Duidt op een situatie die de dood of ernstige
verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR:RISICOOPELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan
veroorzaken.
GEVAAR:RISICOVOORBRANDWONDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan
veroorzaken als gevolg van extreem hoge of
lage temperaturen.
GEVAAR:RISICOOPONTPLOFFING
Duidt op een situatie die een ontploffing kan
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige
verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
WAARSCHUWING:ONTVLAMBAAR
MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of kleine of
matige verwondingen als gevolg zou kunnen
hebben.
OPGELET
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur
of eigendom zou kunnen berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbool
Uitleg
Lees vóór de installatie eerst de installatieen gebruiksaanwijzing en het blad met de
instructies voor de bedrading.
Lees vóór onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden eerst de
onderhouds- en reparatiehandleiding.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide
handleiding voor de installateur en de
gebruiker.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te vermijden:
Spoel de unit NIET af.
Bedien de unit NIET met natte handen.
Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten
op de unit.
OPGELET
Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of
uitrustingen bovenop de unit.
Zit, klim of sta NIET op de unit.
1 Algemene
veiligheidsmaatregelen
1.1 Over de documentatie
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels
geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Alle in dit document vermelde voorzorgen
betreffen zeer belangrijke punten en dienen
dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
De installatie van het systeem en alle handelingen
beschreven in de installatiehandleiding moeten
door een erkende installateur uitgevoerd worden.
1.1.1 Betekenis van de
waarschuwingen en symbolen
1.2 Voor de gebruiker
Indien u twijfels heeft over de bediening van
de unit, neem contact op met uw installateur.
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen
van 8 jaar en ouder en door personen met
verminderde fysieke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als
zij supervisie of instructie krijgen over het veilige
gebruik van het apparaat en als zij de gevaren in
betrekking hiermee begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Reiniging en
onderhoud door de gebruiker mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Het volgende symbool staat vermeld op de units:
Dit betekent dat u geen elektrische en elektronische
producten mag mengen met ongesorteerd
huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf
te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem
en het behandelen van het koelmiddel, van olie en
van andere onderdelen moeten door een erkende
installateur conform met de geldende wetgeving
uitgevoerd worden.
Pagina 4
Installatie- en gebruikershandleiding
OPGELET
Een foute installatie of bevestiging van
apparatuur, uitrustingen of accessoires
kan elektrische schokken, een kortsluiting,
lekken, brand of schade aan de apparatuur of
uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik alleen
accessoires, optionele apparatuur/uitrustingen
en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt
of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en
de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende
wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de
Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke
beschermingsuitrustingen (beschermende
handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer
u het systeem installeert of onderhoudt.
GEVAAR:RISICOVOORBRANDWONDEN
Raak tijdens of net na bedrijf GEEN
koelmiddelleidingen, waterleidingen of
interne onderdelen aan. Deze kunnen
te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om
terug op een normale temperatuur
te komen. Indien u deze toch moet
aanraken, draag dan beschermende
handschoenen.
Raak per ongeluk lekkend koelmiddel
NIET aan.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit
door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan
worden. Kleine dieren die in contact komen met
elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of
brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van
de unit NIET aan.
OPGELET
Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of
uitrustingen bovenop de unit.
Zit, klim of sta NIET op de unit.
OPGELET
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best
gepland bij droog weer om waterinsijpeling te
voorkomen.
De units moeten voor hergebruik, recyclage
en terugwinning bij een gespecialiseerd
behandelingsbedrijf worden behandeld. Door
ervoor te zorgen dat dit product op de juiste
manier wordt weggeworpen, draagt u bij tot het
voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen
voor milieu en menselijke gezondheid. Voor meer
informatie, neem contact op met uw installateur of
de plaatselijke overheid.
1.3 Voor de installateur
1.3.1 Algemeen
Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening
van de unit, neem contact op met uw verdeler.
Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij
het product vereist worden; in dit logboek dienen dan
minstens de volgende zaken bijgehouden: informatie
over het onderhoud, de reparatiewerkzaamheden,
de resultaten van testen, de stilstandperioden, enz.
Bovendien dienen minstens volgende informaties op
een toegankelijke plaats bij het product voorzien te
worden:
Instructies om het systeem uit te schakelen in
gevallen van nood
De naam en het adres van de brandweer,
de politie en een ziekenhuis
De naam, het adres en de telefoonnummers
overdag en 's nachts om onderhoud te bekomen
In Europa bevat EN378 de nodige richtlijnen voor dit
logboek.
1.3.2 Plaats van installatie
Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor
onderhoud en luchtcirculatie.
Controleer of de plaats waarop de unit moet
komen, bestand is tegen het gewicht en de
trillingen van de unit.
Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt.
Blokkeer GEEN enkele van de ventilatieopeningen.
Controleer of de unit horizontaal staat.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
In mogelijke explosieve omgevingen.
In plaatsen met toestellen of machines
die elektromagnetische golven uitzenden.
Elektromagnetische golven kunnen het
besturingssysteem ontregelen en zo storingen
aan de uitrusting veroorzaken.
In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende
ontvlambare gassen (zoals verdunners of
benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.
Installatie- en gebruikershandleiding
Pagina 5
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een
druk hoger dan de maximaal toegestane druk
(vermeld op het naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer
koelmiddel zou lekken. Ventileer onmiddellijk de
zone wanneer koelgas lekt. Mogelijke risico's:
Te hoge koelmiddelconcentraties in een
gesloten ruimte kunnen leiden tot een
gebrek aan zuurstof.
Als koelgas in contact komt met vuur,
kan giftig gas ontstaan.
GEVAAR:RISICOOPONTPLOFFING
Wegpompen van koelmiddel –
Koelmiddellekkage. Als u koelmiddel wilt
wegpompen uit het systeem, en er een lek is in
het koelmiddelcircuit:
Gebruik NIET de automatische
wegpompfunctie van de unit, waarmee u al
het koelmiddel van het systeem naar de
buitenunit kunt verzamelen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en ontploffing van
de compressor omdat er lucht in de
compressor terechtkomt.
Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem
zodat de compressor van de unit NIET
hoeft te werken.
WAARSCHUWING
Vang steeds het koelmiddel op. Laat ze NIET
rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik een
vacuümpomp om de installatie leeg te pompen.
OPGELET
Om te voorkomen dat de compressor defect
raakt, mag u NIET meer bijvullen dan de
gespecificeerde hoeveelheid koelmiddel.
Als het koelmiddelsysteem moet worden
geopend, dan dient het koelmiddel te
worden behandeld volgens de geldende
wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem
zit. Bovendien mag er pas koelmiddel worden
bijgevuld nadat er een lekkagetest en een
vacuümdroogprocedure is uitgevoerd.
Als
Dan
Er is een sifonbuis
(d.w.z. er zou iets zoals
"Met vloeistofvulsifon" op
de fles moeten staan)
Vul bij met rechtopstaande
fles.
Er is GEEN sifonbuis
Vul bij met de
ondersteboven staande fles.
VOORZICHTIG
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid
of tijdens een pauze, moet u de klep van de
koelmiddeltank onmiddellijk sluiten. Als de klep
niet onmiddellijk gesloten wordt, kan door de
resterende druk extra koelmiddel worden
bijgevuld. Mogelijk gevolg: Verkeerde
hoeveelheid koelmiddel.
In plaatsen waar corroderend gas (zoals
zwavelzuurgas) geproduceerd wordt. Corrosie
aan de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen
kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat lekken.
1.3.3 Koelmiddel
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg
de installatiehandleiding van uw toepassing.
Zie het typeplaatje op de unit wanneer koelmiddel in
het systeem moet worden aangevuld. Daarop staan
het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.
