De labelprinter maakt gebruik van een hoogwaardige geïntegreerde Monotype Imaging
TrueType-lettertype-engine met het schaalbare lettertype CG Triumvirate Bold Condensed.
Daarnaast is de labelprinter voorzien van alfanumerieke bitmaplettertypen in acht verschillende
®
grootten en biedt het apparaat ondersteuning voor de meeste standaard barcode-indelingen.
1.2 Extra productreferenties
Voor informatie over het schrijven van aangepaste programma’s voor de labelprinter raadpleegt
u de "Command Reference" (Opdrachtenoverzicht) op de pagina Handleidingen voor uw model
op support.brother.com.
1
Page 6
2
2. Operationeel overzicht
2.1 Pak de labelprinter uit en controleer of alle onderdelen
aanwezig zijn
Opmerking
Bewaar de verpakking voor het geval dat u de printer moet verzenden.
De doos bevat de volgende onderdelen:
1. Labelprinter
a. TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
b. TJ-4422TN/TJ-4522TN
2. Netsnoer
3. USB-kabel
Als een of meer onderdelen ontbreken, neemt u contact op met de klantenservice van de
fabrikant van het product of uw plaatselijke (Brother)-dealer.
Page 7
3
2.2 Overzicht van de printer
2.2.1 De voorkant
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
1. Aan-/uit-lampje
2. LCD-scherm
3. Selectie-knoppen
4. Navigatieknoppen
5. USB-hostpoorten
6. Mediavenster
7. Mediauitvoersleuf
8. Mediaklephandgreep
9. Mediaklep
Page 8
4
TJ-4422TN/TJ-4522TN
1. Aan-/uit-lampje
2. Touchscreen
3. Selectie-knoppen
4. Navigatieknoppen
5. USB-hostpoorten
6. Mediavenster
7. Mediauitvoersleuf
8. Mediaklephandgreep
9. Mediaklep
10. Klep onderzijde
Page 9
5
2.2.2 De binnenkant
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
1. Lintterugspoelas
2. Schuifregelaar voor de
printkopspanningpositie
3. Afstelknop voor de printkopspanning
4. Ontgrendelingshendel van de printkop
5. Linttoevoeras
6. Labelrolgeleider
7. Labeltoevoeras
8. Invoersleuf externe labels
9. Demper
10. Printkop
11. Drukrol
12. Labelgeleider voorzijde
13. Lintsensor
14. Sensor zwarte markering (aangegeven
15. Ruimtesensor (aangegeven met )
met )
Page 10
6
TJ-4422TN/TJ-4522TN
1. Lintterugspoelas
2. Schuifregelaar voor de
printkopspanningpositie
3. Afstelknop voor de printkopspanning
4. Ontgrendelingshendel van de printkop
5. Klep onderzijde
6. Linttoevoeras
7. Medianiveausensor
8. Labelrolgeleider
9. Labeltoevoeras
10. Mediageleiderbalk en labelgeleider
achterzijde
11. Mediaterugspoelgeleider
12. Mediaterugspoelas
13. Invoersleuf externe labels
14. Demper
15. Printkop
16. Drukrol
17. Labelgeleider
18. Lintsensor
19. Sensor zwarte markering
(aangegeven met )
20. Ruimtesensor (aangegeven met )
Page 11
7
2.2.3 De achterkant
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
1. Invoersleuf externe labels
2. RS-232C seriële poort
3. Ethernetpoort
4. USB-poort (USB 2.0/hoge snelheid-modus)
5. microSD-kaartsleuf
6. Wi-Fi- en Bluetooth-interface-uitbreidingspoort
7. Aan-/uitschakelaar
8. Netsnoeraansluiting
1
Raadpleeg paragraaf 9.1 Aanbevolen microSD-kaarten voor de aanbevolen microSD-kaarten.
2
Voor de optionele WLAN/BT-interface (PA-WB-001).
1
2
Page 12
8
TJ-4422TN/TJ-4522TN
1. Invoersleuf externe labels
2. Wi-Fi- en Bluetooth-interface-uitbreidingspoort
3. RS-232C seriële poort
4. Ethernetpoort
5. USB-poort (USB 2.0/hoge snelheid-modus)
6. microSD-kaartsleuf
7. Aan-/uitschakelaar
8. Netsnoeraansluiting
1
Voor de optionele WLAN/BT-interface (PA-WB-001).
2
Raadpleeg paragraaf 9.1 Aanbevolen microSD-kaarten voor de aanbevolen microSD-kaarten.
1
2
Page 13
9
2.3 Bedieningspaneel
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
TJ-4422TN/TJ-4522TN
Page 14
10
2.3.1 LED-lampjes en knoppen
Weergave van de lampjes
Kleur statuslampje Beschrijving
Groen (brandt continu) De printer is ingeschakeld en klaar voor gebruik.
Groen (knippert)
Oranje (brandt continu) De printer is bezig met het verwijderen van gegevens uit het
Rood (brandt continu) De printkop staat open of er is sprake van een snijfout.
Rood (knippert) Er is een afdrukfout aanwezig, zoals "Paper Empty" (Papier op),
Selectie- en navigatieknoppen
Knoppen Functie
Selectie-knoppen
Gebruik deze om de pictogrammen in het LCD-scherm/touchscreen te
selecteren.
- De printer is bezig met het downloaden van gegevens van een
computer.
- De printer is gepauzeerd.
geheugen.
"Paper Jam" (Papierstoring), "Ribbon Empty" (Lint op) of "Memory
Error" (Geheugenfout).
Navigatieknoppen
Gebruik deze om door het LCD-scherm/touchscreen te navigeren en
pictogrammen en menu’s te markeren.
Page 15
11
2.3.2 Pictogrammen in het startscherm
Printerstatuspictogrammen
Pictogram Indicatie
Het Wi-Fi-apparaat is gereed voor gebruik (alleen
beschikbaar als de Wi-Fi-interface is geïnstalleerd)
Het Bluetooth-apparaat is gereed voor gebruik (alleen
beschikbaar als de Bluetooth-interface is geïnstalleerd)
Ethernet is aangesloten
Capaciteit media
Capaciteit lint (m)
Beveiligingsslot
Optiepictogrammen
Pictogram Functie
Het hoofdmenu openen
Raadpleeg paragraaf 2.3.3 Overzicht van het scherm
voor meer informatie.
(Alleen TJ-4422TN/TJ-4522TN)
De mediasensor kalibreren
(Alleen TJ-4422TN/TJ-4522TN)
Het scherm Favorites (Favorieten) openen
Raadpleeg paragraaf 2.3.3 Overzicht van het scherm
voor meer informatie.
Uw selectie bevestigen
Eén label invoeren
Page 16
12
2.3.3 Overzicht van het scherm
Selecteer de pictogrammen om toegang te krijgen tot de functies en instellingen van de
printer.
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
TJ-4422TN/TJ-4522TN
Page 17
13
Het hoofdmenu openen
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
Controleer of Ready (Gereed) wordt weergegeven op het LCD-scherm van de printer. Als dat
niet het geval is, drukt u op de Selectie-knop links.
