Daikin DCOM-LT/IO Installer reference guide [nl]

RS485
3+4-5
C
POWER
15-24VDC
1
0/+20/+
10 11
P1P2
RS485
ACNET
REL AY 1
230VAC, 3A
6 7
C NO
REL AY 2
230VAC, 3A
8 9
C NO
STA TU S
SW1
12 13
C S1
14 15
S2 S3
16 17
C S4
18 19
S5 S6
REL AY 1
REL AY 2
DCOM-LT/IO
A B C D
H
E F G
J
P Q R S
T
Referentiehandleiding
DCOM-LT/IO
Referentiehandleiding
DCOM-LT/IO
Nederlands
60mm
75mm
20
110mm
21
24
89mm
88mm 32mm
22
25
Nederlands
23
2 DCOM-LT/IO Reference Manual
26
27
C S1S2 S3
C S1S2 S3
+
V
+
V
+
V
C S1S2 S3
C S4S5 S6
C S4S5 S6
+
V
+
V
+
V
C S4S5 S6
28
29
30
31
32
33
1 second
P1P2
34
1ON2 3 4 5 6 7 801ON2 3 4 5 6 7 811ON2 3 4 5 6 7 821ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 841ON2 3 4 5 6 7 851ON2 3 4 5 6 7 861ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 881ON2 3 4 5 6 7 891ON2 3 4 5 6 7 8101ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8121ON2 3 4 5 6 7 8131ON2 3 4 5 6 7 8141ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8161ON2 3 4 5 6 7 8171ON2 3 4 5 6 7 8181ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8201ON2 3 4 5 6 7 8211ON2 3 4 5 6 7 8221ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8241ON2 3 4 5 6 7 8251ON2 3 4 5 6 7 8261ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8281ON2 3 4 5 6 7 8291ON2 3 4 5 6 7 8301ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8321ON2 3 4 5 6 7 8331ON2 3 4 5 6 7 8341ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8361ON2 3 4 5 6 7 8371ON2 3 4 5 6 7 8381ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8401ON2 3 4 5 6 7 8411ON2 3 4 5 6 7 8421ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8441ON2 3 4 5 6 7 8451ON2 3 4 5 6 7 8461ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8481ON2 3 4 5 6 7 8491ON2 3 4 5 6 7 8501ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8521ON2 3 4 5 6 7 8531ON2 3 4 5 6 7 8541ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8561ON2 3 4 5 6 7 8571ON2 3 4 5 6 7 8581ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8601ON2 3 4 5 6 7 8611ON2 3 4 5 6 7 8621ON2 3 4 5 6 7 8
3
7
11
15
19
23
27
31
35
39
43
47
51
55
59
63
Nederlands
3DCOM-LT/IO Reference Manual
ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
De Engelse tekst is de originele handleiding. Andere talen zijn vertalingen van de originele instructies.
Raadpleeg http://www.daikineurope.com/support-and-manuals/ product­information/ voor meer gedetailleerde referentiehandleidingen voor gebruikers
Raadpleeg de Daikin documentatie voor de compatibiliteit van Daikin Altherma producten en regelaars.
Ondersteunde DCOM-functies kunnen verschillen, afhankelijk van de unit. Raadpleeg de handleiding van de unit voor meer informatie.
WAARSCHUWING
Lees deze instructies aandachtig vooraleer u de unit installeert. Hierin leest u hoe u de unit correct moet
installeren, congureren en gebruiken. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Dit is een optie die kan worden gebruikt in combinatie met Daikin units. Raadpleeg de handleiding voor installatie en gebruik van de units voor instructies voor installatie en gebruik.
Een onjuiste installatie of bevestiging van apparatuur of accessoires kan leiden tot elektrische schokken, kortsluiting, lekken, brand of andere schade aan de apparatuur, of tot persoonlijk letsel.
Nederlands
Wanneer u niet zeker bent over de procedures voor installatie of gebruik, neem dan steeds contact op met uw dealer voor advies en informatie.
Installeer de DCOM NIET:
In de buurt van machines die elektromagnetische straling uitsturen. Elektromagnetische straling kan de werking van de besturing verstoren; dit kan leiden tot storingen van de unit.
In vochtige zones of plaatsen waar de unit kan worden blootgesteld aan water. Wanneer water het apparaat binnendringt, kunnen elektrische schokken het gevolg zijn, en kan de interne elektronica defect raken.
Om te voldoen aan de SELV-systeemvereisten mag u het P1P2-netwerk niet aansluiten op enige andere aansluiting dan de P1P2-aansluiting op de DCOM en compatibele P1P2-aansluitingen op Daikin-apparatuur
WAARSCHUWING
netwerktoepassingen moet in overeenstemming zijn met EN60730-1:2011,
en mag de werking van een Type 2 actieregeling niet ophe󰀨en of enige
beschermende functie van de besturing verstoren
WAARSCHUWING Het product moet stevig worden bevestigd op een 35 mm IEC/EN 60715 DIN-rail. Wanneer de relaisklemmen R1 of R2 aangesloten worden op spanningen die hoger zijn dan 50 VAC of 75 VDC, of wanneer de DCOM-voeding niet SELV/PELV is, dan moet het product in een behuizing worden gemonteerd
die enkel toegankelijk is voor gekwaliceerde personen
met behulp van gereedschap. De behuizing kan uit
metaal of kunststof bestaan en moet gecerticeerd
zijn volgens EN62208:2011. Wanneer de behuizing uit kunststof bestaat, moet die een brandbaarheidsklasse van minimaal IEC 60695-11-10 V-1 hebben.
