Daikin 2AMXM40M4V1B9, 2AMXM50M4V1B9, 2AMXF40A2V1B, 2AMXF50A2V1B, 2MXF40A2V1B Installer reference guide [nl]

...
Uitgebreide handleiding voor de
installateur
R32 Split-reeks
2AMXM40M4V1B9 2AMXM50M4V1B9 2AMXF40A2V1B 2AMXF50A2V1B 2MXF40A2V1B 2MXF50A2V1B 2MXM40N2V1B9 2MXM50N2V1B9
Uitgebreide handleiding voor de installateur
R32 Split-reeks
Nederlands

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
1 Over de documentatie 3
1.1 Over dit document ..................................................................... 3
2 Algemene veiligheidsmaatregelen 3
2.1 Over de documentatie ............................................................... 3
2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ....... 3
2.2 Voor de installateur ................................................................... 4
2.2.1 Algemeenheden.......................................................... 4
2.2.2 Plaats van installatie ................................................... 4
2.2.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32.................. 6
2.2.4 Elektrisch .................................................................... 7
3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de
installateur 8
4 Over de doos 10
4.1 Overzicht: Over de doos............................................................ 10
4.2 Buitenunit .................................................................................. 11
4.2.1 De buitenunit uitpakken .............................................. 11
4.2.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen..... 11
5 Over de unit 11
5.1 Overzicht: Over de unit.............................................................. 11
5.2 Identificatie ................................................................................ 12
5.2.1 Identificatielabel: Buitenunit ........................................ 12
6 Installatie van de unit 12
6.1 Installatieplaats voorbereiden.................................................... 12
6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit
geïnstalleerd wordt...................................................... 12
6.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van
de buitenunit in koude klimaten .................................. 13
6.2 Openen van de unit ................................................................... 14
6.2.1 Over openen van de unit............................................. 14
6.2.2 De buitenunit openen.................................................. 14
6.3 De buitenunit monteren ............................................................. 14
6.3.1 Over de montage van de buitenunit............................ 14
6.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de
buitenunit .................................................................... 14
6.3.3 De installatiestructuur voorzien................................... 14
6.3.4 De buitenunit installeren ............................................. 15
6.3.5 Afvoer voorzien........................................................... 15
6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen..... 15
7 Installatie van de leidingen 15
7.1 De koelmiddelleidingen voorbereiden ....................................... 16
7.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen ....................... 16
7.1.2 De koelleidingen isoleren............................................ 16
7.1.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil ............... 16
7.2 De koelmiddelleiding aansluiten................................................ 16
7.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ........ 16
7.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
koelmiddelleidingen .................................................... 17
7.2.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen 17
7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen ................... 18
7.2.5 Het uiteinde van een buis verbreden .......................... 18
7.2.6 Verbindingen tussen buiten- en binnenunit met
verloopstukken............................................................ 18
7.2.7 Gebruik van de afsluiter en servicepoort .................... 19
7.2.8 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten................. 19
7.3 De koelmiddelleiding controleren .............................................. 20
7.3.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen....... 20
7.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van
koelmiddelleidingen .................................................... 20
7.3.3 Op lekkages controleren............................................. 20
7.3.4 Vacuümdrogen............................................................ 20
8 Koelmiddel bijvullen 21
8.1 Over het toevoegen van koelmiddel........................................... 21
8.2 Over het koelmiddel ................................................................... 21
8.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel ............. 22
8.4 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden............. 22
8.5 De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen............. 22
8.6 Extra koelmiddel bijvullen........................................................... 22
8.7 De label voor fluorhoudende broeikasgassen bevestigen.......... 22
9 Elektrische installatie 22
9.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading ..................... 22
9.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
elektrische bedrading................................................... 23
9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische
bedrading ..................................................................... 24
9.1.3 Specificaties van de standaardcomponenten van de
bedrading ..................................................................... 24
9.2 De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten................ 24
10 De installatie van de buitenunit voltooien 25
10.1 De installatie van de buitenunit voltooien ................................... 25
10.2 De buitenunit sluiten ................................................................... 25
11 Configuratie 25
11.1 Over de instelling deactivering ECONO-stand ........................... 25
11.1.1 Instelling deactivering ECONO-stand inschakelen ...... 25
11.2 Over fluisterstille nachtstand ...................................................... 26
11.2.1 Fluisterstille nachtstand inschakelen ........................... 26
11.3 Over blokkering verwarmingsstand ............................................ 26
11.3.1 Blokkering verwarmingsstand inschakelen .................. 26
11.4 Over de functie energiebesparende stand-by ............................ 26
11.4.1 Energiebesparende stand-byfunctie inschakelen ........ 26
12 Inbedrijfstelling 26
12.1 Overzicht: Inbedrijfstelling .......................................................... 27
12.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling............................. 27
12.3 Checklist voor de inbedrijfstelling ............................................... 27
12.4 Checklist tijdens inbedrijfstelling................................................. 27
12.5 Proefdraaien en testen ............................................................... 27
12.5.1 Proefdraaien ................................................................ 27
12.6 De buitenunit starten .................................................................. 28
13 Aan de gebruiker overhandigen 28
14 Onderhoud en service 28
14.1 Overzicht: onderhoud en service................................................ 28
14.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud ................................. 28
14.3 Controlelijst jaarlijks onderhoud van de buitenunit ..................... 28
14.4 Over de compressor ................................................................... 28
15 Opsporen en verhelpen van storingen 28
15.1 Overzicht: Probleemoplossing.................................................... 28
15.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van
storingen..................................................................................... 29
15.3 Problemen op basis van symptomen oplossen .......................... 29
15.3.1 Symptoom: Binnenunits vallen, trillen of maken
lawaai........................................................................... 29
15.3.2 Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoals
verwacht....................................................................... 29
15.3.3 Symptoom: Waterlekken.............................................. 29
15.3.4 Symptoom: Elektrisch lek............................................. 29
15.3.5 Symptoom: De unit werkt NIET of er is brandschade .. 29
15.4 Problemen op basis van LED-gedrag oplossen ......................... 29
15.4.1 Storingsdiagnose met behulp van de led op de
printplaat van de buitenunit.......................................... 29
16 Als afval verwijderen 29
16.1 Overzicht: Als afval verwijderen ................................................. 29
16.2 Afpompen ................................................................................... 30
16.3 Een gedwongen koeling starten en stoppen .............................. 30
16.3.1 Gedwongen koelen starten en stoppen met de AAN/
UIT-schakelaar van de binnenunit ............................... 30
16.3.2 Gedwongen koelen starten en stoppen met de
gebruikersinterface van de binnenunit ......................... 30
Uitgebreide handleiding voor de installateur
2
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
R32 Split-reeks
4P600463-3D – 2021.03

