Casio 2490 Owner's Manual [nl]

Module nr. 2490 2490-1
Gebruik de tijdfunctie om de huidige tijd en datum
U kunt tuss
en drie verschillende kleuren voor de huidige
De stopwatch is een 1/100
e
seconde stopwatch
het geheugen opgeslagen.
ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING
Druk op C om van functie te veranderen.
In een willekeurige functie, druk op L om het display te verlichten.
TIJDFUNCTIE
in te stellen en te bekijken. U gebruikt de tijdfunctie ook om de huidige kleur van de tijd te selecteren.
De tijd en datum instellen
1. In de tijdfunctie, hou B ingedrukt totdat de secondecijfers beginnen te knipperen, wat inhoudt dat het instelscherm is geselecteerd.
2. Druk op C om het knipperen op de volgende
4. Druk op B om het instelscherm te verlaten.
De 12-uur/24-uur tijdweergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in
De dag van de week wordt automatisch overeenkomstig de
Huidige tijdkleur instelling
als hieronder beschreven te wijzigen.
Door op D te drukken als de secondetelling in het bereik van 30 tot en
met 59 is, worden de seconden op 00 ingesteld en de minutentelling met 1 verhoogd. In het bereik van 00 tot en met 29 blijft de minutentelling ongewijzigd.
alle functies toegepast.
datuminstellingen (jaar, maand en dag) getoond.
wijze te veranderen om andere instellingen te selecteren.
STOPWATCH
die de verstreken tijd en ronde/tussentijden meet. De st opwatch gebruikt de gegevens die u in de basisgegevens invoerfunctie invoert en een temposignaal om de door u tijdens joggen of rennen afgelegde afstand te berekenen. De stopwatch tijden en uw afstand worden tevens in
De meetoperatie van de stopwatch gaat door zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een ronde/tussentijd bevroren is
op het display, wordt de ronde/tussentijd verwijderd en keert deze terug naar de verstreken tijdmeting.
Alle operaties in deze sectie worden uitgevoerd in de stopwatchfunctie,
die u selecteert door op C te drukken.
Hoe de stopwatch werkt
Er zijn twee manieren hoe u de stopwatch kunt gebruiken: de verstreken tijd en ronde/tussentijden zoals bij een gewone stopwatch meten (zie “Tijden meten met de stopwatch”) en de tijdens joggen of rennen afgelegde afstand meten. Om met de stopwatch de afgelegde afstand te kunnen meten, dient u eerst de hieronder vermelde stappen uit te voeren.
1. Stel uw basisgegevens in. Zie “Invoer basisgegevens”.
2. Stel het temposignaal in. Zie “Over het temposignaal”.
Noot
Om nauwkeurige schattingen van de afstand te verkrijgen, dient u eerst
nauwkeurige basisgegevens in te stellen en uw looptempo in overeenstemming met het temposignaal van het horloge te houden.
Zie “Referentie” voor informatie over het type gegevens dat door het
horloge in het geheugen wordt opgeslagen als u de stopwatch gebruikt.
U kunt de gegevens over de afgelegde afstand alleen bekijken door deze
in de oproepfunctie op te roepen. Deze verschijnen niet op het stopwatchfunctiescherm.
tijd kiezen. De kleur die u selecteert wordt toegepast bij de karakters in het midden van het display en de AM (A)/PM (P) indicator die in het bovenste gedeelte van het display wordt toegepast.
De tijdkleur wijzigen
In de tijdfunctie, hou D gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om de kleur van de huidige tijd te wijzigen.
Elke keer dat u bovenstaande bediening uitvoert verandert de
kleurinst elling in de volgende volgorde: zwart ? blauw ? rood ? zwart, enz.
De instelling geldt alleen voor de uur, minuten, seconden en am/pm
indicator.
Noot
Als u op D drukt om een ronde/tussentijdoperatie uit te voeren, bevriest
de ronde/tussentijd op dat moment gedurende ongeveer acht seconden. Daarna keert het display terug naar de normale stopwatch tijdmeting.
Gedurende een stopwatch tijdmetingsoperatie worden op het bovenste
gedeelte van het display de uurcijfers en het huidige ronde/tussentijdnummer getoond, op het middelste gedeelte de huidige tussentijd en op het onderste gedeelte de huidige rondetijd getoond.
2490-2
1. Terwijl het stopwatchfunctiescherm allemaal
Gebruik de oproepfunctie om gegevens die in de
verschijnt eerst als u de oproepfunctie selecteert.
Basisgegevens invoerfunctie maakt het mogelijk
De stopwatch schermweergave selecteren
Het volgende overzicht toont hoe u de positie van de rondetijd en de tussentijd op het stopwatchscherm kunt controleren.
De ronde/tussentijd indicator maakt gebruik van pijlen om de locatie van
de rondetijd en de tussen(verstreken)tijd aan te geven.
Als u rood of blauw voor de huidige tijd in de tijdfunctie heeft
geselecteerd, is het middelste gedeelte van het display blauw terwijl een tussentijd op het display bevroren is, en rood als een rondetijd bevroren is.
