Chauvin Arnoux C.A 6511, C.A 6513 User manual [nl]

Bestnr. 13 10 59
Isolatietester
CA 6511 / CA 6513
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden.
© Copyright 2004 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail: helpdesk@conrad.nl
2
Belangrijk! Beslist lezen!
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belang­rijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Inhoudsopgave
pagina
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT 4
GEBRUIK 5
Batterijtest 5 Isolatietest /spanningsmeting 5 Doorgangstest 5 Weerstandsmeting (alleen CA 6513) 6
ONDERHOUD EN VERZORGING 6
Batterij / zekering vervangen 6 Aanbrengen van de beschermhoes 7 Reiniging 7 Reparatie - onderhoud 7
KARAKTERISTIEKEN 8
Functies 8 Isolatie 8 Doorgang 8 Weerstand (alleen CA 6513) 8 Spanning 9 Referentiebepalingen 9 Klimatologische bepalingen 9 Schommelingen binnen het werkgebied 10 Elektrische karakteristieken 10 Stroomverzorging 10 Elektrische veiligheid 11 Mechanische karakteristieken 11
AANGEHOUDEN NORMEN 12
GARANTIE 14
3
Introductie
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u de isola­tietester CA 6511 / 6513 in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik.
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk:
Nederland: Tel. 053 – 428 54 80 e-mail: helpdesk@conrad.nl
Veiligheidsaanwijzingen
Controleer voordat u begint met een meting, dat het te meten stroomcircuit niet onder spanning staat.
Gebruik alleen de testkabels welke met het apparaat meegeleverd worden.
In rustpositie moet de wijzer op de voltmeterschaalverdeling 0 aangeven, anders
moet de nulpositie d.m.v. de schroef (6) ingesteld worden.
Na het beëindigen van een isolatiemeting laat u het apparaat nog een paar se­conden aangesloten, zodat zich de hoogspanning van de geteste installatie au­tomatisch kan ontladen.
Bij een doorgangs- of weerstandstest moet eerst een spanningstest uitgevoerd worden. Indien een spanning aanwezig is, kan dit de veiligheidsschakeling active­ren en dat betekend dat de zekering vervangen moet worden. In de meetbereiken -10 Ω +10 Ω en 1000 Ω is het apparaat beveiligd door een hoogvermogen-zekering. In alle meetbereiken is het apparaat statisch beschermd tegen een permanente spanning van 600 Veff tussen de aansluitingen. Bij een niet bedoelde aangelegde spanning van 1000 Veff tussen de aansluitingen, be­draagt de bescherming minder dan 15 seconden.
Zet de schakelaar op OFF indien u het apparaat niet gebruikt.
4
Beschrijving van het apparaat
C.A. 6513 isolatietester
(1)
Klemmen in kleur gekenmerkt
(2)
Logaritmische schaal op gele achtergrond van 0,1 tot 1000 MΩ = isolatietest
(3)
Lineaire schaal van 0 tot 10 = doorgangstest
= weerstandsmeting (alleen bij de CA 6513)
(4)
Lineaire schaal van 0 tot 600 V = spanningsmeting
(5)
Rood-groen-schaal = batterijtest
(6)
Instelschroef voor de mechanische nulregeling
(7)
Draaischakelaar = 4 schakelposities (CA 6511)
= 6 schakelposities (CA 6513)
(8)
Schakelknop
5
GEBRUIK
Batterijtest
Voordat u met een reeks metingen begint, overtuigd u zich er van, dat de batterijen van de tester nog in goede conditie zijn. Zet de draaischakelaar op OFF en druk op de gele schakelknop om de aanduiding van de batterijcapaciteit op de galvanometer­schaal op te roepen:
- Indien de wijzer zich in het groene veld bevindt, zijn de batterijen in orde.
- Indien de wijzer zich in het rode veld bevind moeten de vier batterijen vervan-
gen worden.