1 Over de documentatie

17 Technische gegevens 30
17.1 Bedradingsschema.................................................................... 30
17.1.1 Legende eengemaakt bedradingsschema.................. 30
17.2 Schema van de leidingen: Buitenunit ........................................ 31
18 Verklarende woordenlijst 32
1 Over de documentatie

1.1 Over dit document

Bedoeld publiek
Erkende installateurs
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC-normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
INFORMATIE
In dit document worden alleen de instructies voor installatie specifiek voor de buitenunit beschreven. Voor de installatie van de binnenunit (binnenunit monteren, koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit, elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit …), zie de montagehandleiding van de binnenunit.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid:
▪ Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie ▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Montagehandleiding buitenunit:
▪ Installatie-instructies ▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,… ▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
2 Algemene
veiligheidsmaatregelen

2.1 Over de documentatie

▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer
belangrijke punten en dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding
en de uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN door een erkende installateur worden uitgevoerd.

2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.
GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbolen gebruikt op de unit:
Symbool Verklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds­en servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.
De unit bevat draaiende onderdelen. Wees voorzichtig bij servicewerkzaamheden of inspectie van de unit.
Symbolen gebruikt in de documentatie:
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50 R32 Split-reeks 4P600463-3D – 2021.03
Uitgebreide handleiding voor de installateur
3
2 Algemene veiligheidsmaatregelen
Symbool Verklaring
Geeft de titel van een afbeelding of een verwijzing ernaar aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel afbeelding" betekent "Afbeelding 3 in hoofdstuk 1".
Geeft de titel van een tabel of een verwijzing ernaar aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel tabel" betekent "Tabel 3 in hoofdstuk 1".