WAARSCHUWING
voor een indicatiefunctie, en mogen niet worden gebruikt
voor een regelfunctie. Zorg ervoor dat de gespeciceerde
belasting van de relais niet wordt overschreden. Wanneer de relaisklemmen R1 of R2 worden aangesloten op spanningen die hoger zijn dan 50 VAC of 75 VDC, moeten de aangesloten kabels worden geïsoleerd met een nominale spanning van 600 V en met vlamvertragende isolatie; geleiders moeten van gevlochten koper zijn volgens EN60228:2011 met een dwarsdoorsnede van 0,5 tot 2,5 mm2.
Alle kabels moeten worden aangesloten met een aangepaste trekontlasting en moeten tegen schuring worden beschermd.
EN 60730-1 VERKLARING
Modelnaam DCOM-LT/IO
Modelnummer 535-001
Montage Opbouwmontage
Doel van de regeling Regeling van de bediening
Beveiliging tegen
elektrische schokken
Softwareklasse Klasse A
Regelactie Type 1
Vervuilingsgraad 2
Nominale impulsspanning Categorie II 500V
Stootspanningsimmuniteit categorie
De werking van het product in slimme-
Relais mogen enkel worden gebruikt
Categorie Verklaring
Onafhankelijk gemonteerde apparatuur van klasse I
Installatieklasse 2
4 DCOM-LT/IO Reference Manual
AEEA
Dit symbool geeft aan dat een product niet mag worden verwijderd bij het restafval, volgens de richtlijn en de nationale wetgeving van elk land. Het product moet worden ingeleverd op een aangewezen inzamelpunt of een erkende inzamellocatie voor recycling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (EEA).
SPECIFICATIES
Fysische eigenschappen
Elektrische eigenschappen
Netwerken P1/P2 <1 m
Ingangen Resistief 12 VDC, max 20 mA
Uitgangen Uitgangen 230 VAC, 3A resistief
Omgevings­voorwaarden
Voytech Systems Limited, Unit 203, China House, 401 Edgware Road, London, NW2 6GY, UK. Tel.: +44 203 287 2728 WWW: www.voytech-
systems.co.uk
Afmetingen 110 x 88 x 32 mm
Gewicht 80 gr.
Behuizing PC ABS UL94-V0
Connectoren
PA 6.6 UL94-V0
Montage 35mm IEC/EN 60715
DIN-rail
Beveiliging IP20
Voeding Gereguleerd, 15-24 VDC
120 mA
Klemmen CSA 0,5 tot 2,5 mm2
Aandraaimoment 0,5 Nm
RS485 RS485(TIA-485-A)
3-draads <500 m, 9600 baud, geen pariteit, 1 stopbit
Modbus Modbus RTU
Spanning 0-10 V, impedantie
345 kΩ
30 VDC, 3A resistief
Opslag: -10..60 ºC
Bij werking: 0..55 ºC
Vochtigheid
0-90% niet condenserend
EMC EN60730-1:2011
Veiligheid EN60730-1:2011
INSTALLATIE
MONTAGE
21
Bij gebruik van de DIN-rail die met de DCOM is geleverd, moet u
die horizontaal monteren met behulp van twee of meer bevestigingen.
22 Lijn de DIN-montagepunten van de module uit met de
bovenkant van de DIN-rail.
23 Trek de zwarte klem H met een geschikt gereedschap naar
beneden, lijn de module verticaal uit tegen de DIN-rail en laat de klem los om de module op de DIN-rail te bevestigen 24.
BEDRADING
VERMOGENSKLEMMEN
Sluit de vermogensklemmen aan op een gereguleerde stroomtoevoer.
OPMERKING: STROOMTOEVOER
Voor de DCOM-LT/IO is een 15-24 VDC gereguleerde voeding met een minimale voedingsspanning van 120 mA
vereist. De DCOM mag niet buiten het gespeciceerde
spanningsbereik worden gebruikt.
INFORMATIE
De vermogensklemmen zijn polariteit-onafhankelijk. 0 V
en +V kan worden aangesloten op beide klemmen.
P1P2 KLEMMEN
Sluit klemmen P1P2 aan op een compatibele Altherma LT Master Remote Controller, bijvoorbeeld een MMI.
ALTHERMA 2 COMPATIBILITEIT
Voor Altherma 2 en EKRUCBL* / EKRUHML* kan de
DCOM enkel worden gebruikt met Remocon wanneer de LAN-adapter NIET is aangesloten.
Raadpleeg de Daikin-documentatie voor meer informatie over de compatibiliteit.
RS485 KLEMMEN B
De DCOM RS485 klemmen zijn aangesloten op een in serie geschakelde RS485-bus via een gevlochten getwiste tweeaderige kabel met volledige afscherming en aarddraad.
A
E
Klemmen '+' en '-' moeten worden aangesloten op de
bijbehorende klemmen op andere RS485-apparaten via de getwiste tweeaderige kabel. Klem 'C' moet worden aangesloten op alle andere RS485 Common klemmen via de aarddraad. De afscherming mag enkel op één locatie worden geaard.
RELAISUITGANGEN C D
Relais 1 en 2 zijn potentiaalvrije sluitcontacten (NO) voor indicatie van de werking en van storingen.
STUURINGANGEN
De stuuringang-sensoren S1 tot S6 zijn gecongureerd voor het
meten van spanning, weerstand en potentiaalvrije contacten. De meetmodus van de ingang wordt bepaald door de bedrijfsmodus die via SW1 is geselecteerd (zie Beschrijving van de werking voor schakelinstellingen). Elke ingang is verbonden met de ingaande sensorklem S1-S6 en de gemeenschappelijke C van één van de twee connectoren F en G. De ingangsbedrading moet een 0,5 tot 0,75 mm2 gevlochten getwiste tweeaderige kabel met scherm zijn; de afscherming mag slechts aan één uiteinde geaard zijn.
