Daikin FDXS25EAVMB, FDKS25EAVMB, FDXS35EAVMB, FDKS35EAVMB, FDXS50CVMB Operation manuals [nl]

...
DAIKIN ROOM AIR CONDITIONER
Operation Manual
MODELS
FDXS25EAVMB FDKS25EAVMB
FDXS35EAVMB FDKS35EAVMB
FDXS50CVMB FDKS50CVMB
FDXS60CVMB FDKS60CVMB
English
Deutsch
Français
Nederlands
Español
Italiano
ΕλληνικÜ
Portugues
Türkçe
INHOUD
LEZEN VOOR GEBRUIK
Veiligheidsmaatregelen.................................. 2
Namen van onderdelen.................................. 4
Voorbereidingen Voor Gebruik....................... 7
GEBRUIK
AUTO · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN ·
VENTILATOR modus................................... 10
Modus KRACHTIG....................................... 12
FUNCTIE STIL VOOR DE BUITENUNIT..... 13
Modus VERTREKKEN ................................. 14
Gebruik van de Timer................................... 16
Opmerking voor Multisysteem...................... 18
ONDERHOUD
Onderhoud en Reiniging .............................. 20
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen Oplossen.................................... 22
1
LEZEN VOOR GEBRUIK
Veiligheidsmaatregelen
Bewaar deze handleiding op een plaats waar de gebruiker deze gemakkelijk kan terugvinden.
Lees de handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken.
Lees de volgende punten, voor de veiligheid van uzelf en die van anderen, aandachtig door.
Dit handleiding voorzorgsmaatregelen in WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATREGELEN. Volg de onder­staande veiligheidsaanwijzingen nauwgezet op: ze zijn opgesteld voor de veiligheid van uzelf en die van anderen.
WAARSCHUWING
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het apparaat mogelijk schade aan eigendommen en persoon­lijk letsel veroorzaken of zelfs levensbedreigend zijn.
Voorkom dat. Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op
Vergeet niet om de airconditioner te aarden
Druk de toetsen van de airconditioner (of de afstandsbediening) nooit in met natte handen.
VOORZORGSMAATREGELEN
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het appa­raat mogelijk schade veroorzaken aan eigendommen en per­soonlijk letsel veroorzaken.
Voorkom dat de airconditioner (of de afstandsbedien­ing) nat wordt.
WAARSCHUWING
Om brand, explosies of letsel te voorkomen mag het apparaat niet worden gebruikt in omgevingen waarin ontvlambare en/of corrosieve gassen aanwezig zijn.
Het is slecht voor uw gezondheid wanneer u uw lichaam gedurende lange tijd blootstelt aan de luchtstroom.
Steek nooit een vinger, staaf of andere objecten in de luchtinlaat- of uitlaatopening. Omdat de ventilator met hoge snelheid draait, kan hierdoor letsel ontstaan.
Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, breng geen wijzigingen aan en probeer ook niet om het apparaat zelf opnieuw te install­eren. Wanneer de apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd kan gevaar voor elektrische schokken of brand e.d. ontstaan. Neem voor reparaties en het opnieuw installeren van het apparaat contact op met uw Daikin-leverancier voor advies en informatie.
Het in de airconditioner toegepaste koelmiddel is veilig. Hoewel lekkages normaal niet voorkomen is het in voorkomende gevallen van groot belang dat weggelekt koelmiddel niet in contact komt met open vuur, zoals van gasverwarmingstoestellen, benzinekachels of gasfornuizen.
Als de airconditioner niet goed koelt (of verwarmt) is het mogelijk dat koelmiddel weglekt; neem in dat geval contact op met uw leverancier. Neem, wanneer reparaties uitgevoerd moeten worden waarbij koelmiddel moet worden bijgevuld, contact op met onze technische dienst.
Probeer de airconditioner niet zelf te installeren. Wanneer de apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd kan lekkage of gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan. Neem voor het installeren van het apparaat contact op met uw leverancier of een erkend installateur.
Schakel, wanneer u iets vreemds waarneemt, zoals een brandlucht, het apparaat onmiddellijk uit, schakel de hoofd­schakelaar uit. En neem contact op met de leverancier voor aanvullende instructies.
Afhankelijk aan de plaats waar het apparaat wordt gebruikt kan het noodzakelijk zijn om een aardlekschakelaar te installeren. Wanneer de airconditioner niet is aangesloten op een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
De airconditioner moet geaard worden. Door een slechte aarding kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan. Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een telefooninstallatie.
VOORZORGSMAATREGELEN
Gebruik het apparaat niet voor koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, omdat daardoor de kwaliteit nadelig kan worden beïnvloed.
Zorg ervoor dat kleine kinderen, planten of dieren zich nooit direct in de luchtstroom bevinden.