Gebruik de navigatieknoppen om een optie in het hoofdmenu te selecteren en door de
beschikbare opties te navigeren. Druk vervolgens op de knop onder het pictogram .
Page 18
14
TJ-4422TN/TJ-4522TN
Controleer of Ready (Gereed) wordt weergegeven op het touchscreen van de printer. Als dat
niet het geval is, tikt u op het pictogram Menu.
Opmerking
U kunt ook de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken. Gebruik de navigatieknoppen om
het pictogram Menu te selecteren en druk vervolgens op de Selectie-knop onder het pictogram
.
Als u een optie in het hoofdmenu wilt selecteren, tikt u op het bijbehorende pictogram.
Opmerking
U kunt ook de knoppen op het bedieningspaneel gebruiken. Gebruik de navigatieknoppen om
door de opties te navigeren en druk vervolgens op de knop onder het pictogram . Als u wilt
terugkeren naar het vorige scherm, drukt u op de knop onder het pictogram .
Page 19
15
Overzicht van het hoofdmenu
Gebruik de opties in het hoofdmenu om diverse printerinstellingen te configureren zonder de
printer aan te sluiten op een computer.
Pictogram Optie Beschrijving
Setting
(Instelling)
De FBPL- en ZPL2-instellingen van de printer
configureren.
Sensor De geselecteerde mediasensor kalibreren. Het is
raadzaam om de sensor te kalibreren elke keer dat u
andere media plaatst.
Interface De interface-instellingen van de printer configureren.
Advanced
(Geavanceerd)
De instellingen van de printer opgeven voor het
scherm, de initialisatie, het type snijeenheid of het
waarschuwingsbericht voor wanneer de media bijna op
is.
File Manager
(Bestandsbeheer)
Het beschikbare printergeheugen controleren of
beheren.
Diagnostic
(Diagnostiek)
De printerstatus controleren om eventuele problemen
op te lossen.
Opmerking
Voor meer informatie over de printerinstellingen raadpleegt u paragraaf 7. De printerinstellingen
wijzigen.
Page 20
16
Favorieten (TJ-4422TN/TJ-4522TN)
U kunt de opties uit het hoofdmenu die u vaak gebruikt aan uw Favorites (Favorieten)
toevoegen, zodat u snel toegang krijgt tot deze opties. Tik op het pictogram Favorites
(Favorieten) om de lijst met Favorites (Favorieten) weer te geven.
Een optie toevoegen aan de lijst "Favorites" (favorieten):
1. Houd uw vinger op de optie die u aan uw favorieten wilt toevoegen tot Join Favorites
(Aan favorieten toevoegen) wordt weergegeven.
2. Tik op "Yes" (Ja).
Page 21
17
Een optie uit de lijst "Favorites" (Favorieten) verwijderen:
1. Houd uw vinger op de optie die u uit uw favorieten wilt verwijderen tot Delete
Favorites (Favorieten verwijderen) wordt weergegeven.
2. Tik op "Yes" (Ja).
Page 22
18
3. Deprinter installeren
3.1 Het netsnoer aansluiten
1. Plaats de printer op een vlak, stabiel oppervlak.
2. Controleer of de aan-/uitschakelaar op UIT staat.
3. Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer.
4. Steek het netsnoer in de voedingspoort aan de achterzijde van de printer en steek de
stekker in een geaard stopcontact.
Opmerking
•Controleer of de aan-/uitschakelaar van de printer op UIT staat voordat u het netsnoer in
het contact van de printer steekt.
•Als de printer wordt ingeschakeld, gaat het statuslampje knipperen tot de printer de eerste
afdruktaak ontvangt.
Page 23
19
3.2 Het lint plaatsen
Binnenkant met
inktcoating
Tenzij anders aangegeven worden de modellen TJ-4422TN/TJ-4522TN gebruikt voor de
afbeeldingen in deze gebruikershandleiding.
Pad voor het plaatsen van het lint
Buitenkant met inktcoating
1. Open de mediaklep.
2. Plaats het lint op de linttoevoeras.
Page 24
20
3. Druk op de ontgrendelingshendel van de
printkop om de printkop te openen.
4. Voer het lint door onder de lintgeleiderbalk
en door de lintsensorsleuf. Volg daarbij
het invoerpad dat op de mediaklep is
aangegeven.
5. Draai de lintterugspoelas ongeveer drie-
tot vijfmaal linksom tot het lint gelijkmatig
en vlak ligt, zonder kreukels.
Page 25
21
6. Sluit de printkop door de
ontgrendelingshendel van de printkop aan
beide zijden omlaag te drukken.
Page 26
22
3.3 Gebruikt lint verwijderen
Tenzij anders aangegeven worden de modellen TJ-4422TN/TJ-4522TN gebruikt voor de
afbeeldingen in deze gebruikershandleiding.
1. Knip het gebruikte lint met een schaar af
langs de stippellijn.
2. Verwijder het lint terwijl u de
ontgrendelingsknop van het lint (1) op de
lintterugspoelas ingedrukt houdt.
Opmerking
Het verdient aanbeveling het gebruikte
lint te vernietigen als het lint zichtbare
afdrukken bevat.
Page 27
23
3.4 De media laden
Tenzij anders aangegeven worden de modellen TJ-4422TN/TJ-4522TN gebruikt voor de
afbeeldingen in deze gebruikershandleiding.
3.4.1 De labelrol laden
Pad voor het laden van de labelrol
1. Open de mediaklep.
2. Schuif de labelrolgeleider horizontaal naar
het eind van de labeltoevoeras en druk de
labelrolgeleider vervolgens omlaag.
Page 28
24
3. Plaats de labelrol op de labeltoevoeras en
duw de labelrolgeleider omhoog om de
labelrol te vergrendelen.
Opmerking
•Controleer of de afdrukzijde van de
labels naar boven is gericht.
•(TJ-4422TN/TJ-4522TN)
Schuif de medianiveausensor
omhoog om te zien hoeveel media
er nog op de labelrol zit.
4. (TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN)
Druk om de media te plaatsten op de
ontgrendelingshendel van de printkop en
voer het label door de demper, de
mediasensor en de labelgeleider aan de
voorzijde.
(TJ-4422TN/TJ-4522TN)
Druk om de media te plaatsten op de
ontgrendelingshendel van de printkop en
voer het label door de mediageleiderbalk,
de demper, de mediasensor en de
labelgeleider aan de voorzijde.
(TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN)
(TJ-4422TN/TJ-4522TN)
Page 29
25
5. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen.
Sensor zwarte markering
(aangegeven met )
Ruimtesensor
(aangegeven met )
Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met
de ruimtesensor/sensor zwarte markering op de labelrol.
6. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de
positie van de media in te stellen.
Opmerking
•Zorg dat u de media altijd door de
mediasensor voert.
•De locatie van de sensor wordt
aangegeven met een driehoekje
(ruimtesensor) en een pijltje
(sensor zwarte markering).
•De positie van de mediasensor kan
worden gewijzigd. Controleer of de
positie van de ruimtesensor of de
sensor zwarte markering
overeenkomt met de
ruimtesensor/sensor zwarte
markering op de labelrol.
