Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
D
PX120D1A
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de
“Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de
veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert
te gebruiken.
Page 2
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
• Voordat u de los verkrijgbare AD-12 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet
beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige
beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
• Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
• Gebruik enkel de CASIO AD-12 netadapter.
• De netadapter is geen stuk speelgoed.
• Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.
Manufacturer:
CASIO COMPUTER CO.,LTD.
6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union:
CASIO EUROPE GmbH
Bornbarch 10, 22848 Norderstedt, Germany
Akkoordkaart met vingerzettingen (Fingered) ............. A-2
MIDI Implementation Chart
Merk- en productnamen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt, kunnen
geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
D-1
Page 4
Algemene gids
123456789bk
∗3
*1
Onderkant
∗1
∗2∗4
bl
*2
Achterkant
bmbnbo
*4
Installeren van de muziekstandaard
Steek de onderkant van de muziekstandaard in de gleuf
bovenaan het console van de digitale piano.
*3
Linkerkant
bpbq
D-2
Page 5
Algemene gids
OPMERKING
• De hier aangegeven namen worden altijd vetgedrukt weergegeven wanneer ze in de tekst van deze gebruiksaanwijzing
verschijnen.
1 Volumeregelaar (VOLUME)
2 Synchro/invulpatroontoets (SYNCHRO/FILL-IN)
3 X/
4 Muziekbibliotheek, ritme toets
5 LR toets (LR)
6 Recordertoets (RECORDER)
7 Metronoomtoets (METRONOME)
8 Vleugeltoets (modern)
toets
(MUSIC LIBRARY, RHYTHM)
(GRAND PIANO (MODERN))
9 Vleugeltoets (klassiek)
(GRAND PIANO (CLASSIC))
bk Toon/instellintoets (TONE/SETTING)
bl Pedaalaansluiting
bm 12V gelijkstroomaansluiting
bn Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
bo Midi ingangs-/uitgangsaansluitingen
(MIDI OUT/IN)
bp Spanningtoets (POWER)
bq Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
TONE/SETTING toets
De TONE/SETTING toets wordt gebruikt bij het configureren van een aantal verschillende instellingen van de
digitale piano. Hieronder volgen de basisbedieningen van de TONE/SETTING toets.
z Houd om een instelling te veranderen de TONE/SETTING
toets ingedrukt terwijl u op de klaviertoets drukt waartoe de
instelling die u wilt selecteren toegewezen is.
Er is een bedieningsbevestigingstoon te horen telkens
wanneer u een klaviertoets aanslaat om een instelling te
configureren.
Voorbeeld: “Selecteren van een toon d.m.v. de
klaviertoetsen” op pagina D-8.
z Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-24 voor details aangaande de bediening en
de instellingen.
Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de
bedieningsvergrendeling
Uw digitale piano stelt u in staat om de huidige instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen ter
bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Parameterlijst” op pagina D-26 voor details.
D-3
Page 6
Stopcontact
Uw digitale piano werkt op de spanning van het
lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen
wanneer u de digitale piano niet gebruikt.
Gebruiken van een netadapter
Gebruik enkel de netadapter die gespecificeerd is voor
het gebruik met deze digitale piano.
Gespecificeerde netadapter: AD-12
Achterkant
12V gelijkstroomaansluiting
Netadapter AD-12
Netspanning
Merk de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen
op om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
• Trek nooit met geweld aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de
aansluiting.
• Het netsnoer mag tijdens het gebruik niet strak
gespannen staan.
Wanneer de piano wordt verplaatst
• Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te
trekken voordat u de digitale piano verplaatst.
Tijdens opslag
• Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer
maar wind het snoer nooit om de netadapter.
BELANGRIJK!
• Vergeet niet de digitale piano uit te schakelen voordat u
de netadapter in het stopcontact steekt of hem er uit
trekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is
normaal en duidt niet op een storing of defect.
D-4
Page 7
Aansluitingen
BELANGRIJK!
• Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de
VOLUME regelaar telkens wanneer u iets aan gaat
sluiten op de digitale piano. Stel het volume in op het
gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand
gebracht heeft.
Aansluiten van de
hoofdtelefoon
Linkerkant
Los verkrijgbare
hoofdtelefoon
Ministekker
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
Aansluiten van
geluidsapparatuur of een
versterker
U kunt geluidsapparatuur of een versterker aansluiten
op de digitale piano en het geluid dan via externe
luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van
een betere kwaliteit te verkrijgen.
AUX IN aansluiting, enz.
van de geluidsversterker
RIGHT
(rechts-rood)
LEFT
(links-wit)
Penaansluiting
Toetsenbordversterker, enz.
Standaard stekker
Gitaarversterker
INPUT 1
INPUT 2
Stereo ministekker
Naar de
PHONES
aansluiting
van de
digitale piano
Penstekker
Penstekker
Penstekker
(rood)
(wit)
Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de
PHONES aansluiting. Door de hoofdtelefoon aan te
sluiten op de PHONES aansluiting wordt de weergave
van de luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u
zelfs midden in de nacht kunt oefenen zonder de buren
wakker te houden. Om uw gehoor te beschermen moet
u er op letten dat het volumeniveau niet te hoog staat
wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.
OPMERKING
• Let er op dat u de stekker van de hoofdtelefoon zover
mogelijk in de PHONES aansluiting steekt. Als u dat niet
doet, kunt u het geluid mogelijk van slechts één van
beide kanten van de hoofdtelefoon horen.
Aansluiten van geluidsapparatuur
(Afbeelding 1)
Breng de aansluitingen m.b.v. in de handel
verkrijgbare aansluitsnoeren (ministekker × 1,
penstekker × 2) tot stand zoals aangegeven in
Afbeelding 1. Ler er op dat het uiteinde van het snoer
die u aansluit op de de digitale piano een stereo
ministekker is. Bij het gebruik van een mono
ministekker wordt slechts één van de twee stereo
kanalen afgegeven. Gewoonlijk dient u de
ingangskeuzeschakelaar van de geluidsapparatuur in
te stellen op de aansluiting waarop de digitale piano
aangesloten is (AUX IN, enz.). Stel het volume in
d.m.v. de VOLUME regelaar van de digitale piano.
Aansluiten van een geluidsversterker
(Afbeelding 2)
Sluit het aansluitsnoer* aan op een van de types
versterkers die weergegeven worden in Afbeelding 2.
Stel het volume in d.m.v. de VOLUME regelaar van de
digitale piano.
* Digitale Piano: Stereo ministekker
Versterker: Voert de signalen in voor het linker- en
het rechterkanaal. Door één van beide
stekkers niet aan te sluiten wordt slechts
één van de twee stereo kanalen
afgegeven.
D-5
Page 8
Aansluitingen
Aansluiten van een pedaal
Demppedaalaansluiting
(DAMPER PEDAL)
Door het meegeleverde pedaal (SP-3) aan te sluiten op
de DAMPER PEDAL aansluiting wordt het mogelijk
om dit pedaal te gebruiken als een demppedaal.
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen
zullen de noten die u aanslaat voor een bijzonder lange
tijd blijven nagalmen.
• Door dit pedaal tijdens de GRAND PIANO toon
(MODERN, CLASSIC, VARIATION) in te trappen
zullen de noten nagalmen op dezelfde wijze als het
demppedaal van een akoestische vleugel.
Achterkant
Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
SP-30 pedaalfuncties
z Demppedaal
Naast de demppedaalfuncties die in de linker kolom
worden beschreven, ondersteunt de SP-30 ook de
half-pedaal bediening, zodat bij het gedeeltelijk
intrappen van het pedaal slechts een dempeffect
uitgeoefend wordt.
z Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen worden de op het
toetsenbord aangeslagen noten onderdrukt na het
intrappen van het pedaal waardoor de noten zachter
klinken.
z Sostenuto pedaal
Enkel de noten die gespeeld worden tijdens het
intrappen van dit pedaal worden aangehouden
totdat het pedaal wordt losgelaten.
SP-3
Pedaalaansluiting
U kunt de los verkrijgbare 3-pedaal eenheid (SP-30)
aansluiten op de pedaalaansluiting aan de onderkant
van de digitale piano. U kunt de pedalen gebruiken
voor expressie op dezelfde wijze zoals bij een
akoestische piano.
Onderkant
Zacht pedaal
Sostenuto pedaal
OPMERKING
• De los verkrijgbare CS-65P of CS-66P standaard is nodig
om de SP-30 pedaaleenheid te kunnen gebruiken.
