Brother MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW, MFC-295CN User's Guide

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-253CW MFC-255CW MFC-257CW MFC-295CN
Versie 0
BEL-DUT
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW en MFC-295CN (omcirkel uw modelnummer)
1
Serienummer:
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2009 Brother Industries, Ltd.

Informatie over goedkeuring en mededeling aangaande samenstelling en publicatie

DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE GESCHIKTE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan het land waar het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i

EG-conformiteitsverklaring

ii
EG-conformiteitsverklaring
Producent Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek Brother Industries (Shenzhen) Ltd.
G02414-1, Baochangli Bonded Transportation Industrial Park, Baolong Industrial Estate, Longgang District, Shenzhen, 518116, Gung Dong, China
Verklaren hierbij dat: Productomschrijving : Faxmachine Modelnaam : MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW,
MFC-295CN
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en dat het product aan de volgende standaarden voldoet:
Toegepaste standaarden: Geharmonieerd :
Veiligheid
EN60950-1: 2006
EMC EN55022: 2006 +A1: 2007 Klasse B
EN55024: 1998 +A1: 2001 +A2: 2003 EN61000-3-2: 2006 EN61000-3-3: 1995 +A1: 2001 +A2: 2005
Radio EN301 489-1 V1.8.1
EN301 489-17 V1.3.2 EN300 328 V1.7.1
* Radio is alleen van toepassing op MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW.
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2009
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd. Datum : 18 mei, 2009 Plaats : Nagoya, Japan
iii

Inhoudsopgave

Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
Toegang krijgen tot de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding...............3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Brother-support openen (Windows
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
2 Papier en documenten laden 9
Papier en andere afdrukmedia laden.....................................................................9
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................11
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................13
Afdrukgebied .................................................................................................14
Acceptabel papier en andere afdrukmedia..........................................................15
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................15
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................16
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................17
Documenten laden...............................................................................................19
De ADF gebruiken (alleen bij MFC-295CN) ..................................................19
De glasplaat gebruiken..................................................................................20
Scangebied....................................................................................................21
®
).....................................................................5
3 Algemene instellingen 22
Aan-/uittoets.........................................................................................................22
De machine uitschakelen ..............................................................................22
De machine inschakelen ...............................................................................22
Tijdklokstand ........................................................................................................22
Papierinstellingen ................................................................................................23
Papiersoort ....................................................................................................23
Papierformaat ................................................................................................23
Volume-instellingen .............................................................................................23
Belvolume......................................................................................................23
Volume van de waarschuwingstoon ..............................................................23
Luidsprekervolume ........................................................................................24
Automatische zomer-/wintertijd............................................................................24
LCD-scherm.........................................................................................................25
LCD-contrast .................................................................................................25
Slaapstand...........................................................................................................25
iv
4 Beveiligingsfuncties 26
Verzendslot..........................................................................................................26
Het wachtwoord van het verzendslot instellen en wijzigen............................26
Het verzendslot in-/uitschakelen.................................................................... 27
Paragraaf II Fax
5 Een fax verzenden 30
Faxmodus activeren ............................................................................................ 30
Faxen via de ADF verzenden (alleen bij MFC-295CN) .................................30
Faxen verzenden via de glasplaat.................................................................30
Documenten van Letter-formaat via de glasplaat faxen ................................31
Een fax in kleur verzenden ............................................................................31
Een actieve fax annuleren .............................................................................31
Groepsverzenden (alleen monochroom) .............................................................31
Een fax tijdens groepsverzenden annuleren .................................................32
Aanvullende verzendopties..................................................................................32
Faxen met meerdere instellingen verzenden ................................................32
Contrast .........................................................................................................33
De faxresolutie wijzigen................................................................................. 33
Tweevoudige werking (alleen monochroom).................................................34
Direct verzenden ........................................................................................... 34
Internationale modus.....................................................................................35
Taken in de wachtrij controleren en annuleren..............................................35
Een fax handmatig verzenden.......................................................................35
Geheugen vol, melding..................................................................................35
6 Een fax ontvangen 36
Ontvangstmodi..................................................................................................... 36
De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................36
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................37
Alleen fax.......................................................................................................37
Fax/telefoon...................................................................................................37
Handmatig .....................................................................................................37
Extern antwoordapparaat..............................................................................37
Instellingen ontvangstmodus...............................................................................38
Belvertraging ................................................................................................. 38
F/T-beltijd (alleen in de modus Fax/telefoon) ................................................38
Fax waarnemen.............................................................................................39
Aanvullende ontvangsthandelingen.....................................................................39
Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken..................................39
Ontvangst zonder papier ...............................................................................39
v
7 Telefoontoestel en externe apparaten 40
Werking als telefoon ............................................................................................40
Fax/telefoonmodus........................................................................................40
Telefoondiensten .................................................................................................40
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................40
Nummerweergave .........................................................................................41
Extern antwoordapparaat aansluiten ...................................................................42
Aansluitingen .................................................................................................43
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................43
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................43
Externe en tweede toestellen ..............................................................................44
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................44
Werken met een tweede toestel....................................................................44
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................44
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................45
8 Nummers kiezen en opslaan 46
Nummers kiezen..................................................................................................46
Handmatig kiezen..........................................................................................46
Snelkiezen .....................................................................................................46
Zoeken...........................................................................................................46
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................46
Nummers opslaan................................................................................................47
Een pauze opslaan........................................................................................47
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................47
Snelkiesnummers wijzigen ............................................................................47
Groepen instellen voor groepsverzenden......................................................48
Snelkiesnummers combineren ......................................................................48
9 Rapporten afdrukken 49
Faxrapporten .......................................................................................................49
Verzendrapport..............................................................................................49
Faxjournaal (activiteitenrapport)....................................................................50
Rapporten ............................................................................................................50
Een rapport afdrukken ...................................................................................50
vi
Paragraaf III Kopiëren
10 Kopiëren 52
Kopiëren ..............................................................................................................52
Kopieermodus activeren................................................................................52
Eén kopie maken........................................................................................... 52
Meerdere kopieën maken..............................................................................52
Kopiëren stoppen ..........................................................................................52
Kopieeropties....................................................................................................... 53
Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen ...........................................................53
Gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen...........................................54
N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina lay-out)..................................55
Kopieën met de ADF sorteren (alleen monochroom)
(alleen bij MFC-295CN).............................................................................56
Helderheid en contrast instellen .................................................................... 57
Papieropties................................................................................................... 57
Paragraaf IV Direct printen
11 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation 60
Werken met PhotoCapture Center™................................................................... 60
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc.....60
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation zonder een
pc te gebruiken..........................................................................................60
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken.................................60
Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken................................60
Geheugenkaarten, USB-flashstation en mapstructuren................................61
Aan de slag.......................................................................................................... 62
Afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB-flashstation............................63
Index afdrukken (miniaturen).........................................................................63
Foto's afdrukken ............................................................................................ 64
Afdrukken in DPOF-formaat .......................................................................... 65
PhotoCapture Center™ -afdrukinstellingen.........................................................66
Afdruksnelheid en -kwaliteit........................................................................... 66
Papieropties................................................................................................... 66
Helderheid en contrast instellen .................................................................... 67
Bijsnijden (crop).............................................................................................67
Afdrukken zonder rand ..................................................................................67
Datum afdrukken ........................................................................................... 68
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen................................68
De beeldkwaliteit wijzigen..............................................................................69
Het monochroom-bestandsformaat wijzigen .................................................69
Het kleur-bestandsformaat wijzigen ..............................................................69
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................70
vii
12 Foto's vanaf een camera afdrukken (alleen voor MFC-295CN) 71
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera.........................................71
Vereisten voor PictBridge .............................................................................. 71
Uw digitale camera instellen..........................................................................71
Foto's afdrukken ............................................................................................72
Afdrukken in DPOF-formaat ..........................................................................72
Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge)...............73
Foto's afdrukken ............................................................................................73
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................74
Paragraaf V Software
13 Software- en netwerkfuncties 76
Paragraaf VI Appendices
A Veiligheid en wetgeving 78
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................78
Veilig gebruik van de machine.............................................................................79
Belangrijke veiligheidsinstructies...................................................................84
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid......................................................85
LAN-verbinding (alleen MFC-295CN)............................................................85
Radiostoring ..................................................................................................85
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 ............................................................85
ENERGY STAR
Wettelijke beperkingen voor kopiëren..................................................................87
Handelsmerken....................................................................................................88
®
-verklaring ..........................................................................86
viii
B Problemen oplossen en routineonderhoud 89
Problemen oplossen............................................................................................89
Als u problemen met uw machine heeft ........................................................ 89
Kiestoon waarnemen.....................................................................................97
Storing op de telefoonlijn...............................................................................97
Foutmeldingen .....................................................................................................98
Faxen of het faxjournaal overbrengen.........................................................103
Document vastgelopen (alleen MFC-295CN) .............................................103
Printer of papier vastgelopen.......................................................................104
Routineonderhoud .............................................................................................107
De inktcartridges vervangen........................................................................107
De buitenkant van de machine schoonmaken.............................................109
De glasplaat reinigen................................................................................... 110
De geleiderol van de machine reinigen ....................................................... 110
Invoerrollen voor papier reinigen.................................................................111
De printkop reinigen ....................................................................................111
De afdrukkwaliteit controleren ..................................................................... 112
De uitlijning controleren ...............................................................................113
Het inktvolume controleren..........................................................................113
Informatie over de machine ...............................................................................114
Het serienummer controleren......................................................................114
Resetfuncties...............................................................................................114
De machine resetten ................................................................................... 114
De machine inpakken en vervoeren ..................................................................115
C Menu en functies 117
Programmeren op het scherm ........................................................................... 117
Menutabel....................................................................................................117
Opslag in geheugen ....................................................................................117
Menutoetsen......................................................................................................117
Menutabel..........................................................................................................119
Tekst invoeren ................................................................................................... 131
ix
D Specificaties 132
Algemeen........................................................................................................... 132
Afdrukmedia.......................................................................................................134
Fax.....................................................................................................................135
Kopiëren ............................................................................................................137
PhotoCapture Center™ .....................................................................................138
PictBridge (alleen MFC-295CN) ........................................................................139
Scanner .............................................................................................................140
Printer ................................................................................................................ 141
Interfaces ...........................................................................................................142
Vereisten voor de computer............................................................................... 143
Verbruiksartikelen ..............................................................................................144
Netwerk (LAN) ...................................................................................................145
Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop
(MFC-253CW/255CW/257CW) ...............................................................146
EIndex 147
x
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2 Papier en documenten laden 9 Algemene instellingen 22 Beveiligingsfuncties 26
1

