Brother MFC-580 User Manual [nl]

MFC-580
GEBRUIKERSHANDLEIDING
DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR.
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
I
II

EC Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE

Producent Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek Brother Industries (Johor) Sdn. Bhd., IT Factory No. 28, Jalan Angkasa Mas Utama, Kawasan Perindustrian Tebrau II, Johor Bahru, Johor Darul Takzim, Malaysia
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product : Facsimile Machines Type : Groep 3 Modelnaam : MFC-580
Voldoen aan de bepalingen in richtlijn R & TTE (1999/5/EC) en wij verklaren te voldoen aan de volgende normen:
Veiligheid : EN60950:2000 EMC : EN55022:1998 Klasse B
EN55024:1998 EN61000-3-2:1995 + A1:1998 + A2:1998 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2001
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd. Datum : 15 juni 2001 Plaats : Nagoya, Japan
III

Over deze handleiding

Gefeliciteerd met de aanschaf van een Multi-Function Center (MFC) van Brother. Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen
prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat.
Het apparaat is tevens voorzien van een Rapport -toets. Druk op Rapport en 1 om een overzicht af te drukken van de meest elementaire stappen en functies.

Informatie opzoeken

De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding. In deze handleiding zult u verder nog symbolen tegenkomen die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Hier en daar zijn ook LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.

In deze handleiding gebruikte symbolen

Opmerking of extra informatie.
Als u de aanbevelingen niet opvolgt, kan de machine worden beschadigd of zal zij niet naar behoren werken.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u zich verwondt.
IV

Gebruikersvriendelijk programmeren

We hebben in uw faxmachine een functie voor programmeren op het scherm ingebouwd. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten. (Zie
Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op het LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenus, programmeringsopties en instellingen te selecteren. U kunt instellingen echter sneller maken door te drukken op de toets betreffende menunummer met behulp van de kiestoetsen in te voeren.
Aan het begin van deze handleiding staat een complete lijst van de beschikbare functies, opties en instellingen. (Zie

Wisselend LCD-scherm

Het LCD-scherm wisselt soms tussen de huidige geselecteerde optie en een help-bericht waarin beknopte aanwijzingen staan over hoe u verder moet gaan. Het LCD­scherm dat u het vaakst zult zien staat rechts afgebeeld. Het laat zien dat wanneer u een document in de papierinvoer plaatst, u ofwel een nummer kunt intoetsen om het als fax te verzenden of de toets kunt indrukken om een kopie van het document te maken.
Over deze handleiding , pagina IV.)
Menu/Set en het
Programmeerstand & Functieselectietabel , pagina 10.)
FAX: NR. & START KOPIE:NR.& KOPIE
Mono Kopie of Kleuren Kopie
V

