Daikin BRR9B1V1 Installation manuals [nl]

Montagehandleiding
Communicatiebox
BRR9B1V1

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
1 Over de documentatie 3
1.1 Over dit document.......................................................................................................................................................... 3
2 Algemene veiligheidsmaatregelen 4
2.1 Over de documentatie.................................................................................................................................................... 4
2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen .......................................................................................... 4
2.2 Voor de installateur ........................................................................................................................................................ 5
2.2.1 Algemeenheden ............................................................................................................................................. 5
2.2.2 Plaats van installatie ....................................................................................................................................... 6
2.2.3 Elektrisch......................................................................................................................................................... 7
3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 9
4 Over de doos 11
4.1 Communicatiebox........................................................................................................................................................... 11
4.1.1 Accessoires van de communicatiebox verwijderen....................................................................................... 11
5 Over de communicatiebox 12
5.1 Identificatie ..................................................................................................................................................................... 12
5.1.1 Identificatielabel: Communicatiebox ............................................................................................................. 12
6 Installatie van de unit 13
6.1 Installatieplaats voorbereiden........................................................................................................................................ 13
6.1.1 Vereisten voor de installatieplaats van de communicatiebox ...................................................................... 13
6.2 De unit openen en sluiten .............................................................................................................................................. 13
6.2.1 Communicatiebox openen ............................................................................................................................. 13
6.2.2 Communicatiebox sluiten............................................................................................................................... 14
6.3 Communicatiebox installeren......................................................................................................................................... 14
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie van de communicatiebox .............................................................. 14
6.3.2 Communicatiebox installeren ........................................................................................................................ 14
7 Elektrische installatie 15
7.1 Algemeen overzicht van de lokale bedrading ................................................................................................................ 15
7.2 Lokale bedrading: Overzicht ........................................................................................................................................... 17
7.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading....................................................................................... 17
7.4 Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading................................................................................... 18
7.5 Elektrische bedrading aansluiten op de communicatiebox........................................................................................... 18
7.6 Transmissiebedrading aansluiten................................................................................................................................... 19
7.6.1 Tussen communicatiebox en buitenunit........................................................................................................ 19
7.6.2 Tussen communicatiebox en monitoringsysteem ......................................................................................... 20
7.7 Bedadingskabels vastmaken met kabelbinders ............................................................................................................. 20
8 Configuratie 22
8.1 Over de printplaten......................................................................................................................................................... 22
8.2 Adressen van buitenunits en binnenunits instellen....................................................................................................... 22
8.3 Adressen van de buitenunit en vermogensverhogingsunit instellen ............................................................................ 23
8.4 Adressen van de binnenunits instellen........................................................................................................................... 24
8.5 Communicatiebox configureren..................................................................................................................................... 25
8.5.1 Printplaat communicatiebox voor de binnenunits configureren .................................................................. 25
8.5.2 Printplaat communicatiebox voor de buitenunit en capacity up unit configureren .................................... 27
9 Inbedrijfstelling 30
10 Opsporen en verhelpen van storingen 31
10.1 Oplossen van problemen voor printplaat communicatie binnenunit ........................................................................... 31
10.2 Oplossen van problemen voor printplaat communicatie buitenunit en capacity up unit ............................................ 31
11 Technische gegevens 35
11.1 Bedradingsschema: Communicatiebox .......................................................................................................................... 35
12 Verklarende woordenlijst 36
Montagehandleiding
2
BRR9B1V1
Communicatiebox

1 Over de documentatie

1.1 Over dit document

Bedoeld publiek
Erkende installateurs
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC-normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Montagehandleiding:
1 | Over de documentatie
- Installatie-instructies, configuratie, …
- Formaat: Papier (in de kit) + digitale bestanden op http://
www.daikineurope.com/support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale
Daikin-website (publiek toegankelijk).
De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin
Business Portal (authenticatie vereist).
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
3
2 | Algemene veiligheidsmaatregelen

2 Algemene veiligheidsmaatregelen

2.1 Over de documentatie

De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen
zijn vertalingen.
Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer belangrijke punten en
dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding en de
uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN door een erkende installateur worden uitgevoerd.

2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
Montagehandleiding
4
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbolen gebruikt op de unit:
BRR9B1V1
Communicatiebox
2 | Algemene veiligheidsmaatregelen
Symbool Verklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds- en servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.
De unit bevat draaiende onderdelen. Wees voorzichtig bij servicewerkzaamheden of inspectie van de unit.
Symbolen gebruikt in de documentatie:
Symbool Verklaring
Geeft de titel van een afbeelding of een verwijzing ernaar aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel afbeelding" betekent "Afbeelding 3 in hoofdstuk 1".
Geeft de titel van een tabel of een verwijzing ernaar aan.

2.2 Voor de installateur

2.2.1 Algemeenheden

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
Voorbeeld: " 1–3 Titel tabel" betekent "Tabel 3 in hoofdstuk 1".
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Raak tijdens of net na bedrijf GEEN koelmiddelleidingen, waterleidingen of
interne onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag dan beschermende handschoenen.
Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
WAARSCHUWING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin­documentatie).
Montagehandleiding
5
2 | Algemene veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan.
VOORZICHTIG
Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit.Zit, klim of sta NIET op de unit.
Volgens de relevante wetgeving kan het vereist zijn om bij het product een logboek te voorzien met minstens: informatie over onderhoud, reparaties, resultaten van tests, periodes van stand-by, …
Voorzie ook minstens de volgende informatie op een toegankelijke plaats bij het product:
Instructies voor het stilleggen van het systeem in noodgevallen
Naam en adres van brandweer, politie en ziekenhuis
De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts om onderhoud
te bekomen
In Europa biedt EN378 de vereiste informatie voor dit logboek.

