De unit kan worden geregeld door een infrarood afstandbediening, de Room
Controller of de Zone Manager (bedrade zoneregelaars).
De montage-instructies voor de infrarood afstandbediening zijn opgenomen in de
Bedieningsinstructies van de unit.
Zie voor montage- en bediening van de Room Controller en de Zone Manager de
meegeleverde handleidingen.
Zie voor bedienings- en onderhoudsinstructies van de airconditioner en de installatie
van de buiten-unit de bij de unit geleverde handleidingen.
Inhoud
Blz.
Afmetingen en gewichten .....................................................................................2
40KQM015 Ø (1/2”) 12.7mm (Zuig) / Ø (1/4”) 6.35mm (Vloeistof)
Wandverbindingsstuk
Wanddop
AfdichtingstapePVC film
Bevestigingstape
Leidingisolatie
CondensaatafvoerslangBinnendiameter 16-17 mm
Kit
- Verbindingskabel1. Kabel type: H07RN-F, synthetische rubberisolatie met Neopreen mantel
tussen binnen en buiten-unitverbindingskabel volgens normen EN 60335-2-40.
—
NL - 3
40KQM
Algemene informatie
Montage
ATTENTIE
In verband met de veiligheid en gezondheid van gebruikers,
onderhoudspersoneel en derden, dient bij het installeren van
de apparatuur rekening te worden gehouden met hetgeen de
Arbo-wet voorschrijft.
Lees deze gebruiksaanwijzing goed door voordat u met de
montage begint.
• Dit apparaat voldoet aan de laagspannings-richtlijn 73/23EEG
(veiligheid) en aan EMC richtlijn 89/336EEG voor
elektromagnetische compatibiliteit.
• Montage- en onderhoudswerkzaamheden aan deze units mogen
alleen worden uitgevoerd door een STEK erkend installateur.
• Alle bekabeling moet voldoen aan de ter plaatse geldende
voorschriften, zoals NEN 1010. De elektrische voedingskabel moet
in de buiten-unit worden aangesloten.
• Controleer of voltage en frequentie van de hoofdvoeding
overeenkomen met de gegevens op de kenplaat van de unit.
Houd bij het aanleggen van de elektrische voeding en bij het
aansluiten op het elektrisch voedingnet rekening met de ter plaatse
geldende voorschriften. De elektrische voeding (aansluiting,
kabeldiameter, beveiliging) moet geschikt zijn voor de gegevens
zoals aangegeven op de naamplaat van de unit.
• De elektrische voedingskabel moet in de buiten-unit worden
aangesloten. Raadpleeg voor de elektrische aansluitingen de
montagehandleiding van de buiten-unit.
• Voor verbinding van binnen- en buiten-unit kan Carr ier BV
speciale koudemiddelleidingsets als accessoire leveren. Deze
verbinding kan echter ook worden gemaakt d.m.v. door derden te
leveren koperen leidingen voorzien van flare-koppelingen.
Gebruik alleen geïsoleerde naadloze leiding van koeltechnische
kwaliteit, (Cu DHP type volgens ISO 1337), ontvet en
gedesoxideerd, geschikt voor werkdrukken van tenminste
4200 kPa een burst pressure van minstens 20700 kPa.
Gebruik in geen geval koperen sanitair pijp.
• Gebruik, indien nodig, voor de condensaatafvoer PVC pijp van
25 mm binnendiameter (niet meegeleverd) o p d e juiste lengte en
met adequate thermische isolatie.
• Test de systeemwerking grondig na de installatie en leg alle
systeemfuncties uit aan de klant.
• Gebruik de airconditioner alleen voor het doel waarvoor hij is
bestemd. Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in zeer
vochtige ruimten.
BELANGRIJK:
Bij de montage moeten eerst de koudemiddelaansluitingen en
daarna de elektrische aansluitingen worden gemaakt. Wordt de
unit gedemonteerd, neem dan eerst de elektrische verbindingskabels los en daarna de koudemiddelaansluitingen.
WAARSCHUWING:
Schakel ALTIJD de hoofdstroom af voordat met
werkzaamheden aan de unit wordt begonnen!
• Open de elektronische afstandbediening niet zelf, maar neem bij
problemen contact op met uw installateur.
