Casio PX-120 User Manual [nl]

Page 1
GEBRUIKSAANWIJZING
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
D
PX120D1A
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert te gebruiken.
Page 2
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
• Voordat u de los verkrijgbare AD-12 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
• Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
• Gebruik enkel de CASIO AD-12 netadapter.
• De netadapter is geen stuk speelgoed.
• Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.
Manufacturer: CASIO COMPUTER CO.,LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union: CASIO EUROPE GmbH Bornbarch 10, 22848 Norderstedt, Germany
Page 3
Inhoudsopgave
Algemene gids .................................. D-2
Installeren van de muziekstandaard ...........................D-2
TONE/SETTING toets ................................................ D-3
Het opslaan van instellingen en het gebruiken
van de bedieningsvergrendeling................................. D-3
Stopcontact ....................................... D-4
Gebruiken van een netadapter ................................... D-4
Aansluitingen .................................... D-5
Aansluiten van de hoofdtelefoon ................................ D-5
Aansluiten van geluidsapparatuur of een
versterker.................................................................... D-5
Aansluiten van een pedaal ......................................... D-6
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires........... D-6
Spelen met verschillende tonen...... D-7
Selecteren en spelen van een toon ............................ D-7
Bijstellen van de helderheid van een toon .................. D-9
Lagen van twee tonen aanbrengen ............................D-9
Gebruiken van effecten............................................. D-10
Gebruiken van de metronoom .................................. D-10
Spelen van een pianoduet ........................................ D-11
Weergeven van ingebouwde
melodieën ........................................ D-13
Weergeven van alle ingebouwde melodieën ............ D-13
Weergeven van een specifieke melodie in de
muziekbibliotheek ..................................................... D-13
Oefenen met een melodie uit de
muziekbibliotheek ..................................................... D-14
Weergeven van een ritme .............. D-15
Selecteren van een ritme..........................................D-15
Gebruiken van automatische begeleiding................. D-16
Opnemen en weergeven ................ D-20
Sporen ...................................................................... D-20
Opnemen van uw spel op het keyboard ................... D-21
Weergeven van het geheugen van de
digitale piano............................................................. D-22
Wissen van opgenomen data ................................... D-23
Configureren van instellingen
met het toetsenbord .......................D-24
Instellingen configureren met het toetsenbord ..........D-24
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen ....................................D-25
Parameterlijst ............................................................D-26
Toonselectie ..........................................................D-26
Helderheid (BRILLIANCE) .....................................D-26
Nagalm (REVERB) ................................................D-26
Zweving (CHORUS) ..............................................D-26
Melodie-/ritmeselectie
(SONG/RHYTHM SELECT) ..................................D-26
Tempo (TEMPO) ...................................................D-26
Maatslag van de metronoom
(METRONOME BEAT) ..........................................D-26
Melodie, volume van de automatisch
begeleiding ............................................................D-26
Volume van de metronoom....................................D-26
Automatische begeleidingmodus (MODE).............D-27
Aanslagvolume (TOUCH RESPONSE) ................. D-27
Klaviertoets (TRANSPOSE (transponeren))..........D-27
Stemmen van het keyboard
(TUNING (stemmen)) ............................................D-27
Zendkanaal ............................................................D-28
Lokale sturing ........................................................D-28
Bedieningspieptoon ...............................................D-28
Terug .....................................................................D-28
Bedieningsvergrendeling .......................................D-28
Aansluiten op een MIDI aansluiting...........................D-29
Referentie ........................................D-30
Oplossen van moeilijkheden .....................................D-30
Technische gegevens ...............................................D-31
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen.............................D-32
Appendix............................................ A-1
Toonlijst....................................................................... A-1
Ritmelijst......................................................................A-1
Melodielijst .................................................................. A-1
Akkoordkaart met vingerzettingen (Fingered) ............. A-2
MIDI Implementation Chart
Merk- en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt, kunnen geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
D-1
Page 4
Algemene gids
1 2 3 4 5 6 7 8 9 bk
3
*1
Onderkant
1
2 4
bl
*2
Achterkant
bm bn bo
*4
Installeren van de muziekstandaard
Steek de onderkant van de muziekstandaard in de gleuf bovenaan het console van de digitale piano.
*3
Linkerkant
bp bq
D-2
Page 5
Algemene gids
OPMERKING
• De hier aangegeven namen worden altijd vetgedrukt weergegeven wanneer ze in de tekst van deze gebruiksaanwijzing verschijnen.
1 Volumeregelaar (VOLUME)
2 Synchro/invulpatroon toets (SYNCHRO/FILL-IN)
3 X/
4 Muziekbibliotheek, ritme toets
5 LR toets (LR)
6 Recordertoets (RECORDER)
7 Metronoomtoets (METRONOME)
8 Vleugeltoets (modern)
toets
(MUSIC LIBRARY, RHYTHM)
(GRAND PIANO (MODERN))
9 Vleugeltoets (klassiek)
(GRAND PIANO (CLASSIC))
bk Toon/instellintoets (TONE/SETTING)
bl Pedaalaansluiting
bm 12V gelijkstroomaansluiting
bn Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
bo Midi ingangs-/uitgangsaansluitingen
(MIDI OUT/IN)
bp Spanningtoets (POWER)
bq Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
TONE/SETTING toets
De TONE/SETTING toets wordt gebruikt bij het configureren van een aantal verschillende instellingen van de digitale piano. Hieronder volgen de basisbedieningen van de TONE/SETTING toets.
z Houd om een instelling te veranderen de TONE/SETTING
toets ingedrukt terwijl u op de klaviertoets drukt waartoe de instelling die u wilt selecteren toegewezen is. Er is een bedieningsbevestigingstoon te horen telkens wanneer u een klaviertoets aanslaat om een instelling te configureren.
Voorbeeld: “Selecteren van een toon d.m.v. de
klaviertoetsen” op pagina D-8.
z Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-24 voor details aangaande de bediening en
de instellingen.
Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de bedieningsvergrendeling
Uw digitale piano stelt u in staat om de huidige instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen ter bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Parameterlijst” op pagina D-26 voor details.
D-3
Page 6
Stopcontact
Uw digitale piano werkt op de spanning van het lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen wanneer u de digitale piano niet gebruikt.
Gebruiken van een netadapter
Gebruik enkel de netadapter die gespecificeerd is voor het gebruik met deze digitale piano.
Gespecificeerde netadapter: AD-12
Achterkant
12V gelijkstroomaansluiting
Netadapter AD-12
Netspanning
Merk de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen op om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
• Trek nooit met geweld aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de aansluiting.
• Het netsnoer mag tijdens het gebruik niet strak gespannen staan.
Wanneer de piano wordt verplaatst
• Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te trekken voordat u de digitale piano verplaatst.
Tijdens opslag
• Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer maar wind het snoer nooit om de netadapter.
BELANGRIJK!
• Vergeet niet de digitale piano uit te schakelen voordat u de netadapter in het stopcontact steekt of hem er uit trekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een storing of defect.
D-4
Page 7
Aansluitingen
BELANGRIJK!
• Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de VOLUME regelaar telkens wanneer u iets aan gaat sluiten op de digitale piano. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft.
Aansluiten van de hoofdtelefoon
Linkerkant
Los verkrijgbare hoofdtelefoon
Ministekker
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
Aansluiten van geluidsapparatuur of een versterker
U kunt geluidsapparatuur of een versterker aansluiten op de digitale piano en het geluid dan via externe luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van een betere kwaliteit te verkrijgen.
AUX IN aansluiting, enz. van de geluidsversterker
RIGHT (rechts-rood)
LEFT (links-wit)
Penaansluiting
Toetsenbordversterker, enz.
Standaard stekker
Gitaarversterker
INPUT 1
INPUT 2
Stereo ministekker
Naar de PHONES aansluiting van de digitale piano
Penstekker
Penstekker
Penstekker
(rood)
(wit)
Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Door de hoofdtelefoon aan te sluiten op de PHONES aansluiting wordt de weergave van de luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs midden in de nacht kunt oefenen zonder de buren wakker te houden. Om uw gehoor te beschermen moet u er op letten dat het volumeniveau niet te hoog staat wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.
OPMERKING
• Let er op dat u de stekker van de hoofdtelefoon zover mogelijk in de PHONES aansluiting steekt. Als u dat niet doet, kunt u het geluid mogelijk van slechts één van beide kanten van de hoofdtelefoon horen.
Aansluiten van geluidsapparatuur (Afbeelding 1)
Breng de aansluitingen m.b.v. in de handel verkrijgbare aansluitsnoeren (ministekker × 1, penstekker × 2) tot stand zoals aangegeven in Afbeelding 1. Ler er op dat het uiteinde van het snoer die u aansluit op de de digitale piano een stereo ministekker is. Bij het gebruik van een mono ministekker wordt slechts één van de twee stereo kanalen afgegeven. Gewoonlijk dient u de ingangskeuzeschakelaar van de geluidsapparatuur in te stellen op de aansluiting waarop de digitale piano aangesloten is (AUX IN, enz.). Stel het volume in d.m.v. de VOLUME regelaar van de digitale piano.
