Bewaar deze handleiding op een plaats waar de gebruiker deze gemakkelijk kan terugvinden.
•
Lees de handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken.
•
Lees de volgende punten, voor de veiligheid van uzelf en die van anderen, aandachtig door.
•
Dit handleiding voorzorgsmaatregelen in WAARSCHUWINGEN en VOORZORGSMAATREGELEN. Volg de onderstaande veiligheidsaanwijzingen
nauwgezet op: ze zijn opgesteld voor de veiligheid van uzelf en die van anderen.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN
Voorkom dat.
Voorkom dat de airconditioner (of de afstandsbediening) nat wordt.
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het apparaat mogelijk schade aan eigendommen en
persoonlijk letsel veroorzaken of zelfs levensbedreigend zijn.
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het apparaat mogelijk schade veroorzaken aan eigendommen en persoonlijk letsel veroorzaken.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op.
WAARSCHUWING
•
Om brand, explosies of letsel te voorkomen mag het apparaat niet worden gebruikt in omgevingen waarin ontvlambare
en/of corrosieve gassen aanwezig zijn.
•
Het is slecht voor uw gezondheid wanneer u uw lichaam gedurende
lange tijd blootstelt aan de luchtstroom.
•
Steek nooit een vinger, staaf of andere objecten in de luchtinlaat- of uitlaatopening.
Omdat de ventilator met hoge snelheid draait, kan hierdoor letsel ontstaan.
•
Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, breng geen wijzigingen aan en
probeer ook niet om het apparaat zelf opnieuw te installeren. Wanneer de apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd kan gevaar voor elektrische schokken
of brand e.d. ontstaan. Neem voor reparaties en het opnieuw installeren van het
apparaat contact op met uw Daikin-leverancier voor advies en informatie.
•
Geen vingers, stokjes of andere objecten in de bewegende onderdelen van het frontpaneel of het uitblaasopeningpaneel steken.
VOORZORGSMAATREGELEN
•
De airconditioner moet geaard worden. Door een slechte aarding kan gevaar
voor elektrische schokken ontstaan. Sluit de aardingsdraad niet aan op een gasof waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een telefooninstallatie.
•
Gebruik het apparaat niet voor het koelen van pensioentrekkenden, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, omdat daardoor de kwaliteit nadelig kan worden beïnvloed.
•
Zorg ervoor dat kleine kinderen, planten of dieren zich nooit direct in
de luchtstroom bevinden.
•
Plaats nooit apparatuur die werkt met open vuur in de luchtstroom van het apparaat
of onder de binnenunit. Dit kan resulteren in een onvolledige verbranding in het
apparaat of vervorming van de airconditioner als gevolg van de opstijgende warmte.
•
Zorg ervoor dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet afgedekt worden. Wanneer de luchtstroom wordt geblokkeerd gaat het apparaat slechter werken en kunnen storingen ontstaan.
•
Ga nooit op de buitenunit staan of zitten. Plaats geen objecten bovenop het
apparaat om letsel te voorkomen en verwijder nooit het ventilatorrooster.
•
Plaats geen objecten onder de binnen- of buitenunit die niet bestand zijn
tegen vocht. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk kan het vocht
in de lucht in het apparaat condenseren en uit het apparaat druppelen.
•
Controleer de aansluitingen en bevestiging op beschadiging wanneer het apparaat gedurende lange tijd is gebruikt.
•
Raak de luchtinlaat en de aluminium jaloezieën van de buitenunit
nooit aan. Hierdoor kan letsel ontstaan.
•
Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend.
•
Let op dat kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
Vergeet niet om de airconditioner te aarden.
Druk de toetsen van de airconditioner (of de afstandsbediening)
nooit in met natte handen.
•
Het in de airconditioner toegepaste koelmiddel is veilig. Hoewel lekkages normaal niet voorkomen is het in voorkomende gevallen van
groot belang dat weggelekt koelmiddel niet in contact komt met open
vuur, zoals van gasverwarmingstoestellen, benzinekachels of gasfornuizen.
•
Als de airconditioner niet goed koelt (of verwarmt) is het mogelijk dat
koelmiddel weglekt; neem in dat geval contact op met uw leverancier.
Neem, wanneer reparaties uitgevoerd moeten worden waarbij koelmiddel moet worden bijgevuld, contact op met onze technische dienst.