BESTURING INGANGSMODI
De ingangs-meetmodus van elke ingang wordt afzonderlijk
gespeciceerd door de bedrijfsinstelling. In alle gevallen is
een gemeenschappelijke aansluiting C verbonden met de
desbetre󰀨ende ingangsklem via een spanning
26 of potentiaalvrij contact 25. Voor spanningsingangen
moet de negatieve ader of 0 V van de spanningsbron worden aangesloten op de gemeenschappelijke aansluiting en de positieve ader op de sensorklem.
LEDS EN SCHAKELAARS
DIP SCHAKELAARS
Schakelaar SW1 bestaat uit 8 schakelaars, genummerd SW1.1 tot SW1.8. Met uitzondering van de slimme­netwerkmodus selecteren schakelaars SW1.1 en SW1.2 de bedrijfsmodus, en schakelaars SW1.3 tot SW1.8 het
Modbus-adres van het apparaat 34. In geval van de slimme­netwerkmodus selecteren schakelaars SW1.1 tot SW1.4 de slimme-netwerkfunctie, en schakelaars SW1.5 tot SW1.8 het
Modbus-adres van het apparaat 34.
LEDS
De knippervolgordes van de leds worden gedenieerd in 30 tot 33.
F G
27, weerstand
J
P Q R S T
INFORMATIE: WERKING VAN DE LEDS TIJDENS HET OPSTARTEN
Bij het opstarten branden alle leds gedurende 2 seconden. Leds P, Q en R veranderen van ROOD
naar GROEN, en keren daarna terug naar het gedrag dat wordt beschreven in de volgende paragrafen voor elke
led. Leds S, T branden GEEL gedurende 2 seconden, en keren daarna terug naar het gedrag dat wordt beschreven in de volgende paragrafen voor elke led.
P knippert daarna geel, wat betekent Wachten
Status-led op Altherma Master. Alle andere leds zijn aanvankelijk uitgeschakeld, totdat er communicatie plaatsvindt op het P1P2- of RS485-netwerk.
STATUS-LED P
Kleur Patroon Betekenis
GEEL
GEEL
ROOD
GROEN
ROOD
Het apparaat start op in de Wachten op Altherma Master status, en de status-led knippert langzaam GEEL 31. Wanneer
de Altherma master wordt gedetecteerd, zal de led snel GEEL knipperen 32 tijdens het synchroniseren met de Altherma
Master. Wanneer de synchronisatie is voltooid, brandt de status­led GROEN of ROOD, afhankelijk of er een storing aanwezig is. De led gaat elke 5 seconden 1 seconde uit, om aan te geven dat
de werking normaal is 30.
De synchronisatie kan tot 8 minuten in beslag nemen. Wanneer na de synchronisatie de communicatie gedurende 60 seconden wegvalt, keert de DCOM terug naar de status Wachten op Altherma Master.
Wanneer de synchronisatie langer duurt dan 10 minuten, keert de DCOM terug naar de status Wachten op Altherma Master, en wacht tot de synchronisatie opnieuw start. Wanneer de DCOM langer dan 3 minuten in de status Wachten op Altherma
Master blijft, schakelt de DCOM over naar de status Time-out wachten op Master, en de status-led knippert ROOD 31.
Wachten op Altherma Master
31
Synchroniseren met Master
32
Time-out wachten op Master
31
Master gesynchroniseerd,
30
geen storing
Master gesynchroniseerd, unit
30
in storing
Nederlands
5DCOM-LT/IO Reference Manual
ACNET-LED Q
Kleur Patroon Betekenis
GROEN
ROOD
ROOD
De ACNET-led knippert GROEN met een onregelmatig interval wanneer een melding wordt ontvangen om een
normale communicatie aan te geven 33. Wanneer er een communicatiefout optreedt, wordt de storing aangegeven door een ROOD knipperende led bij elke storing. Wanneer de communicatie
permanent gestoord is, knippert de led continu ROOD 30.
Normale communicatie
33
Communicatiestoringen
33
Communicatie mislukt
30
RS485-LED R
Kleur Patroon Betekenis
GROEN
ROOD
ROOD
De RS485-led knippert GROEN met een onregelmatig interval wanneer een melding wordt ontvangen om een
normale communicatie aan te geven 33. Wanneer er een
Nederlands
communicatiefout optreedt, wordt de storing aangegeven door een ROOD knipperende led bij elke storing. Wanneer de communicatie
permanent gestoord is, knippert de led continu ROOD 30.
RELAIS 1 EN 2 LEDS S T
De relais 1 en 2 leds branden wanneer de desbetre󰀨ende
relaiscontacten gesloten zijn. Raadpleeg het hoofdstuk
Beschrijving van de werking voor de specieke relaisfuncties.
Wanneer de DCOM status Wachten op Altherma Master of Synchroniseren met Altherma Master is, zijn de circuits van de relaisuitgangen geopend. Wanneer de DCOM status Time-out wachten op Master is en een relaisuitgang is
gecongureerd voor foutindicatie, dan wordt het relais
gesloten. Raadpleeg Beschrijving van de werking voor meer informatie.
Normale communicatie
33
Communicatiestoringen
33
Communicatie mislukt
30
BESCHRIJVING VAN DE WERKING
De DCOM-LT/IO een besturingsinterface voor Daikin Altherma units; raadpleeg de Daikin-documentatie voor het Daikin Altherma model en de compatibiliteit van de besturing. De DCOM-LT/IO heeft 4 bedrijfsmodi die worden geselecteerd door
de SW1-conguratieschakelaars. Deze bedrijfsmodi zijn
• Weerstand/spanningsmodus
• Volgorderegelaarmodus
• Slimme-netwerkmodus
De conguratie en de functies van de in- en uitgangen in elke
modus worden beschreven in de volgende hoofdstukken. Raadpleeg de DCOM-LT/IO Referentiehandleiding voor een beschrijving van elke ingangsfunctie.
INVOER REGELFUNCTIES
INFORMATIE
De ingevoerde regelwaarden worden enkel toegepast wanneer de DCOM is gesynchroniseerd met het Altherma-systeem.
