Veiligheidsmaatregelen
• Lees deze Veiligheidsmaatregelen zorgvuldig door om een juiste installatie te verzekeren.
In deze handleiding zijn de veilgheidsvoorschriften voor de gebruiker opgedeeld in de volgende twee categorien. Houd rekening
•
met alle
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
en
VOORZORGSMAATREGELEN
....Het negeren van een WAARSCHUWING zal hoogstwaarschijnlijk zeer ernstige gevolgen hebben, zoals de dood of een zware verwonding.
, want ze zijn allemaal van belang om de veiligheid te waarborgen.
VOORZORGSMAATREGELEN
.......Een VOORZORGSMAATREGELEN niet opvolgen kan ernstige gevolgen hebben.
• De volgende veiligheidssymbolen worden in deze handleiding gebruikt:
Volg deze instructie zeker op. U dient een aarding aan te brengen. Probeer dit nooit.
Na de installatie moet u het systeem testen om te controleren of er zich eventuele installatie fouten voordoen. Geef de
•
gebruiker voldoende voorlichting over hoe het systeem gebruikt en schoongemaakt moet worden volgens de Handleiding.
WAARSCHUWING
• De installatie dient te gebeuren door de dealer of door een andere bevoegde monteur.
Onjuiste installatie kan lekkage, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Installeer de airconditioner volgens de instructies in deze handleiding.
Incomplete installatie kan lekkage,kortsluiting of brand veroorzaken.
• U dient de meegeleverde of gespecificeerde onderdelen voor de installatie te gebruiken.
Gebruik van andere onderdelen kan de unit los doen komen en kan lekkage, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Installeer de airconditioner op een solide ondergrond die bestand is tegen het gewicht van het apparaat.
Een onvoldoende sterke ondergrond of onvolledige installatie kan letsel veroorzaken wanneer de unit valt.
Werkzaamheden met betrekking tot de elektrische bedrading en dergelijke moeten strikt volgens de installatie handleiding
•
en de nationale regelgeving terzake worden verricht.
Verzeker u ervan dat een aparte groep gebruikt wordt. Gebruik nooit een stroombron samen met een ander apparaat.
•
Gebruik voor bekabeling altijd kabel van voldoende lengte zodat geen lassen nodig zijn. Gebruik geen verlengsnoer. Gebruik de stroom-
•
bron niet met andere apparaten, gebruik een aparte groep.
(Negeren van deze instructie kan resulteren in oververhitting, kortsluiting of brand.)
Gebruik de gespecificeerde soorten bedrading voor de elektrische verbindingen tussen de binnenunit en de buitenunit.
•
Maak de verbindingsdraden stevig vast zodat er niet aan de aansluitingen getrokken wordt. Onbetrouwbare verbindingen of trekspanning op de draden kan oververhitting of brand veroorzaken.
Nadat u de verbindingen tussen de units en tussen het systeem en de stroombron gemaakt hebt dient u er zorg voor te
•
dragen dat de bedrading zo ligt dat er geen abnormale krachten worden uitgeoefend op de elektrische leidingen of panelen.
Breng afdekkingen aan over de bedrading. Onvolledige afdekking van de installatie kan oververhitting, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Ventileer de kamer goed wanneer er koelvloeistof gemorst is tijdens de installatie.
(Als de koelvloeistof in contact komt met open vuur, wordt er een giftig gas geproduceerd.)
• Wanneer de installatie voltooid is, moet u controleren of er geen koelvloeistof uit het systeem lekt.
(Als de koelvloeistof in contact komt met open vuur, wordt er een giftig gas geproduceerd.)
• Wanneer u het systeem installeert of verplaatst, moet u ervoor zorgen dat het koelcircuit vrij blijft van stoffen
anders dan de gespecificeerde koelvloeistof (R410A), zoals lucht.
(Aanwezigheid van lucht in het koelcircuit veroorzaakt een abnormale stijging van de druk of zelfs springen van het circuit, wat letsel veroorzaakt.)
• Stop tijdens het afpompen de compressor, voordat u de koelmiddelleidingen verwijdert.
Wanneer de compressor nog loopt en de afsluitklep open is tijdens het afpompen, dan zal lucht worden aangezogen, wanneer de koelmiddelleiding wordt verwijderd. Dit veroorzaakt een abnormale druk in de vriescyclus, wat schades en zelfs persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
• Bevestig tijdens de installatie de koelmiddelleidingen op een deugdelijke manier, voordat u de compressor aanzet.
