 1
100 of meer
Vloerniveau
2.500 of meer vanaf vloerniveau
6 Nederlands
(2)
B (Ophanghoek)
20 20
C (Dimensies van de unit)
520
(Ophanghoek)
620
(Dimensies van de unit)
640
(Plafondopening)
700
(Dimensies van het paneel)
30 30
A (Plafondopening)
Bovenaanzicht
D (Dimensies van het paneel)
(maateenheid [mm])
Afdekpaneel
Plafondopening
Binnenunit
Bevestigingsbout (4 stuks)
[Verhouding tussen het plafond en de indoorunit]
Bevestigingsbeugel
160
Plafondoppervlak
Zijaanzicht
(maateenheid [mm])
Plafondhoogte
De binnenunit kan in een ruimte geïnstalleerd worden met een plafondhoogte van maximaal 3,5m
Het type 20-63 dient wanneer de plafondhoogte de 2,7 m overschrijdt met de afstandsbediening ter plekke ingesteld te worden. Zie hoofdstuk “10. INSTELLING TER PLAATSE EN TESTWERKING”.
(3) Gebruik van bevestigingsbouten voor de installatie.
Controleer of de plaatsingslocatie het gewicht van de unit kan dragen. Hang de unit zo nodig op met bou­ten nadat deze is verstevigd met balken enz. (Zie het installatiesjabloon (5) voor de bevestigingspunten.)
4. VOORBEREIDING VOOR DE INSTALLATIE
(1)
Controleer de verhouding tussen de opening in het plafond en de bevestiginsgbouten van de indoorunit.
Model A B C D
FXCQ20·25·32·40AVEB 1030 820 775 1070
FXCQ50·63AVEB 1245 1035 990 1285
FXCQ80·125AVEB 1700 1490 1445 1740
(2)
Maak de opening in het plafond die benodigd is voor de installatie. (in het geval van een bestaand plafond)
Gebruik het installatiesjabloon (5) en zorg dat de dimensies overeenkomen met de opening in het plafond.
Maak op de plaats van installatie het voor de installatie benodigde gat in het plafond en installeer de koel-/
afvoerbuizen, de elektriciteitskabels, de kabels van de afstandsbediening (niet nodig bij draadloze afstands­bediening) en de bekabeling tussen de binnen- en buitenunits.
DING, 7. DE AFVOERLEIDING en 8. HET AANLEGGEN VAN DE ELEKTRISCHE BEDRADING)
Na het maken van de opening is het soms noodzakelijk de plafondstructuur te verstevigen om het pla-
fondniveau te handhaven en vibratie van het plafond te voorkomen. Overleg voor meer informatie met de aannemer en binnenhuisarchitect.
Nederlands 7
(maateenheid [mm])
(Zie hoofdstuk 6. DE KOELMIDDELLEI-
(3) Monteer de bouten van bevestigingsbeugel.
[Bevestiging van de beugel]
Bevestigingsbout
[Bevestiging ringklem (7)]
Ring voor bevestigingsbeugel (3) (accessoire)
Bevestigingsbeugel
Vastdraaien van de moer (dubbele moer)
Afb. 2
Afb. 3
Ringklem (7) (accessoire)
Moer bovenkant
Bevestigingspunt
Moer (Uit voorraad ter plaatse)
Gebruik M8 of M10-bouten voor het ophangen van de binnenunit. Gebruik inslagankers voor de bestaande bouten en pluggen en pluggen of funderingsbouten voor nieuwe bouten, en bevestig de binnenunit stevig aan het gebouw zodat dit de massa van de unit kan weerstaan. Stel bovendien vooraf de lengte ten opzichte van het plafond in.
<Installatievoorbeelden>
Plafondplaat
Funderingsbout
Lange bout of spanwartel
ongev.
100mm
Opmerking) De bovenstaande onderdelen zijn niet inbegrepen.
Bevestigingsbout
Plafondoppervlak
5. INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
De optionele onderdelen laten zich eenvoudig bevestigen (met uitzondering van het afdekpaneel) voordat de binnenunit geinstalleerd wordt. Zie ook de installatiehandleiding die bevestigd is aan de optionele onderdelen. Gebruik de reeds bevestigde en gespecificeerde onderdelen voor de installatie. (1) Installeer de binnenunit tijdelijk.
Bevestig de beugel met de bevestigingsbout.
Bevestig de beugel stevig met de moet en de ring voor de beugel (3) vanaf de boven- en onderkant.
(Zie Afb. 2)
Het gebruik van de ringklem (7), kan de ring voor de beugel (3) aan de bovenkant beschermen tegen beschading. (Zie Afb. 3)
(2) Pas de hoogte van de binnenunit aan vanaf de bodem.
[In het geval van een nieuw aangelegd plafond]
Gebruik het installatiesjabloon (5) en zorg dat de dimensies overeenkomen met de opening in het plafond. Stem voor de juiste hoogte van de laagste zijde van het plafond vanaf vloerniveau af met de bouwer van het plafond.
Het midden van de opening in het plafond wordt weergegeven in het installatiesjabloon (5).
Bevestig het installatiesjabloon (5) aan de onderkant van de binnenunit met vier schroeven (6).
Vouw de doorvoeren (4 plaatsen) zoals afgebeeld in het installatiesjabloon (5). Pas de hoogte van de binnenunit aan vanaf het vloerniveau zodat de laagste zijde van het plafond en het lagere gedeelte van de inkeping samenkomen. (Zie Afb. 5)
8 Nederlands
(Zie Afb. 4)
[In het geval van een bestaand plafond]
[Pas de hoogte van de binnenunit aan vanaf de bodem]
Binnenunit
Doorvoer
Plafondplaat
Inkeping
Lage gedeelte van de inkeping
Installatiesjabloon (5) (accessoire)
Doorvoer (voor 4 hoeken)
Afb. 5
Lage zijde van het plafond
[Verzekeren van het niveau]
Niveau
Schenk water in de slang en zorg dat de binnenunit op gelijke hoogte staat met het wateroppervlak aan beide kanten.
PVC-slang
Afb. 6
Snij de doorvoeren van het installatiesjabloon (5) en plaats de doorvoer aan de onderkant van de bin­nenunit. Pas de hoogte van de binnenunit aan vanaf het vloerniveau zodat de laagste zijde van het pla­fond en het lagere gedeelte van de inkeping samenkomen. (Zie Afb. 5)
[Voor bevestiging installatiesjabloon]
Pel de dunne laag die aan de zijkant bevestigd is niet af.
(Indien afgepeld kan er meer geluid geproduceerd worden tijdens gebruik.)
Schroef (6) (accessoire)
< Voortzetting van de installatie nadat het werk aan het plafond klaar is > (3) Zorg ervoor dat de unit juist gepositioneerd is.
(Zie “4. VOORBEREIDING VOOR DE INSTALLATIE - (1)”) (4) Controleer de hoogte van de unit. (Zie Afb. 6) (5) Verwijder de ringklem (7) die gebruikt wordt ter voorkoming van het vallen van de ring voor de beugel (3)
en draai de moer aan de bovenkant vast. (6) Verwijder de installatiesjabloon (5).
Installatiesjabloon (5) (accessoire)
Afb. 4
Nederlands 9
Loading...
+ 22 hidden pages