INFORMATIE: GEDWONGEN WERKING
Sommige invoerfuncties zorgen ervoor dat de werking van de unit gedwongen wordt in- of uitgeschakeld. Dit heeft prioriteit op door de gebruiker ingevoerde of tijdsafhankelijke wijzigingen aan de werking van de unit. De gedwongen werking blijft actief nadat een invoer werd gewijzigd. Andere invoerfuncties wijzigen de werking van de unit enkel wanneer de invoerfunctie wijzigt, en andere, door de gebruiker ingevoerde of tijdsafhankelijke wijzigingen zijn toegestaan. Gevallen waarbij de gedwongen werking actief is, worden aangegeven in de beschrijving van de invoerfunctie.
INFORMATIE: GEDRAG TIJDENS HET OPSTARTEN
Wanneer de DCOM opstart of opnieuw synchroniseert met de Altherma Master, zal invoer die NIET gedwongen is, de instellingen van de unit niet actualiseren totdat de ingevoerde waarde verandert nadat de synchronisatie heeft plaatsgevonden.
In het geval van invoer die het instelpunt en de aan/uit-status
wijzigt, moet de invoer een overgang van de UIT- naar de AAN-
status bewerkstelligen om een AAN-commando door te geven.
In het geval van gedwongen invoer wordt de gedwongen werking toegepast wanneer de synchronisatie plaatsvindt.
WEERSTANDSINGANGEN
Wanneer ingangen zijn gecongureerd voor de weerstandsmodus,
6 DCOM-LT/IO Reference Manual
zijn de volgende invoermethodes beschikbaar voor het wijzigen van de werking van de regelfunctie.
Ingangsklemmen hebben een open circuit of
O/C
een gemeten weerstand van >100 kΩ
Ingangsklemmen zijn kortgesloten of een
S/C
gemeten weerstand van <50 kΩ
Ingangsklemmen zijn aangesloten op een vaste
10kΩ
weerstand van 10 kΩ +/- 1 kΩ
Ingangsklemmen zijn aangesloten op een
1-10kΩ
variabele weerstand van 1-10 kΩ
SPANNINGSINGANGEN
Wanneer ingangen zijn gecongureerd voor de spanningsmodus,
kan een 0-10 VDC signaal worden gebruikt voor het wijzigen van de werking van de regelfunctie.
Ingangsklemmen hebben een open circuit of
<0.5V
+
-
een gemeten spanning van < 0,5 VDC
V
Ingangsklemmen zijn aangesloten op een externe
>0.9V
+
-
spanningsbron van > 0,9 VDC
V
Ingangsklemmen zijn aangesloten op een externe
1-10V
+
-
variabele spanningsbron van 1-10 VDC
V
OPMERKING
Zorg ervoor dat de maximale ingangsspanning van 10 VDC niet wordt overschreden
INGANG INSTELPUNT EN AAN/UIT
Wanneer een ingang wordt gebruikt voor het instelpunt en aan/uit­werking, wordt de bijbehorende regelfunctie enkel geactualiseerd wanneer de ingangsweerstand of -spanning wordt gewijzigd. Voor de weerstandsmodus moet de ingangswaarde met minimaal
0,1 kΩ wijzigen, voor de spanningsmodus moet de ingangswaarde
met minimaal 0,1 V wijzigen. Wanneer de waarde van de regelfunctie wordt aangepast door de gebruiker, wijzigt de DCOM de waarde pas wanneer de ingangswaarde wijzigt met de minimale
gespeciceerde waarde.
De regelfunctie wordt in- en uitgeschakeld door meting van de hieronder vermelde waarden.
1ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8
V
Ω
+
-
O/C
-
S/C
-
1-10kΩ
1-10V
-
2 kΩ 2 V
3 kΩ 3 V
4 kΩ 4 V
5 kΩ 5 V
6 kΩ 6 V
7 kΩ 7 V
8 kΩ 8 V
9 kΩ 9 V
10 kΩ 10 V
<0.5V
>0.9V
V
+
V
+
V
+
V
UIT
AAN
Wanneer de regelfunctie is ingeschakeld, kan het instelpunt van de regeling worden geselecteerd door de ingangswaarde in te stellen volgens de onderstaande tabel.
0 ºC
10 ºC
20 ºC
30 ºC
40 ºC
50 ºC
60 ºC
70 ºC
80 ºC
In weerstandsmodus kan het instelpunt worden aangepast in
stappen van 0,1 kΩ om het instelpunt aan te passen naar de
dichtstbijzijnde 1 ºC. In spanningsmodus kan het instelpunt worden aangepast in stappen van 0,1 V om het instelpunt aan te passen naar de dichtstbijzijnde 1 ºC.
INFORMATIE
De meetnauwkeurigheid van ingangen is +/- 1 °C.
INFORMATIE
Het beschikbare instelbereik voor elke regelfunctie wordt bepaald door het minimale en maximale instelpunt van de functie dat wordt toegestaan door de Altherma-unit. Raadpleeg de bedieningshandleiding van de Altherma-unit voor het instelbereik van het geselecteerde product.
INFORMATIE
Wanneer de ingangsweerstand of spanningswaarde buiten het instelbereik van de regelfunctie valt, wordt het instelpunt gezet op de dichtstbijzijnde minimum- of maximumwaarde van het instelbereik.
UITGANG REGELFUNCTIES
koeling ruimte Actieve verwarming ruimte
C en relais 2 D kunnen worden
Verwarming/koeling ruimte AAN
Verwarming ruimte AAN
+ Positie van 3-wegklep is
Verwarming ruimte
+ Compressor draait
De uitgangsrelais relais 1
gecongureerd voor verschillende uitgangsfuncties in alle
DCOM-bedrijfsmodi.
