Daikin DCM601A51 Installation manual [nl]

intelligent Touch Manager
Model
DCM601A51
Installatiehandleiding
DAIKIN.TCF.008 L6/03-2012
DEKRA Certification B.V. (NB0344)
59277-KRQ/ECM95-4301
Umeda Center Bldg., 2-4-12, Nakazaki-Nishi,
Kita-ku, Osaka, 530-8323 Japan
*
Electromagnetic Compatibility 2004/108/EC
Shinri Sada
Manager Quality Control Department
23th. of Mar. 2012
DAIKIN INDUSTRIES, LTD.
DCM601A51
DCM601A52
DCM601A53
3P316608-1
Veiligheidsmaatregelen
Zie tevens de installatiehandleiding die b de door u aan te sluiten apparatuur wordt geleverd.
Lees deze “VEILIGHEIDSMAATREGELEN” zorgvuldig door voordat u de aircondi-
tioner installeert en zorg ervoor dat u het apparaat op de juiste wze installeert.
• Beiden bevatten belangrke informatie met betrekking tot de veiligheid. Zorg dat u alle veiligheidsmaatregelen in acht neemt.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN
• Laat na het voltooien van de installatie het apparaat proefdraaien om op fouten te con­troleren en geef de klant uitleg over het gebruik en onderhoud van de airconditioner aan de hand van de bedieningshandleiding. Vraag de cliënt de installatiehandleiding en de bedieningshandleiding b elkaar te bewaren, zodat deze later opnieuw kunnen worden nagelezen.
Het niet correct opvolgen van deze aanwzingen kan fataal of ernstig lichamelk letsel tot gevolg hebben.
Het niet correct opvolgen van deze aanwzingen kan schade aan eigendommen of lichamelk letsel tot gevolg hebben, dat ernstig kan zn al naargelang de omstandigheden.
WAARSCHUWING
Laat de installatie door uw dealer of door vakbekwaam personeel uitvoeren.
Probeer de unit niet zelf te installeren. Fouten bij de installatie kunnen elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Probeer het apparaat niet zelf te verplaatsen of opnieuw te installeren.
Fouten bij de installatie kunnen elektrische schokken of brand tot gevolg hebben. Neem contact op met uw plaatselijke dealer betreffende het verplaatsen en opnieuw installeren van de afstandsbediening.
• Installeer de afstandsbediening overeenkomstig de aanwzingen in deze instal- latiehandleiding.
Fouten bij de installatie kunnen elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven accessoires en onderdelen om het
apparaat te installeren.
Het niet gebruiken van de voorgeschreven onderdelen tijdens de installatie kan vallen van het apparaat, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Monteer het apparaat aan een oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht
van het apparaat te kunnen dragen.
Wanneer het oppervlak niet sterk genoeg is, kan de apparatuur vallen met mogelijk letsel tot gevolg.
Voer de installatie altd uit terwl de stroomvoorziening is uitgeschakeld. Aanraken van elektrische onderdelen die onder stroom staan, zal resulteren in een elektrische schok.
Het apparaat niet demonteren, wzigen of repareren. Dit kan resulteren in een elektrische schok of brand.
Zorg ervoor dat alle bedrading stevig is vastgezet, het juiste type draad wordt
gebruikt en dat er op de aansluitpunten of draden geen druk wordt uitgeoefend.
Verkeerd aangesloten of bevestigde draden kunnen abnormale warmteontwikkeling of brand veroorzaken.
Gebruik de juiste materialen en voer de installatie uit overeenkomstig de gel-
dende landelke en internationale normen.
Voer installatiewerk uit waarb rekening wordt gehouden met aardbevingen. Het niet in acht nemen van deze maatregel tijdens het installatiewerk kan resulteren in het vallen van het apparaat en ongelukken veroorzaken.
Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
3Nederlands
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat er een afzonderlk stroomvoorzieningscircuit aanwezig is voor dit apparaat en dat al het elektrische werk door gekwaliceerd personeel wordt
uitgevoerd in overeenstemming met de lokale wet- en regelgeving en deze
installatiehandleiding.