2
Plaats nooit apparatuur die werkt met open vuur in de luchtstroom van het apparaat of onder de binnenunit. Dit kan resulteren in een onvolledige verbranding in het apparaat of vervorming van de airconditioner als gevolg van de opstijgende warmte.
Zorg ervoor dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet afgedekt worden. Wanneer de luchtstroom wordt geblokkeerd gaat het apparaat slechter werken en kunnen storingen ontstaan.
Ga nooit op de buitenunit staan of zitten. Plaats geen objecten bovenop het apparaat om letsel te voorkomen en ver­wijder nooit het ventilatorrooster.
Plaats geen objecten onder de binnen- of buitenunit die niet bestand zijn tegen vocht. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk kan het vocht in de lucht in het apparaat condenseren en uit het apparaat druppelen.
Controleer de aansluitingen en bevestiging op beschadiging wanneer het apparaat gedurende lange tijd is gebruikt.
Raak de luchtinlaat en de aluminium jaloezieën van de buitenunit nooit aan. Hierdoor kan letsel ontstaan.
Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend.
Let op dat kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte wanneer de airconditioner wordt gebruikt in een ruimte waarin ook een brander wordt gebruikt, om een zuurstoftekort te voorkomen.
Schakel de airconditioner uit, schakel de hoofdschakelaar van het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
Sluit de airconditioner niet aan op een voedingsbron met andere specificaties dan de genoemde. Hierdoor kunnen storingen of brand ontstaan.
Zorg ervoor dat de afvoerslang het overtollige water gemakkelijk kan afvoeren. Door een slechte afvoer kan water­schade ontstaan aan het gebouw, de inventaris enz.
Plaats nooit objecten onder de binnenunit die niet bestand zijn tegen water. In de volgende gevallen kunnen druppels ontstaan: bij RV 80% of hoger, een verstopte afvoeruitgang of een vervuild luchtfilter.
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren en ander afval zich rond de unit ophopen. Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
Bedien de airconditioner nooit met natte handen.
Reinig de airconditioner nooit met overvloedig water; gebruik alleen een licht bevochtigde doek.
Plaats geen objecten bovenop het apparaat die water of andere vloeistoffen bevatten. In dat geval kan gemorst of het appa­raat binnendringen, de elektrische isolatiematerialen aantasten waardoor gevaar voor elektrische schokken kan ontstaan.
Installatie-plaats.
Neem contact op met de winkel wanneer u de airconditioner in een van de volgende soorten omgeving wilt installeren.
Plaatsen waar olie of vet, stoom of roet aanwezig is.
Zoute omgevingen, zoals aan de kust.
Plaatsen met zwavelgassen, zoals uit hete bronnen.
Plaatsen waar de buitenunit mogelijk door sneeuw geblokkeerd kan raken.
De afvoer van de buitenunit moet uitmonden in een plaats met goede drainage.
Houd rekening met geluidsoverlast voor uw buren.
Kies een plaats zoals hieronder beschreven voor de installatie.
Een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de unit te dragen, maar die niet het geluid en de vibratie tijdens het in werking zijn van het systeem versterkt.
Een plaats waar lucht of geluid uit de buitenunit uw buren niet tot last kan zijn.
Elektrische werkzaamheden.
U dient voor de stroomvoorziening gebruik te maken van een aparte groep speciaal voor uw airconditioner.
Verplaatsen van het systeem.
Wanneer de airconditioner moet worden verplaatst, moet dit door een vakbekwaam installateur worden uitgevoerd. Neem contact op met de leverancier als het nodig blijkt te zijn om het systeem te verplaatsen of te veranderen.
3
Namen van onderdelen
Binnenunit
1
45
2
3
6 8
7
4
9
10
Buitenunit
11
12
15
Binnenunit
1. Luchtuitlaat
2. Luchtuitlaatgrille:
• De uitvoering van de luchtuitlaatgrille en luchtinlaatgrille kan bij sommige modellen afwijken.
3. Ontvanger
4. Luchtinlaatgrille:
• De uitvoering van de luchtinlaatgrille en luchtuitlaatgrille kan bij sommige modellen afwijken.
5. Luchtinlaat
6. Kamertemperatuursensor:
Deze meet de luchttemperatuur ter plaatse van de unit.
7. Werkingslampje (groen)
8. TIMER-lampje (geel):
9. Lampje VERTREKKEN (rood):
• Gaat branden wanneer u de modus VER­TREKKEN heeft ingeschakeld. (pagina 14.)
(niet meegeleverd)
(optie)
(pagina 16.)
13
14
10. AAN /UIT-schakelaar van binnenunit:
Druk eenmaal op deze schakelaar om het appa­raat te starten. Druk nogmaals om het te stoppen.
Deze schakelaar kan gebruikt worden wanneer de afstandsbediening zoekgeraakt is.
De werkingsmodus verwijst naar de volgende tabel.