Demppedaal
Meegeleverde en los
verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
het gebruik met deze digitale piano.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan het
gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel
met zich meebrengen.
D-6
Pedaalaansluiting
Page 9
Spelen met verschillende tonen
VOLUMEPOWER
Selecteren en spelen van een
toon
Deze digitale piano heeft 11 ingebouwde melodieën.
* U kunt deze tonen selecteren d.m.v. de
klaviertoetsen. De naam van de toon die toegewezen
is aan elke klaviertoets is boven de toets vermeld.
Zie “Selecteren van een toon d.m.v. de
klaviertoetsen” op pagina D-8 voor details
aangaande deze tonen.
Druk op de POWER toets om de digitale
1.
piano in te schakelen.
POWER toets
BELANGRIJK!
• Wanneer u de piano inschakelt, wordt de spanning
ingeschakeld om het systeem te initialiseren. Tijdens het
initialiseren van het systeem knippert de LR toets
gedurende ongeveer zes seconden om u te laten weten
dat systeeminitialisatie plaats aan het vinden is.
METRONOME/
TONE/SETTING
GRAND PIANO
OPMERKING
• Vleugeltonen (MODERN, CLASSIC)
Uw digitale piano heeft in het totaal 11 ingebouwde
melodieën. De MODERN en CLASSIC tonen zijn in
stereo bemonsterde tonen (sampling tonen) die
geselecteerd kunnen worden d.m.v. de GRAND PIANO
toetsen. Probeer de GRAND PIANO tonen eens te
gebruiken om bekend te raken met de gedistingeerde
klanken en karakteristieken.
ToonnaamKarakteristieken
Deze toon voorziet in heldere en
harde vleugelklanken. Het volume
en de klankkleur van deze toon
MODERN
(modern)
CLASSIC
(klassiek)
reageert onmiddellijk op verschillen
in de druk op de klaviertoetsen en
heeft een relatief sterke nagalm. Deze
toon is een goede keus voor een
dynamisch en levendig spel.
Dit is een natuurlijke pianotoon die
goed lijkt op het geluid van een
akoestische vleugel. Hoewel de
nagalm en de andere effecten tot een
minimum zijn gehouden wordt
daardoor zojuist de invloed van de
pianopedalen (akoestische
resonantie) groter, voor een
fijngevoeligere muzikale expressie.
Deze toon is een goede keus voor
lessen en oefensessies.
Selecteer de gewenste toon.
2.
• Druk op een van de GRAND PIANO toetsen om te
kiezen tussen een moderne klank (MODERN) of een
klassieke klank (CLASSIC).
• Er licht een indicator op boven de op dat moment
geselecteerde toets.
• Zie “Selecteren van een toon d.m.v. de
klaviertoetsen” op pagina D-8 voor meer informatie
betreffende het selecteren van andere tonen.
Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME
3.
regelaar.
Probeer iets te spelen op de digitale piano.
4.
D-7
Page 10
Spelen met verschillende tonen
Selecteren van een toon d.m.v. de klaviertoetsen
MODERN
ʬʊʽ
(modern)
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
CLASSIC
ɹʳʁʍɹ
(klassiek)
GRAND PIANO
ɺʳʽʓʞɬʘɲʶɹʒʴʍɹʞɬʘ
(vleugel )
VARIATION
ʚʴɲ˂ʁʱʽ
(variatie)
±²
1
ELEC PIANO
(elektr. piano)
2
ʝʠʳʟɳʽʝʠʳʟɳʽ
VIBRAPHONE
HARPSICHORD
ʃʒʴʽɺʃ
(clavecimbel)
(vibrafoon)
PIPE ORGAN
ʃʒʴʽɺʃ
(pijporgel)
TONE/SETTING toets
STRINGS
(snaarinstrument)
Tooninsteltoetsen
±²
1
BASS (LOWER)
ʣ˂ʃᴥͲᬩᴦ
(lage bas)
2
druk op de klaviertoets die correspondeert
aan de toon die u wilt selecteren.
Voorbeeld: PIPE ORGAN (pijporgel)
Bastonen (BASS 1, BASS 2)
Door een van de twee bastonen (BASS 1, BASS 2) te selecteren aan de rechterkant van de tooninsteltoetsen in stap 1
van de bovenstaande procedure wordt de geselecteerde bastoon toegewezen aan het lage bereik (linker kant) van
het toetsenbord. Aan het hoge bereik (rechter kant) wordt de toon toegewezen die geselecteerd was toen u op de
BASS 1 of BASS 2 toets drukte.
• De BASS 1 en BASS 2 toetsen laten u het toetsenbord in twee stukken splitsen met twee verschillende tonen.
Laag bereikHoog bereik
BASS 1 (bas 1)PIPE ORGAN (pijporgel)
Splitspunt
(Momenteel geselecteerde toon.)
OPMERKING
• Selecteer een andere toon dan BASS 1 of BASS 2 om opnieuw een enkele toon te verkrijgen bij het toetsenbord.
• U kunt BASS 1 of BASS 2 niet selecteren bij het opnemen naar Spoor 2.
D-8
Page 11
Spelen met verschillende tonen
Bijstellen van de helderheid
van een toon
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
stel tegelijkertijd de helderheidswaarde in
d.m.v. de BRILLIANCE toetsen binnen het
bereik lopende van –3 tot en met 3.
Lagen van twee tonen
aanbrengen
Volg de volgende procedure om lagen van twee tonen
aan te brengen zodat die op hetzelfde moment klinken.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
druk op de klaviertoetsen die corresponderen
aan de twee tonen die u wilt gebruiken voor
het maken van lagen.
Voorbeeld: Om lagen te maken met HARPSICHORD en
STRINGS .
Voor dit type geluid:
Milder en teder
Helderder en scherper
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op T en S om de toon terug te stellen
op de oorspronkelijke instelling.
Druk op deze
klaviertoets:
T
S
HARPSICHORD (clavecimbel)
STRINGS (snaarinstrument)
Om de lagen van het toetsenbord ongedaan
2.
te maken, selecteer een andere toon door op
de GRAND PIANO toets te drukken of door
de procedure onder “Selecteren van een toon
d.m.v. de klaviertoetsen” (pagina D-8) te
volgen.
OPMERKING
• U kunt met de BASS 1 of BASS 2 toon geen lagen maken
met een andere toon.
•U kunt de bewerking voor het maken van lagen niet
uitvoeren bij het opnemen naar Spoor 2.
D-9
Page 12
Spelen met verschillende tonen
Gebruiken van effecten
Reverb. . . .Nagalm laat uw noten resoneren.
Chorus . . .Zweving voegt meer ruimtelijkheid toe aan
uw noten.
Configureren van de instellingen van de
nagalm- en zwevingeffecten
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
druk op de REVERB of CHORUS
klaviertoets.
Gebruiken van de metronoom
Druk op de METRONOME toets.
1.
• Hierdoor start de metronoom.
• De indicator boven de X/ toets knippert in het
tempo van de maatslag van de metronoom.
Houd om de maatslag te veranderen de
2.
TONE/SETTING toets ingedrukt terwijl u op
de METRONOME BEAT toetsen drukt om
een instelling te selecteren voor de maatslag.
Voorbeeld: Selecteren van Nagalm 4
• Nagalmwaarde
Om dit te doen:Selecteer deze instelling:
Nagalm
uitschakelen
Nagalm
inschakelen
• Zwevingwaarde
Om dit te doen:Selecteer deze instelling:
Zweving
uitschakelen
Zweving
inschakelen
OFF (Uit)
1: Kamer (room)
2: Kleine zaal (Small Hall)
3: Grote zaal (Large Hall)
4: Stadium
OFF (Uit)
1: Lichte zweving
(Light Chorus)
2: Middelmatige zweving
(Medium Chorus)
3: Diepe zweving
(Deep Chorus)
4: Flanger (suisend effect)
• U kunt een maatslagwaarde van 0, 2, 3, 4 of 6
specificeren als de maatslag. Door 0 te specificeren als
de instelling wordt een gewone klik weergegeven
zonder klokgelui. Met deze instelling kunt u oefenen
met een vaste maatslag.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
3.
gebruik de TEMPO toetsen om een
tempowaarde te specificeren binnen het
bereik lopende van 20 tot en met 255
maatslagen per minuut.
D-10
Page 13
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de
6
tempowaarde met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifieke waarde invoeren d.m.v. de
waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor
alle drie de cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 6 om “96” in te
voeren.
