MFC-620CN
MFC-210C Installatiehandleiding MFC-410CN
U moet eerst alle hardware instellen en het stuurprogramma te installeren, pas dan kunt u de machine gebruiken.
Raadpleeg de “Installatiehandleiding” en volg de eenvoudige instructies voor het opstellen van de machine en het installeren van het printerstuurprogramma.
Stap 1
De machine installeren
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
De installatie is voltooid!
Vanuit het stuurprogramma kunt u rechtstreeks naar het Brother Solutions Center gaan, waar u de meest recente stuurprogramma’s kunt ophalen en de beste oplossingen voor problemen of vragen kunt opzoeken. U vindt deze informatie ook op http://solutions.brother.com of voor België respectievelijk Nederland www.brother.be en www.brother.nl.
Bewaar deze installatiehandleiding, de gebruikershandleiding en de meegeleverde cd-rom op een veilige plaats, zodat u ze wanneer nodig snel even kunt raadplegen.
De machine installeren
Windows®
|
® |
netwerk |
installeren |
Windows |
|
software |
X |
|
de |
|
|
® |
|
|
en |
OS |
|
Hetstuurprogramma |
Mac |
|
MacOS |
-8.69.2 |
|
|
® |
|
® |
|
Macintosh |
netwerk |
Voor netwerkgebruikers
Versie A
Waarschuwing
Dit duidt op een waarschuwing waarmee rekening moet worden gehouden om persoonlijk letsel te voorkomen.
|
|
Gebruikers |
|
Hint |
handleiding |
Dit duidt op een |
Dit zijn opmerkingen of |
Dit verwijst naar de |
waarschuwing waarmee |
nuttige wenken die u van |
gebruikershandleiding. |
rekening moet worden |
pas kunnen komen bij het |
|
gehouden om ervoor te |
gebruik van de machine. |
|
zorgen dat de machine |
|
|
op de juiste wijze wordt |
|
|
gebruikt of om te |
|
|
voorkomen dat de |
|
|
machine wordt |
|
|
beschadigd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Installatiehandleiding |
|
|
|
Cd-rom |
|
|
|
Gebruikershandleiding |
Telefoonsnoer |
|
|
Netsnoer |
Zwart |
Magenta |
Geel |
Cyaan |
(LC900BK) |
(LC900M) |
(LC900Y) |
(LC900C) |
|
|
Inktpatronen |
|
Welke onderdelen er worden geleverd, kan van land tot land verschillen.
Bewaar alle verpakkingsmateriaal en de doos.
Als u bezig bent de machine via USB aan te sluiten:
■De interfacekabel wordt niet standaard meegeleverd. U moet zelf een geschikte USB 2.0-kabel kopen.
■Wees er zeker van dat u een USB 2.0-interfacekabel gebruikt die niet langer is dan 2 meter.
■Uw machine heeft een full speed USB 2.0 interface. Deze interface is compatibel met Hi-Speed USB 2.0; de maximale gegevensoverdrachtsnelheid zal echter 12 Mbits/sec. bedragen. De machine kan ook worden verbonden met een computer die over een USB 1.1 interface beschikt.
1
(Voor MFC-210C en MFC-410CN)
12 |
|
11 |
10 |
9 |
1 |
2 |
3 |
|
|
4 |
5 |
6 |
|
|
7 |
8 |
9 |
|
|
|
0 |
# |
|
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
1. Faxen telefoontoetsen |
|
5. Toets Opties |
|
9. Toets Stop/Eindigen |
|||
2. Toets Inkt |
|
|
6. Toets Menu/Instellen |
|
10. Navigatietoets |
||
3. Kiestoetsen |
|
|
7. Toets Fax Resolutie |
|
11. Liquid Crystal Display (LCD) |
||
4. Modustoetsen |
|
|
8. Starttoetsen |
|
12. Toets Spaarstand |
Zie voor informatie over het bedieningspaneel "Overzicht van het bedieningspaneel" in hoofdstuk 1 van de gebruikershandleiding.
