CANON MACRO 100 User Manual [nl]

EF100mm f/2.8L MACRO IS USM
NLD
Handleiding
NLD-1
Het Canon EF100mm f/2,8L MACRO IS USM­objectief is een macro-objectief speciaal ontwikkeld voor EOS-camera’s. Het objectief is uitgerust met een beeldstabilisator en kan close-up-opnamen maken tot 1:1, evenals normale foto’s.
• "IS" is de afkorting voor beeldstabilisator.
• "USM" is de afkorting voor ultrasone motor.
4. Ultrasone motor (USM) voor een snelle en stille scherpstelling.
5. Handmatige scherpstelling is beschikbaar nadat op het onderwerp is scherpgesteld in de autofocus-modus (ONE SHOT AF).
6. Volkomen ronde diafragmaopening voor het gelijkmatig wazig worden van de achtergrond.
7.
Canon-macroflitser om gemakkelijk close-upfoto’s met een flitser te maken. Door de toepassing van een binnenscherpstelmechanisme is AF-fotografie mogelijk terwijl de macroflitser is aangebracht.
8. Stevige en betrouwbare afdichting voor goede stof- en waterbestendige eigenschappen.
*
Gebaseerd op [1/brandpuntsafstand] seconde. Om waas als gevolg van camerabewegingen te voorkomen tijdens normaal fotograferen, moet de sluitertijd omgekeerd evenredig zijn aan de huidige brandpuntsafstand (1/brandpuntsafstand) of korter.
Kenmerken
1. De beeldstabilisator geeft bij normaal fotograferen het effect van een sluitertijd die ongeveer vier stops korter is.* Deze functie zorgt voor een optimale stabilisatie van het beeld overeenkomstig de opname-omstandigheden (zoals bij opnamen van stilstaande onderwerpen of opnamen waarbij onderwerpen worden gevolgd).
2. Toepassing van een trillingsgyro en acceleratiesensor voor een zeer effectieve beeldstabilisatie, zelfs bij close-upfoto’s.
3. UD-lenselementen voor een uitzonderlijke beeldkwaliteit.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Waarschuwing om een defect of beschadiging van het objectief of de camera te voorkomen.
Extra informatie over het gebruik van het objectief en het maken van foto’s.
NLD-2
a Veiligheidsmaatregelen
a Veiligheidsmaatregelen
Kijk niet door de lens of de camera naar de zon of een andere heldere lichtbron. Dit beschadigt
uw ogen. Het is vooral gevaarlijk wanneer u rechtstreeks door de lens naar de zon kijkt.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon
liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op de camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat
de lens de zonnestralen samenbundelt, hetgeen zou kunnen resulteren in brand.
Voorzorgsmaatregelen betreffende de behandeling
• Als het objectief van een koude omgeving naar een warme ruimte wordt gebracht, kan er condens op de lens en de interne onderdelen ontstaan. Om condens te voorkomen, raden wij u
aan het objectief in een luchtdichte plastic zak te doen voordat u dit van een koude omgeving naar een warme ruimte brengt. Neem het objectief uit de zak nadat dit geleidelijk is opgewarmd. Ga op dezelfde wijze te werk wanneer u het objectief van een warme ruimte naar de kou meeneemt.
• Stel het objectief niet aan grote hitte bloot door het bijvoorbeeld in een auto te leggen die in de zon geparkeerd staat. Hoge temperaturen kunnen
resulteren in een defect van het objectief.
NLD-3
Benaming van de onderdelen
Zonnekapbevestiging ( 7)
Filterschroefdraad ( 14, 15)
Scherpstelring ( 5)
Scherpstelafstandsbereik-keuzeschakelaar ( 5)
Beeldstabilisatorschakelaar ( 10)
Scherpstelmodusschakelaar ( 5)
Afstandsschaal ( 6)
Contactpunten ( 4)
Lensbevestigingsmarkering (4)
Montageplaats voor het statief (13)
Rubberring ( 4)
Zie voor verdere informatie de pagina's die tussen haakjes zijn vermeld (**).
NLD-4
Raadpleeg de handleiding van de camera voor informatie betreffende het bevestigen en verwijderen van het objectief.
Na het verwijderen van het objectief plaatst u dit met de achterkant omhoog om te voorkomen dat het lensoppervlak en de elektrische contactpunten worden beschadigd.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er vieze vingers op zitten, kan dit resulteren in corrosie of een gebrekkige elektrische verbinding. Dit kan een foutieve werking van de camera en het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er vieze vingers op zitten, kunt u ze met een zacht doekje schoonmaken.
Zet de stofkap op het objectief wanneer u dit verwijdert. Om de stofkap juist aan te brengen, lijnt u de lensbevestigingsmarkering uit met de
K
-markering van de stofkap, zoals aangegeven in de afbeelding, en dan draait u de stofkap naar rechts.Volg de aanwijzingen in de omgekeerde volgorde om de stofkap te verwijderen.
1.
Het objectief bevestigen en verwijderen
De lensbevestiging is van een rubberring voorzien voor een optimale bestendigheid tegen water en stof. De rubberring kan lichte afslijting rondom de lensbevestiging van de camera veroorzaken, maar dit is niets ernstigs. Als de rubberr ing versleten is, kan deze tegen betaling bij een Canon servicecentrum worden vervangen.
NLD-5
2.De scherpstelmodus instellen
Voor gebruik van autofocus (AF) zet u de scherpstelmoduschakelaar op AF. Voor gebruik van handbediende scherpstelling (MF) zet u de scherpstelmodusschakelaar op MF en stelt dan scherp met de scherpstelring. De scherpstelring werkt altijd, ongeacht de scherpstelmodus.
Na automatische scherpstelling in de ONE SHOT AF-modus, kunt u handmatig scherpstellen door de ontspanknop half in te drukken en aan de scherpstelring te draaien. (Continue handmatige scherpstelling)
U kunt het afstandsbereik voor de scherpstelling op een van de drie beschikbare instellingen zetten: FULL (0,3 meter tot oneindig), 0,3 tot 0,5 meter, of 0,5 meter tot oneindig. Door de juiste instelling voor het afstandsbereik te kiezen wordt er sneller automatisch scherpgesteld.
3.
Het afstandsbereik voor de scherpstelling kiezen
Loading...
+ 12 hidden pages