Daikin FTXR28EV1B, FTXR42EV1B, FTXR50EV1B Operation manuals [nl]

DAIKIN ROOM AIR CONDITIONER
Operation Manual
MODELS
FTXR28EV1B
FTXR42EV1B
FTXR50EV1B
Deutsch
Français
Nederlands
Español
Italiano
ΕλληνικÜ
Portugues
Рóссêий
Türkçe
INHOUD
LEZEN VOOR GEBRUIK
Veiligheidsmaatregelen...........................................................2
Namen van onderdelen...........................................................3
Voorbereidingen Voor Gebruik................................................5
GEBRUIK
KOELEN · “SARARA” DROGEN............................................ 7
VERWARMEN · “URURU” BEVOCHTIGEN .......................... 8
AUTO-functie ..........................................................................9
BEVOCHTIGEN-functie .......................................................... 9
DE LUCHTSTROOMRICHTING WIJZIGEN · COMFORTABELE LUCHTSTROOM · KOELE BRIES ·
LUCHTSTROOMSNELHEID ............................................... 10
STREAMER MET LUCHTREINIGING ·
VENTILEREN MET VERSE LUCHT .................................... 11
VENTILEREN BIJ VERTREK ...............................................11
TIMER ...................................................................................12
COMFORTABEL SLAPEN.................................................... 13
KRACHTIG............................................................................13
INSTELLEN...........................................................................14
APPARAAT DROGEN .......................................................... 15
ANTI-SCHIMMEL-functie ......................................................16
INFORMATIEDISPLAY.........................................................16
ONDERHOUD
Onderhoud en Reiniging .......................................................17
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen Oplossen.............................................................25
1 Nederlands
LEZEN VOOR GEBRUIK
Veiligheidsmaatregelen
Bewaar deze handleiding op een plaats waar de gebruiker deze gemakkelijk kan terugvinden.
Lees de handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken.
Lees de volgende punten, voor de veiligheid van uzelf en die van anderen, aandachtig door.
Dit handleiding voorzorgsmaatregelen in WAARSCHUWINGEN en VOORZORGSMAATREGELEN. Volg de onderstaande veiligheidsaanwijzingen nauwgezet op: ze zijn opgesteld voor de veiligheid van uzelf en die van anderen.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN
Voorkom dat.
Voorkom dat de airconditioner (of de afstandsbediening) nat wordt.
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het apparaat mogelijk schade aan eigendommen en persoonlijk letsel veroorzaken of zelfs levensbedreigend zijn.
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het apparaat mogelijk schade veroorzaken aan eigen­dommen en persoonlijk letsel veroorzaken.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op.
WAARSCHUWING
Om brand, explosies of letsel te voorkomen mag het appa­raat niet worden gebruikt in omgevingen waarin ontvlambare en/of corrosieve gassen aanwezig zijn.
Het is slecht voor uw gezondheid wanneer u uw lichaam gedurende lange tijd blootstelt aan de luchtstroom.
Steek nooit een vinger, staaf of andere objecten in de luchtinlaat- of uitlaatopening. Omdat de ventilator met hoge snelheid draait, kan hierdoor letsel ontstaan.
Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, breng geen wijzigingen aan en probeer ook niet om het apparaat zelf opnieuw te installeren. Wanneer de apparat­uur niet op de juiste manier is geïnstalleerd kan gevaar voor elektrische schokken of brand e.d. ontstaan. Neem voor reparaties en het opnieuw installeren van het apparaat contact op met uw Daikin-leverancier voor advies en informatie.
Geen vingers, stokjes of andere objecten in de bewegende onder­delen van het frontpaneel of het uitblaasopeningpaneel steken.
VOORZORGSMAATREGELEN
De airconditioner moet geaard worden. Door een slechte aarding kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan. Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas­of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een telefooninstallatie.
Gebruik het apparaat niet voor het koelen van pensioentrekk­enden, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, omdat daar­door de kwaliteit nadelig kan worden beïnvloed.
Zorg ervoor dat kleine kinderen, planten of dieren zich nooit direct in de luchtstroom bevinden.