Isolatietest / spanningstest
Nadat u gecontroleerd heeft of de stroomverzorging in orde is (zie "batterijtest"), kan met de isolatietests begonnen worden. Verbindt de tester m.b.v. het meegeleverde toebehoren (meetkabel en krokodillenklemmen) met de installatie die gecontroleerd moet worden. Bij voorkeur dient de "+"-klem met de aardedraad verbonden te wor­den. Zet de draaischakelaar op de positie voor de isolatietest (500 V bij de CA 6511; 500 of 1000 V bij de CA 6513).
In dit stadium bevindt zich de meter automatisch in de functie "wisselstroom­voltmeter". Het apparaat voert een spanningsmeting uit tussen de aansluitklemmen + en - (spanningsschaal tot 600 V∼).
- Als het apparaat geen spanning aanduidt, kan een isolatietest uitgevoerd wor-
den.
- Als het apparaat een spanning aan het te controleren schakelcircuit aanduid,
mag er geen isolatiemeting uitgevoerd worden. Zoek naar de oorzaak van deze spanning en hef deze op. Pas dan kunnen isolatiemetingen uitgevoerd worden.
- Voer een isolatiemeting uit door op de gele schakelknop te drukken. Het appa-
raat produceert een hoogspanning tussen de klemmen + en -. De uitlezing ge­beurt direct op de gele logaritmeschaal van 0,1 tot 1000 M. Zodra de scha­kelknop losgelaten wordt, schakelt het apparaat over op spanningsmeting. De aan het meetobject aanliggende hoogspanning ontlaadt zich via het meet­snoer in het apparaat. Daarom moet de meter na het beëindigen van de me­tingen nog een paar seconden aangesloten blijven (totdat de wijzer op 0 V staat).
Doorgangstest
Nadat het apparaat aan het meetobject aangesloten is, moet op volledig spannings­loze toestand gecontroleerd worden (zie hoofdstuk "Isolatiemeting / spanningsme­ting"). Daarna zet u de draaischakelaar op "+10 Ω". De meting wordt
6
automatisch uitgevoerd, zonder de gele schakelknop in te drukken. De meetwaarde wordt op de witte schaalverdeling van 0 tot 10 aangeduid. Daarna zet u de draai­schakelaar op "-10 " om zeker te zijn dat het apparaat ook daadwerkelijk dezelfde doorgangswaarde aanduid. Indien de tweede meetwaarde een verschil tegenover de eerste meetwaarde heeft, dient de navolgende berekening uitgevoerd te worden:
R
+10
+ R
-10
doorgangsweerstand =
2
Om een grotere nauwkeurigheid te meten in de meetbereiken +10 Ω en -10 Ω wordt de weerstand van de meetsnoeren gemeten door deze kort te sluiten. De aangeduide waarde wordt dan van de gemeten weerstanden afgetrokken.
Opmerking: - Om de batterijen te besparen, verwijdert u de testsnoeren van
het apparaat, zodra de doorgangstest beëindigd is.
- Indien het apparaat bij de doorgangstest niet of niet voldoende aangesloten is, slaat de wijzer uit tot aan de rechter aanslag.
Weerstandsmeting (alleen CA 6513)
Nadat de meter met het meetobject verbonden is, moet op volledig spanningsloze toestand gecontroleerd worden (zie hoofdstuk "Isolatiemeting / spanningsmeting"). Daarna zet u de draaischakelaar op "1000 Ω". De meting wordt automatisch uitge­voerd, zonder de gele schakelknop in te drukken. De meetwaarde wordt op de witte schaalverdeling van 0 tot 10 afgelezen en met 100 multipliceert.
Opmerking: - Om de batterijen te besparen, verwijdert u de testsnoeren van
het apparaat, zodra de weerstandsmeting beëindigd is.
- Indien het apparaat bij de weerstandsmeting niet of niet vol­doende aangesloten is, slaat de wijzer uit tot aan de rechter aan­slag.