Relais Functie Indicatie gesloten circuit
Relais 1 Verwarming/
Relais 2 Foutindicatie Gesloten bij foutindicatie
Werking pomp Gesloten wanneer pomp draait
MODBUS REGELFUNCTIES
De DCOM-LT/IO ondersteunt Modbus RTU regel- en
bewakingsfuncties via de RS485-communicatiepoort. Raadpleeg de DCOM-LT/MB Referentiehandleiding voor meer informatie.
OPMERKING
Wanneer de waarden van de regelfunctie worden gewijzigd via de Modbus, zal de ingangswaarde worden overschreven wanneer de ingangsfunctie niet gedwongen is. Wanneer de ingangsfunctie gedwongen is, keert de waarde van de Modbus terug naar de gedwongen waarde.
WEERSTANDS-/SPANNINGSMODUS
SW1 instellingen
Weerstandsmodus
In weerstands-/spanningsmodus wordt de werking van het Altherma-systeem geregeld met behulp van de ingangen van de DCOM. Ingangen S1 tot S3 worden gebruikt om de bedrijfsmodus te regelen en de verwarming/koeling van de ruimte en de instelpunten van de DHW-tank aan te passen. Deze ingangen kunnen worden
gecongureerd als weerstands- of spanningsingangen.
Spanningsmodus
WEERSTANDSMODUS
1-10kΩ
S/C
Verwarming ruimte
ruimte
tank
O/C
UIT
AAN +
instellen Verwarmings­modus
AAN +
UIT
instellen Koelmodus
UIT AAN
AAN + instellen
Verwarmingsmodus
+ instellen instelpunt
LWT verwarming
AAN + instellen Koelmodus + instellen
instelpunt LWT koeling
AAN + instellen instelpunt voor
opnieuw opwarmen DHW
S Functie
S1
S2 Koeling
S3 DHW-
SPANNINGSMODUS
<0.5V
>0.9V
S Functie
S1
Verwarming ruimte
S2 Koeling
ruimte
S3 DHW-
tank
+
­V
UIT
AAN +
instellen Verwarmings­modus
AAN +
UIT
instellen Koelmodus
UIT AAN
+
­V
AAN + instellen
Verwarmingsmodus
+ instellen instelpunt
LWT verwarming
AAN + instellen Koelmodus + instellen
instelpunt LWT koeling
AAN + instellen instelpunt voor
opnieuw opwarmen DHW
1-10V
+
­V
7DCOM-LT/IO Reference Manual
Nederlands
In weerstands- en spanningsmodus zijn ingangen S4 tot S6
1ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8
1ON2 3 4 5 6 7 8
weerstandsingangen. Ze kunnen een open circuit (O/C) hebben,
of verbonden met een 10 kΩ weerstand, of kortgesloten (S/C)
om de volgende functies te selecteren.
S Functie
S4 Fluister-
S5 Relais 1
S6 Relais 2
Nederlands
O/C 10kΩ
Fluistermodus
Fluistermodus
modus
uit Verwarming/
functie
koeling ruimte
Foutindicatie Foutindicatie Werking
functie
INFORMATIE S1, S2
Wanneer de waarde van ingang S1 en ingang S2 wijzigt binnen 1 seconde, wordt de regeling van ingang S1 geactualiseerd en wijzigt de regeling van ingang S2 niet.
INFORMATIE S5
Wanneer ingang S5 is gecongureerd met een 10 kΩ weerstand, is relais 1 gecongureerd om de werking van
de verwarming/koeling van de ruimte weer te geven, en de DCOM staat de koelmodus niet toe. Wanneer de bedrijfsmodus van de unit wordt gewijzigd naar koelmodus, zal de DCOM de bedrijfsmodus wijzigen naar verwarming.
INFORMATIE: GEDWONGEN WERKING
In weerstands-/spanningsmodus zorgen geen van de ingangen voor een gedwongen werking van de unit. Alle commando-ingangen actualiseren de werking van de unit enkel wanneer de ingangswaarde wijzigt.
uit Verwarming/ koeling ruimte
+
Koelmodus verhinderen
Fluistermodus aan Actieve verwarming ruimte
pomp
VOLGORDEREGELAARMODUS
SW1 instellingen
S/C
Volgorderegelaarmodus
Voor werking in volgorderegelaarmodus moet de Altherma-
unit zijn gecongureerd om te werking in regelmodus voor de
temperatuur van het uitgaande water.
INFORMATIE
Wanneer de volgorderegelaarmodus wordt geselecteerd, wordt de Modbus-registertabel gewijzigd. Raadpleeg de DCOM-LT/MB Referentiehandleiding voor meer informatie.
De functies van ingangen S1 tot S4 worden geselecteerd door een kortsluiting op de ingangsklem. Ingang S5 wordt niet
gebruikt. Ingang S6 is gecongureerd als een spanningsingang.
S Functie
S1 Verwarming
ruimte aan
S2 Koeling ruimte
aan
S3 Opnieuw
opwarmen DHW uitschakelen
S4 Fluistermodus S5 Niet in gebruik -- --
S Functie
S6
LWT Verwarming/ koeling instelpunt
Relais Functie Relais 1 Verwarming/koeling ruimte Relais 2 Foutindicatie
UIT
UIT AAN + instellen
Opnieuw opwarmen DHW inschakelen
Uitschakelen
Niet actief
8 DCOM-LT/IO Reference Manual
<0.5V
-
O/C
+
V
S/C
AAN + instellen
Verwarmingsmodus
Koelmodus Opnieuw opwarmen DHW uitschakelen Inschakelen
1-10V
+
­V
Instellen LWT Verwarming/ koeling instelpunt
INFORMATIE S1, S2
Wanneer de waarde van ingang S1 en ingang S2 wijzigt binnen 1 seconde, wordt de regeling van ingang S1 geactualiseerd en wijzigt de regeling van ingang S2 niet.