De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld
en sommige systemen moeten, afhankelijk van de
maat en lengte van de leidingen, bijkomend met
koelmiddel worden gevuld.
Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en
alleen voor het soort koelmiddel bedoeld is om de
vereiste drukweerstand te kunnen garanderen en
om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem
terechtkomen.
Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
Open koelmiddelflessen steeds traag.
Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het
koelmiddel in gasvormige fase toevoegen kan
de normale werking verstoren.
Pagina 6
Installatie- en gebruikershandleiding
OPGELET
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet
aan de EU-richtlijn 98/83 EC.
GEVAAR:RISICOOPELEKTROCUTIE
Schakel alle elektrische voedingen
UIT voordat u het deksel van de
schakelkast verwijdert, elektrische
bedrading aansluit of elektrische
onderdelen aanraakt.
Schakel de elektrische voeding langer dan
1 minuut uit en meet de spanning op de
aansluitklemmen van de condensatoren of
elektrische onderdelen van de hoofdkring
vooraleer u een onderhoud uitvoert. De
spanning MOET onder de 50 V DC
gevallen zijn vooraleer u elektrische
onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het
bedradingsschema voor de plaats van de
aansluitklemmen.
Raak elektrische onderdelen NIET aan met
natte handen.
Laat de unit NIET onbewaakt achter
wanneer het servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
Indien deze NIET standaard werd geplaatst,
moet een hoofdschakelaar (of een ander middel
om uit te schakelen) tussen de vaste bedrading
geplaatst worden; deze schakelaar dient het
contact van alle polen volledig te verbreken en te
voldoen aan de vereisten van de overspanningcategorie-III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
Gebruik ALLEEN koperdraden.
Controleer of de lokale bedrading voldoet
aan de geldende wetgeving.
Alle lokale bedradingen dienen conform het
met het product meegeleverd
bedradingsschema uitgevoerd te worden.
Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en
controleer of ze niet met leidingen of
scherpe randen in contact (kunnen) komen.
Controleer of geen externe druk op de
klemaansluitingen wordt uitgeoefend.
Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de
unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van
de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik hiervoor een aparte voedingskring.
Gebruik NOOIT een elektrische voeding die
met een ander toestel gedeeld wordt.
Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
Plaats zeker een aardlekschakelaar.
Als u dit niet doet, kan dit een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Wanneer u de aardlekbeveiliging
plaatst, controleer of deze met de
inverter compatibel is (bestand tegen
hoogfrequente elektrische ruis), zodat de
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
OPGELET
Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van
voedingsbedrading:
Sluit geen bedrading met een andere dikte
aan op de aansluitingenblok voor
de voedingsdraden (een speling op de
voedingsbedrading kan abnormale
verhitting als gevolg hebben).
Wanneer u bedrading aansluit die dezelfde
dikte heeft, doe dit zoals op de afbeelding
hieronder getoond.
Gebruik de aangewezen voedingsdraad en
sluit deze stevig aan, borg ze vervolgens
zodat er van buiten geen druk op het
klemmenbord kan worden uitgeoefend.
Gebruik een passende schroevendraaien
voor het vastdraaien van de schroeven van
de klemmen. Met een schroevendraaier met
kleine kop beschadigt u de schroefkop
waardoor u de schroef niet goed meer vast
kunt draaien.
Als u de schroeven van de klemmen te vast
draait kunt u ze breken.
WAARSCHUWING
Controleer na het beëindigen van
de elektriciteit of alle elektrische onderdelen
en aansluitklemmen in de elektriciteitskast
veilig zijn aangesloten.
Controleer of alle deksels dicht zijn
vooraleer de unit aan te zetten.
1.3.4 Water
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg
de installatiehandleiding van uw toepassing.
1.3.5 Elektrisch
Leg de stroomkabels op minstens 1 meter afstand van
televisietoestellen en radio's om geen interferenties te
hebben. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een
afstand van 1 meter soms niet.