Inhoudsopgave

Over deze handleiding Gebruikersvriendelijk programmeren
Inhoudsopgave ...............................................................................VI
VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing
Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing....... 3
Overzicht van het bedieningspaneel ................................................8
Programmeerstand & Functieselectietabel ....................................10
NORMAAL GEBRUIK
Hoofdstuk 1 Installatie
Eerste instellingen..........................................................................16
Aangepaste instellingen ................................................................. 18
Nummers opslaan om snel te kiezen.............................................. 20
Hoofdstuk 2 Een fax verzenden
Het scannen afstellen .....................................................................21
Een nummer kiezen........................................................................ 22
Verzenden ...................................................................................... 23
Hoofdstuk 3 Faxen ontvangen
Ontvangststand: instellingen..........................................................25
Faxen ontvangen ............................................................................ 27
Hoofdstuk 4 Gebruik als telefoon
Telefoongesprekken voeren via een externe telefoon.................... 29
Hoofdstuk 5 Rapporten afdrukken
Het verzendrapport en het journaal instellen ................................. 31
De toets Rapport ............................................................................32
VI
GEAVANCEERD GEBRUIK
Hoofdstuk 6 Geavanceerd verzenden
Geavanceerd gebruik......................................................................33
Hoofdstuk 7 Geavanceerd ontvangen
Werken met een extern of een tweede toestel................................38
Hoofdstuk 8 Pollen
Ontvang Pollen...............................................................................40
Verzend Pollen (Niet beschikbaar voor kleurenfax)......................42
Hoofdstuk 9 Opties voor afstandsbediening (Niet beschikbaar
voor kleurenfax)
Fax Opslaan instellen .....................................................................43
Fax Doorzenden .............................................................................43
Opvragen Op Afstand.....................................................................44
KOPIËREN
Hoofdstuk 10 Kopiëren
Basisbewerkingen...........................................................................47
Tijdelijke kopieerinstellingen.........................................................48
De standaardinstelling van kopiëren veranderen............................52
Wettelijke beperkingen ..................................................................53
PRINTER/SCANNER
Hoofdstuk 11 De machine als een printer gebruiken
Functies ..........................................................................................54
Printer drivers.................................................................................54
De juiste soort papier kiezen ..........................................................54
Multifunctionele papierinvoer........................................................55
Gelijktijdig afdrukken en faxen......................................................55
Functies in het printermenu............................................................55
Afdrukkwaliteit verbeteren ............................................................55
Hoofdstuk 12 Instellingen van de printer driver (alleen bij
gebruik van Windows
Brothers printer driver voor de MFC-580 gebruiken....................56
Het tabblad Papier ..........................................................................56
Het tabblad Kwaliteit/Kleur ...........................................................59
Het tabblad Geavanceerd ...............................................................63
Het tabblad Ondersteuning.............................................................66
VII
®
)
Hoofdstuk 13 Het Brother Control Center voor Windows
gebruiken (alleen bij gebruik van Windows
Brother Control Center ..................................................................67
De scantoets gebruiken met een Windows-pc ............................... 68
Kenmerken van Brother Control Center........................................ 70
Naar bestand scannen..................................................................... 73
Naar E-mail Scannen .....................................................................74
Naar een tekstverwerker scannen................................................... 76
De knop Gebruikers Instellingen ................................................... 77
Kopiëren......................................................................................... 78
Fax verzenden ................................................................................ 79
Hoofdstuk 14 ScanSoft
ScanSoft
Een document scannen................................................................... 83
PaperPort
TextBridge
®
voor Brother en
®
gebruiken
®
®
)
Hoofdstuk 15 PC FAX instellen en gebruiken (alleen bij gebruik
van Windows
Inleiding ......................................................................................... 88
MFC Setup Op Afstand .................................................................88
Faxen via de pc (alleen bij gebruik van Windows
®
)
®
) ..................... 89
Hoofdstuk 16 De Brother MFC gebruiken met een New Power
Macintosh
Een Apple
8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 instellen.................................................... 100
De Brother printer driver gebruiken met uw Apple Macintosh
Faxen via de Macintosh ............................................................... 102
De Brother TWAIN scanner driver gebruiken met uw Apple Macintosh
®
G3, G4 of iMac
®
Macintosh
®
.................................................................................. 100
®
.................................................................................. 106
®
G3, G4 of iMac
/iBook
met USB en Mac OS 8.5/
®
®
ONDERHOUD
Hoofdstuk 17 Problemen oplossen en Onderhoud
Foutmeldingen .............................................................................112
Document en papier vastgelopen................................................. 114
Problemen met de werking van de machine ................................ 118
Afdrukkwaliteit verbeteren .......................................................... 123
De machine inpakken en vervoeren............................................. 126
Regelmatig onderhoud................................................................. 129
BELANGRIJKE INFORMATIE
Hoofdstuk 18 Belangrijke veiligheidsinstructies
Belangrijke veiligheidsinstructies................................................ 133
BELANGRIJK-Voor uw veiligheid ............................................134
VIII
APPENDIX
Hoofdstuk 19 Specificaties
Faxspecificaties ............................................................................135
Printerspecificaties .......................................................................136
Samenstelling en publicatie..........................................................138
Handelsmerken.............................................................................138
Papier............................................................................................139
Tekst invoeren..............................................................................142
Verklarende woordenlijst .............................................................143
Index.............................................................................................147
IX

Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing

Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine

Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine.
Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de belangrijke veiligheidsinformatie (pagina 133), de tips bij de voorbereiding en de beknopte gebruiksaanwijzing (pagina 3).
Raadpleeg NORMAAL (pagina 16) GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK (pagina 33) voor nadere informatie.
1 De installatiehandleiding lezen
Volg Brothers instructies in de installatiehandleiding voor het instellen van de machine.
2 Het document plaatsen
De documenten moeten tussen 9 en 21.6 cm breed zijn en tussen 12.7 en 35.6 cm. Uw faxmachine scant slechts een breedte van maximaal 20.8 cm, ongeacht de werkelijke breedte van het papier.
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde eerst in de automatische documenteninvoer.
Stel de papiergeleiders af op de breedte van uw document.
Documenten met bedrukte zijde naar beneden in autom. doc.invoer
Papiergeleiders
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 1
De automatische documenteninvoer (ADF) kan maximaal 20 vel papier bevatten, die een voor een in de machine worden ingevoerd. Gebruik in de automatische documenteninvoer alleen normaal papier (75 g/m
2
).
Schud de stapel papier altijd goed los voor u hem in de documenteninvoer plaatst, en plaats de paginas zo in de automatische documenteninvoer, dat ze elkaar lichtjes overlappen.
Ca. 1,3 cm
Gebruik NOOIT documenten die zijn omgekruld, verkreukeld, gevouwen of gescheurd, en ook geen documenten met nietjes, paperclips, lijm, correctievloeistof of plakband. Gebruik ook NOOIT karton, krantenpapier of stof.
Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
3 Een fax in zwart-wit verzenden
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer.
2
Voer het gewenste faxnummer in.
3
Druk op Mono Fax Start.
4 Een kopie maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer.
2
Druk op Mono Kopie of Kleuren Kopie.
Als u het kopiëren wilt stoppen, drukt u op Stop/Eindigen. Druk nogmaals op Stop/Eindigen om het originele document vrij te geven. (Zie Kopiëren,
pagina 47.)
2
5 Meerdere kopieën maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk bijvoorbeeld op 3, 8 als u 38 kopieën wilt maken.
3
Druk op Mono Kopie.
Als u in kleur kopieert, is het niet mogelijk om meerdere exemplaren te kopiëren.

Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing

Een geschikte plaats kiezen

Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen 10°C en 35°C is.
Zet de machine niet op een plaats waar men er tegen kan stoten. Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten. Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof. Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer; bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine namelijk verloren gaan. Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren. Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan sterk licht zoals direct zonlicht.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 3

De inktcartridges plaatsen

Als u inkt in uw ogen krijgt, was ze dan onmiddellijk uit met water en roep zonodig de hulp van een arts in.
Verwijder GEEN inktcartridges als ze niet vervangen hoeven te worden. Als u dit doet kan de hoeveelheid inkt verminderen en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge is.
Schud de inktcartridges NIET. Als u dit doet kan de inkt weglopen als u de afdichtingstape verwijdert. Als u inktvlekken op uw lichaam of kleding krijgt, was deze dan onmiddellijk af met zeep of een wasmiddel.
Vul de inktcartridges NIET. Als opnieuw gevulde cartridges en incompatibele inkt wordt gebruikt kan dit de printkop in deze machine beschadigen en een beschadiging van die aard wordt niet gedekt door de garantie. De garantie is niet geldig bij problemen die zijn veroorzaakt door gebruik van inkt of inktcartridges van andere merken. Wij raden u aan om alleen originele verbruiksartikelen van Brother te gebruiken.
Als u een inktcartridge op de verkeerde plaats installeert, dient u de printkoppen diverse keren te reinigen nadat u de cartridge op de juiste plaats hebt gezet en voordat u gaat afdrukken, anders worden de kleuren gemengd.
Zodra een inktcartridge geopend is, moet hij in de machine geïnstalleerd worden en binnen zes maanden na de installatie worden opgebruikt. Gebruik ongeopende inktcartridges voor de vervaldatum die op de doos staat vermeld.
Als de melding XXXX INKT LEEG op het LCD-scherm verschijnt nadat u de inktcartridges hebt geïnstalleerd, controleer dan of de inktcartridges op de juiste wijze zijn geïnstalleerd.

Het netsnoer aansluiten

Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker.
Aangezien de machine via het netsnoer wordt geaard, kunt u uzelf tegen
mogelijke elektrische gevaren beschermen door tijdens het aansluiten op een telefoonlijn de stroom van het apparaat aan te laten staan. Wanneer het apparaat moet worden verplaatst, beschermt u uzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te halen.

Opslag in geheugen

Alle instellingen in de menus zijn permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring bewaard, behalve de instellingen die alleen voor de volgende fax gelden (bijvoorbeeld contrast, internationaal).
4

Meerdere lijnen aansluiten (PABX)

De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (Private Automatic Branch Exchange = automatische telefooncentrale of PBX). Het is echter verstandig om voor uw faxmachine een afzonderlijke lijn te gebruiken. De machine kan dan continu in de ontvangststand (ALLEEN FAX) blijven staan, zodat zij dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Aansluiting op een centrale
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met PBXs zal kunnen werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf dat uw PBX verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de stand voor beantwoorden op HANDMATIG in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
3
Dit apparaat kan worden gebruikt op lijnen die gebruik maken van tonen of van pulsen.