Algemene informatie 1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden 1
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vet Vetgedrukte tekst verwijst naar
knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New verwijst naar meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
1
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om te vermijden dat u letsel oploopt.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om verwondingen te voorkomen.
BELANGRIJK
Deze waarschuwingen beschrijven belangrijke procedures die u moet volgen om problemen met de machine of beschadiging van andere voorwerpen te voorkomen.
Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van elektrische schokken.
Het pictogram Heet oppervlak waarschuwt u hete machineonderdelen niet aan te raken.
Opmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
2
Algemene informatie

Toegang krijgen tot de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding

Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de printer, de scanner, PC-Fax en het netwerk. Raadpleeg Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding op de cd-rom voor gedetailleerde informatie hierover.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows®) 1
Als u de documentatie wilt bekijken, klikt u op het menu start, wijst u vanuit de programmagroep Brother, MFC-XXXX aan (waarbij XXXX uw modelnaam is) en kiest u vervolgens Gebruikershandleidingen in HTML-formaat.
Als u de software niet heeft geïnstalleerd, kunt u de documentatie vinden door onderstaande instructies op te volgen:
a Zet uw pc aan. Plaats de Brother cd-rom
in uw cd-romstation.
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend.
1
1
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
®
Windows programma start.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
Verkenner gebruiken om het
d Klik op Documentatie. e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
HTML-documenten:
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding in
HTML-formaat.
Opmerking
Als het Brother-scherm niet automatisch wordt weegegeven, gaat u naar Deze computer (Computer), dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw model.
Dit formaat wordt aanbevolen voor het lezen van documentatie op de computer.
PDF-documenten:
Gebruikershandleiding voor gebruik als zelfstandig apparaat,
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding in PDF-formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor het afdrukken van de handleidingen. Klik op de koppeling om naar het Brother Solutions Center te gaan, waar u de PDF-documenten kunt weergeven of downloaden. (Hiervoor heeft u internettoegang en PDF Reader-software nodig.)
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen opzoeken1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(Windows Windows
®
2000 Professional/
®
XP en Windows Vista®)
ControlCenter3
(Windows® 2000 Professional/
®
Windows
XP en Windows Vista®)
Netwerkscannen
(Windows® 2000 Professional/
®
Windows
XP en Windows Vista®)
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR­procedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR weergeven via het menu Help in de toepassing ScanSoft™ PaperPort™ 11SE.
Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken (MFC-253CW/255CW/257CW)
Documentatie bekijken (Macintosh) 1
a Zet uw Macintosh aan. Plaats de
Brother cd-rom in uw cd-romstation. Het volgende venster wordt weergegeven.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap. d Dubbelklik op top.html om
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding weer te geven in
HTML-formaat.
1
Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos of bekabeld netwerk. U kunt belangrijke instructies voor instellingen opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw draadloze toegangspunt of router ondersteuning biedt voor SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™, volgt u de stappen in de installatiehandleiding. Zie de netwerkhandleiding voor meer informatie over netwerkinstellingen.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
4
Algemene informatie
Instructies voor het scannen opzoeken1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(Mac OS X 10.3.9 - 10.5.x)
ControlCenter2
(Mac OS X 10.3.9 - 10.5.x)
Netwerkscannen
(Mac OS X 10.3.9 - 10.5.x)
Presto! PageManager Gebruikershandleiding
Instructies voor direct scannen via Presto!
PageManager. U kunt de volledige gebruikershandleiding voor Presto! PageManager weergeven via het menu Help in de toepassing Presto! PageManager.
Brother-support openen (Windows
Alle nodige hulpbronnen, bijvoorbeeld websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de cd-rom van Brother.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende scherm wordt weergegeven:
®
) 1
1
Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken (MFC-253CW/255CW/257CW)
Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos of bekabeld netwerk. U kunt belangrijke instructies voor instellingen opzoeken in de installatiehandleiding. Als uw draadloze toegangspunt of router ondersteuning biedt voor SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™, volgt u de stappen in de installatiehandleiding. Zie de netwerkhandleiding voor meer informatie over netwerkinstellingen.
1
Om onze website
(http://www.brother.com u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning (http://solutions.brother.com Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/ bezoeken, klikt u op Informatie over supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/ voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads wilt openen, klikt u op Brother CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het hoofdmenu
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent, klikt u op Afsluiten.
) te openen, klikt
) klikt u op
) wilt
)
5
Hoofdstuk 1

Overzicht van het bedieningspaneel 1

Modellen MFC-253CW, MFC-255CW, MFC-257CW en MFC-295CN hebben dezelfde toetsen op het bedieningspaneel.
10
98
12/10 11:53 Fax
231
Opmerking
De meeste afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model MFC-295CN.
1 Fax- en telefoontoetsen:
Redial/Pause
Met deze toets kunt u het laatst gekozen nummer opnieuw bellen. U kunt deze toets ook gebruiken om een pauze in te voegen wanneer u snelkiesnummers programmeert.
Tel/R
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de hoorn van het externe telefoontoestel tijdens het dubbele belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze toets ook toegang krijgen tot een buitenlijn of een gesprek overzetten naar een ander toestel.
2 Kiestoetsen
Deze toetsen gebruikt u om telefoon- en faxnummers te kiezen, maar deze toetsen dienen ook om informatie in de machine in te voeren.
3 Modustoetsen:
Fax
Hiermee opent u de faxmodus.
Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
Copy
Hiermee opent u de kopieermodus.
Photo Capture
Hiermee opent u de modus PhotoCapture Center™.
6
Algemene informatie
1
876
12/10 11:53 Fax
4 Menutoetsen:
Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu om de machine te programmeren.
Speed Dial -toets
Hiermee slaat u telefoonnummers op in het geheugen en kunt u deze nummers opzoeken en kiezen.
Volumetoetsen
d c
Als de machine inactief is, kunt u het belvolume instellen door op deze toetsen te drukken.
d
Druk op deze toets om terug door een menuoptie te bladeren.
a of b
Met deze toetsen bladert u door menu's en opties.
345
Clear/Back
Druk op deze toets om tekens te wissen of om terug te gaan naar het vorige menuniveau.
OK
Hiermee kiest u een instelling.
5 Starttoetsen:
Colour Start
Met deze toets start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter-software).
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter-software).
7
Hoofdstuk 1
6 Stop/Exit
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten.
7 Copy Options
Hiermee kunt u in de kopieermodus tijdelijk de kopieerinstellingen wijzigen.
8 LCD (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine.
9On/Off
Hiermee schakelt u de machine in en uit. Wanneer u de machine uitgeschakeld hebt,
wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit te behouden. Om een goede afdrukkwaliteit te behouden, een lange levensduur van de printkop te garanderen en zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron.
10 Fax Resolution
Hiermee kunt u tijdelijk de resolutie aanpassen als u een fax wilt verzenden.
8
2

