Casio 2761 Owner's Manual [nl]

Module nr. 2760/2761 2760/2761-1
g
VERTROUWD RAKEN
Gefeliciteerd met de aankoop van dit CASIO horloge. Om optimaal gebruik te kunnen maken van uw aankoop, lees deze gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en houd deze bij de hand voor latere referentie.
Stel het horloge bloot aan direct zonlicht om de batterij op te laden voordat u het in gebruik neemt. U kunt dit horloge gebruiken zelfs als
de batterij wordt opgeladen door blootstelling aan direct zonlicht.
Let erop dat u het hoofdstuk “Batterij” in deze
gebruiksaanwijzing leest voor belangrijke informatie die u dient te weten als u het horlo
Als het display van het horloge leeg is…
ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING
Druk op C om van functie te veranderen.
In een willekeurige functie, druk op D om het digitale display te
verlichten.
e aan direct zonlicht blootstelt.
Als de energiespaarstand-aan-indicator op het display knippert, betekent dit dat het display leeg is omdat de energiespaarfunctie van het horloge deze heeft uitgeschakeld om de levensduur van de batterij te verlengen.
In de fabriek wordt de energiespaarfunctie standaard ingeschakeld.
Het horloge gaat uit de slaapstand als u naar een goed verlicht gebied gaat*
of op een willekeurige knop drukt. * Het kan twee seconden duren voordat het display wordt ingeschakeld.
Zie “Energiespaarfunctie” voor meer informatie.
OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
Knopbedieningen worden aangegeven
door gebruikmaking van de letters zoals in de illustratie getoond.
Bij de meeste displayvoorbeelden in
deze gebruiksaanwijzing wordt uitsluitend het digitale display zonder de analoge wijzers getoond.
Elke sectie van deze gebruiksaanwijzing
verschaft u de informatie die u nodig heeft om de bedieningen in elke functie uit te voeren. Meer gedetailleerde en technische info vindt u in de
Als u de stopwatchfunctie selecteert, verplaatsen de secondewijzer en de
batterijsterktewijzer naar de 12-uur-positie.
RADIOGECONTROLEERDE-TIJDFUNCTIE
Dit horloge beschikt over de mogelijkheid een tijdkalibratiesignaal te ontvangen en de tijd vervolgens overeenkomstig aan te passen. Het tijdkalibratiesignaal bevat gegevens over zowel de standaardtijd en de zomertijd.
Dit horloge ontvangt de kalibratiesignalen die uit Mainflingen in Duitsland
en Rugby in Engeland worden uitgezonden.
Huidige tijdinstelling
Dit horloge stelt de digitale tijd automatisch in overeenkomstig een tijdkalibratiesignaal. U kunt ook een handmatige procedure uitvoeren om de tijd en datum, indien noodzakelijk, in te stellen.
Na aankoop van dit horloge dient u eerst uw woonplaatszone, de tijdzone
waar u het horloge normaliter zult gebruiken, in te stellen. Voor meer informatie zie “Uw woonplaats instellen”.
Als het horloge buiten het bereik is van de zenders in Mainflingen en
Rugby dient u de tijd handmatig in te stellen. Zie “Tijdfunctie” voor informatie over het handmatig instelling van de tijd.
De analoge tijd wordt gesynchroniseerd met de digitale tijd. De analoge
tijd wordt derhalve automatisch aangepast als u de instelling van de digitale tijd wijzigt. Zie “Analoge tijdfunctie” voor meer informatie.
Uw woonplaatszone instellen`
1. In de tijdfunctie, houd A ingedrukt totdat het
GMT-verschil begint te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
De secondewijzer zal versneld naar de 12-
uur-positie verplaatsen en daar vervolgens
Het GMT-verschil geeft het tijdverschil in uren aan tussen de normale
tijd in Greenwich en uw huidig geselecteerde tijdzone.
De DST-indicator geeft aan dat zomertijd is ingeschakeld voor de
huidig geselecteerde tijdzone.
stoppen.
2. Gebruik D (+) en B (-) om de tijdzone te selecteren die u als
woonplaatszone wilt gebruiken.
Het GMT-verschil voor belangrijke steden in de tijdzones in West-
Europa wordt hieronder getoond. Let erop dat als voor de door u geselecteerde tijdzone zomertijd van toepassing is en de signaalont­vangstindicator ( horloge een signaal heeft ontvangen en de GMT-verschillen naar zomertijd heeft aangepast), u de tussen haakjes vermelde GMT­verschillen moet selecteren.