• In deze montagehandleiding wordt de installatieprocedure
beschreven voor de binnen-unit van een split-system dat bestaat
uit twee door Carrier Villasanta (Italië) gefabriceerde units
(binnen-unit en buiten-unit). Raadpleeg Carrier alvorens deze unit
aan te sluiten op een buiten-unit van een ander f abrikaat.
Het koppelen van units met verschillende besturingssystemen kan
leiden tot onherstelbare schade, die niet door de garantie wordt
gedekt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor systeemuitval als
gevolg van niet goedgekeurde unit-combinaties.
• Carr ier is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door
modificaties of fouten in de elektrische- of koelmiddelaansluitingen.
Als de montage-instructies niet worden gevolgd of bij toepassing
van de unit onder condities die vallen buiten die genoemd in de
tabel Bedrijfslimieten komt de garantie onmiddellijk te vervallen.
• Als de veiligheidsrichtlijnen voor de elektrische montage niet
worden gevolgd kan in geval van kortsluiting brand ontstaan.
• Controleer de unit op transportschade. Dien in geval van schade
een claim in bij de vervoerder. Installeer geen beschadigde units.
• Schakel in geval van storing de unit uit. Schakel de hoofdstroom af
en neem contact op met uw installateur.
• Onderhoud aan het koudemiddelcircuit mag alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel.
• Unit en verpakking zijn vervaardigd van milieuvriendelijke
materialen en zijn geschikt voor hergebruik.
• Voer het verpakkingsmateriaal af volgens de plaatselijke
voorschriften
• Dit apparaat bevat koudemiddel dat volgens de plaatselijke
voorschriften moet worden afgevoerd.
Nadat de levensduur van het apparaat is verstreken moet dit
worden afgevoerd door een erkend bedrijf volgens de geldende
voorschriften.
Plaats van opstelling
Plaats de unit niet:
• In direct zonlicht.
• Te dicht bij een warmtebron.
• Aan vochtige wanden of op plaatsen waar gevaar bestaat voor
teveel v ocht (wasruimten etc.).
• Waar gordijnen of meubels de luchtcirculatie kunnen belemmeren.
Aanbevelingen:
• Kies de plaats voor de binnen-unit zodanig, dat de luchtcirculatie
niet wordt belemmerd.
• Kies een plaats waar de montage geen problemen oplevert.
• Kies een plaats waar voldoende vrije ruimte mogelijk is.
• Kies een plaats waar optimale luchtverdeling mogelijk is.
• Kies een plaats waar de condensaatafvoer gemakkelijk kan
Room Control33MC-RC
IR My Comfort33MC-MC
Kabel-aansluitset33MC9002
Zone Manager33MC-ZM
Aansluitprint Zone Manager33MC9001
40KQM
W aarschuwingen: vermijd.....
... obstructies van de toevoer of retourlucht.... b lootstelling aan direct zonlicht als de unit in koelbedrijf werkt.
Laat de binnen- of buitenzonwering neer. ... plaatsing te dicht bij
warmtebronnen waardoor de unit kan beschadigen.
NEDERLANDS
... blootstelling aan oliedampen
... montage in ruimten met geluidsgolven met hoge frequentie.... gedeeltelijke leidingisolatie. Niet waterpas plaatsen van de unit.
MAX 200 mm
... stijgingen in de condensaatafvoerleiding.
Dit mag alleen direct bij de unit met een maximaal hoogteverschil
van 200 mm vanaf de bovenkant van de unit.
... aansluiting van de condensaatafvoer op de riolering zonder sifon.
De hoogte van de sifon moet minimaal 50 mm bedragen.
Hierdoor wordt het condensaat niet goed afgevoerd.
... pletten of knikk en van de koudemiddel- of condensaatleidingen.
... horizontale condensaatafvoerleiding met minder dan 2% afschot.... groot hoogteverschil tussen buiten- en binnen-unit (zie montage-
instructie van de buiten-unit).
NL - 5
40KQM
W aarschuwingen: vermijd.....
... niet goed vastgezette elektrische aansluitingen
... losnemen van de koudemiddelleidingen na d e montage.
Hierdoor ontstaat n.l. koudemiddellekkage.
Montage
... onnodige bochten in de verbindingsleidingen (zie montageinstructie van de buiten-unit).
Te lange verbindingsleiding (zie montage-instructie van de
buiten-unit).