Papier en documenten laden 2

Papier en andere afdrukmedia laden

a Als de papiersteunklep openstaat, sluit
u deze en sluit u vervolgens de papiersteun. Trek de papierlade volledig uit de machine.
b Breng het deksel van de uitvoerlade
omhoog (1).
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de
2
papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markeringen voor het gebruikte papierformaat wijzen.
1
3
2
2
1
3
9
Hoofdstuk 2
Opmerking
Wanneer u papier van Legal-formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en schuift u de voorzijde van de papierlade naar buiten.
1
d Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
BELANGRIJK
Let erop dat het papier niet is omgekruld.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide handen aan het papier aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
1
10
Papier en documenten laden
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
Enveloppen en briefkaarten laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
2
tussen 80 en 95 g/m
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt.
.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten enveloppen, aangezien deze problemen veroorzaken bij de papierinvoer:
• Als deze zakachtig zijn.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift).
2
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun ( ) naar buiten tot u een klik hoort en vouwt u de papiersteunklep ( ) uit.
2
1
BELANGRIJK
Gebruik de papiersteunklep NIET voor papier van Legal-formaat.
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
Lijm 2
Dubbele omslag 2
Het kan zijn dat u af en toe problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
11
Hoofdstuk 2
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk voordat u deze plaatst.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen of briefkaarten een voor een in de papierlade als er verschillende enveloppen of briefkaarten tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Plaats enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de te bedrukken zijde omlaag en de korte kant eerst , zoals in de illustratie wordt aangegeven. Druk met beide handen de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) in en stel de geleiders af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
1
2
12
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen met de omslag aan de korte kant, kunt u het volgende proberen:
a Open de omslag van de envelop.
Papier en documenten laden
2
b Leg de enveloppe in de papierlade met
de adreszijde naar beneden en de omslag in de positie zoals aangegeven in de illustratie.
c Wijzig het formaat en de marge in de
toepassing.
2
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen 2
Wanneer papier van klein formaat op de uitvoerpapierlade wordt uitgeworpen, kunt u dit misschien niet bereiken. Zorg dat het afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de lade volledig uit de machine.
13
Hoofdstuk 2
Afdrukgebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor
Windows
Losse vellen Enveloppen
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding op de cd-rom.)
3
1
4
3
4
1
2
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
2
Opmerking
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
14
Papier en documenten laden

Acceptabel papier en andere afdrukmedia

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u heeft gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en fotopapier, moeten op het tabblad ‘Normaal’ van de printerdriver of voor de instelling Papiersoort in het menu altijd de juiste afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie Papiersoort op pagina 23.)
Aanbevolen afdrukmedia 2
2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend Foto BP71GA4 A4 Inkjet (Mat) BP60MA 10 × 15 cm Glanzend Foto BP71GP
2
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
15
Hoofdstuk 2
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorberen, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Papiercapaciteit van het deksel van de uitvoerpapierlade
Max. 50 vellen A4-papier van 80 g/m2.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel van het deksel van de uitvoerlade worden verwijderd.
2
BELANGRIJK
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
• papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1
1
1 papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, omdat dit kan vastlopen
• hoogglanzend en papier met veel structuur
• papier dat niet netjes kan worden gestapeld
• papier met een breedlopende vezel
16
Papier en documenten laden
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Fax Kopiëren Photo
Capture
Losse vellen Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja Ja Executive 184 × 267 mm Ja JIS B5 182 × 257 mm Ja A5 148 × 210 mm Ja Ja A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm Ja Ja Ja
Foto 2L 13 × 18 cm Ja Ja Indexkaart 127 × 203 mm Ja Briefkaart 1 100 × 148 mm Ja Briefkaart 2
(Dubbel)
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja
148 × 200 mm Ja
Printer
2
COM-10 105 × 241 mm Ja Monarch 98 × 191 mm Ja JE4-Envelop 105 × 235 mm Ja
Transparanten Letter 215,9 × 279 mm Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja A5 148 × 210 mm Ja Ja
17
Hoofdstuk 2
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse vellen
Normaal papier
Inkjetpapier
64 tot 120 g/m
64 tot 200 g/m
2
2
0,08 tot 0,15 mm
0,08 tot 0,25 mm 20
100
1
Glanzend
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
papier
Kaarten Fotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
Max. 220 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
2
2
2
Max. 0,25 mm
Max. 0,15 mm 30
Max. 0,25 mm 30
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
1
Maximaal 100 vel van 80 g/m2 papier.
2
BP71-papier van 260 g/m2 is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
20
20
2
2
18
Papier en documenten laden

Documenten laden 2

U kunt via de ADF (automatische documentinvoer) en via de glasplaat faxen verzenden, kopieën maken en scannen.
De ADF gebruiken (alleen bij MFC-295CN) 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal 15 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaard papier van het type
80 g/m u het papier in de ADF plaatst.
Aanbevolen omgeving 2
Temperatuur: 20 tot 30 °C Vochtigheid: 50 tot 70% Papier:
2
en waaier de stapel altijd los voordat
80 g/m
2
Documenten laden 2
BELANGRIJK
• Trek NIET aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of plakband.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
Laat documenten met inkt of
correctievloeistof eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
uit.
b Blader de stapel papier goed door. c Stel de papiergeleiders (2) in op de
breedte van uw documenten.
2
Ondersteunde documentformaten 2
Lengte: 148 tot 355,6 mm Breedte: 148 tot 215,9 mm Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
d Plaats de documenten met de
bedrukte zijde omlaag en de bovenrand eerst in de ADF tot op het
LCD-scherm ADF gereed wordt weergegeven en u voelt dat deze de papierrol raken.
2
1
BELANGRIJK
Laat geen dikke documenten achter op de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF vastlopen.
19
Hoofdstuk 2
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken om vel voor vel te faxen, kopiëren of te scannen, bijvoorbeeld bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 2
Lengte: Max. 297 mm Breedte: Max. 215,9 mm Gewicht: Max. 2 kg
Documenten laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op. b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u bezig bent een boek of een lijvig document te scannen, laat het deksel dan NIET dichtvallen en druk er niet op.
20
Scangebied 2
De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. Hieronder wordt aangegeven welke gebieden niet kunnen worden gescand.
3
1
4
2
Papier en documenten laden
2
Gebruik
Faxen Letter 3 mm 4 mm
Kopiëren
Scannen
Documentgrootte
A4 3 mm 1 mm Letter 3 mm 3 mm A4 3 mm 3 mm Letter 3 mm 3 mm A4 3 mm 3 mm
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
Links (3)
Rechts (4)
21
3

Algemene instellingen 3

Aan-/uittoets 3

U kunt de machine in- en uitschakelen door op de toets On/Off te drukken. Als u op de toets On/Off drukt terwijl de machine bezig is, wordt de taak voltooid en wordt dan de machine uitgeschakeld.
Opmerking
Als op de machine een extern toestel of een antwoordapparaat is aangesloten, blijven deze ingeschakeld.
De machine uitschakelen 3
a Houd de toets On/Off ingedrukt. Op het
LCD-scherm wordt Afsluiten weergegeven. Het LCD-scherm blijft nog een paar seconden actief en wordt dan uitgeschakeld.