Wanneer de compressor niet is aangesloten en de afsluitklep open is tijdens het afpompen, dan zal lucht worden aangezogen, wanneer compressor wordt aangezet. Dit veroorzaakt een abnormale druk in de vriescyclus, wat schades en zelfs persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
•
U moet het systeem aarden. Gebruik hiervoor geen gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel.
Onvoldoende aarding kan kortsluiting of brand veroorzaken. Een plotselinge schok van inslaande bliksem of iets anders kan de airconditioner beschadigen.
•
Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Onvoldoende capaciteit of onvolledige installatie kan kortsluiting of brand veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de airconditioner niet in een ruimte waar brandbaar gas zou kunnen lekken.
Als het gas gaat lekken en zich ophoopt bij de airconditioner, kan het vlam vatten.
• Breng afvoerslangen aan volgens de instructies in deze handleiding.
Onbetrouwbare afvoer kan lekkage veroorzaken.
• Opmerking bij de installatie van de buitenunit. (Alleen voor model met warmtepomp.)
In koude gebieden, waar de buitenluchttemperatuur gedurende meerdere dagen onder of rond het vriespunt blijft, kan de afvoer van de buitenunit
bevriezen. Monteer in dat geval een elektrisch verwarmingselement om te voorkomen dat de afvoer kan bevriezen.
• Draai de flensmoer op de beschreven manier aan met een momentsleutel.
Als de flensmoer te strak wordt aangedraaid zal de flensmoer na verloop van tijd barsten waardoor koelmiddel zal weglekken.
1 ■Nederlands
Accessories
Montageplaat
A
Geurfilter voor de streamerunit
B
Fotokatalytische filter met
C
titaanapatietcoating
Aanvoerluchtfilter
D
1
1
1
1
Aanvoerluchtfilterframe
E
Binnenunit fixatieschroeven
F
(M4 × 12L)
Draadloze afstandsbediening
G
Afstandsbedieningshouder
H
1
3
1
1
AAA batterijen
J
Gebruikershandleiding
K
Installatie Handleiding
L
De Installatielocatie Bepalen
• Voor u kiest waar u de airconditioner gaat plaatsen, moet u eerst de toestemming van de eindgebruiker krijgen.
Binnenunit.
1.
• De binnenunit hoort gemonteerd te worden op een plaats waar:
1) voldaan wordt aan de beperkende voorwaarden voor de plaatsing van de binnenunit zoals aangegeven in de
installatietekeningen voor de binnenunit,
2) zowel de luchtinlaat als de luchtuitlaat niet belemmerd worden,
3) geen direct zonlicht komt,
4) de binnenunit zich niet in de buurt bevindt van een stoom- of warmtebron,
5) geen bron van oliedampen aanwezig is (deze kunnen de levensduur van de binnenunit bekorten),
6) er wordt koele (warme) lucht door de ruimte gecirculeerd,
7) de unit zich niet in de buurt bevindt van fluorescentie lampen (TL-lampen) met een elektronische starter (inverter of
snelstart-types), daar deze een nadelige invloed hebben op het bereik van de afstandsbediening,
8) de unit minstens 1 meter verwijderd is van een radio of televisie-apparaat (omdat de unit beeld of geluid kan verstoren).
9) installatiehoogte volgens voorschrift (ten minste 1,8m).
2
1
1
Draadloze afstandsbediening.
2.
1) Doe alle fluorescentielampen (TL-lampen) die u in de kamer heeft, aan en zoek de plaats op (binnen 7 meter) waar de
signalen van de afstandsbediening het best ontvangen worden door de binnenunit.
Binnenunit
Aandachtspunten bij het monteren van de slang voor bevochtigen.
1.
• Wanneer de slang van de bevochtiger weggewerkt wordt:
1) Deze mag niet aangesloten worden op de bestaande ingebouwde leidingen. De slang moet als geheel afzonderlijk
weggewerkt worden.
• De lengte van de bevochtigerslang is vermeld op de verpakking.
1) U kunt de bevochtigerslang verlengen met een verlengstuk (niet meegeleverd).
2) De lengte van de bevochtigerslang moet ingesteld worden, om de bevochtigingscapaciteit te garanderen.
Snij het overtollige deel van de slang af. Gebruik de afstandsbediening om de slanglengte in te stellen.
(Meer informatie vindt u op pagina 12.)
• Gebruik, als de bevochtigerslang voor de installatie gesplitst moet worden in meerdere delen, altijd de bij de buitenunit
meegeleverde koppeling of kniestuk. Omwikkel de leiding om de verbinding luchtdicht te maken en knel de tape af met de
meegeleverde tie-wrap. (Meer informatie vindt u op pagina 9.)