Max. 2 schoepen gesloten
(zie Opmerking 3)
• Kies de plaats voor de binnen-unit zodanig, dat een zo gunstig
mogelijke verdeling van de uitblaaslucht over de ruimte wordt
verkregen. De richting van de luchtstroom kan worden
geregeld via de afstandbediening (indien toegepast) of
automatisch, afhankelijk van het bedrijfstype.
• In koelbedrijf wordt de luchtstroom, voor een zeer gelijkmatige
menging met de ruimtelucht, naar het plafond gericht (Coanda
effect). In verwarmingsbedrijf wordt de luchtstroom naar de
vloer gericht om de vorming van warme luchtlagen bovenin de
ruimte te voorkomen.
De luchtrichting wordt automatisch geregeld wanneer de
luchtgeleideschoepen in automatisch bedrijf werken.
De schoepen kunnen ook in tussenstanden worden gezet
(alleen units met infrarood afstandbediening) of in SWING
bedrijf werken (continue roosterbeweging).
NL - 6
Verwarmen: stand luchtgeleideschoep voor een juiste luchtstroming.
Koelen: stand luchtgeleideschoep voor een juiste luchtstroming.
(3) Met een interne relatieve vochtigheidsgraad hoger dan 70% is
alleen één sluiting toegestaan
• Controleer of de plafondtegels kunnen worden verwijderd,
zodat er voldoende vrije ruimte is voor
onderhoudswerkzaamheden.
Bij plaatsing in gestucte plafonds moet ervoor worden gezorgd
dat de unit altijd bereikbaar is.
LET OP:
Stel de luchtgeleideschoepen alleen in zoals afgebeeld.
LET OP:
Gebruik voor het sluiten van 1 of 2 schoepen de speciale
afsluitkit.
40KQM
Montage
Voorafgaand aan de montage
Transporteer de unit bij voorkeur in de verpakking naar de plaats
van opstelling. Controleer op transportschade, zoals gebroken
leidingen, losse onderdelen, losse bedrading, etc.
Het uitblaasrooster en de afstandbediening zijn afzonderlijk verpakt.
BELANGRIJK:
Til de unit niet op aan de condensaatafvoerleiding of de
koelmiddelaansluitingen, maar aan de vier hoekpunten.
De montage zal makkelijker verlopen wanneer gebruik wordt
gemaakt van een heflift.
Bij montage in gipsplaten plafonds mag de gezaagde opening niet
groter zijn dan 660 x 660 mm (voor typen 050) en 900 x 900 mm
(voor typen 080,110, 130).
In ruimten met een hoge luchtvochtigheid moeten de
ophangbeugels worden geïsoleerd met het meegeleverde,
zelfklevende isolatiemateriaal.
NEDERLANDS
Draadstangen
T-ligger
(te verwijderen)
Breng nu eerst de koudemiddelleidingen op hun plaats.
Zie hoofdstuk “Koudemiddelaansluitingen”.
Verwijder zo nodig de T-ligger zodat er meer ‘bewegingsruimte’
ontstaat.
Montage
Markeer de positie van de draadstangen, koudemiddelleidingen en
condensaatafvoerleiding, voedingskabels en de kabel voor de
afstandbediening (zie maatschets).
Gebruik hierbij de meegeleverde boormal. Afhankelijk van het type
plafond kunnen de draadstangen worden gemonteerd zoals
afgebeeld.
Bevestig de meegele verde montagebeugels aan de draadstangen.
Draai de moeren niet vast maar plaats eerst de ringen (zie tekening).
Beugels
Til de unit (zonder frame) voorzichtig op aan de vier hoekpunten.
Til de unit niet op aan de condensaatafvoerleiding of de
koelmiddelaansluitingen.
Breng de unit in de plafondopening en haak hem in de 4
ophangbeugels.
Als de T-ligger niet kan worden verwijderd kan het nodig zijn de
unit schuin naar zijn plaats te tillen (alleen bij plafonds met een
minimale hoogte van 300 mm).
mm
Plafond
Waterpas
Hang de unit waterpas en houd 25 tot 30 mm ruimte tussen de
omkasting en de onderzijde van het plafond.
Breng de unit in lijn met de T-liggers van het plafond, draai eerst
de bouten aan de zijkant vast en daarna de moeren en
contramoeren.