(Voor MFC-620CN)
12 |
11 |
10 |
9 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
1. Toetsen Telefoon en |
|
5. Toets Opties |
|
9. Toets Stop/Eindigen |
|||
Beantwoorder |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
2. Toets Inkt |
|
|
6. Toets Menu/Instellen |
|
10. Toets Spaarstand |
||
3. Kiestoetsen |
|
|
7. Toets Fax Resolutie |
|
11. Navigatietoets |
|
|
4. Modustoetsen |
|
|
8. Starttoetsen |
|
12. Liquid Crystal Display (LCD) |
Zie voor informatie over het bedieningspaneel "Overzicht van het bedieningspaneel" in hoofdstuk 1 van de gebruikershandleiding.
2
Stap 1 |
De machine installeren |
|
1. |
De transportbeveiliging verwijderen ................................................................ |
4 |
2. |
Papier plaatsen................................................................................................... |
4 |
3. |
De telefoonlijn en het netsnoer aansluiten...................................................... |
5 |
4. |
De inktpatronen plaatsen .................................................................................. |
6 |
5. |
Afdrukkwaliteit controleren............................................................................... |
8 |
6. |
De datum en tijd instellen.................................................................................. |
9 |
7. |
Het stationsnummer instellen........................................................................... |
9 |
8. |
Een Ontvangststand selecteren (alleen MFC-210C, MFC-410CN) ............... |
10 |
9. |
Een Ontvangststand selecteren (alleen MFC-620CN)................................... |
10 |
10. De Beantwoorder instellen (alleen MFC-620CN) ........................................... |
11 |
|
Stap 2 |
Het stuurprogramma en software installeren |
|
Meegeleverde cd-rom “MFL-Pro Suite”............................................................. |
12 |
|
Bij gebruik van de USB-interfacekabel |
|
|
■ Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP......................................... |
14 |
|
Voor gebruikers van netwerkinterfacekabels (alleen MFC-410CN, MFC-620CN) |
|
|
■ Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP......................................... |
17 |
|
Bij gebruik van de USB-interfacekabel.................................................... |
20 |
|
■ Voor Mac OS® X 10.2.4 of hoger........................................................................ |
20 |
|
■ Voor Mac OS® 8.6 tot 9.2.................................................................................... |
23 |
|
Voor gebruikers van netwerkinterfacekabels |
|
|
(alleen MFC-410CN, MFC-620CN)............................................................. |
25 |
|
■ Voor Mac OS® X 10.2.4 of hoger........................................................................ |
25 |
|
■ Voor Mac OS® 8.6 tot 9.2.................................................................................... |
28 |
|
■ Voor netwerkgebruikers (alleen MFC-410CN, MFC-620CN) |
|
|
Overzicht hoofdstukken in de Netwerkhandleiding ......................................... |
30 |
|
De netwerkinstellingen terugzetten naar de standaard |
|
|
fabrieksinstellingen ........................................................................................... |
30 |
|
Het configuratieprogramma BRAdmin Professional installeren |
|
|
(alleen voor Windows®) .................................................................................... |
31 |
|
Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met behulp van |
|
|
BRAdmin Professional (Alleen voor Windows®) ............................................ |
32 |
|
■ Verbruiksonderdelen en Opties |
|
|
Verbruiksonderdelen vervangen........................................................................ |
33 |
|
Optie ..................................................................................................................... |
|
33 |
3
Stap 1 De machine installeren
1 Verwijder de beschermtape.
Sluit de USB-kabel nog NIET aan. De USB-kabel moet pas worden aangesloten wanneer het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
3Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit.
Papiersteun
Papiersteunklep
Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal en A4-papier.
4Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
U kunt maximaal 100 vel van 80 g/m2 plaatsen.
Raadpleeg “Over papier” in hoofdstuk 1 van de gebruikershandleiding voor meer informatie.
1Trek de papierlade volledig uit de machine en verwijder de uitvoerpapierlade.
2Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier.
Papiergeleider
5Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde naar beneden en de bovenzijde eerst.
Zorg dat het papier vlak in de lade en onder de maximale papiermarkering ligt.
■Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
■Zorg ervoor dat u het papier niet te ver erin duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de papierinvoer.