Aansluiten van een geluidsversterker (Afbeelding 2)
Sluit het aansluitsnoer* aan op een van de types versterkers die weergegeven worden in Afbeelding 2. Stel het volume in d.m.v. de VOLUME regelaar van de digitale piano. * Digitale Piano: Stereo ministekker
Versterker: Voert de signalen in voor het linker- en
het rechterkanaal. Door één van beide stekkers niet aan te sluiten wordt slechts één van de twee stereo kanalen afgegeven.
D-5
Page 8
Aansluitingen
Aansluiten van een pedaal
Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
Door het meegeleverde pedaal (SP-3) aan te sluiten op de DAMPER PEDAL aansluiting wordt het mogelijk om dit pedaal te gebruiken als een demppedaal. Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen de noten die u aanslaat voor een bijzonder lange tijd blijven nagalmen.
• Door dit pedaal tijdens de GRAND PIANO toon (MODERN, CLASSIC, VARIATION) in te trappen zullen de noten nagalmen op dezelfde wijze als het demppedaal van een akoestische vleugel.
Achterkant
Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
SP-30 pedaalfuncties
z Demppedaal
Naast de demppedaalfuncties die in de linker kolom worden beschreven, ondersteunt de SP-30 ook de half-pedaal bediening, zodat bij het gedeeltelijk intrappen van het pedaal slechts een dempeffect uitgeoefend wordt.
z Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen worden de op het toetsenbord aangeslagen noten onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor de noten zachter klinken.
z Sostenuto pedaal
Enkel de noten die gespeeld worden tijdens het intrappen van dit pedaal worden aangehouden totdat het pedaal wordt losgelaten.
SP-3
Pedaalaansluiting
U kunt de los verkrijgbare 3-pedaal eenheid (SP-30) aansluiten op de pedaalaansluiting aan de onderkant van de digitale piano. U kunt de pedalen gebruiken voor expressie op dezelfde wijze zoals bij een akoestische piano.
Onderkant
Zacht pedaal
Sostenuto pedaal
OPMERKING
• De los verkrijgbare CS-65P of CS-66P standaard is nodig om de SP-30 pedaaleenheid te kunnen gebruiken.
Demppedaal
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor het gebruik met deze digitale piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan het gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel met zich meebrengen.
D-6
Pedaalaansluiting
Page 9
Spelen met verschillende tonen
VOLUMEPOWER
Selecteren en spelen van een toon
Deze digitale piano heeft 11 ingebouwde melodieën. * U kunt deze tonen selecteren d.m.v. de
klaviertoetsen. De naam van de toon die toegewezen is aan elke klaviertoets is boven de toets vermeld. Zie “Selecteren van een toon d.m.v. de klaviertoetsen” op pagina D-8 voor details aangaande deze tonen.
Druk op de POWER toets om de digitale
1.
piano in te schakelen.
POWER toets
BELANGRIJK!
• Wanneer u de piano inschakelt, wordt de spanning ingeschakeld om het systeem te initialiseren. Tijdens het initialiseren van het systeem knippert de LR toets gedurende ongeveer zes seconden om u te laten weten dat systeeminitialisatie plaats aan het vinden is.
METRONOME/
TONE/SETTING
GRAND PIANO
OPMERKING
• Vleugeltonen (MODERN, CLASSIC) Uw digitale piano heeft in het totaal 11 ingebouwde melodieën. De MODERN en CLASSIC tonen zijn in stereo bemonsterde tonen (sampling tonen) die geselecteerd kunnen worden d.m.v. de GRAND PIANO toetsen. Probeer de GRAND PIANO tonen eens te gebruiken om bekend te raken met de gedistingeerde klanken en karakteristieken.
Toonnaam Karakteristieken
Deze toon voorziet in heldere en harde vleugelklanken. Het volume
en de klankkleur van deze toon MODERN (modern)
CLASSIC (klassiek)
reageert onmiddellijk op verschillen
in de druk op de klaviertoetsen en
heeft een relatief sterke nagalm. Deze
toon is een goede keus voor een
dynamisch en levendig spel.
Dit is een natuurlijke pianotoon die
goed lijkt op het geluid van een
akoestische vleugel. Hoewel de
nagalm en de andere effecten tot een
minimum zijn gehouden wordt
daardoor zojuist de invloed van de
pianopedalen (akoestische
resonantie) groter, voor een
fijngevoeligere muzikale expressie.
Deze toon is een goede keus voor
lessen en oefensessies.
Selecteer de gewenste toon.
2.
• Druk op een van de GRAND PIANO toetsen om te kiezen tussen een moderne klank (MODERN) of een klassieke klank (CLASSIC).
• Er licht een indicator op boven de op dat moment geselecteerde toets.
• Zie “Selecteren van een toon d.m.v. de klaviertoetsen” op pagina D-8 voor meer informatie betreffende het selecteren van andere tonen.
Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME
3.
regelaar.
Probeer iets te spelen op de digitale piano.
4.
D-7
Page 10
Spelen met verschillende tonen
Selecteren van een toon d.m.v. de klaviertoetsen
MODERN
ʬʊʽ
(modern)
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
CLASSIC
ɹʳʁʍɹ
(klassiek)
GRAND PIANO
ɺʳʽʓʞɬʘ ɲʶɹʒʴʍɹʞɬʘ
(vleugel )
VARIATION
ʚʴɲ˂ʁʱʽ
(variatie)
±²
1
ELEC PIANO (elektr. piano)
2
ʝʠʳʟɳʽ ʝʠʳʟɳʽ
VIBRAPHONE
HARPSICHORD
ʃʒʴʽɺʃ
(clavecimbel)
(vibrafoon)
PIPE ORGAN
ʃʒʴʽɺʃ
(pijporgel)
TONE/SETTING toets
STRINGS
(snaarinstrument)
Tooninsteltoetsen
±²
1
BASS (LOWER)
ʣ˂ʃᴥͲᬩ᥂ᴦ
(lage bas)
2
druk op de klaviertoets die correspondeert aan de toon die u wilt selecteren.
Voorbeeld: PIPE ORGAN (pijporgel)
Bastonen (BASS 1, BASS 2)
Door een van de twee bastonen (BASS 1, BASS 2) te selecteren aan de rechterkant van de tooninsteltoetsen in stap 1 van de bovenstaande procedure wordt de geselecteerde bastoon toegewezen aan het lage bereik (linker kant) van het toetsenbord. Aan het hoge bereik (rechter kant) wordt de toon toegewezen die geselecteerd was toen u op de BASS 1 of BASS 2 toets drukte.
• De BASS 1 en BASS 2 toetsen laten u het toetsenbord in twee stukken splitsen met twee verschillende tonen.
Laag bereik Hoog bereik
BASS 1 (bas 1) PIPE ORGAN (pijporgel)
Splitspunt
(Momenteel geselecteerde toon.)
OPMERKING
• Selecteer een andere toon dan BASS 1 of BASS 2 om opnieuw een enkele toon te verkrijgen bij het toetsenbord.
• U kunt BASS 1 of BASS 2 niet selecteren bij het opnemen naar Spoor 2.
D-8
Page 11
Spelen met verschillende tonen
Bijstellen van de helderheid van een toon
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
stel tegelijkertijd de helderheidswaarde in d.m.v. de BRILLIANCE toetsen binnen het bereik lopende van –3 tot en met 3.
Lagen van twee tonen aanbrengen
Volg de volgende procedure om lagen van twee tonen aan te brengen zodat die op hetzelfde moment klinken.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
druk op de klaviertoetsen die corresponderen aan de twee tonen die u wilt gebruiken voor het maken van lagen.
Voorbeeld: Om lagen te maken met HARPSICHORD en
STRINGS .
Voor dit type geluid:
Milder en teder
Helderder en scherper
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op T en S om de toon terug te stellen op de oorspronkelijke instelling.
Druk op deze klaviertoets:
T
S
HARPSICHORD (clavecimbel)
STRINGS (snaarinstrument)
Om de lagen van het toetsenbord ongedaan
2.
te maken, selecteer een andere toon door op de GRAND PIANO toets te drukken of door de procedure onder “Selecteren van een toon d.m.v. de klaviertoetsen” (pagina D-8) te volgen.
OPMERKING
• U kunt met de BASS 1 of BASS 2 toon geen lagen maken met een andere toon.
•U kunt de bewerking voor het maken van lagen niet uitvoeren bij het opnemen naar Spoor 2.
D-9
Page 12
Spelen met verschillende tonen
Gebruiken van effecten
Reverb. . . .Nagalm laat uw noten resoneren.
Chorus . . .Zweving voegt meer ruimtelijkheid toe aan
uw noten.
Configureren van de instellingen van de nagalm- en zwevingeffecten
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
druk op de REVERB of CHORUS klaviertoets.
Gebruiken van de metronoom
Druk op de METRONOME toets.
1.
• Hierdoor start de metronoom.
• De indicator boven de X/ toets knippert in het tempo van de maatslag van de metronoom.
Houd om de maatslag te veranderen de
2.
TONE/SETTING toets ingedrukt terwijl u op
de METRONOME BEAT toetsen drukt om een instelling te selecteren voor de maatslag.