2.2 Voor de installateur

2.2.1 Algemeenheden

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
▪ Raak tijdens of net na bedrijf GEEN
koelmiddelleidingen, waterleidingen of interne onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag dan beschermende handschoenen.
▪ Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
WAARSCHUWING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan.
VOORZICHTIG
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.
Volgens de relevante wetgeving kan het vereist zijn om bij het product een logboek te voorzien met minstens: informatie over onderhoud, reparaties, resultaten van tests, periodes van stand-by, …
Voorzie ook minstens de volgende informatie op een toegankelijke plaats bij het product:
▪ Instructies voor het stilleggen van het systeem in noodgevallen ▪ Naam en adres van brandweer, politie en ziekenhuis ▪ De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts
om onderhoud te bekomen
In Europa biedt EN378 de vereiste informatie voor dit logboek.

2.2.2 Plaats van installatie

▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is
tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen. ▪ Controleer of de unit horizontaal staat. Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen: ▪ In mogelijke explosieve omgevingen. ▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het
besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan
werken. ▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare
gassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels,
ontvlambaar stof. ▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperleidingen of
gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat
lekken.
Instructies voor apparatuur met R32-koelmiddel
WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden. ▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
WAARSCHUWING
Het toestel moet worden opgeslagen waar het geen mechanische schade kan oplopen in een voldoende geventileerde ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een brandend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) met de hieronder beschreven afmetingen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
R32 Split-reeks
4P600463-3D – 2021.03
2 Algemene veiligheidsmaatregelen
Contains fluorinated greenhouse gases
2
1
1
1
2
2
kg
tCO2eq
1000
GWP × kg
=
=
+
kg
=
kg
=
GWP: xxx
R32
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Als één of meerdere ruimten via een kanaalsysteem verbonden zijn met de unit, moet u ervoor zorgen dat:
▪ er geen werkende ontstekingsbronnen zjin
(bijvoorbeeld open vuur, een werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) als de vloerruimte kleiner is dan de minimum vloeroppervlakte A (m²);
▪ er geen hulptoestellen, die een potentiële
ontstekingsbron kunnen vormen, in het leidingwerk zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld hete oppervlakken met een temperatuur van meer dan 700°C en elektrische schakeltoestellen);
▪ in het leidingwerk uitsluitend door de fabrikant
goedgekeurde hulptoestellen worden gebruikt;
▪ de luchtinlaat EN -uitlaat rechtstreeks op dezelfde
kamer zijn aangesloten door kanaalwerk. Gebruik GEEN ruimten zoals een vals plafond als leiding voor de luchtinlaat of -uitlaat.
OPMERKING
▪ Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om overmatig
trillen of pulseren op koelmiddelleidingen te voorkomen.
▪ Beschermende apparatuur, leidingen en fittingen
moeten zo goed mogelijke tegen slechte omgevingseffecten worden beschermd.
▪ Denk eraan dat lange leidingen kunnen uitzetten of