6Plaats de ladedeksel terug en schuif de papierlade stevig terug in de machine.
4
1 Sluit het netsnoer aan.
2Sluit het telefoonsnoer aan.
Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de ingang van de machine met aanduiding LINE en het andere uiteinde op een modulaire wandstekker.
Sluit de USB-kabel nog NIET aan.
Waarschuwing
■Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker.
■Aangezien de machine via het stopcontact is geaard, kunt u zichzelf tegen mogelijke elektrische gevaren op het telefoonnetwerk beschermen door de machine aan te laten staan wanneer u deze op een telefoonlijn aansluit. Wanneer de machine moet worden verplaatst, beschermt u zichzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te halen.
Als u een telefoonlijn met een extern toestel deelt, moet u de aansluitingen zoals hieronder afgebeeld uitvoeren.
Als u een telefoonlijn met een extern antwoordapparaat deelt, moet u deze zoals hieronder afgebeeld aansluiten.
Selecteer de ontvangststand “External Beantwoorder” als u een extern antwoordapparaat gebruikt. (Alleen MFC-210C, MFC-410CN) Raadpleeg “Een extern apparaat op uw machine aansluiten” in bijlage van de gebruikershandleiding.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
De machine installeren
Windows®
® |
netwerk |
Windows |
Mac OS® X
® |
- 9.2 |
OS |
|
Mac |
8.6 |
® |
|
Macintosh |
netwerk |
Voor netwerkgebruikers
5
Stap 1 De machine installeren
Waarschuwing
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze dan onmiddellijk uit met water en raadpleeg een arts als uw ogen geïrriteerd raken.
1Zorg dat de machine aanstaat. Op het LCD-scherm staat:
Geen patroon
2Til het scannerdeksel op aan de rechterkant van de machine, totdat deze in de open stand vergrendeld is.
Scannerdeksel
3 Verwijder de beschermingen.
4 Verwijder de inktpatroon.
5Verwijder voorzichtig het kapje aan de onderzijde.
Raak het gebied uit de onderstaande afbeelding NIET aan.
Openmaken
Als het deksel van de cartridges loskomt terwijl u de zak opent, zal de cartridge niet beschadigd worden.
Houd de tonercartridge rechtop wanneer u deze in de sleuf plaatst.
OK
Gooi de beschermingen niet weg.
U hebt deze nodig wanneer u de machine moet vervoeren.
6
6Duw stevig op de tonercartridge totdat de haak eroverheen klikt. Zorg dat de kleur van de sleuf (A) dezelfde is als de kleur van de kleurencartridge (B), zoals u in het onderstaande schema ziet.
(B)
(A)
OK
7Til het scannerdeksel op om de vergrendeling los te halen. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig naar beneden en sluit het scannerdeksel.
Als op het LCD-scherm de melding Installeer wordt weergegeven nadat u de inktpatronen hebt geïnstalleerd, moet u controleren of ze op juiste manier zijn geïnstalleerd.
De machine zal het inktbuizensysteem reinigen voor het eerste gebruik. Dit wordt slechts één keer gedaan, alleen de eerste keer dat de inktpatronen worden geplaatst. Het reinigingsproces duurt ongeveer vier minuten.
Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven.
Initialiseren
Ong. 4 minuten
•Verwijder GEEN inktpatronen wanneer u ze niet hoeft te vervangen. Als u dit toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de patroon zit.
•Schud de inktpatronen NIET. Als u inkt op uw lichaam of kleding hebt gemorst, was deze dan onmiddellijk met zeep of een wasmiddel.
•Het is beter de patronen NIET herhaaldelijk te plaatsen en te verwijderen. Anders kan er inkt uit sijpelen.
•De inktcartridge NIET openmaken of ermee knoeien, want daardoor kan de cartridge inkt verliezen.