7. Sluit de printkop aan beide zijden tot u
een klik hoort.
8. Stel het soort mediasensor in en kalibreer
de geselecteerde sensor.
Page 30
26
3.4.2 Externe media laden
Tenzij anders aangegeven worden de modellen TJ-4422TN/TJ-4522TN gebruikt voor de
afbeeldingen in deze gebruikershandleiding.
Pad voor het laden van gevouwen labels
Pad voor het plaatsen van externe media
1. Open de mediaklep.
Page 31
27
2. Voer de media in via de invoersleuf
externe labels.
3. (TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN)
Druk om de media te plaatsten op de
ontgrendelingshendel van de printkop en
voer het label door de demper, de
mediasensor en de labelgeleider aan de
voorzijde.
Lijn de labelrolgeleider uit op basis van de
labelbreedte.
(TJ-4422TN/TJ-4522TN)
Druk om de media te plaatsten op de
ontgrendelingshendel van de printkop en
voer het label door de mediageleiderbalk,
de demper, de mediasensor en de
labelgeleider aan de voorzijde.
Lijn de labelrolgeleider uit op basis van de
labelbreedte.
(TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN)
(TJ-4422TN/TJ-4522TN)
Page 32
28
4. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen.
Sensor zwarte markering
(aangegeven met )
Ruimtesensor
(aangegeven met )
Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met
de ruimtesensor/sensor zwarte markering op het label.
5. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de
positie van de media in te stellen.
Opmerking
•Zorg dat u de media altijd door de
mediasensor voert.
•De locatie van de sensor wordt
aangegeven met een driehoekje
(ruimtesensor) en een pijltje
(sensor zwarte markering).
•De positie van de mediasensor kan
worden gewijzigd. Controleer of de
positie van de ruimtesensor of de
sensor zwarte markering
overeenkomt met de
ruimtesensor/sensor zwarte
markering op het label.
6. Sluit de printkop aan beide zijden tot u
een klik hoort.
7. Stel het soort mediasensor in en kalibreer
de geselecteerde sensor.
Page 33
29
Opmerking
Kalibreer de ruimtesensor/sensor zwarte markering telkens wanneer u de media
vervangt.
Raadpleeg voor meer informatie over het kalibreren van de sensor paragraaf
8.2 De mediasensor automatisch kalibreren met de BPM.
3.4.3 Media plaatsen in de modus Labelverwijderaar (optioneel voor de
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN)
1. Open de mediaklep.
2. Schuif de labelrolgeleider horizontaal naar
het eind van de labeltoevoeras en druk de
labelrolgeleider vervolgens omlaag.
3. Plaats de labelrol op de labeltoevoeras en
duw de labelrolgeleider omhoog om de
labelrol te vergrendelen.
Opmerking
Controleer of de afdrukzijde van de
labels naar boven is gericht.
Page 34
30
4. Druk op de ontgrendelingshendel van de
Sensor zwarte markering
(aangegeven met )
Ruimtesensor
(aangegeven met )
printkop en plaats de media door de
labels door de demper, de mediasensor
en de labelgeleider voorzijde te voeren.
5. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen.
Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met
de ruimtesensor/sensor zwarte markering op de labelrol.
Page 35
31
6. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de
positie van de media in te stellen.
Opmerking
•Zorg dat u de media altijd door de
mediasensor voert.
•De locatie van de sensor wordt
aangegeven met een driehoekje
(ruimtesensor) en een pijltje
(sensor zwarte markering).
•De positie van de mediasensor kan
worden gewijzigd. Controleer of de
positie van de ruimtesensor of de
sensor zwarte markering
overeenkomt met de
ruimtesensor/sensor zwarte
markering op de labelrol.
7. Sluit de printkop aan beide zijden tot u
een klik hoort.
8. Stel het soort mediasensor in en kalibreer
de geselecteerde sensor.
Page 36
32
9. Gebruik de BPM om de kalibratie uit te
Label
Stickervel
voeren.
Raadpleeg voor meer informatie over het
kalibreren van de sensor paragraaf
8.2 De mediasensor automatisch
kalibreren met de BPM.
Opmerking
1. Kalibreer de ruimtesensor/sensor
zwarte markering voordat u media
plaatst in de modus
Labelverwijderaar om
papierstoringen te voorkomen.
2. Zorg dat u het label over de
mediageleiderbalk en onder de
demper doorvoert (zoals
aangegeven in de afbeelding).
10. Draai aan de ontgrendelingshendel van
de printkop, de ontgrendelingshendel van
de labelgeleider en de
labelverwijderaarset, en trek ongeveer
650 mm van de labelrol door de
mediauitvoersleuf.
11. Verwijder enkele labels, maar laat het
stickervel zitten.
12. Voer het stickervel door de sleuf van de
labelverwijderaar.
13. Plak het stickervel op de
mediaterugspoelas. Draai het stickervel
om de mediaterugspoelas tot het
stickervel volledig is uitgerekt.
Page 37
33
14. Zet de ontgrendelingshendel van de
printkop vast en gebruik het hoofdmenu
om de afdrukmodus in te stellen op Peel
Off (Labelverwijderaar).
(Main Menu (Hoofdmenu) > Setting
(Instellingen) > Print Mode
(Afdrukmodus) > Peel Off
(Labelverwijderaar))
15. Druk op de Selectie-knop rechts om een
label door te voeren en voer een test uit.
Page 38
34
3.4.4 Media plaatsen in de snijmodus (optioneel voor de
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN)
1. Open de mediaklep.
2. Schuif de labelrolgeleider horizontaal naar
het eind van de labeltoevoeras en druk de
labelrolgeleider vervolgens omlaag.
3. Plaats de labelrol op de labeltoevoeras en
duw de labelrolgeleider omhoog om de
labelrol te vergrendelen.
Opmerking
Controleer of de afdrukzijde van de
labels naar boven is gericht.
4. Druk op de ontgrendelingshendel van de
printkop en plaats de media door de
labels door de demper, de mediasensor
en de labelgeleider voorzijde te voeren.
Page 39
35
5. Voer de media in via de sleuf in de
Sensor zwarte markering
(aangegeven met )
Ruimtesensor
(aangegeven met )
afdekking van de label-snijeenheid.
6. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen.
Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met
de ruimtesensor/sensor zwarte markering op de labelrol.
7. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de
positie van de media in te stellen.
Opmerking
•Zorg dat u de media altijd door de
mediasensor voert.
•De locatie van de sensor wordt
aangegeven met een driehoekje
(ruimtesensor) en een pijltje
(sensor zwarte markering).
•De positie van de mediasensor kan
worden gewijzigd. Controleer of de
positie van de ruimtesensor of de
sensor zwarte markering
overeenkomt met de
ruimtesensor/sensor zwarte
markering op de labelrol.
Page 40
36
8. Sluit de printkop aan beide zijden tot u
een klik hoort.
9. Stel het soort mediasensor in en kalibreer
de geselecteerde sensor.