Onderhoud en verzorging
Batterijen / zekering vervangen
Zorg er voor, dat er geen testsnoeren aangesloten zijn en de draaischakelaar op po­sitie OFF staat, voordat het apparaat geopend wordt. Om redenen van veiligheid kan het apparaat pas geopend worden nadat alle meetsnoeren afgekoppeld zijn. De ze­kering en de batterijen kunnen bereikt worden door de achterzijde van het apparaat te openen. Verwijder de beschermhoes, draai de onverliesbare schroeven met een geschikte schroevendraaier los en verwijder de achterzijde van het apparaat. Let er op, dat u de gele schakelknop nooit indrukt als het apparaat geopend is.
7
Aanbrengen van de beschermhoes
Om het afleesvenster niet te beschadigen, schuift u het apparaat met de bovenkant vooruit in de hoes.
Schoonmaken
Maak de behuizing van het apparaat schoon met een zacht en met zeepsop bevoch­tigt doek. Gebruik beslist geen alcohol, oplosmiddelen of benzine.
Reparatie - onderhoud
Reparaties mogen alleen met originele reserveonderdelen en door een erkend servi­cebedrijf uitgevoerd worden. Aanbevolen wordt, om het apparaat alle twee jaar resp. een keer per jaar bij intens gebruik, te laten kalibreren zodat de meetnauwkeurigheid gewaarborgd blijft.
8
Karakteristieken
Functies
Isolatie
Meetbereik : 0,1 tot 1000 M
Schaal
0,1 M tot 1000 M
Nauwkeurigheid
± 5% v.d. meting
Meetbereik
500 V 1.000 V*
Nullastspanning
600 V 1.200 V
Teststroom
>1 mA voor R < 500 k
>1 mA voor R < 1 M
Kortsluitstroom
< 6 mA < 6 mA
*alleen CA 6513 De tijd die benodigd wordt tot de spanning aan de meetklemmen 90% van haar waarde terugloopt, zodra de drukknop MΩ wordt losgelaten (= ontlaadtijd), bedraagt 1s/µF.
Doorgang
Meetbereik : 0 tot 10 met omkering van de meetstroom
Schaal
0 - 10
Nauwkeurigheid
± 3% v.d. volle schaal
Kortsluitstroom
200 mA
Nullastspanning
4,5 V V 6,5 V
Weerstand
(alleen CA 6513)
Meetbereik : 0 tot 1000
Schaal
0 - 1000
Nauwkeurigheid
± 3% v.d. volle schaal
Kortsluitstroom
2 mA
Nullastspanning
4,5 V V 6,5 V
9
Spanning
Meetbereik : 0 tot 600 V
Schaal 0 - 600 V
Nauwkeurigheid
±3% v.d. volle schaal
Ingangsimpedantie
300 k
Referentiecondities
Schaalinvloeden Referentiecondities
Temperatuur
20 °C ±3 K
Rel. luchtvochtigheid 45 tot 55 % r.v. Voedingsspanning
5,5 V ± 0,2 V Spanningsfrequentie 45 Hz tot 65 Hz Elektrisch veld ca. 1 V/m Magneetveld < 40 A/m Positie
horizontaal ±
Klimatische condities
10
Schommelingen binnen het werkbereik
Schommelingen in %
van de meting
Schaalinvloed Grenzen voor het
werkbereik
typisch
maximaal
Gebruikspositie 0 + 90°
0 - 90° - < 5% v.d. meting
Temperatuur -10 tot +55 °C 3% / 10 °C (1) 5% / 10 °C (1) Vochtigheid 20 tot 80% r.v. (2) 5% v.d. meting 10% v.d. meting
Voedingsspanning 4,5 tot 6,5 V 0,1% v.d. meting 0,2% v.d. meting Frequentie (voltmeter­werking)
45 tot 400 Hz <0,1% v.d. meting
Elektromagnetisch veld 0 tot 400 A/m (3) - 1/2 class.
(1) Bij metingen in M gaat het om % van de metingen.
Bij de overige metingen gaat het om % van de volle schaal.