Voorbeeld: Selecteren van Nagalm 4
• Nagalmwaarde
Om dit te doen: Selecteer deze instelling:
Nagalm uitschakelen
Nagalm inschakelen
• Zwevingwaarde
Om dit te doen: Selecteer deze instelling:
Zweving uitschakelen
Zweving inschakelen
OFF (Uit)
1: Kamer (room) 2: Kleine zaal (Small Hall) 3: Grote zaal (Large Hall) 4: Stadium
OFF (Uit)
1: Lichte zweving
(Light Chorus)
2: Middelmatige zweving
(Medium Chorus)
3: Diepe zweving
(Deep Chorus)
4: Flanger (suisend effect)
• U kunt een maatslagwaarde van 0, 2, 3, 4 of 6 specificeren als de maatslag. Door 0 te specificeren als de instelling wordt een gewone klik weergegeven zonder klokgelui. Met deze instelling kunt u oefenen met een vaste maatslag.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
3.
gebruik de TEMPO toetsen om een tempowaarde te specificeren binnen het bereik lopende van 20 tot en met 255 maatslagen per minuut.
D-10
Page 13
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de
6
tempowaarde met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifieke waarde invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor alle drie de cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 6 om “96” in te
voeren.
Druk op de METRONOME toets of op de X/
4.
toets om de metronoom uit te schakelen.
OPMERKING
• Druk in stap 3 tegelijkertijd op de + en – toetsen om de instelling voor het tempo terug te stellen op het oorspronkelijke tempo van de momenteel geselecteerde melodie van de muziekbibliotheek of op het tempo dat aanbevolen wordt voor het ritme dat u gebruikt.
Om het metronoomvolume in te stellen
OPMERKING
• U kunt de volgende procedure op elk moment uitvoeren ongeacht of de metronoom klinkt of niet.
Spelen met verschillende tonen
Spelen van een pianoduet
U kunt de duetfunctie gebruiken om het toetsenbord van de piano in het midden te splitsen zodat twee personen een duet kunnen spelen. Het linker en het rechter toetsenbord hebben vrijwel hetzelfde bereik. Als u de los verkrijgbare SP-30 pedaaleenheid geïnstalleerd heeft, werkt het linker pedaal als het demppedaal voor het linker toetsenbord terwijl het rechter pedaal fungeert als het demppedaal voor het rechter toetsenbord. De duetfunctie is de perfecte manier om les te geven waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord.
Toetsenbord
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5 C
(midden C) (midden C)
Splitspunt
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
stel tegelijkertijd d.m.v. de METRONOME VOLUME toetsen een volumewaarde in binnen het bereik lopende van 0 tot en met
42.
• Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen” op pagina D-25 voor details aangaande het gebruiken van de klaviertoetsen voor het maken van instellingen.
• Telkens bij indrukken van de T of S toets wordt de waarde van het metronoomvolume met 1 verhoogd of verlaagd.
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op T en S om terug te gaan naar de oorspronkelijke instelling.
Pedalen
z Gebruiken van de los verkrijgbare SP-30
pedaaleenheid
Linker demppedaal
Linker en rechter
demppedaal
OPMERKING
• Alleen het rechter demppedaal ondersteunt half-pedaal bediening.
z Gebruiken van de los verkrijgbare SP-3
pedaaleenheid
OPMERKING
• Ondersteunt half-pedaal bediening niet.
• Kan niet worden gebruikt voor linker demppedaal bediening.
Rechter demppedaal
Rechter demppedaal
U kunt een van de GRAND PIANO toetsen
1.
(MODERN of CLASSIC) indrukken om de gewenste pianotoon te selecteren voor het duet.
OPMERKING
• U kunt alleen de MODERN of CLASSIC toon gebruiken voor een duet.
D-11
Page 14
Spelen met verschillende tonen
6
Druk de MODERN en CLASSIC GRAND
2.
PIANO toetsen tegelijkertijd in.
• Hierdoor wordt de duetfunctie ingeschakeld en het toetsenbord gesplitst. De GRAND PIANO indicator knippert kortstondig om u te laten weten wanneer de duetfunctie ingeschakeld is.
Druk op de MODERN of CLASSIC GRAND
3.
PIANO toets om de duetfunctie uit te
schakelen.
BELANGRIJK!
• De digitale piano zal de duetfunctie ook uitschakelen als u de TONE/SETTING toets en de klaviertoetsen voor de tooninstelling gebruikt om een toon te selecteren in stap 3.
• U kunt de duetfunctie niet gebruiken tijdens het gebruik van de automatische begeleiding of tijdens het opnemen.
Veranderen van de octaven van de toetsenborden
U kunt de bereiken van de linker en rechter toetsenborden veranderen in octaafeenheden van hun oorspronkelijke instellingen. Dit is bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereik niet genoeg is wanneer een persoon het gedeelte voor de linker hand en de andere persoon het gedeelte voor de rechter hand aan het spelen is.
Houd de MODERN en CLASSIC GRAND
2.
PIANO toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden C) van het rechter toetsenbord.
OPMERKING
• U kunt de klaviertoetsen terugstellen op hun oorspronkelijke bereiken door de duetfunctie eerst uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
Houd de MODERN en CLASSIC GRAND
1.
PIANO toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden C) van het linker toetsenbord.
Voorbeeld: Door op de klaviertoets van de meest linkse
C te drukken wordt het hier onder gegeven bereik toegewezen.
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5 C
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
D-12
Page 15
Weergeven van ingebouwde melodieën
MUSIC LIBRARY
BELANGRIJK!
• Nadat u een ingebouwde melodie geselecteerd heeft, kan het enkele seconden duren voordat de melodiedata geladen is. Terwijl de data geladen wordt, werken de klaviertoetsen en andere toetsen niet. Als u iets op het toetsenbord speelt, zal de geluidsweergave worden stopgezet als de volgende procedure wordt uitgevoerd.
LR
Weergeven van alle ingebouwde melodieën
TONE/SETTING/
Weergeven van een specifieke melodie in de muziekbibliotheek
Druk op de MUSIC LIBRARY toets zodat de
1.
indicator erboven gaat branden.
Uw digitale piano is uitgevoerd met een muziekbibliotheek van 60 ingebouwde melodieën. U kunt alle 60 melodieën in volgorde spelen van het begin tot het einde.
Houd de MUSIC LIBRARY toets ingedrukt en
1.
druk tegelijkertijd op de X/ toets.
• Hierdoor wordt de herhaalde demonstratieweergave gestart van de ingebouwde melodieën in volgorde van 01 tot en met 60.
• De indicators van de MUSIC LIBRARY toets en de
X/ toets gaan knipperen tijdens de weergave.
• U kunt meespelen met een melodie op het toetsenbord terwijl de melodie wordt weergegeven. De toon die toegewezen is aan het toetsenbord is de toon die vooringesteld is voor de melodie die weergegeven wordt.
• U kunt een specifieke melodie selecteren tijdens de demonstratieweergave Zie stap 2 van “Weergeven van een specifieke melodie in de muziekbibliotheek” voor details.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
2.
weergave van de ingebouwde melodieën te stoppen.
• Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en weer geschakeld tussen de bovenste en de onderste indicator.
Zoek het melodienummer van de gewenste
2.
melodie op in de melodielijst op pagina A-1.
OPMERKING
• De hierboven beschreven bewerkingen voor melodieselectie en weergeven en stoppen zijn alle mogelijke bewerkingen tijdens de weergave van demonstratiemelodieën.
D-13
Page 16
Weergeven van ingebouwde melodieën
Houd om van melodie te veranderen de
3.
TONE/SETTING toets ingedrukt terwijl u de
SONG/RHYTHM SELECT toetsen gebruikt om een bepaald melodienummer te specificeren.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt het melodienummer met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifiek melodienummer invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor beide cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Voer eerst 0 en daarna 8 in om melodie 08 te
selecteren.
Oefenen met een melodie uit de muziekbibliotheek
U kunt het linkerhand of rechterhand gedeelte uitschakelen bij een melodie en zelf meespelen op de piano.
OPMERKING
• De muziekbibliotheek omvat duetmelodieën (melodienummers 12, 37 en 45). Terwijl een duet geselecteerd is, kunt u de eerste pianotoon <Primo> of de tweede pianotoon <Secondo> uitschakelen en meespelen met de melodie.
• Een aantal melodieën bevat tussentijds tempoveranderingen om bepaalde muziekeffecten te produceren.
VOORBEREIDINGEN
• Selecteer de melodie waarmee u wilt oefenen en stel het tempo in. Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-24.
Schakel d.m.v. de LR toets een gedeelte uit.
1.
• Telkens bij indrukken van de LR toets wordt door de deelinstellingen gegaan zoals hieronder is aangegeven. De indicators boven de toets tonen welk deel uitgeschakeld is.
Linkerhand Rechterhand
BELANGRIJK!
• Zorg ervoor even te wachten tussen bediening van de + en – toetsen. Als het bedienen van de + en – toets te snel plaatsvindt kunnen sommige bewerkingen worden overgeslagen. Als het melodienummer dat u wilt selecteren zich ver van het op dat moment geselecteerde melodienummer bevindt gebruik dan voor het selecteren van een melodie de nummer invoertoetsen i.p.v. de + en – toetsen.
Druk op de X/ toets.
4.
• Hierdoor wordt de weergave van de melodie gestart.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
5.
weergave te stoppen.
• De weergave stopt automatisch wanneer het einde van de melodie bereikt is.
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken wordt melodienummer 01 geselecteerd.
• U kunt het weergavetempo en het volume van de melodie instellen. Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-24 voor meer informatie.