Gebruik van een stroomvoorzieningscircuit met onvoldoende capaciteit en ondeskun­dige installatie kan elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Positioneer, b het bedraden van de stroomvoorziening en het aansluiten van
de bedrading van de afstandsbediening en de transmissiebedrading, de draden
op zodanige wze dat het deksel van de kast met elektrische onderdelen stevig vast gemaakt kan worden.
Het verkeerd positioneren van het deksel van de kast met elektrische onderdelen kan abnormale warmteontwikkeling, elektrische schokken of brand veroorzaken.
Vergeet niet het apparaat te aarden. Aard het apparaat niet met een leiding, bliksemaeider of geaarde voedingsdraad van een telefoon. Fouten bij de aarden kunnen elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Wzig niet de instellingen van de beschermingsapparatuur. Anders kan zich kortsluiting voordoen in een drukschakelaar, temperatuurschakelaar of andere beschermingsapparatuur, waardoor het apparaat gedwongen wordt onver­wachts in werking te treden. Bovendien kan het gebruik van andere onderdelen dan de onderdelen gespeciceerd door DAIKIN, brand tot gevolg hebben.
Installeer een aardlekschakelaar, zoals vereist. Het verzuimen van installatie van de aardlekschakelaar kan elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Het toestel is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met
verminderde lichamelke, zintuiglke of geestelke bekwaamheden of gebrek aan ervaring en kennis, tenz ze onder toezicht staan of instructies krgen met
betrekking tot het gebruik van het toestel door een persoon die verantwoorde-
lk is voor hun veiligheid.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om er zeker van te zn dat er niet met het toestel wordt gespeeld.
4 Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
Nederlands
VOORZORGSMAATREGELEN
Wees erg voorzichtig met het transporteren van het product.
Gooi de verpakkingsmaterialen op veilige wze weg.
Verscheur alle plastic zakken en gooi ze weg, zodat kinderen er niet mee kunnen spelen. Als kinderen met een plastic zak spelen die niet werd verscheurd, riskeren ze het gevaar op verstikking.
Dit apparaat is een klasse B product.
In een huiselke omgeving kan dit product radio-interferentie veroorzaken.
In een dergelijk geval is de gebruiker mogelijk verplicht om adequate maatregelen te nemen.
Verwderingsvoorschriften voor het ontmantelen van de unit, behandeling van
het koelmiddel, de olie en andere onderdelen moeten overeenkomstig de van
toepassing znde lokale en nationale regelgeving worden uitgevoerd.
Vul de openingen waar de bedrading doorgaat met stopverf. Het binnendringen van water of insecten kan elektrische lekkage of een defect tot gevolg hebben.
Bedien het apparaat niet met natte handen. Dit kan een elektrische schok of een defect veroorzaken.
Was het apparaat niet met water af. Dit kan resulteren in een elektrische schok of brand.
Installeer de binnen- en buitenunits, het netsnoer en de tussenliggende bedra-
ding op tenminste 1 meter afstand van televisietoestellen of radio’s.
Dit om beeldstoring en bijgeluiden te voorkomen. (Een afstand van 1 meter kan afhankelijk van de ontvangen signaalsterkte niet voldoende zijn om de storing te elimineren.)
• Installeer het apparaat niet in de volgende plaatsen.
1. Waar er een hoge concentratie is van minerale oliespray of stoom (zoals bv. in een keuken).
Plastic onderdelen kunnen worden aangetast, onderdelen kunnen losraken en er kan waterlekkage ontstaan.
2. In de buurt van machines die elektromagnetische straling opwekken.
Elektromagnetische straling kan de werking van het besturingssysteem beïnvloeden en storingen in het apparaat veroorzaken.
3. Waar ontvlambare gassen vrkomen, waar koolstofvezel of ontvlambare stof­fen in de lucht hangen, of waar licht ontvlambare materialen voorkomen, zoals verfverdunner of benzine.
Het gebruik van het apparaat onder dergelke omstandigheden kan brand tot gevolg hebben.
4. Waar hoge temperaturen zn of dicht in de buurt van een open vlam.
Er kan abnormale warmteontwikkeling of brand worden veroorzaakt.