10. Gebruik de BPM om de kalibratie uit te
voeren. Raadpleeg voor meer informatie
over het kalibreren van de sensor
paragraaf 8.2 De mediasensor
automatisch kalibreren met de BPM.
11. Sluit de printkop en druk op de
Selectie-knop rechts om een label door te
voeren en een test uit te voeren.
Page 41
37
3.4.5 Media plaatsen in de terugspoelmodus (TJ-4422TN/TJ-4522TN)
1. Open de mediaklep.
2. Schuif de labelrolgeleider horizontaal naar
het eind van de labeltoevoeras en druk de
labelrolgeleider vervolgens omlaag.
Page 42
38
3. Plaats de labelrol op de labeltoevoeras en
Sensor zwarte markering
(aangegeven met )
Ruimtesensor
(aangegeven met )
duw de labelrolgeleider omhoog om de
labelrol te vergrendelen.
Opmerking
•Controleer of de afdrukzijde van de
labels naar boven is gericht.
•Schuif de medianiveausensor
omhoog om te zien hoeveel media
er nog op de labelrol zit.
4. Druk om de media te plaatsten op de
ontgrendelingshendel van de printkop en
voer het label door de mediageleiderbalk,
de demper, de mediasensor en de
labelgeleider aan de voorzijde. Lijn de
labelrolgeleider uit op basis van de
labelbreedte.
5. Gebruik de afstelknop voor de mediasensorpositie om de mediasensor te verplaatsen.
Controleer of de positie van de ruimtesensor of de sensor zwarte markering overeenkomt met
de ruimtesensor/sensor zwarte markering op de labelrol.
Page 43
39
6. Gebruik de labelgeleider voorzijde om de
positie van de media in te stellen.
Opmerking
•Zorg dat u de media altijd door de
mediasensor voert.
•De locatie van de sensor wordt
aangegeven met een driehoekje
(ruimtesensor) en een pijltje
(sensor zwarte markering).
•De positie van de mediasensor kan
worden gewijzigd. Controleer of de
positie van de ruimtesensor of de
sensor zwarte markering
overeenkomt met de
ruimtesensor/sensor zwarte
markering op de labelrol.
7. Sluit de printkop aan beide zijden tot u
een klik hoort.
8. Stel het soort mediasensor in en kalibreer
de geselecteerde sensor.
9. Voer de kalibratie uit en stel de printer
vervolgens in op de terugspoelmodus.
10. Open de mediaklep, duw de labelgeleider
helemaal naar rechts en trek deze
vervolgens omlaag.
Page 44
40
11. Plaats de papierkern op de
mediaterugspoelas.
Opmerking
De papierkern wordt niet met de printer
meegeleverd. Gebruik uw eigen
papierkernen.
12. Open de ontgrendelingshendel van de
printkop en de ontgrendelingshendel van
de labelgeleiderbalk en trek ongeveer
650 mm van de labelrol door de
mediauitvoersleuf.
13. Steek de voorste rand van de media door
de terugspoelsleuf op het voorpaneel
(zoals aangegeven).
14. Draai het label om de interne
mediaterugspoelas en plak het label op de
papierkern. Draai de as tegen de klok in
tot het label volledig is uitgerekt.
Page 45
41
15. Pas de mediaterugspoelgeleider aan de
labelbreedte aan.
16. Sluit de ontgrendelingshendel van de
printkop en de klep aan de onderzijde.
Page 46
42
4. De afdrukkwaliteit verbeteren
Afstelknop voor de
Schuifregelaar voor de
Standaardinstelling
4.1 De printkopspanning aanpassen om de afdrukkwaliteit te
verbeteren
Tenzij anders aangegeven worden de modellen TJ-4422TN/TJ-4522TN gebruikt voor de
afbeeldingen in deze gebruikershandleiding.
Gebruik voor de beste afdrukkwaliteit de afstelknop voor de printkopspanning om de
printkop af te stellen. Kies een van de vijf spanningsinstellingen, afhankelijk van de
mediabreedte die u gebruikt.
Afstelknop voor de printkopspanning
Voor labels (met een breedte van minder dan twee inch) zet u de schuifregelaar voor de
printkopspanningpositie zo dicht mogelijk bij het midden van het label om ongewenste
wrijving tussen de printkop en de drukrol te voorkomen.
printkopspanningpositie
printkopspanning
Page 47
43
4.2 De lintspanning aanpassen om gekreukelde labels te
Invoer-
richting
voorkomen
Kreukels kunnen vele oorzaken hebben, onder meer de breedte en dikte van de media, de
drukbalans van de printkop, de kenmerken van het lint en de instellingen voor de
afdrukdichtheid/het donkerniveau.
4.2.1 De lintspanning aanpassen
Gebruik de instelschroef voor de lintspanning om de lintspanning aan te passen en
gekreukelde labels te voorkomen. Kies een van de vijf aanpassingsniveaus.
Instelschroef voor de lintspanning
Beschrijving
Voorbeelden
van kreukels
De kreukel in het lint loopt van de
rechterbenedenhoek naar de
linkerbovenhoek van het label.
De kreukel in het lint loopt van de
linkerbenedenhoek naar de
rechterbovenhoek van het label.
Page 48
44
De instelschroef voor de lintspanning heeft vijf niveaus. Gebruik een platte
Instelschroef voor de lintspanning
Aanpassingsschaal voor de
schroevendraaier om het lintspanningsniveau aan te passen.
Verstelbare
Printer
Onderdelen
lintspanning
De afstelknop voor de printkopspanning beschikt over vijf mogelijke
instellingen. Gebruik de afstelknop voor de printkopspanning en de
schuifregelaar voor de printkopspanningpositie om de spanning en de positie
van de printkop in te stellen.
Afstelknop voor de printkopspanning
Schuifregelaar voor de printkopspanningpositie
Page 49
45
1. Draai de instelschroef voor de
binnenkant staat en de kreukel niet
printkopspanningpositie steeds één
1. Draai de instelschroef voor de
lintspanning eenmaal per niveau
op de aanpassingsschaal voor de
lintspanning rechtsom en druk het
label af om te zien of de kreukel is
verdwenen.
Rechtsom
2. Als de instelschroef voor de
lintspanning eenmaal per niveau
op de aanpassingsschaal voor de
lintspanning linksom en druk het
label af om te zien of de kreukel is
verdwenen.
Linksom
2. Als de instelschroef voor de
lintspanning volledig aan de
lintspanning volledig aan de
buitenkant staat en de kreukel
is verdwenen, zet u de
schuifregelaar voor de
niveau hoger of lager. Druk
vervolgens het label opnieuw af en
kijk of de kreukel is verdwenen.
3. Als de kreukel in het lint na het
verstellen van de schuifregelaar
voor de printkopspanningpositie
niet is verdwenen, zet u de
afstelknop voor de
printkopspanning steeds één
niveau hoger of lager. Controleer
daarna of de kreukel is verdwenen.
niet is verdwenen, zet u de
schuifregelaar voor de
printkopspanningpositie steeds
één niveau hoger of lager. Druk
vervolgens het label opnieuw af
en kijk of de kreukel is
verdwenen.