krimpen.
▪ Bij het ontwerp en de installatie van leidingen in
koelsystemen moet de kans op hydraulische schokken zo veel mogelijk te beperken.
▪ Binnentoestellen en leidingen moeten stevig
gemonteerd en bewaakt worden zodat zij niet per ongeluk kunnen breken door meubels die worden verplaatst of door verbouwingen.
VOORZICHTIG
Gebruik GEEN potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekken.
OPMERKING
▪ Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen en
koperen pakkingen NIET opnieuw.
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen
van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.
Vereisten voor de installatieruimte
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de minimum vloeroppervlakte zoals bepaald in de tabel onder A (m2). Dit geldt voor:
▪ Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval
van binnenunits met koelmiddelleksensor, zie de montagehandleiding
▪ Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits
(bijvoorbeeld: oranjerie, garage, machineruimte)
OPMERKING
▪ Bescherm leidingen tegen fysieke schade. ▪ Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum.
Minimum vloeroppervlakte bepalen
1 Bepaal de totale koelmiddelvulling in het systeem
(= fabrieksvulling koelmiddel + extra bijgevulde hoeveelheid koelmiddel).
2 Selecteer welke grafiek of tabel u wilt gebruiken.
▪ Voor binnenunits: Is de unit een plafond-, wand- of
vloermodel?
▪ Voor binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits
hangt dit af van de installatiehoogte:
Bij een installatiehoogte van…
Gebruik de grafiek of tabel voor…
<1,8m Vloerunits 1,8≤x<2,2m Units voor muurmontage ≥2,2m Units voor plafondmontage
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50 R32 Split-reeks 4P600463-3D – 2021.03
3 Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte
te bepalen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5
2 Algemene veiligheidsmaatregelen
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
370
380
390
400
410
420
430
440
450
460
470
480
490
500
510
520
530
540
550
560
570
580
590
600
610
620
630
640
650
660
670
680
690
700
710
720
730
740
750
760
770
1.843
9.55
2.21.8
2.4 2.8 3.2 3.6 4 4.4 4.8 5.2 5.6 6 6.4 6.8 7.2 7.6 8 8.4 8.8 9.22
2.6 3 3.4 3.8 4.2
4.6
5 5.4 5.8 6.2 6.6 7 7.4 7.8 8.2 8.6 9 9.4
Floor-standing unit
(c)
Wall-mounted unit
(b)
Ceiling-mounted unit
(a)
m [kg]
A
min
[m
2
]
Ceiling-mounted
unit
(a)
4.6 13.4
4.6 180
4.8 14.6
4.8 196
5.0 15.8
5.0 213
≤1.842
5.2 17.1
≤1.842
5.2 230
1.843 3.64
5.4 18.5
1.843 28.9
5.4 248
2.0 3.95
5.6 19.9
2.0 34.0
5.6 267
2.2 4.34
5.8 21.3
2.2 41.2
5.8 286
2.4 4.74
6.0 22.8
2.4 49.0
6.0 306
2.6 5.13
6.2 24.3
2.6 57.5
6.2 327
2.8 5.53
6.4 25.9
2.8 66.7
6.4 349
3.0 5.92
6.6 27.6
3.0 76.6
6.6 371
3.2 6.48
6.8 29.3
3.2 87.2
6.8 394
3.4 7.32
7.0 31.0
3.4 98.4
7.0 417
3.6 8.20
7.2 32.8
3.6 110
7.2 441
3.8 9.14
7.4 34.7
3.8 123
7.4 466
4.0 10.1
7.6 36.6
4.0 136
7.6 492
4.2 11.2
7.8 38.5
4.2 150
7.8 518
4.4 12.3
4.4 165
m (kg)
A
min
(m2)
4.6 20.0
4.8 21.8
5.0 23.6
≤1.842
5.2 25.6
1.843 4.45
5.4 27.6
2.0 4.83
5.6 29.7
2.2 5.31
5.8 31.8
2.4 5.79
6.0 34.0
2.6 6.39
6.2 36.4
2.8 7.41
6.4 38.7
3.0 8.51
6.6 41.2
3.2 9.68
6.8 43.7
3.4 10.9
7.0 46.3
3.6 12.3
7.2 49.0
3.8 13.7
7.4 51.8
4.0 15.1
7.6 54.6
4.2 16.7
7.8 57.5
4.4 18.3
8 40.5
8.2 42.6
8.4 44.7
8.6 46.8
8.8 49.0 9 51.3
9.2 53.6
9.4 55.9
9.55 57.7
8 60.5
8.2 63.6
8.4 66.7
8.6 69.9
8.8 73.2 9 76.6
9.2 80.0
9.4 83.6
9.55 86.2
8 545
8.2 572
8.4 601
8.6 629
8.8 659 9 689
9.2 720
9.4 752
9.55 776
Wall-mounted
unit
(b)
m (kg)
A
min
(m2)
Floor-standing
unit
(c)
m (kg)
A
min
(m2)