Druk op de METRONOME toets of op de X/
4.
toets om de metronoom uit te schakelen.
OPMERKING
• Druk in stap 3 tegelijkertijd op de + en – toetsen om de
instelling voor het tempo terug te stellen op het
oorspronkelijke tempo van de momenteel geselecteerde
melodie van de muziekbibliotheek of op het tempo dat
aanbevolen wordt voor het ritme dat u gebruikt.
Om het metronoomvolume in te stellen
OPMERKING
• U kunt de volgende procedure op elk moment uitvoeren
ongeacht of de metronoom klinkt of niet.
Spelen met verschillende tonen
Spelen van een pianoduet
U kunt de duetfunctie gebruiken om het toetsenbord
van de piano in het midden te splitsen zodat twee
personen een duet kunnen spelen. Het linker en het
rechter toetsenbord hebben vrijwel hetzelfde bereik.
Als u de los verkrijgbare SP-30 pedaaleenheid
geïnstalleerd heeft, werkt het linker pedaal als het
demppedaal voor het linker toetsenbord terwijl het
rechter pedaal fungeert als het demppedaal voor het
rechter toetsenbord.
De duetfunctie is de perfecte manier om les te geven
waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling
dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord.
Toetsenbord
Linker toetsenbordRechter toetsenbord
C3C4C5C6C3C4C5C
(midden C)(midden C)
Splitspunt
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
stel tegelijkertijd d.m.v. de METRONOME
VOLUME toetsen een volumewaarde in
binnen het bereik lopende van 0 tot en met
42.
• Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het
configureren van instellingen” op pagina D-25 voor
details aangaande het gebruiken van de
klaviertoetsen voor het maken van instellingen.
• Telkens bij indrukken van de T of S toets wordt de
waarde van het metronoomvolume met 1 verhoogd
of verlaagd.
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op T en S om terug te gaan naar de
oorspronkelijke instelling.
Pedalen
z Gebruiken van de los verkrijgbare SP-30
pedaaleenheid
Linker demppedaal
Linker en rechter
demppedaal
OPMERKING
• Alleen het rechter demppedaal ondersteunt half-pedaal
bediening.
z Gebruiken van de los verkrijgbare SP-3
pedaaleenheid
OPMERKING
• Ondersteunt half-pedaal bediening niet.
• Kan niet worden gebruikt voor linker demppedaal
bediening.
Rechter demppedaal
Rechter demppedaal
U kunt een van de GRAND PIANO toetsen
1.
(MODERN of CLASSIC) indrukken om de
gewenste pianotoon te selecteren voor het
duet.
OPMERKING
• U kunt alleen de MODERN of CLASSIC toon gebruiken
voor een duet.
D-11
Page 14
Spelen met verschillende tonen
6
Druk de MODERN en CLASSIC GRAND
2.
PIANO toetsen tegelijkertijd in.
• Hierdoor wordt de duetfunctie ingeschakeld en het
toetsenbord gesplitst. De GRAND PIANO indicator
knippert kortstondig om u te laten weten wanneer de
duetfunctie ingeschakeld is.
Druk op de MODERN of CLASSIC GRAND
3.
PIANO toets om de duetfunctie uit te
schakelen.
BELANGRIJK!
• De digitale piano zal de duetfunctie ook uitschakelen als u
de TONE/SETTING toets en de klaviertoetsen voor de
tooninstelling gebruikt om een toon te selecteren in stap 3.
• U kunt de duetfunctie niet gebruiken tijdens het gebruik
van de automatische begeleiding of tijdens het opnemen.
Veranderen van de octaven van de
toetsenborden
U kunt de bereiken van de linker en rechter
toetsenborden veranderen in octaafeenheden van hun
oorspronkelijke instellingen. Dit is bijvoorbeeld handig
als het oorspronkelijke bereik niet genoeg is wanneer
een persoon het gedeelte voor de linker hand en de
andere persoon het gedeelte voor de rechter hand aan
het spelen is.
Houd de MODERN en CLASSIC GRAND
2.
PIANO toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het rechter toetsenbord.
OPMERKING
• U kunt de klaviertoetsen terugstellen op hun
oorspronkelijke bereiken door de duetfunctie eerst uit te
schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
Houd de MODERN en CLASSIC GRAND
1.
PIANO toetsen ingedrukt en druk op de C
klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden
C) van het linker toetsenbord.
Voorbeeld: Door op de klaviertoets van de meest linkse
C te drukken wordt het hier onder gegeven
bereik toegewezen.
Linker toetsenbordRechter toetsenbord
C4C5C6C7C3C4C5C
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
D-12
Page 15
Weergeven van ingebouwde melodieën
MUSIC LIBRARY
BELANGRIJK!
• Nadat u een ingebouwde melodie geselecteerd heeft,
kan het enkele seconden duren voordat de melodiedata
geladen is. Terwijl de data geladen wordt, werken de
klaviertoetsen en andere toetsen niet. Als u iets op het
toetsenbord speelt, zal de geluidsweergave worden
stopgezet als de volgende procedure wordt uitgevoerd.
LR
Weergeven van alle
ingebouwde melodieën
TONE/SETTING/
Weergeven van een specifieke
melodie in de
muziekbibliotheek
Druk op de MUSIC LIBRARY toets zodat de
1.
indicator erboven gaat branden.
Uw digitale piano is uitgevoerd met een
muziekbibliotheek van 60 ingebouwde melodieën. U
kunt alle 60 melodieën in volgorde spelen van het
begin tot het einde.
Houd de MUSIC LIBRARY toets ingedrukt en
1.
druk tegelijkertijd op de X/ toets.
• Hierdoor wordt de herhaalde demonstratieweergave
gestart van de ingebouwde melodieën in volgorde
van 01 tot en met 60.
• De indicators van de MUSIC LIBRARY toets en de
X/ toets gaan knipperen tijdens de weergave.
• U kunt meespelen met een melodie op het
toetsenbord terwijl de melodie wordt weergegeven.
De toon die toegewezen is aan het toetsenbord is de
toon die vooringesteld is voor de melodie die
weergegeven wordt.
• U kunt een specifieke melodie selecteren tijdens de
demonstratieweergave Zie stap 2 van “Weergeven
van een specifieke melodie in de muziekbibliotheek”
voor details.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
2.
weergave van de ingebouwde melodieën te
stoppen.
• Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en
weer geschakeld tussen de bovenste en de onderste
indicator.
Zoek het melodienummer van de gewenste
2.
melodie op in de melodielijst op pagina A-1.
OPMERKING
• De hierboven beschreven bewerkingen voor
melodieselectie en weergeven en stoppen zijn alle
mogelijke bewerkingen tijdens de weergave van
demonstratiemelodieën.
D-13
Page 16
Weergeven van ingebouwde melodieën
Houd om van melodie te veranderen de
3.
TONE/SETTING toets ingedrukt terwijl u de
SONG/RHYTHM SELECT toetsen gebruikt
om een bepaald melodienummer te
specificeren.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt het
melodienummer met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifiek melodienummer invoeren
d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg
er voor beide cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Voer eerst 0 en daarna 8 in om melodie 08 te
selecteren.
Oefenen met een melodie uit
de muziekbibliotheek
U kunt het linkerhand of rechterhand gedeelte
uitschakelen bij een melodie en zelf meespelen op de
piano.
OPMERKING
• De muziekbibliotheek omvat duetmelodieën
(melodienummers 12, 37 en 45). Terwijl een duet
geselecteerd is, kunt u de eerste pianotoon <Primo> of de
tweede pianotoon <Secondo> uitschakelen en meespelen
met de melodie.
• Een aantal melodieën bevat tussentijds
tempoveranderingen om bepaalde muziekeffecten te
produceren.
VOORBEREIDINGEN
• Selecteer de melodie waarmee u wilt oefenen en stel het
tempo in. Zie “Configureren van instellingen met het
toetsenbord” op pagina D-24.
Schakel d.m.v. de LR toets een gedeelte uit.
1.
• Telkens bij indrukken van de LR toets wordt door de
deelinstellingen gegaan zoals hieronder is
aangegeven. De indicators boven de toets tonen welk
deel uitgeschakeld is.
Linkerhand Rechterhand
BELANGRIJK!