INFORMATIE S3
Wanneer ingang S3 een gesloten circuit is, wordt Opnieuw opwarmen DHW uitgeschakeld en wordt de handbediening gedwongen uitgeschakeld. Wanneer ingang S3 wijzigt naar een open circuit, wordt de vorige status voor Opnieuw opwarmen DHW aan/uit hersteld.
INFORMATIE S6
Ingang S6 moet worden aangesloten op een 0-10 V signaal. De spanning op de aansluitklemmen bepaalt het LWT-instelpunt van de geselecteerde verwarmings­of koelmodus.
INFORMATIE: GEDWONGEN WERKING
In volgorderegelaarmodus zorgt ingang S3 voor een gedwongen uitschakeling van de functie Opnieuw opwarmen DHW. Alle andere commando-ingangen actualiseren de werking van de unit enkel wanneer de ingangswaarde wijzigt.
SLIMME-NETWERKMODUS
SW1 instellingen
Permanente blokkering
In de slimme-netwerkmodus worden ingangen S1 tot S4 gebruikt om sommige of alle functies van de Altherma-unit te blokkeren. De blokkeerfunctie kan worden geselecteerd met SW1.4, ofwel voor een permanente blokkering, of voor een tijdelijke blokkering, met een maximum van 3 uur.
Wanneer in tijdelijke blokkering de maximale periode van 3 uur is verstreken, wordt de blokkering opgeheven. Om de tijdelijke blokkering langer te laten duren dan 3 uur, moet de ingang in gebruik worden overgeschakeld naar een open circuit gedurende minimaal 60 seconden, vóór de duur van de tijdelijke blokkering is verstreken. Daarna kan de tijdelijke blokkering opnieuw worden geactiveerd.
Tijdelijke blokkering
In tijdelijke blokkering zal de blokkering gedurende 60 seconden na het wegnemen van het ingangscommando actief blijven.
Ingangen S5 en S6 overschrijven de blokkeerfuncties S1 tot S4. Het signaal van S5 activeert de functie Opnieuw opwarmen DHW; het signaal van S6 activeert de DHW-boosterverwarmer.
O/C
S
S1 Niet actief Verwarming of koeling van ruimte
S2 Niet actief Opnieuw opwarmen DHW blokkeren
S3 Niet actief DHW-boosterverwarmer blokkeren
S4 Niet actief Alle functies blokkeren
S5 Niet actief PV-energie beschikbaar voor opslag
S6 Niet actief Krachtige booster inschakelen
Relais Functie Relais 1 Verwarming/koeling ruimte Relais 2 Foutindicatie
INFORMATIE: GEDWONGEN WERKING
In de slimme-netwerkmodus zijn alle ingangen gedwongen en worden alle commando's van de gebruiker geblokkeerd. Wanneer het ingangscommando wordt weggenomen of de tijdelijke blokkering is verstreken, worden alle eerdere gebruikersinstellingen die door de DCOM zijn gewijzigd, opnieuw hersteld.
S/C
blokkeren
Nederlands
9DCOM-LT/IO Reference Manual
REFERENTIE
WEERSTANDS-/SPANNINGSMODUS
WEERSTANDSMODUS S1-S3
S1: WERKING VERWARMING RUIMTE
In geval van een kortsluiting, of wanneer een 1-10 kΩ
weerstand wordt geplaatst op ingang S1, wordt Verwarming/ koeling van de ruimte ingeschakeld, en de bedrijfsmodus wordt overgeschakeld naar Verwarming van de ruimte. Wanneer de ingangswaarde een weerstand is tussen 1 en 10 kΩ, wordt het instelpunt van LWT-verwarming ingesteld op basis van de tabel in de Beschrijving van de werking. Een wijziging van de weerstand die groter dan of gelijk aan 0,1 kΩ is, resulteert in een wijziging van het instelpunt. Wanneer de ingang een open circuit wordt, wordt de Verwarming/
koeling van de ruimte ingesteld op Uit; de bedrijfsmodus en
het instelpunt van de LWT-verwarming worden niet gewijzigd.
S2: WERKING KOELING RUIMTE
In geval van een kortsluiting, of wanneer een 1-10 kΩ
weerstand wordt geplaatst op ingang S2, wordt Verwarming/ koeling van de ruimte ingeschakeld, en de bedrijfsmodus wordt overgeschakeld naar Koeling van de ruimte. Wanneer
de ingangswaarde een weerstand is tussen 1 en 10 kΩ, wordt
het instelpunt van LWT-koeling ingesteld op basis van de
Nederlands
tabel in de Beschrijving van de werking. Een wijziging van
de weerstand die groter dan of gelijk aan 0,1 kΩ is, resulteert
in een wijziging van het instelpunt. Wanneer de ingang een open circuit wordt, wordt de Verwarming/koeling van de ruimte
ingesteld op Uit; de bedrijfsmodus en het instelpunt van de
LWT-koeling worden niet gewijzigd.
S3: WERKING DHW-TANK
In geval van een kortsluiting, of wanneer een 1-10 kΩ
weerstand wordt geplaatst op ingang S3, wordt DHW ingeschakeld. Wanneer de ingangswaarde een weerstand
is tussen 1 en 10 kΩ, wordt het instelpunt van Opnieuw
opwarmen DHW ingesteld op basis van de tabel in de Beschrijving van de werking. Een wijziging van de weerstand
die groter dan of gelijk aan 0,1 kΩ is, resulteert in een wijziging
van het instelpunt. Wanneer de ingang een open circuit wordt,
wordt de DHW ingesteld op Uit; het instelpunt voor Opnieuw
opwarmen DHW wordt niet gewijzigd.