2.2.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
m Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem
A
Minimum vloeroppervlakte
min
(a) Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage) (b) Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage) (c) Floor-standing unit (= Vloerunit)
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET worden belast.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's:
▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een
▪ Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer het koelgas
GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
WAARSCHUWING
Tap het koelmiddel ALTIJD af. Laat het NIET rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de installatie leeg te pompen.
afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken.
in contact komt met vuur.
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
compressor van de unit NIET moet draaien.
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
4P600463-3D – 2021.03
R32 Split-reeks
2 Algemene veiligheidsmaatregelen
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit te voeren.
OPMERKING
▪ Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om
te voorkomen dat de compressor defect geraakt.
▪ Wanneer het koelmiddelsysteem moet worden
geopend, MOET het koelmiddel worden behandeld zoals voorgeschreven in de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is uitgevoerd.
Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en ontploffing van de compressor omdat er zuurstof in de compressor terechtkomt terwijl deze aan het werken is.
▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden.
Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.
▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige
systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort
koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem terechtkomen.
▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
Als Dan
Er is een sifonbuis (d.w.z. er zou iets zoals “Met
vloeistofvulsifon” op de fles moeten staan)
Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven
▪ Open koelmiddelflessen steeds traag. ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in
gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren.
VOORZICHTIG
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of wanneer u even pauzeert, moet u de kraan van het koelmiddelreservoir onmiddellijk dichtdraaien. Als de klep NIET onmiddellijk wordt gesloten, kan er extra koelmiddel worden bijgevuld door de resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel.
Vul bij met rechtopstaande fles.
staande fles.

2.2.4 Elektrisch

GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
▪ Schakel de elektrische voeding volledig UIT vooraleer u
het deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 10minuten
uit en meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan 50 V DC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie­III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het
product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50 R32 Split-reeks 4P600463-3D – 2021.03
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7