3. Als de kreukel in het lint na het
verstellen van de
schuifregelaar voor de
printkopspanningpositie niet is
verdwenen, zet u de afstelknop
voor de printkopspanning
steeds één niveau hoger of
lager. Controleer daarna of de
kreukel is verdwenen.
Page 50
46
4.2.2 De instellingen voor afdrukdichtheid/het donkerniveau wijzigen
Opmerking
Raadpleeg voor informatie over de afdrukdichtheid/het donkerniveau paragraafs
7.1.1 FBPL-instellingen en 7.1.2 ZPL2-instellingen
.
4.2.3 Andere media proberen
Zorg dat u het juiste papier gebruikt.
Opmerking
Raadpleeg voor informatie over de ondersteunde papierbreedten en -dikten paragraaf
9. Productspecificaties
Opmerking
Als de kreukels dan nog niet verdwenen zijn, neemt u contact op met de klantenservice van de
fabrikant van het product of met uw plaatselijke (Brother-)dealer.
.
Page 51
47
5. Afdrukken
5.1 Het printerstuurprogramma installeren
Opmerking
De modelnaam en het serienummer vindt u aan de achterzijde van de printer.
Download het juiste stuurprogramma voor uw model:
• TJ-4420TN/TJ-4422TN: Brother TJ-44
• TJ-4520TN/TJ-4522TN: Brother TJ-45
• TJ-4620TN: Brother TJ-46
De installatiemethode voor het stuurprogramma is afhankelijk van het type verbinding:
USB-verbinding (Windows/Mac/Linux)
Bluetooth-verbinding (Windows)
Wi-Fi-netwerkverbinding (Windows)
Bedrade netwerkverbinding (Windows)
Page 52
48
5.1.1 USB-verbinding (Windows/Mac/Linux)
Opmerking
Mac/Linux-gebruikers
Raadpleeg de installatiehandleiding van het stuurprogramma voor meer informatie over de
installatie van het stuurprogramma.
1. Sluit de printer met een USB-kabel aan op de computer.
2. Ga naar de pagina Downloads van uw model op support.brother.com
en download het
nieuwste printerstuurprogramma en de nieuwste software.
3. Voer de toepassing Seagull Driver Wizard uit en selecteer Install printer drivers
(Printerstuurprogramma’s installeren) en USB.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking
Als u het printerstuurprogramma niet kunt installeren:
Installeer het printerstuurprogramma handmatig:
Selecteer in de toepassing Seagull Driver Wizard Install printer drivers
4. De printer start zonder dat het AUTO.BAS-programma wordt uitgevoerd.
Page 66
62
7. De printerinstellingen wijzigen
7.1 Het menu Instellingen
TJ-4420TN/TJ-4520TN/TJ-4620TN
1. Selecteer Setting (Instellingen) in het hoofdmenu.
2. Selecteer de gewenste programmeertaal bij Command Set (Opdrachtenset).
3. Druk op de knop onder het pictogram .
TJ-4422TN/TJ-4522TN
1. Selecteer Setting (Instellingen) in het hoofdmenu.
2. Tik op Command Set (Opdrachtenset) en selecteer de gewenste programmeertaal.
3. Tik op het pictogram .
Page 67
63
7.1.1 FBPL-instellingen
Instelling
Beschrijving
1 tot 6 voor 600 dpi (standaard 3)
1,5-6 voor 600 dpi
1,5-3 voor 600 dpi
Beschikbare FBPL-instellingen:
Menu
Setting
(Instelling)
FBPL
Speed (Snelheid)
Slew Speed
(Draaisnelheid)
Back Speed
(Terugvoersnelheid)
Density (Dichtheid)
Direction (Richting)
Print Mode
(Afdrukmodus)
Offset (Verschuiving)
Shift X
(X-verschuiving)
Shift Y
(Y-verschuiving)
Reference X
(X-referentie)
Reference Y
(Y-referentie)
Code Page
(Codepagina)
Batch Mode
(Batchmodus)
None (Geen)
Cutter Batch
(Afsnijbatch)
Rewinder Mode
(Terugspoelmodus)
Peeler Mode (Modus
Labelverwijderaar)
Cutter Mode
(Snijmodus)
1
1
1
Alleen beschikbaar voor TJ-4420TN, TJ-4520TN en TJ-4620TN.
Speed (Snelheid)
Slew Speed
(Draaisnelheid)
Back Speed
(Terugvoersnelheid)
Country (Land)
De afdruksnelheid instellen. Het instelbereik loopt van:
2 tot 14 voor 203 dpi (standaard 6) 2 tot 12 voor 300 dpi (standaard 4)
De invoersnelheid voor de printer instellen. Het instelbereik loopt van:
2-8 voor 203 dpi 2-8 voor 300 dpi
De terugvoersnelheid voor de printer instellen. Het instelbereik loopt van:
2-3 voor 203 dpi 2-3 voor 300 dpi
Density (Dichtheid)
Het donker-/lichtniveau van de afdruk instellen. Het instelbereik loopt
van 0 tot 15. Mogelijk moet u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van
de geplaatste media.
Page 68
64
Instelling
Beschrijving
Direction (Richting)
RICHTING 0
RICHTING 1
Afdrukmodus
Beschrijving
Batch Mode
Nadat de afbeelding is afgedrukt, wordt de
mogelijk te maken.
None (Geen)
De bovenkant van het volgende label wordt
(modus Afscheuren).
Cutter Batch
(Afsnijbatch)
Het label wordt aan het eind van de afdruktaak
eenmaal afgesneden.
Rewinder Mode
Activeert de Terugspoelmodus.
Peeler Mode
Labelverwijderaar)
Activeert de Modus Labelverwijderaar.
Cutter Mode
(Snijmodus)
Activeert de Snijmodus.
Shift X
(X-verschuiving)
Shift Y
(Y-verschuiving)
Reference X
(X-referentie)
Reference Y
(Y-referentie)
Code Page
(Codepagina)
De afdrukrichting opgeven.
De afdrukmodus instellen.
DOORVOER
Print Mode
(Afdrukmodus)
Offset
(Verschuiving)
(Batchmodus)
ruimtemarkering/zwarte markering door de
afscheurplaat doorgevoerd om afscheuren
uitgelijnd met de "burn line" van de printkop
(Terugspoelmodus)
(Modus
De locatie voor het stoppen van de media nauwkeurig opgeven. Het bereik
loopt van -999 tot 999 dots.
De afdrukpositie nauwkeurig opgeven. Het bereik loopt van -999 tot
999 dots.
De oorsprong van het coördinatensysteem van de printer horizontaal en
verticaal instellen. Het bereik loopt van 0 tot 999 dots.
De codepagina voor de internationale tekenset instellen.
Country (Land) De landcode instellen. Het instelbereik loopt van 1 tot 358.
Opmerking
Als u afdrukt met de gedownloade software/het gedownloade stuurprogramma, overschrijven
de opdrachten van de software/het stuurprogramma de printerinstellingen.