2.2.2 Plaats van installatie

Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtcirculatie.
Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is tegen het
gewicht en de trillingen van de unit.
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.
Montagehandleiding
6
Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
Controleer of de unit horizontaal staat.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
In mogelijke explosieve omgevingen.
BRR9B1V1
Communicatiebox

2.2.3 Elektrisch

2 | Algemene veiligheidsmaatregelen
In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische golven uitzenden.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan werken.
In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare gassen (zoals
verdunners of benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.
In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas) geproduceerd wordt.
Corrosie aan de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat lekken.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Schakel de elektrische voeding volledig UIT vooraleer u het deksel van de
schakelkast verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten uit en meet de spanning
aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan 50 VDC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte handen.Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie-III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
Gebruik ALLEEN koperdraden.Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving.Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd
bedradingsschema worden uitgevoerd.
Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of
scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemaansluitingen.
Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik NOOIT een elektrische
voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
Installeer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat het gevaar dat iemand een
elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of deze met de inverter
compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
7
2 | Algemene veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG
Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de
Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de stroomvoerende draden los vóór
De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading:
Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op de klemmenstrook voor de
Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte, volgt u de aanwijzingen in de
Gebruik de aangewezen voedingsdraad en sluit deze stevig aan, borg ze
Gebruik een passende schroevendraaien voor het vastdraaien van de schroeven
Als u de schroeven van de klemmen te vast draait kunt u ze breken.
stroomvoerende draden worden aangesloten.
de aarding wordt losgemaakt.
klemmenstrook moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken van de trekontlasting.
voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken).
bovenstaande afbeelding.
vervolgens zodat er van buiten geen druk op het klemmenbord kan worden uitgeoefend.
van de klemmen. Met een schroevendraaier met kleine kop beschadigt u de schroefkop waardoor u de schroef niet goed meer vast kunt draaien.
WAARSCHUWING
Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle elektrische onderdelen en
aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere onderdelen stuk gaan.
Montagehandleiding
8
BRR9B1V1
Communicatiebox

3 | Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur

3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de
installateur
Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na.
WAARSCHUWING
De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In Europa is de norm EN378 van toepassing.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
De elektrische bedrading mag NIET in de weg zitten van het deksel van de
communicatiebox. Als het deksel van de communicatiebox niet goed wordt aangebracht, kan dit leiden tot een elektrische schok, brand of oververhitting van de klemmen.
Sluit de draden van de elektrische voeding NIET aan op de klemmenstrook voor
de transmissiebedrading. Een verkeerde aansluiting is heel gevaarlijk, leidt tot schade en mogelijk uitbranden van de elektrische componenten.
Gebruik GEEN gevlochten geleiders afgewerkt met soldeersel. Losse draden of
andere problemen kunnen abnormale verhitting veroorzaken.
WAARSCHUWING
Kijk uit voor de draaiende ventilator wanneer u de voorplaat van een buitenunit
tijdens de werking opent. De ventilator blijft nog even draaien nadat de werking al is gestopt.
De bedrijfsschakelaar van de buitenunit moet uitgeschakeld zijn voordat u de
voeding inschakelt. U kunt dit controleren via de inspectie-opening in de elektrische componentenkast (midden) van de buitenunit.
Schakel de voeding in, druk op de drukknoppen en controleer de led-aanduiding
via de inspectie-opening in de elektrische componentenkast (midden) van de buitenunit. Wanneer u de unit gebruikt met het deksel open, loopt u het risico op een elektrische schok.
Voor meer informatie over de configuratie van het monitoringsysteem (lokaal te
voorzien), zie handleiding van de leverancier.
WAARSCHUWING
Schakel de voeding NIET IN met het deksel van de communicatiebox open.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Het deksel van de communicatiebox moet gesloten zijn voordat u de voeding
inschakelt.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
9
3 | Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur
VOORZICHTIG: Voorzorgsmaatregelen bij het instellen van de slave-adressen
Stel NIET hetzelfde slave-adres in voor apparaten die aangesloten zijn op het
Modbus-masterapparaat.
Naast het in de communicatiebox ingestelde slave-adres, zijn er nog 2 andere
slave-adressen die niet kunnen worden ingesteld. Wanneer het slave-adres op de printplaat voor de buitenunit (A2P) op "A" is ingesteld, kunnen de slave-adressen "A+1" en "A+2" NIET worden ingesteld. Slave-adres "A" wordt gebruikt voor de buitenunit, "A+1" voor de capacity up unit, en "A+2" kan NIET worden gebruikt.
Montagehandleiding
10
BRR9B1V1
Communicatiebox

4 Over de doos

×1
×2

4.1 Communicatiebox

4.1.1 Accessoires van de communicatiebox verwijderen

4 | Over de doos
a Montagehandleiding b Kabelbinder (2×)
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
11
5 | Over de communicatiebox

5 Over de communicatiebox

Communicatiebox (BRR9B1V1)
Installeer de Modbus-communicatiebox om uw CO2 Conveni-Pack-systeem te integreren in gebouwenautomatiseringsnetwerken en andere monitoringsystemen.
Zie ook: "8.1Over de printplaten"[422].
Algemene benamingen en productnamen
In deze handleiding gebruiken we de volgende benamingen:
Algemene benaming Productnaam
Communicatiebox BRR9B1V1
Buitenunit Hoofdbuitenunit. Voorbeeld:
OPMERKING
Controleer ALTIJD in de uitgebreide handleiding van de geïnstalleerde buitenunit of de communicatiebox er compatibel mee is. Sluit de communicatiebox NIET aan op een andere unit.
LRYEN10A7Y1
Capacity up unit Bijkomende buitenunit voor extra

5.1 Identificatie

5.1.1 Identificatielabel: Communicatiebox

Plaats
koelcapaciteit. Voorbeeld: LRNUN5A7Y1
Montagehandleiding
12
BRR9B1V1
Communicatiebox

6 Installatie van de unit

100 mm 50 mm300 mm
50 mm 50 mm
a
b

In dit hoofdstuk

6.1 Installatieplaats voorbereiden................................................................................................................................................ 13
6.1.1 Vereisten voor de installatieplaats van de communicatiebox .............................................................................. 13
6.2 De unit openen en sluiten ...................................................................................................................................................... 13
6.2.1 Communicatiebox openen ..................................................................................................................................... 13
6.2.2 Communicatiebox sluiten ...................................................................................................................................... 14
6.3 Communicatiebox installeren................................................................................................................................................. 14
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie van de communicatiebox...................................................................... 14
6.3.2 Communicatiebox installeren ................................................................................................................................ 14

6.1 Installatieplaats voorbereiden

6.1.1 Vereisten voor de installatieplaats van de communicatiebox

Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de benodigde ruimte:
6 | Installatie van de unit

6.2 De unit openen en sluiten

6.2.1 Communicatiebox openen

a Vooraanzicht b Bovenaanzicht
De communicatiebox is ontworpen om alleen binnenshuis te worden
geïnstalleerd en voor omgevingstemperaturen van –5~35°C.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
13
6 | Installatie van de unit
a
a
aa
515
529
100
120
b
40
87
(mm)

6.2.2 Communicatiebox sluiten

6.3 Communicatiebox installeren

6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie van de communicatiebox

INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheidVoorbereiding

6.3.2 Communicatiebox installeren

1 Boor 4 gaten op de bevestigingspunten.
a Gat voor een M5 zelftappende schroef (4 bevestigingspunten) b Bedradingsinlaat
2 Maak de communicatiebox vast met 4 schroeven (lokaal te voorzien).
INFORMATIE
Installeer de communicatiebox op een voldoende sterke muur met bevestigingsschroeven (lokaal te voorzien) die geschikt zijn voor de muur.
INFORMATIE
De bedradingsinlaten moeten naar onder gericht zijn.Er mag geen dauw of regenwater op de lokale bedrading druppelen.Voorzie sifons voor de bedradingsinlaten.
Montagehandleiding
14
BRR9B1V1
Communicatiebox

7 Elektrische installatie

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.