(2) Bij isolatiemetingen van 0,1 tot 100 M, spanningsmetingen van 0 tot 600 V,
doorgangstests van 0 tot ± 10 Ω en weerstandsmetingen van 0 tot 1000 Ω.
(3) De genoemde magneetvelden zijn velden met stabiele amplitude en richting
en een frequentie tussen 0 en 60 Hz.
Elektrische karakteristieken
Stroomverzorging
Het apparaat werkt op vier 1,5V-alkalinebatterijen van het type R6.
Voor een correcte functie is een spanning van 4,5 V tot 6,5 V nodig. De batterijcapa­citeit kan met een batterijtest gecontroleerd worden (zie "Gebruik").
Het stroomverbruik bedraagt ongeveer: 300 mA bij R = 0,5 MΩ in het meetbereik M 500 V 600 mA bij R = 1 MΩ in het meetbereik MΩ 1000 V (alleen CA 6513) 200 mA bij doorgangstests in de meetbereiken +10 Ω en -10 Ω 10 mA bij gebruik als ohmmeter in het meetbereik 1 k (alleen CA 6513). De gemiddelde gebruiksduur bedraagt: 1000 isolatiemetingen met een duur van 10 s in het meetbereik MΩ 500 V bij R = 500 MΩ. 200 isolatiemetingen met een duur van 10 s in het meetbereik M 1000 V bij R = 1 MΩ (alleen CA 6513). 1500 doorgangstests met een duur van 10 s in het meetbereik 10 Ω.
11
Elektrische veiligheid
Apparaat met dubbele isolatie volgens norm IEC 101 O-1 bij een ingedeelde span­ning fase/aarde van 600 V, een installatie categorie III en vervuilingsgraad 2.
Begripsdefinitie
- Installatie categorie: classificatie van installaties in overeenstemming met de standaardiseerde grenswaarden voor voorbijgaande werkspanningen in af­hankelijkheid van de nominale spanning van het net in verhouding tot aarde.
- Vervuilingsgraad : classificatie van de micro-omgeving. Zie IEC 1010.
- Ingedeelde spanning: nominale spanning in verhouding tot aarde.
MECHANISCHE KARAKTERISTIEKEN
Afmetingen : 167 x 106 x 55 mm Gewicht : ca. 500 g / 650 g met beschermhoes (incl. batterijen)
12
AANGEHOUDEN NORMEN
Norm Titel
VDE 0413-1 VDE-specificatie voor apparaten voor het testen van beveiligingsmaat-
regelen in elektrische installaties.
VDE 0413-4 Deel 1: Isolatie-meetapparaten
Deel 4: Weerstands- meetapparaten
VDE 0100 Specificatie voor de vervaardiging van sterkstroominstallaties met een
nominale spanning <1000 V.
LF C 15 100 Planning, vervaardiging, test en onderhoud van elektrische installaties
met een stroomspanning van maximaal 1000 V (RMS) wisselstroom en 1500 V gelijkstroom
IEC 1010-1 Veiligheidsregels voor elektronische apparaten
LF C 42 100 Elektrische meetapparaten met analoge weergave en directe werking
met accessoires Deel 1 : Algemene definitie en beschrijving Deel 7 : Speciale voorschriften voor multi-functie-meters
LF EN 50 081-1 Elektromagnetische verdraagzaamheid. Emissienorm.
Deel 1 : Huishouding, commercieel en lichte industrie.
LF EN 50 082-1 Elektromagnetische verdraagzaamheid. Immuniteitsnorm.
Deel 1 : Huishouding, commercieel en lichte industrie.