SPANNINGSMODUS S1-S3
S1: WERKING VERWARMING RUIMTE
Wanneer 1-10 VDC wordt gezet op ingang S1, wordt Verwarming/koeling van de ruimte ingeschakeld, en de bedrijfsmodus wordt overgeschakeld naar Verwarming van de ruimte. Het instelpunt voor LWT-verwarming wordt ingesteld op basis van de tabel in de Beschrijving van de werking. Een wijziging van de spanning die groter dan of gelijk aan 0,1 V is, resulteert in een wijziging van het instelpunt. Wanneer de ingangsspanning wijzigt naar < 0,5 VDC, wordt de Verwarming/
koeling van de ruimte ingesteld op Uit; de bedrijfsmodus en
het instelpunt van de LWT-verwarming worden niet gewijzigd.
S2: WERKING KOELING RUIMTE
Wanneer 1-10 VDC wordt gezet op ingang S2, wordt Verwarming/koeling van de ruimte ingeschakeld, en de bedrijfsmodus wordt overgeschakeld naar Koeling van de ruimte. Het instelpunt voor LWT-koeling wordt ingesteld op basis van de tabel in de Beschrijving van de werking. Een wijziging van de spanning die groter dan of gelijk aan 0,1 V is, resulteert in een wijziging van het instelpunt. Wanneer de ingangsspanning wijzigt naar < 0,5 VDC, wordt de Verwarming/
koeling van de ruimte ingesteld op Uit; de bedrijfsmodus en het
instelpunt van de LWT-koeling worden niet gewijzigd.
S3: WERKING DHW-TANK
Wanneer 1-10 VDC wordt gezet op ingang S3, wordt DHW ingeschakeld. Het instelpunt voor Opnieuw opwarmen DHW wordt ingesteld op basis van de tabel in de Beschrijving van de werking. Een wijziging van de spanning die groter dan of gelijk aan 0,1 V is, resulteert in een wijziging van het instelpunt. Wanneer de ingangsspanning wijzigt naar < 0,5 VDC, wordt de
DHW ingesteld op Uit; het instelpunt voor Opnieuw opwarmen
DHW wordt niet gewijzigd.
WEERSTANDS-/SPANNINGSMODUS S4-S6
S4: FLUISTERMODUS
Wanneer ingang S4 wijzigt naar kortgesloten, wordt het
Altherma-systeem ingesteld op uistermodus. Wanneer ingang S4 wijzigt naar een open circuit, wordt de uistermodus
uitgeschakeld. Nadat de ingang is gewijzigd, wordt de
uistermodus niet gedwongen ingeschakeld door de DCOM,
en kan door een gebruikerscommando worden gewijzigd.
10 DCOM-LT/IO Reference Manual
S5: WERKING RELAIS 1
Wanneer ingang S5 een open circuit is, wordt relais 1 gesloten wanneer Verwarming/koeling van de ruimte Aan is, zelfs wanneer de compressor niet draait of de positie van de 3-wegklep DHW is.
Wanneer ingang S5 een 10 kΩ weerstand (tolerantie +/- 1 kΩ)
meet, wordt relais 1 gesloten wanneer de Verwarming/koeling
van de ruimte is ingeschakeld. Bovendien zal de DCOM
de Koelmodus blokkeren; wanneer de koelmodus wordt geselecteerd, wijzigt de DCOM de modus naar Verwarming.
Wanneer de 10 kΩ weerstand wordt verwijderd van de ingang
wordt de bedrijfsmodus Verwarming/koeling van de ruimte
teruggezet op de waarde voordat de functie Blokkering van de
koeling werd geactiveerd.
Wanneer ingang S5 kortgesloten is, wordt relais 1 gesloten wanneer de Verwarming/koeling van de ruimte is ingeschakeld. De bedrijfsmodus van Verwarming/koeling van de ruimte is Verwarming, de compressor draait en de positie van de 3-wegklep is ingesteld op Verwarming van de ruimte.
S6: WERKING RELAIS 2
Wanneer ingang S6 een open circuit is, wordt relais 2 gesloten wanneer het Altherma-systeem een storing meldt die als een fout wordt beschouwd. Wanneer de fout wordt gemeld als een waarschuwing sluit het relais niet.
VOLGORDEREGELAARMODUS
S1: VERWARMING VAN DE RUIMTE AAN
Wanneer ingang S1 wijzigt naar een kortsluiting, wordt de Verwarming/koeling van de ruimte ingeschakeld, en de bedrijfsmodus wordt overgeschakeld naar Verwarming. Wanneer ingang S1 wijzigt naar een open circuit, wordt de Verwarming/ koeling van de ruimte uitgeschakeld, en de bedrijfsmodus wijzigt niet. Wanneer ingang S1 niet wijzigt, kan de gebruiker de aan/uit­status van Verwarming/koeling van de ruimte wijzigen.
S2: KOELING VAN DE RUIMTE AAN
Wanneer ingang S2 wijzigt naar een kortsluiting, wordt de Verwarming/koeling van de ruimte ingeschakeld, en de bedrijfsmodus wordt overgeschakeld naar Koeling. Wanneer ingang S2 wijzigt naar een open circuit, wordt de Verwarming/ koeling van de ruimte uitgeschakeld, en de bedrijfsmodus wijzigt niet. Wanneer ingang S2 niet wijzigt, kan de gebruiker de aan/uit-status van Verwarming/koeling van de ruimte wijzigen.
S3: OPNIEUW OPWARMEN DHW UITSCHAKELEN
Wanneer ingang S3 een gesloten circuit is, wordt Opnieuw opwarmen DHW uitgeschakeld en wordt de handbediening geblokkeerd. Wanneer ingang S3 wijzigt naar een open circuit, wordt de vorige status van Opnieuw opwarmen DHW aan/ uit hersteld. Wanneer ingang S3 een open circuit is, kan de gebruiker de aan/uit-status van DHW wijzigen.