•
Probeer de airconditioner niet zelf te installeren. Wanneer de apparatuur niet op de juiste manier
is geïnstalleerd kan lekkage of gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan. Neem voor
het installeren van het apparaat contact op met uw leverancier of een erkend installateur.
•
Schakel, wanneer u iets vreemds waarneemt, zoals een brandlucht,
het apparaat onmiddellijk uit, schakel de hoofdschakelaar uit. En
neem contact op met de leverancier voor aanvullende instructies.
•
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte wanneer de airconditioner wordt gebruikt in een ruimte waarin ook een
brander wordt gebruikt, om een zuurstoftekort te voorkomen.
•
Schakel de airconditioner uit, schakel de hoofdschakelaar van het apparaat
uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
•
Sluit de airconditioner niet aan op een voedingsbron met andere specificaties dan de genoemde. Hierdoor kunnen storingen of brand ontstaan.
•
Afhankelijk aan de plaats waar het apparaat wordt gebruikt kan het
noodzakelijk zijn om een aardlekschakelaar te installeren. Wanneer
de airconditioner niet is aangesloten op een aardlekschakelaar kan
gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
•
Zorg ervoor dat de afvoerslang het overtollige water gemakkelijk kan afvoeren. Door
een slechte afvoer kan waterschade ontstaan aan het gebouw, de inventaris enz.
•
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren en
ander afval zich rond de unit ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
•
Bedien de airconditioner nooit met natte handen.
•
Reinig de airconditioner nooit met overvloedig water; gebruik
alleen een licht bevochtigde doek.
•
Plaats geen objecten bovenop het apparaat die water of andere vloeistoffen bevatten. In dat geval kan gemorst of het apparaat binnendringen, de elektrische isolatiematerialen aantasten waardoor gevaar voor elektrische schokken kan ontstaan.
•
Installatie-plaats.
■
Neem contact op met de winkel wanneer u de airconditioner in een
van de volgende soorten omgeving wilt installeren.
•
Plaatsen waar olie of vet, stoom of roet aanwezig is.
•
Zoute omgevingen, zoals aan de kust.
•
Plaatsen met zwavelgassen, zoals uit hete bronnen.
•
Plaatsen waar de buitenunit mogelijk door sneeuw geblokkeerd kan raken.
De afvoer van de buitenunit moet uitmonden in een plaats met goede drainage.
Houd rekening met geluidsoverlast voor uw buren.
■
Kies een plaats zoals hieronder beschreven voor de installatie.
•
Een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de unit te dragen, maar die
niet het geluid en de vibratie tijdens het in werking zijn van het systeem versterkt.
Een plaats waar lucht of geluid uit de buitenunit uw buren niet tot
last kan zijn.
Elektrische werkzaamheden.
•
U dient voor de stroomvoorziening gebruik te maken van een
aparte groep speciaal voor uw airconditioner.
Verplaatsen van het systeem.
•
Wanneer de airconditioner moet worden verplaatst, moet dit door
een vakbekwaam installateur worden uitgevoerd. Neem contact
op met de leverancier als het nodig blijkt te zijn om het systeem te
verplaatsen of te veranderen.
De kleur van de lamp verandert, afhankelijk
van de geactiveerde optionele functie.
•
STREAMER MET LUCHTREINIGING /
VENTILEREN MET VERSE LUCHT
(Alleen gedurende de eerste 2 seconden wanneer
de airconditioner ingeschakeld wordt.)
TIMER-indicatielampje (Oranje): (pagina 12.)
17.
BEVOCHTIGER-indicatielampje (Groen):
18.
Signaalontvanger:
19.
•
Ontvangt/verzendt signalen van/naar de
afstandsbediening.
•
Het meerkleurig indicatielampje knippert en de ontvangst van het signaal wordt bevestigd met een piepje.
•
Inschakelen .......................twee pieptonen
•
Instellingen gewijzigd.........een pieptoon
•
Uitschakelen ......................lange pieptoon
(pagina 20-22.)
.................. Geel
■ Buitenunit
Luchtuitlaat van de bevochtiger: (Voorzijde)
20.
Luchtinlaat: (Achterzijde en linker zijkant)
21.
Luchtuitlaat
22.
Luchtinlaat van de bevochtiger:
23.
(Voorzijde en achterzijde)
Buitenluchttemperatuursensor:
24.