5. Op een vochtige plaats of een plaats blootgesteld aan water.
Als er water in het apparaat terechtkomt, kan dit resulteren in een elektrische schok of een defect van de inwendige elektronische onderdelen.
Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
5Nederlands
Inhoud
1 Voor installatie ......................................................................................................... 9
1.1 Controleren of alle accessoires zn meegeleverd ..................................................................... 9
1.2 Uitleg over de buitenmaten ...................................................................................................... 10
1.3 Uitleg over de locaties van de aansluitingen en schakelaars .................................................. 12
1.3.1 Achterzde ..................................................................................................................... 12
1.3.2 Voorpaneel .................................................................................................................... 13
1.3.3 Zkant ............................................................................................................................ 14
1.3.4 De kabels leiden ............................................................................................................ 14
1.4 De installatieplaats bepalen ..................................................................................................... 15
1.4.1 Installatieplaats en montagerichting .............................................................................. 15
1.4.2 Omgevingsvoorwaarden ................................................................................................ 15
1.4.3 Vereiste ruimte ............................................................................................................... 15
2 Aansluiten .............................................................................................................. 16
2.1 Het aansluitingendeksel van de achterzde verwderen ......................................................... 16
2.2 DIII-NET-compatibele airconditionerapparatuur aansluiten ..................................................... 16
2.2.1 Locatie van de aansluitingen en conceptueel aansluitdiagram ..................................... 17
2.2.2 Vereisten waaraan moet worden voldaan ...................................................................... 18
2.2.3 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van meerdere centrale regelaars ................... 18
2.3 Een LAN-kabel aansluiten ....................................................................................................... 19
2.3.1 Locatie van de aansluitingen en conceptueel aansluitdiagram ..................................... 20
2.3.2 Vereisten waaraan moet worden voldaan ...................................................................... 20
2.4 I/O-module aansluiten .............................................................................................................. 21
2.4.1 Locatie van de aansluitingen en conceptueel aansluitdiagram ..................................... 21
2.4.2 Vereisten waaraan moet worden voldaan ...................................................................... 21
2.4.3 Adresinstellingen ........................................................................................................... 22
2.5 Een noodstopinvoereenheid of elektrische energiemeters aansluiten .................................... 22
2.5.1 Locatie van de aansluitingen en conceptueel aansluitdiagram ..................................... 23
2.5.2 Vereisten waaraan moet worden voldaan ...................................................................... 23
2.6 iTM plus-adapters aansluiten ................................................................................................... 24
2.6.1 Locatie van de aansluitingen en conceptueel aansluitdiagram ..................................... 24
2.6.2 Vereisten waaraan moet worden voldaan ...................................................................... 25
2.7 Stroomvoorziening aansluiten ................................................................................................. 25
2.7.1 Locatie van de aansluitingen en conceptueel aansluitdiagram ..................................... 25
2.7.2 Vereisten waaraan moet worden voldaan ...................................................................... 26
3 Installatie ................................................................................................................ 27
3.1 Wandmontage ......................................................................................................................... 27
3.1.1 De onderdelen die moeten worden gebruikt .................................................................. 27
3.1.2 Installatieprocedure ....................................................................................................... 27
6 Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
Nederlands
3.2 Verzonken wandmontage ........................................................................................................ 28
3.2.1 De onderdelen die moeten worden gebruikt .................................................................. 28
3.2.2 Afmetingen muuropening .............................................................................................. 29
3.2.3 Installatieprocedure ....................................................................................................... 29