Controleer na montage van de condensaatafvoer- en
koudemiddelleidingen of de unit nog steeds waterpas hangt.
NL - 7
40KQM
Montage
Binnen
Buiten
Maken van de doorvoeropening in de buitenmuur voor de
verbindingsleidingen naar de buiten-unit
• Bepaal de plaats van de doorvoeropening in de muur .
Boor een gat van tenminste Ø 70 mm voor de doorvoer van
koudemiddelleidingen en condensaatafvoer.
Kunststof haken
Montage van het frame en de grille
Haal frame en grille voorzichtig uit de verpakking. Het frame kan met
behulp van kunststof haken aan de binnen-unit worden be vestigd.
• Maak een opening in de muur en zorg ervoor dat deze van binnen
naar buiten iets afloopt (5 - 10 mm).
• Voer de elektrische verbindingskabels door de doorvoer (zie
“Elektrische aansluitingen”).
Condensaatafvoer
2%
50
Voedingskabels
frame
Voedingskabels unit
Beveiligingskoord
Kabelbeugel
Schroeven
Draai de vier schroeven vast, sluit de verbindingskabels aan en zet
ze vast met de kabelbeugel.
Bevestig het frame met de meegeleverde schroeven.
• Voor een goede condensaatafvoer moet de afvoerleiding vanaf de
binnen-unit aflopend worden aangelegd (2%).
Bovendien moet een sifon van circa 50 mm worden aangebracht
om nare geurtjes te voorkomen.
• Het condensaat mag maximaal 200 mm boven de unit worden
afgevoerd op voorwaarde dat de stijgleiding verticaal is en in lijn
ligt met de flens van de afvoer.
• Als het condensaat meer dan 200 mm boven de unit moet worden
afgevoerd, dan kan 500 mm worden overbrugd wanneer de
diameter van de consaatafvoer wordt verkleind tot rond 12,5 mm.
In alle andere gevallen dient een externe condensaatpomp met
niveauregeling te worden toegepast. Het alarmcontact van deze
externe pomp moet in serie worden geschakeld met de
vlotterschakeling van de unit.
• Isoleer de afvoerleiding met dampdichte isolatie (bijv. neopreen,
5 tot 10 mm dik).
• Indien meer units in een ruimte zijn geplaatst dient de
condensaatafvoer te worden uitgevoerd zoals aangegeven.
NL - 8
A. Afdichting "A"
B. Afdichting "B"
A AIR B
Let goed op de volgende punten:
• De schroeven mogen niet te vast worden aangedraaid omdat
anders het frame zou kunnen vervormen.
• Het frame moet goed aansluiten aan het plafond.
Er is een afdichting tussen de luchttoevoer- en de luchtuitblaasopeningen.
•
In de afbeelding voorkomt afdichting A dat de retourlucht wordt
vermengd met de toevoerlucht en afdichting B voorkomt dat de
toevoerlucht boven het verlaagde plafond terecht komt.Na de
montage mag de opening tussen het frame en het verlaagde
plafond niet groter zijn dan 5 mm.
40KQM
Koudemiddelaansluitingen
BELANGRIJK:
Bij de montage moeten eerst de koudemiddelaansluitingen en
daarna de elektrische aansluitingen worden gemaakt. Wordt
de unit gedemonteerd, neem dan eerst de elektrische verbindingskabels los en daarna de koudemiddelaansluitingen.
Zie de montage-instructies voor de buiten-unit voor meer
gedetailleerde informatie.
Leidingdiameter
GasVloeistof
Type(Zuig)(Pers)
mm(inch)mm(inch)
0129.52(3/8")6.35(1/4")
01512.7(1/2")6.35(1/4")
Voor verbinding van binnen- en buiten-unit kan Carrier BV
speciale koudemiddelleidingsets als accessoire leveren. Deze
verbinding kan echter ook worden gemaakt d.m.v. door derden te
leveren koperen leidingen voorzien van flare-koppelingen. Gebruik
alleen geïsoleerde naadloze leiding van koeltechnische kwaliteit,
(Cu DHP type volgens ISO 1337), ontvet en gedesoxideerd, geschikt
voor werkdrukken van tenminste 4200 kPa een burst pressure van
minstens 20700 kPa. Gebruik in geen geval koperen sanitair pijp.