S4: FLUISTERMODUS
Wanneer ingang S4 wijzigt naar kortgesloten, wordt het Altherma-
systeem ingesteld op uistermodus. Wanneer ingang S4 wijzigt naar een open circuit, wordt de uistermodus uitgeschakeld. Nadat de ingang is gewijzigd, wordt de uistermodus niet
gedwongen ingeschakeld door de DCOM, en kan door een gebruikerscommando worden gewijzigd.
S6: LWT VERWARMING/KOELING INSTELPUNT
Wanneer een spanning van 1-10 VDC wordt gezet op ingang S6 en de bedrijfsmodus is Verwarming, dan wordt het instelpunt voor LWT-verwarming ingesteld op basis van de tabel in de
Beschrijving van de werking. Wanneer de bedrijfsmodus
Koeling is, wordt het instelpunt voor LWT-koeling ingesteld op basis van de tabel in de Beschrijving van de werking. Een wijziging van de spanning die groter dan of gelijk aan 0,1 V is, resulteert in een wijziging van het instelpunt. Wanneer de ingangsspanning lager is dan < 0,5 VDC, wordt het instelpunt voor Verwarming of Koeling niet gewijzigd.
SLIMME-NETWERKMODUS
S1: VERWARMING OF KOELING VAN DE RUIMTE BLOKKEREN
Wanneer ingang S1 kortgesloten is, wordt het Altherma­systeem Verwarming/koeling van de ruimte gedwongen uitgeschakeld. Wanneer Verwarming/koeling van de ruimte door de gebruiker of op basis van een tijdschema wordt ingeschakeld, dan schakelt de DCOM het opnieuw uit. Wanneer ingang S1 een open circuit wordt, of wanneer de periode van de tijdelijke blokkering is verstreken, schakelt de DCOM terug over naar de aan/uit-status van Verwarming/koeling van de ruimte die van kracht was voordat de blokkering werd geactiveerd.
S2: OPNIEUW OPWARMEN DHW BLOKKEREN
Wanneer ingang S2 kortgesloten is, wordt DHW gedwongen uitgeschakeld. Wanneer DHW door de gebruiker of op basis van een tijdschema wordt ingeschakeld, dan schakelt de DCOM het opnieuw uit. Wanneer ingang S2 een open circuit wordt, of wanneer de periode van de tijdelijke blokkering is verstreken, schakelt de DCOM terug over naar de aan/uit­status van DHW die van kracht was voordat de blokkering werd geactiveerd.
S3: DHW-BOOSTERVERWARMER BLOKKEREN
Wanneer ingang S3 kortgesloten is, wordt de DHW­boosterverwarmer gedwongen uitgeschakeld. Wanneer de DHW-boosterverwarmer door de gebruiker of op basis van een tijdschema wordt ingeschakeld, dan schakelt de DCOM het opnieuw uit. Wanneer ingang S3 een open circuit wordt, of wanneer de periode van de tijdelijke blokkering is verstreken, schakelt de DCOM terug over naar de aan/uit-status van de DHW-boosterverwarmer die van kracht was voordat de blokkering werd geactiveerd.
S4: ALLE FUNCTIES BLOKKEREN
Wanneer ingang S4 kortgesloten is, blokkeert de DCOM alle functies: Verwarming/koeling van de ruimte, DHW en de DHW­boosterverwarmer. Wanneer één van die functies door de gebruiker of op basis van een tijdschema wordt ingeschakeld, dan schakelt de DCOM die opnieuw uit. Wanneer ingang S4 een open circuit wordt, of wanneer de periode van de tijdelijke blokkering is verstreken, schakelt de DCOM terug over naar de aan/uit-status van elke functie die van kracht was voordat de blokkering werd geactiveerd.
S5: PV BESCHIKBAAR VOOR OPSLAG
Wanneer ingang S5 kortgesloten is, activeert de DCOM de functie Opnieuw opwarmen DHW. Dit overschrijft elke blokkeerfunctie die ook actief kan zijn. Wanneer ingang S5
een open circuit wordt, of wanneer de periode van de tijdelijke blokkering is verstreken, schakelt de DCOM terug over naar de status van de functie Opnieuw opwarmen DHW die van kracht was voordat de blokkering werd geactiveerd.
Wanneer één van de functies Opnieuw opwarmen DHW blokkeren of PV beschikbaar voor opslag, of beide, worden geactiveerd, wordt de aan/uit-status van Opnieuw opwarmen DHW voordat de functie werd geactiveerd, door de DCOM opgeslagen. Wanneer beide functies Opnieuw opwarmen DHW blokkeren en PV beschikbaar voor opslag worden uitgeschakeld, wordt de aan/uit-status van Opnieuw opwarmen DHW hersteld.
S6: DHW-BOOSTERVERWARMER ACTIVEREN
Wanneer ingang S6 kortgesloten is, activeert de DCOM de functie DHW-boosterverwarmer. Dit overschrijft elke blokkeerfunctie die ook actief kan zijn. Wanneer ingang S6 een open circuit wordt, of wanneer de periode van de tijdelijke blokkering is verstreken, schakelt de DCOM terug over naar de status van de functie DHW-boosterverwarmer die van kracht was voordat de blokkering werd geactiveerd.
Wanneer één van de functies DHW-boosterverwarmer blokkeren of DHW-boosterverwarmer activeren, of beide, worden geactiveerd, wordt de aan/uit-status van DHW-boosterverwarmer voordat de functie werd geactiveerd, door de DCOM opgeslagen. Wanneer beide functies DHW-boosterverwarmer blokkeren en DHW-boosterverwarmer activeren worden uitgeschakeld, wordt de aan/uit-status van DHW-boosterverwarmer hersteld.
11DCOM-LT/IO Reference Manual
Nederlands
Voytech Systems Limited
Unit 203, China House, 401 Edgware Road, London, NW2 6GY, UK 535-252-A3
Loading...