• Dicht de uiteinden van de bevochtigerslang bij het installeren in de wand af met tape of een vergelijkbaar materiaal tot het
moment dat de slang op de binnen- en buitenunit aangesloten wordt, om te voorkomen dat water of andere materialen in
de slang terecht kunnen komen.
• Buig de bevochtigerslang nooit meer dan 90°.
Installatie-Tekeningen
■Nederlands 2
Binnenunit
De binnenunit demonteren en monteren.
2.
Installatie-Tekeningen
• Installatiemethode
1) Gebruik de markeringen (op 3 plaatsen) aan de
bovenkant van de binnenunit om de binnenunit
over de 2 haken op de montageplaat te haken.
2)
Bevestig de nokjes op het bodemframe aan de
montageplaat . Maak zonodig de nokjes eerst van de
A
A
plaat vast door het ventilatierooster eerst te
demonteren. (Controleer of nokjes goed vastgeklikt zijn.)
• Demonteren
Druk de markering op de onderzijde van het
ventilatierooster omhoog, maak de nokjes los en
demonteer de unit door deze omhoog te tillen.
A
Montageplaat
Merkteken
(achterkant)
Bodemframe
Nokje
A
Montageplaat
Om de unit uit het apparaat te nemen drukt u tegen
de onderzijde van het bodemframe en maakt u de
nokjes met uw vingers los. (2 markeringen op de
onderzijde van het ventilatierooster.)
A
Schroeven
(Niet meegeleverd: M4 × 25L)
Frontpaneel
Aanvoerluchtfilter
D
Minstens 50mm
van de muur
(aan beide zijden)
C
Fotokatalytische
filter met
titaanapatietcoating
Monteer de montageplaat
A
Montageplaat
Er is een transporttape aangebracht.
Verwijder deze voor u begint met de
installatiewerkzaamheden.
op een wand die
bestand is tegen het
gewicht van de binnenunit.
Bevestigingsplaat
Gebruiken bij
het openen en
vastzetten van
Bevestigingsplaat
Minstens 30mm
van het plafond
het frontpaneel.
Monteer de
slang met
een verloop
omlaag.
Zo opent u het inspectieluik
Het inspectieluik is
uitneembaar.
n
Het luik openen
1) Verwijder de
schroeven in het
inspectieluik.
2) Pak de knoppen op
het inspectieluik beet
en trek het naar u toe.
Als de bevochtigerslang niet goed
gemonteerd kan worden, kunt u
deze doorsnijden en met behulp van
de bij de buitenunit meegeleverde
koppeling of kniestuk monteren.
Bevochtigerslang
2)
1)
Voorkom zo veel mogelijk
dat er zakkingen in de
slang kunnen komen.
Kort de isolatie-pijpen in tot
een geschikte lengte en wind
er band omheen, let er op dat
er geen ruimte zit bij de snijlijn
van de pijpen.
Wind het plakband
rond de pijpen van
beneden naar boven.
B
Geurfilter voor
Luchtfilters
de streamerunit
Plaats de
batterijen .
Schroeven
(Niet meegeleverd: M3 × 20L)
Draadloze
G
afstandbediening
J
Haak
H
Afstandsbedieninghouder
Voor u de
afstandsbedieningshouder
tegen de muur shroeft,
moet u er op letten dat
vanuit deze positie de
signalen goed ontvangen
worden door de binnenuit.
3 ■Nederlands
Installatie Tips
Verwijderen en installeren van het frontpaneel.
1.
• Demonteren
1) Open het frontpaneel.
2) Druk de asopening naar links en neem de as los.
Druk de asopening naar rechts en neem de as los.
• Installatiemethode
Steek de asjes links en rechts op het frontpaneel een
voor een in de asopeningen een sluit het frontpaneel
voorzichtig.
(Druk het frontpaneel aan weerszijden aan.)
Het bovenpaneel demonteren en monteren.
2.
• Demonteren
1) Verwijder het frontpaneel en het luchtfilter.
2) Trek de 2 nokjes aan weerszijden naar voor, maak
het nokje in het midden los en tul vervolgens het
bovenpaneel los.
• Installatiemethode
1) Druk het bovenpaneel langs de geleiding aan de
bovenkant van het ventilatierooster naar binnen en
steek de 3 nokjes in de sleuven in het
ventilatierooster.
2) Druk het bovenpaneel omlaag tot het vastklikt.
3) Monteer het luchtfilter en het frontpaneel.
As
Asopening
As
Asopening
AsAsopening
Nokje (in het midden)
Nokjes
(2 aan elke kant)
Nokjes (op 3 plaatsen)
■Nederlands 4