Plaats nooit apparatuur die werkt met open vuur in de luchtstroom van het apparaat of onder de binnenunit. Dit kan resulteren in een onvolledige verbranding in het apparaat of vervorming van de airconditioner als gevolg van de opstijgende warmte.
Zorg ervoor dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet afgedekt worden. Wanneer de lucht­stroom wordt geblokkeerd gaat het apparaat slechter werken en kunnen storingen ontstaan.
Ga nooit op de buitenunit staan of zitten. Plaats geen objecten bovenop het apparaat om letsel te voorkomen en verwijder nooit het ventilatorrooster.
Plaats geen objecten onder de binnen- of buitenunit die niet bestand zijn tegen vocht. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk kan het vocht in de lucht in het apparaat condenseren en uit het apparaat druppelen.
Controleer de aansluitingen en bevestiging op beschadiging wan­neer het apparaat gedurende lange tijd is gebruikt.
Raak de luchtinlaat en de aluminium jaloezieën van de buitenunit nooit aan. Hierdoor kan letsel ontstaan.
Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of insta­biele personen worden bediend.
Let op dat kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
Vergeet niet om de airconditioner te aarden.
Druk de toetsen van de airconditioner (of de afstandsbediening) nooit in met natte handen.
Het in de airconditioner toegepaste koelmiddel is veilig. Hoewel lekk­ages normaal niet voorkomen is het in voorkomende gevallen van groot belang dat weggelekt koelmiddel niet in contact komt met open vuur, zoals van gasverwarmingstoestellen, benzinekachels of gasfornuizen.
Als de airconditioner niet goed koelt (of verwarmt) is het mogelijk dat koelmiddel weglekt; neem in dat geval contact op met uw leverancier. Neem, wanneer reparaties uitgevoerd moeten worden waarbij koelm­iddel moet worden bijgevuld, contact op met onze technische dienst.
Probeer de airconditioner niet zelf te installeren. Wanneer de apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd kan lekkage of gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan. Neem voor het installeren van het apparaat contact op met uw leverancier of een erkend installateur.
Schakel, wanneer u iets vreemds waarneemt, zoals een brandlucht, het apparaat onmiddellijk uit, schakel de hoofdschakelaar uit. En neem contact op met de leverancier voor aanvullende instructies.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte wanneer de air­conditioner wordt gebruikt in een ruimte waarin ook een brander wordt gebruikt, om een zuurstoftekort te voorkomen.
Schakel de airconditioner uit, schakel de hoofdschakelaar van het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
Sluit de airconditioner niet aan op een voedingsbron met andere specifi­caties dan de genoemde. Hierdoor kunnen storingen of brand ontstaan.
Afhankelijk aan de plaats waar het apparaat wordt gebruikt kan het noodzakelijk zijn om een aardlekschakelaar te installeren. Wanneer de airconditioner niet is aangesloten op een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
Zorg ervoor dat de afvoerslang het overtollige water gemakkelijk kan afvoeren. Door een slechte afvoer kan waterschade ontstaan aan het gebouw, de inventaris enz.
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren en ander afval zich rond de unit ophopen. Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendrin­gen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand vero­orzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
Bedien de airconditioner nooit met natte handen.
Reinig de airconditioner nooit met overvloedig water; gebruik alleen een licht bevochtigde doek.
Plaats geen objecten bovenop het apparaat die water of andere vloeistoffen bev­atten. In dat geval kan gemorst of het apparaat binnendringen, de elektrische iso­latiematerialen aantasten waardoor gevaar voor elektrische schokken kan ontstaan.
Installatie-plaats.
Neem contact op met de winkel wanneer u de airconditioner in een van de volgende soorten omgeving wilt installeren.
Plaatsen waar olie of vet, stoom of roet aanwezig is.
Zoute omgevingen, zoals aan de kust.
Plaatsen met zwavelgassen, zoals uit hete bronnen.
Plaatsen waar de buitenunit mogelijk door sneeuw geblokkeerd kan raken.
De afvoer van de buitenunit moet uitmonden in een plaats met goede drainage.
Houd rekening met geluidsoverlast voor uw buren.
Kies een plaats zoals hieronder beschreven voor de installatie.