+1.0 (DST +2.0): Parijs, Berlijn, Milaan, Rome, Amsterdam, Hamburg,
Frankfurt, Wenen, Barcelona, Madrid
+0.0 (DST +1.0): Londen
3. Druk op A om het instelscherm te verlaten.
De secondewijzer zal versneld naar de juiste positie verplaatsen in
overeenstemming met de secondetelling van de digitale tijd en vervolgens de normale verplaatsing hervatten.
Normaal gesproken dient uw horloge de juiste tijd aan te geven zodra u uw
woonplaatszone heeft geselecteerd. Als dit niet het geval is, dient deze automatisch aangepast te worden na de volgende automatische ontvangst­bediening (’s nachts). U kunt ook een handmatige ontvangstbediening uitvoeren of de tijd handmatig instellen.
Als u +1.0 of +0.0 als uw woonplaatszone selecteert wordt automatische
ontvangst automatisch ingeschakeld. Als automatische ontvangst is ingeschakeld en u binnen het ontvangstbereik bent, zal het horloge auto­matisch het tijdkalibratiesignaal van de van toepassing zijnde zender ont­vangen (’s nachts) en de instellingen overeenkomstig aanpassen. Voor info over de relatie tussen tijdzones (GMT-verschil) en zenders, zie “Zenders”.
Zie de kaarten bij “Ontvangstbereik” voor informatie over het
ontvangstbereik van het horloge.
Als u in een gebied bent waar zomertijd niet gebruikt wordt, schakel dan
de zomertijdinstelling uit.
Als A, D77.5, M60 of OFF begint te knipperen in plaats van het GMT-
verschil als u bij stap 1 van bovenstaande bediening A ingedrukt houdt, druk dan nogmaals op A om het instelscherm te verlaten. Druk daarna op B en voer stap 1 nogmaals uit.
) op het display getoond wordt (wat aangeeft dat het
2760/2761-2
De digitale tijd en het laatste-signaal-scherm tonen
In de tijdfunctie, druk op A om door de digitale tijdschermen zoals
hieronder getoond te bladeren.
In de tijdfunctie, druk op B om het laatste-signaal-scherm te tonen. Op het
laatste-signaal-scherm wordt de datum en tijd van de laatste succesvolle tijdkalibratie-signaalontvangst getoond.
Het laatste-signaal-scherm blijft gedurende een tot twee minuten op het
display, waarna het tijdfunctiescherm weer verschijnt.
Tijdkalibratie-signaalontvangst
Er zijn twee verschillende methoden die u kunt gebruiken om het tijdkalibratiesignaal te ontvangen: automatische ontvangst en handmatige ontvangst. De secondewijzer stopt op de 12-uur-positie terwijl een tijdkalibratie-signaalontvangst in voortgang is. Nadat de ontvangst is afgerond, verplaatst de secondewijzer automatisch totdat deze overeenkomt met de digitale tijd.
Automatische Ontvangst Bij automatische ontvangst ontvangt het horloge elke nacht vijf keer
automatisch het kalibratiesignaal om 0:00 a.m., 1:00 a.m., 2:00 a.m., 3:00 a.m. en 4:00 a.m. Zie “Over automatische ontvangst” voor meer informatie.
Handmatige ontvangst
Handmatige ontvangst maakt het mogelijk een tijdkalibratie-
ontvangstbediening te starten door middel van een knopbediening. Zie “Handmatige ontvangst uitvoeren” voor meer informatie.
Belangrijk!
Als u een tijdkalibratiesignaal wilt ontvangen, plaats het horloge dan, zoals
hieronder getoond, met de 12-uur-zijde naar een raam gericht. Let erop dat er zich geen metalen objecten in de directe omgeving bevinden.
Het horloge dient niet op de zijkant of in de verkeerde richting geplaatst te
zijn.
Een goede signaalontvangst kan moeilijk of zelfs onmogelijk zijn onder de
hieronder vermelde omstandigheden.
Bij afstanden van meer dan 500 kilometer kan de ontvangst op bepaalde
tijden onmogelijk zijn. Radio-interferentie kan ook problemen bij de ontvangst veroorzaken.
Zie “Signaalontvangst probleemoplossing” als u problemen ondervindt bij
de tijdkalibratie-signaalontvangst.