3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur

VOORZICHTIG
▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de
aardingskabel aan vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten.
▪ Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de
stroomvoerende draden los vóór de aarding wordt losgemaakt.
▪ De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting
van de voedingskabel en de klemmenstrook moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken van de trekontlasting.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading:
▪ Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op
de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken).
▪ Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte,
volgt u de aanwijzingen in de bovenstaande afbeelding.
▪ Gebruik de aangewezen voedingsdraad en sluit deze
stevig aan, borg ze vervolgens zodat er van buiten geen druk op het klemmenbord kan worden uitgeoefend.
▪ Gebruik een passende schroevendraaien voor het
vastdraaien van de schroeven van de klemmen. Met een schroevendraaier met kleine kop beschadigt u de schroefkop waardoor u de schroef niet goed meer vast kunt draaien.
▪ Als u de schroeven van de klemmen te vast draait kunt
u ze breken.
Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 m afstand van televisietoestellen en radio's om geen interferenties te hebben. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1m soms niet.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere onderdelen stuk gaan.
3 Specifieke
veiligheidsinstructies voor de installateur
Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na.
Installatie van de unit (zie "6Installatie van de unit"[412])
WAARSCHUWING
De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In Europa is de norm EN378 van toepassing.
Installatieplaats (zie "6.1Installatieplaats voorbereiden"[412])
VOORZICHTIG
▪ Controleer of de installatieplaats het gewicht van de
unit kan dragen. Een slechte installatie kan gevaarlijk zijn. Het kan ook trillingen of ongewone
werkingsgeluiden veroorzaken. ▪ Voorzie voldoende ruimte voor service. ▪ Installeer de unit zo dat ze NIET in contact komt met
een plafond of een muur; anders kan dit trillingen
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming).
Openen van de unit (zie "6.2Openen van de unit"[414])
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Koelmiddelleiding aansluiten (zie "7.2Koelmiddelleiding
aansluiten"[416])
VOORZICHTIG
▪ Niet ter plaatse braseren of lassen voor units die bij de
verzending met R32-koelmiddel zijn gevuld. ▪ Tijdens de installatie van het koelsysteem moet bij het
verbinden van delen waarvan minstens één deel met
koelmiddel gevuld is met de volgende vereisten
rekening worden gehouden: in ruimten waar zich
mensen bevinden zijn permanente verbindingen niet
toegelaten voor R32-koelmiddel, behalve voor ter
plaatse gemaakte verbindingen waarbij de binnenunit
rechtstreeks op de leiding wordt aangesloten. Ter
plaatse gemaakte verbindingen waarbij leidingen
rechtstreeks op binnenunits worden aangesloten
moeten van het niet-permanente type zijn.
VOORZICHTIG
Sluit de ingebouwde aftakkingsleiding NIET aan op de buitenunit wanneer u alleen de leidingen aanlegt zonder de binnenunit aan te sluiten om later een extra binnenunit toe te voegen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
R32 Split-reeks
4P600463-3D – 2021.03
3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur
VOORZICHTIG
▪ Gebruik GEEN minerale olie op het verbreed uiteinde
van de koelmiddelleiding.
▪ Gebruik NIET opnieuw een leiding afkomstig van vorige
installaties.
▪ Installeer NOOIT een droger op deze R32-unit om zijn
levensduur te kunnen garanderen. Het droogmateriaal kan oplossen en het systeem beschadigen.
VOORZICHTIG
▪ Gebruik de flaremoer die op de unit is bevestigd. ▪ Om gaslekken te voorkomen, brengt u koelmachine-
olie aan op alleen de binnenkant van de verbreding. Gebruik koelmachine-olie voor R32.
▪ Hergebruik GEEN verbindingen.
WAARSCHUWING
Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de compressor inschakelt. Als de koelmiddelleidingen NIET zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een abnormale druk in de koelcyclus, wat kan leiden tot schade aan de apparatuur en zelfs letsels.
VOORZICHTIG
▪ Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas
veroorzaken.
▪ Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik
nieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geen koelgas kan lekken.
▪ Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden
meegeleverd. Andere getrompte moeren gebruiken kan koelgaslekken veroorzaken.
Koelmiddelleiding controleren ("7.3De koelmiddelleiding
controleren"[420])
GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING
Start de unit niet als ze gevacumeerd is.
Koelmiddel vullen (zie "8Koelmiddel bijvullen"[421])
WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
WAARSCHUWING
Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt normaal NIET. Als het koelmiddel in de kamer lekt en in contact komt met vuur van een brander, een verwarming of een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een schadelijk gas worden gevormd.
Schakel alle verwarmingstoestellen met verbranding uit, verlucht de kamer en neem contact op met de dealer waar u de unit hebt gekocht.
Gebruik de unit NIET totdat iemand van de servicedienst heeft bevestigd dat het deel met het koelmiddellek gerepareerd is.
WAARSCHUWING
Raak ongewenste vloeistoflekken NOOIT rechtstreeks aan. U zou ernstige wonden kunnen oplopen door bevriezing.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik uitsluitend R32 als koelmiddel. Andere stoffen
kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzaken.
▪ R32 bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft een
aardopwarmingsvermogen (GWP) van 675. Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Gebruik bij het vullen van koelmiddel ALTIJD
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat de compressor defect raakt, mag u NIET meer bijvullen dan de gespecificeerde hoeveelheid koelmiddel.
Elektrische installatie (zie "9Elektrische installatie"[422])
WAARSCHUWING
▪ Al de bedrading MOET door een erkende elektricien
uitgevoerd worden en MOET voldoen aan de geldende wetgeving.
▪ Maak elektrische verbindingen op de bevestigde
bedrading.
▪ Alle op de site geleverde componenten en alle
elektrische constructies MOETEN voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde
nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken.
▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via
een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken. ▪ Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers. ▪ Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,
zodat deze NIET in contact kan komen met scherpe
randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde. ▪ Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten
geleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingen
van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor
oververhitting of elektrische schokken of brand
veroorzaken. ▪ Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat
deze unit een inverter bevat. Een
fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties
en kan ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50 R32 Split-reeks 4P600463-3D – 2021.03
Uitgebreide handleiding voor de installateur
9

