Module nr. 2329 2329-1
• Druk op B om van functie te veranderen.
• Als u, terwijl een instelscherm (met knipperende cijfers) op het display wordt getoond, gedurende enkele minuten geen knop
indrukt, verlaat het horlog e automatisch het instelscherm.
ALGEMENE GEBRUIKSAANWIJZING
TIJDFUNCTIE
• Door in de tijdfunctie op C te drukken, wordt het display gedurende
ongeveer twee seconden verlicht. De achtergrondverlichting kan niet
worden geactiveerd als er een instelscherm op het display getoond wordt.
• Als de 12-uur weergave is gekozen, verschijnt P op het display om de
“p.m”-tijden aan te geven (12 uur ’s middags tot middernacht). Er is geen
indicatie voor “a.m.”-tijden (middernacht tot 12 uur ’s middags). Als de 24uur weergave is gekozen, verschijnt 24 op het display.
Datum en tijd instellen
1. Houdt in de tijdfunctie A ingedrukt totdat de secondecijfers op het display
gaan knipperen. De secondecijfers knipperen omdat ze geselecteerd zijn.
2. Druk op B om de keuze in de onderstaande volgorde te wijzigen.
3. Als de secondecijfers geselecteerd zijn (knipperen), druk op C om de
seconden op “00” in te stellen.
• Als u op C drukt terwijl de secondetelling in het bereik 30 tot en met 59 is,
zullen de seconden op “00” worden ingesteld en de minutentelling met 1
minuut worden verhoogd. Als de secondeaanduiding in het bereik 00 tot en
met 29 is, zal de minutentelling ongewijzigd blijven.
• Terwijl de DST* (zomertijd) instelling geselecteerd is, druk op C om deze
in of uit te schakelen.
* Zomertijd wijzigt de tijd een uur vooruit, wat in sommige gebieden in de
zomer gebruikelijk is. Onthoud dat niet alle landen of zelfs locale gebieden
gebruik maken van zomertijd.
• Als de 12/24 instelling is geselecteerd, druk
op C om te kiezen tussen 12-uur en 24-uur
weergave.
4. Als andere cijfers (behalve seconden)
geselecteerd zijn (knipperen), druk op C om
het aantal te verhogen. Als u C ingedrukt
houdt, zullen de cijfers versneld veranderen.
5. Nadat u de gewenste instellingen heeft
gemaakt, druk op A om het instelscherm te
verlaten.
• De dag van de week wordt automatisch ingesteld in overeenstemming met
de datum.
• De datum kan worden ingesteld in het tijdvak 1 januari 2000 tot en met 31
december 2039.
De wijzers instellen
Als de analoge instelling niet gelijk is aan de op het display getoonde tijd,
gebruik dan deze bediening om de analoge instelling te corrigeren.
1. Als de secondewijzer de 12-uur positie bereikt (00 seconden), trek de kroon
uit om de secondewijzer te stoppen.
2. Draai de kroon om het uur en de minuten in te stellen.
3. Als de secondetelling op het display 00 bereikt, druk dan de kroon in om de
secondewijzer opnieuw te laten starten.
OVER DE ACHTERGRONDVERLICHTING
Over de automatische lichtschakelaar
Als de automatische lichtschakelaar ingeschakeld is, wordt de
achtergrondverlichting in elke functie automatisch ongeveer twee seconden
geactiveerd als u uw pols als hieronder beschreven positioneert. Vermijd het
horloge onderaan uw pols te dragen. Dit leidt er toe dat de automatische
lichtschakelaar onnodig wordt geactiveerd, hetgeen de levensduur van de
batterij verkort.
Door het horloge in een positie te houden die evenwijdig is met de grond en
daarna meer dan 40° naar u toe te draaien, zal het display verlicht worden.
• De DST indicator 1 knippert alleen op het display als de DST instelling is
geselecteerd op het instelscherm. Deze toont 0 als DST is uitgeschakeld en
1 als DST is ingeschakeld.
• De DST indicator 2 knippert ook op het display als de DST instelling op
het instelscherm is geselecteerd. Bovendien verschijnt deze in de tijdfunctie
en de alarmfunctie als DST is ingeschakeld. De DST indicator 1 wordt niet
in deze functies getoond als DST is uitgeschakeld.
• Het achtergrondlicht kan niet worden geactiveerd als de bovenzijde van het
horloge in een hoek van meer dan 15° ten opzichte van de lijn evenwijdig
aan de grond is gepositioneerd. Let er op dat u uw hand evenwijdig aan de
grond houdt.
1. In de oproepfunctie, druk op A om rondetijd
A om de stopwatch te starten.
1. In de oproepfunctie, druk op A om tussentijd
A om de stopwatch te starten.
2329-2
• Statische elektriciteit of magnetische velden kunnen de correcte werking
van de automatisch e lichtschakelaar verstoren. Als de verlichting niet
werkt, probeer dan het horloge opnieuw naar de startpositie (evenwijdig
aan de grond) te bewegen en deze vervolgens naar uw gezicht te draaien.
Als dit niet werkt, laat dan uw arm volledig naast uw lichaam zakken en
beweeg deze daarna weer omhoog.
• Onder sommige omstandigheden zal de verlichting pas na circa 1 seconde
worden geactiveerd nadat u de bovenzijde van het horloge naar uw gezicht
gedraaid heeft. Dit duidt niet noodzakelijk op een probleem met de
verlichting.
De automatische lichtschakelaar in- en uitschakelen
Houdt C in de tijdfunctie (behalve als u instellingen maakt) twee seconden
ingedrukt om de automatische lichtschakelaar aan en uit te zetten.
• De automatische lichtschakelaar indicatie wordt in alle functies op het
display getoond als de automatische lichtschakelaar ingeschakeld is.