Beide delen
ingeschakeld
Druk op de X/ toets.
2.
• Hierdoor wordt de weergave gestart zonder het deel dat u uitschakelde in stap 1.
Speel het niet-weergegeven deel zelf op het
3.
Rechterhand
deel
uitgeschakeld
Linkerhand
uitgeschakeld
toetsenbord.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
4.
weergave te stoppen.
deel
D-14
Page 17
Weergeven van een ritme
RHYTHM
SYNCHRO/FILL-IN
TONE/SETTING/
Selecteren van een ritme
U kunt selecteren uit 20 ingebouwde melodieën.
Druk op de RHYTHM toets zodat de indicator
1.
er onder gaat branden.
• Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en weer geschakeld tussen de bovenste en de onderste indicator.
Zoek het ritmenummer van het ritme dat u wilt
2.
gebruiken op in de ritmelijst op pagina A-1.
Houd om van ritme te veranderen de TONE/
3.
SETTING toets ingedrukt terwijl u de SONG/
RHYTHM SELECT toetsen gebruikt om een bepaald ritmenummer te specificeren.
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken wordt ritemenummer 01 geselecteerd.
Druk op de X/ toets.
4.
• Hierdoor start het ritme.
Druk nogmaals op de X/ toets om het ritme
5.
te stoppen.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de ritmenummer met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifiek ritmenummer invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor beide cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Voer eerst 0 en daarna 3 in om ritme 03 te
selecteren.
D-15
Page 18
Weergeven van een ritme
Bijstellen van het weergavetempo
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
gebruik de TEMPO toetsen om een tempowaarde te specificeren binnen het bereik lopende van 20 tot en met 255 maatslagen per minuut.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de tempowaarde met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifieke waarde invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor alle de cijfers allemaal in te voeren.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 6 om “96” in te
voeren.
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op de + en – klaviertoetsen te drukken wordt teruggegaan naar het aanbevolen tempo van het op dat moment geselecteerde ritme.
Gebruiken van automatische begeleiding
Bij de automatische begeleiding speelt de digitale piano automatisch de onderdelen voor het ritme, de baslijn en de akkoorden in overeenstemming met de akkoorden die u selecteert d.m.v. de vereenvoudigde vingerzettingen voor het toetsenbord of de akkoorden die u speelt. De automatische begeleiding geeft u het gevoel dat u uw eigen achtergrondgroep heeft die u te allen tijde ondersteunt.
OPMERKING
• Bij de ritmes in de lijst hieronder dient u er op te letten dat CASIO CHORD, FINGERED of FULL RANGE CHORD geselecteerd is voordat u probeert akkoorden te spelen. De percussieklanken zullen bij een lage volume worden weergegeven wanneer geen akkoord op het toetsenbord wordt aangeslagen.
10 ROCK’N’ROLL 14 ARPEGGIO 1 15 ARPEGGIO 2 16 MARCH 1 17 MARCH 2 18 STRIDE PIANO 19 WALTZ 1 20 WALTZ 2
D-16
Page 19
Weergeven van een ritme
Spelen met automatische begeleiding
VOORBEREIDINGEN
• Volg de procedures bij “Selecteren van een ritme” om het gewenste ritme te selecteren en het tempo bij te stellen.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
druk op een MODE klaviertoets om een akkoordfunctie te selecteren.
Voorbeeld: Vingerzetting
FULL RANGE
CHORD
(vol bereik akkoord)
NORMAL (normaal)
CASIO
CHORD
FINGERED
MODE
Druk op de X/ toets om de begeleiding te
5.
stoppen.
OPMERKING
• Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-24 voor meer informatie betreffende het bijstellen van het volume van de begeleiding.
Hoe akkoorden worden gespeeld
De manier waarop u de vingerzettingen voor akkooorden plaatst, hangt af van de huidige modus van de automatische begeleiding. Gebruik de NORMAL modus als u zonder automatische begeleiding wilt spelen.
CASIO CHORD
Zelfs als u niet weet hoe u op de gewone manier akkoorden moet spelen, kunt u met deze modus vier verschillende types akkoorden spelen d.m.v. vereenvoudigde vingerzettingen binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord van het keyboard. Het volgende geeft aan waar het bereik van het begeleidingstoetsenbord is en geeft een uitleg hoe u de vingerzettingen voor akkoorden kunt plaatsen met de CASIO CHORD modus.
• Zie “Hoe akkoorden worden gespeeld” op pagina D-17 voor details betreffende de automatische begeleidingsmodi en hun akkoord vingerzettingen.
Druk op de SYNCHRO/FILL-IN toets.
2.
• Hierdoor wordt de digitale piano zodanig geconfigureerd dat het ritme en de akkoordbegeleiding automatisch starten wanneer een van de klaviertoetsen binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord aangeslagen wordt.
• Hierdoor gaat de indicator boven de X/ toets branden.
Plaats de vingerzetting van het eerste
3.
akkoord binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord.
• Het ritmepatroon begint automatisch te spelen.
Probeer vingerzettingen voor andere
4.
akkoorden op het keyboard.
• Zie “Hoe akkoorden worden gespeeld” op pagina D-17 voor informatie betreffende hoe u de vingerzettingen van akkoorden kunt maken binnen de automatische begeleidingsmodi.
• De indicator boven de X/ toets knippert samen met de maatslag.
Toetsenbord tijdens de CASIO CHORD modus
Bereik van het
begeleidingstoetsenbord
BELANGRIJK!
• Tijdens de CASIO CHORD modus werken de klaviertoetsen binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord enkel als “akkoordschakelaars”. U kunt de klaviertoetsen binnen dit toetsenbordbereik niet gebruiken om noten te spelen.
Bereik van het melodietoetsenbord
D-17
Page 20
Weergeven van een ritme
Akkoordtypes Voorbeeld:
Majeur akkoorden
Door tijdens de CASIO CHORD modus een enkele
C (C majeur)
Noot
C
C
J
namen
#
DE F
b
b
b
b
#
#
E
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
klaviertoets aan te slaan binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord wordt het majeurakkoord gespeeld waarvan de naam boven de klaviertoets aangegeven is. Alle klaviertoetsen binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord die met dezelfde akkoordnaam aangegeven worden, spelen precies hetzelfde akkoord.
Mineur akkoorden
Sla om een mineur akkoord te
Cm (C mineur)
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
spelen de klaviertoets die correspondeert aan het majeur akkoord aan binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord terwijl u tegelijkertijd een andere klaviertoets rechts ervan binnen het begeleidingstoetsenbordbereik indrukt.
Septiem akkoorden
Sla om een septiem akkoord te
C7 (C septiem)
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
spelen de klaviertoets die correspondeert aan het majeur akkoord aan binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord terwijl u tegelijkertijd twee andere klaviertoetsen rechts ervan binnen het begeleidingstoetsenbordbereik indrukt.
Mineur spetiem akkoorden
Sla om een mineur septiem
Cm7 (C mineur septiem)
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
akkoord te spelen de klaviertoets die correspondeert aan het majeur akkoord aan binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord terwijl u tegelijkertijd drie andere klaviertoetsen rechts ervan binnen het begeleidingstoetsenbordbereik indrukt.
OPMERKING
• Bij het spelen van een mineur, septiem of mineur septiem akkoord maakt het geen verschil of de andere toetsen die u aanslaat zwart of wit zijn.
FINGERED (vingerzetting)
Tijdens de FINGERED modus speelt u akkoorden met standaard akkoord vingerzettingen binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord. Om bijvoorbeeld de vingerzettingen van een C akkoord te plaatsen, dient u de C-E-G klaviertoetsen in te drukken.
Toetsenbord van de FINGERED modus
Bereik van het
begeleidingstoetsenbord
BELANGRIJK!
• Tijdens de FINGERED modus werken de klaviertoetsen binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord enkel als “akkoordschakelaars”. U kunt de klaviertoetsen binnen dit toetsenbordbereik niet gebruiken om noten te spelen.
C Cm Cdim
1
*
Caug
2
*
Cm7
1
*
C7b5
Cm add9 CmM7
OPMERKING
• Zie “Akkoordkaart met vingerzettingen (Fingered)” op pagina A-2 voor informatie betreffende hoe u de vingerzettingen van akkoorden met andere grondtonen maakt binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord.
*1 Geïnverteerde vingerzettingen (zie “Opmerkingen
betreffende de vingerzetting akkoorden” op pagina D-19) worden niet voor deze akkoorden ondersteund. De laagste noot van de vingerzetting wordt voor de grondtoon gebruikt.
*2 Bij deze akkoorden wordt hetzelfde akkoord
gespecificeerd zelfs als de G kwint vingerzetting niet uitgevoerd wordt
Bereik van het melodietoetsenbord
Csus4 C7
2
*
CM7
C7sus4 Cadd9
2
*
*
Cm7b5
Cdim7
2
1
*
D-18
Page 21
Weergeven van een ritme
1
Opmerkingen betreffende de vingerzetting akkoorden
• Met uitzondering van de akkoorden die namen met *1 er achter hebben in de bovenstaande voorbeelden, kunt u ook de geïnverteerde vingerzettingen gebruiken. Dit betekent dat zowel de vingerzetting E­G-C als G-C-E een C akkoord zullen produceren.