Over automatische ontvangst
Als automatische ontvangst is ingeschakeld, begint het horloge elke dag automatisch met de ontvangst van het tijdkalibratiesignaal als de digitale tijd in de tijdfunctie 0:00 a.m., 1:00 a.m., 2:00 a.m., 3:00 a.m. en 4:00 a.m. bereikt (kalibratietijden). Het horloge zal tevens een additionele automatische ontvangstoperatie uitvoeren om 5 uur ‘s ochtends als geen van de reguliere automatische ontvangstoperaties succesvol is.
Noot
Automatische ontvangst wordt automatisch ingeschakeld als +1.0 of +0.0
als woonplaats-tijdzone geselecteerd is. Zie “De zenderfunctie selecteren” voor informatie over het uitzetten van automatische ontvangst.
De automatische ontvangstoperatie wordt alleen uitgevoerd als het horloge
in de tijdfunctie of tweede-tijd-functie is als een van de kalibratietijden bereikt wordt. Deze wordt niet uitgevoerd als de kalibratietijd bereikt wordt terwijl een alarm klinkt of als u instellingen maakt (als instellingen op het display knipperen).
Automatische ontvangst van het kalibratiesignaal is ontworpen om elke
ochtend vroeg te worden uitgevoerd terwijl u slaapt (ervan uitgaande dat de tijd juist is ingesteld). Verwijder het horloge, voordat u naar bed gaat, van uw pols en leg deze op een plek waar het gemakkelijk het signaal kan ontvangen.
Als automatische ontvangst is ingeschakeld, ontvangt het horloge het
kalibratiesignaal elke dag gedurende twee tot zeven minuten als de tijd van de tijdfunctie een van de vijf kalibratietijden bereikt. Voer geen knopbedieningen uit in de periode zeven minuten voor tot zeven minuten na de kalibratietijden. Als u dit wel doet kan dit een correcte kalibratie verstoren.
Onthoud dat de signaalontvangst afhangt van de tijd van de digitale tijd-
functie. De ontvangstoperatie zal worden uitgevoerd als op het display een van de vijf kalibratietijden getoond wordt, ongeacht of dit de juiste tijd is.
Als twee, drie of vier of vijf ontvangstoperaties succesvol zijn, gebruikt het
horloge de gegevens van de laatste ontvangst voor de kalibratie. Als slechts een ontvangst succesvol is, gebruikt het horloge de gegevens van de succesvolle ontvangst.
Over de ontvangstindicator
De ontvangstindicator toont de sterkte van het kalibratiesignaal dat wordt ontvangen. Houd het horloge voor de beste ontvangst op een locatie waar het signaal het sterkst is
De signaalontvangst is ’s nachts normaliter beter als overdag.
Tijdkalibratie-signaalontvangst duurt twee tot zeven minuten, maar kan in
sommige gevallen 14 minuten duren. Let erop dat u gedurende deze tijd geen knopbedieningen uitvoert of het horloge verplaatst.
Dit horloge kan het tijdkalibratiesignaal ontvangen dat vanuit Mainflingen
in Duitsland en Rugby in Engeland wordt uitgezonden, als het binnen het bereik van de specifieke zender is. Zie “Zenders” voor meer informatie.
Onder goede omstandigheden is een signaalontvangst mogelijk binnen een
straal van 1500 kilometer vanaf een van beide zenders.
Zelfs in een gebied waar het signaal sterk is, duurt het ongeveer 10
seconden voordat de signaalontvangst voor de signaalindicator genoeg gestabiliseerd is om de signaalsterkte te tonen.
Gebruik de signaalindicator als een hulp om de signaalsterkte te
controleren en voor de signaalontvangst de beste locatie voor het horloge te bepalen.
De niveau-4-ontvangstindicator blijft in alle functies op het display na
ontvangst van het tijdkalibratiesignaal en kalibratie van de tijdinstelling. De niveau-4-ontvangstindicator wordt niet getoond als de signaalontvangst niet succesvol was of na handmatige aanpassing van de huidige tijdinstelling.
De niveau-4-ontvangstindicator geeft aan dat tenminste een van de
kalibratiesignaal-ontvangstbedieningen succesvol was. Let er echter op dat de niveau-4-ontvangstindicator elke dag om 3 uur ’s ochtends van het display verwijderd wordt.