Tijdklokstand 3

De machine heeft op het bedieningspaneel vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan, Copy en Photo Capture. U kunt de tijdsduur wijzigen waarna de machine, na de laatste scan-, kopieer- of PhotoCapture-bewerking, terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit kiest, blijft de machine in de laatstgebruikte modus.
a Druk op Menu, 1, 1. b Druk op a of b om 0 Sec., 30 Sec.,
1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
De machine inschakelen 3
a Druk op de toets On/Off.
22
Algemene instellingen

Papierinstellingen 3

Papiersoort 3
Voor de beste afdrukkwaliteit, stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu, 1, 2. b Druk op a of b om Normaal papier,
Inkjet papier, Brother BP71, Glossy anders of Transparanten
te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde omhoog op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of een papierstoring veroorzaken.
Papierformaat 3

Volume-instellingen 3

Belvolume 3
U kunt uit een aantal belvolume-niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
Als de machine niet actief is, drukt u op
d of c om het volume aan te passen. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven, en elke keer dat u op deze toets drukt, wordt het volume aan het volgende niveau aangepast. De machine behoudt de nieuwe instelling totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume ook via het menu aanpassen door de onderstaande instructies te volgen:
Het belvolume instellen via het menu 3
a Druk op Menu, 1, 4, 1. b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
3
U kunt kiezen uit vijf formaten om te kopiëren: A4, A5, Letter, Legal en 10 × 15 cm en uit drie formaten om faxen af te drukken: Letter, Legal en A4. Wanneer u papier van een ander formaat in de machine plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat wijzigen zodat uw machine een binnenkomende fax passend op het vel papier kan afdrukken.
a Druk op Menu, 1, 3. b Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Volume van de waarschuwingstoon 3
Wanneer de waarschuwingstoon is ingeschakeld, geeft de machine een geluidssignaal als u een toets indrukt, een vergissing maakt of als u een fax hebt verzonden of ontvangen.
U kunt uit een aantal volumeniveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 4, 2. b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
23
Hoofdstuk 3
Luidsprekervolume 3
U kunt uit een aantal luidsprekervolume­niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 4, 3. b Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.

Automatische zomer-/wintertijd

U kunt de machine zo instellen dat de zomer­/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal in de lente automatisch een uur vooruit en in de herfst een uur achteruit worden gezet. Zorg dat u de juiste datum en tijd hebt ingevoerd in de instelling Datum & tijd.
a Druk op Menu, 1, 5. b Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
3
24
Algemene instellingen

LCD-scherm 3

LCD-contrast 3
U kunt het contrast van het LCD-scherm aanpassen, zodat de weergave duidelijker wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te wijzigen.
a Druk op Menu, 1, 6. b Druk op a of b om Licht of Donker te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.

Slaapstand 3

U kunt opgeven na hoeveel tijd (tussen 1 en 60 minuten) de machine in de slaapstand wordt gezet wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt. Zodra een bewerking op de machine wordt uitgevoerd, wordt de tijdklok opnieuw gestart.
a Druk op Menu, 1, 7. b Druk op a of b om 1 Min, 2 Min.,
3 Min., 5 Min., 10 Min., 30 Min. of 60 Min. te kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
3
25
4

Beveiligingsfuncties 4

Verzendslot 4

Met het verzendslot voorkomt u ongeautoriseerde toegang tot het gebruik van de machine.
Als het verzendslot is ingeschakeld, is de volgende functie beschikbaar:
Faxen ontvangen
Als het verzendslot is ingeschakeld, zijn de volgende functies NIET beschikbaar:
Faxen verzendenKopiërenAfdrukken via de pc ScannenPhotoCaptureBediening via het bedieningspaneel
Het wachtwoord van het verzendslot instellen en wijzigen 4
Opmerking
Als u het wachtwoord al hebt ingesteld, hoeft u het niet opnieuw in te stellen.
Het wachtwoord instellen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1. b Voer een wachtwoord van vier cijfers in.
Druk op OK.
c Als op het LCD-scherm Nogmaals:
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
Opmerking
Als u het wachtwoord van het verzendslot bent vergeten, neemt u contact op met uw Brother-dealer voor ondersteuning.
d Druk op Stop/Exit.
Het wachtwoord wijzigen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1. b Druk op a of b om Wachtw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Voer het huidige wachtwoord van vier
cijfers in.
Druk op OK.
d Voer een nieuw wachtwoord van vier
cijfers in.
Druk op OK.
e Als op het LCD-scherm Nogmaals:
wordt weergegeven, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op OK.
26
f Druk op Stop/Exit.
Beveiligingsfuncties
Het verzendslot in-/uitschakelen
Het verzendslot inschakelen 4
a Druk op Menu, 2, 0, 1. b Druk op a of b om Stel TX-slot in
te selecteren. Druk op OK.
c Voer het geregistreerde wachtwoord
van vier cijfers in. Druk op OK. De machine gaat offline en op het LCD-scherm wordt TX slot mode weergegeven.
Het verzendslot uitschakelen 4
a Druk op Menu.
4
4
b Voer het geregistreerde wachtwoord
van vier cijfers in. Druk op OK. Het verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld.
Opmerking
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD-scherm Fout wachtwoord weergegeven en blijft de machine offline. Het verzendslot van de machine blijft ingeschakeld tot het geregistreerde wachtwoord is ingevoerd.
27
Hoofdstuk 4
28
Paragraaf II
Fax II
Een fax verzenden 30 Een fax ontvangen 36 Telefoontoestel en externe apparaten 40 Nummers kiezen en opslaan 46 Rapporten afdrukken 49
5

Een fax verzenden 5

Faxmodus activeren 5

Druk op (Fax) om de faxmodus te activeren.
Faxen via de ADF verzenden (alleen bij MFC-295CN) 5
a Zorg dat de faxmodus actief is . b Plaats het document met de bedrukte
zijde omlaag in de ADF. (Zie De ADF gebruiken (alleen bij MFC-295CN) op pagina 19.)
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een snelkiesnummer of via de functie Zoeken.
d Druk op Mono Start of Colour Start.
Faxen verzenden via de glasplaat 5
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's van een boek één voor één te faxen. De documenten kunnen maximaal van het formaat Letter of A4 zijn.
U kunt geen kleurenfaxen verzenden die uit meerdere pagina's bestaan.
Opmerking
(Alleen bij MFC-295CN) Omdat u slechts een pagina per keer kunt scannen, is het handiger om de ADF te gebruiken als u een document van meerdere pagina's verzendt.
a Zorg dat de faxmodus actief is . b Leg uw document met de bedrukte zijde
omlaag op de glasplaat.
Opmerking
• Druk op Stop/Exit om te annuleren.
• Als u een fax in zwart-wit verzendt als het geheugen vol is, wordt deze direct verzonden.
c Voer het faxnummer in met de
kiestoetsen, een snelkiesnummer of via de functie Zoeken.
d Druk op Mono Start of Colour Start.
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine met het scannen van de eerste pagina. Ga naar stap e.
Als u op Colour Start drukt, begint
de machine met het verzenden van het document.
e Als op het LCD-scherm
Volgende pagina? wordt weergegeven, voert u een van de volgende stappen uit:
Om een enkele pagina te verzenden,
drukt u op 2 om Nee(kies) te kiezen (of druk opnieuw op Mono Start).
De machine begint met het verzenden van het document.
30
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op 1 om Ja te kiezen en gaat u naar stap f.
Een fax verzenden
f Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK. De machine begint met het scannen van de pagina. (Herhaal stappen e en f voor elke volgende pagina.)
Documenten van Letter­formaat via de glasplaat faxen5
Wanneer documenten van het formaat Letter zijn, moet u het scanformaat op Letter instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de zijkanten van de fax.
a Zorg dat de faxmodus actief is . b Druk op Menu, 2, 2, 0. c Druk op a of b om Letter te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Exit.