• Met uitzondering van de akkoorden die namen met
*
er achter hebben in de bovenstaande voorbeelden, dient u alle aangegeven klaviertoetsen aan te slaan om de vingerzetting van een akkoord te verkrijgen. Wordt zelfs maar een enkel noot achterwege gelaten, dan kan een akkoord worden geproduceerd dat anders is dan het gewenste.
FULL RANGE CHORD (vol bereik akkoord)
Met de FULL RANGE CHORD modus kunt u in het totaal 38 verschillende soorten akkoorden spelen (dezelfde akkoorden die beschikbaar zijn bij de FINGERED modus plus 23 extra). De FULL RANGE CHORD modus herkent het aanslaan van drie of meer klaviertoetsen waar dan ook op het toetsenbord als een akkoord vingerzetting. Al het andere (het indrukken van een of twee klaviertoetsen of het spelen van een groep van noten die samen geen door het keyboard herkenbare akkoord vingerzetting vormen) wordt behandeld als melodienoten.
EG C
GC
2
C E
. . . . Akkoord C
1
. . . . Akkoord
2
C E
Voorbeeld: C Majeur of akoord
E
2
OPMERKING
• Wanneer er zich minstens zes halve tonen bevinden tussen de laagste noot en de volgende noot rechts, wordt verondersteld dat de laagste noot de basnoot is.
Toetsenbord tijdens de FULL RANGE CHORD modus
Begeleidingstoetsenbord/Melodietoetsenbord
z Herkende akkoorden
Type Akkoordtypes
Akkoorden van de FINGERED modus
Overige akkoorden
15 (Zie “FINGERED (vingerzetting)” op pagina D-18.)
23 De volgende zijn bijvoorbeeld akkoorden die alle C hebben als de basnoot.
C
6
, Cm6, C
Db D E F G Ab B
, , , , , , ,
C C C C C C C
B Dbm Dm Fm Gm Am Bbm
, , , , , , ,
C C C C C C C
Ddim A
, , , , ,
C C C C C C
69
b
7 F7
Fm7 Gm7 A
b
b
add9
D-19
Page 22
Opnemen en weergeven
/
LR
RECORDER
U kunt de noten die u op de digitale piano speelt opslaan in het geheugen voor latere weergave.
Sporen
Een spoor is een opslagplaats van opgenomen data waarbij elke melodie voorzien is van twee sporen: Spoor 1 en Spoor 2. U kunt de twee sporen gescheiden van elkaar opnemen en daarna combineren zodat ze samen als een enkele melodie weergegeven worden.
Tijdens de weergave. . .
Opnemen
Melodie
Spoor 1
Spoor 2
Opnemen
Opslag van opgenomen data
• Door een nieuwe opname te starten wordt eventuele data gewist die eerder in het geheugen was opgenomen.
• Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname dan zullen alle data van het spoor dat u aan het opnemen bent gewist worden.
BELANGRIJK!
• CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van winsten of eisen van derden die ontstaan uit het verlies van opgenomen data die verloren raakt door defecten, reparaties of om ongeacht welke andere reden.
Gebruiken van de RECORDER toets
Telkens bij indrukken van de RECORDER toets wordt naar de volgende optie voor opname gegaan in de hieronder getoonde volgorde.
Geheugencapaciteit
• U kunt ongeveer 5000 noten opnemen in het geheugen van de digitale piano.
•De RECORDER indicator knippert snel wanneer het geheugen vol dreigt te raken.
• Het opnemen stopt automatisch als het aantal noten in het geheugen het maximum overschreidt.
Opgenomen data
• Toetsenbordspel
• Gebruikte toon
• Pedaalbewerkingen
• Instelling voor het effect*
• Instelling voor het tempo*
• Instelling voor de laag*
•Ritmepatronen*
• Akkoord vingerzetting*
• Fill-in bewerkingen*
* Alleen spoor 1
Weergave-
standby
Brandt Knippert Uit
Opname-
standby
Normaal
D-20
Page 23
Opnemen van uw spel op het keyboard
Na het opnemen van een van de sporen van een melodie kunt u opnemen op het andere spoor terwijl u luistert naar de weergave van wat u op het eerste spoor opgenomen had.
Opnemen op een specifiek spoor van een melodie
Druk tweemaal op de RECORDER toets
1.
zodat de indicator gaat knipperen.
• Op dat moment gaat de L indicator knipperen om aan te geven dat de digitale piano klaar staat voor opname op Spoor 1.
Opnemen en weergeven
Speel iets op het keyboard.
4.
• Het opnemen begint automatisch.
OPMERKING
• Tijdens het opnemen naar Spoor 1 met ritme of automatische begeleiding: Druk op de X/ toets om de opname te starten. U kunt de opname ook starten door op de SYNCHRO/FILL-IN toets te drukken en vervolgens een akkoord te spelen.
• Tijdens het opnemen naar Spoor 1 zonder ritme of automatische begeleiding: De opname start zodra u iets op het toetsenbord speelt.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
5.
opname te stoppen.
• Hierdoor stoppen de indicators van de RECORDER toets en de LR toets met knipperen en blijven ze branden.
•Druk op de X/ toets om het spoor dat u zojuist opgenomen heeft weer te geven.
Druk nadat u klaar bent met het opnemen of
6.
weergeven op de RECORDER toets zodat de corresponderende indicator uit gaat.
Selecteer d.m.v. de LR toets het spoor
2.
waarop u wilt opnemen.
• Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat knipperen. Spoor 1: L indicator Spoor 2: R indicator
Voorbeeld: Spoor 1 is geselecteerd
Selecteer de toon en de effecten (alleen
3.
Spoor 1) die u wilt gebruiken bij uw opname en stel het tempo naar wens in. U kunt ook een ritme of een begeleidingmodus selecteren als u naar Spoor 1 opneemt.
• Toon (pagina D-7)
z Alleen spoor 1
• Effect (pagina D-10)
• Tempo (pagina D-16)
• Ritme (pagina D-15)
• Modus (pagina D-16)
OPMERKING
• Configureer de instellingen voor de maatslag en het tempo en druk daarna op de METRONOME toets als u wilt dat de metronoom klinkt tijdens het opnemen. Zie “Gebruiken van de metronoom” op pagina D-10 voor meer informatie.
D-21
Page 24
Opnemen en weergeven
Opnemen op een spoor terwijl u naar de weergave luistert van het andere spoor
Druk op de RECORDER toets zodat de
1.
corresponderende indicator gaat branden.
Druk op de LR toets totdat alleen de indicator
2.
brandt van het spoor dat u wilt weergeven.
Druk op de RECORDER toets zodat de
3.
corresponderende indicator gaat knipperen.
• Hierdoor gaat de L indicator knipperen.
Selecteer d.m.v. de LR toets het spoor
4.
waarop u wilt opnemen.
• Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat knipperen.
Voorbeeld: Om naar de weergave van Spoor 1 te
luisteren terwijl u luistert naar Spoor 2
Brandt (weergave) Knippert (opnamestandby)
Weergeven van het geheugen van de digitale piano
Druk op de RECORDER toets zodat de
1.
corresponderende indicator gaat branden.
OPMERKING
• Wanneer een melodie opgenomen is op beide sporen, kunt u een spoor uitschakelen en alleen het andere spoor weergeven als u dat wenst. Of een spoor in- of uitgeschakeld is, wordt aangegeven door de indicators boven de LR toets. Telkens bij indrukken van de LR toets wordt door de verschillende instellingen voor spoor aan/uit gegaan.
Druk op de X/ toets.
2.
• Hierdoor wordt de weergave gestart van de melodie die en/of het spoor dat u selecteert.
OPMERKING
• U kunt de instelling van het tempo veranderen terwijl een spoor weergegeven wordt.
• Druk nogmaals op de X/ toets om de weergave te stoppen.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij
5.
Spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw opname.
Druk op de X/ toets of speel iets op het
6.
toetsenbord.
• Hierdoor worden zowel de weergave van het opgenomen spoor als de opname van het andere spoor gestart.
Druk op de X/ toets om de opname te
7.
stoppen.
D-22
Page 25
Wissen van opgenomen data
De volgende procedure wist een specifiek spoor van een melodie uit.
BELANGRIJK!
• De onderstaande procedure wist alle data uit van het geselecteerde spoor. Merk op dat de wisbewerking niet ongedaan gemaakt kan worden. Controleer dat u de data in het geheugen van de digitale piano echt niet meer nodig heeft voordat u de volgende stappen uitvoert.
Druk op de RECORDER toets zodat de
1.
corresponderende indicator gaat branden.
Druk nogmaals op de RECORDER toets
2.
zodat de corresponderende indicator gaat knipperen.
Opnemen en weergeven
Selecteer d.m.v. de LR toets het spoor dat u
3.
wilt uitwissen.
• Hierdoor gaat de indicator van het geselecteerde spoor knipperen.
Houd de RECORDER toets ingedrukt totdat
4.
de bijbehorende indicator stopt met knipperen en blijft branden.
Voorbeeld: Om Spoor 2 te wissen
Druk op de LR toets.
5.
• Hierdoor wordt het geselecteerde spoor gewist en wordt weergavestandby ingeschakeld.
• Druk om de wisbewerking te annuleren op de RECORDER toets in plaats van op de LR toets.