NEDERLANDS
Aansluiting op de unit
Onvoldoende aandraaimoment veroorzaakt koudemiddellekkage.
Als de koppelingen te vast worden aangedraaid kan schade
ontstaan die leidt tot koudemiddellekkage.
Leidingdiameter Aandraaimoment
mm(inch)Nm
6,35(1/4")14÷18
9,52(3/8")33÷42
12,70(1/2")50÷62
Niet van toepassing voor Nederland.
Niet van toepassing voor Nederland.
햳
햲
햲 Leiding
햳 Isolatie
햴 Bevestigingstape
Controleer, wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, op lekkage
door er zeepwater op aan te brengen.
Pak daarna de kleppen en leidingen in met condenswerende
isolatie en zet dit vast met tape, zonder te veel druk uit te oefenen
op de isolatie.
Repareer en bedek alle mogelijke barsten in de isolatie.
De verbindingsleidingen en kabels tussen binnen- en buiten-unit
moeten goed worden vastgezet.
햴
Controle
Niet van toepassing voor Nederland.
Sluit de leidingen aan in overeenstemming met de aangegeven
limieten.Smeer het uiteinde van de leiding en schroefdraad van de
flare-koppeling in met een antivries olie. Draai de k oppeling met de hand
een aantal slagen vast, draai hem daarna vast met een sleutel door het
in de tabel aangegeven aandraaimoment toe te passen.
De leidingen
gelektest, daarna
de R.L.K. richtlijnen.
moeten, nadat ze zijn aangesloten op de unit, worden
gevacumeerd en eventueel worden gevuld volgens
Controleer de werking van de condensaatafvoer door water in
de opvangbak te gieten.
Controleer het afschot en op eventuele obstructies.
Toegang tot de aansluitkast: open de grille en draai de 4 schroeven
van het afdekpaneel los.
B
ELEKTRISCHE AANSLUITKAST
40KQM012
40KQM015
SYSTEEMCONFIGURATIE
• Maak eerst de elektrische aansluitingen tussen de units alvorens
door te gaan met de aansluiting op het elektrisch voedingnet.
Controleer of de aansluiting van de elektrische voeding
plaatsvindt via een schakelaar met gescheiden polen, met een
contactafstand van tenminste 3 mm.
NL - 10
40KQM
Elektrische aansluitingen
Warmtepomp - 40KQM012, 015
NEDERLANDS
1 2 3
Type123
40KQM012, 0151,01,01,01,0
Verklarende tekst op aansluitkast, alle typen
Aarde
1Fase
2Nul
3Data (in hoofdstroomkabel)
123
Minimale doorsnede van de geleiders van de verbindingskabel
Buitenluchtaansluiting en luchtaansluiting aangrenzende ruimte
120
10549
Ø A
B
Ø A
Type40KQM012, 015
Ø A mm150
B mm120
Ø Cmm70
Ø
C
216
Voorbeelden voor plaatsing van het luchtrooster
Scheidingswand
Ingekorte deur
Muurrooster
Deurrooster
Slangaansluiting
Slangklem
Afdichting 6 mm dik neopreen
Geïsoleerde flexibele slang
Buitenluchtaansluiting
Aansluiting aangrenzende ruimte
Opening in polystyreen
Isolatie
Frame
• De 40KQV units zijn voorzien van een z.g. ‘knock-out’
(voorgeponste) opening in de omkasting.
Hierop kan een luchtkanaal worden aangebracht, waarmee de
unit verse buitenlucht kan aanzuigen.
• Verwijder de ingekeepte dampdichte isolatie aan de buitenkant
en doorboor de voorgeponste opening.
Luchtaansluiting aangrenzende ruimte
Trek op het polystyreen met een potlood de contouren na van de
binnenranden van de knock-out opening.
Snij het polystyreen weg en let er daarbij op dat u de
warmtewisselaar niet beschadigt.
Buitenluchtaansluiting
Verwijder het polystyreen uit de buitenluchtopening.
Breng, nadat het frame in de buitenluchtopening is geplaatst, de
meegeleverde isolatie aan om koudebr uggen te voorkomen.
Monteer de grille.
NL - 12
• Gebruik kanalen die geschikt zijn voor bedrijfstemperaturen van
60°C (continu).