•
Meet de temperatuur van de lucht om de buitenunit. (Achterzijde)
Koelmiddelleidingen, bevochtigerslang en
25.
verbindingskabel tussen de units
Afvoerslang:
26.
•
Voert water, afkomstig van de binnenunit, af.
Aardaansluiting:
27.
•
Onder deze kap.
.... Oranje
.... Wit
(pagina 9.)
Binnenunit
1
6
7
8
9
Verwijder voor gebruik de
beschermfolie (blauw)
van de streamerunit.
Buitenunit
20
Bevochtiger
21
22
34
5
2
13
11
12
14
10
15
16
17
18
19
23
24
25
26
27
3■Nederlands
Afstandsbediening
1
2
3
4
6
7
8
ARC447A1
<
11
14
15
16
17
Open het
deksel
■ Afstandsbediening
Zender/Ontvanger
1.
Display:
2.
•
Hierop worden de huidige instellingen weergegeven.
(In deze afbeelding zijn alle meldingen en segmenten van het display verlicht weergegeven. In werkelijkheid zal dat nooit gebeuren.)
De beschermende folie is bedoeld om krassen
*
te voorkomen. Verwijder deze voor gebruik.
INFORMATIE-toets:
3.
•
Toont de binnentemperatuur, de luchtvochtigheid en de buitenluchttemperatuur. (pagina 16.)
UITSCHAKELTIMER-toets:
4.
•
Hiermee stelt u het tijdstip in dat het apparaat
automatisch uitgeschakeld wordt. (pagina 12.)
AAN/UIT-toets:
5.
•
Hiermee schakelt u de huidige ingestelde functie uit. Door de toets nogmaals in te drukken
wordt dezelfde functie opnieuw ingeschakeld.
Functietoets:
6.
•
5
9
10
>
12
13
18
19
20
21
22
AUTO-toets (pagina 9.)
•
“URURU” BEVOCHTIGEN-toets (pagina 8.)
•
VERWARMEN-toets (pagina 8.)
•
“SARARA” DROGEN-toets (pagina 7.)
•
KOELEN-toets (pagina 7.)
KRACHTIG-toets:
7.
•
Hiermee wordt de koel- of verwarmwerking versterkt. (Wordt
automatisch na 20 minuten uitgeschakeld.) (pagina 13.)
TEMPERATUURINSTEL-toetsen:
8.
•
Hiermee wijzigt u de temperatuurinstelling.
LUCHTVOCHTIGHEID-toetsen:
9.
•
Hiermee wijzigt u de luchtvochtigheidinstelling
STREAMER MET LUCHTREINIGING/
10.
VENTILEREN MET VERSE LUCHT toets:
•
Hiermee reinigt u de lucht in de ruimte. (pagina 11.)
LUCHTSTROOMRICHTING/LUCHTSTROOMSNELHEID /
11.
COMFORTABELE LUCHTSTROOM/KOELE BRIES-toets:
•
Hiermee stelt u de uitblaasrichting en het uitblaasvolume in. (pagina 10.)
BEVOCHTIGEN-toets:
12.
•
Houdt de luchtvochtigheid hoog, wat beter is
voor uw huid. (pagina 9.)
VENTILEREN BIJ VERTREK-toets:
13.
•
Hiermee ventileert u de ruimte wanneer u vertrekt.
INSTELLEN-toets:
14.
•
Hiermee stelt u de functie van het apparaat en het
display van de afstandsbediening in. (pagina 14.)
TIMER SELECTEREN-toets
15.
TIJD INSTELLEN-toets:
16.
•
Hiermee stelt u de tijd in waarop de timer het
apparaat in- of uitschakelt. (pagina 12.)
KLOK-toets:
17.
•
Hiermee stelt u de juiste tijd in. (pagina 6.)
ANTI-SCHIMMEL-toets:
18.
•
Hiermee activeert u de ontvochtigingsfunctie om de lucht
in de ruimte droog en schoon te houden. (pagina 16.)
APPARAAT DROGEN-toets:
19.
•
Hiermee wordt het interieur van het apparaat droog gemaakt, om
het ontstaan van schimmels en geurtjes te voorkomen. (pagina 15.)
COMFORTABEL SLAPEN-toets:
20.
•
Hiermee wordt de temperatuur in de ruimte
geregeld zodat u comfortabel kunt slapen en
aangenaam wakker kunt worden. (pagina 13.)
RESET-toets:
21.