OPMERKING
• Van stap 4 zijn enkel de LR toets en de RECORDER toets van de digitale piano bedienbaar todat u in feite de wisbewerking in stap 5 uitvoert. Er kunnen geen andere toetsbewerkingen worden uitgevoerd.
D-23
Page 26
Configureren van instellingen met het toetsenbord
TONE/SETTING
Naast het selecteren van tonen en melodieën uit de muziekbibliotheek kunt u de TONE/SETTING toets gebruiken in combinatie met de klaviertoetsen om het effect, de aanslaggevoeligheid en andere instellingen te configuren.
Instellingen configureren met het toetsenbord
Zoek m.b.v. de “Parameterlijst” op pagina
1.
D-26 de instelling op die u wilt configureren en maak een notitie van de details.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
2.
het configureren van instellingen” op pagina D-25 om de plaats op het toetsenbord te vinden voor het configureren van de gewenste instelling.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
3.
druk op de klaviertoets die correspondeert aan de instelling die u wilt configureren.
De digitale piano geeft een bedieningspieptoon weer
nadat de instelling geconfigureerd is.
Voorbeeld: Om de transponeerinstelling met een halve
toon te verlagen drukt u eenmaal op de T klaviertoets
Laat de TONE/SETTING toets los om de
4.
instelprocedure te voltooien.
OPMERKING
U kunt de digitale piano zodanig configureren dat geen bedieningspieptoon weergegeven wordt in stap 3. Voor details, zie “bq Bedieningspieptoon” onder “Parameterlijst” op pagina’s D-26 – D-28.
Toetsenbordinstelling bedieningstypes
Er zijn drie types bediening die u kunt uitvoeren tijdens het configureren van de instellingen d.m.v. de klaviertoetsen: Type A, Type B en Type C.
Type A: Directe invoer
Voorbeeld: Aanslaan van de STRINGS klaviertoets
om de STRINGS toon te selecteren
Type B: Verhogen of verlagen van een instellingen
d.m.v. de + en – of T en S klaviertoetsen
Door op een toets te drukken wordt de instelling versneld verhoogd of verlaagd.
Druk tegelijkertijd op beide toetsen om terug te gaan naar de oorspronkelijke instelling.
Type C: Invoer van waarden d.m.v. de cijfertoetsen
(0 tot en met 9)
Voorbeeld: Druk op de toetsen 1, 2 en 0 om “120” in te
voeren.
D-24
OPMERKING
U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij elke instelling door het “Bedieningstype” in de “Parameterlijst” op pagina D-26 te controleren.
Page 27
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen
De nummers 1 tot en met bs corresponderen aan dezelfde nummers in de “Parameterlijst” op pagina D-26.
[Linker toetsenbord]
 
Automatische begeleidingmodus
bk
[Algeheel]
[Midden toetsenbord]
Melodie-/ritmeselectie
5
Maatslag van de
7
metronoom
Volume van de metronoom
Melodie, volume van de automatisch begeleiding
8
9
Toonselectie
1
6
Tempo
Aanslagvolume
bl
[Rechter toetsenbord]
Nagalm
3
Helderheid
2
Klaviertoets (Transponeren)
bm
Stemmen van het keyboard (Stemmen)
bn
Zweving
4
Zendkanaal
bo
Lokale sturing
bp
− +
OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON
Bedieningspieptoon
bq
Terug
br
Bedieningsvergrendeling
bs
D-25
Page 28
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Parameterlijst
Tonen
Parameter Instellingen
1 Toonselectie Zie pagina D-7.
Oorspronkelijke instelling: GRAND PIANO (MODERN)
2 Helderheid
(BRILLIANCE)
3 Nagalm
(REVERB)
4 Zweving
(CHORUS)
–3 tot 0 tot 3 Oorspronkelijke instelling: 0
Uit (OFF), 1 tot en met 4 Oorspronkelijke instelling: 2
Uit (OFF), 1 tot en met 4 Oorspronkelijke instelling: Uit
Bedieningstype
(pagina D-24)
A Wijst een toon toe aan het
B Specificeert de helderheid
A Specificeert de nagalm van
A Regelt de breedte van de
Omschrijving Opmerkingen
toetsenbord. (pagina D-7)
van de noten. (pagina D-9)
de noten. (pagina D-10)
• Zweving is niet beschikbaar tijdens de noten. (pagina D-10)
duetfunctie.
• Wanneer tonen gelaagd zijn, wordt
zweving toegepast op de tweede toon die u selecteren voor het maken van lagen.
• Als zweving ingeschakeld wordt terwijl
een bastoon geselecteerd is, wordt het effect alleen uitgeoefend op de bastoon. Zweving wordt niet op tonen in het hoge bereik uitgeoefend.
Melodie/ritme/metronoom
Parameter Instellingen
5 Melodie-/
ritmeselectie (SONG/ RHYTHM SELECT)
6 Tempo
(TEMPO)
7 Maatslag van de
metronoom (METRONOME BEAT)
8 Melodie, volume
van de automatisch begeleiding
9 Volume van de
metronoom
01 tot en met 60 (melodieën) 01 tot en met 20 (ritmes) Oorspronkelijke instelling: 01
020 tot en met 255 Oorspronkelijke instelling: 120
0, 2, 3, 4, 6 Oorspronkelijke instelling: 4
00 tot en met 42 Oorspronkelijke instellingen: 42 (melodieën)
(begeleidingen)
38
00 tot en met 42 Oorspronkelijke instelling: 36
Bedieningstype
(pagina D-24)
B (+/–) C (0 tot en met 9)
B (+/–) C (0 tot en met 9)
A Specificeert de maatslag
B Specifeert het volume van
B Specificeert het volume
Omschrijving Opmerkingen
Selecteert een melodie of ritme uit de muziekbibliotheek. (pagina D-13)
Specificeert het tempo van melodieën uit de muziekbibliotheek, de metronoom, opname en weergave, enz. (pagina D-10)
van de metronoom. (pagina D-10)
ritme en akkoordbegeleiding en ingebouwde melodieën, ongeacht de volumeregeling.
van de metronoom. (pagina D-10)
• Gebruik altijd twee cijfers bij het invoeren
van waarden d.m.v. de cijfertoetsen (0 tot en met 9) Voorbeeld: Druk op de toetsen 0 en 8 om
“8” in te voeren (de voorafgaande nul is vereist).
• Gebruik altijd drie cijfers bij het invoeren
van waarden d.m.v. de cijfertoetsen (0 tot en met 9) Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 0 om
“90” in te voeren (de voorafgaande nul is vereist).
• De instelling voor de maatslag van de
metronoom kan niet worden veranderd terwijl de weergave van een melodie van de muziekbibliotheek aan de gang is.
D-26
Page 29
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Parameter Instellingen
bk Automatische
begeleidingmo­dus (MODE)
NORMAL, CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD Oorspronkelijke instelling: NORMAL (normaal)
Toetsenbord
Parameter Instellingen
bl Aanslagvolume
(TOUCH RESPONSE)
bm Klaviertoets
(TRANSPOSE (transponeren))
bn Stemmen van
het keyboard (TUNING (stemmen))
Uit (OFF), 1 tot en met 3 Oorspronkelijke instelling: 2
–12 tot 0 tot 12 Oorspronkelijke instelling: 0
–99 tot 0 tot 99 Oorspronkelijke instelling: 0
Bedieningstype
(pagina D-24)
A Specificeert de
Bedieningstype
(pagina D-24)
A Specificeert de relatieve
B Verhoogt of verlaagt de
B Verhoogt of verlaagt de
Omschrijving Opmerkingen
automatische begeleidingmodus. (pagina D-17)
Omschrijving Opmerkingen
aanslaggevoeligheid van de klaviertoetsen. Door een kleinere waarde in te stellen wordt een nog krachtiger geluid geproduceerd bij een lichtere aanslag.
toonschaal van de digitale piano in stappen van een halve toon.
algehele toonhoogte van de digitale piano in stappen van 1 cent (100 cent = 1 halve toon) van de standaard toonhoogte A4 = 440 Hz.
• De transponeerinstelling kan niet worden
geconfigureerd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is en tijdens de duetfunctie.
• Als de sleutel van de digitale piano
verhoogd wordt, kunnen de hoogste noten in het bereik van een toon vervormd raken.
• De instelling voor de toonhoogte kan niet
worden veranderd terwijl de weergave van een melodie van de muziekbibliotheek aan de gang is.
D-27
Page 30
Configureren van instellingen met het toetsenbord
MIDI en overige instellingen
Parameter Instellingen
bo Zendkanaal 01 tot en met 16
Oorspronkelijke instelling: 01
bp Lokale sturing Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke instelling: Aan
bq Bedieningspiep-
toon
Off (Uit), On (Aan) Oorspronkelijke instelling: Aan
br
Terug Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke instelling: Uit
bs
Bedieningsver­grendeling
Off (Uit), On (Aan) Oorspronkelijke instelling: Uit
Bedieningstype
(pagina D-24)
B Specificeert een van de
A Wanneer de lokale sturing
A Het selecteren van “Off”
A Wanneer “On” voor deze
A Door “On” te selecteren
Omschrijving Opmerkingen
MIDI kanalen (1 tot en met
16) als het zendkanaal dat gebruikt wordt voor het zenden van de MIDI boodschappen naar een extern toestel.