Aansluiting van een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)

Volgorde van aansluiting
Als u een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat. De machine luistert naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden ingesproken.
Het antwoordapparaat moet elk gesprek binnen vier keer bellen beantwoorden. U wordt echter aangeraden om het apparaat in te stellen op twee keer bellen. De machine kan de faxtonen pas opvangen als het antwoordapparaat het gesprek heeft beantwoord, en met vier keer bellen blijven er slechts 8 – 10 seconden over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw externe antwoordapparaat de instelling voor toll-saver (bespaarstand voor telefoonkosten) te gebruiken wanneer het meer dan 4 keer overgaat.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Het is belangrijk dat het antwoordapparaat via de EXT-ingang op de machine wordt aangesloten. Lijnverdubbelaars op de lijnaansluiting kunnen problemen veroorzaken met het beantwoorden, en worden daarom afgeraden.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 5
Aansluitingen
1
Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
EXT.
LINE
2
Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De instelling voor de belvertraging van de machine is niet van toepassing).
3
Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina).
4
Activeer het antwoordapparaat.
5
Stel de ontvangststand in op ANT:ANTWOORDAPP.. (Zie De ontvangststand kiezen en wijzigen, pagina 26.)
ANTW.APP.
ANTW.APP.
6
Uitgaand bericht van antwoordapparaat
Timing is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
1
U wordt aangeraden een bericht van niet meer dan 20 seconden te gebruiken.
2
Neem eerst vijf seconden stilte op (dit geeft uw faxmachine de gelegenheid om eerst de kiestoon te horen, zodat de ontvangst
sneller verloopt).
3
U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de code voor activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
Na de toon kunt u een bericht inspreken of op 51 drukken om een fax te sturen.
Houd er rekening mee dat sommige handmatig verzonden faxen niet automatisch kunnen worden ontvangen. Dit komt omdat de verzendende faxmachine dan geen faxtonen doorgeeft. Daarom is het raadzaam altijd uw code voor activeren op afstand te vermelden.

Een extern of tweede toestel aansluiten

U kunt desgewenst een apart telefoontoestel op de machine aansluiten, zoals hieronder staat afgebeeld.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Tweede toestel
Extern toestel
Extern toestel
Tweede toestel
Tweede toestel
Wanneer dit externe toestel in gebruik is, staat op het LCD-scherm de melding TELEFOON.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 7

Overzicht van het bedieningspaneel

2
1
3 4 5 6 8
7
Scan naar
1
Met deze toets kunt u het volgende origineel in uw computer scannen en selecteren in welke toepassing het wordt ingelezen: een tekstverwerker, een grafische toepassing of een e-mailtoepassing.
Inkt
2
Gebruik deze toets om de printkoppen te reinigen en een inktcartridge te vervangen.
Kleurenkopieertoetsen:
3
(alleen voor de volgende kopie) Opties
U kunt de kopieerinstellingen veranderen.
Kwaliteit
Met deze toets kunt u de kwaliteit van de kopie veranderen.
Kleuren Kopie
Maakt een kopie in full colour.
Mono Kopie
Maakt een kopie in zwart-wit.
13
4
5
6
7
12
Rapport
Deze toets geeft u toegang tot het menu Rapporten, waar u kunt selecteren welk rapport wordt afgedrukt: Help, Kieslijst, Journaal, Verzendrapport, Systeeminstellingen en Bestelformulier.
Liquid Crystal Display (LCD)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies.
Kiestoetsen
Met deze toetsen worden telefoon- en faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in de machine in te voeren. Met de toets # kunt u tijdens een telefoongesprek schakelen tussen PULS en TOON.
Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of de programmeerstand afgesloten.
11
9
10
8
Navigatietoetsen:
8
Menu/Set
Met deze toets krijgt u toegang tot de menus en de programmeerstand, en kunt u instellingen opslaan.
of
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties te bladeren. U kunt deze toets tevens gebruiken om op alfabetische volgorde te bladeren door de namen die bij de nummers in het geheugen zijn opgeslagen.
of
Druk op deze toets om door de menus en opties te bladeren.
Druk op deze toets om het volume van de bel of de luidspreker af te stellen.
Starttoetsen:
9
Kleuren Fax Start
Begint met het sturen van fax in kleur.
Mono Fax Start
Begint met het sturen van een fax in zwart-wit.
Fax Resolutie
0
(alleen voor de volgende fax)
Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen.
Telefoon/Intern
A
Als u in de stand F/T het dubbele belsignaal hoort en u het telefoontje op een extern toestel hebt aangenomen, kunt u na een druk op deze toets met de persoon aan de andere kant van de lijn spreken. Deze toets wordt tevens gebruikt om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste op te roepen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
Zoeken/Snelkiezen
B
Hiermee kunt u opgeslagen nummers kiezen door op de toets # te drukken, en vervolgens met de kiestoetsen een tweecijferig nummer in te voeren. U kunt hiermee ook nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen.
Herkies/Pauze
C
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in automatisch te kiezen nummers.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 9