Een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de unit te dragen, maar die niet het geluid en de vibratie tijdens het in werking zijn van het systeem versterkt.
Een plaats waar lucht of geluid uit de buitenunit uw buren niet tot last kan zijn.
Elektrische werkzaamheden.
U dient voor de stroomvoorziening gebruik te maken van een aparte groep speciaal voor uw airconditioner.
Verplaatsen van het systeem.
Wanneer de airconditioner moet worden verplaatst, moet dit door een vakbekwaam installateur worden uitgevoerd. Neem contact op met de leverancier als het nodig blijkt te zijn om het systeem te verplaatsen of te veranderen.
Nederlands 2
Namen van onderdelen
Binnenunit
Streamerunit: (pagina 20-22.)
1.
Geurfilter voor streamerunit (Zwart)
2.
Luchtinlaat
3.
Frontpaneel
4.
Bovenpaneel
5.
Luchtfilter (Lichtblauw): (pagina 19.)
6.
Fotokatalytisch luchtfilter met titaniumapati-
7.
etcoating (Zwart): Aanvoerluchtfilter (Geel): (pagina 23.)
8.
Horizontale jaloezie: (pagina 10.)
9.
Verticale jaloezie:
10.
In de luchtuitlaat. (pagina 10.)
Luchtuitlaat
11.
Ruimteluchtvochtigheidsensor:
12.
Meet de vochtigheid van de lucht om de binnenunit.
Ruimtetemperatuursensor:
13.
Meet de temperatuur van de lucht om de binnenunit.
Display
14.
AAN/UIT-schakelaar van binnenunit:
15.
Druk deze schakelaar eenmaal in om het appa­raat in te schakelen. Druk nogmaals op de schakelaar om het apparaat uit te schakelen.
Meerkleurig indicatielampje:
16.
De kleur van het lampje is afhankelijk van de geactiveerde functie.
VERWARMEN............................... Rood
“URURU” BEVOCHTIGEN / VERWARMEN MET BEVOCHTIGEN
KOELEN ........................................ Groen
“SARARA” DROGEN / KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN
De kleur van de lamp verandert, afhankelijk van de geactiveerde optionele functie.
STREAMER MET LUCHTREINIGING / VENTILEREN MET VERSE LUCHT (Alleen gedurende de eerste 2 seconden wanneer de airconditioner ingeschakeld wordt.)
TIMER-indicatielampje (Oranje): (pagina 12.)
17.
BEVOCHTIGER-indicatielampje (Groen):
18.
Signaalontvanger:
19.
Ontvangt/verzendt signalen van/naar de afstandsbediening.
Het meerkleurig indicatielampje knippert en de ont­vangst van het signaal wordt bevestigd met een piepje.
Inschakelen .......................twee pieptonen
Instellingen gewijzigd.........een pieptoon
Uitschakelen ......................lange pieptoon
(pagina 20-22.)
.................. Geel
Buitenunit
Luchtuitlaat van de bevochtiger: (Voorzijde)
20.
Luchtinlaat: (Achterzijde en linker zijkant)
21.
Luchtuitlaat
22.
Luchtinlaat van de bevochtiger:
23.
(Voorzijde en achterzijde)
Buitenluchttemperatuursensor:
24.
Meet de temperatuur van de lucht om de buite­nunit. (Achterzijde)
Koelmiddelleidingen, bevochtigerslang en
25.
verbindingskabel tussen de units Afvoerslang:
26.
Voert water, afkomstig van de binnenunit, af.
Aardaansluiting:
27.
Onder deze kap.
.... Oranje
.... Wit
(pagina 9.)
Binnenunit
1
6
7
8
9
Verwijder voor gebruik de beschermfolie (blauw) van de streamerunit.
Buitenunit
20
Bevochtiger
21
22
34
5
2
13
11
12
14
10
15
16
17 18
19
23
24
25 26
27
3 Nederlands
Afstandsbediening
1
2
3 4
6
7
8
ARC447A1
<
11
14 15 16
17
Open het
deksel
Afstandsbediening
Zender/Ontvanger
1.
Display:
2.