•De inkjetmachines van Brother zijn ontworpen om te werken met inkt van een bepaalde specificatie en leveren optimale prestaties indien gebruikt met originele tonercartridges van Brother. Brother kan deze optimale prestaties niet garanderen indien inkt of inktpatronen van andere specificaties worden gebruikt. Het gebruik van patronen anders dan originele patronen van Brother en van patronen die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden. Indien de printkop of enig ander deel van deze machine wordt beschadigd als gevolg van het gebruik van inkt of inktpatronen anders dan originele Brother-producten, dan worden enige reparaties die nodig zijn als gevolg daarvan niet door de garantie gedekt omdat deze producten incompatibel en ongeschikt zijn voor deze machine.
■Als de kleuren gemengd zijn omdat u een inktpatroon in de verkeerde kleurpositie geïnstalleerd hebt, moet u nadat de patroon op de juiste plaats geïnstalleerd is de printkop diverse keren reinigen; pas dan mag u printen. (Raadpleeg “De printkop reinigen” in hoofdstuk 11 van Problemen oplossen en routineonderhoud van de gebruikershandleiding.)
■Installeer een inktpatroon onmiddellijk na het openen in de machine en verbruik hem binnen zes maanden na de installatie. Gebruik ongeopende inktpatronen vóór de uiterste verbruiksdatum die op de doos vermeld staat.
De machine installeren
Windows®
® |
netwerk |
Windows |
Mac OS® X
® |
- 9.2 |
OS |
|
Mac |
8.6 |
® |
|
Macintosh |
netwerk |
Voor netwerkgebruikers
7
Stap 1 De machine installeren
5 Afdrukkwaliteitcontroleren
1Nadat het reinigen voltooid is, wordt op het LCD-scherm het volgende weergegeven:
Plaats papier en
Druk op Start
2Zorg dat er papier in de papierlade zit. Druk op Kleur Start.
De machine begint de TESTPAGINA af te drukken (alleen wanneer de inktpatronen voor de eerste keer worden geïnstalleerd).
3Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken die worden gevormd door de korte lijnen die op de testpagina zijn afgedrukt.
(ZWART/ CYAAN/ GEEL/ MAGENTA)
Controle Afdrukkwaliteit
1.Controleer de kwaliteit van de door streepjes gevormde blokken met vier kleuren.
2.Met alle streepjes duidelijk zichtbaar, is de kwaliteit acceptabel. Selecteer (Ja).
Als er streepjes ontbreken, selecteer (Nee) om kleurenschoning te starten en volg het verloop op het LCD.
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het printen. De inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
4 Op het LCD-scherm staat het volgende:
Kwaliteit OK?
1.Ja 2.Nee
5Als de lijnen duidelijk en zichtbaar zijn, drukt u op 1 op het toetsenblok om de kwaliteitscontrole te voltooien.
---OF---
Als er korte lijnen ontbreken, drukt u op 2 en gaat u naar 6.
OK |
Niet OK |
6U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit voor zwart en kleur in orde is. Druk op 1 of 2 op de kiestoetsen.
Zwart OK?
1.Ja 2.Nee
Als u een keuze hebt gemaakt, 1 (Ja) of 2 (Nee) voor zwart en kleur, meldt het LCDscherm:
Reinigen starten
1.Ja 2.Nee
Druk op 1 (Ja) en de machine gaat de kleuren reinigen.
Druk op Kleur Start wanneer het reinigen is voltooid. De machine drukt opnieuw de TESTPAGINA af en gaat terug naar stap
3.
8
1 Druk op Menu/Instellen.
2 Druk op 0.
3 Druk op 2.
4Toets de laatste twee cijfers van het jaar in met behulp van de kiestoetsen en druk op
Menu/Instellen.
Jaar:2004
(Voor bijvoorbeeld 0 4 in voor 2004.)
5Voer met behulp van de kiestoetsen de twee cijfers voor de maand in en druk op
Menu/Instellen.
Maand:03
(Voer bijvoorbeeld 0 3 in voor maart.)
6Voer met behulp van de kiestoetsen de twee cijfers voor de dag in en druk op
Menu/Instellen.
Dag:01
(Voer bijvoorbeeld 0 1.)
7Voer met behulp van de kiestoetsen de tijd in 24-uurnotatie in en druk op
Menu/Instellen.