In dit hoofdstuk

7.1 Algemeen overzicht van de lokale bedrading........................................................................................................................ 15
7.2 Lokale bedrading: Overzicht................................................................................................................................................... 17
7.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading .............................................................................................. 17
7.4 Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading .......................................................................................... 18
7.5 Elektrische bedrading aansluiten op de communicatiebox................................................................................................... 18
7.6 Transmissiebedrading aansluiten........................................................................................................................................... 19
7.6.1 Tussen communicatiebox en buitenunit ............................................................................................................... 19
7.6.2 Tussen communicatiebox en monitoringsysteem................................................................................................. 20
7.7 Bedadingskabels vastmaken met kabelbinders ..................................................................................................................... 20
7 | Elektrische installatie

7.1 Algemeen overzicht van de lokale bedrading

INFORMATIE
Binnenunits (airconditioning). Dit overzicht van de lokale bedrading geeft slechts
één mogelijke bedrading voor de binnenunits weer (airconditioning). Raadpleeg voor meer mogelijkheden de handleiding van de binnenunit.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
15
7 | Elektrische installatie
g
F2F1 F1
X1M (A1P)
F2 Q1 Q2
TO MULTI UNIT
TO OUT/D UNIT
TO IN/D UNIT
L1 L2 L3 N
X1M PE X2M
C C1 W1 R P1 P2
21 3
X3M
L N
X2M
P1 P2 F1 F2 T1 T2
F2F1 F1
X1M (A1P)
F2 Q1 Q2
TO MULTI UNIT
TO OUT/D UNIT
TO IN/D UNIT
L1 L2 L3 N
X1M PEX4M
C C1 W1 R P1 P2
21 3
X5M
L N
X2M
X1M
X1M
P1 P2 F1 F2 T1 T2
P1 P2
L N
X1M PEX3M
A+ B- F1 F2
220-240 V AC
220-240 V AC
220-240 V AC
12 V DC
12 V DC
12 V DC
12 V DC
220-240 V AC
220-240 V AC
220-240 V AC
220-240 V AC
1N~ 50 Hz
220-240 V AC
RS-485
DIII
DIII
DIII
DIII
DIII
f gf
d
ed e
a
i
i
b
d1 d2
h
h1 h2
d1 d2
X1M (A1P) X5M
X4M
X1M
PE
X1M
X3M
PE
X1M (A1P)
X2M
X1M
X3M
PE
k1
k
l
m
k2
k4
k3
j
3N~ 50 Hz
380-415 V AC
c1 c2
3N~ 50 Hz
380-415 V AC
c1 c2
c1 c2
1N~ 50 Hz
220-240 V AC
c1 c2
k5
R1
R1
RS-485
DIII
R1
a Capacity up unit (LRNUN5A7Y1) i Binnenunit (airconditioning) b Buitenunit (LRYEN10A7Y1) j Gebruikersinterface voor binnenunits
c1 Overstroomzekering (lokaal te voorzien) k Veiligheidssysteem (lokaal te voorzien). Voorbeeld: c2 Aardlekschakelaar (lokaal te voorzien) k1: Controlepaneel
d Alarmpaneel (lokaal te voorzien) voor: k2: CO2-koelmiddellekdetector
d1: Voorzichtig-outputsignaal k3: Veiligheidsalarm (lamp) d2: Waarschuwing-outputsignaal k4: Ventilatie (natuurlijke of mechanische)
e Controlepaneel (lokaal te voorzien) voor
werkingsoutputsignaal
f Schakelaar bediening op afstand (lokaal te voorzien) l Communicatiebox (BRR9B1V1)
g Schakelaar geluidsarm op afstand (lokaal te
voorzien) UIT: normale stand
(airconditioning)
k5: Afsluiter
m Monitoringsysteem (lokaal te voorzien)
Bedrading:
AAN: geluidsarme stand
h Werkingsoutputsignaal naar expansiekleppen van
alle: h1: Koelblazers (lokaal te voorzien) h2: Koelvitrines (lokaal te voorzien)
RS-485-transmissiebedrading (let op de polariteit)
DIII-transmissiebedrading (geen polariteit) Output werking
Montagehandleiding
16
BRR9B1V1
Communicatiebox

7.2 Lokale bedrading: Overzicht

Lokale bedrading bestaat uit:
voeding (inclusief aarding),
DIII-transmissiebedrading tussen communicatiebox en buitenunit,
RS‑485-transmissiebedrading tussen communicatiebox en monitoringsysteem.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden
blijven. De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen NIET parallel lopen.
Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50 mm van elkaar worden
gehouden om eventuele elektrische storingen te voorkomen.
Transmissiebedrading
7‒1 DIII zwakstroom – Transmissiebedrading tussen elke unit behalve monitoringsysteem
Specificaties en limieten transmissiebedrading
Plastic snoeren met mantel van 0,75 tot 1,25mm² of kabels (2-aderige draden)
7 | Elektrische installatie
(a)
Maximale kabellengte 1000m
Totale kabellengte ≤2000m
(a)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden valt, kunnen communicatiestoringen ontstaan.
7‒2 RS-485 zwakstroom – Transmissiebedrading tussen monitoringsysteem en communicatiebox
Specificaties en limieten transmissiebedrading
(a)
Plastic snoeren met mantel van 0,75 tot 1,25mm² of kabels (2-aderige draden)
Maximale kabellengte 1200m
(a)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden valt, kunnen communicatiestoringen ontstaan.