• Zorg ervoor even te wachten tussen bediening van de +
en – toetsen. Als het bedienen van de + en – toets te snel
plaatsvindt kunnen sommige bewerkingen worden
overgeslagen. Als het melodienummer dat u wilt
selecteren zich ver van het op dat moment geselecteerde
melodienummer bevindt gebruik dan voor het selecteren
van een melodie de nummer invoertoetsen i.p.v. de + en
– toetsen.
Druk op de X/ toets.
4.
• Hierdoor wordt de weergave van de melodie gestart.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
5.
weergave te stoppen.
• De weergave stopt automatisch wanneer het einde
van de melodie bereikt is.
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken wordt
melodienummer 01 geselecteerd.
• U kunt het weergavetempo en het volume van de
melodie instellen. Zie “Configureren van instellingen
met het toetsenbord” op pagina D-24 voor meer
informatie.
Beide delen
ingeschakeld
Druk op de X/ toets.
2.
• Hierdoor wordt de weergave gestart zonder het deel
dat u uitschakelde in stap 1.
Speel het niet-weergegeven deel zelf op het
3.
Rechterhand
deel
uitgeschakeld
Linkerhand
uitgeschakeld
toetsenbord.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
4.
weergave te stoppen.
deel
D-14
Page 17
Weergeven van een ritme
RHYTHM
SYNCHRO/FILL-IN
TONE/SETTING/
Selecteren van een ritme
U kunt selecteren uit 20 ingebouwde melodieën.
Druk op de RHYTHM toets zodat de indicator
1.
er onder gaat branden.
• Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en
weer geschakeld tussen de bovenste en de onderste
indicator.
Zoek het ritmenummer van het ritme dat u wilt
2.
gebruiken op in de ritmelijst op pagina A-1.
Houd om van ritme te veranderen de TONE/
3.
SETTING toets ingedrukt terwijl u de SONG/
RHYTHM SELECT toetsen gebruikt om een
bepaald ritmenummer te specificeren.
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken wordt
ritemenummer 01 geselecteerd.
Druk op de X/ toets.
4.
• Hierdoor start het ritme.
Druk nogmaals op de X/ toets om het ritme
5.
te stoppen.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de
ritmenummer met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifiek ritmenummer invoeren d.m.v.
de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor
beide cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Voer eerst 0 en daarna 3 in om ritme 03 te
selecteren.
D-15
Page 18
Weergeven van een ritme
Bijstellen van het weergavetempo
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
gebruik de TEMPO toetsen om een
tempowaarde te specificeren binnen het
bereik lopende van 20 tot en met 255
maatslagen per minuut.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de
tempowaarde met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifieke waarde invoeren d.m.v. de
waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor
alle de cijfers allemaal in te voeren.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 6 om “96” in te
voeren.
OPMERKING
• Door tegelijkertijd op de + en – klaviertoetsen te drukken
wordt teruggegaan naar het aanbevolen tempo van het
op dat moment geselecteerde ritme.
Gebruiken van automatische
begeleiding
Bij de automatische begeleiding speelt de digitale
piano automatisch de onderdelen voor het ritme, de
baslijn en de akkoorden in overeenstemming met de
akkoorden die u selecteert d.m.v. de vereenvoudigde
vingerzettingen voor het toetsenbord of de akkoorden
die u speelt. De automatische begeleiding geeft u het
gevoel dat u uw eigen achtergrondgroep heeft die u te
allen tijde ondersteunt.
OPMERKING
• Bij de ritmes in de lijst hieronder dient u er op te letten
dat CASIO CHORD, FINGERED of FULL RANGE
CHORD geselecteerd is voordat u probeert akkoorden te
spelen. De percussieklanken zullen bij een lage volume
worden weergegeven wanneer geen akkoord op het
toetsenbord wordt aangeslagen.
• Volg de procedures bij “Selecteren van een ritme” om het
gewenste ritme te selecteren en het tempo bij te stellen.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
1.
druk op een MODE klaviertoets om een
akkoordfunctie te selecteren.
Voorbeeld: Vingerzetting
FULL RANGE
CHORD
(vol bereik akkoord)
NORMAL
(normaal)
CASIO
CHORD
FINGERED
MODE
Druk op de X/ toets om de begeleiding te
5.
stoppen.
OPMERKING
• Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord”
op pagina D-24 voor meer informatie betreffende het
bijstellen van het volume van de begeleiding.
Hoe akkoorden worden gespeeld
De manier waarop u de vingerzettingen voor
akkooorden plaatst, hangt af van de huidige modus
van de automatische begeleiding. Gebruik de
NORMAL modus als u zonder automatische
begeleiding wilt spelen.
CASIO CHORD
Zelfs als u niet weet hoe u op de gewone manier
akkoorden moet spelen, kunt u met deze modus vier
verschillende types akkoorden spelen d.m.v.
vereenvoudigde vingerzettingen binnen het bereik van
het begeleidingstoetsenbord van het keyboard. Het
volgende geeft aan waar het bereik van het
begeleidingstoetsenbord is en geeft een uitleg hoe u de
vingerzettingen voor akkoorden kunt plaatsen met de
CASIO CHORD modus.
• Zie “Hoe akkoorden worden gespeeld” op pagina
D-17 voor details betreffende de automatische
begeleidingsmodi en hun akkoord vingerzettingen.
Druk op de SYNCHRO/FILL-IN toets.
2.
• Hierdoor wordt de digitale piano zodanig
geconfigureerd dat het ritme en de
akkoordbegeleiding automatisch starten wanneer een
van de klaviertoetsen binnen het bereik van het
begeleidingstoetsenbord aangeslagen wordt.
• Hierdoor gaat de indicator boven de X/ toets
branden.
Plaats de vingerzetting van het eerste
3.
akkoord binnen het bereik van het
begeleidingstoetsenbord.
• Het ritmepatroon begint automatisch te spelen.
Probeer vingerzettingen voor andere
4.
akkoorden op het keyboard.
• Zie “Hoe akkoorden worden gespeeld” op pagina
D-17 voor informatie betreffende hoe u de
vingerzettingen van akkoorden kunt maken binnen
de automatische begeleidingsmodi.
• De indicator boven de X/ toets knippert samen met
de maatslag.
Toetsenbord tijdens de CASIO CHORD modus
Bereik van het
begeleidingstoetsenbord
BELANGRIJK!
• Tijdens de CASIO CHORD modus werken de
klaviertoetsen binnen het bereik van het
begeleidingstoetsenbord enkel als “akkoordschakelaars”.
U kunt de klaviertoetsen binnen dit toetsenbordbereik
niet gebruiken om noten te spelen.
Bereik van het melodietoetsenbord
D-17
Page 20
Weergeven van een ritme
AkkoordtypesVoorbeeld:
Majeur akkoorden
Door tijdens de CASIO
CHORD modus een enkele
C (C majeur)
Noot
C
C
J
namen
#
DE F
b
b
b
b
#
#
E
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
klaviertoets aan te slaan
binnen het bereik van het
begeleidingstoetsenbord
wordt het majeurakkoord
gespeeld waarvan de naam
boven de klaviertoets
aangegeven is. Alle
klaviertoetsen binnen het
bereik van het
begeleidingstoetsenbord die
met dezelfde akkoordnaam
aangegeven worden, spelen
precies hetzelfde akkoord.
Mineur akkoorden
Sla om een mineur akkoord te
Cm (C mineur)
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
spelen de klaviertoets die
correspondeert aan het majeur
akkoord aan binnen het bereik
van het
begeleidingstoetsenbord
terwijl u tegelijkertijd een
andere klaviertoets rechts
ervan binnen het
begeleidingstoetsenbordbereik
indrukt.
Septiem akkoorden
Sla om een septiem akkoord te
C7 (C septiem)
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
spelen de klaviertoets die
correspondeert aan het majeur
akkoord aan binnen het bereik
van het
begeleidingstoetsenbord
terwijl u tegelijkertijd twee
andere klaviertoetsen rechts
ervan binnen het
begeleidingstoetsenbordbereik
indrukt.
Mineur spetiem akkoorden
Sla om een mineur septiem
Cm7 (C mineur septiem)
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
akkoord te spelen de
klaviertoets die correspondeert
aan het majeur akkoord aan
binnen het bereik van het
begeleidingstoetsenbord
terwijl u tegelijkertijd drie
andere klaviertoetsen rechts
ervan binnen het
begeleidingstoetsenbordbereik
indrukt.
OPMERKING
• Bij het spelen van een mineur, septiem of mineur septiem
akkoord maakt het geen verschil of de andere toetsen die
u aanslaat zwart of wit zijn.