4 Over de doos

WAARSCHUWING
▪ Gebruik GEEN lokaal aangekochte elektrische
onderdelen binnenin het product.
▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp,
etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Alle elektrische onderdelen (thermistors inbegrepen) krijgen stroom van de elektrische voeding. Raak ze NIET aan met blote handen.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Schakel de elektrische voeding langer dan 10minuten uit en meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET minder dan 50 V DC zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
Installatie van de buitenunit voltooien (zie "10De installatie van
de buitenunit voltooien"[425])
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
▪ Zorg ervoor dat het systeem correct is geaard. ▪ Schakel de voeding uit alvorens aan
servicewerkzaamheden te beginnen.
▪ Installeer het deksel van de schakelkast alvorens de
voeding in te schakelen.
Configuratie (zie "11Configuratie"[425])
VOORZICHTIG
Let er bij het weer aanbrengen van het deksel van de elektriciteitskast op dat de stroomkabel van de ventilatormotor niet geklemd geraakt.
Onderhoud en service (zie "14Onderhoud en service"[428])
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
WAARSCHUWING
▪ Vooraleer een onderhoud of herstelling uit te voeren
moet u ALTIJD de hoofdschakelaar op het voedingspaneel uitschakelen, de zekeringen verwijderen of de beveiligingen van de unit openen.
▪ Raak onderdelen die onder stroom staan minstens 10
minuten na het uitschakelen van de voeding NIET aan wegens het risico op hoogspanning.
▪ Vergeet niet dat sommige delen van de elektrische
componentenkast heel heet zijn. ▪ Zorg dat u GEEN geleidend deel aanraakt. ▪ Spoel de unit NIET af. Dit kan elektrische schokken of
brand veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
▪ Gebruik deze compressor alleen in een geaard
systeem.
▪ Schakel de voeding uit voordat u
servicewerkzaamheden aan de compressor uitvoert.
▪ Breng na de servicewerkzaamheden het deksel van de
schakelkast en het servicedeksel weer aan.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril en beschermende handschoenen.
GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING
▪ Gebruik een pijpensnijder om de compressor te
verwijderen. ▪ Gebruik GEEN hardsoldeerbrander. ▪ Gebruik uitsluitend goedgekeurde koelmiddelen en
smeermiddelen.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Raak de compressor NIET aan met blote handen.
Oplossen van problemen (zie "15Opsporen en verhelpen van
storingen"[428])
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
WAARSCHUWING
▪ Controleer STEEDS of de spanning op de unit is
afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te
controleren. Schakel de respectievelijk
stroomonderbreker uit. ▪ Als een veiligheidstoestel geactiveerd werd, moet u de
unit uitschakelen en controleren waarom het
veiligheidstoestel werd geactiveerd vooraleer deze te
resetten. Shunt NOOIT een veiligheidstoestel of wijzig
zijn waarde niet in een waarde verschillend van de
standaardinstelling. Indien u de oorzaak van het
probleem niet kunt vinden, neem dan contact op met
uw dealer.
WAARSCHUWING
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN­en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
▪ Wanneer de unit niet werkt, worden de leds op de
printplaat uitgeschakeld om energie te besparen. ▪ Zelfs wanneer de leds niet branden, kunnen de
klemmenstrook en de printplaat nog stroom krijgen.
4 Over de doos

4.1 Overzicht: Over de doos

Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen nadat de dozen met de buiten- en binnenunit on-site werden geleverd.
Denk aan de volgende punten:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50
R32 Split-reeks
4P600463-3D – 2021.03

5 Over de unit

1
2
c d e f g
h
a b
▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op
beschadigingen. Elke vorm van beschadiging MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld worden.
▪ Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te voorkomen.
▪ Maak de weg waarlangs u de unit naar binnen zult brengen op
voorhand klaar.

4.2 Buitenunit

4.2.1 De buitenunit uitpakken

VOORZICHTIG
Ga alleen als volgt om met de buitenunit:
2 Neem de toebehoren op de bodem van de verpakking.
a Montagehandleiding buitenunit b Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
c Label gefluoreerde broeikasgassen d Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen e Afvoeraansluiting
f Zakje met schroeven (voor vastleggen van de
kabelbevestiging)
g Verloopstuk h Energielabel
5 Over de unit
INFORMATIE
Het is NIET mogelijk de binnenunit voor 1 kamer alleen aan te sluiten. Zorg ervoor dat er binnenunits van minstens 2kamers worden aangesloten.
INFORMATIE
Afhankelijk van de units en/of de omstandigheden van de

4.2.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen

1 Hef de buitenunit op.
installatie, moet de elektrische bedrading aangesloten zijn alvorens u koelmiddel kunt bijvullen.
WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
INFORMATIE
Voor de bedrijfslimieten, zie de recentste technische gegevens van de buitenunit op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).

5.1 Overzicht: Over de unit

Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ Identificatie van de buitenunit
2(A)MXM40+50 + 2(A)MXF40+50 R32 Split-reeks 4P600463-3D – 2021.03
Uitgebreide handleiding voor de installateur
11
Loading...
+ 25 hidden pages