7.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading

7‒3 Aanhaalmoment voor elektrische voeding
Item Aanhaalmoment (N•m)
Klemmenstrook (X1M) (M4) 1,18~1,44
Aardingsklem (M5) 3,02~4,08
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
7‒4 Aanhaalmoment voor transmissiebedrading
Item Aanhaalmoment (N•m)
Klemmenstrook communicatiebox
0,79~0,97
(X3M) (M3,5)
Klemmenstrook buitenunit (X1M (A1P))
0,80~0,96
(M3,5)
Montagehandleiding
17
7 | Elektrische installatie
a
m
k
j
l
j
50 mm
h
g
i
A1P A2P
d e
f
n
o
p
n
o
p
7±2 mm
a
X1M
c
b

7.4 Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading

7.5 Elektrische bedrading aansluiten op de communicatiebox

7‒5 Voedingskabel en aardingskabel
Onderdeel Specificatie
Voedingskabel Minimum kabeldoorsnede van
2mm² (Ø1,6mm)
Voedingskabel – maximale bedradingslengte 250m
Aardingskabel 2mm2 (Ø1,6mm)
WAARSCHUWING
De elektrische bedrading mag NIET in de weg zitten van het deksel van de
communicatiebox. Als het deksel van de communicatiebox niet goed wordt aangebracht, kan dit leiden tot een elektrische schok, brand of oververhitting van de klemmen.
Sluit de draden van de elektrische voeding NIET aan op de klemmenstrook voor
de transmissiebedrading. Een verkeerde aansluiting is heel gevaarlijk, leidt tot schade en mogelijk uitbranden van de elektrische componenten.
Gebruik GEEN gevlochten geleiders afgewerkt met soldeersel. Losse draden of
andere problemen kunnen abnormale verhitting veroorzaken.
Zie ook "7.1Algemeen overzicht van de lokale bedrading"[415].
1 Steek de bedrading in de inlaatopening van de onderkant van de
communicatiebox.
a Inlaatopening
2 Verwijder de mantel van de transmissiekabels.
3 Draai de transmissiekabels ineen.
4 Sluit de elektrische voeding aan op de klemmenstrook (X1M) van de
communicatiebox.
a Mantel b Draai de draden ineen voordat u ze aansluit.
Montagehandleiding
18
BRR9B1V1
Communicatiebox
c Sluit aan op X1M.
7±2 mm
a
X3M
c
b
d Ronde krimpklem e Isolatiekous
f Kabel g Ronde krimpklem h Open deel
i Schotelring
j Bedradingsinlaat k Transmissiebedrading (RS‑485 zwakstroom) naar het monitoringsysteem (let op de polariteit)
l Transmissiebedrading (DIII zwakstroom) naar buitenunit (geen polariteit)
m Voedingskabel en aardingskabel (koper)
n Kabelklem o Kabelbinder p Bedrading
5 Sluit de aardingskabel aan op de aardingsklem.
6 Sluit de transmissiebedrading aan zoals beschreven in
"7.6Transmissiebedrading aansluiten"[419].

7.6 Transmissiebedrading aansluiten

7.6.1 Tussen communicatiebox en buitenunit

7 | Elektrische installatie
INFORMATIE
Let op de maximumlengte van de transmissiebedrading. Anders kunnen er
transmissiefouten ontstaan.
Gebruik snoeren of kabels bekleed met plastic (2 aders).Gebruik ALLEEN 2-aderige kabels. Gebruik GEEN kabels met 3 of meer aders;
anders kunnen er transmissiefouten ontstaan.
Voorwaarde: Gebruik DIII zwakstroomdraad.
Voorwaarde: Snijd het uiteinde van de transmissiebedrading af die moet worden
aangesloten. Strip de isolatie van de draad voordat u hem vastmaakt op de klemmenstrook (X3M).
Voorwaarde: Draai de draden ineen voordat u ze aansluit.
1 Sluit F1 en F2 van klemmenstrook X3M van de communicatiebox aan op F1 en
F2 (TO OUT/D UNIT) van klemmenstrook X1M (A1P) van de buitenunit.
2 Sluit F1 en F2 (TO OUT/D UNIT) van klemmenstrook X1M (A1P) van de
buitenunit aan op respectievelijk F1 en F2 van de klemmenstrook van de capacity up unit.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
7‒1 Snijd de draad af, draai hem ineen en sluit hem aan op de klemmenstrook
a Mantel b Draai de draden ineen voordat u ze aansluit.
c Sluit aan op X3M.
Montagehandleiding
19
7 | Elektrische installatie
7±2 mm
a
X3M
c
b
a
b
c

7.6.2 Tussen communicatiebox en monitoringsysteem

OPMERKING
Let op de polariteit van de transmissiekabel.
Zie ook "7.1Algemeen overzicht van de lokale bedrading"[415].
Voorwaarde: Gebruik RS‑485 zwakstroomdraad.
Voorwaarde: Snijd het uiteinde van de transmissiebedrading af die moet worden
aangesloten. Strip de isolatie van de draad voordat u hem vastmaakt op de klemmenstrook (X3M).
Voorwaarde: Gebruik draden met eenzelfde diameter en draai de draden ineen voordat u ze aansluit.
1 Sluit de draden van A+ en B– van de klemmenstrook van de communicatiebox
aan op het monitoringsysteem.
2 Sluit de draden aan op de klemmenstrook X3M zoals beschreven in "Tussen
communicatiebox en buitenunit"[419].
7‒2 Snijd de draad af, draai hem ineen en sluit hem aan op de klemmenstrook
a Mantel b Draai de draden ineen voordat u ze aansluit.
c Sluit aan op X3M.

7.7 Bedadingskabels vastmaken met kabelbinders

OPMERKING
De transmissiebedrading wordt gebruikt voor communicatie tussen de units. Maak de transmissiebedrading NIET samen vast met de voedingsbedrading of de aardingskabel. Anders kunnen er communicatiefouten ontstaan.
1 Bevestig de transmissiebedrading met een kabelbinder (accessoire).
a Kabelklem b Kabelbinder
c Bedrading
2 Bevestig de voedings- en aardingskabels vast met een kabelbinder
(accessoire).
Montagehandleiding
20
BRR9B1V1
Communicatiebox
7 | Elektrische installatie
a
b
c
a Kabelklem b Kabelbinder
c Bedrading
3 Snijd het uitstekende deel van de kabelbinders af.
4 Dicht alle openingen af om te voorkomen dat kleine dieren via de
kabelinlaatopening in het systeem terechtkomen (afdichtingsmateriaal lokaal te voorzien).
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
21
8 | Configuratie
A1P A2P

8 Configuratie

In dit hoofdstuk

INFORMATIE
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
8.1 Over de printplaten ................................................................................................................................................................ 22
8.2 Adressen van buitenunits en binnenunits instellen............................................................................................................... 22
8.3 Adressen van de buitenunit en vermogensverhogingsunit instellen.................................................................................... 23
8.4 Adressen van de binnenunits instellen .................................................................................................................................. 24
8.5 Communicatiebox configureren............................................................................................................................................. 25
8.5.1 Printplaat communicatiebox voor de binnenunits configureren.......................................................................... 25
8.5.2 Printplaat communicatiebox voor de buitenunit en capacity up unit configureren ............................................ 27

8.1 Over de printplaten

De communicatiebox kan alleen op een buitenunit worden aangesloten. Sluit ze NIET aan op andere soorten units.
De communicatiebox bevat 2 printplaten:
A1P Printplaat voor communicatie met de binnenunit. A2P Printplaat voor communicatie met de buitenunit en capacity up unit.
OPMERKING
De communicatie-instellingen (slave-adres, baud rate, pariteit en stopbits) MOETEN voor A1P en A2P worden uitgevoerd.