Programmeerstand & Functieselectietabel

- Menu openen
- Naar volgende menuniveau
- Optie accepteren
- Door huidige menuniveau bladeren
- Terug naar vorige menuniveau
- Verder naar volgende menuniveau
- Menu afsluiten
U opent de programmeerstand door te drukken op Menu/Set. Als u de programmeerstand hebt geopend, geeft het LCD-
scherm in eerste instantie het volgende weerweer: Druk op 1 voor het algemene instelmenu
of
Druk op 2 voor het faxmenu
of
Druk op 3 voor het kopieermenu
of
Druk op 4 voor Printer
of
Druk op of om sneller door de menuniveaus te bladeren en accepteer een optie door te drukken op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD­scherm geeft dan het volgende menuniveau weer. Druk op of om naar de volgende menuselectie te gaan en druk vervolgens op Menu/Set.
Nadat u een optie hebt geaccepteerd, wordt op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD weergegeven.
KIES & SET
1.STAND.INSTELL.
2.FAX
3.KOPIE
4.TEST AFDRUK
Gebruik om achteruit door de menus te bladeren als u per ongeluk te ver bent gegaan, of als dit toetsaanslagen bespaart.
U kunt de machine tevens programmeren door op Menu/Set te drukken en vervolgens de nummers van het gewenste menu in te drukken. Als u FAX RESOLUTIE bijvoorbeeld wilt instellen op
FIJN, drukt u Menu/Set, 2, 2, 2 en of om de optie FIJN te selecteren, waarna u op Menu/Set drukt.
10
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set.
Om een menu af te sluiten drukt u op Stop/Eindigen.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Hoofdmenu
1. STAND. INSTELL.
Submenu
1. PAPIER SOORT
2. DATUM/TIJD
3. STATIONS ID
4. VOLUME
5. PBX
6. WIJZIG KLOK
BESPAARSTAND
7.
TOON/PULS
8.
Menuopties
——
——
1. BELVOLUME
2. WAARSCH. TOON
——
Opties
NORMAAL
INKJET GLOSSY (4-KLEUR/ 3-KLEUR) TRANSP.
UIT HOOG
LAAG
UIT HOOG
LAAG
AAN
UIT
AAN
UIT
TOON
PULS
Omschrijving Pagina
om te accepteren
Identificeert het soort papier in de multifunctionele papierinvoer.
Voer de datum en de tijd in. Deze gegevens komen op het LCD­scherm en op de faxberichten te staan.
Voer de naam en het faxnummer in die op elke faxpagina moeten worden afgedrukt.
Hiermee stelt u het volume van de bel af. 18
Hiermee stelt u het volume van de waarschuwingstoon af.
Activeer deze functie als de machine is aangesloten op een PABX (Private Automatic Branch Exchange).
Zet de klok van de machine een uur vooruit/terug voor de zomertijd/wintertijd.
Met deze functie schakelt u de stroombespaarstand in en uit.
Hiermee selecteert u de kiesstand.
16
16
17
18
18
19
19
19
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 11
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set.
Om een menu af te sluiten drukt u op Stop/Eindigen.
Hoofdmenu
2. FAX 1.
Submenu
ONTVANGST MENU
2. VERZEND MENU
Menuopties
1.
BEL VERTRAGING
ONTVANGSTMODUS
2.
3. F/T BELTIJD7040
FAX
4.
WAARNEMEN
5. CODE OP AFST.
6. AUTO REDUCTIE
GEH.
7.
ONTVANGST
8. ONTVANG POLLEN
1. CONTRAST AUTO
2. FAX RESOLUTIE
Opties
06 05 04 03
02
ALLEEN FAX
FAX/TEL ANT:ANTWOORDAPP. HANDMATIG
30
20
AAN
UIT
AAN ( 51, #51)
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
STAND. BEVEILIG TIJDKLOK
LICHT DONKER
STAND.
FIJN S.FIJN FOTO
Omschrijving Pagina
om te accepteren
F/TAantal keren dat de bel van de machine in de stand Fax/Tel of Fax overgaat voordat wordt opgenomen.
Kies de stand die het beste aan uw behoeften voldoet.
Stelt de tijd in voor dubbel bellen in de stand Fax/Tel (F/T) Modus.
Ontvang faxberichten zonder de Mono Fax Start toets in te drukken.
Voer de code voor het activeren in om de machine vanaf een andere plaats te activeren of deactiveren.
Met deze functie wordt een afdruk verkleind, zodat hij op 1 pagina past.