Gebruik voor doorvoeren flexibel polyester (met spiraalker n) of
geribd aluminium dat aan de buitenkant is afgewerkt met
dampdicht materiaal (fiberglas, 12 +/- 25 mm dikte).
• Alle niet-geïsoleerde kanalen moeten worden afgewerkt met
dampdichte isolatie (bijv. neopreen, 6 mm dik).
Als deze aanwijzingen niet worden opgevolgd acht Carrier
zich niet aansprakelijk voor eventuele schade en vervalt de
garantie.
• Van de twee voorgeponste openingen mag er maar 1 worden
gebruikt voor het toevoeren van geconditioneerde lucht aan een
aangrenzende ruimte.
Dus niet allebei tegelijk.
• Het kanaalwerk kan worden gedimensioneerd volgens de
diagrammen, waarbij ook rekening moet worden gehouden met
drukverliezen door roosters en luchtfilters en de daarmee
samenhangende hogere geluidsniveaus in de kanalen.
40KQM
Buitenluchtaansluiting en luchtaansluiting aangrenzende ruimte
Diagram voor luchttoevoer naar een aangrenzende ruimte: 1 schoep gesloten
40
30
20
24/28
10
36
12
Externe statische druk - Pa
18
0
0
100
200
0306090120
Luchthoeveelheid
60
48
300400
410
1 13,
450
m3/h
9
125
l/s
Luchtkanaal naar
aangrenzende ruimte
NEDERLANDS
Bij 2 gesloten schoepen is de luchthoeveelheid naar de aangrenzende ruimte 50% hoger dan bij 1 gesloten schoep (bij
dezelfde externe statische druk).
Met een interne relatieve vochtigheidsgraad hoger dan 70% is alleen één sluiting toegestaan
Buitenluchttoevoer
• De extra ventilatormotor (optie) voor buitenluchttoevoer moet
worden geregeld door een tweepolige Aan/Uit schakelaar met
veiligheidszekeringen (niet meegeleverd).
Om de luchthoeveelheid goed te kunnen regelen wordt het
aanbevolen een snelheidsregelaar te monteren.
Om problemen te voorkomen mag de maximale
buitenluchthoeveelheid niet meer bedragen dan 10% van de
totale luchthoeveelheid. Voor buitenluchthoeveelheden hoger dan
10% wordt toepassing van een apart luchttoevoersysteem met
roosters aanbevolen (voorbehandelde lucht).
• Monteer in het kanaal een toevoerluchtfilter om vervuiling te
voorkomen. Dit filter maakt bovendien montage van een
kanaalafsluitklep overbodig bij langere uitbedrijfstelling.
Luchtaansluiting aangrenzende ruimte
• Voor het toevoeren van gekoelde lucht naar een
aangrenzende ruimte moeten 1 of 2 luchtgeleideschoepen
worden gesloten, overeenkomend met de kanalen.
Gebruik hiervoor de luchttoevoerrooster afsluitkit
(accessoire). In de scheidingswand tussen de geconditioneerde
ruimte (waar de unit is gemonteerd) en de aangrenzende ruimte,
moet worden voorzien in een retourluchtpad zoals in de tekening
is aangegeven.
• Het kanaalwer k kan worden gedimensioneerd volgens de
diagrammen, waarbij ook rekening moet worden gehouden met
drukverliezen door roosters en luchtfilters.
• In luchtkanalen naar aangrenzende ruimten mogen GEEN
koolstof- of elektrostatische filters worden toegepast.
Systeemtest
• Voer de test uit nadat de units op hun plaats staan en de lektest
is uitgevoerd.
• Controleer alle elektrische aansluitingen (aan de hand van de
instructies en het elektrisch schema).
• Plaats de batter ijen in de afstandbediening, maar laat hem UIT.
• Schakel de elektrische voeding van het systeem AAN.
• Houd de toetsen
langer dan 5 seconden ingedrukt.
• De display wordt leeg, in de tijdsegmenten wordt het symbool
afgebeeld (Src = servicetest).
Wanneer de Testfunctie wordt gekozen, gaat de unit als volgt
werken:
• De groene LED (P) en de gele LED (R) gaan om de 2 seconden
knipperen.
• De binnenventilator werkt op lage snelheid.