Page 69
65
7.1.2 ZPL2-instellingen
Beschikbare ZPL2-instellingen:
Menu
Setting
(Instelling)
ZPL2
Darkness (Donker)
Print Speed
(Afdruksnelheid)
Slew Speed
(Draaisnelheid)
BackFeed Speed
(terugvoersnelheid)
Tear Off (Afscheuren)
Print Mode
(Afdrukmodus)
Print Width
(Afdrukbreedte)
List Fonts
(Lijst met lettertypen)
List Images
(Lijst met afbeeldingen)
List Formats
(Lijst met formaten)
List Setup
(Lijst met instellingen)
Control Prefix
(Beheer prefix)
Format Prefix
(Opmaak prefix)
Delimiter Char
(Scheidingsteken)
Media Power Up
(Media bij inschakelen)
Tear Off (Afscheuren)
Cutter (Snijeenheid)
Rewind
(Terugspoelen)
Peel Off
(Labelverwijderaar)
No Motion (Geen
beweging)
Length (Lengte)
Calibration
(Kalibratie)
1
Head Close
(Printkop dicht)
Label Top
(Bovenkant label)
Left Position
(Linkerpositie)
Reprint Mode
(Opnieuw afdrukken)
Format Convert
(Formaat converteren)
1
Alleen beschikbaar voor TJ-4420TN, TJ-4520TN en TJ-4620TN.
Feed (Doorvoer)
No Motion (Geen
beweging)
Length (Lengte)
Calibration
(Kalibratie)
Feed (Doorvoer)
Disable
(Uitschakelen)
Enable (Inschakelen)
None (Geen)
300 -> 600
200 -> 600
150 -> 600
150 -> 300
Page 70
66
Instelling
Beschrijving
Darkness (Donker)
De afdrukmodus instellen.
Afdrukmodus
Beschrijving
Tear Off
(Afscheuren)
De bovenkant van het volgende label wordt
uitgelijnd met de "burn line" van de printkop.
(Snijeenheid)
Print Width
(Afdrukbreedte)
List Setup (Lijst
met instellingen)
Control Prefix
(Beheer prefix)
Format Prefix
(Opmaak prefix)
(Scheidingsteken)
Print Speed
(Afdruksnelheid)
Slew Speed
(Draaisnelheid)
BackFeed Speed
(terugvoersnelheid)
Het donkerniveau instellen. Het instelbereik loopt van 0 tot 30. Mogelijk
moet u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van de geselecteerde
media.
De afdruksnelheid instellen. Het instelbereik loopt van:
2 tot 18 voor 203 dpi (standaard 6) 2 tot 14 voor 300 dpi (standaard 4) 1,5 tot 6 voor 600 dpi (standaard 3)
De invoersnelheid voor de printer instellen. Het instelbereik loopt van:
2-8 voor 203 dpi 2-8 voor 300 dpi 2-6 voor 600 dpi
De terugvoersnelheid voor de printer instellen. Het instelbereik loopt
van:
2-3 voor 203 dpi 2-3 voor 300 dpi 2-3 voor 600 dpi
Tear Off
(Afscheuren)
Print Mode
(Afdrukmodus)
List Fonts (Lijst
met lettertypen)
List Images (Lijst
met afbeeldingen)
De locatie voor het stoppen van de media nauwkeurig opgeven. Het
bereik loopt van -120 tot 120 dots.
Peel Off
De Modus Labelverwijderaar activeren.
(Labelverwijderaar)
Cutter
Rewind
De Snijmodus activeren.
De Terugspoelmodus activeren.
(Terugspoelen)
De afdrukbreedte instellen. Het bereik loopt van 2 tot 999 dots.
De huidige lijst met lettertypen van de printer op het label afdrukken.
De lettertypen kunnen worden opgeslagen in het DRAM of
flashgeheugen van de printer, of op een uitbreidingsgeheugenkaart.
De huidige lijst met afbeeldingen van de printer op het label afdrukken.
De afbeeldingen kunnen worden opgeslagen in het DRAM of
flashgeheugen van de printer, of op een uitbreidingsgeheugenkaart.
List Formats (Lijst
met formaten)
De huidige lijst met formaten van de printer op het label afdrukken. De
formaten kunnen worden opgeslagen in het DRAM of flashgeheugen
van de printer, of op een uitbreidingsgeheugenkaart.
De huidige printerconfiguratie afdrukken.
Het Beheer prefix-teken instellen.
Het Opmaak prefix-teken instellen.
Delimiter Char
Het scheidingsteken instellen.
Page 71
67
Instelling
Beschrijving
Media Power Up
De gewenste media-actie na het inschakelen van de printer instellen.
Actie
Beschrijving
Feed
Length
(Lengte)
De printer bepaalt de labellengte en voert het
label in.
beweging)
De gewenste media-actie na het sluiten van de printkop instellen.
Actie
Beschrijving
(Kalibratie)
labellengte en voert één label in.
Label Top
(Bovenkant label)
van -120 tot +120 dots.
Left Position
(Linkerpositie)
Reprint Mode
afdrukken)
Format Convert
converteren)
De schaalfactor voor bitmapafbeeldingen selecteren. Het eerste getal
DPI-instelling.
(Media bij
inschakelen)
(Doorvoer)
Calibration
(Kalibratie)
No Motion
(Geen
De printer voert één label uit.
De printer kalibreert de sensorniveaus, bepaalt de
labellengte en voert één label in.
Geen actie.
Head Close
(Printkop dicht)
(Opnieuw
(Formaat
Feed
(Doorvoer)
Calibration
Length
(Lengte)
De printer voert één label uit.
De printer kalibreert de sensorniveaus, bepaalt de
De printer bepaalt de labellengte en voert het
label in.
No Motion
(Geen
Geen actie.
beweging)
De verticale afdrukpositie voor het label instellen. Het instelbereik loopt
De horizontale afdrukpositie voor het label instellen. Het instelbereik
loopt van -9 999 tot +9 999 dots.
Het laatste label opnieuw afdrukken door op het scherm de knop
pijl-omhoog () te selecteren.
is de oorspronkelijke DPI-waarde; het tweede getal is de gewenste
Opmerking
Als u afdrukt met de gedownloade software/het gedownloade stuurprogramma, worden de
instellingen die met het scherm zijn ingevoerd, overschreven.
Page 72
68
7.2 Sensorinstellingen
Instelling
Beschrijving
Threshold Detect
(Drempeldetectie)
De sensorgevoeligheid instellen op Fixed (Vast) of Auto
(Automatisch).
Maximum Length
(Maximale lengte)
Stel de bovenste of de onderste sensor zwarte markering in
Actie
Beschrijving
Back Side
(Achterzijde)
Print Side
(Afdrukzijde)
De minimale papierlengte en maximale ruimte/BLINE-lengte
sensorgevoeligheid.
Het is raadzaam om de sensoren te kalibreren elke keer dat u andere media plaatst.