FINGERED (vingerzetting)
Tijdens de FINGERED modus speelt u akkoorden met
standaard akkoord vingerzettingen binnen het bereik
van het begeleidingstoetsenbord. Om bijvoorbeeld de
vingerzettingen van een C akkoord te plaatsen, dient u
de C-E-G klaviertoetsen in te drukken.
Toetsenbord van de FINGERED modus
Bereik van het
begeleidingstoetsenbord
BELANGRIJK!
• Tijdens de FINGERED modus werken de klaviertoetsen
binnen het bereik van het begeleidingstoetsenbord enkel
als “akkoordschakelaars”. U kunt de klaviertoetsen
binnen dit toetsenbordbereik niet gebruiken om noten te
spelen.
CCmCdim
1
*
Caug
2
*
Cm7
1
*
C7b5
Cm add9CmM7
OPMERKING
• Zie “Akkoordkaart met vingerzettingen (Fingered)” op
pagina A-2 voor informatie betreffende hoe u de
vingerzettingen van akkoorden met andere grondtonen
maakt binnen het bereik van het
begeleidingstoetsenbord.
betreffende de vingerzetting akkoorden” op pagina
D-19) worden niet voor deze akkoorden
ondersteund. De laagste noot van de vingerzetting
wordt voor de grondtoon gebruikt.
*2 Bij deze akkoorden wordt hetzelfde akkoord
gespecificeerd zelfs als de G kwint vingerzetting
niet uitgevoerd wordt
Bereik van het melodietoetsenbord
Csus4C7
2
*
CM7
C7sus4Cadd9
2
*
*
Cm7b5
Cdim7
2
1
*
D-18
Page 21
Weergeven van een ritme
1
Opmerkingen betreffende de vingerzetting
akkoorden
• Met uitzondering van de akkoorden die namen met *1
er achter hebben in de bovenstaande voorbeelden,
kunt u ook de geïnverteerde vingerzettingen
gebruiken. Dit betekent dat zowel de vingerzetting EG-C als G-C-E een C akkoord zullen produceren.
• Met uitzondering van de akkoorden die namen met
*
er achter hebben in de bovenstaande voorbeelden,
dient u alle aangegeven klaviertoetsen aan te slaan om
de vingerzetting van een akkoord te verkrijgen. Wordt
zelfs maar een enkel noot achterwege gelaten, dan kan
een akkoord worden geproduceerd dat anders is dan
het gewenste.
FULL RANGE CHORD (vol bereik akkoord)
Met de FULL RANGE CHORD modus kunt u in het
totaal 38 verschillende soorten akkoorden spelen
(dezelfde akkoorden die beschikbaar zijn bij de
FINGERED modus plus 23 extra). De FULL RANGE
CHORD modus herkent het aanslaan van drie of meer
klaviertoetsen waar dan ook op het toetsenbord als een
akkoord vingerzetting. Al het andere (het indrukken
van een of twee klaviertoetsen of het spelen van een
groep van noten die samen geen door het keyboard
herkenbare akkoord vingerzetting vormen) wordt
behandeld als melodienoten.
EG C
GC
2
C
E
. . . . Akkoord C
1
. . . . Akkoord
2
C
E
Voorbeeld: C Majeur of akoord
E
2
OPMERKING
• Wanneer er zich minstens zes halve tonen bevinden
tussen de laagste noot en de volgende noot rechts, wordt
verondersteld dat de laagste noot de basnoot is.
Toetsenbord tijdens de FULL RANGE CHORD
modus
Begeleidingstoetsenbord/Melodietoetsenbord
z Herkende akkoorden
TypeAkkoordtypes
Akkoorden van
de FINGERED
modus
Overige
akkoorden
15 (Zie “FINGERED (vingerzetting)”
op pagina D-18.)
23
De volgende zijn bijvoorbeeld
akkoorden die alle C hebben als de
basnoot.
C
6
, Cm6, C
Db D E F G Ab B
, , , , , , ,
C C C C C C C
B Dbm Dm Fm Gm Am Bbm
, , , , , , ,
C C C C C C C
Ddim A
, , , , ,
C C C C C C
69
b
7 F7
Fm7 Gm7 A
b
b
add9
D-19
Page 22
Opnemen en weergeven
/
LR
RECORDER
U kunt de noten die u op de digitale piano speelt
opslaan in het geheugen voor latere weergave.
Sporen
Een spoor is een opslagplaats van opgenomen data
waarbij elke melodie voorzien is van twee sporen:
Spoor 1 en Spoor 2. U kunt de twee sporen gescheiden
van elkaar opnemen en daarna combineren zodat ze
samen als een enkele melodie weergegeven worden.
Tijdens de
weergave. . .
Opnemen
Melodie
Spoor 1
Spoor 2
Opnemen
Opslag van opgenomen data
• Door een nieuwe opname te starten wordt eventuele
data gewist die eerder in het geheugen was
opgenomen.
• Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname dan
zullen alle data van het spoor dat u aan het opnemen
bent gewist worden.
BELANGRIJK!
• CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen
verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van
winsten of eisen van derden die ontstaan uit het verlies
van opgenomen data die verloren raakt door defecten,
reparaties of om ongeacht welke andere reden.
Gebruiken van de RECORDER toets
Telkens bij indrukken van de RECORDER toets wordt
naar de volgende optie voor opname gegaan in de
hieronder getoonde volgorde.
Geheugencapaciteit
• U kunt ongeveer 5000 noten opnemen in het
geheugen van de digitale piano.
•De RECORDER indicator knippert snel wanneer het
geheugen vol dreigt te raken.
• Het opnemen stopt automatisch als het aantal noten
in het geheugen het maximum overschreidt.
Opgenomen data
• Toetsenbordspel
• Gebruikte toon
• Pedaalbewerkingen
• Instelling voor het effect*
• Instelling voor het tempo*
• Instelling voor de laag*
•Ritmepatronen*
• Akkoord vingerzetting*
• Fill-in bewerkingen*
* Alleen spoor 1
Weergave-
standby
BrandtKnippertUit
Opname-
standby
Normaal
D-20
Page 23
Opnemen van uw spel op het
keyboard
Na het opnemen van een van de sporen van een
melodie kunt u opnemen op het andere spoor terwijl u
luistert naar de weergave van wat u op het eerste spoor
opgenomen had.
Opnemen op een specifiek spoor van een
melodie
Druk tweemaal op de RECORDER toets
1.
zodat de indicator gaat knipperen.
• Op dat moment gaat de L indicator knipperen om
aan te geven dat de digitale piano klaar staat voor
opname op Spoor 1.
Opnemen en weergeven
Speel iets op het keyboard.
4.
• Het opnemen begint automatisch.
OPMERKING
• Tijdens het opnemen naar Spoor 1 met ritme of
automatische begeleiding: Druk op de X/ toets om de
opname te starten. U kunt de opname ook starten door
op de SYNCHRO/FILL-IN toets te drukken en
vervolgens een akkoord te spelen.
• Tijdens het opnemen naar Spoor 1 zonder ritme of
automatische begeleiding: De opname start zodra u iets
op het toetsenbord speelt.
Druk nogmaals op de X/ toets om de
5.
opname te stoppen.
• Hierdoor stoppen de indicators van de RECORDER
toets en de LR toets met knipperen en blijven ze
branden.
•Druk op de X/ toets om het spoor dat u zojuist
opgenomen heeft weer te geven.
Druk nadat u klaar bent met het opnemen of
6.
weergeven op de RECORDER toets zodat de
corresponderende indicator uit gaat.
Selecteer d.m.v. de LR toets het spoor
2.
waarop u wilt opnemen.
• Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat
knipperen.
Spoor 1: L indicator
Spoor 2: R indicator
Voorbeeld: Spoor 1 is geselecteerd
Selecteer de toon en de effecten (alleen
3.
Spoor 1) die u wilt gebruiken bij uw opname
en stel het tempo naar wens in. U kunt ook
een ritme of een begeleidingmodus
selecteren als u naar Spoor 1 opneemt.
• Toon (pagina D-7)
z Alleen spoor 1
• Effect (pagina D-10)
• Tempo (pagina D-16)
• Ritme (pagina D-15)
• Modus (pagina D-16)
OPMERKING
• Configureer de instellingen voor de maatslag en het
tempo en druk daarna op de METRONOME toets als u
wilt dat de metronoom klinkt tijdens het opnemen. Zie
“Gebruiken van de metronoom” op pagina D-10 voor
meer informatie.