Als u deze functie activeert en het papier in de faxmachine op is, worden de faxberichten automatisch in het geheugen opgeslagen.
Met deze functie kunt u een andere faxmachine bellen en daar een faxbericht opvragen (pollen).
Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden.
Hiermee wijzigt u de standaardinstelling van de faxresolutie.
26
26
26
27
39
27
28
40
21
21
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
12
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set.
Om een menu af te sluiten drukt u op Stop/Eindigen.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Hoofdmenu
2. FAX (vervolg)
Submenu
2. VERZEND MENU (vervolg)
KIESGEHEUGEN
3.
4. RAPPORT INST.
Menuopties
3. TIJDKLOK
VERZAMELEN
4.
5. DIRECT VERZ.
6. VERZEND POLLEN
INTERNATIONAAL
7.
1. SNELKIES
2. GROEPS INSTEL.
1. VERZ. RAPPORT
2. JOURNAAL PER.
Opties
AAN
UIT
ALLEEN DEZE FAX
UIT
AAN
STAND. BEVEILIG
AAN
UIT
AAN AAN+BEELD
UIT
UIT+BEELD
UIT
7/4/2 dagen
24/12/6/3/1 uur
Omschrijving Pagina
om te accepteren
Met deze functie kunt u uw apparaat instellen om de documenten op een later tijdstip te verzenden.
Met deze functie verzendt u alle uitgestelde faxen tegelijkertijd in één transmissie naar hetzelfde faxnummer.
Als het geheugen vol is, kunt u faxberichten direct (real time) verzenden.
Hiermee stelt u Verzend Pollen in, zodat iemand op uw machine een fax kan opvragen.
Hebt u problemen met internationale verzending, zet de internationale stand dan AAN.
Snelkiesnummers in het geheugen opslaan.
Hiermee stelt u een groepsnummer in dat wordt gebruikt voor het groepsverzenden.
Hier stelt u in wanneer het verzendrapport en het journaal worden afgedrukt.
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
33
33
24
42
33
20
35
31
31
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 13
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set.
Om een menu af te sluiten drukt u op Stop/Eindigen.
Hoofdmenu
2. FAX (vervolg)
Submenu
5. AFSTAND OPTIES
6.
REST. OPDRACHT.
0. DIVERSEN 1. TX SLOT
Menuopties
1. FAX DOORZEND
2. FAX OPSLAAN
3. AFST. BEDIENING
PRINT
4.
DOCUMENT
——
Opties
AAN
UIT
AAN
UIT
159 Hiermee stelt u de code
Omschrijving Pagina
om te accepteren
Hiermee stelt u de machine in op het naar een ander nummer doorsturen van faxen.
Inkomende faxen in het geheugen opslaan, zodat ze vanaf een ander toestel kunnen worden opgevraagd en naar een ander toestel kunnen worden doorgezonden.
in die moet worden ingevoerd om uw faxberichten vanaf een andere locatie op te vragen.
Met deze functie wordt een afdruk gemaakt van de in het geheugen opgeslagen faxberichten.
Controleren welke taken er in het geheugen zitten, of een wachtende taak annuleren (bijv. een uitgestelde fax (tijdklok) of een polling-taak).
Zet de meeste functies op slot, behalve faxontvangst.
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
43
43
44
28
35
36
14
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set.
Om een menu af te sluiten drukt u op Stop/Eindigen.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Hoofdmenu
3. KOPIE 1. KWALITEIT
4. TEST AFDRUK
Submenu
2. KLEUREN AANP.
3. CONTRAST
———
Menuopties
1. ROOD R:– +
2. GROEN G:– +
3. BLAUW B:– +
Opties
NORM
SNEL FIJN
R:– +
R:– +
R:– + R:– +
G:– +
G:– +
G:– + G:– +
B:– +
B:– +
B:– + B:– +
+ +
+
+ +
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
Omschrijving Pagina
om te accepteren
Hiermee stelt u de kwaliteit van de kopie af.
Hiermee stelt u de hoeveelheid Rood in kopieën af. 52
Hiermee stelt u de hoeveelheid Groen in kopieën af. 52
Hiermee stelt u de hoeveelheid Blauw in kopieën af. 52
Stelt het contrast af.
U kunt een testpagina afdrukken om de afdrukkwaliteit te controleren en om de verticale uitlijning af te stellen.
52
53
123
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 15
1