Installatie- en gebruikershandleiding
Pagina 7
1.4 Verklarende woordenlijst
Verdeler
Verdeler die het product verkoopt.
Erkende installateur
Technisch bekwame persoon met een erkenning
om het product te installeren.
Gebruiker
Persoon die de eigenaar is van het product en/of
die het product gebruikt.
Geldende wetgeving
Alle geldende internationale, Europese,
nationale en plaatselijke richtlijnen, wetten,
reglementen en/of voorschriften betreffende
een bepaald product of domein.
Onderhoudsbedrijf
Bedrijf dat bevoegd is om de vereiste service
voor het product uit te voeren of te coördineren.
Installatiehandleiding
Handleiding met instructies betreffende het
installeren, het configureren en het onderhouden
van een bepaald product of een bepaalde
toepassing.
Bedieningshandleiding
Instructiehandleiding voor een bepaald product
of een bepaalde toepassing waarin wordt
uitgelegd hoe het product of de toepassing
moet worden gebruikt.
Accessoires
Labels, handleidingen, informatiefiches,
apparatuur en uitrustingen die met het
product worden meegeleverd en die volgens
de instructies in de meegeleverde documentatie
geïnstalleerd moeten worden.
Optionele uitrustingen
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde
apparatuur/uitrustingen die met het product
volgens de instructies in de meegeleverde
documentatie gecombineerd mogen worden.
Ter plaatse te voorzien
Niet door Daikin gemaakte
apparatuur/uitrustingen die met het product
volgens de aanwijzingen in de meegeleverde
documentatie gecombineerd mogen worden.
Pagina 8
Installatie- en gebruikershandleiding
Veiligheidsinformatie
Te volgen procedures
Informatie/Suggesties
WAARSCHUWING!
De apparatuur kan worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar of ouder alsook door
mensen met verminderde fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of door personen die
niet over de vereiste ervaring of kennis
beschikken, op voorwaarde dat ze onder
toezicht staan of nadat ze instructies hebben
gekregen over het veilige gebruik van de
apparatuur en uitleg over het gebruik ervan.
Kinderen mogen niet met de apparatuur
spelen. De reiniging en het onderhoud die
moeten worden uitgevoerd door de gebruiker,
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen
die niet onder toezicht staan.
2 Inleiding
Deze installatie- en onderhoudshandleiding moet
worden beschouwd als een integraal onderdeel van
de warmtepomp (hierna de apparatuur genoemd).
Bewaar ze voor latere naslag tot de warmtepomp zelf
werd ontmanteld. Deze handleiding is zowel bestemd
voor gespecialiseerde installateurs (monteurs –
onderhoudstechnici) als voor eindgebruikers.
Ze beschrijft enerzijds de installatievoorschriften die
moeten worden gevolgd om een correcte en veilige
werking van de apparatuur te waarborgen, en
anderzijds de manieren waarop de apparatuur
moet worden gebruikt en onderhouden.
Wanneer de apparatuur wordt verkocht of van
eigenaar verandert, moet de handleiding samen
met de apparatuur naar de nieuwe bestemming gaan.
Alvorens de apparatuur te installeren en/of gebruiken
dient u de handleiding, en in het bijzonder hoofdstuk 5
over veiligheid, grondig door te nemen.
Deze handleiding moet bij de apparatuur worden
bewaard en moet te allen tijde ter beschikking zijn van
het gekwalificeerde personeel dat verantwoordelijk is
voor de installatie en het onderhoud van de apparatuur.
De volgende symbolen worden in de handleiding
gebruikt om snel de belangrijkste informatie te
kunnen vinden:
Om technische perfectie zo goed mogelijk te
benaderen, behouden wij ons het recht voor
om op elk moment wijzigingen in de constructie van
de apparatuur of aan gegevens aan te brengen. We
aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheidsclaims die
betrekking hebben op instructies, figuren, tekeningen of
beschrijvingen, behoudens fouten van gelijk welke aard.