•
Hiermee reset u de melding dat het filter gereinigd moet worden. (pagina 17.)
ANNULEREN-toets
22.
■Nederlands4
Voorbereidingen Voor Gebruik
■ De batterijen plaatsen
1. Druk met een vinger op en schuif het kapje los.
2. Plaats twee AAA-batterijen (droge cel).
3. Plaats het kapje weer terug.
•
De tekens op het display gaan knipperen. Stel de juiste tijd in. (pagina 6.)
■ De afstandsbediening gebruiken
•
Om de afstandsbediening te gebruiken, richt u de zender ervan op de binnenunit. Als de zichtlijn tussen de afstandsbediening en de binnenunit geblokkeerd is, bijvoorbeeld door een
gordijn, zal het apparaat niet reageren op de opdracht en van de afstandsbediening.
•
De maximale afstand waarop u de afstandsbediening kunt gebruiken is ongeveer 7m.
•
Laat de afstandsbediening niet vallen. Voorkom dat de afstandsbediening nat wordt.
(Daardoor kan het LCD-scherm beschadigen.)
■ De afstandsbedieninghouder op de wand monteren
1. Kies de plaats waar de afstandsbediening op de wand gemonteerd moet worden zodanig dat de signalen van de afstandsbediening het apparaat kunnen bereiken.
2. Monteer de afstandsbedieninghouder op een wand of pilaar
met behulp van de meegeleverde schroeven.
Haak de openingen aan de achterzijde van de afstandsbedien-
3.
ing over de uitstekende nokjes op de afstandsbedieninghouder.
2
Ontvanger
en – in de
+
juiste positie!
3
1
Houder voor de
afstandsbediening
■ Monteer het fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapatietcoating, het geurfilter voor de streamerunit en het aanvoerluchtfilter
(pagina 20, 23.)
■ Schakel de hoofdschakelaar in
•
Wanneer u de hoofdschakelaar inschakelt, zal het frontpaneel en de horizontale jaloezie
openen en weer sluiten. (Dit is normaal.)
VOORZORGSMAATREGELEN
•
Raak het paneel tijdens bedrijf (dat wil zeggen wanneer het paneel open staat, geopend of
gesloten wordt) nooit met uw handen aan.
LET OP
•
Omwikkel de polen van de batterijen met tape voordat u de batterijen weggooit. Wanneer de batterijen met andere metalen of batterijen in contact komen, kan gevaar voor warmteontwikkeling, een explosie of brand ontstaan.
AANDACHTSPUNT
■
Over de batterijen
•
De meegeleverde batterijen kunt u blijven gebruiken. Afhankelijk van het moment waarop deze airconditioner gefabriceerd is, kunnen de
batterijen minder dan 1 jaar meegaan.
•
We adviseren u om deze elk jaar te vervangen door nieuwe batterijen maar wanneer het display van de afstandsbediening minder duidelijk
afleesbaar wordt of de ontvangst van signalen gestoord wordt, kan het noodzakelijk zijn om de batterijen eerder te vervangen.
•
Gebruik bij het vervangen van de batterijen altijd batterijen van hetzelfde type en vervang de batterijen altijd samen.
•
Batterijen waarvan de uiterste gebruiksdatum bijna bereikt is, zullen minder lang meegaan.
•
Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om schade of letsel als gevolg van het lekken of exploderen ervan te voorkomen.
■
Over de afstandsbediening
•
Het kan voorkomen dat de signalen weggedrukt worden doordat in de ruimte tl-buizen (zoals omvormerlampen) gebruikt worden. Neem in
dat geval contact op met de leverancier.
•
Het is mogelijk dat signalen van de afstandsbediening ook een ander apparaat bedienen. Verplaats in dat geval het apparaat of neem contact op met uw leverancier.
•
Door de inwerking van direct zonlicht op de zender/ontvanger kan het apparaat harder gaan werken.
5■Nederlands
■ Druk op de volgende toetsen om de klok in te
stellen
* Tijdens bedrijf is het niet mogelijk om de klok in te stellen.
1. Druk op “”.
Houd de toets niet ingedrukt.
De melding wordt verlicht.
De melding knippert.
2. Druk op “” om de juiste tijd voor de klok in te stellen.
• Wanneer u de toets ingedrukt houdt,
wordt de tijdinstelling sneller doorlopen.
3. Druk op “”.
De melding knippert.