Groepsverzenden (alleen monochroom)

Groepsverzenden betekent dat hetzelfde faxbericht automatisch naar meerdere faxnummers wordt verzonden. U kunt een fax tegelijkertijd naar groepen, snelkiesnummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers verzenden.
Als het groepsverzenden is voltooid, wordt een verzendrapport afgedrukt.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document. c Voer een nummer in.
Druk op OK. U kunt een snelkiesnummer, een groep of een met de hand ingevoerd nummer via de kiestoetsen gebruiken.
5
5
Een fax in kleur verzenden 5
Uw machine kan een fax in kleur verzenden naar machines die deze functie ondersteunen.
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een kleurenfax verzendt, verzendt de machine deze direct (zelfs als Direct verzend is ingesteld op Uit).
Een actieve fax annuleren 5
Als u een fax wilt annuleren terwijl de machine bezig is met scannen, kiezen of verzenden, drukt u op Stop/Exit.
d Herhaal stap c tot u alle faxnummers
voor het groepsverzenden hebt ingevoerd.
e Druk op Mono Start.
Opmerking
• Als u geen nummers van groepen gebruikt, kunt u faxen via ‘groepsverzenden’ naar maximaal 90 verschillende nummers verzenden.
• Het beschikbare geheugen hangt af van het type taken die in het geheugen zijn opgeslagen en het aantal nummers waarnaar u de fax verzendt. Als u de fax naar het maximale aantal nummers verzendt, kunt u geen gebruikmaken van de tweevoudige werking.
• Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven, drukt u op Stop/Exit om de taak te annuleren of op Mono Start om de tot dusver gescande pagina's te verzenden.
31
Hoofdstuk 5
Een fax tijdens groepsverzenden annuleren 5
a Druk op Menu, 2, 4.
Op het LCD-scherm wordt het faxnummer weergegeven dat gebeld wordt.
XXXXXXXX
b Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het taaknummer en het gekozen nummer weergegeven en vervolgens:
1.Wis 2.Stop
c Druk op 1 om het gekozen faxnummer
te annuleren.
d Op het LCD-scherm wordt het
taaknummer van groepsverzenden weergegeven en 1.Wis 2.Stop. Druk op 1 om te annuleren.
e Druk op Stop/Exit.

Aanvullende verzendopties

Faxen met meerdere instellingen verzenden 5
Wanneer u een fax verzendt, kunt u een combinatie van deze instellingen kiezen: resolutie, contract, scanformaat, internationale modus en direct verzenden.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document. c Kies in het menu met de
verzendinstellingen de instelling die u wilt wijzigen (Menu, 2, 2). Druk op OK.
d Kies de gewenste optie voor de
instellingen. Druk op OK.
5
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Volgende
1.Ja 2.Nee
Druk op 1 om een andere instelling te
wijzigen.
Druk op 2 wanneer u klaar bent met
het kiezen van uw instellingen.
f Verzend de fax zoals u dat normaal
doet.
32
Een fax verzenden
Contrast 5
Als uw document erg licht of erg donker is, kunt u het contrast wijzigen. Voor de meeste documenten is de standaardinstelling Auto geschikt. Hiermee wordt automatisch het geschikte contrast voor uw document gekozen.
Gebruik Licht wanneer u een licht document verzendt.
Gebruik Donker wanneer u een donker document verzendt.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document. c Druk op Menu, 2, 2, 1. d Druk op a of b om Auto, Licht of
Donker te selecteren. Druk op OK.
Opmerking
Ook als u Licht of Donker hebt gekozen, zal de machine in de volgende omstandigheden de fax verzenden met de instelling Auto:
• Wanneer u een kleurenfax verzendt.
• Wanneer u Foto kiest als faxresolutie.
De faxresolutie wijzigen 5
U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren door de faxresolutie te wijzigen. U kunt de resolutie voor de volgende fax of voor alle faxen wijzigen.
De faxresolutie voor de volgende fax wijzigen
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document. c Druk op Fax Resolution en dan op
a of b om de resolutie te kiezen. Druk op OK.
De standaard faxresolutie wijzigen 5
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 2, 2. c Druk op a of b om de gewenste resolutie
te kiezen. Druk op OK.
Opmerking
U kunt vier verschillende resolutie­instellingen kiezen voor monochrome faxen en twee voor kleurenfaxen.
Monochroom
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is iets lager dan bij de standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor documenten
met een klein lettertype of artwork. De transmissiesnelheid is lager dan bij de resolutie-instelling Fijn.
Foto Deze instelling gebruikt u als
het document verschillende tinten grijs bevat of een foto is. Bij deze instelling duurt het verzenden het langst.
Kleur
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Deze instelling gebruikt u als
5
Als u Superfijn of Foto kiest en dan op de toets Colour Start drukt om een fax te verzenden, wordt de fax verzonden met de instelling Fijn.
het document een foto is. Het verzenden duurt langer dan bij de standaardresolutie.
5
33
Hoofdstuk 5
Tweevoudige werking (alleen monochroom) 5
U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen scannen, zelfs wanneer de machine vanuit het geheugen verzendt, faxen ontvangt of gegevens via de pc afdrukt. Op het LCD-scherm wordt het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen weergegeven.
Het aantal pagina's dat u in het geheugen kunt scannen, is afhankelijk van de gegevens die erop zijn afgedrukt.
Opmerking
Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven, drukt u op Stop/Exit om de taak te annuleren of op Mono Start om de tot dusver gescande pagina's te verzenden.
Alle faxen direct verzenden 5
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 2, 3.
3.Direct verzend
Direct verz.:Aan
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
Alleen de volgende fax direct verzenden
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 2, 3.
5
Direct verzenden 5
Als u een fax wilt verzenden, scant de machine de documenten eerst in het geheugen voordat deze worden verzonden. Als de telefoonlijn vrij is, begint de machine vervolgens met het kiezen en verzenden.
Soms wilt u een belangrijk document direct verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt dan Direct verzend instellen op Aan voor alle documenten of op Alleen deze fax voor alleen de volgende fax.
Opmerking
• Bij direct verzenden werkt de functie voor automatisch opnieuw kiezen niet als u de glasplaat gebruikt.
• Als het geheugen vol is, worden faxen die via de glasplaat worden verzonden pas verzonden als u geheugen vrij hebt gemaakt.
c Druk op a of b om Alleen deze fax
te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Volgende fax:Uit
of Volgende fax:Aan te selecteren.
e Druk op OK.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor automatisch opnieuw kiezen niet als u de glasplaat gebruikt.
• (MFC-295CN) Als het geheugen vol is en u een fax in zwart-wit via de ADF verzendt, verzendt de machine het document direct (zelfs als Direct verzend is ingesteld op Uit).
34
Een fax verzenden
Internationale modus 5
Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van een fax door bijvoorbeeld ruis op de lijn, raden wij u aan om de internationale modus in te schakelen. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie automatisch weer uitgeschakeld.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document. c Druk op Menu, 2, 2, 4. d Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
Taken in de wachtrij controleren en annuleren 5
Een fax handmatig verzenden5
Bij het handmatig verzenden van een fax hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen.
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Laad uw document. c Neem de hoorn van een extern
telefoontoestel op en luister of u een kiestoon hoort.
d Kies het gewenste faxnummer. e Druk op Mono Start of Colour Start
wanneer u de faxtoon hoort.
Als u het document op de glasplaat
plaatst, drukt u op 1 om de fax te verzenden.
1.Zend 2.Ontvang
5
U kunt controleren welke taken in het geheugen nog op verzending wachten en een taak annuleren. (Als er geen taken zijn, wordt op het LCD­scherm Geen opdrachten weergegeven.)
a Druk op Menu, 2, 4.
De taken in de wachtrij verschijnen op het LCD-scherm.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om door de taken te
bladeren en kies de taak die u wilt annuleren.
Druk op OK en dan op 1 om de taak te annuleren.
Druk op 2 om het menu te verlaten
zonder te annuleren.
c Als u klaar bent, drukt u op Stop/Exit.
f Leg de hoorn weer op de haak.
Geheugen vol, melding 5
Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de melding Geheugen vol ziet, drukt u op Stop/Exit om de fax te annuleren.
Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven tijdens het scannen van een volgende pagina, kunt u op Mono Start of Colour Start drukken om de tot dusver gescande pagina's te verzenden, of drukt u op Stop/Exit om de bewerking te annuleren.
Opmerking
Als u geheugenruimte wilt vrijmaken, wacht u tot eventueel in het geheugen opgeslagen faxen zijn verzonden, annuleert u eventuele taken in de wachtrij (zie Taken in de wachtrij controleren en annuleren op pagina 35), of verzendt u de fax direct (zie Direct verzenden op pagina 34).
35