De leverancier kan niet verantwoordelijk worden gesteld
voor schade die voortvloeit uit een verkeerd of
ongepast gebruik, of als gevolg van niet toegestane
herstellingen of wijzigingen.
2.1 Producten
Beste klant,
We willen u van harte danken voor de aankoop van
dit product.
Onze onderneming is altijd al erg begaan geweest
met het milieu, en daarom worden onze producten
met milieuvriendelijke technologieën en materialen
gemaakt, conform RAEE-richtlijn 2012/19/EU en
RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
2.2 Disclaimer
De inhoud van deze gebruiksinstructies werd
onderworpen aan een grondige controle om de
conformiteit ervan met hardware en software te
verifiëren. Desondanks blijft het mogelijk dat er
niet-conformiteiten optreden. Bijgevolg zal geen
aansprakelijkheid voor volledige conformiteit worden
opgenomen.
2.3 Auteursrecht
Deze gebruiksinstructies bevatten informatie die wordt
beschermd door het auteursrecht. Het is verboden
om deze gebruiksinstructies of delen daarvan te
fotokopiëren, dupliceren, vertalen of opnemen
op geheugentoestellen zonder de voorafgaande
toestemming van Daikin. Elke inbreuk hierop zal
aanleiding geven tot de betaling van een compensatie
voor mogelijk veroorzaakte schade. Alle rechten zijn
voorbehouden, inclusief de rechten die voortvloeien
uit de afgifte van octrooien of de registratie van
gebruiksmodellen.
2.4 Werkingsprincipe
De apparatuur uit de 1,9 kW en 2,9 kW reeks kan
warm water voor huishoudelijk gebruik produceren
door gebruik te maken van warmtepomptechnologie.
Een warmtepomp kan warmte-energie overbrengen
van een lage-temperatuurbron naar een bron met een
hogere temperatuur en omgekeerd (warmtewisselaars).
De apparatuur maakt gebruik van een watercircuit
dat bestaat uit een compressor, een verdamper, een
condensator en een expansieklep. In dit circuit stroomt
een koelvloeistof/-gas (zie paragraaf 4.6).
Installatie- en gebruikershandleiding
Pagina 9
Fig. 1 – Werkingsprincipe
Versie
Beschrijving configuratie
EKHH2E200AAV3(3)
EKHH2E260AAV3(3)
Warmtepomp met luchtbron
voor de productie van warm
water voor huishoudelijk
gebruik
EKHH2E260PAAV3(3)
Warmtepomp met luchtbron
voor de productie van warm
water voor huishoudelijk
gebruik, voor gebruik met
een zonnesysteem.
WAARSCHUWING!
Onderdelen van de verpakking (nietjes,
kartonnen dozen, enz.) mogen niet binnen
het bereik van kinderen blijven omdat ze
gevaarlijk zijn.
Elektrische warmte
Ecologische warmte
Condensor
Lucht
Verdamper
Compressor
Expansieklep
Tank
Koud water
Warm water
De compressor creëert een drukverschil in het circuit
dat ervoor zorgt dat er een thermodynamische cyclus
optreedt: daarbij wordt de koelvloeistof aangezogen
door een verdamper waar de vloeistof zelf verdampt bij
lage druk door warmte te absorberen, waarna ze wordt
gecomprimeerd en naar de condensator gevoerd waar
ze wordt gecondenseerd onder hoge druk en zo de
geabsorbeerde warmte afgeeft. Na de condensator
loopt de vloeistof door de zogenaamde "expansieklep"
2.5 Beschikbare versies en
configuraties
De warmtepomp kan worden ingezet in verschillende
configuraties, afhankelijk van de mogelijke combinatie
ervan met andere verwarmingsbronnen (bijv. zonneenergie, biomassa, enz.).
en door het verlies van druk en de temperatuur begint
ze te verdampen, komt ze opnieuw de verdamper
binnen en begint de cyclus opnieuw.