D-21
Page 24
Opnemen en weergeven
Opnemen op een spoor terwijl u naar de
weergave luistert van het andere spoor
Druk op de RECORDER toets zodat de
1.
corresponderende indicator gaat branden.
Druk op de LR toets totdat alleen de indicator
2.
brandt van het spoor dat u wilt weergeven.
Druk op de RECORDER toets zodat de
3.
corresponderende indicator gaat knipperen.
• Hierdoor gaat de L indicator knipperen.
Selecteer d.m.v. de LR toets het spoor
4.
waarop u wilt opnemen.
• Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat
knipperen.
Voorbeeld: Om naar de weergave van Spoor 1 te
luisteren terwijl u luistert naar Spoor 2
Brandt (weergave) Knippert (opnamestandby)
Weergeven van het geheugen
van de digitale piano
Druk op de RECORDER toets zodat de
1.
corresponderende indicator gaat branden.
OPMERKING
• Wanneer een melodie opgenomen is op beide sporen,
kunt u een spoor uitschakelen en alleen het andere spoor
weergeven als u dat wenst. Of een spoor in- of
uitgeschakeld is, wordt aangegeven door de indicators
boven de LR toets. Telkens bij indrukken van de LR toets
wordt door de verschillende instellingen voor spoor
aan/uit gegaan.
Druk op de X/ toets.
2.
• Hierdoor wordt de weergave gestart van de melodie
die en/of het spoor dat u selecteert.
OPMERKING
• U kunt de instelling van het tempo veranderen terwijl
een spoor weergegeven wordt.
• Druk nogmaals op de X/ toets om de weergave te
stoppen.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij
5.
Spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw
opname.
Druk op de X/ toets of speel iets op het
6.
toetsenbord.
• Hierdoor worden zowel de weergave van het
opgenomen spoor als de opname van het andere
spoor gestart.
Druk op de X/ toets om de opname te
7.
stoppen.
D-22
Page 25
Wissen van opgenomen data
De volgende procedure wist een specifiek spoor van
een melodie uit.
BELANGRIJK!
• De onderstaande procedure wist alle data uit van het
geselecteerde spoor. Merk op dat de wisbewerking niet
ongedaan gemaakt kan worden. Controleer dat u de data
in het geheugen van de digitale piano echt niet meer
nodig heeft voordat u de volgende stappen uitvoert.
Druk op de RECORDER toets zodat de
1.
corresponderende indicator gaat branden.
Druk nogmaals op de RECORDER toets
2.
zodat de corresponderende indicator gaat
knipperen.
Opnemen en weergeven
Selecteer d.m.v. de LR toets het spoor dat u
3.
wilt uitwissen.
• Hierdoor gaat de indicator van het geselecteerde
spoor knipperen.
Houd de RECORDER toets ingedrukt totdat
4.
de bijbehorende indicator stopt met
knipperen en blijft branden.
Voorbeeld: Om Spoor 2 te wissen
Druk op de LR toets.
5.
• Hierdoor wordt het geselecteerde spoor gewist en
wordt weergavestandby ingeschakeld.
• Druk om de wisbewerking te annuleren op de
RECORDER toets in plaats van op de LR toets.
OPMERKING
• Van stap 4 zijn enkel de LR toets en de RECORDER toets
van de digitale piano bedienbaar todat u in feite de
wisbewerking in stap 5 uitvoert. Er kunnen geen andere
toetsbewerkingen worden uitgevoerd.
D-23
Page 26
Configureren van instellingen met het toetsenbord
TONE/SETTING
Naast het selecteren van tonen en melodieën uit de
muziekbibliotheek kunt u de TONE/SETTING toets
gebruiken in combinatie met de klaviertoetsen om het
effect, de aanslaggevoeligheid en andere instellingen te
configuren.
Instellingen configureren met
het toetsenbord
Zoek m.b.v. de “Parameterlijst” op pagina
1.
D-26 de instelling op die u wilt configureren
en maak een notitie van de details.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
2.
het configureren van instellingen” op pagina
D-25 om de plaats op het toetsenbord te
vinden voor het configureren van de
gewenste instelling.
Houd de TONE/SETTING toets ingedrukt en
3.
druk op de klaviertoets die correspondeert
aan de instelling die u wilt configureren.
• De digitale piano geeft een bedieningspieptoon weer
nadat de instelling geconfigureerd is.
Voorbeeld: Om de transponeerinstelling met een halve
toon te verlagen drukt u eenmaal op de T
klaviertoets
Laat de TONE/SETTING toets los om de
4.
instelprocedure te voltooien.
OPMERKING
• U kunt de digitale piano zodanig configureren dat geen
bedieningspieptoon weergegeven wordt in stap 3. Voor
details, zie “bq Bedieningspieptoon” onder
“Parameterlijst” op pagina’s D-26 – D-28.
Toetsenbordinstelling bedieningstypes
Er zijn drie types bediening die u kunt uitvoeren
tijdens het configureren van de instellingen d.m.v. de
klaviertoetsen: Type A, Type B en Type C.
Type A: Directe invoer
Voorbeeld: Aanslaan van de STRINGS klaviertoets
om de STRINGS toon te selecteren
Type B: Verhogen of verlagen van een instellingen
d.m.v. de + en – of T en S klaviertoetsen
• Door op een toets te drukken wordt de instelling
versneld verhoogd of verlaagd.
• Druk tegelijkertijd op beide toetsen om terug te
gaan naar de oorspronkelijke instelling.
Type C: Invoer van waarden d.m.v. de cijfertoetsen
(0 tot en met 9)
Voorbeeld: Druk op de toetsen 1, 2 en 0 om “120” in te
voeren.
D-24
OPMERKING
• U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij elke
instelling door het “Bedieningstype” in de
“Parameterlijst” op pagina D-26 te controleren.
Page 27
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen
• De nummers 1 tot en met bs corresponderen aan dezelfde nummers in de “Parameterlijst” op pagina D-26.
[Linker toetsenbord]
Automatische begeleidingmodus
bk
[Algeheel]
[Midden toetsenbord]
Melodie-/ritmeselectie
5
Maatslag van de
7
metronoom
Volume van de metronoom
Melodie, volume van de automatisch begeleiding
8
9
Toonselectie
1
6
Tempo
Aanslagvolume
bl
[Rechter toetsenbord]
Nagalm
3
Helderheid
2
Klaviertoets (Transponeren)
bm
Stemmen van het keyboard (Stemmen)
bn
Zweving
4
Zendkanaal
bo
Lokale sturing
bp
− +
OFF ONOFF ON OFF ON OFFON
Bedieningspieptoon
bq
Terug
br
Bedieningsvergrendeling
bs
D-25
Page 28
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Parameterlijst
■ Tonen
ParameterInstellingen
1 ToonselectieZie pagina D-7.
Oorspronkelijke
instelling: GRAND
PIANO
(MODERN)
2 Helderheid
(BRILLIANCE)
3 Nagalm
(REVERB)
4 Zweving
(CHORUS)
–3 tot 0 tot 3
Oorspronkelijke
instelling: 0
Uit (OFF),
1 tot en met 4
Oorspronkelijke
instelling: 2
Uit (OFF),
1 tot en met 4
Oorspronkelijke
instelling: Uit
Bedieningstype
(pagina D-24)
AWijst een toon toe aan het
BSpecificeert de helderheid
ASpecificeert de nagalm van
ARegelt de breedte van de
OmschrijvingOpmerkingen
toetsenbord.
(pagina D-7)
van de noten.
(pagina D-9)
de noten.
(pagina D-10)
• Zweving is niet beschikbaar tijdens de
noten.
(pagina D-10)
duetfunctie.
• Wanneer tonen gelaagd zijn, wordt
zweving toegepast op de tweede toon die
u selecteren voor het maken van lagen.
• Als zweving ingeschakeld wordt terwijl
een bastoon geselecteerd is, wordt het
effect alleen uitgeoefend op de bastoon.
Zweving wordt niet op tonen in het hoge
bereik uitgeoefend.