• Om de levensduur van de batterij te verlengen, wordt de automatische
lichtschakelaar circa vijf uur nadat u deze heeft ingeschakeld automatisch
uitgeschakeld. Herhaal bovenstaande procedure als u de automatische
lichtschakelaar weer wilt activeren.
• Als u in de tijdfunctie op C drukt (behalve als u instellingen maakt), zal het
display verlicht worden ongeacht de instelling van de automatische
lichtschakelaar.
Let op
• In dit horloge wordt een elektronische (EL) verlichting toegepast, waarvan
de intensiteit na lang gebruik zal afnemen.
• Regelmatig gebruik van de verlichting verkort de levensduur van de
batterij.
• Het horloge maakt een licht hoorbaar geluid wanneer het display wordt
verlicht. Dit komt door een lichte trilling van de EL-verlichting en betekent
niet dat er een probleem is met het horloge.
Waarschuwing!
• Probeer nooit uw horloge af te lezen tijdens bergbeklimmen of
bewandelen van donkere of moeilijk begaanbare berggebieden. Dit kan
tot ernstige persoonlijke verwondingen leiden.
• Probeer nooit uw horloge tijdens lopen of rennen af te lezen als er een
gevaar voor ongelukken bestaat, met name op locaties met verkeer. Dit
kan tot ernstige persoonlijke verwondingen leiden.
• Probeer nooit uw horloge af te lezen wanneer u zich op een fiets, motor
of ander gemotoriseerd voertuig bevindt. Dit kan tot ernstige
persoonlijke verwondingen leiden.
• Als u het horloge draagt, verzekert u zich er dan van dat de
automatische lichtschakelaar is uitgeschakeld, voordat u op een fiets,
motor of ander gemotoriseerd voertuig gaat rijden. Plotseling en
onbedoeld functioneren van de automatische lichtschakelaar kan
afleiding veroorzaken, hetgeen kan resulteren in verkeersongelukken
en ernstige persoonlijke verwondingen.
STOPWATCH FUNCTIE
De stopwatch functie heeft een bereik van 59 uur, 59 minuten en 59 seconden.
U kunt ook ronde- en tussentijden meten, die in het geheugen worden
opgeslagen om later opgeroepen te kunnen worden in de oproepfunctie.
De verstreken tijd wordt gemeten met stappen van 1/100 seconde tot
59’59”99. Daarna wordt deze gemeten met stappen van 1 seconde.
Over ronde - en tussentijden
Rondetijd
Een rondetijd is de tijd die u nodig heeft om tijdens een wedstrijd van een
bepaald punt naar een ander punt te komen. Tijden het hardlopen kunt u
bijvoorbeeld meten hoe lang u nodig heeft om een ronde te lopen.
Tussentijd
Een tussentijd is de tijd vanaf de start van de wedstrijd tot het punt dat de
tussentijd wordt gemeten. U kunt tussentijden bijvoorbeeld meten om te
bepalen hoe lang u nodig heeft om van een beginpunt tot een 5 of 10
kilometer punt te lopen.
Versteken tijd meten
De volgende bediening is voor het meten van ronde- en tussentijden gelijk.
1. Druk op A om de stopwatch te starten.
2. Druk op A om de stopwatch te stoppen.
• U kunt de meetbediening stoppen en weer starten door weer op A te
drukken.
3. Druk op C om de stopwatch weer op 0 in te stellen (00’00”00).
Een rondetijd meten
als meetbediening te selecteren.
• Zie “OPROEPFUNCTIE” voor meer
informatie over het selecteren van de stopwatch
bediening.
2. Selecteer de stopwatch functie en druk dan op
3. Druk op C om de rondetijd te ‘bevriezen’ en het rondenummer gedurende
ongeveer zes seconden te laten tonen. De stopwatch meting loopt intern
door.
• De eerste negen rondtijden worden in het geheugen opgeslagen. De laatste
tijd die u meet als u op C drukt wordt ook opgeslagen waardoor in totaal 10
tijden worden opgeslagen.
• Als u doorgaat met de rondetijd bediening nadat er al negen tijden in het
geheugen zijn opgeslagen, worden de rondetijden op het display getoond
maar niet in het geheugen opgeslagen.
• U kun tot en met 99 rondetijd bedieningen uitvoeren tijdens elke verstreken
tijdmeting (9 in het geheugen opgeslagen en 90 niet opgeslagen).
• U kunt rondetijden oproepen in de oproepfunctie.
4. Druk op A om de tijdmeting te stoppen.
5. Druk op C om de stopwatch op 0 in te stellen.
Een tussentijd meten
3. Druk op C om de tussentijd te ‘bevriezen’ en het tussentijdnummer
gedurende ongeveer zes seconden te laten tonen. De stopwatch meting
loopt intern door.
• De eerste negen tussentijden worden in het geheugen opgeslagen. De
laatste tijd die u meet als u op C drukt wordt ook opgeslagen waardoor in
totaal 10 tijden worden opgeslagen.
• Als u doorgaat met de tussentijd bediening nadat er al negen tijden in het
geheugen zijn opgeslagen, worden de tussentijden op het display getoond
maar niet in het geheu gen opgeslagen.
• U kun tot en met 99 tussentijd bedieningen uitvoeren tijdens elke
verstreken tijdmeting (9 in het geheugen opgeslagen en 90 niet
opgeslagen).
4. U kunt tussentijden oproepen in de oproepfunctie.
5. Druk op A om de tijdmeting te stoppen.
6. Druk op C om de stopwatch op 0 in te stellen.
als meetbediening te selecteren.
• Zie “OPROEPFUNCTIE” vo or meer
informatie over het selecteren van de stopwatch
bediening.
2. Selecteer de stopwatch functie en druk dan op