Hierop worden de huidige instellingen weergegeven. (In deze afbeelding zijn alle meldingen en segmenten van het dis­play verlicht weergegeven. In werkelijkheid zal dat nooit gebeuren.)
De beschermende folie is bedoeld om krassen
*
te voorkomen. Verwijder deze voor gebruik.
INFORMATIE-toets:
3.
Toont de binnentemperatuur, de luchtvochtig­heid en de buitenluchttemperatuur. (pagina 16.)
UITSCHAKELTIMER-toets:
4.
Hiermee stelt u het tijdstip in dat het apparaat automatisch uitgeschakeld wordt. (pagina 12.)
AAN/UIT-toets:
5.
Hiermee schakelt u de huidige ingestelde func­tie uit. Door de toets nogmaals in te drukken wordt dezelfde functie opnieuw ingeschakeld.
Functietoets:
6.
5
9
10
>
12 13
18
19
20
21
22
AUTO-toets (pagina 9.)
“URURU” BEVOCHTIGEN-toets (pagina 8.)
VERWARMEN-toets (pagina 8.)
“SARARA” DROGEN-toets (pagina 7.)
KOELEN-toets (pagina 7.)
KRACHTIG-toets:
7.
Hiermee wordt de koel- of verwarmwerking versterkt. (Wordt automatisch na 20 minuten uitgeschakeld.) (pagina 13.)
TEMPERATUURINSTEL-toetsen:
8.
Hiermee wijzigt u de temperatuurinstelling.
LUCHTVOCHTIGHEID-toetsen:
9.
Hiermee wijzigt u de luchtvochtigheidinstelling
STREAMER MET LUCHTREINIGING/
10.
VENTILEREN MET VERSE LUCHT toets:
Hiermee reinigt u de lucht in de ruimte. (pagina 11.)
LUCHTSTROOMRICHTING/LUCHTSTROOMSNELHEID /
11.
COMFORTABELE LUCHTSTROOM/KOELE BRIES-toets:
Hiermee stelt u de uitblaasrichting en het uitb­laasvolume in. (pagina 10.)
BEVOCHTIGEN-toets:
12.
Houdt de luchtvochtigheid hoog, wat beter is voor uw huid. (pagina 9.)
VENTILEREN BIJ VERTREK-toets:
13.
Hiermee ventileert u de ruimte wanneer u vertrekt.
INSTELLEN-toets:
14.
Hiermee stelt u de functie van het apparaat en het display van de afstandsbediening in. (pagina 14.)
TIMER SELECTEREN-toets
15.
TIJD INSTELLEN-toets:
16.
Hiermee stelt u de tijd in waarop de timer het apparaat in- of uitschakelt. (pagina 12.)
KLOK-toets:
17.
Hiermee stelt u de juiste tijd in. (pagina 6.)
ANTI-SCHIMMEL-toets:
18.
Hiermee activeert u de ontvochtigingsfunctie om de lucht in de ruimte droog en schoon te houden. (pagina 16.)
APPARAAT DROGEN-toets:
19.
Hiermee wordt het interieur van het apparaat droog gemaakt, om het ontstaan van schimmels en geurtjes te voorkomen. (pagina 15.)
COMFORTABEL SLAPEN-toets:
20.
Hiermee wordt de temperatuur in de ruimte geregeld zodat u comfortabel kunt slapen en aangenaam wakker kunt worden. (pagina 13.)
RESET-toets:
21.
Hiermee reset u de melding dat het filter gere­inigd moet worden. (pagina 17.)
ANNULEREN-toets
22.
Nederlands 4
Voorbereidingen Voor Gebruik
De batterijen plaatsen
1. Druk met een vinger op en schuif het kapje los.
2. Plaats twee AAA-batterijen (droge cel).
3. Plaats het kapje weer terug.
De tekens op het display gaan knipperen. Stel de juiste tijd in. (pagina 6.)
De afstandsbediening gebruiken
Om de afstandsbediening te gebruiken, richt u de zender ervan op de binnenunit. Als de zich­tlijn tussen de afstandsbediening en de binnenunit geblokkeerd is, bijvoorbeeld door een gordijn, zal het apparaat niet reageren op de opdracht en van de afstandsbediening.