3.3 Directe montage op besturingskast ......................................................................................... 32
3.3.1 De onderdelen die moeten worden gebruikt .................................................................. 32
3.3.2 Afmetingen muuropening .............................................................................................. 32
3.3.3 Installatieprocedure ....................................................................................................... 32
4 Basisinstellingen ................................................................................................... 34
4.1 De batter voor gegevensback-up inschakelen ....................................................................... 34
4.2 Intelligent Touch Manager en airconditioners inschakelen ...................................................... 34
4.3 Een taalweergave instellen ...................................................................................................... 35
4.4 Lokale instellingen ................................................................................................................... 35
4.5 Tdzone-instelling .................................................................................................................... 36
4.6 Huidige td en zomertd instellen ............................................................................................ 36
4.7 Automatische registratieresultaten van de airconditioner bevestigen ...................................... 37
4.8 Een DIII-NET-adres voor elke airconditioner toewzen ............................................................ 37
4.8.1 Afstandsbedieningsknoppen en zones .......................................................................... 37
4.8.2 Procedure voor een bedrade afstandsbediening ........................................................... 38
4.8.3 Procedure voor een navigatieafstandsbediening .......................................................... 40
4.8.4 Een uniek adres voor elke unit instellen (wanneer vermogensverdeling
is ingeschakeld) ............................................................................................................. 42
5 Adres instellen buitenunit ..................................................................................... 43
5.1 Procedure ................................................................................................................................ 43
6 Snelle bedieningsgids ........................................................................................... 44
6.1 Informatie met betrekking tot de doelzone en het managementpunt in een lst bekken ....... 44
6.2 Doelzones en managementpunten bekken ............................................................................ 44
6.3 Een zone of managementpunt starten/stoppen ....................................................................... 45
Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
7Nederlands
8 Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
Nederlands
1 Voor installatie
Voordat u het installeren van de intelligent Touch Manager start, dient u eerst de volgende voorbereidingen te treffen.
• Controleer als alle accessoires voor de intelligent Touch Manager zn inbegrepen.
• Controleer de locaties van de aansluitingen en schakelaars van de intelligent Touch
Manager.
• Controleer of er een geschikte ruimte beschikbaar is voor het installeren van de intelli­gent Touch Manager.
1.1 Controleren of alle accessoires zn meegeleverd
Controleer op basis van de volgende accessoirelst als alle accessoires voor de intelligent Touch Manager zn inbegrepen. Neem contact op met uw dealer indien er onderdelen ontbreken of defect zn.
<Meegeleverde accessoires voor de intelligent Touch Manager>
A B
C
c-2c-1
b-1a-1 b-2 b-3
c-4c-3
D
d-1 d-2
E
e-1
e-2
F
f-1
f-2
f-3
A (a-1) Eenheid intelligent Touch Manager (1 stuk)
B Onderdelen wandmontage
(b-1) Houtschroef ronde kop (φ4,1×25), 4 stuks (b-2) P-tight schroef (φ3×8), 1 stuk. (b-3) Metalen wandmontageplaat, 1 stuk.
C Onderdelen voor verzonken wandbevestiging
(c-1) Schroef met platte kop (M4×40), 4 stuks (c-2) Bolkopschroef (M4×14 met bor-
gring en gewone ring), 4 stuks.
(c-3) Framesteun, 1 stuk (c-4) Hoeksteun, 2 stuks.
D Onderdelen besturingskast
(d-1) Bolkopschroef (M4×40, met borgring en gewone ring), 4 stuks (d-2) Moer (φ4), 4 stuks.
E (e-1) Kabelbinder, 1 stuk (e-2) Kabelbinder met spreidanker, 3 stuks.
F (f-1) Installatiehandleiding (deze handleiding), 1 stuk (f-2) cd-handleiding, 1 stuk.
(f-3) Papiersjabloon, 2 stuks.
Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
9Nederlands
1.2 Uitleg over de buitenmaten
• Eenheid intelligent Touch Manager
256,6mm
272mm
8mm8mm
4,5mm
4,5mm
243mm
290mm
• Metalen wandmontageplaat
8mm8mm
4,5mm
4,5mm
234,2mm
29,5mm
151,5mm
25mm
25mm
207mm
191mm
60mm
40mm
Dikte 0,8mm
10 Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
Nederlands
• Framesteun
281,4mm
241mm
61,6mm
224mm
• Hoeksteun
7,5mm
224,6mm
28,2mm
Φ38,5
234,4mm
11,6mm
207,7mm
Dikte 1,6mm
20mm
43,7mm
112,15mm
211,5mm
224mm
251,5mm
Dikte 1,6mm
Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
11Nederlands
1.3 Uitleg over de locaties van de aansluitingen en schakelaars
Begrp de opstelling van de aansluitingen en de locaties van de openingen op het appa­raat en plan hoe u de kabel wilt leiden en in welke volgorde u de bbehorende draden wilt aansluiten om de installatieprocedure te vergemakkelken. Raadpleeg “2. Aansluiten” voor meer informatie over verbindingen inclusief het kabeltype en het formaat van de aansluiting.