3 Hantering en transport
De apparatuur wordt geleverd in een kartonnen doos.
Ze is met drie schroeven vastgemaakt aan een pallet.
Gebruik een vorkheftruck of pallettruck met een
laadcapaciteit van ten minste 250 kg om de apparatuur
te lossen.
Om de
bevestigingsschroeven
Het werkingsprincipe van de apparatuur is als volgt
(Fig. 1):
I-II: De koelvloeistof die wordt aangezogen door de
compressor stroomt binnen de verdamper en terwijl
ze verdampt, absorbeert ze de "ecologische warmte"
van de lucht.
Tegelijk wordt de omgevingslucht aangezogen door
een ventilator van de apparatuur; de lucht verliest zijn
warmte terwijl hij over de ribbenbuis-batterij van de
verdamper loopt;
II-III: Het koelgas stroomt binnenin de compressor en
ondergaat daar een drukverhoging die leidt tot een
temperatuurstijging, waardoor het wordt omgezet in
sterk verhitte stoom;
III-IV: Binnenin de condensator geeft het koelgas zijn
warmte af aan het water in de tank (ketel). Door dit
uitwisselingsproces gaat het koelmiddel van sterk
verhitte stoom over in een vloeibare toestand als
gevolg van condensatie bij een constante druk en
een verlaging van de temperatuur;
IV-I: De koelvloeistof loopt door de expansieklep,
waarbij zowel de druk als de temperatuur ervan plots
dalen en ze gedeeltelijk verdampt waardoor de druk en
de temperatuur weer op hun oorspronkelijke waarden
komen. De thermodynamische cyclus kan beginnen.
eenvoudiger te kunnen
verwijderen, kan de
verpakking met de
achterzijde van de
apparatuur naar
beneden toe in een
horizontale positie
worden gelegd.
Wanneer bij het
uitpakken messen of
cutters worden gebruikt
om de kartonnen
verpakking te openen,
moet dit uiterst
voorzichtig gebeuren
om de omsluiting van de apparatuur niet te
beschadigen.
Controleer na het uitpakken of de unit helemaal intact
is. Als u twijfelt, gebruik de apparatuur dan niet en roep
de hulp in van een gekwalificeerd technicus.
Met het oog op de geldende regelgeving inzake
milieubescherming dient u ervoor te zorgen dat alle
geleverde accessoires werden verwijderd alvorens
u de verpakking weggooit.
Pagina 10
Installatie- en gebruikershandleiding
WAARSCHUWING!
Tijdens het hanteren en installeren van het
product is het verboden om het bovenste deel van
de apparatuur op welke manier dan ook te
belasten, aangezien dit geen structureel
onderdeel is.
WAARSCHUWING!
Overeenkomstig het bovenstaande (zie "Posities
die zijn toegelaten voor transport en hantering")
mag de apparatuur enkel tijdens de laatste km
horizontaal worden getransporteerd. Ondersteun
daarbij de onderzijde van de ketel zodat niet
tegen de bovenzijde moet worden geleund, die
geen structureel onderdeel is. Wanneer de
apparatuur horizontaal wordt getransporteerd,
moet het display naar de bovenzijde toe gericht
worden.
√
√
(*) Opmerking: Daikin kan ervoor kiezen om het type
verpakking te veranderen.
Zolang de apparatuur niet in gebruik wordt genomen,
dient u ze te beschermen tegen atmosferische
invloeden.
Posities die zijn toegelaten voor transport en hantering:
Posities die niet toegelaten zijn voor transport en
hantering:
Installatie- en gebruikershandleiding
Pagina 11
1
Warmtepomp.
2
Bedieningspaneel.
3
Omsuiting in diepgetrokken ABS.