• Afhankelijk van het ingestelde bedrijfstype werkt het
toevoerluchtrooster in ‘automatisch verwarmen’ of ‘automatisch
koelen’.
•
Het systeem werkt ongeveer 3 minuten in koelbedrijf met een
vaste compressorfrequentie.
en van de afstandbediening gelijktijdig
• Het systeem stopt 3 minuten.
• Het systeem werkt ongeveer 3 minuten in verwarmingsbedrijf met
een vaste compressorfrequentie, of tot de temperatuur van de
binnenbatterij hoger is dan 40°C.
Controleer tijdens koel- en verwarmingsbedrijf de volgende punten:
1. Het verschil tussen de ruimtetemperatuur en de
uitblaastemperatuur van de binnen-unit moet groter zijn dan 3°C.
2.De binnenventilator moet op lage snelheid werken.
3.Het toevoerluchtrooster moet in ‘automatisch verwarmen’ of
‘automatisch koelen’ werken, afhankelijk van het ingestelde
bedrijfstype
4.Het systeem mag geen storingssignaal geven.
Controleer, indien niet aan een van de bovengenoemde
voorwaarden is voldaan, of het systeem juist geïnstalleerd is.
• Druk aan het einde van de test,
de testfunctie te verlaten.
Opmerking:
Wanneer er 30 minuten lang geen enkele toets wordt ingedrukt,
dan verlaat de afstandbediening automatisch het testmenu en
gaat in normaal bedrijf werken.
in op de afstandsbediening om
NL - 13
40KQM
Adreskeuze
en
foutcodes
Adreskeuze
Wanneer in dezelfde ruimte twee binnen-units worden gemonteerd
die onafhankelijk van elkaar moeten kunnen werken, dan moet
iedere unit zijn eigen adres krijgen om door zijn eigen
afstandbediening te kunnen worden geregeld. Instellen gaat als
volgt:
Configuratie (van de unit)
• Houd de toetsen en van de afstandbediening gelijktijdig
langer dan 5 seconden ingedrukt.
• De display wordt leeg, in de tijdsegmenten wordt het eerste
configuratie-item afgebeeld (rAdr = adres op afstand) en in de
temperatuursegmenten de standaard waarde voor dit
configuratie-item (Ab = regeling van beide binnen-units).
• Druk op toets
in de nieuwe waarde (A) of (b).
• Dr uk op toets
• Dr uk op toets de CCN-unit in de nieuwe waarde (1÷240) te wijzigen.
• Dr uk op toets
• Dr uk op toets in de nieuwe waarde (0÷240) te wijzigen.
• Dr uk op toets
• Dr uk op toets
herstart in het laatste bedrijfstype (On) te wijzigen in de nieuwe
waarde, starten in bedrijfstype OFF (uit).
• ATTENTIE!
Na elke configuratiewijziging moet op toets worden
gedrukt om de nieuwe configuratie naar de unit te sturen.
• Dr uk op toets
Configuratie (van de afstandbediening)
• Houd de toetsen en van de afstandbediening gelijktijdig
langer dan 5 seconden ingedrukt.
• De display wordt leeg, in de tijdsegmenten wordt het eerste
configuratie-item afgebeeld (CH = adres op afstand) afgebeeld
en in de temperatuursegmenten de standaard waarde voor dit
configuratie-item (Ab = regeling van beide binnen-units).
• Druk op toets
in de nieuwe waarde (A) of (b).
• Dr uk op toets
• Dr uk op toets Celsius (°C) te wijzigen in graden Fahrenheit (°F).
• Dr uk op toets
• Druk op toets
verwarmingssetpoint in °C (32) of °F (90) te wijzigen in °F (63 ÷
90) of °C (17 ÷ 32).
• Dr uk op toets
• Druk op toets
koelsetpoint in °C (17) of °F (63) te wijzigen in °F (63 ÷ 90) of °C
(17 ÷ 32).
• Dr uk op toets totdat “CL” op het scherm verschijnt..
• Dr uk op toets
VM/NM (12) te wijzigen in het 24-uurs formaat (24).
• ATTENTIE!
Na elke configuratiewijziging moet op toets
gedrukt om de nieuwe configuratie naar de unit te sturen.