■ Melodie/ritme/metronoom
ParameterInstellingen
5 Melodie-/
ritmeselectie
(SONG/
RHYTHM
SELECT)
6 Tempo
(TEMPO)
7 Maatslag van de
metronoom
(METRONOME
BEAT)
8 Melodie, volume
van de
automatisch
begeleiding
9 Volume van de
metronoom
01 tot en met 60
(melodieën)
01 tot en met 20
(ritmes)
Oorspronkelijke
instelling: 01
020 tot en met 255
Oorspronkelijke
instelling: 120
0, 2, 3, 4, 6
Oorspronkelijke
instelling: 4
00 tot en met 42
Oorspronkelijke
instellingen:
42 (melodieën)
(begeleidingen)
38
00 tot en met 42
Oorspronkelijke
instelling: 36
Bedieningstype
(pagina D-24)
B (+/–)
C (0 tot en
met 9)
B (+/–)
C (0 tot en
met 9)
ASpecificeert de maatslag
BSpecifeert het volume van
BSpecificeert het volume
OmschrijvingOpmerkingen
Selecteert een melodie of
ritme uit de
muziekbibliotheek.
(pagina D-13)
Specificeert het tempo van
melodieën uit de
muziekbibliotheek, de
metronoom, opname en
weergave, enz.
(pagina D-10)
van de metronoom.
(pagina D-10)
ritme en
akkoordbegeleiding en
ingebouwde melodieën,
ongeacht de
volumeregeling.
van de metronoom.
(pagina D-10)
• Gebruik altijd twee cijfers bij het invoeren
van waarden d.m.v. de cijfertoetsen (0 tot
en met 9)
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0 en 8 om
“8” in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
• Gebruik altijd drie cijfers bij het invoeren
van waarden d.m.v. de cijfertoetsen (0 tot
en met 9)
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 0 om
“90” in te voeren (de
voorafgaande nul is vereist).
• De instelling voor de maatslag van de
metronoom kan niet worden veranderd
terwijl de weergave van een melodie van
de muziekbibliotheek aan de gang is.
D-26
Page 29
Configureren van instellingen met het toetsenbord
ParameterInstellingen
bk Automatische
begeleidingmodus (MODE)
NORMAL, CASIO
CHORD,
FINGERED, FULL
RANGE CHORD
Oorspronkelijke
instelling:
NORMAL
(normaal)
■ Toetsenbord
ParameterInstellingen
bl Aanslagvolume
(TOUCH
RESPONSE)
bm Klaviertoets
(TRANSPOSE
(transponeren))
bn Stemmen van
het keyboard
(TUNING
(stemmen))
Uit (OFF),
1 tot en met 3
Oorspronkelijke
instelling: 2
–12 tot 0 tot 12
Oorspronkelijke
instelling: 0
–99 tot 0 tot 99
Oorspronkelijke
instelling: 0
Bedieningstype
(pagina D-24)
ASpecificeert de
Bedieningstype
(pagina D-24)
ASpecificeert de relatieve
BVerhoogt of verlaagt de
BVerhoogt of verlaagt de
OmschrijvingOpmerkingen
automatische
begeleidingmodus.
(pagina D-17)
OmschrijvingOpmerkingen
aanslaggevoeligheid van
de klaviertoetsen.
Door een kleinere waarde
in te stellen wordt een nog
krachtiger geluid
geproduceerd bij een
lichtere aanslag.
toonschaal van de digitale
piano in stappen van een
halve toon.
algehele toonhoogte van
de digitale piano in
stappen van 1 cent
(100 cent = 1 halve toon)
van de standaard
toonhoogte A4 = 440 Hz.
• De transponeerinstelling kan niet worden
geconfigureerd terwijl de weergave van
de muziekbibliotheek aan de gang is en
tijdens de duetfunctie.
• Als de sleutel van de digitale piano
verhoogd wordt, kunnen de hoogste
noten in het bereik van een toon
vervormd raken.
• De instelling voor de toonhoogte kan niet
worden veranderd terwijl de weergave
van een melodie van de
muziekbibliotheek aan de gang is.
D-27
Page 30
Configureren van instellingen met het toetsenbord
■ MIDI en overige instellingen
ParameterInstellingen
bo Zendkanaal01 tot en met 16
Oorspronkelijke
instelling: 01
bp Lokale sturingOff (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Aan
bq Bedieningspiep-
toon
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Aan
br
TerugOff (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Uit
bs
Bedieningsvergrendeling
Off (Uit), On (Aan)
Oorspronkelijke
instelling: Uit
Bedieningstype
(pagina D-24)
BSpecificeert een van de
AWanneer de lokale sturing
AHet selecteren van “Off”
AWanneer “On” voor deze
ADoor “On” te selecteren
OmschrijvingOpmerkingen
MIDI kanalen (1 tot en met
16) als het zendkanaal dat
gebruikt wordt voor het
zenden van de MIDI
boodschappen naar een
extern toestel.
“Off” is, wordt de
klankbron van de digitale
piano uitgeschakeld
waardoor geen geluid
wordt geproduceerd door
de digitale piano bij het
aanslaan van
klaviertoetsen. Schakel
• De instelling voor de lokale sturing kan
niet worden veranderd terwijl de
weergave van een melodie van de
muziekbibliotheek aan de gang is.
lokale sturing uit wanneer
u alleen het aangesloten
MIDI toestel wilt laten
klinken.
• Deze instelling blijft behouden zelfs
schakelt het geluid van de
bedieningspieptoon uit
telkens wanneer een
klaviertoets wordt
aangeslagen terwijl de
TONE/SETTING
ingedrukt wordt.
wanneer de digitale piano uitgeschakeld
is.
• De instelling voor de bedieningspieptoon
kan niet worden veranderd terwijl de
weergave van de muziekbibliotheek aan
de gang is, terwijl een ritme of de
metronoom klinkt en tijdens het
opnemen.
instelling is geselecteerd,
onthoudt de digitale piano
de huidige instellingen
en herstelt ze wanneer de
piano opnieuw
ingeschakeld wordt.
Wanneer “Off” is
geselecteerd, worden de
*2
instellingen
teruggesteld
op hun oorspronkelijke
instellingen telkens
wanneer de digitale piano
• De terug-instelling kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl
*1
een ritme of de metronoom klinkt, tijdens
de duetfunctie en tijdens het opnemen.
*1 De volgende instellingen worden niet
onthouden.
•Duetfunctie
• Melodie LR (deel) instelling
• Lokale sturing
*2 Behalve voor de in/uit instelling van de
bedieningspieptoon.
ingeschakeld wordt.
voor deze instelling
worden de toetsen van de
digitale piano vergrendeld
(behalve voor de
spanningstoets en de
toetsen die vereist zijn
voor het ontgrendelen),
zodat geen bediening kan
worden uitgevoerd.
Schakel de
• De instelling voor de
bedieningsvergrendeling kan niet worden
veranderd terwijl de weergave van de
muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl
een ritme of de metronoom klinkt en
tijdens het opnemen.
bedieningsvergrendeling
in wanneer u wilt
beveiligen tegen het
onverhoeds bedienen van
toetsen.
D-28
Page 31
Aansluiten op een MIDI
aansluiting
Wat is MIDI?
MIDI is een standaard voor digitale signalen en
aansluitingen die het mogelijk maakt voor
muziekinstrumenten, computers en andere apparaten,
ongeacht de fabrikant, om data met elkaar uit te
wisselen.
OPMERKING
• Bezoek voor details aangaande MIDI implementatie:
http://world.casio.com/
MIDI aansluitingen
Door uw computer of een ander extern MIDI toestel
aan te sluiten op de MIDI OUT/IN aansluitingen van
de digitale piano wordt het mogelijk dat ze onderling
MIDI boodschappen uitwisselen en dat noten van het
toetsenbord opgenomen en weergegeven worden op
het aangesloten toestel.
MIDI kabel
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Achterkant
MIDI OUT
MIDI IN
MIDI instellingen
U kunt de procedure in “Configureren van instellingen
met het toetsenbord” (pagina D-24) volgen om de MIDI
instellingen te configureren. Zie pagina D-28 voor een
omschrijving van de instellingen en informatie over
hoe u ze kunt configureren.
D-29
Page 32
Referentie
Oplossen van moeilijkheden
ProbleemOorzaakTe nemen maatregelZie pagina
Er wordt geen geluid
geproduceerd bij het
aanslaan van een
klaviertoets.
De toonhoogte van
de digitale piano is
uitgeschakeld.
Er wordt geen geluid
geproduceerd bij
weergave van een
ingebouwde melodie
of een opgenomen
melodie.
Tijdens het spelen op
de digitale piano,
geeft de aangesloten
externe MIDI
klankbron geen
geluid weer.