De maximale afstand waarop u de afstandsbediening kunt gebruiken is ongeveer 7m.
Laat de afstandsbediening niet vallen. Voorkom dat de afstandsbediening nat wordt. (Daardoor kan het LCD-scherm beschadigen.)
De afstandsbedieninghouder op de wand monteren
1. Kies de plaats waar de afstandsbediening op de wand gemon­teerd moet worden zodanig dat de signalen van de afstandsbe­diening het apparaat kunnen bereiken.
2. Monteer de afstandsbedieninghouder op een wand of pilaar met behulp van de meegeleverde schroeven.
Haak de openingen aan de achterzijde van de afstandsbedien-
3. ing over de uitstekende nokjes op de afstandsbedieninghouder.
2
Ontvanger
en – in de
+ juiste positie!
3
1
Houder voor de afstandsbediening
Monteer het fotokatalytisch luchtfilter met titaniu­mapatietcoating, het geurfilter voor de stream­erunit en het aanvoerluchtfilter
(pagina 20, 23.)
Schakel de hoofdschakelaar in
Wanneer u de hoofdschakelaar inschakelt, zal het frontpaneel en de horizontale jaloezie openen en weer sluiten. (Dit is normaal.)
VOORZORGSMAATREGELEN
Raak het paneel tijdens bedrijf (dat wil zeggen wanneer het paneel open staat, geopend of gesloten wordt) nooit met uw handen aan.
LET OP
Omwikkel de polen van de batterijen met tape voordat u de batterijen weggooit. Wanneer de batterijen met andere metalen of batterijen in con­tact komen, kan gevaar voor warmteontwikkeling, een explosie of brand ontstaan.
AANDACHTSPUNT
Over de batterijen
De meegeleverde batterijen kunt u blijven gebruiken. Afhankelijk van het moment waarop deze airconditioner gefabriceerd is, kunnen de batterijen minder dan 1 jaar meegaan.
We adviseren u om deze elk jaar te vervangen door nieuwe batterijen maar wanneer het display van de afstandsbediening minder duidelijk afleesbaar wordt of de ontvangst van signalen gestoord wordt, kan het noodzakelijk zijn om de batterijen eerder te vervangen.
Gebruik bij het vervangen van de batterijen altijd batterijen van hetzelfde type en vervang de batterijen altijd samen.
Batterijen waarvan de uiterste gebruiksdatum bijna bereikt is, zullen minder lang meegaan.
Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om schade of letsel als gevolg van het lekken of exploderen ervan te voorkomen.
Over de afstandsbediening
Het kan voorkomen dat de signalen weggedrukt worden doordat in de ruimte tl-buizen (zoals omvormerlampen) gebruikt worden. Neem in dat geval contact op met de leverancier.
Het is mogelijk dat signalen van de afstandsbediening ook een ander apparaat bedienen. Verplaats in dat geval het apparaat of neem contact op met uw leverancier.
Door de inwerking van direct zonlicht op de zender/ontvanger kan het apparaat harder gaan werken.
5 Nederlands
Druk op de volgende toetsen om de klok in te stellen
* Tijdens bedrijf is het niet mogelijk om de klok in te stellen.
1. Druk op “ ”.
Houd de toets niet ingedrukt.
De melding wordt verlicht.
De melding knippert.
2. Druk op “ ” om de juiste tijd voor de klok in te stellen.
• Wanneer u de toets ingedrukt houdt, wordt de tijdinstelling sneller doorlopen.
3. Druk op “ ”.
De melding knippert.
De melding wordt verlicht.
De tijd is ingesteld.
1, 3
LET OP
Als bij stap 1 andere informatie op het display weergegeven wordt, mag u de toets ongeveer 60 seconden niet gebruiken. Het display zal dan weer de normale informatie weergeven.
Tips om energie te besparen
Zorg ervoor dat de ruimte niet te koud (of te warm) wordt. Stel de temperatuur op een niet te hoge waarde in.
Bedek ramen met jaloezieën of een gordijn. Wanneer het zonlicht en de lucht van buitenaf tegenge­houden worden, neemt de koel-/verwarmingscapaciteit van het apparaat toe.