Een fax ontvangen 6

6

Ontvangstmodi 6

De ontvangstmodus kiezen 6
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen. Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken op pagina 37 en Instellingen ontvangstmodus op pagina 38 voor meer informatie over ontvangststanden.
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?
Ja
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?
Volg de onderstaande instructies om een ontvangstmodus in te stellen: 6
Nee
Ja
Ja
Alleen fax
Handmatig
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Nee
a Druk op Menu, 0, 1. b Druk op a of b om Alleen fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangstmodus weergegeven.
12/10 11:53 Fax12/10 11:53 Fax
1 Huidige ontvangstmodus
Fax: Alleen fax
36
1
Een fax ontvangen

Ontvangstmodi gebruiken

Sommige ontvangststanden beantwoorden oproepen automatisch (Alleen fax en Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt. (Zie Belvertraging op pagina 38.)
Alleen fax 6
In de modus Alleen fax wordt elke oproep automatisch beantwoord. Als de oproep een fax is, ontvangt uw machine deze fax.
Fax/telefoon 6
De modus Fax/telefoon helpt u om inkomende oproepen automatisch af te handelen, doordat wordt herkend of het een fax of een telefoongesprek betreft. De oproepen worden als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.Een telefoongesprek activeert het
dubbele belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen. Het dubbele belsignaal is een snel belsignaal afkomstig van uw machine.
Handmatig 6
6
De modus Handmatig schakelt alle automatische antwoordfuncties uit.
Als u in de handmatige modus een fax wilt ontvangen, neemt u de hoorn van een extern toestel op. Wanneer u faxtonen (korte herhaalde tonen) hoort, drukt u op Mono Start of Colour Start en kiest u
2.Ontvang. U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken om faxen te ontvangen door de hoorn op te nemen van een toestel op dezelfde lijn als die van de machine.
(Zie ook Fax waarnemen op pagina 39.)
6
Extern antwoordapparaat 6
In de modus Extern antwoordapparaat beheert een extern antwoordapparaat uw inkomende oproepen. Inkomende oproepen worden als volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.Bellers kunnen een bericht op het externe
antwoordapparaat achterlaten.
(Zie Extern antwoordapparaat aansluiten op pagina 42 voor meer informatie.)
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in de modus Fax/telefoon) op pagina 38 en Belvertraging op pagina 38.)
37
Hoofdstuk 6

Instellingen ontvangstmodus

Belvertraging 6
De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de stand Alleen fax of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u externe of tweede toestellen op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximumaantal belsignalen.
(Zie Werken met een tweede toestel op pagina 44 en Fax waarnemen op pagina 39.)
a Druk op Menu, 2, 1, 1. b Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de
machine moet overgaan voordat wordt opgenomen. Druk op OK. Als u 00 kiest, wordt er helemaal geen belsignaal gegeven.
c Druk op Stop/Exit.
F/T-beltijd
6
(alleen in de modus Fax/telefoon) 6
Wanneer iemand uw machine belt, horen u en de beller het geluid van een telefoon die overgaat. Het aantal belsignalen wordt bepaald door de instelling van Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de machine deze. Is het echter een telefoonoproep, dan hoort u een dubbel belsignaal voor de tijdsduur ingesteld bij de instelling van F/T-beltijd. Als u het dubbele belsignaal hoort, betekent dit dat het een telefoonoproep betreft.
Omdat het dubbele belsignaal door de machine wordt geproduceerd, gaan externe en tweede toestellen niet over, maar u kunt het gesprek wel op elk toestel aannemen. (Zie Codes voor afstandsbediening gebruiken op pagina 45 voor meer informatie.)
a Druk op Menu, 2, 1, 2. b Druk op a of b om te kiezen hoe lang de
machine een belsignaal moet geven om u op een gewoon telefoongesprek te attenderen (20, 30, 40 of 70 seconden). Druk op OK.
38
c Druk op Stop/Exit.
Opmerking
Als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, blijft de machine toch gedurende het aantal ingestelde seconden het belsignaal geven.
Een fax ontvangen
Fax waarnemen 6
Als Fax waarnemen is ingesteld op Aan:
De machine ontvangt een faxoproep automatisch, zelfs als u de oproep beantwoordt. Als op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven, of wanneer u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw machine doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op Uit:
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en een faxoproep beantwoordt door de hoorn op de pakken, drukt u op Mono Start of Colour Start en dan op 2 om de fax te ontvangen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 44.)
Opmerking
• Als deze functie is ingesteld op Aan, maar uw machine de faxoproep niet overneemt wanneer u de hoorn van een tweede of extern toestel opneemt, moet u de code voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
• Als u faxen verzendt vanaf een computer op dezelfde telefoonlijn en de machine onderschept de faxen, stelt u Fax waarnemen in op Uit.

Aanvullende ontvangsthandelingen

6
6
Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken 6
Als u Aan kiest, verkleint de machine automatisch elke pagina van een inkomende fax zodat deze op een vel papier van het formaat A4, Letter of Legal past.
De machine berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het papierformaat van de fax en uw instelling voor het papierformaat (Menu, 1, 3).
a Zorg dat de faxmodus actief is .
b Druk op Menu, 2, 1, 5.
5.Autoreductie
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op Stop/Exit.
Ontvangst zonder papier 6
Als de papierlade leegraakt tijdens het ontvangen van een fax, wordt op het LCD­scherm Papier nazien weergegeven en wordt u gevraagd om papier in de papierlade te plaatsen. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
6
6
a Druk op Menu, 2, 1, 3. b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
De machine gaat door met het ontvangen van de fax en slaat de overige pagina's op in het geheugen als er voldoende geheugenruimte beschikbaar is.
Andere binnenkomende faxen worden ook in het geheugen opgeslagen tot het geheugen vol is. Als het geheugen vol is, stopt de machine automatisch met het beantwoorden van oproepen. Plaats nieuw papier in de lade om de faxen af te drukken.
39
Telefoontoestel en externe
7
apparaten

Werking als telefoon 7

U kunt telefoneren met een tweede of externe telefoon door nummers handmatig te kiezen of door middel van snelkiesnummers.
Fax/telefoonmodus 7
Als de machine in de modus Fax/telefoon staat, wordt het dubbele belsignaal (een snel dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft.
Als u bij een externe telefoon bent, neemt u de hoorn van de externe telefoon op en drukt u op Tel/R om de oproep te beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens het overgaan van het dubbele belsignaal opnemen en vervolgens op #51 drukken tussen de snelle dubbele belsignalen door. Als er niemand aan de andere kant van de lijn is, of als iemand u een fax wil zenden, stuurt u de oproep terug naar de machine door op l 51 te drukken.