Installatie

Eerste instellingen

Papiersoort instellen

Voor de beste resultaten moet u dezelfde papiersoort selecteren als u gebruikt.
1
Druk op Menu/Set, 1, 1.
2
Druk op of om NORMAAL, INKJET,
GLOSSY of TRANSP. (TRANSPARANTEN) te selecteren, en druk vervolgens op
Menu/Set.
3
Als u GLOSSY hebt gekozen, drukt u op of om GLOSSY:4-KLEUR of GLOSSY:3-KLEUR, en drukt u vervolgens op Menu/Set.
De afdrukkwaliteit van zwarte inkt varieert afhankelijk van het soort glanzend papier dat u gebruikt. Er wordt zwarte inkt gebruikt als u GLOSSY:4-KLEUR selecteert. Als het glanzend papier dat u gebruikt de zwarte inkt afstoot, selecteert u GLOSSY:3-KLEUR, wat zwarte inkt simuleert door de drie inktkleuren te combineren.
4
Druk op Stop/Eindigen.
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u transparanten gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk van de uitvoerlade te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of omkrullen.
1.PAPIER SOORT

Datum en tijd instellen

De machine geeft de datum en de tijd weer, en deze gegevens worden afgedrukt op elke fax die u verzendt.
Als de stroom uitvalt, zal de machine de datum en de tijd enkele uren lang bijhouden. Alle andere instellingen blijven bewaard.
1
Druk op Menu/Set, 1, 2.
2
Toets de twee cijfers van het jaartal in en druk op Menu/Set. 02 wordt in deze machine geregistreerd als 2002.
3
Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Menu/Set.
4
Voer twee cijfers voor de dag in en druk op Menu/Set.
5
Voer de tijd in 24-uurs formaat in en druk op Menu/Set.
6
Druk op Stop/Eindigen.
16 Hoofdstuk 1

De stations-ID instellen

U kunt uw naam en faxnummer op alle faxpaginas die u verstuurt laten afdrukken. Het is uiterst belangrijk dat de fax- en telefoonnummers in internationaal standaardformaat worden
ingevoerd, m.a.w. precies in onderstaande volgorde:
- Het + (plus) teken (druk op het teken).
- Uw landnummer (bijv. 31 voor Nederland of 32 voor België).
- Uw netnummer zonder de eerste 0 (in Spanje is dit een 9 ).
- Een spatie.
- Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de duidelijkheid.
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in Nederland is geïnstalleerd, wordt gebruikt voor zowel faxberichten als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 020 444 5555 is, dan moet uw stationsidentificatie als volgt worden ingesteld: +31 20 444 5555.
1
Druk op Menu/Set, 1, 3.
2
Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Menu/Set.
3
Raadpleeg het schema voor het invoeren van tekst en voer met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 tekens). Als u een spatie wilt invoeren, drukt u tweemaal op .
4
Druk op Menu/Set.
5
Druk op Stop/Eindigen.
Zie Tekst invoeren, pagina 142.
Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden
ingevoerd.
Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren.
Als uw stations-ID reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd of u deze identificatie wilt wijzigen (1) of dat u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te brengen (2).
NORMAAL GEBRUIK
Installatie 17

Aangepaste instellingen

Volume-instellingen

Volume van bel
U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst zelfs worden uitgezet.
1
Druk op Menu/Set, 1, 4, 1.
2
Druk op of om UIT, LAAG, of HOOG te selecteren.
3
Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Eindigen.
of
U kunt het volume van de bel van de faxmachine instellen wanneer de machine inactief is. De bel kan desgewenst zelfs worden uitgeschakeld (UIT).
Druk op of om het volume af te stellen. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, gaat de bel even over, zodat u hoort hoe luid de bel met de huidige instelling klinkt. Op het LCD­scherm wordt de door u geselecteerde instelling getoond. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, wordt het volume van de bel verder afgesteld.
De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u haar wijzigt.
Volume van waarschuwingstoon
Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als het volume is ingesteld op LAAG of HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
1
Druk op Menu/Set, 1, 4, 2.
2
Druk op of om de gewenste instelling te selecteren.
3
Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Eindigen.

PBX en DOORVERBINDEN

Uw faxmachine is in eerste instantie zo ingesteld, dat zij kan worden aangesloten op openbare telefoonlijnen (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centrale (PBX). Deze faxmachine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De Recall-functie van uw faxmachine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall) en privécentrales gebruiken TBR doorgaans om toegang te geven tot een buitenlijn of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel. U activeert deze functie met de toets Telefoon/Intern.
PBX instellen
Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale, moet PBX:AAN worden geselecteerd. Is dit niet het geval, dan moet deze functie uitstaan (UIT).
1
Druk op Menu/Set, 1, 5.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
18 Hoofdstuk 1
3
Druk op Stop/Eindigen.
U kunt een druk op de toets Telefoon/Intern programmeren als onderdeel van een nummer dat is opgeslagen als een snelkiesnummer. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van een dergelijk nummer (functiemenu 2-3-1) eerst op Telefoon/Intern (op het scherm verschijnt een “! ), waarna u het telefoonnummer invoert. U hoeft dan niet meer op Telefoon/Intern te drukken als een snelkiesnummer gebruik maakt van een buitenlijn. (Zie Nummers opslaan om snel te kiezen, pagina 20.) Als PBX echter is uitgeschakeld (UIT), kunt u geen snelkiesnummers gebruiken waarin een druk op Telefoon/Intern is geprogrammeerd.