Verstopt luchtfilters maken het apparaat inefficiënt en kosten energie. Reinig het filter regelmatig.
Let op het volgende
De airconditioner verbruikt ook energie, zelfs wanneer deze niet in bedrijf is.
Schakel de hoofdschakelaar Uit als u de airconditioner gedurende een langere periode, bijvoorbeeld in de lente of de herfst, niet gebruikt.
Schakel de hoofdschakelaar minimaal een uur voor dat u het apparaat gaat gebruiken wanneer de buitenluchttemperatuur lager is dan –15°C. (Op die manier kan de compressor opwarmen.)
Gebruikscondities
Wanneer u het apparaat gebruikt onder andere condities dan de hieronder beschreven condities, kan het uitgeschakeld worden. Ook kan condensvorming in de binnenunit ontstaan, waardoor vocht naar buiten zal druppelen. (DROGEN/KOELEN)
Buitenluchttemperatuur: 21 tot 43°C
KOELEN
DROGEN
Realiseerbare luchtvochtigheid
De luchtbevochtigingscapaciteit neemt af wanneer de buitenluchttemperatuur en luchtvochtigheid laag zijn. (zie afb. 1 als referentie)
Binnentemperatuur: 18 tot 32°C Luchtvochtigheid binnen: maximaal 80% Buitenluchttemperatuur: 10 tot 42°C Binnentemperatuur: 18 tot 30°C Luchtvochtigheid binnen: maximaal 80%
VERWARMEN
BEVOCHTIGEN
Afb.1 Realiseerbare luchtvochtigheid
100
80
60
40
20
0
–10
Luchtvochtigheid van de buitenlucht (%)
Buitenluchttemperatuur (˚C)
Buitenluchttemperatuur: –20 tot 24°C Binnentemperatuur: 10 tot 30°C Luchtvochtigheid binnen: maximaal 70% Buitenluchttemperatuur: –10 tot 24°C Binnentemperatuur: 12 tot 30°C Luchtvochtigheid binnen: maximaal 70%
60%
40%
20%
01020
Aanbevolen temperatuurinstelling
Voor koelen : 26°C – 28°C
Voor verwarmen : 20°C – 22°C
Voorwaarde; Type: FTXR50EV1B Binnentemperatuurinstelling: 20˚C Luchtstroomsnelheid: Maximaal
volume van de ruimte: 120m Luchtverversingssnelheid: 0,5/uur Bevochtigerslanglengte: 7,5m
3
2
Nederlands 6
GEBRUIK
KOELEN · “SARARA” DROGEN
KOELEN
De temperatuur verlagen
1. Druk op “ ”.
Groen
Om de temperatuur en de luchtvochtigheid te verlagen
Druk op “ ”.
2.
* We adviseren u om te schakelen naar KOELEN als u eerst de temperatuur wilt
verlagen tijdens KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN.
Geel
“SARARA” DROGEN
De luchtvochtigheid verlagen
3. Druk op “ ”.
Geel
De luchtstroomrichting en luchtstroomsnel­heid wijzigen
De luchtstroomsnelheid wordt automatisch geregeld (“AUTO”) tijdens KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN of “SARARA” DROGEN. De luchtstroomsnelheid kan niet gewijzigd worden.
(pagina 10.)
Het apparaat uitschakelen
4
1
3
2
4. Druk op “ ”.
Het meerkleurig indicatielampje van het apparaat dooft.
De instelling voor de temperatuur of luchtvochtigheid wijzigen
KOELEN
Groen Geel
OPMERKING
Opmerking bij de AAN/UIT-toets
Wanneer u op “ ” drukt, wordt dezelfde functie ingeschakeld als toen het apparaat werd uitgeschakeld.
Opmerking bij KOELEN
Deze airconditioner koelt de ruimte door de warme binnelucht naar buiten te blazen. Als de buitenluchttemperatuur hoog is, zal de koelcapac­iteit lager worden.
Opmerking bij KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN
Wanneer u tijdens KOELEN op de luchtvochtigheidtoets drukt, schakelt het apparaat over naar KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN.