De melding wordt verlicht.
•
De tijd is ingesteld.
1, 3
LET OP
Als bij stap 1 andere informatie op het display weergegeven wordt, mag u de toets ongeveer 60 seconden niet gebruiken. Het display zal dan
weer de normale informatie weergeven.
■
Tips om energie te besparen
•
Zorg ervoor dat de ruimte niet te koud (of te warm) wordt.
Stel de temperatuur op een niet te hoge waarde in.
•
Bedek ramen met jaloezieën of een gordijn. Wanneer het zonlicht en de lucht van buitenaf tegengehouden worden, neemt de koel-/verwarmingscapaciteit van het apparaat toe.
•
Verstopt luchtfilters maken het apparaat inefficiënt en kosten energie. Reinig het filter regelmatig.
■
Let op het volgende
•
De airconditioner verbruikt ook energie, zelfs wanneer deze niet in bedrijf is.
•
Schakel de hoofdschakelaar Uit als u de airconditioner gedurende een langere periode, bijvoorbeeld in de lente of de herfst, niet gebruikt.
•
Schakel de hoofdschakelaar minimaal een uur voor dat u het apparaat gaat gebruiken wanneer de buitenluchttemperatuur lager is dan –15°C.
(Op die manier kan de compressor opwarmen.)
■
Gebruikscondities
•
Wanneer u het apparaat gebruikt onder andere condities dan de hieronder beschreven condities, kan het uitgeschakeld worden. Ook kan
condensvorming in de binnenunit ontstaan, waardoor vocht naar buiten zal druppelen. (DROGEN/KOELEN)
Buitenluchttemperatuur: 21 tot 43°C
KOELEN
DROGEN
■
Realiseerbare luchtvochtigheid
•
De luchtbevochtigingscapaciteit neemt af wanneer de
buitenluchttemperatuur en luchtvochtigheid laag zijn.
(zie afb. 1 als referentie)
Binnentemperatuur: 18 tot 32°C
Luchtvochtigheid binnen: maximaal 80%
Buitenluchttemperatuur: 10 tot 42°C
Binnentemperatuur: 18 tot 30°C
Luchtvochtigheid binnen: maximaal 80%
VERWARMEN
BEVOCHTIGEN
Afb.1 Realiseerbare luchtvochtigheid
100
80
60
40
20
0
–10
Luchtvochtigheid van de buitenlucht (%)
Buitenluchttemperatuur (˚C)
Buitenluchttemperatuur: –20 tot 24°C
Binnentemperatuur: 10 tot 30°C
Luchtvochtigheid binnen: maximaal 70%
Buitenluchttemperatuur: –10 tot 24°C
Binnentemperatuur: 12 tot 30°C
Luchtvochtigheid binnen: maximaal 70%
volume van de ruimte: 120m
Luchtverversingssnelheid: 0,5/uur
Bevochtigerslanglengte: 7,5m
3
2
■Nederlands6
GEBRUIK
KOELEN · “SARARA” DROGEN
■ KOELEN
De temperatuur verlagen
•
1. Druk op “”.
Groen
Om de temperatuur en de luchtvochtigheid te verlagen
•
Druk op “”.
2.
* We adviseren u om te schakelen naar KOELEN als u eerst de temperatuur wilt
verlagen tijdens KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN.
Geel
■ “SARARA” DROGEN
De luchtvochtigheid verlagen
•
3. Druk op “”.
Geel
■ De luchtstroomrichting en luchtstroomsnelheid wijzigen
•
De luchtstroomsnelheid wordt automatisch geregeld (“AUTO”) tijdens KOELEN MET
LUCHTONTVOCHTIGEN of “SARARA” DROGEN. De luchtstroomsnelheid kan niet
gewijzigd worden.
(pagina 10.)
■ Het apparaat uitschakelen
4
1
3
2
4. Druk op “”.
Het meerkleurig indicatielampje van het apparaat dooft.
■ De instelling voor de temperatuur of
luchtvochtigheid wijzigen
KOELEN
GroenGeel
OPMERKING
■
Opmerking bij de AAN/UIT-toets
•
Wanneer u op “” drukt, wordt dezelfde functie ingeschakeld als toen het apparaat werd uitgeschakeld.
■
Opmerking bij KOELEN
•
Deze airconditioner koelt de ruimte door de warme binnelucht naar buiten te blazen. Als de buitenluchttemperatuur hoog is, zal de koelcapaciteit lager worden.