Zomertijd/wintertijd instellen

Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug.
1
Druk op Menu/Set, 1, 6. Het LCD-scherm geeft het volgende weer.
2
Druk op of om zomertijd of wintertijd te selecteren, en druk op Menu/Set.
3
Druk op 1 om over te schakelen van wintertijd naar zomertijd, of andersomofDruk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.
IN ZOMERTIJD?
1.WIJZIG 2.STOP

Stroombespaarstand

Als u de stroombespaarstand activeert, wordt energie bespaard doordat de CPU binnen in de machine wordt uitgeschakeld. Als de machine inactief is en u deze stand activeert (AAN), schakelt ze automatisch over naar de energiebesparende stroombespaarstand. In deze stand kunt u de functie Fax Waarnemen echter niet gebruiken, en kan de machine evenmin vanaf een andere locatie worden geactiveerd.
Bovendien zal de machine ook geen datum en tijd meer weergeven.
1
Druk op Menu/Set, 1, 7.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Eindigen.
NORMAAL GEBRUIK

De kiesstand instellen (Toon/Puls)

De machine is in de fabriek ingesteld op TOON. Als u echter een PULS-lijn gebruikt, volgt u onderstaande stappen om over te schakelen naar PULS.
1
Druk op Menu/Set, 1, 8. U wordt gevraagd om PULS of TOON te kiezen.
2
Gebruik of om de gewenste kiesmethode te selecteren.
3
Druk op Menu/Set zodra de gewenste kiesmethode op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Eindigen.
Installatie 19

Nummers opslaan om snel te kiezen

U kunt de machine op verschillende manieren laten snelkiezen: met snelkiesnummers en met groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. (Zie Groepsverzenden (Niet beschikbaar voor kleurenfax), pagina 34.)
De nummers die in het geheugen zijn opgeslagen gaan niet verloren als de stroom uitvalt.

Snelkiesnummers opslaan

U kunt snelkiesnummers opslaan, die dan met een druk op slechts vijf toetsen of met de zoekfunctie gekozen kunnen worden. Er zijn 40 snelkieslocaties. (Zie Snelkiezen, pagina 22.)
1
Druk op Menu/Set, 2, 3, 1. U wordt gevraagd een locatie in te voeren.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen (01-40) een tweecijferige locatie in, en druk vervolgens op Menu/Set. Op het scherm wordt het ingevoerde cijfer weergegeven en u wordt gevraagd om het nummer in te voeren dat u wilt opslaan.
3
Voer het nummer in (maximaal 20 cijfers), en druk op Menu/Set. U wordt nu gevraagd een naam bij het nummer op te slaan.
4
Gebruik de normale kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 tekens). (Zie Tekst invoeren, pagina 142.)ofGa naar stap 5 om het nummer zonder een naam op te slaan.
5
Druk op Menu/Set. Ga terug naar stap 2 om nog een snelkiesnummer op te slaan,ofdruk op Stop/Eindigen.
Als u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam weergegeven die u bij dat nummer hebt opgeslagen. Als u geen naam hebt opgeslagen, wordt het nummer dat u hebt opgeslagen weergegeven.

Snelkiesnummers wijzigen

Als u probeert een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar reeds een nummer staat, verschijnt de naam van het opgeslagen nummer op het LCD-scherm en wordt u gevraagd of u deze wilt wijzigen of de handeling wilt afsluiten.
1
Druk op Menu/Set, 2, 3, 1. U wordt gevraagd een locatie in te voeren.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen (01-40) een tweecijferige locatie in, en druk vervolgens op
Menu/Set.
3
Druk op 1 als u het opgeslagen nummer wilt wijzigen, of op 2 als u de handeling wilt afsluiten zonder een wijziging te maken.
4
Voer het nieuwe nummer in.
Als u het nummer wilt wissen, drukt u op Stop/Eindigen als de cursor helemaal links van
de cijfers staat.
Als u één van de cijfers wilt veranderen, gaat u met de navigatietoetsen of naar het
te wijzigen cijfer en voert u het nieuwe cijfer in,ofdruk op Stop/Eindigen om alle tekens boven en rechts van de cursor te wissen.
5
Volg de instructies onder Snelkiesnummers opslaan.
20 Hoofdstuk 1
U kunt een lijst afdrukken van alle nummers die u hebt opgeslagen. (Zie De toets Rapport, pagina 32.)
Loading...
+ 134 hidden pages