8.2 Adressen van buitenunits en binnenunits instellen

WAARSCHUWING
Kijk uit voor de draaiende ventilator wanneer u de voorplaat van een buitenunit
tijdens de werking opent. De ventilator blijft nog even draaien nadat de werking al is gestopt.
De bedrijfsschakelaar van de buitenunit moet uitgeschakeld zijn voordat u de
voeding inschakelt. U kunt dit controleren via de inspectie-opening in de elektrische componentenkast (midden) van de buitenunit.
Schakel de voeding in, druk op de drukknoppen en controleer de led-aanduiding
via de inspectie-opening in de elektrische componentenkast (midden) van de buitenunit. Wanneer u de unit gebruikt met het deksel open, loopt u het risico op een elektrische schok.
Voor meer informatie over de configuratie van het monitoringsysteem (lokaal te
voorzien), zie handleiding van de leverancier.
Montagehandleiding
22
BRR9B1V1
Communicatiebox
8 | Configuratie
a
g
f
i
h
e
d
c
b
OFF
ON
REMOTE
HAP
BS1
DS1 DS2
BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
Over het effectieve adresbereik
Stel een adres in voor het model dat op de communicatiebox wordt aangesloten. In de volgende tabel vindt u de gegevens voor de adressen.
Model Effectieve adresbereik
Buitenunit + capacity up unit
1-7
(LRYEN10A7Y1 + LRNUN5A7Y1)
Binnenunit 1‑00 – 4‑15
INFORMATIE
De nummers in de tabel geven het effectieve bereik van de adresinstelling weer. Voor het aantal buitenunits dat met 1 communicatiebox kan communiceren, zie de specificaties.
De adressen van een buitenunit en een capacity up unit moeten verschillend zijn.
Een adres buiten het effectieve bereik instellen maakt een goede communicatie
onmogelijk.
Nadat een adres van de buitenunit en de capacity up unit is ingesteld of
gewijzigd, reset de voeding van de communicatiebox.

8.3 Adressen van de buitenunit en vermogensverhogingsunit instellen

1 Open het deksel van de linker inspectie-opening.
2 Schakel de voeding UIT.
3 Schakel de bedrijfsschakelaar UIT.
a Inspectie-opening (links) b Inspectie-opening (rechts)
c Elektrische componentenkast d Bedrijfsschakelaar e Printplaat (A1P)
f Drukknoppen(BS1~BS3) g 7-segmentendisplay h DIP-schakelaar
i HAP-led
4 Schakel de voeding IN en laat de bedrijfsschakelaar staan UIT.
5 Open het deksel van de rechter inspectie-opening.
6 Stel de adressen in zoals beschreven in de onderstaande tabel.
Procedure 7-segmentendisplay Opmerkingen
Initiële aanduiding Initiële aanduiding weergeven in
normale toestand.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
23
8 | Configuratie
BS1 BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
BS1 BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
BS1 BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
BS1 BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
BS1 BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
BS1 BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
BS1 BS2 BS3
MODEMODE
MODE
MODE
Procedure 7-segmentendisplay Opmerkingen
Houd BS1 5seconden ingedrukt.
Druk 6keer op BS2.
Druk één keer op BS3.
Druk op BS2 om de gewenste
Geen adres
ingesteld instelling te selecteren.
Adres 1 Geeft het totaal aantal keer
Op het linker 7-segmentendisplay moet 2 staan.
Het rechter 7-segmentendisplay geeft het aantal keer drukken op de knop weer. (Op het rechter 7­segmentendisplay staat het cijfer 6, wat betekent dat u 6 keer op BS2 hebt gedrukt).
Dit geeft het Airnet-adres weer.
0 is de de fabrieksinstelling. Zonder adres is er geen communicatie mogelijk.
drukken op de knop weer op het 7-segmentendisplay (midden en rechts).
Druk één keer op BS3.
Druk één keer op BS3.
Druk één keer op BS1.

8.4 Adressen van de binnenunits instellen

Adres 63 63 is de maximale waarde voor
een adres. Wanneer u hierna op BS2 drukt, verandert de instelling naar "Adres niet ingesteld".
Wanneer de waarde is bepaald, blijft het 7-segmentendisplay vast branden.
Terug naar de initiële aanduiding.
Raadpleeg de montagehandleiding van de controller.
Montagehandleiding
24
BRR9B1V1
Communicatiebox

8.5 Communicatiebox configureren

A1P
BS1
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
SS2 SS3
BS2 BS3 BS4 BS5
1234
DS1
ON
OFF
DS2
1234
120Ω100Ω
SS1
X2M
a
A1P A2P
WAARSCHUWING
Schakel de voeding NIET IN met het deksel van de communicatiebox open.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Het deksel van de communicatiebox moet gesloten zijn voordat u de voeding
inschakelt.