LF EN 60 555 Storingen in stroomnetwerken door elektrische huishoudelijke appara-
ten en analoog installaties. Deel 2 : Boventrillingen Deel 3 : Spanningsschommelingen
LF EN 55 014 Grenzen en meetprocédé voor de karakteristieken van elektrische
huishoudelijke apparaten, draagbare gereedschappen en vergelijkbare elektrische apparaten m.b.t. zendstoringen
LF EN 55 022 Grenzen en meetprocédé voor de karakteristieken van dataverwer-
kende apparatuur m.b.t. zendstoringen
IEC 801 Elektromagnetische verdraagzaamheid voor meet- en stuurapparaten
in industriële processen. Deel 2 : Voorschriften m.b.t. elektrostatische ontladingen. Niveau 3: 8 kV dicht bij het apparaat, beoordelingscriteria B. Het apparaat houd 15 kV bij contact met beoordelingscriteria A. Deel 3: Voorschriften m.b.t. uitgestraalde elektrische velden. Niveau 2: 3 V/m van 27 tot 500 MHz niet modulerend, beoordelings­criteria A. Niveau 2: 1 kV piek, golf 5/50 s, herhaalfrequentie 5 kHz, beoorde­lingscriteria B. Het apparaat houd 4 kV bij beoordelingscriteria A. Deel 5 : Voorschriften m.b.t. elektrische stoten. Niveau 3: 2 kV (op het moment in de norm LF EN 55 082-1 nog niet gedefinieerd).
Publicatie 160 Genormde atmosferische bepalingen voor test en metingen.
13
LF EN 60 529 Veiligheidsgraad die door beschermhoezen gewaarborgd worden.
Fundamentele klimatische en mechanische weerstandstests:
IEC 68.2.6 Trillingen.
In bedrijfspositie is het apparaat bestand tegen verticale trillingen met 0,15 mm amplitude in het frequentiebereik van 10 tot 55 Hz. De aftast­snelheid bedraagt een octaaf per minuut en de duur van de test 30 mi­nuten. (Volgens IEC 1010-1 en LF C 42-100). Het apparaat is bestand tegen vibraties met ± 1 mm amplitude (= 2,5 g) bij 25 Hz tijdens 20 mi­nuten (volgens VDE 0413)
IEC 68.2.27 Stoten.
Het apparaat is bestand tegen 3 stoten met 15 g tijdens 11 ms in elk van de drie assen (volgens LF C 42-100).
IEC 68.2.29 Schokken.
Het apparaat is bestand tegen 1000 schokken met 10 g tijdens 16 ms in elk van de drie assen met een snelheid van 1 schok per seconde.
IEC 68.2.31 Vallen.
Het apparaat is bestand tegen een val vanaf 5 cm hoogte (volgens VDE 0413)
IEC 68.2.32 Vrije val.
Het draagbare apparaat is bestand tegen een vrije val vanaf 1 m hoogte met of zonder beschermhoes (volgens IEC 1010-1).
UL 94 Zelfdovende behuizing
14
Omvang levering
C.A. 6511 / C.A 6513 isolatietester:
1 set meetsnoeren 1 rode krokodillenklem 1 reservezekering 1 gebruiksaanwijzing
GARANTIE
Indien geen andere garantieovereenkomst is aangegaan omvat de fabrieksgarantie uitsluitend het gratis verhelpen van de gebreken die aantoonbaar terug te voeren zijn op het gebruik van niet perfect materiaal of fabricagefouten. Er wordt door de fabri­kant geen garantie verleend voor schades die boven de aankoopprijs uitkomen en is zodoende beperkt op herstelling van het defecte apparaat. Het defecte apparaat dient voldoende gefrankeerd opgestuurd te worden. Het recht op herstelling geldt alleen indien het apparaat in overeenstemming met het bedoelde gebruik toegepast werd, echter niet bij verkeerde montage, mechanische invloeden, onzorgvuldige en onreglementaire behandeling, overbelasting of overspanningen of bij ingrepen door derde. De fabrieksgarantie beperkt zich uitsluitend tot het vervangen van de niet perfecte onderdelen van de apparaten en de koper heeft om die reden geen recht op schade of verlies die direct of indirect is ontstaan. De fabrikant verleent een garantie van 1 jaar gerekend vanaf het tijdstip van levering van het apparaat. Door reparatie, veranderingen resp. vervanging van een onderdeel tijdens de garantie wordt de garantieperiode in geen geval verlengd.
Loading...