Handmatige ontvangst uitvoeren
1. Plaats het horloge op een stabiel oppervlak met
de bovenzijde (12-uur-zijde) naar een raam gericht.
2760/2761-3
2. Terwijl in de tijdfunctie een willekeurig scherm, behalve het laatste-
signaal-scherm, getoond wordt, houd B gedurende ongeveer twee seconden ingedrukt totdat het horloge een hoorbaar signaal geeft.
3. Laat B los waarna de huidige datum en tijd op het display begint te
knipperen, wat aangeeft dat de signaalontvangst gestart is.
Als een ontvangstbediening begint, zal de secondewijzer versneld naar de
12-uur-positie verplaatsen en vervolgens stil blijven staan totdat de ontvangstbediening is afgerond.
De ontvangst van het tijdkalibratiesignaal duurt twee tot zeven minuten
maar kan in sommige situaties 14 minuten duren. Let erop dat u gedurende deze periode geen knopbediening uitvoert of het horloge verplaatst.
Nadat de signaalontvangst is afgerond, geeft het horloge een signaal en
verandert het display van het horloge naar het laatste-signaal-scherm.
Noot
Druk op B om een ontvangstoperatie te onderbreken en terug te keren naar
de tijdfunctie.
Als de ontvangstoperatie niet succesvol is, verschijnt ---- -- op het display
gedurende ongeveer een tot twee minuten. Daarna keert het horloge terug naar de tijdfunctie.
U kunt ook van het laatste-signaal-scherm of het scherm waarop ---- --
getoond wordt naar de normale tijdfunctie gaan door op B te drukken.
Signaalontvangst probleemoplossing
Controleer de volgende punten als u problemen ondervindt met het signaalontvangst.
De 1/20
e-
seconde-wijzer draait de eerste minuut van elke verstreken-tijd­meting rond. Daarna stopt deze automatisch op de 12-uur-positie. Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een verstreken-tijd-meting in voortgang is, zal de 1/20 weer selecteert, ronddraaien. Als u een verstreken-tijd-meting stopt, zal de 1/20 1/20
e-
seconde-wijzer de eerste minuut nadat u de stopwatchfunctie
e
seconde-wijzer automatisch van de 12-uur-positie naar de huidige
e
–seconde-telling verplaatsen.
Voor informatie over hoe stopwatchtijden in het geheugen worden
opgeslagen, zie “Geheugenmanagement”.
U kunt de positie van de 1/20
e-
seconde-wijzer en de batterijsterktewijzer aanpassen als deze niet exact op de 12-uur-positie zijn. Zie “De positie van de wijzers aanpassen” voor meer informatie.
De verstreken tijd meten
1. Druk op B om de stopwatch te starten.
2. Druk nogmaals op B om de stopwatch te stoppen.
U kunt de meetbediening hervatten door op B te drukken.
3. Druk op A om de stopwatch op allemaal nullen in te stellen.
Rondetijden meten
1. Als op het display van de stopwatch allemaal
nullen getoond worden, druk op A om het rondetijdscherm te tonen (aangegeven door LAP).
2. Druk op B om een tijdmeting te starten.
3. Druk op A om de tijd van de eerste ronde op te
nemen.
Hierdoor wordt de huidige rondetijd op het digitale display gedurende
ongeveer vijf seconden bevroren, terwijl de meting van de volgende rondetijd intern doorloopt en de verstreken tijd door de analoge wijzers blijft worden aangegeven.
Na vijf seconden verschijnt het rondenummer van de getoonde tijd
gedurende een seconde waarna de versteken tijd voor de volgende ronde verschijnt.
4. Herhaal stap 3 om meer rondetijden op te slaan.
5. Druk op B om de stopwatch te stoppen.
6. Druk op A om de stopwatch op allemaal nullen in te stellen.
Rondenummers worden automatisch verhoogd beginnend vanaf 1 als u bij
stap 3 van de bovenstaande bediening op A drukt. Het maximale rondenummer is 99. Als u daarna een ronde opneemt, begint de telling van de rondenummers weer vanaf 00.
Tussentijden meten
1. Als op het display van de stopwatch allemaal
nullen getoond worden, druk op A om het tussentijdscherm te tonen (aangegeven door SPL).
Voor meer informatie, zie “Belangrijk!”bij “Tijdkalibratiesignaal-
ontvangst”en “Radiogecontroleerde-tijdfunctie voorzorgsmaatregelen”.