8.5.1 Printplaat communicatiebox voor de binnenunits configureren

Overzicht van knoppen, schakelaars en andere onderdelen
8 | Configuratie
a DIP-schakelaars (DS1, DS2)
U kunt 3 verschillende instellingen in de printplaat A1P configureren:
RS‑485 Modbus baud rate
Modbus-communicatie pariteit/stopbit
Instelling Modbus-slave-adres
RS‑485 Modbus baud rate instelling
Instelling
DS1 pen 2: OFF 9600bps
DS1 pen 2: ON 19200bps
Modbus-communicatie pariteit/stopbit
Instelling
DS1 pen 3: OFF, pen 4: OFF Even 1 stopbit
DS1 pen 3: OFF, pen 4: ON Oneven 1 stopbit
DS1 pen 3: ON, pen 4: OFF Geen 2 stopbits
DS1 pen 3: ON, pen 4: ON Geen 1 stopbits
Instelling Modbus-slave-adres
Instelling
DS2 pen 1/2/3/4 Wanneer het Modbus-adress is
ingesteld (bv. 1, …., 15), dan is Modbus RS‑485 geactiveerd.
OFF/OFF/OFF/OFF Geen Modbus-adress ingesteld, dus
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
geen Modbus RS‑485 communicatie.
Montagehandleiding
25
8 | Configuratie
1 2 3 4 1 2 3 4
DS1 DS2
ON
OFF
b
a
c
Instelling
OFF/OFF/OFF/ON
OFF/OFF/ON/OFF
ON/ON/ON/ON
DS1 Schakelaar 2 = baud rate. DS1 Schakelaar 3+4 = pariteit stopbits. DS2 Schakelaar 1~4 = Modbus-slave-adres.
INFORMATIE
Voor meer informatie, zie de ontwerpgids van Modbus Interface DIII (EKMBDX*).
VOORZICHTIG: Voorzorgsmaatregelen bij het instellen van de slave-adressen
Stel NIET hetzelfde slave-adres in voor apparaten die aangesloten zijn op het
Modbus-masterapparaat.
Naast het in de communicatiebox ingestelde slave-adres, zijn er nog 2 andere
slave-adressen die niet kunnen worden ingesteld. Wanneer het slave-adres op de printplaat voor de buitenunit (A2P) op "A" is ingesteld, kunnen de slave-adressen "A+1" en "A+2" NIET worden ingesteld. Slave-adres "A" wordt gebruikt voor de buitenunit, "A+1" voor de capacity up unit, en "A+2" kan NIET worden gebruikt.
Adres 1
Adres 2
Adres 15
Montagehandleiding
26
a Modbus-masterapparaat b Communicatiebox 1
c Communicatiebox 2
8‒1 Instellingen voor slave-adres voor communicatiebox 1
Printplaat A1P A2P
Ingesteld adres 1 2
Unit/systeem Binnen Buiten Capacity up
unit
Geldig slave-
1 2 3 4
Gereserveerd
adres
adres
8‒2 Instellingen voor slave-adres voor communicatiebox 2
Printplaat A1P A2P
Ingesteld adres 8 5
Unit/systeem Binnen Buiten Capacity up
unit
Geldig slave-
8 5 6 7
Gereserveerd
adres
adres
BRR9B1V1
Communicatiebox
8 | Configuratie
A2P
BS1
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
SS2 SS3
BS2 BS3 BS4 BS5
1234
DS1
ON
OFF
DS2
1234
120Ω100Ω
SS1
X2M
a
b
c
d
A1P A2P
DS1
1 2 3 4
DS2
1 2 3 4
ON
OFF
OFF
ON
SS2
120 Ω
SS3
100 Ω
SS2
120 Ω
SS3
100 Ω

8.5.2 Printplaat communicatiebox voor de buitenunit en capacity up unit configureren

Overzicht van knoppen, schakelaars en andere onderdelen
a Leds b Drukknoppen(BS1~BS5)
c DIP-schakelaars (DS1, DS2)
d Schakelaars voor de afsluitweerstand (SS1~SS3)
1 Stel het slave-adres in met de DIP-schakelaars (DS1, DS2) op de printplaat A2P
van de communicatiebox.
INFORMATIE
Stel het slave-adres in alvorens de voeding in te schakelen. De instelling is niet geldig wanneer zij na het inschakelen werd gedaan.
Slave­adres
1 2 3 4 1 2 3 4
DS1 DS2 Opmerking
en
0 OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF Standaard
waarde
1 OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON
2 OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON OFF
3 OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON ON
26 OFF OFF OFF ON ON OFF ON OFF
245 ON ON ON ON OFF ON OFF ON Maximum
effectief adres
2 Stel indien nodig de afsluitweerstand in. Dit kan aan de hand van 2
schuifschakelaars (SS2, SS3). Als beide schakelaars op "OFF" staan (standaardinstelling), dan is de afsluitweerstand 0Ω.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
8‒1 Voorbeeld van instellingen met schuifschakelaar bij weerstand van 120Ω
Montagehandleiding
27
8 | Configuratie
OFF
ON
SS2
120 Ω
SS3
100 Ω
SS2
120 Ω
SS3
100 Ω
8‒2 Voorbeeld van instellingen met schuifschakelaar bij weerstand van 100Ω
3 Controleer alle transmissiebedrading (DIII zwakstroom).
4 Controleer alle transmissiebedrading (RS‑485 zwakstroom) van het
monitoringsysteem naar de communicatiebox.
5 Sluit het deksel van de communicatiebox wanneer u de voeding inschakelt.
6 Stel de pariteit in met de drukknoppen (BS1~BS5) op de A2P-printplaat van de
communicatiebox. In de onderstaande tabel vindt u de instelmethode. Stel de pariteit in zoals opgegeven door het monitoringsysteem.
Procedure Led-aanduiding
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
Initiële aanduiding Geeft de initiële aanduiding in
Houd BS1 5seconden ingedrukt. Controleer of de H1P-led brandt.
Druk 2 keer op BS2. De led-aanduiding geeft het
(a)
Opmerkingen
normale toestand weer.
aantal keer drukken weer.
Druk één keer op BS3. Geeft de staat van de laatste
instelling weer.
Druk op BS2 om de gewenste instelling te selecteren.
Geen Fabrieksinstelling
Oneven
Even
Druk één keer op BS3. De led-aanduiding blijft vast
branden.
Druk één keer op BS3.
Druk één keer op BS1. Terug naar de initiële aanduiding
(a)
= UIT, = AAN en = knippert.
7 Stel de baud rate in met de drukknoppen (BS1~BS5) op de printplaat A2P van
de communicatiebox. In de volgende tabel vindt u de instelmethode. Stel de baud rate in zoals opgegeven door het monitoringsysteem.
Procedure Led-aanduiding
(a)
Opmerkingen
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
Initiële aanduiding Geeft de initiële aanduiding in
normale toestand weer.
Houd BS1 5seconden ingedrukt. Controleer of de H1P-led brandt.
Druk één keer op BS2. De led-aanduiding geeft het
aantal keer drukken weer.
Druk één keer op BS3. Geeft de staat van de laatste
instelling weer.
Druk op BS2 om de gewenste instelling te
9600bps Fabrieksinstelling
19200bps
selecteren.
Montagehandleiding
28
BRR9B1V1
Communicatiebox
8 | Configuratie
Procedure Led-aanduiding
(a)
Opmerkingen
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
Druk één keer op BS3. De led-aanduiding blijft vast
branden.
Druk één keer op BS3.
Druk één keer op BS1. Terug naar de initiële aanduiding
(a)
= UIT, = AAN en = knippert.
8 Stel de instellingen voor de stopbits in met de drukknoppen (BS1~BS5) op de
printplaat A2P van de communicatiebox. In de volgende tabel vindt u de instelmethode. Stel de stopbits in zoals opgegeven door het monitoringsysteem.
Procedure Led-aanduiding
(a)
Opmerkingen
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
Initiële aanduiding Geeft de initiële aanduiding in
normale toestand weer.
Houd BS1 5seconden ingedrukt. Controleer of de H1P-led brandt.
Druk 6 keer op BS2. De led-aanduiding geeft het
aantal keer drukken weer.
Druk één keer op BS3. Geeft de staat van de laatste
instelling weer.
Druk op BS2 om de gewenste instelling te selecteren.
Automatisch De led-aanduiding is de gewenste
1 stopbits
instelling.
2 stopbits
Druk één keer op BS3. De led-aanduiding blijft vast
branden.
Druk één keer op BS3.
Druk één keer op BS1. Terug naar de initiële aanduiding
(a)
= UIT, = AAN en = knippert.
9 Reset na alle instellingen de voeding van de communicatiebox.
INFORMATIE
De voeding moet worden gereset om de instellingen van pariteit, baud rate en stopbits te activeren.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
29
9 | Inbedrijfstelling