Op die manier wordt de luchtvochtigheid meer verlaagd dan bij normaal KOELEN. We adviseren echter om de temperatuur iets lager dan de ruimtetemperatuur in te stellen om de luchtvochtigheid te verlagen, omdat daarbij de lucht niet extra verwarmd wordt.
Opmerking bij “SARARA” DROGEN
Deze functie verlaagt de luchtvochtigheid terwijl de ruimtetemperatuur minder daalt, doordat de lucht extra verwarmd wordt.
Wanneer u omschakelt van KOELEN naar “SARARA” DROGEN kan de luchtvochtigheid tijdelijk iets toenemen.
KOELEN MET LUCHTONTVOCHTIGEN
18˚C – 32˚C –3˚C –
OFF HIGH STD LOW CONT HIGH STD LOW CONT
DROGEN
STD
7 Nederlands
VERWARMEN · “URURU” BEVOCHTI­GEN
VERWARMEN
De temperatuur verhogen
1. Druk op “ ”.
Rood
Om de temperatuur en de luchtvochtigheid te verhogen
2.
Druk op “ ”.
Oranje
“URURU” BEVOCHTIGEN
De luchtvochtigheid verhogen
3. Druk op “ ”.
Oranje
De luchtstroomrichting en luchtstroomsnel­heid wijzigen
(pagina 10.)
Het apparaat uitschakelen
4. Druk op “ ”.
Het meerkleurig indicatielampje van het apparaat dooft.
De instelling voor de temperatuur of luchtvochtigheid wijzigen
VERWARMEN
Rood Oranje
VERWARMEN MET LUCHTBEVOCHTIGEN
10˚C – 30˚C ––––––
OFF LOW STD HIGH CONT LOW STD HIGH CONT
BEVOCHTIGEN
4
3
1
2
OPMERKING
Opmerking bij VERWARMEN
Omdat deze airconditioner de ruimte verwarmt door de warmte van de buitenlucht naar binnen te verplaatsen, zal de VERWARMING­SCAPACITEIT van het apparaat lager worden als de buitentemperatuur lager wordt. Als de VERWARMINGSCAPACITEIT van het apparaat onvoldoende is, adviseren we u om een ander VERWARMINGSAPPARAAT te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
Het warmtepompsysteem verwarmt de ruimte door warme lucht door de hele ruimte te circuleren. Na het inschakelen van de VERWARM­INGSFUNCTIE kan het enige tijd duren voordat de ruimte warmer wordt.
Bij VERWARMEN kan rijp ontstaan op de buitenunit , waardoor de VERWARMINGSCAPACITEIT afneemt. In dat geval schakelt het systeem automatisch om naar ontdooien om de rijp te verwijderen.
Tijdens ontdooien zal de binnenunit geen warme lucht uitblazen.
Opmerking bij VERWARMEN MET LUCHTBEVOCHTIGEN en “URURU” BEVOCHTIGEN
De bevochtigingscapaciteit van het apparaat neemt af wanneer de buitenluchttemperatuur en luchtvochtigheid laag zijn of wanneer de ingestelde ventilatorsnelheid laag is.
Het apparaat zal meer geluid produceren dan bij normaal VERWARMEN.
Het geluid of de geur van de buitenunit kan doorgegeven worden, omdat de buitenlucht verwarmd wordt door het verwarmingselement en het vocht dat daarbij ontstaat gebruikt wordt om de ruimte te bevochtigen.
De bovenkant van de buitenunit kan tijdens bedrijf warm worden. Dit is geen storing.
Het geluid dat het apparaat produceert kan veranderen, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur en de luchtvochtigheid. (er is geen water­aanvoer noodzakelijk, omdat het vocht in de buitenlucht gebruikt wordt om de ruimte te bevochtigen.)
Opmerking bij “URURU” BEVOCHTIGEN
Deze functie kan de ruimte alleen bevochtigen.
Wanneer de temperatuur in de ruimte laag wordt, zal het apparaat slechts in geringe mate verwarmen om te kunnen blijven bevochtigen.
Nederlands 8
Loading...
+ 21 hidden pages