Modus
FDKS
KOELEN
FDXS AUTO
Temperatuur-
instelling
22°C 25°C
Luchtdebiet
AUTO AUTO
Buitenunit
11. Luchtinlaat:
12. Koelmiddelleidingen en verbindingskabel tussen de units
13. Draineerslang
De uitvoering van de buitenunit kan bij sommige modellen afwijken.
(Achteraan en opzij)
14. Aardaansluiting:
• Onder deze kap.
15. Luchtuitlaat
5
Afstandsbediening
2
3
4
7
8
1
5
6
9
10
12
11
< ARC433B69, B76 >
1. Signaalzender:
• Verstuurt signalen naar de binnenunit.
2. Display:
• Toont de huidige instellingen.
(In dit voorbeeld wordt elke sectie ter verk­laring afgebeeld met alle displays AAN.)
3. VERTREKTOETS:
VOOR BEDIENING WANNEER U DE RUIMTE VERLAAT (pagina 14.)
4. KRACHTIG-knop:
KRACHTIGE werking (pagina 12.)
5. TEMPERATUURINSTELTOETSEN:
Hiermee wordt de temperatuurinstelling gewijzigd.
6. AAN/UIT-knop:
Druk deze toets eenmaal in op de modus in te schakelen. Druk nogmaals op de toets om de modus uit te schakelen.
13
15
14
7. MODUSKEUZETOETS:
• Hiermee selecteert u de werkingsmodus. (AUTO/DROGEN/KOELEN/VERWARMEN/ VENTILATOR
8. Toets voor de functie STIL:
VOOR DE BUITENUNIT (pagina 13.)
9. VENTILATOR-instelknop:
Hiermee stelt u de hoeveelheid te verplaatsen lucht in.
10. INSCHAKELTIMER-knop:
11. UITSCHAKELTIMER-knop:
12. Insteltoets TIJD:
Hiermee kunt u de instelling van de tijd wijzigen
13. TIMERANNULATIE-knop:
Hiermee annuleert u de instellingen van de tijdschakelaar.
14. KLOK-knop:
15. RESET-toets:
Start het apparaat opnieuw als het niet meer reageert.
Gebruik hiervoor een dun voorwerp.
) (pagina 10.)
FUNCTIE STIL
(pagina 17.)
(pagina 16.)
(pagina 9.)
6
Voorbereidingen Voor Gebruik
De batterijen plaatsen
Verwijder het frontpaneel door dit
1. weg te schuiven.
2. Plaats twee AAA-batterijen (droge cel).
3. Doe het deksel terug.
en – in de
+ juiste positie!
2
1
3
LET OP
Opmerkingen over de batterijen
Vervang de batterijen altijd door batterijen van hetzelfde type en vervang altijd beide batterijen.
Verwijder de batterijen wanneer het systeem gedurende een langere periode niet wordt gebruikt.
We adviseren u om deze elk jaar te vervangen door nieuwe batterijen maar wanneer het display van de afstandsbediening minder duidelijk afleesbaar wordt of de ontvangst van signalen gestoord wordt, kan het noodzakelijk zijn om de batterijen eerder te vervangen. Gebruik nooit mangaanbaterijen.
Met de meegeleverde batterijen kan het systeem worden getest. Deze batterijen kunnen echter maar een korte levensduur hebben, afhankelijk van de fabricagedatum van de airconditioner.
7
Voorbereidingen Voor Gebruik
Bediening van de afstandsbediening
• Richt de afstandsbediening met het zendvenster naar de binnenunit om hem te gebruiken. De unit zal niet functioneren als de signalen tussen de unit en de afstandsbediening worden belem­merd door bijvoorbeeld een gordijn.
Laat de afstandsbediening niet vallen of nat worden.
• De maximale afstand die de afstandsbediening kan overbruggen, is ongeveer 4 meter.
Bevestigen van de afstandsbedienings-houder tegen de wand
1. Kies een plaats waarvandaan de
signalen de unit kunnen bereiken.
Ontvanger
2. Bevestig de houder tegen de wand,
een steunpilaar, enz. met de mee-
Houder Afstandsbediening
geleverde schroeven.
3. Plaats de afstandsbediening in de
Drukken.
houder voor de afstandsbediening.
Trek naar boven om uit te nemen.
LET OP
Over de afstandsbediening
Stel de afstandsbediening nooit bloot aan direct zonlicht.
Stof op de signaalzender of -ontvanger zal de gevoeligheid doen afnemen. Verwijder het stof met een zachte doek.
De communicatie tussen de afstandsbediening en de binnenunit kan worden belemmerd als er zich in de kamer een fluorecentie-lamp (TL-lamp) met een elektronische starter bevindt. Raadpleeg in dit geval de winkel.
Als de afstandsbediening toevallig ook een ander apparaat kan bedienen, adviseren wij u dat appa­raat op een andere plaats te zetten, of de winkel te raadplegen.
8
Loading...
+ 19 hidden pages