9 Inbedrijfstelling

INFORMATIE
Voor meer gedetailleerde informatie over het proefdraaien van elke unit, zie de montagehandleiding of uitgebreide handleiding voor de installateur van elke unit.
Knipperen de leds (H1P~H4P) op de printplaat (A1P)?
H1P: DIII-verbinding (zenden).
H2P: DIII-verbinding (ontvangen).
H3P: RS‑485-verbinding (zenden).
H4P: RS‑485-verbinding (ontvangen).
Branden de leds (H6P~H7P) op de printplaat (A2P)?
Als de leds nog knipperen, dan is de communicatie nog niet tot stand gebracht.
H6P AAN: RS‑485-communicatie tot stand gebracht.
H7P AAN: DIII-communicatie van 1 of meerdere units tot stand gebracht.
Kunnen de werkingsgegevens van elk adres worden gemonitord op het monitoringsysteem?
Controleer of de voeding van elke unit is ingeschakeld.
Controleer of het adres dat op elke unit is ingesteld overeenstemt met het adres op het monitoringsysteem.
Controleer of de voeding van elke unit is ingeschakeld.
Resultaat: Als er geen problemen met de werkingsgegevens en de remote instellingen zijn, gaat de H2P-led UIT en branden de H6P- en H7P-led. Het proefdraaien voor A2P is dan voltooid.
INFORMATIE
Een fout bevestigen duur ongeveer 12 minuten.Als er geen communicatie van het monitoringsysteem is (bv. omdat het
monitoringsysteem uitgeschakeld is, verkeerde polariteit of losgekoppeld), is er een communicatiefout aan de RS‑485-kant.
Wat te doen ingeval van een communicatiefout?
De werkingsgegevens kunnen niet op het monitoringsysteem worden
gecontroleerd.
Controleer alle punten in "10 Opsporen en verhelpen van storingen" [4 31] en
los eventuele problemen op.
"   10‒1 Bedieningsprocedure stap 1"[4 32] beschrijft de procedure voor het
controleren van sommige fouten.
Montagehandleiding
30
BRR9B1V1
Communicatiebox
10 | Opsporen en verhelpen van storingen

10 Opsporen en verhelpen van storingen

In dit hoofdstuk

10.1 Oplossen van problemen voor printplaat communicatie binnenunit ................................................................................... 31
10.2 Oplossen van problemen voor printplaat communicatie buitenunit en capacity up unit.................................................... 31

10.1 Oplossen van problemen voor printplaat communicatie binnenunit

Wat controleren? Hoe controleren? Oplossing
Geen Modbus­communicatie
Verkeerde instelling Modbus-adres bij inschakelen op de Modbus-interface DIII.
Geen Modbus-adres ingesteld (=DS2: OFF/OFF/ OFF/OFF).
Stel met de unit uitgeschakeld DS2 op A1P in op het vereiste Modbus­adres. Zie "8.4Adressen van de
binnenunits instellen"[424]. De ON/
OFF-staat van de DIP-schakelaar wordt alleen bij het inschakelen van de printplaat gedetecteerd.
Stel DS2 op A1P in op het vereiste Modbus-adres. Zie "8.4Adressen
van de binnenunits instellen"[424].