■
Opmerking bij KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN
•
Wanneer u tijdens KOELEN op de luchtvochtigheidtoets drukt, schakelt het apparaat over naar KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN.
•
Op die manier wordt de luchtvochtigheid meer verlaagd dan bij normaal KOELEN. We adviseren echter om de temperatuur iets lager dan de
ruimtetemperatuur in te stellen om de luchtvochtigheid te verlagen, omdat daarbij de lucht niet extra verwarmd wordt.
■
Opmerking bij “SARARA” DROGEN
•
Deze functie verlaagt de luchtvochtigheid terwijl de ruimtetemperatuur minder daalt, doordat de lucht extra verwarmd wordt.
•
Wanneer u omschakelt van KOELEN naar “SARARA” DROGEN kan de luchtvochtigheid tijdelijk iets toenemen.
KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN
18˚C – 32˚C–3˚C –
OFF HIGH STD LOW CONTHIGH STD LOW CONT
DROGEN
STD
7■Nederlands
VERWARMEN · “URURU” BEVOCHTIGEN
■ VERWARMEN
De temperatuur verhogen
•
1. Druk op “”.
Rood
Om de temperatuur en de luchtvochtigheid te verhogen
•
2.
Druk op “”.
Oranje
■ “URURU” BEVOCHTIGEN
De luchtvochtigheid verhogen
•
3. Druk op “”.
Oranje
■ De luchtstroomrichting en luchtstroomsnelheid wijzigen
(pagina 10.)
■ Het apparaat uitschakelen
4. Druk op “”.
Het meerkleurig indicatielampje van het apparaat dooft.
De instelling voor de temperatuur of luchtvochtigheid wijzigen
■
VERWARMEN
RoodOranje
VERWARMEN MET LUCHTBEVOCHTIGEN
10˚C – 30˚C––––––
OFF LOW STD HIGH CONTLOW STD HIGH CONT
BEVOCHTIGEN
4
3
1
2
OPMERKING
■
Opmerking bij VERWARMEN
•
Omdat deze airconditioner de ruimte verwarmt door de warmte van de buitenlucht naar binnen te verplaatsen, zal de VERWARMINGSCAPACITEIT van het apparaat lager worden als de buitentemperatuur lager wordt. Als de VERWARMINGSCAPACITEIT van het apparaat
onvoldoende is, adviseren we u om een ander VERWARMINGSAPPARAAT te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
•
Het warmtepompsysteem verwarmt de ruimte door warme lucht door de hele ruimte te circuleren. Na het inschakelen van de VERWARMINGSFUNCTIE kan het enige tijd duren voordat de ruimte warmer wordt.
•
Bij VERWARMEN kan rijp ontstaan op de buitenunit , waardoor de VERWARMINGSCAPACITEIT afneemt. In dat geval schakelt het
systeem automatisch om naar ontdooien om de rijp te verwijderen.
•
Tijdens ontdooien zal de binnenunit geen warme lucht uitblazen.
■
Opmerking bij VERWARMEN MET LUCHTBEVOCHTIGEN en “URURU” BEVOCHTIGEN
•
De bevochtigingscapaciteit van het apparaat neemt af wanneer de buitenluchttemperatuur en luchtvochtigheid laag zijn of wanneer de
ingestelde ventilatorsnelheid laag is.
•
Het apparaat zal meer geluid produceren dan bij normaal VERWARMEN.
•
Het geluid of de geur van de buitenunit kan doorgegeven worden, omdat de buitenlucht verwarmd wordt door het verwarmingselement en
het vocht dat daarbij ontstaat gebruikt wordt om de ruimte te bevochtigen.
•
De bovenkant van de buitenunit kan tijdens bedrijf warm worden. Dit is geen storing.
•
Het geluid dat het apparaat produceert kan veranderen, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur en de luchtvochtigheid. (er is geen wateraanvoer noodzakelijk, omdat het vocht in de buitenlucht gebruikt wordt om de ruimte te bevochtigen.)
■
Opmerking bij “URURU” BEVOCHTIGEN
•
Deze functie kan de ruimte alleen bevochtigen.
•
Wanneer de temperatuur in de ruimte laag wordt, zal het apparaat slechts in geringe mate verwarmen om te kunnen blijven bevochtigen.
■Nederlands8
Loading...
+ 21 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.