Auto Calibration
(Automatische
kalibratie)
Gap (Ruimte)
Black Mark
(Zwarte markering)
Continuous
(Continu)
Preprint
(Vóór afdrukken)
Gap (Ruimte)
MenuSensor
Auto Calibration
(Automatische
kalibratie)
Manual
Calibration
(Handmatige
kalibratie)
Manual Calibration
(Handmatige
kalibratie)
Threshold Detect
(Drempeldetectie)
Maximum Length
(Maximale lengte)
BMark Transmitter
(Overdracht sensor
zwarte markering)
Advanced
(Geavanceerd)
Standard
(Standaard)
Auto (Automatisch)
Fixed (Vast)
Back Side (achterzijde)
Print Side (afdrukzijde)
Min. Paper (Min. papierlengte)
Max. Gap/Mark
(Max. ruimte/markering)
Black Mark
(Zwarte
markering)
Continuous
(Continu)
Het soort mediasensor instellen en de geselecteerde sensor
automatisch kalibreren. De printer voert maximaal drie
labels in om de sensorgevoeligheid automatisch te
kalibreren.
Als Auto Calibration (Automatisch kalibreren) niet op de
media kan worden toegepast, gebruikt u de functie Manual
Calibration (Handmatig kalibreren) om de papierlengte en
de ruimte/BLINE in te stellen. Scan vervolgens de
achterkant/markering om de sensorgevoeligheid te
kalibreren.
De maximale lengte instellen voor de labelkalibratie.
BMark
als hoofdtransmitter.
Transmitter
(Overdracht
sensor zwarte
markering)
Advanced
(Geavanceerd)
instellen voor automatische kalibratie van de
De zwarte markering op de achterzijde.
De zwarte markering op de afdrukzijde.
Page 73
69
7.3 Interface-instellingen
Instelling
Beschrijving
Baud Rate
(Baudrate)
Data bits
(Databits)
Stop Bit(s)
(Stopbit(s))
De interface-instellingen voor de printer opgeven.
MenuInterface
7.3.1 Instellingen voor seriële communicatie
De RS-232-instellingen voor de printer opgeven.
MenuInterfaceSerial (Serieel)
Serial (Serieel)
Ethernet
Wi-Fi
Bluetooth
Baud Rate
(Baudrate)
Parity (Pariteit)
Data Bits
(Databits)
Stop Bit(s)
(Stopbit(s))
9600 bps
4800 bps
2400 bps
1200 bps
115200 bps
57600 bps
38400 bps
19200 bps
None (Geen)
Even
Odd (Oneven)
8
7
1
2
De Baudrate voor RS-232 instellen.
Parity (Pariteit) De Pariteit voor RS-232 instellen.
De Databits voor RS-232 instellen.
De Stopbit(s) voor RS-232 instellen.
Page 74
70
7.3.2 Ethernet-instellingen
Item
Beschrijving
De (bedrade) Ethernet-verbinding van de printer configureren en de status controleren.
Zodra de Ethernet-verbinding tot stand is gebracht, verschijnen het Ethernet-pictogram en
het IP-adres op het scherm (zie de afbeelding hieronder).
MenuInterfaceEthernet
Status
Configure
(Configureren)
Status
De status van de instelling van het Ethernet IP-adres en het
MAC-adres controleren.
DHCP:
Het DHCP-netwerkprotocol (Dynamic Host Configuration
Configure
(Configureren)
Protocol) inschakelen (Aan) of uitschakelen (Uit).
Static IP (Statisch IP):
Het IP-adres, subnetmasker en de gateway van de printer
instellen.
Opmerking
Zie paragraaf 5.1.4 Bedrade netwerkverbinding (Windows) voor informatie over het installeren
van het printerstuurprogramma.
Page 75
71
7.3.3 Wi-Fi-instellingen
Opmerking
Voor het gebruik van Wi-Fi is de optionele WLAN/BT-interface (PA-WB-001) vereist.
Configureer de Wi-Fi-verbinding van de printer en controleer de status.
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de Enterprise-configuratie instellen met de
Brother Printer Management Tool (BPM). Voor meer informatie over het instellen van Wi-Fi
met de BPM raadpleegt u de "Brother Printer Management Tool Quick Start Guide"
(BPM-snelstartgids) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com
.
Zodra de Wi-Fi-interface is gekoppeld, worden het Wi-Fi-pictogram en het IP-adres op het
scherm weergegeven zoals hieronder afgebeeld.
Opmerking
Zorg dat zowel de draadloze router/het draadloze toegangspunt als de netwerkinstellingen van
de printer juist zijn ingesteld. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij de
draadloze router/het draadloze toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant
van de router, uw systeembeheerder of uw internetprovider.
MenuInterfaceWi-Fi
Status
Configure
(Configureren)
SSID
Security
(Beveiliging)
Password
(Wachtwoord)
Page 76
72
Item
Beschrijving
Status
De status van de instelling van het Wi-Fi IP-adres en MAC-adres
controleren.
DHCP:
instellen.
Security
(Beveiliging)
Password
(Wachtwoord)
Het DHCP-netwerkprotocol (Dynamic Host Configuration Protocol)
Configure
(Configureren)
inschakelen (Aan) of uitschakelen (Uit).
Static IP (Statisch IP):
Het IP-adres, subnetmasker en de gateway van de printer
SSID De SSID (netwerknaam) instellen.
De Wi-Fi-versleuteling selecteren.
Het wachtwoord (de netwerksleutel) instellen.
Opmerking
Zie paragraaf 5.1.3 Wi-Fi-netwerkverbinding (Windows) voor informatie over het installeren van
het printerstuurprogramma.
Page 77
73
7.3.4 Bluetooth-instellingen
Item
Beschrijving
Opmerking
Voor het gebruik van Bluetooth is de optionele WLAN/BT-interface (PA-WB-001) vereist.
Configureer de Bluetooth-verbinding van de printer, controleer de status en reset de lokale
naam.
Als u Bluetooth inschakelt, kunt u met uw mobiele apparaat de printer detecteren en er
verbinding mee maken.
MenuInterfaceBluetooth
Status De status van de Bluetooth-instelling controleren.
Local Name
(Lokale naam)
PIN Code
(PIN-code)
De lokale Bluetooth-naam resetten.
De lokale PIN-code voor Bluetooth instellen.
Status
Local Name (Lokale naam)
PIN Code (PIN-code)
Page 78
74
7.4 Geavanceerde instellingen
Item
Beschrijving
Het serienummer van de printer, het aantal reeds afgedrukt
afsnijden weergeven.
Touchscreen
(Touchscreenkalibratie)
Language (Taal)
Printer Information
(printergegevens)
Initialization (Initialisatie)
Display Brightness
(Helderheid scherm)
Touchscreen Calibration
(Touchscreenkalibratie)
Date & Time (Datum en tijd)
Menu
Advanced
(Geavanceerd)
Security (Beveiliging)
Ribbon Low Warning
(Waarschuwing lint bijna op)
Print Head Maintn
(Onderhoud printkop)
Key Sound (Toetsengeluid)
Date Format (Datumnotatie)
Date (Datum)
Time Format (Tijdnotatie)
Time (Tijd)
Menu Lock (Menu
vergrendelen)
Menu Password
(Wachtwoord voor menu)
Favorites Lock
(Favorieten vergrendelen)
Favorites Password
(Wachtwoord voor
favorieten)
Warning (Waarschuwing)
Reset Counter
(Teller resetten)
Interval
Contact Us (Contact opnemen)
Language (Taal) De schermtaal opgeven.