1.3.1 Achterzde
De meeste aansluitingen bevinden zich aan de achterzde van de intelligent Touch Mana­ger. Om veiligheidsredenen zn deze echter afgedekt met een aansluitingendeksel. Door de 2 schroeven te verwderen die dit deksel bevestigen worden diverse soorten aanslui­tingen zichtbaar, zoals hieronder aangeduid.
<Achterzde van intelligent Touch Manager>
A [POWER] Verbindingsaansluitingen voor stroomsnoer. Er is een voedingsspanning
van 100 tot 240 VAC (b 50/60 Hz) vereist. Vlakb dit aansluitingenblok bevindt zich een blauwe harskabelbevestiging, die wordt gebruikt om de stroomvoorzieningkabels met kabelbinders vast te maken.
B [DIII] De verbindingsaansluitingen van de communicatieln voor “DIII-NET”, die com-
municatie met airconditioningapparatuur van DAIKIN tot stand brengt.
C [LINE, PHONE] De ttings die worden gebruikt b het inschrven voor de online
bewakingservice voor airconditioningsystemen van het DAIKIN “Air Conditioning Net­werk Service Systeem”. Om de service “Air Conditioning Netwerk Service Systeem” te gebruiken, moet u een afzonderlk onderhoudscontract ondertekenen.
D [RESERVE] Niet in gebruik.
E [RS-485] De aansluitingen voor het aansluiten van seriële apparatuur.
F [plus ADP IF] De aansluitingen voor het aansluiten van één of meer iTM-plus-adap-
ters, wanneer de intelligent Touch Manager wordt gebruikt voor het besturen van meerdere airconditioningapparaten.
G [Di (1-4), COM] De aansluitingen voor het aansluiten van een externe signaalinvoer-
eenheid om airconditioners in een noodsituatie te stoppen of voor het aansluiten van elektrische meters voor het berekenen van het elektriciteitsverbruik van individuele airconditioners.
H [LAN]
netwerk.
De tting voor het aansluiten van de intelligent Touch Manager op een ethernet-
12 Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
Nederlands
1.3.2 Voorpaneel
Onder de monitorscherm op het voorpaneel bevinden zich vier led’s die de werkingssta­tus van de intelligent Touch Manager aanduiden. Door de voorste schuifklep naar bene­den te schuiven en vervolgens een vastgeschroefde klep te verwderen, worden de aansluitingen zichtbaar die tdens de set-up na installatie of tdens onderhoudswerk wor­den gebruikt.
<Voorzde van intelligent Touch Manager>
A [SERVICE LAN]
terzde van de intelligent Touch Manager met een LAN tdens installatie of onderhoud.
B [LAN SW] De schakelaar die selecteert welke Service LAN-tting, op de voorzde of
achterzde, wordt geactiveerd. U kunt de klep niet sluiten wanneer de schakelaar is ingesteld op “FRONT”. Selecteer “BACK” om de klep te sluiten.
C [BACKUP] De schakelaar voor het in-/uitschakelen van de back-up stroomvoorzie-
ning voor behoud van de huidige instellingen.
D
[DIII MASTER] De schakelaar die wordt gebruikt wanneer er twee of meer DIII-NET
gecentraliseerde regelaars zn om de “MASTER” of “SLAVE” regelaars te selecteren.
E [CPU ALIVE] led (Groen) De led duidt aan dat de CPU normaal werkt. De CPU werkt
normaal wanneer deze led knippert en is defect wanneer de led aan of uit is. (Het duurt ongeveer 10 seconden voor de detectie van de abnormaliteit.) Aan: Installatiefout Uit: Er is een hardwarestoring opgetreden.