10.2 Oplossen van problemen voor printplaat communicatie buitenunit en capacity up unit

Wat controleren? Hoe controleren? Oplossing
Adresinstelling van elke unit
Instelling slave-adres DIP-schakelaars (DS1, DS2) van de printplaat van
Data van elk adres kunnen op het monitoringsysteem worden gecontroleerd.
de communicatie (A2P).
Stel het adres van de buitenunit en de capacity up unit opnieuw in. Zie
"8Configuratie"[422].
Stel het slave-adres juist in. Zie
"Printplaat communicatiebox voor de buitenunit en capacity up unit configureren"[427].
Pariteitsinstelling Pariteitsinstelling op het monitoringsysteem in
vergelijking met de pariteitsinstelling op de communicatiebox.
Stopbitinstelling Stopbitinstelling op het monitoringsysteem in
vergelijking met de stopbitinstelling op de communicatiebox.
Instelling baud rate Instelling baud rate op het monitoringsysteem in
vergelijking met de instelling baud rate op de communicatiebox.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Stel de pariteitsinstelling juist in. Zie
"Printplaat communicatiebox voor de buitenunit en capacity up unit configureren"[427].
Stel de stopbitinstelling juist in. Zie
"Printplaat communicatiebox voor de buitenunit en capacity up unit configureren"[427].
Stel de instelling baud rate juist in. Zie "Printplaat communicatiebox
voor de buitenunit en capacity up unit configureren"[427].
Montagehandleiding
31
10 | Opsporen en verhelpen van storingen
Wat controleren? Hoe controleren? Oplossing
DIII-
Data van elk adres op het monitoringsysteem. Controleer de bedrading van de unit zwakstroomtransmissie bedrading
H2P brandt en H7P knippert op de
communicatiebox. Volg de instructies in " 10‒1
Bedieningsprocedure stap 1"[432] om een
diagnose te stellen van de communicatiebox.
RS‑485­zwakstroomtransmissie bedrading
Koelkastaansluiting van een ander apparaat dan een buitenunit en capacity up unit
Controleer of de lokale instellingen juist zijn
uitgevoerd, controleer of de data kunnen worden
gecontroleerd op het monitoringsysteem.
H2P brandt op de communicatiebox. Volg de
instructies in " 10‒2 Bedieningsprocedure stap
2"[433] om een diagnose te stellen van de
communicatiebox.
Fout printplaat H2P brandt op de communicatiebox. Volg de
instructies in " 10‒1 Bedieningsprocedure stap
1"[432] om een diagnose te stellen van de
communicatiebox.
met data die niet kan worden gecontroleerd en los het probleem op.
Communicatie met een andere buitenunit niet mogelijk. Controleer de transmissiebedrading (DIII zwakstroom) en de adresinstellingen.
Controleer de RS‑485­zwakstroomtransmissiebedrading en los het probleem op (bv. loskoppeling, polariteit).
Ontkoppel de non-CO₂ koelkast.
Vervang de printplaat (A2P).
Er brandt geen led op de printplaat (A2P).
Controleer de staat van alle units (binnenunit,
buitenunit en capacity up unit).
10‒1 Bedieningsprocedure stap 1
Procedure Led-aanduiding
(a)
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
Initiële aanduiding
(b)
Druk één keer op BS1.
Druk twee keer op BS2.
Opmerkingen
H6P knippert: RS‑485­communicatiefout
H7P knippert: DIII­communicatiefout (bij volledig ontbreken van communicatie met een binnenunit).
Montagehandleiding
32
BRR9B1V1
Communicatiebox
10 | Opsporen en verhelpen van storingen
Procedure Led-aanduiding
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
Druk één keer op BS3 (foutcontrole).
Communicatief out DIII-kant
(c)
RS‑485­communicatief out
Fout printplaat Fout van de printplaat (A2P) van
Niet-uniek buitenunitadres
Adres buitenunit niet ingesteld
(a)
Opmerkingen
Communicatiefout van alle buitenunits.
(d)
Communicatiefout RS‑485-kant. Er wordt een fout gedetecteerd zelfs wanneer de polariteit juist is. Controleer de adresinstellingen en de RS‑485­bedrading.
(d)
de communicatiebox. Vervang de printplaat.
Niet-unieke buitenunitadressen. Controleer de adresinstellingen en de DIII-bedrading.
Het adres van een buitenunit is niet ingesteld. Controleer de adresinstelling en de DIII­bedrading.
Fout instelling slave-adres
Fout instelling slave-adres. Controleer de instelling van het slave-adres en de bedrading.
Druk één keer op BS1. Normaal is H2P UIT en H6P en
H7P AAN.
(a)
= UIT, = AAN en = knippert.
(b)
De initiële aanduiding in de tabel is wanneer er een fout is gedetecteerd. Als er geen communicatiefouten zijn, is H2P UIT en zijn H6P en H7P AAN.
(c)
Wanneer meerdere fouten zijn gedetecteerd, knipperen meerdere led's (H2P tot H7P).
(d)
Voor zowel de DIII-kant als de RS‑485-kant, als er zich een communicatiefout voordoet na bevestigen van de communicatie, wordt een fout gegenereerd. Als de communicatie niet werd bevestigd, worden geen fouten gedetecteerd.
10‒2 Bedieningsprocedure stap 2
Procedure Led-aanduiding
(a)
Opmerkingen
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
Initiële aanduiding
(b)
H6P knippert: RS‑485­communicatiefout.
H7P knippert: DIII­communicatiefout (bij volledig ontbreken van communicatie met een binnenunit).
Druk één keer op BS1.
Druk 3 keer op BS2.
Druk één keer op BS3 (foutcontrole).
Reserve
Reserve
Andere koelkast Een non-CO₂ koelkast is
aangesloten.
Druk één keer op BS1. Normaal gaat de H2P uit en gaan
H6P en H7P branden.
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
Montagehandleiding
33
10 | Opsporen en verhelpen van storingen
(a)
= UIT, = AAN en = knippert.
(b)
De initiële aanduiding in de tabel is wanneer er een fout is gedetecteerd. Als er geen communicatiefouten zijn, is H2P UIT en zijn H6P en H7P AAN.
Montagehandleiding
34
BRR9B1V1
Communicatiebox

11 Technische gegevens

11.1 Bedradingsschema: Communicatiebox

A1P Printplaat (communicatie met binnenunit voor
airconditioning)
A2P Printplaat (communicatie met buitenunit en capacity
up unit)
A3P Printplaat
BS1~BS5 Drukknoppen (zie Opmerking1)
DS1, DS2 DIP-schakelaars (zie Opmerking1)
F1S Varistor
F1U Zekering (T, 3,15A, 250V)
H1P~H7P Led
HAP Led
11 | Technische gegevens
SS1~SS3 Schakelaars voor de afsluitweerstand (zie Opmerking
1)
T1R Transformator (220~240V/22V)
X3A~X11A Connectoren
X1M~X3M Klemmenstroken
Lokale bedrading
Klemmenstrook
Connector
Veiligheidsaarding
BLK Zwart
ORG Oranje
WHT Wit
YLW Geel
HIGH VOLTAGE Hoogspanning
LOW VOLTAGE Laagspanning
BRR9B1V1 Communicatiebox 4P617761-1B – 2020.10
MONITORING SYSTEM Monitoringsysteem
OUTDOOR UNIT Buitenunit
POWER SUPPLY Elektrische voeding
SWITCH BOX Schakelkast
Opmerking1
De communicatie-instellingen kunnen worden veranderd met de drukknoppen. Voor informatie hierover, zie de montagehandleiding voor van de buitenunit en de capacity up unit.
Montagehandleiding
35
12 | Verklarende woordenlijst

12 Verklarende woordenlijst

Dealer
Erkende installateur
Gebruiker
Geldende wetgeving
Onderhoudsbedrijf
Installatiehandleiding
Verdeler die het product verkoopt.
Technisch bekwame persoon met een erkenning om het product te installeren.
Persoon die de eigenaar is van het product en/of die het product gebruikt.
Alle geldende internationale, Europese, nationale en plaatselijke richtlijnen, wetten, reglementen en/of voorschriften betreffende een bepaald product of domein.
Bedrijf dat bevoegd is om de vereiste service voor het product uit te voeren of te coördineren.
Handleiding met instructies betreffende het installeren, het configureren en het onderhouden van een bepaald product of een bepaalde toepassing.
Gebruiksaanwijzing
Instructiehandleiding voor een bepaald product of een bepaalde toepassing waarin wordt uitgelegd hoe het product of de toepassing moet worden gebruikt.
Instructies voor het onderhoud
Instructiehandleiding bedoeld voor een bepaald product of een bepaalde toepassing waarin wordt uitgelegd hoe dit product (indien van toepassing) dient gemonteerd, geconfigureerd, gebruikt en/of onderhouden te worden.
Accessoires
Labels, handleidingen, informatiefiches, apparatuur en uitrustingen die met het product worden meegeleverd en die volgens de instructies in de meegeleverde documentatie geïnstalleerd moeten worden.
Optionele apparatuur
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.
Ter plaatse te voorzien
NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.
Montagehandleiding
36
BRR9B1V1
Communicatiebox
4P617761-1 B 0000000%
Verantwortung für Energie und Umwelt
Copyright 2020 Daikin
4P617761-1B 2020.10
Loading...