• Dr uk op toets
of om de standaard waarde (Ab) te wijzigen
totdat “Uadr” op het scherm verschijnt.
of om de standaardwaarde van het adres van
totdat “ZONE” op het scherm verschijnt.
of om de standaardwaarde van de zone (0)
totdat “A St” op het scherm verschijnt.
of om de standaard instelling van auto
om het configuratiemenu te verlaten.
of om de standaard waarde (Ab) te wijzigen
totdat “tU” op het scherm verschijnt.
of om de standaard instelling van graden
totdat “Hr” op het scherm verschijnt.
of om de standaard instelling van het max.
totdat “Cr” op het scherm verschijnt.
of om de standaard instelling van het max.
of om de waarde van het 12-uurs formaat
worden
om het configuratiemenu te verlaten.
Foutcodes
De binnen-unit kan elke systeemfout constateren en de unit direct
afschakelen. De aard van de storing kan worden afgeleid van het
aantal keren dat de LEDs knipperen.
De oorzaak van de storing staat in Tabel VI.
Wanneer de foutdiagnose actief is gaan de groene LED (P) en de
gele LED (R) op de print om de 0,5 seconden knipperen en geven
de bijbehorende foutcode weer.
De gele LED geeft de tientallen aan en de groene LED de
eenheden.
De groene en gele LED knipperen met 2 seconden tussenpozen.
Aan het eind van de reeks blijven beide LEDs 4 seconden uit.
Voorbeeld:
foutcode 12
• De gele LED knippert één keer (geeft de tientallen aan).
• Beide LEDs blijven 2 seconden uit.
• De groene led knippert twee keer, met 0,5 seconden
tussenpoos.
• Beide LEDs ’s blijven 4 seconden uit.
De ‘knipperreeksen’ blijven doorgaan tot de alarmconditie is
opgeheven.
Indien het cijfer van de foutcode lager is dan 10, gaat de gele led
(R) niet knipperen.
Wanneer er 30 seconden lang geen enkele toets wordt ingedrukt,
dan verlaat de afstandbediening automatisch het
configuratiemenu en moet de procedure opnieuw worden gestart.
NL - 14
40KQM
Alarmlampjes en instructies voor de klant
NEDERLANDS
P : Groene LED
Q : Rode LED
Toets T: Emergency (EMERG) toets:
Kan worden gebruikt als de afstandbediening is zoekgeraakt of
niet goed werkt.
Druk de toets in met een schroevendraaier (zie tekening).
Emergency bedrijf
De afstandbediening kan niet worden gebruikt.
Druk 5 seconden op de EMERG toets en de unit gaat met de
Instructies voor de klant
Leg, nadat de montage en tests zijn afgerond, de instructies voor
Bediening en Onderhoud uit aan de klant. In het bijzonder de
belangrijkste functies van de unit, zoals:
• Aan- en uitschakelen van de unit.
• Werking tijdklok en overige functies van de afstandbediening.
R : Gele LED
S : Zendsignaal van
afstandbediening
T : Toets
"Emergency"
volgende instellingen werken:
- Bedrijfstype: AUTO
- Temperatuur: 22°C
- Ventilatorsnelheid: AUTO
- Roosterstand: AUTO
- Tijdklok: UIT
Kan de afstandbediening weer worden gebruikt, druk dan weer
op de Toets EMERG.
• Verwijderen en reinigen van de filters.
Laat de beide montage-instructies voor de binnen- en de buiten-
unit achter bij de klant.
NL - 15
L010127H88 - 0207
Via R. Sanzio, 9 - 20058 Villasanta (MI) Italy - Tel. 039/3636.1
The manufacturer reserves the right to change any product specifications without notice.
La cura costante per il miglioramento del prodotto può comportare senza preavviso, cambiamenti o modifiche a quanto descritto.
La recherche permanente de perfectionnement du produit peut nécessiter des modifications ou changements, sans préavis.
Änderungen im Zuge der technischen Weiterentwicklung vorbehalten.
El fabricante se reserva el derecho de cambiar algunas especificaciones de los productos sin previo aviso.
Wijzigingen voorbehouden.
O fabricante reserva o direito de alterar quaisquer especificações do produto, sem aviso prévio.
Tillverkaren förbehåller sig rätten till ändringar utan föregående meddelande.
Valmistaja pidättää kaikki oikeudet mahdollisiin muutoksiin ilman erillistä ilmoitusta.
February, 2007. Printed in Italy
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.