Telefoondiensten 7

Het type telefoonlijn instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u het type telefoonlijn ook wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
a Druk op Menu, 0, 6.
0.Stand.instel.
6.Tel lijn inst
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
PBX en doorverbinden 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op Normaal om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN). In veel kantoren wordt echter een centraal telefoonsysteem, Private Branch Exchange (PBX), gebruikt. Uw machine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn, of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. De functie wordt ingeschakeld wanneer u op Tel/R drukt.
7
40
Telefoontoestel en externe apparaten
Opmerking
U kunt een druk op de toets Tel/R programmeren als onderdeel van een nummer dat in een snelkieslocatie is opgeslagen. Hiervoor drukt u tijdens het programmeren van het snelkiesnummer eerst op Tel/R (op het scherm verschijnt “!”), en vervolgens voert u het telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u niet meer eerst op Tel/R te drukken wanneer u een snelkieslocatie gebruikt. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 47.) Als PBX echter niet is geselecteerd in de instelling van het type telefoonlijn, kunt u geen gebruikmaken van het snelkiesnummer waarin het indrukken van Tel/R is geprogrammeerd.
Nummerweergave 7
U kunt een lijst met informatie over de oproepen die uw machine heeft ontvangen, afdrukken. (Zie Het overzicht van nummerweergave afdrukken op pagina 42.)
Opmerking
De dienst nummerweergave is afhankelijk van de dienstverlener. Neem contact op met uw lokale telefoonbedrijf voor meer informatie over welke diensten er in uw gebied beschikbaar zijn.
Nummerweergave inschakelen 7
Als u beschikt over nummerweergave op uw lijn, dient u deze functie in te stellen op Aan zodat het telefoonnummer van de beller op het LCD-scherm wordt weergegeven als de telefoon overgaat.
7
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
Met de functie nummerweergave kunt u gebruikmaken van de dienst nummerweergave die door veel lokale telefoonbedrijven wordt aangeboden. Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor informatie. Als u deze dienst gebruikt, ziet u het telefoonnummer of indien beschikbaar de naam van de beller als de telefoon overgaat.
Na enkele belsignalen wordt op het LCD­scherm het telefoonnummer (of eventueel de naam) van de beller weergegeven. Zodra u een telefoontje aanneemt, verdwijnt de informatie over de beller van het LCD­scherm, maar de oproepinformatie blijft opgeslagen in het geheugen.
De eerste 16 tekens van het nummer (en
de naam) worden weergegeven.
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het gebied dat uw nummerweergavedienst beslaat.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
De melding Privénummer betekent dat de
beller ervoor heeft gekozen om zijn/haar informatie niet te laten weergeven.
41
Hoofdstuk 7
Het overzicht van nummerweergave bekijken
Uw machine slaat informatie over de laatste dertig oproepen op in het overzicht van de nummerweergave. U kunt dit overzicht bekijken of afdrukken. Bij de eenendertigste oproep wordt de informatie over de eerste oproep door de nieuwe informatie overschreven.
a Druk op Menu, 2, 0, 2. b Druk op a of b om Toon telefoonnrs
te selecteren. Druk op OK.
De nummerweergave van de laatste oproep wordt op het LCD-scherm weergegeven. Als er geen informatie is opgeslagen, klinkt er een waarschuwingstoon en wordt Geen beller ID op het LCD-scherm weergegeven.
c Druk op a of b om door het geheugen
van nummerweergave te bladeren om de informatie te kiezen die u wilt bekijken en druk dan op OK. Op het LCD-scherm wordt het telefoonnummer of de naam van de beller weergegeven en de datum en de tijd van de oproep.
7

Extern antwoordapparaat aansluiten

U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat op dezelfde lijn aansluit als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat en ‘luistert’ de machine naar faxtonen. Als de machine faxtonen waarneemt, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als de machine geen faxtonen waarneemt, laat de machine het antwoordapparaat het uitgaande bericht afspelen zodat de beller een bericht kan inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (de aanbevolen instelling is twee belsignalen). De machine kan de faxtonen pas waarnemen als het antwoordapparaat de oproep heeft beantwoord, en bij vier belsignalen blijven er slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over voor de aansluitbevestiging. Volg de instructies in deze handleiding zorgvuldig op wanneer u uw uitgaande bericht opneemt. Wij raden af om op uw extern antwoordapparaat de functie bespaarstand te gebruiken als het meer dan vijf keer overgaat.
7
d Druk op Stop/Exit om het bekijken te
beëindigen.
Het overzicht van nummerweergave afdrukken
a Druk op Menu, 2, 0, 2. b Druk op a of b om Print rapport te
selecteren. Druk op OK. Als er geen informatie is opgeslagen, klinkt er een waarschuwingstoon en wordt Geen beller ID op het LCD­scherm weergegeven.
c Druk op Mono Start of Colour Start. d Druk na het afdrukken op Stop/Exit.
42
Opmerking
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de instelling voor belvertraging op uw externe antwoordapparaat te verkorten.
7
1
1
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, wordt op het LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Telefoontoestel en externe apparaten
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NIET op een andere plaats op dezelfde telefoonlijn aan.
Aansluitingen 7
Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals in de vorige afbeelding is aangegeven.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling voor belvertraging van de machine is niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De ontvangstmodus kiezen op pagina 36.)
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat 7
Bij het opnemen van dit bericht is een goede timing van belang.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw uitgaande bericht eerst een stilte van vijf seconden op te nemen, omdat de machine geen faxtonen kan waarnemen bij een resonerende of luide stem. U kunt proberen om deze pauze weg te laten, maar als uw machine problemen heeft met de ontvangst, moet u het uitgaande bericht opnieuw opnemen en deze stilte inlassen.
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om uw machine aan te sluiten. Als u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, raden wij u aan om de installateur te vragen om de machine op de laatste lijn van het systeem aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de machine wordt geactiveerd als het systeem telefoonoproepen ontvangt. Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, adviseren wij u om de ontvangstmodus in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine onder alle omstandigheden naar behoren werkt als deze is aangesloten op een PBX. Neem bij problemen met het verzenden of ontvangen van faxen eerst contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
7
a Neem vijf seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft de machine de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.)
b Neem een bericht van maximaal
20 seconden op.
Opmerking
Controleer of het type telefoonlijn is ingesteld op PBX. (Zie Het type telefoonlijn instellen op pagina 40.)
43
Hoofdstuk 7

Externe en tweede toestellen

Een extern of tweede toestel aansluiten 7
U kunt een afzonderlijke telefoon aansluiten, zoals in de onderstaande afbeelding is weergegeven.
1
2
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een toestel op dezelfde telefoonlijn gebruikt, wordt op het LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Werken met een tweede toestel
7
Als u een faxoproep aanneemt op een
7
tweede of extern toestel dat op de juiste manier is aangesloten op de machine, kunt u de oproep door uw machine laten ontvangen door de code voor activeren op afstand te gebruiken. Als u de code voor activeren op afstand, l 51, intoetst, begint de machine met het ontvangen van de fax.
Als de machine een normaal telefoontje aanneemt en het snelle dubbele belsignaal geeft, toetst u de code voor deactiveren op afstand, #51, in om het telefoontje op een tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T-beltijd (alleen in de modus Fax/telefoon) op pagina 38.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is niemand aan de lijn:
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van een handmatige fax.
Toets l 51 in en wacht tot u het tjirpende geluid hoort of tot op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven en hang dan op.
7
Opmerking
Sluit het externe toestel aan met een kabel van maximaal drie meter.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken om uw machine het telefoontje automatisch te laten aannemen. (Zie Fax waarnemen op pagina 39.)
Een draadloze externe telefoon gebruiken 7
Als de basiseenheid van de draadloze telefoon op dezelfde telefoonlijn als de machine is aangesloten (zie Externe en tweede toestellen op pagina 44), is het handiger om oproepen tijdens de belvertraging op te nemen als u de draadloze telefoon bij u hebt.
Als u de machine de oproep eerst laat aannemen, moet u naar de machine gaan en op Tel/R drukken om het telefoontje op de draadloze telefoon aan te nemen.
44
Telefoontoestel en externe apparaten
Codes voor afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door het intoetsen van de code voor activeren op afstand l 51. Wacht tot u de tjirpende geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op de haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 39.)
Als u een faxoproep aanneemt via de externe telefoon, kunt u de machine de fax laten ontvangen door op Mono Start te drukken en
2.Ontvang te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de machine staat in de modus F/T, wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt na de aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep aanneemt op een tweede toestel, kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen door op #51 te drukken (druk tussen de belsignalen door).
De codes voor afstandsbediening wijzigen
Als u activeren op afstand wilt gebruiken, schakelt u de codes voor afstandsbediening in. De voorgeprogrammeerde code voor activeren op afstand is l 51. De voorgeprogrammeerde code voor deactiveren op afstand is #51. U kunt deze desgewenst vervangen door uw eigen codes.
a Druk op Menu, 2, 1, 4.
1.Ontvangstmenu
4.Afstandscode
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
c Voer de nieuwe code voor activeren op
afstand in. Druk op OK.
d Voer de nieuwe code voor deactiveren
op afstand in. Druk op OK.
e Druk op Stop/Exit.
7
7
Als de machine een normaal telefoontje aanneemt en het snelle dubbele belsignaal geeft, kunt u de oproep aannemen op de externe telefoon door op Tel/R te drukken.
Opmerking
• Als de verbinding iedere keer wordt verbroken wanneer u probeert om vanaf een ander toestel toegang te krijgen tot uw externe antwoordapparaat, is het raadzaam om de code voor activeren op afstand en de code voor deactiveren op afstand te wijzigen in een andere code van drie cijfers met de cijfers 0-9, , #.
• Het is mogelijk dat de codes voor afstandsbediening bij bepaalde telefoonsystemen niet werken.
45
8