STOPWATCH
De stopwatch maakt het mogelijk de verstreken tijd, tussentijden en twee finishtijden te meten. De stopwatchtijden worden tevens in het geheugen opgeslagen.
Het bereik van de stopwatch op het
display is 59 minuten en 59,99 seconden.
Alle bedieningen in deze sectie worden
uitgevoerd in de stopwatchfunctie, die u selecteert door op C te drukken.
Als u de stopwatchfunctie selecteert, verplaatsen de secondewijzer en de
batterijsterktewijzer naar de 12-uur-positie.
In de stopwatchfunctie toont de secondewijzer de seconden van de
verstreken-tijd-meting, de batterijsterktewijzer de verstreken minuten en de
e-
1/20
seconde-wijzer van de stopwatch de verstreken 1/20e seconden.
Noot
De “rondetijd” is de verstreken tijd om een bepaalde afstand af te leggen,
zoals een baanronde. De “tussentijd” is de tijd vanaf de start tot een bepaald moment.
De stopwatchmeting loopt door, opnieuw beginnend vanaf 0 nadat de
limiet bereikt is, totdat u deze stopt.
De stopwatchmeting loopt door zelfs als u de stopwatchfunctie verlaat.
2. Druk op B om een tijdmeting te starten.
3.Druk op A om eerste tussentijd op te nemen.
Hierdoor wordt de huidige tussentijd op het digitale display gedurende
ongeveer vijf seconden bevroren, terwijl de meting van de volgende tussentijd intern doorloopt en de verstreken tijd door de analoge wijzers blijft worden aangegeven.
Na vijf seconden verschijnt de versteken tijd voor de volgende
tussentijd.
4. Herhaal stap 3 om meer tussentijden op te slaan.
5. Druk op B om de stopwatch te stoppen.
6. Druk op A om de stopwatch op allemaal nullen in te stellen.
De eerste en tweede finishtijd meten
1. Als op het display van de stopwatch allemaal nullen getoond worden, druk
op A om het tussentijdscherm te tonen (aangegeven door SPL).
2. Druk op B om een tijdmeting te starten.
3. Druk op A als de eerste finish plaatsvindt.
Hierdoor wordt de eerste finishtijd op het digitale display gedurende
ongeveer vijf seconden bevroren, waarna het display teruggaat naar de versteken-tijd-meting.
4. Druk op B als de tweede finish plaatsvindt, waarna de tweede finishtijd
getoond wordt.
5. Druk op A om de stopwatch op allemaal nullen in te stellen.
2760/2761-4
p
g
Geheugenmanagement
Als u in de stopwatchfunctie een nieuwe verstreken-tijd-meting (vanaf allemaal nullen) start, worden automatisch alle in het geheugen opgeslagen tijdgegevens verwijderd.
Het volgende overzicht toont de stopwatchbedieningen en hoe deze de
geheugenopslag beïnvloeden.
Het horloge heeft genoeg geheugen om tot en met 50 ronde/tussentijd-
gegevenssets te bevatten. Als u een ronde- of tusentijd opneemt terwijl er al 50 gegevenssets in het geheugen zijn opgeslagen, wordt de oudste gegevensset verwijderd om ruimte te maken voor de nieuwe set.
Zie “Oproepfunctie” voor gedetailleerde informatie over hoe u
gegevenssets uit het geheugen kunt oproepen.
OPROEPFUNCTIE
Gebruik de oproepfunctie om gegevenssets die in de stopwatchfunctie zijn opgeslagen op te roepen en te verwijderen.
Alle bedieningen in deze sectie worden
uitgevoerd in de oproepfunctie die u selecteert door o
Als u de oproepfunctie selecteert, wordt het nummer van de laatste in de
geheugenfunctie opgeslagen ronde getoond. Daarna verschijnt de van toepassing zijnde rondetijd. Als het geheugen geen stopwatch-tijdgegevens bevat, verschijnt LAP - - op het display.
Een gegevensset verwijderen
1. In de oproepfunctie, druk op A om de ronde- of tussentijdweergave te
selecteren.
2. Druk op B om door de stopwatch-tijdgegevens te bladeren, vanaf de meest
recente tot de oudste gegevensset.
Elke keer als u op B drukt, wordt het volgende ronde- of tussentijdnummer
gedurende ongeveer een seconde getoond, waarna de specifieke ronde- of tussentijd verschijnt.