“Off” is, wordt de klankbron van de digitale piano uitgeschakeld waardoor geen geluid wordt geproduceerd door de digitale piano bij het aanslaan van klaviertoetsen. Schakel
• De instelling voor de lokale sturing kan
niet worden veranderd terwijl de weergave van een melodie van de muziekbibliotheek aan de gang is.
lokale sturing uit wanneer u alleen het aangesloten MIDI toestel wilt laten klinken.
• Deze instelling blijft behouden zelfs schakelt het geluid van de bedieningspieptoon uit telkens wanneer een klaviertoets wordt aangeslagen terwijl de TONE/SETTING ingedrukt wordt.
wanneer de digitale piano uitgeschakeld is.
• De instelling voor de bedieningspieptoon
kan niet worden veranderd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl een ritme of de metronoom klinkt en tijdens het opnemen.
instelling is geselecteerd, onthoudt de digitale piano de huidige instellingen en herstelt ze wanneer de piano opnieuw ingeschakeld wordt. Wanneer “Off” is geselecteerd, worden de
*2
instellingen
teruggesteld op hun oorspronkelijke instellingen telkens wanneer de digitale piano
• De terug-instelling kan niet worden veranderd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl
*1
een ritme of de metronoom klinkt, tijdens de duetfunctie en tijdens het opnemen.
*1 De volgende instellingen worden niet
onthouden.
•Duetfunctie
• Melodie LR (deel) instelling
• Lokale sturing
*2 Behalve voor de in/uit instelling van de
bedieningspieptoon.
ingeschakeld wordt.
voor deze instelling worden de toetsen van de digitale piano vergrendeld (behalve voor de spanningstoets en de toetsen die vereist zijn voor het ontgrendelen), zodat geen bediening kan worden uitgevoerd. Schakel de
• De instelling voor de bedieningsvergrendeling kan niet worden veranderd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl een ritme of de metronoom klinkt en tijdens het opnemen.
bedieningsvergrendeling in wanneer u wilt beveiligen tegen het onverhoeds bedienen van toetsen.
D-28
Page 31
Aansluiten op een MIDI aansluiting
Wat is MIDI?
MIDI is een standaard voor digitale signalen en aansluitingen die het mogelijk maakt voor muziekinstrumenten, computers en andere apparaten, ongeacht de fabrikant, om data met elkaar uit te wisselen.
OPMERKING
Bezoek voor details aangaande MIDI implementatie: http://world.casio.com/
MIDI aansluitingen
Door uw computer of een ander extern MIDI toestel aan te sluiten op de MIDI OUT/IN aansluitingen van de digitale piano wordt het mogelijk dat ze onderling MIDI boodschappen uitwisselen en dat noten van het toetsenbord opgenomen en weergegeven worden op het aangesloten toestel.
MIDI kabel
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Achterkant
MIDI OUT
MIDI IN
MIDI instellingen
U kunt de procedure in “Configureren van instellingen met het toetsenbord” (pagina D-24) volgen om de MIDI instellingen te configureren. Zie pagina D-28 voor een omschrijving van de instellingen en informatie over hoe u ze kunt configureren.
D-29
Page 32
Referentie
Oplossen van moeilijkheden
Probleem Oorzaak Te nemen maatregel Zie pagina
Er wordt geen geluid geproduceerd bij het aanslaan van een klaviertoets.
De toonhoogte van de digitale piano is uitgeschakeld.
Er wordt geen geluid geproduceerd bij weergave van een ingebouwde melodie of een opgenomen melodie.
Tijdens het spelen op de digitale piano, geeft de aangesloten externe MIDI klankbron geen geluid weer.
De kwaliteit en het volume van een toon klinken ietwat anders afhankelijk van waar deze op het toetsenbord gespeeld wordt.
Bij het indrukken van een toets wordt de weergegeven noot eventjes onderbroken of er is een subtiel verschil in hoe de effecten worden toegepast.
1. De VOLUME regelaar is ingesteld op “MIN”.
2. De hoofdtelefoon is aangesloten op de digitale piano.
3. MIDI lokale sturing is uitgeschakeld.
4. Controleer de huidige instelling van de begeleidingmodus. Gewoonlijk zullen klaviertoetsen binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord geen enkele noot produceren terwijl CASIO CHORD of FINGERED geselecteerd is als de automatische begeleidingsmodus.
1. De instelling van de sleutel van de digitale piano is iets anders dan “0”.
2. De toonschaal van de digitale piano is incorrect.
1. De VOLUME regelaar is ingesteld op “MIN”.
2. De hoofdtelefoon is aangesloten op de digitale piano.
1. Het zendkanaal van de digitale piano is anders dan het zendkanaal van de externe MIDI klankbron.
2. De instelling van het volume of de expressie van de externe klanbron is “0”.
Dit is een onvermijdelijk resultaat van het digitale samplingproces,* en duidt verder niet op een storing.
* Meerdere digitale monsters worden genomen voor het lage, het midden, en het hoge bereik van het
oorspronkelijke muziekinstrument. Daardoor kan er zich een klein verschil voordoen in de toonkwaliteit en het toonvolume tussen de verschillende samplingbereiken.
Dit gebeurt wanneer de geluiden van meerdere delen tegelijkertijd klinken terwijl lagen worden gebruikt, de duetfunctie fungeert, een ingebouwde melodie weergegeven wordt, een opname plaatsvindt, enz. Door onder dergelijke omstandigheden een toets in te drukken verandert de bij de toon ingebouwde effectinstelling waardoor de noten tijdelijk onderbroken kunnen worden of waardoor een subtiel verschil kan optreden in hoe de effecten worden toegepast.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in de richting van “MAX”.
2. Trek de stekker van de hoofdtelefoon uit de digitale piano.
3. Schakel de lokale sturinginstelling in.
4. Verander de begeleidingsmodus naar NORMAL.
1. Verander de instelling van de sleutel naar “0” of schakel de spanning van de digitale piano uit en vervolgens weer in.
2. Stel de toonschaal van de digitale piano bij of schakel de spanning van de digitale piano uit en vervolgens weer in.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in de richting van “MAX”.
2. Trek de stekker van de hoofdtelefoon uit de digitale piano.
1. Verander de zendkanaalinstellingen van de digitale piano en/of de externe MIDI klankbron zodat ze hetzelfde zijn.
2. Stel de instellingen bij van het volume en de expressie van de externe klanbron.
) D-7
) D-5
) D-28 ) D-17
) D-27
) D-27
) D-7
) D-5
) D-28
) Gebruiksaan
wijzing van de externe klankbron
D-30
Page 33
Referentie
Technische gegevens
Model PX-120
Toetsenbord Piano toetsenbord met 88 toetsen en met aanslaggevoeligheid
Maximale polyfonie 128 noten
Tonen 11
• Lagen (exclusief bastonen)
• Splitsen (alleen bij bastonen in het lage bereik)
Effecten Helderheid (–3 tot en met 3), nagalm (4 types), zweving (4 types), akoestische resonantie
Metronoom • Maatslagen: 0, 2, 3, 4, 6
• Tempobereik: 20 tot en met 255
Duet Instelbaar toonbereik (–1 tot en met 2 octaven)
Muziekbibliotheek • Aantal melodieën: 60
• Volume van de melodie: Instelbaar
• Onderdeel aan/uit: L (links), R (rechts)
Automatische begeleiding • Aantal ritmes: 20
• Tempobereik: 20 tot en met 255
• Bewerkingen: START/STOP, SYNCHRO/FILL-IN
• Automatische begeleidingmodus: NORMAL, CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD
• Volumeniveau van de begeleiding: Instelbaar
Recorder • Functies: Real-time opname en weergave
• Aantal melodieën: 1
• Aantal sporen: 2
• Capaciteit: Circa 5000 noten in het totaal
• Beveiliging van opgenomen data: Ingebouwd flash-geheugen
Pedalen Demper (zacht en sostenuto pedaalbewerkingen die mogelijk zijn met de los verkrijgbare
SP-30 pedaaleenheid.)
Overige functies • Aanslaggevoeligheidselectie: 3 types, uit
• Transpositie: ±1 octaaf (–12 tot en met 0 tot en met 12)
• Toonschaal: A4 = 440,0 Hz ±99 cents (variabel)
• Bedieningsvergrendeling
MIDI 16 kanalen multi-klankkleuren ontvangst
Ingangaansluitingen/ uitgangsaansluitingen
Luidspreker (12 cm × 6 cm ovaal) × 2 (Uitgangsvermogen: 8,0 W + 8,0 W)
Stroomvereisten Netadapter: AD-12
Stroomverbruik 12 V 18 W
Afmetingen 132,2 (W) × 27,8 (D) × 13,4 (H) cm
Gewicht Circa 11,4 kg
PHONES aansluiting: Stereo mini-aansluitingen × 2
Uitgangsimpedantie: 170 Uitgangsspanning: 5,5 V (RMS) MAX
• Demppedaalaansluiting: Standaard aansluiting
• Spanning: 12 V gelijkstroom
• Midi ingangs-/uitgangsaansluitingen (MIDI OUT/IN)
• Pedaalaansluiting (alleen voor de los verkrijgbare SP-30)
Technische gegevens en ontwerp onder voorbehoud.