Printer Information
(printergegevens)
Initialization
(Initialisatie)
Display Brightness
(Helderheid scherm)
Calibration
Date & Time (Datum en
tijd)
Security (Beveiliging)
(inch/m), het aantal afgedrukte labels (stuks) en de teller voor
De printerinstellingen terugzetten naar de standaardinstellingen.
De helderheid van het scherm instellen (instelbereik
van 0 tot 100).
Het scherm kalibreren.
De datum en tijd instellen die op het scherm worden
weergegeven.
Een wachtwoord instellen om het menu of uw favorieten te
vergrendelen. Het standaardwachtwoord is "8888".
Page 79
75
Item
Beschrijving
Ribbon Low Warning
De status van de printkop en meldingen met betrekking tot het
Item
Beschrijving
De waarschuwing voor het reinigen van de
(Uitschakelen).
Het aantal afdrukken instellen aan de hand
standaardinstelling is 1 km.
Key Sound
(Toetsengeluid)
De QR-code wordt weergegeven waarmee de Brother Support
worden geopend.
(Waarschuwing lint
bijna op)
Print Head Maintn
(Onderhoud printkop)
Het waarschuwingsbericht Ribbon Low Warning (lint bijna op)
instellen. Als u de waarde bijvoorbeeld op 30 m zet, krijgt het
pictogram een rode kleur als de lintcapaciteit minder dan
30 m is geworden.
onderhoud controleren.
printkop in- of uitschakelen. Als deze
Warning
(Waarschuwing)
instelling is geactiveerd en de printkop het
opgegeven aantal afdrukken overschrijdt,
verschijnt er een waarschuwing op het
scherm. De standaardinstelling is Disable
Reset Counter
(Teller resetten)
De waarschuwing voor het aantal afdrukken
van de printkop resetten nadat de printkop
is gereinigd.
waarvan de reinigingswaarschuwing van de
printkop wordt weergegeven. Voordat u
Interval
deze functie kunt gebruiken, moet u "TPH
warning lock" (Waarschuwing
TPH-vergrendeling) inschakelen. De
Het geluid bij het indrukken van de knoppen in- of uitschakelen.
Contact Us
(Contact opnemen)
website op support.brother.com op een mobiel apparaat kan
7.5 Bestandsbeheer
Het beschikbare geheugen controleren, de lijst met bestanden weergeven, bestanden
verwijderen of de bestanden uitvoeren die zijn opgeslagen in het DRAM/Flash/Card
(Kaartje)-geheugen van de printer.
Menu
File Manager
(Bestandsbeheer)
DRAM
FLASH
CARD (Kaart)
Page 80
76
7.6 Diagnostische functies
Item
Beschrijving
De intensiteit en leesstatus van de sensor controleren.
Item
Beschrijving
Diag Gap (Diagnostiek
ruimte)
De huidige waarde ophalen uit de
ruimtesensor.
Diag Black Mark
markering)
Diag Ribbon End
(Diagnostiek einde lint)
De huidige waarde ophalen uit de sensor
einde lint.
(Configuratie afdrukken)
Print Config.
Dump Mode
(Dumpmodus)
Menu
(Diagnostiek)
Print Config.
(Configuratie
afdrukken)
Dump Mode
(Dumpmodus)
Diagnostic
Print Head (Printkop)
Display (Weergave)
Sensor
Diag Gap
(Diagnostiek ruimte)
Diag Black Mark
(Diagnostiek zwarte
markering)
Diag Ribbon End
(Diagnostiek einde lint)
De huidige printerconfiguratie afdrukken. De afdruk van de configuratie
bevat een testpatroon van de printkop. Aan de hand hiervan kunt u zien of
het verwarmingselement van de printkop mogelijk beschadigd is.
Raadpleeg paragraaf 6.1.2
Kalibratie ruimtesensor/sensor zwarte
markering, zelftest en activering dumpmodus voor meer informatie.
De gegevens van de communicatiepoort vastleggen en de gegevens
afdrukken die door de printer zijn ontvangen. In de dumpmodus worden
alle tekens in twee kolommen afgedrukt. De tekens in de linkerkolom
worden door het printersysteem verzonden en de tekens in de
rechterkolom zijn de bijbehorende hexadecimale waarden. Aan de hand
hiervan kunt u het programma verifiëren en eventuele problemen oplossen.
Raadpleeg paragraaf 6.1.2
Kalibratie ruimtesensor/sensor zwarte
markering, zelftest en activering dumpmodus voor meer informatie.
Opmerking
Voor de dumpmodus is een papierbreedte van 101,6 mm vereist.
Print Head
(Printkop)
Display
(Weergave)
Controleren of de printkop zichtbare dots bevat en de temperatuur van de
printkop controleren.
De kleurenstatus van het scherm controleren.
Sensor
(Diagnostiek zwarte
De huidige waarde ophalen uit de sensor
zwarte markering.
Page 81
77
8. Brother Printer Management Tool (BPM)
Functieknoppen
Interfacetype
PrinterConfiguratieknoppen
De Brother Printer Management Tool (BPM) is een geïntegreerd hulpprogramma waarmee u:
De status en instellingen van een printer kunt controleren
Printerinstellingen kunt wijzigen
Aanvullende opdrachten naar een printer kunt verzenden
Afbeeldingen en lettertypen kunt downloaden
Een bitmaplettertype voor een printer kunt maken
Firmware kunt downloaden en updaten
Draadloze LAN- (Wi-Fi-) en Bluetooth-instellingen kunt configureren
Met dit hulpprogramma kunt u tevens de status en instellingen van de printer weergeven om
eventuele problemen op te lossen.
8.1 De BPM starten
Dubbelklik op het BPM-pictogram om de software te starten.
status
In het hoofdvenster van BPM hebt u toegang tot de volgende opties:
Printerconfiguraties
Bestandsbeheer
Opdrachttool
RTC conf.
Printerfunctie
Beheer bitmap font
Voor meer informatie raadpleegt u de "Brother Printer Management Tool Quick Start Guide"
(BPM-snelstartgids) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com
.
Page 82
78
8.2 De mediasensor automatisch kalibreren met de BPM
Gebruik de BPM om het soort mediasensor (ruimtesensor of sensor zwarte markering) in te
stellen en de geselecteerde sensor te kalibreren.
Ruimtesensor Sensor zwarte markering
De ruimtesensor (transmissiesensor) detecteert het begin van het label en de printer voert het
label door naar de juiste positie.
De sensor zwarte markering (reflectieve sensor) detecteert de markering en de printer voert de
media door naar de juiste positie.
1. Zorg dat de media is geplaatsten de printkop is gesloten. (Raadpleeg paragraaf
3.4 De media laden
2. Zet de printer aan.
3. Start de BPM.
4. Klik op de knop Printerfunctie.
5. Klik op de knop Kalibreren.
6. Selecteer het type mediasensor en klik op Kalibreren.