Ongeacht of u tijdgegevens bekijkt met gebruikmaking van ronde- of
tussentijdweergave, wordt het ronde/tussentijdnummer op het display aangegeven door LAP 1, LAP 2, etc.
Alle stopwatch-tijdgegevens verwijderen
In de oproepfunctie, houd A en B tegelijkertijd gedurende ongeveer twee seconden ingedrukt. Tegelijkertijd zal --:--.-- op het digitale display knipperen. Hou A en B ingedrukt totdat --:--.-- ophoudt te knipperen.
Als u A en B loslaat voordat --:--.-- ophoudt te knipperen, zal het horloge
terugkeren naar het stopwatch-gegevensscherm zonder alle gegevenssets te verwijderen.
Let erop dat ronde- en tussentijden niet afzonderlijk verwijderd kunnen
worden.
Stopwatch-gegevenssets kunnen alleen verwijderd worden als het
verstreken-tijd-display van de stopwatchfunctie naar allemaal nullen wordt gewist.
C te drukken.
TWEEDE TIJD
De tweede-tijd-functie maakt het mogelijk dat u de huidige tijd in 29 tijdzones over de gehele wereld kunt bekijken.
Tijdzones worden op het digitale display
aangegeven door GMT-verschil-waarden.
Voor volledige informatie over tijdzones, zie de
“Tijdzonetabel”.
Het horloge zal een signaalontvangstbediening uitvoeren als een
kalibratietijd bereikt wordt, zelfs als het in de tweede-tijd-functie is. Als dit gebeurt, zullen de instellingen van de tweede-tijd-functie overeenkomstig de huidige tijd in de tijdfunctie-woonplaatszone worden aangepast.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de tweede-tijd-
functie, die u selecteert door op C te drukken.
De tijd in een andere tijdzone bekijken
In de tweede-tijd-functie, druk op B om naar het westen door de tijdzones te bladeren.
Als u B loslaat, wordt de getoonde GMT-verschil-waarde gedurende
ongeveer een seconde vervangen door de huidige tijd in die tijdzone.
Als u op A drukt, verschijnt de specifieke GMT-verschil-waarde van de
huidig geselecteerde tijdzone gedurende ongeveer een seconde op het display.
Als de voor een tijdzone getoonde huidige tijd niet juist is, controleer dan
de instelling van de tijdfunctie-tijd en uw woonplaats-tijdzone en maak de benodigde wijzigingen.
Bij een tijdzone tussen standaard- en zomertijd wisselen
2. Houd A ingedrukt om tussen zomertijd (DST-indicator getoond) en standaardtijd (DST-indicator niet getoond) te wisselen.
De zomertijd/standaardtijd-instelling die u maakt, betreft alleen de huidig getoonde tijdzone. Andere tijdzones worden niet aangepast.
Let erop dat u de tweede-tijd-functie niet kunt gebruiken om de zomertijdinstelling van de momenteel in de tijdfunctie geselecteerde woonplaats-tijdzone te wijzigen. Zie “de zomertijdinstelling wijzigen” voor informatie over het in- en uitschakelen van de zomertijdinstelling van de woonplaats-tijdzone.
Bij de G0.0 tijdzone (normale tijd in Greenwich) kunt u niet tussen standaard- en zomertijd wisselen.
ALARMEN
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie, die u selecteert door op C te drukken.
Een alarmtijd instellen
2. In de tweede-tijd-functie, gebruik B om de
tijdzone te tonen waarvoor u de standaardtijd/zomertijd-instelling wilt wijzigen.
U kunt vier onafhankelijke dagelijkse alarmen en een wekalarm instellen. Een van de eenmalige alarmen is een ‘doelalarm’ die vanaf de huidige tijd in uw woonplaats-tijdzone de resterende tijd tot de doelalarmtijd aftelt. In de alarmfunctie kunt u ook het uursignaal in- en uitschakelen.
Er zijn 5 alarmen, genummerd AL1, AL2, AL3,
AL4 (doelalarm) en AL5 (wekalarm). U kunt AL5 uitsluitend als een weklalarm instellen.
Alarmen AL1, AL2, AL3 en AL4 kunnen alleen als eenmali
1. In de alarmfunctie, gebruik B om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm waarvoor u de tijd wilt instellen getoond wordt.
e alarmen gebruikt worden.
Loading...
+ 7 hidden pages