4
Stalen tank (ketel) gemoffeld overeenkomstig
UNI-normen (capaciteit: 200; 260 liter).
5
Bovenste ketelsonde.
6
Onderste ketelsonde.
7
Vulpunt koelmiddel.
8
Ventilator hercirculatie omgevingslucht.
9
Expansieklep.
10
Ribbenverdamper met hoge efficiëntie.
De hoeveelheid toegevoerde vloeistof
wordt geregeld door een daartoe voorziene
thermostaatkraan.
11
Luchtinlaat ( 160 mm).
12
Luchtuitlaat ( 160 mm).
13
Hermetisch gesloten roterende compressor.
14
Vervangbare magnesiumanode.
15
(1,5 kW – 230 W) Elektrisch verwarmingselement.
16
Afvoerleiding condensorpomp.
17
Retour condensor.
18
Vervangbare magnesiumanode.
19
Verbinding warm-wateruitlaataansluiting (G 1”).
20
Hercirculatiefitting (G ¾").
21
Inlaat, spiraalfitting voor zonne-energiesysteem
(G 1”
1/4
; 1 m2 wisseloppervlak).
22
Condensaatafvoer (G 1/2”).
23
Uitlaat, spiraalfitting voor zonne-energiesysteem
(G 1”
1/4
; 1 m2 wisseloppervlak).
24
Verbinding koud-waterinlaataansluiting (G 1”).
25
50 mm polyurethaanisolatie.
26
Veiligheidsdrukschakelaar met automatische
reset.
29
Luchtinlaatfilter.
30
½"G fitting voor sonde-immersiehuls
1
4
6
11
10
9
2
8
18
25
24
16
14
5 4 15
12
22
19
23
20
21
17
3
29 7 13
26
30
4 Bouwkenmerken
Pagina 12
Installatie- en gebruikershandleiding
1,9 kW
Beschrijvingen
m.e.
EKHH2E200AAV3(3)
EKHH2E260AAV3(3)
EKHH2E260PAAV3(3)
Opbrengst thermisch vermogen WP
kW
1,82
1,82
1,82
Totaal thermisch vermogen
kW
3,4
3,4
3,4
Opwarmtijd (1)
u:m
8:17
10:14
10:14
Opwarmtijd in BOOST-modus (1)
u:m
3:58
5:06
5:06
Thermisch verlies (2)
W
60
70
71
Elektrische gegevens
Elektrische voeding
V
1/N/230
Frequentie
Hz
50
Beschermingsgraad
IPX4
Maximale absorptie WP
kW
0,53
0,53
0,53
Gemiddelde absorptie
kW
0,43
0,43
0,43
Verwarmingselement + maximale
absorptie WP
kW
2,03
2,03
2,03
Vermogen elektrisch
verwarmingselement
kW
1,5
1,5
1,5
Max. stroomsterkte in WP
A
2,4
2,4
2,4
Vereiste overbelastingsbeveiligingen
A
Zekering T 16A / 16A automatische schakelaar, kenmerk C
(te verwachten tijdens installatie op voedingsystemen)
Interne beveiliging
Enkelvoudige veiligheidsthermostaat met manuele reset op een
resistief element
Bedrijfsomstandigheden
Min.÷ max. temperatuur luchtinlaat
warmtepomp (90% R.V.)
°C
-7÷38
Min. ÷ max temperatuur plaats van
installatie
°C
5÷38
Werkingstemperatuur
Max. instelbare temperatuur
WP - ECO-cyclus
°C
56
56
56
Max. instelbare temperatuur in
AUTOMATISCHE cyclus
°C
70
70
70
Compressor
Roterend
Compressorbeveiliging
Thermische stroomonderbreker met automatische reset
Beveiliging thermodynamisch circuit
Veiligheidsdrukschakelaar met automatische reset
Ventilator
Centrifugaal
Diameter uitstootafvoer
mm
160
4.1 Technische kenmerken
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.