Als u de stopwatchoperatie start door op A te drukken, worden op het
middelste en onderste gedeelte van het display minuten, seconden en 1/100e seconden getoond. Als de op het onderste gedeelte van het display getoonde tijd groter is dan 60 minuten, verandert de displayweergave naar uren, minuten en seconden. Als de tijd op het middelste gedeelte van het display groter is dan 10 uur verandert de displayweergave naar uren, minuten en seconden.
Over het temposignaal
Het temposignaal van dit horloge geeft in overeenstemming met een door u ingestelde tempowaarde (snelheid) een signaal. U kunt het temposignaal gebruiken om tijdens joggen of rennen een constant tempo te handhaven. U kunt het temposignaal ook uitschakelen als u deze niet wenst te gebruiken.
De ingestelde tempowaarde geeft het aantal signalen per minuut weer.
Als u het temposignaal inschakelt geeft het horloge een signaal met de
ingestelde snelheidswaarde.
U kunt de tempofunctie uitschakelen door een tempowaarde van --- in te
stellen. Als de tempowaarde op --- is ingesteld, berekent het horloge niet de afgelegde afstand.
De tempowaarde instellen
nullen (0:00’00”00) toont, hou B ingedrukt totdat de tempowaarde begint te knipperen, wat aangeeft dat het tempowaarde instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op C om het temposignaal in te schakelen.
Elke keer dat u op C drukt schakelt u het temposignaal in (signaal
klinkt) of uit (geen signaal).
3. Gebruik D (+) en A (-) om de tempowaarde te veranderen.
Elke keer dat u op een knop drukt verandert de tempowaarde in
stappen van 5. U kunt een tempowaarde instellen in het bereik van 100 tot en met 200.
Als u op D drukt terwijl de tempowaarde 200 is of op A als deze 100
is, verandert de waarde naar ---.
4. Druk op B om het instelscherm te verlaten.
Het temposignaal in- of uitschalen
Terwijl het stopwatchfunctiescherm niet allemaal nullen toont, hou B gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om het temposignaal in ( getoond) of uit ( niet getoond) te schakelen.
Elke keer dat u op B drukt wisselt het middelste gedeelte van het display
tussen de rondetijd en de tussentijd.
OPROEPFUNCTIE
stopwatchfunctie zijn opgeslagen op te roepen en te verwijderen.
Stopwatchgegevens worden opgeslagen in
gegevenssets die automatisch worden aangemaakt door het horloge. Zie “Geheugen management” voor meer informatie.
Het titelscherm van de nieuwste gegevensset
Gegevenssetnummers worden automatisch toegekend in volgorde,
beginnend bij 01.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de oproepfunctie
die u selecteert door op C te drukken.
Stopwatchgegevens oproepen
In de oproepfunctie, gebruik B om door de gegevensset titelschermen te bladeren, beginnend vanaf de laatst opgeslagen gegevensset, zoals hieronder getoond. Als het titelscherm van de gewenste gegevensset getoond wordt, gebruik D en A om door de gegevens van de gegevensset te bladeren.
Het cumulatieve totaalscherm toont de totale afstand vanaf het moment
dat de cumulatieve totaalafstand voor het laatst opnieuw op 0 is ingesteld.
De BEST indicatie geeft de gegevens aan met de beste rondetijd van de
opgeslagen gegevenssets.
Als het horloge is ingesteld voor weergave van de tussentijd op het
middelste gedeelte van het display, wordt de tussentijd op het beste rondetijd scherm in blauw getoond. Als de rondetijd op het middelste gedeelte van het display getoond wordt, wordt deze in rood getoond.
Als de gegevensset met de beste rondetijd automatisch wordt verwijderd
als het geheugen vol is, wordt de BEST indicatie niet veranderd naar de gegevens met de op een na beste rondetijd. Zie “Geheugen management” voor meer informatie over automatische verwijdering van gegevens.
De voor de berekening van de afstand gebruikte meeteenheid hangt af
van de eenheid die u selecteert voor uw stapafstand zoals in de tabel hieronder getoond. Zie “Basisgegevens invoeren” voor meer informatie.
Een gegevensset verwijderen
1. In de oproepfunctie, toon het titelscherm van de gegevensset die u wilt verwijderen.
Zie “Het cumulatieve totaalscherm opnieuw op 0 instellen” hieronder
voor informatie over wat er gebeurt als u het cumulatieve totaalscherm selecteert.
2. Hou A en D ingedrukt totdat het horloge een lang signaal geeft en CLR stopt te knipperen op het display.
Hierdoor wordt de volledige gegevensset verwijderd. Als u een
gegevensset verwijderd, wordt de cumulatieve totaalafstandwaarde niet gewijzigd.
Het cumulatieve totaalscherm opnieuw op 0 instellen
1. In de oproepfunctie, toont het cumulatieve totaalscherm.
2. Hou A en D ingedrukt totdat het horloge een lang signaal geeft en CLR stopt te knipperen op het display.
Hierdoor wordt de cumulatieve totaalafstand op 0 ingesteld, zonder
dat gegevenssets worden verwijderd. Een nieuwe cumulatief totaal zal beginnen te knipperen bij de volgende stopwatchbediening die u uitvoert.
BASISGEGEVENS INVOEREN
dat u uw stapafstand en de afstandeenheid. De stopwatchfunctie gebruikt deze basisgegevens om tijdens joggen of rennen afgelegde afstanden te berekenen.
+ 3 hidden pages