D-31
Page 34
Referentie
Bedieningsvoorzorgsmaatre­gelen
Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen.
Plaats
Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
Plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht en een hoge vochtigheid
Plaatsen die blootstaan aan temperatuurextremen
Naar een radio, televisie, videodeck of tuner
De bovengenoemde toestellen veroorzaken geen storingen bij het product maar het product kan wel storing veroorzaken bij het beeld of het geluid van een toestel in de onmiddellijk omgeving.
Onderhoud door de gebruiker
Gebruik nooit benzeen, alcohol, verfverdunner of andere chemische reinigingsmiddelen om het product te reinigen.
Veeg het product of het toetsenbord af met een zachte doek ietwat bevochtigd met een milde oplossing van water en een mild neutraal reinigingsmiddel. Wring overtollig water uit de doek voordat u het product gaat afvegen.
Het reproduceren van een gedeelte van of de gehele inhoud van deze handleiding is verboden. Onder de wetgeving op auteursrechten is het gebruik van deze handleiding behalve voor uw eigen persoonlijke gebruik verbonden zonder toestemming van CASIO.
IN GEEN GEVAL ZAL CASIO VERANTWOORDELIJK KUNNEN WORDEN GESTELD VOOR ENIGE SCHADE (INCLUSIEF, ZONDER BEPERKINGEN, OP SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, BEDRIJFSONDERBREKINGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORKOMT UIT HET GEBRUIK OF HET ONVERMOGEN VAN HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO INGELICHT IS OVER DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
De inhoud van deze handleiding kan veranderd worden zonder voorafgaande berichtgeving.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor het gebruik met dit product. Het gebruik van niet erkende accessoires kan het gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel met zich meebrengen.
Voeglijnen
Er kunnen lijnen zichtbaar zijn aan de buitenkant van het product. Er zijn “voeglijnen” die het resultaat zijn van het proces waarbij het plastic in een vorm wordt gegoten. Er zijn geen breuken of krassen.
Etiquette aangaande muziekinstrumenten
Wees altijd bedacht op anderen wanneer u dit product gebruikt. Wees in het bijzonder ’s avonds laat voorzichtig om het volume op een niveau te houden dat het geluid anderen niet stoort. Andere maatregelen die u kunt nemen wanneer u ’s nachts laat speelt zijn het sluiten van het venster en het gebruik van een hoofdtelefoon.
D-32
Page 35
Appendix
Toonlijst
Toonnaam
GRAND PIANO (MODERN)
GRAND PIANO (CLASSIC)
GRAND PIANO (VARIATION)
ELEC PIANO 1 4 48 128 ELEC PIANO 2 5 48 64 HARPSICHORD 6 48 128 VIBRAPHONE 11 48 128 PIPE ORGAN 19 48 128 STRINGS 49 48 128 BASS 1 32 48 128 BASS 2 32 49 64
Programmav-
erandering
04864
0 49 64
0 50 128
Bankkeuze MSB
Maximale polyfonie
Ritmelijst
Nr. Ritmenaam
01 8 BEAT 02 PIANO BALLAD 1 03 PIANO BALLAD 2 04 EP BALLAD 1 05 EP BALLAD 2 06 BLUES BALLAD 07 JAZZ COMBO 1 08 JAZZ COMBO 2 09 RAGTIME 10 ROCK’N’ROLL 11 BOOGIE WOOGIE 12 BOSSA NOVA 13 GOSPEL 14 ARPEGGIO 1 15 ARPEGGIO 2 16 MARCH 1 17 MARCH 2 18 STRIDE PIANO 19 WALTZ 1 20 WALTZ 2
Melodielijst
Nr. Melodienaam
01 Nocturne Op.9-2 02 Fantaisie-Impromptu Op.66 03 Étude Op.10-3 “Chanson de l’adieu” 04 Étude Op.10-5 “Black Keys” 05 Étude Op.10-12 “Revolutionary” 06 Étude Op.25-9 “Butterflies” 07 Prélude Op.28-7 08 Valse Op.64-1 “Petit Chien” 09 Valse Op.64-2 10 Moments Musicaux 3 11 Impromptu Op.90-2 12 Marche Militaire 1 (Duet) 13 Frühlingslied [Lieder Ohne Worte Heft 5] 14 Fröhlicher Landmann [Album für die Jugend] 15 Von fremden Ländern und Menschen [Kinderszenen] 16 Träumerei [Kinderszenen] 17 Tambourin
Menuet BWV Anh.114 [Clavierbüchlein der Anna Magdalena
18
Bach] 19 Inventio 1 BWV 772 20 Inventio 8 BWV 779 21 Inventio 13 BWV 784 22 Praeludium 1 BWV 846 [Das Wohltemperierte Klavier 1] 23 Le Coucou 24 Gavotte 25 Sonatina Op.36-1 1st Mov. 26 Sonatine Op.20-1 1st Mov. 27 Sonate K.545 1st Mov. 28 Sonate K.331 3rd Mov. “Turkish March” 29 Rondo K.485 30 Für Elise 31 Marcia alla Turca 32 Sonate Op.13 “Pathétique” 1st Mov. 33 Sonate Op.13 “Pathétique” 2nd Mov. 34 Sonate Op.13 “Pathétique” 3rd Mov. 35 Sonate Op.27-2 “Moonlight” 1st Mov. 36 Rhapsodie 2 37 Waltz Op.39-15 (Duet) 38 Liebesträume 3 39 Blumenlied 40 La Prière d’une Vierge 41 Csikos Post 42 Humoresque Op.101-7 43 Melodie [Lyrische Stücke Heft 2] 44 Sicilienne Op.78 45 Berceuse [Dolly] (Duet) 46 Arabesque 1 47 La Fille aux Cheveux de Lin [Préludes] 48 Passepied [Suite bergamasque] 49 Gymnopédie 1 50 Je Te Veux 51 Salut d’Amour 52 The Entertainer 53 Maple Leaf Rag 54 L’arabesque [25 Etüden Op.100] 55 La Styrienne [25 Etüden Op.100] 56 Ave Maria [25 Etüden Op.100] 57 Le retour [25 Etüden Op.100] 58 La chevaleresque [25 Etüden Op.100] 59 No.13 [Études de Mécanisme Op.849] 60 No.26 [Études de Mécanisme Op.849]
A-1
Page 36
Appendix
Akkoordkaart met vingerzettingen (Fingered)
add9
5
b
7
m add97sus4 mM7
Type
Chord
b
aug sus4
Root
5
m7
dim
M7M m 7 m7 dim7
b
C
#
C /(D )
b
#
D
E
(D )/E
b
F
#
F /(G )
b
#
G
(G )/A
b
A
#
B
(A )/B
A-2
Type
Chord
Root
b
C
#
C /(D )
b
#
D
E
(D )/E
b
F
#
F /(G )
b
G
#
(G )/A
b
A
#
B
(A )/B
Page 37
Model PX-120 Version : 1.0
MIDI Implementation Chart
Function... Transmitted Recognized Remarks
Basic Channel
Mode
Note Number
Velocity
After Touc h
Pitch Bender
Control Change
Default Changed
Default Messages Altered
Note ON Note OFF
Key’s Ch’s
0,32
6, 38
100, 101
120 121
1 - 16 1 - 16
Mode 3
X
1 - 16 1 - 16
Mode 3
X
21 - 108 0 - 127
*1: Hangt af van de toon.
**: geen relatie
O
9nH v = 1 - 127
X
8nH v = 64
X X
0 - 127*1True voice
O
9nH v = 1 - 127
X
9nH v = 0.8nH V =
X
O
**
XO
O
1
7 10 11 16 17 18 19 64 66 67 76 77 78 80 81 82 83 91 93
X X
O
X X X X X
X O O O
X
X
X
X
X
X
X
X O
X
X O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Bank select Modulation Data entry Volume Pan Expression DSP Parameter0*2 DSP Parameter1*2 DSP Parameter2*2 DSP Parameter3*2 Damper Sostenuto Soft pedal Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay DSP Parameter4*2 DSP Parameter5*2 DSP Parameter6*2 DSP Parameter7*2 Reverb send Chorus send RPN LSB, MSB*3 All sound off Reset all controller
Program Change
:True #
System Exclusive
System Common
: Song Pos : Song Sel : Tune
System Real Time
Aux
: Clock : Commands
: Local ON/OFF : All notes OFF
Messages
: Active Sense : Reset
Remarks
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY
O
0 - 127
OO
X X X
O O
X O X X
O
0 - 127
*4, *5
X X X
X X
X O O X
*2: Zie voor details “MIDI Implementation” op Casio’s homepage http://world.casio.com/. *3: Toonhoogtebuiging gevoeligheid, fijnstemmen, ruwweg stemmen, modulatiediepte, nul *4: Universele exclusieve boodschappen in real-time: hoofdvolume, hoofdbalans, hoofd
fijnstemmen, Hoofd ruwweg stemmen, nagalmparameter, zwevingparameter, GM systeemboodschap
*5: Systeem-exclusieve boodschap van dit model
• Zie voor details aangaande de voetnoten 3, 4 en 5 “MIDI Implementation” op Casio’s homepage http://world.casio.com/
.
Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes X : No
Page 38
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.
MA0709-A PX120D1A
Loading...