F [LAN LINK] led (Groen) De led duidt aan als de hardwareverbinding wel of niet nor-
maal tot stand is gebracht tussen de intelligent Touch Manager en de apparatuur verbonden met de LAN-poort. Het brandt groen wanneer de LAN-poort normaal ver­bonden is.
G [DIII MONITOR] led (Geel) Deze led knippert wanneer gegevens op DIII-NET worden
verzonden of ontvangen.
H [MONITOR] toets en led (Oranje/Groen) Telkens wanneer u op deze toets drukt,
schakelt de monitorweergave aan/uit. Bovendien wzigt de kleur van de led overeen­komstig de toestand van de monitorscherm. Uit: De monitor is uitgeschakeld. Aan (Oranje): De schermweergave is uit. Aan (Groen): De schermweergave is aan.
I [RESET//] De schakelaar voor het herstarten van de intelligent Touch Manager.
De tting voor tdelke aansluiting op de voorzde in plaats van de ach-
Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
13Nederlands
1.3.3 Zkant
Aan de linkerzde van de intelligent Touch Manager bevindt zich een USB-poortdop. U gebruikt deze klep tdens set-up na installatie of tdens onderhoud. U treft tevens een label aan met informatie over model, gewicht, vermogen en serienummer van de intelli­gent Touch Manager.
<Zkant van intelligent Touch Manager>
[ ] Door de rubberen klep omhoog te trekken wordt een USB-poort zichtbaar. Deze t­ting kan 90 graden omhoog worden gebracht, zodat u het USB-apparaat van voren kunt aansluiten wanneer er onvoldoende ruimte aan de zkant van het apparaat beschikbaar is.
1.3.4 De kabels leiden
Voor verzonken wandbevestiging van de intelligent Touch Manager moet u vooraf de kabels door het kabelgat van de framesteun leiden.
Een voorbeeld van kabels die door de achterzde van de intelligent Touch Manager zn geleid treft u hieronder aan.
<De kabels leiden>
A Naar kabelgoot
Zorg ervoor dat alle bedrading is vastgezet met de meegeleverde kabelbinders. Maak de voedingskabels aan de blauwe harskabelbevestiging vast met witte kabelbinders en maak hen aan de andere bedrading vast met zwarte kabelbinders, zoals weergegeven in het bedradingsschema (voorbeeld). Om de bedrading met zwarte kabelbinders vast te zetten, moet de kop van de kabelbinder in de hiervoor bestemde opening worden gestoken.
14 Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
A
Nederlands
1.4 De installatieplaats bepalen
Installeer de intelligent Touch Manager op een plaats die voldoet aan de voorwaarden zoals hieronder beschreven in 1.4.1 tot en met 1.4.3.
1.4.1 Installatieplaats en montagerichting
Hieronder treft u de beschrving van de installatieplaats en de montagerichting aan. Con­troleer dit.
• Installatieplaats: binnen, vr van stof en waterspatten
• Montagerichting: verticaal
1.4.2 Omgevingsvoorwaarden
Zorg ervoor dat de installatieomgeving aan de volgende voorwaarden voldoet.
• De omgevingstemperatuur moet 0 tot 40 °C zn.
• De luchtvochtigheid van de omgeving moet 85% RV of minder zn (zonder condensa-
tie).
• Er mag geen elektromagnetische storing zn.
1.4.3 Vereiste ruimte
Vereiste installa­tieruimte
Voor het installeren van de intelligent Touch Manager is de volgende ruimte vereist. Zorg ervoor dat er een minimale ruimte van 30 mm vanaf de bovenkant, 100 mm vanaf de lin­kerzkant, 30 mm vanaf de rechterzkant en 60 mm vanaf de onderkant van het apparaat beschikbaar is.
<Vereiste installatieruimte voor intelligent Touch Manager>
A
30mm
243mm
290mm
60mm
100mm
MONITOR MONITOR
30mm100mm
B
A Bovenkant
B Muur
MONITOR MONITOR
60mm
Installatiehandleiding 3P291714-1
DCM601A51 intelligent Touch Manager
15Nederlands
Loading...
+ 33 hidden pages