Tijd:15:25
(Voer bijvoorbeeld 1 5, 2 5 in voor 15:25.)
8 Druk op Stop/Eindigen.
Als u de invoer wilt herhalen, drukt u op Stop/Eindigen om met stap 1 verder te gaan.
■Raadpleeg bij het invoeren van uw naam het onderstaande schema.
■Als u 2 of meer tekens achter elkaar moet intoetsen vanaf dezelfde toets, gebruik
dan de navigatietoets om de cursor naar rechts te verplaatsen.
Druk op |
Een |
Twee |
Drie |
Vier |
|
keer |
keer |
keer |
keer |
|
|
|
|
|
2 |
A |
B |
C |
2 |
3 |
D |
E |
F |
3 |
4 |
G |
H |
I |
4 |
5 |
J |
K |
L |
5 |
6 |
M |
N |
O |
6 |
7 |
P |
Q |
R |
S |
|
|
|
|
|
8 |
T |
U |
V |
8 |
9 |
W |
X |
Y |
Z |
Raadpleeg voor meer informatie “Het stationsnummer instellen” in hoofdstuk 2 van de gebruikershandleiding.
6 Druk op Stop/Eindigen.
Als u de invoer wilt herhalen, drukt u op Stop/Eindigen om met stap 1verder te gaan.
De machine installeren
Windows®
® |
netwerk |
Windows |
Mac OS® X
® |
- 9.2 |
OS |
|
Mac |
8.6 |
® |
|
Macintosh |
netwerk |
Voor netwerkgebruikers
9
Stap 1 De machine installeren
Een Ontvangststand
8selecteren (alleen MFC-210C, MFC-410CN)
Er zijn vier verschillende ontvangststanden:
Alleen Fax, Fax/Telefoon, Handmatig en Telefoon/Beantw..
Sluit u een externe telefoon of een extern antwoordapparaat aan op de MFC?
|
|
Ja |
|
|
Nee |
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
Gebruikt u de voicemail van het |
|
|
|
|||
|
|
|
||||
Alleen Fax |
||||||
externe antwoordapparaat? |
De MFC beantwoordt Nee elk telefoontje
automatisch alsof het een faxbericht betreft.
Wilt u dat de MFC alle oproepen aanneemt?
Ja
Fax/Telefoon
De MFC beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Is de oproep geen fax, dan hoort u een belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen.
Nee
Handmatig
U beheert de telefoonlijn en moet elk telefoontje zelf beantwoorden.
Ja
Telefoon/Beantw.
Het externe antwoordapparaat beantwoordt alle telefoontjes automatisch. Ingesproken berichten worden op het antwoordapparaat opgeslagen. Faxberichten worden afgedrukt.
1 Druk op Menu/Instellen.
2 Druk op 0.
3 Druk op 1.
4 Druk op ▲ of ▼ om de stand te selecteren.
5 Druk op Menu/Instellen.
6 Druk op Stop/Eindigen.
Raadpleeg voor meer informatie “De ontvangststand instellen” in hoofdstuk 4 van de gebruikershandleiding.
Een Ontvangststand
9selecteren
(alleen MFC-620CN)
Er zijn drie verschillende ontvangststanden:
Alleen Fax, Fax/Telefoon en Handmatig.
Wilt u een fax
automatisch
ontvangen? NeeHandmatig
U beheert de telefoonlijn en Ja moet elk telefoontje zelf
beantwoorden.
Gebruikt u de MFC
alleen om te faxen? Ja Alleen Fax
De MFC beantwoordt elk Nee telefoontje automatisch alsof
het een faxbericht betreft.
Fax/Telefoon
De MFC beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Als de oproep geen fax is, hoort u een belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen.
1 Druk op Menu/Instellen.
2 Druk op 0.
3 Druk op 1.
4 Druk op ▲ of ▼ om de stand te selecteren.
5 Druk op Menu/Instellen.
6 Druk op Stop/Eindigen.
Raadpleeg voor meer informatie “De ontvangststand instellen” in hoofdstuk 4 van de gebruikershandleiding.
10