De kwaliteit en het
volume van een toon
klinken ietwat anders
afhankelijk van waar
deze op het
toetsenbord
gespeeld wordt.
Bij het indrukken van
een toets wordt de
weergegeven noot
eventjes
onderbroken of er is
een subtiel verschil
in hoe de effecten
worden toegepast.
1. De VOLUME regelaar is ingesteld op
“MIN”.
2. De hoofdtelefoon is aangesloten op
de digitale piano.
3. MIDI lokale sturing is uitgeschakeld.
4. Controleer de huidige instelling van de
begeleidingmodus. Gewoonlijk zullen
klaviertoetsen binnen het bereik van
het begeleidingstoetsenbord geen
enkele noot produceren terwijl CASIO
CHORD of FINGERED geselecteerd
is als de automatische
begeleidingsmodus.
1. De instelling van de sleutel van de
digitale piano is iets anders dan “0”.
2. De toonschaal van de digitale piano is
incorrect.
1. De VOLUME regelaar is ingesteld op
“MIN”.
2. De hoofdtelefoon is aangesloten op
de digitale piano.
1. Het zendkanaal van de digitale piano
is anders dan het zendkanaal van de
externe MIDI klankbron.
2. De instelling van het volume of de
expressie van de externe klanbron is
“0”.
Dit is een onvermijdelijk resultaat van het digitale samplingproces,* en duidt verder niet op een
storing.
* Meerdere digitale monsters worden genomen voor het lage, het midden, en het hoge bereik van het
oorspronkelijke muziekinstrument. Daardoor kan er zich een klein verschil voordoen in de
toonkwaliteit en het toonvolume tussen de verschillende samplingbereiken.
Dit gebeurt wanneer de geluiden van meerdere delen tegelijkertijd klinken terwijl lagen worden
gebruikt, de duetfunctie fungeert, een ingebouwde melodie weergegeven wordt, een opname
plaatsvindt, enz. Door onder dergelijke omstandigheden een toets in te drukken verandert de bij de
toon ingebouwde effectinstelling waardoor de noten tijdelijk onderbroken kunnen worden of waardoor
een subtiel verschil kan optreden in hoe de effecten worden toegepast.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in
de richting van “MAX”.
2. Trek de stekker van de hoofdtelefoon
uit de digitale piano.
3. Schakel de lokale sturinginstelling in.
4. Verander de begeleidingsmodus naar
NORMAL.
1. Verander de instelling van de sleutel
naar “0” of schakel de spanning van
de digitale piano uit en vervolgens
weer in.
2. Stel de toonschaal van de digitale
piano bij of schakel de spanning van
de digitale piano uit en vervolgens
weer in.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in
de richting van “MAX”.
2. Trek de stekker van de hoofdtelefoon
uit de digitale piano.
1. Verander de zendkanaalinstellingen
van de digitale piano en/of de externe
MIDI klankbron zodat ze hetzelfde
zijn.
2. Stel de instellingen bij van het volume
en de expressie van de externe
klanbron.
) D-7
) D-5
) D-28
) D-17
) D-27
) D-27
) D-7
) D-5
) D-28
) Gebruiksaan
wijzing van
de externe
klankbron
D-30
Page 33
Referentie
Technische gegevens
ModelPX-120
ToetsenbordPiano toetsenbord met 88 toetsen en met aanslaggevoeligheid
Maximale polyfonie128 noten
Tonen11
• Lagen (exclusief bastonen)
• Splitsen (alleen bij bastonen in het lage bereik)
EffectenHelderheid (–3 tot en met 3), nagalm (4 types), zweving (4 types), akoestische resonantie
Metronoom• Maatslagen: 0, 2, 3, 4, 6
• Tempobereik: 20 tot en met 255
DuetInstelbaar toonbereik (–1 tot en met 2 octaven)
Muziekbibliotheek• Aantal melodieën: 60
• Volume van de melodie: Instelbaar
• Onderdeel aan/uit: L (links), R (rechts)
Automatische begeleiding• Aantal ritmes: 20
• Tempobereik: 20 tot en met 255
• Bewerkingen: START/STOP, SYNCHRO/FILL-IN
• Automatische begeleidingmodus: NORMAL, CASIO CHORD, FINGERED,
FULL RANGE CHORD
• Volumeniveau van de begeleiding: Instelbaar
Recorder• Functies: Real-time opname en weergave
• Aantal melodieën: 1
• Aantal sporen: 2
• Capaciteit: Circa 5000 noten in het totaal
• Beveiliging van opgenomen data: Ingebouwd flash-geheugen
PedalenDemper (zacht en sostenuto pedaalbewerkingen die mogelijk zijn met de los verkrijgbare
SP-30 pedaaleenheid.)
Overige functies• Aanslaggevoeligheidselectie: 3 types, uit
• Transpositie: ±1 octaaf (–12 tot en met 0 tot en met 12)
• Toonschaal: A4 = 440,0 Hz ±99 cents (variabel)
• Bedieningsvergrendeling
MIDI16 kanalen multi-klankkleuren ontvangst
Ingangaansluitingen/
uitgangsaansluitingen
Luidspreker(12 cm × 6 cm ovaal) × 2 (Uitgangsvermogen: 8,0 W + 8,0 W)
• Pedaalaansluiting (alleen voor de los verkrijgbare SP-30)
• Technische gegevens en ontwerp onder voorbehoud.
D-31
Page 34
Referentie
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te
lezen en in acht te nemen.
■ Plaats
Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
• Plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht en
een hoge vochtigheid
• Plaatsen die blootstaan aan temperatuurextremen
• Naar een radio, televisie, videodeck of tuner
De bovengenoemde toestellen veroorzaken geen
storingen bij het product maar het product kan wel
storing veroorzaken bij het beeld of het geluid van
een toestel in de onmiddellijk omgeving.
■ Onderhoud door de gebruiker
• Gebruik nooit benzeen, alcohol, verfverdunner of
andere chemische reinigingsmiddelen om het
product te reinigen.
• Veeg het product of het toetsenbord af met een
zachte doek ietwat bevochtigd met een milde
oplossing van water en een mild neutraal
reinigingsmiddel. Wring overtollig water uit de
doek voordat u het product gaat afvegen.
• Het reproduceren van een gedeelte van of de
gehele inhoud van deze handleiding is verboden.
Onder de wetgeving op auteursrechten is het
gebruik van deze handleiding behalve voor uw
eigen persoonlijke gebruik verbonden zonder
toestemming van CASIO.
• IN GEEN GEVAL ZAL CASIO
VERANTWOORDELIJK KUNNEN WORDEN
GESTELD VOOR ENIGE SCHADE (INCLUSIEF,
ZONDER BEPERKINGEN, OP SCHADE DOOR
HET VERLIES VAN WINSTEN,
BEDRIJFSONDERBREKINGEN, VERLIES VAN
INFORMATIE) DIE VOORKOMT UIT HET
GEBRUIK OF HET ONVERMOGEN VAN HET
GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT
PRODUCT, ZELFS ALS CASIO INGELICHT IS
OVER DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE
SCHADE.
• De inhoud van deze handleiding kan veranderd
worden zonder voorafgaande berichtgeving.
■ Meegeleverde en los verkrijgbare
accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn
voor het gebruik met dit product. Het gebruik van
niet erkende accessoires kan het gevaar op brand,
elektrische schok en persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
■ Voeglijnen
Er kunnen lijnen zichtbaar zijn aan de buitenkant
van het product. Er zijn “voeglijnen” die het
resultaat zijn van het proces waarbij het plastic in
een vorm wordt gegoten. Er zijn geen breuken of
krassen.
■ Etiquette aangaande muziekinstrumenten
Wees altijd bedacht op anderen wanneer u dit
product gebruikt. Wees in het bijzonder ’s avonds
laat voorzichtig om het volume op een niveau te
houden dat het geluid anderen niet stoort. Andere
maatregelen die u kunt nemen wanneer u ’s nachts
laat speelt zijn het sluiten van het venster en het
gebruik van een hoofdtelefoon.
D-32
Page 35
Appendix
Toonlijst
Toonnaam
GRAND PIANO
(MODERN)
GRAND PIANO
(CLASSIC)
GRAND PIANO
(VARIATION)
ELEC PIANO 1448128
ELEC PIANO 254864
HARPSICHORD648128
VIBRAPHONE1148128
PIPE ORGAN1948128
STRINGS4948128
BASS 13248128
BASS 2324964