Nummers kiezen en opslaan 8

Nummers kiezen 8

Handmatig kiezen 8
Toets alle cijfers van het fax- of telefoonnummer in.
Snelkiezen 8
Zoeken 8
U kunt namen opzoeken die u in het snelkiesgeheugen hebt opgeslagen.
a Druk op (Speed Dial).
b Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Zoek op nummer door op a of b te
drukken om het nummer te kiezen en druk dan op OK.
Zoek op alfabet door de eerste letter
van de naam via de kiestoetsen in te voeren en druk dan op d of c om de naam te kiezen en druk vervolgens op OK.
a Druk op (Speed Dial).
b Druk op OK en # (hekje) en voer dan het
snelkiesnummer van twee cijfers in via de kiestoetsen.
Opmerking
Als op het LCD-scherm Niet opgeslagen wordt weergegeven als u een snelkiesnummer invoert, is dit nummer niet op deze locatie opgeslagen.
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn bezet is, drukt u op Redial/Pause en dan op Mono Start of Colour Start om het opnieuw te proberen. Als u het laatst gekozen nummer opnieuw wilt bellen, kunt u dit snel doen door op Redial/Pause en Mono Start of
Colour Start te drukken. Redial/Pause werkt alleen als u het nummer
via het bedieningspaneel hebt gekozen. Als u een fax automatisch wilt verzenden en
de lijn bezet is, wordt het nummer automatisch maximaal drie keer met tussenpozen van vijf minuten opnieuw gekozen.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie automatisch opnieuw kiezen niet wanneer u de glasplaat gebruikt.
46
Nummers kiezen en opslaan

Nummers opslaan 8

U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: met snelkiesnummers en groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. Wanneer u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam, indien u deze hebt opgeslagen, of het nummer weergegeven.
Opmerking
Snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 8
Druk op Redial/Pause om een pauze van 3,5 seconden in te lassen tussen de cijfers van een nummer. Als u internationaal belt kunt u zo vaak als nodig is op Redial/Pause drukken om de pauze langer te maken.
Snelkiesnummers opslaan 8
U kunt namen en nummers opslaan als snelkieslocaties van twee cijfers. U kunt maximaal 40 snelkieslocaties opslaan. Om een nummer te kiezen, hoeft u dan slechts een paar toetsen in te drukken (bijvoorbeeld:
(Speed Dial), OK, #, het nummer van
twee cijfers en Mono Start of Colour Start).
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer via de kiestoetsen de naam in
(maximaal 16 tekens). Druk op OK. (Zie Tekst invoeren
op pagina 131 voor informatie over het invoeren van letters.)
Als u het nummer zonder een naam
wilt opslaan, drukt u op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap b om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Als u klaar bent, drukt u op
Stop/Exit.
Snelkiesnummers wijzigen 8
Als u probeert om een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar al een nummer is opgeslagen, wordt op het LCD-scherm de naam of het nummer dat daar is opgeslagen, weergegeven en wordt u gevraagd om een van de volgende stappen uit te voeren:
#05:MIKE
1.Wijzig 2.Stop
Druk op 1 om het opgeslagen nummer te
wijzigen.
Druk op 2 om het menu te verlaten zonder
wijzigingen door te voeren.
8
a Druk op (Speed Dial) en a of b om
Snelkies inst. te kiezen. Druk op OK.
b Voer via de kiestoetsen een
locatienummer van twee cijfers in (01-40). Druk op OK.
c Voer het fax- of telefoonnummer in
(maximaal 20 cijfers). Druk op OK.
Als u 1 kiest, kunt u het opgeslagen nummer en de naam wijzigen, of een nieuw nummer/naam invoeren. Volg hiervoor de onderstaande instructies:
a Voer een nieuw nummer in. Druk op OK. b Voer een nieuwe naam in. Druk op OK.
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor onder het teken te plaatsen dat u wilt wijzigen en drukt u dan op Clear/Back. Voer het teken opnieuw in.
c Druk op Stop/Exit als u klaar bent.
47
Hoofdstuk 8
Groepen instellen voor groepsverzenden 8
Met groepen, die kunnen worden opgeslagen op een snelkieslocatie, kunt u dezelfde fax naar veel faxnummers verzenden door alleen
maar te drukken op (Speed Dial), OK, #, de locatie van twee cijfers en Mono Start. Eerst moet u elk faxnummer in een snelkieslocatie opslaan. U kunt deze dan als nummers in de groep opnemen. Elke groep gebruikt een snelkieslocatie. U kunt maximaal zes groepen gebruiken, of u kunt maximaal 39 nummers aan een grote groep toewijzen.
(Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 47 en Groepsverzenden (alleen monochroom) op pagina 31.)
a Druk op (Speed Dial) en a of b om
Groepsinstell. te kiezen. Druk op OK.
b Voer via de kiestoetsen het
snelkiesnummer van twee cijfers in waaronder u de groep wilt opslaan. Druk op OK.
c Voer via de kiestoetsen een
groepsnummer in (1 tot 6). Druk op OK.
Groepinstell:G0_
d Volg de onderstaande instructies om
snelkiesnummers toe te voegen: Bijvoorbeeld: snelkiesnummers
05 en 09. Druk op (Speed Dial), 05,
(Speed Dial), 09.
Het LCD-scherm toont:
G01:#05#09
e Druk op OK als u klaar bent met het
toevoegen van nummers.
f Voer via de kiestoetsen een naam voor
de groep in. Druk op OK.
Opmerking
U kunt eenvoudig een lijst met al uw snelkiesnummers afdrukken. Nummers die onderdeel zijn van een groep zijn gemarkeerd in de kolom GROEP. (Zie Een rapport afdrukken op pagina 50.)
Snelkiesnummers combineren 8
Het kan zijn dat u een keuze wilt maken uit verschillende interlokale providers wanneer u een fax verzendt. Tarieven kunnen afhankelijk zijn van de tijd en de bestemming. Om te profiteren van lage tarieven kunt u de toegangscodes van interlokale providers en creditcardnummers opslaan als snelkiesnummers. Deze lange kiesreeksen kunt u opslaan door de reeksen op te splitsen en deze als afzonderlijke snelkiesnummers in de gewenste combinatie in te stellen. U kunt hierin zelfs handmatig kiezen met de kiestoetsen opnemen. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 47.)
U hebt bijvoorbeeld ‘555’ opgeslagen onder snelkiesnummer 03 en ‘7000’ onder snelkiesnummer 02. U kunt dan beide snelkiesnummers gebruiken om ‘555-7000’ te kiezen als u op de volgende toetsen drukt:
(Speed Dial), OK, #03, (Speed Dial),
#02, en Mono Start. Als u tijdelijk een nummer wilt wijzigen, kunt u
een gedeelte van het nummer vervangen door handmatig te kiezen met de kiestoetsen. Wanneer u bijvoorbeeld het nummer wilt wijzigen in 555-7001 kunt u de volgende toetsen indrukken:
(Speed Dial), OK, #03, 7, 0, 0, 1 (via de
kiestoetsen), en Mono Start.
48
U kunt ook een pauze invoeren door op de toets Redial/Pause te drukken.
9

Rapporten afdrukken 9

Faxrapporten 9

U dient het verzendrapport en de journaaltijd in te stellen met de toets Menu.
Verzendrapport 9
U kunt het verzendrapport als bewijs gebruiken dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport worden de naam of het faxnummer van de ontvanger, de tijd en de datum waarop het bericht werd verzonden, de duur van de transmissie, het aantal verzonden pagina's en of de fax al dan niet goed is verzonden, vermeld.
Voor het verzendrapport zijn een aantal instellingen mogelijk:
Aan:
Drukt een rapport af na elke verzonden fax.
a Druk op Menu, 2, 3, 1. b Druk op a of b om Uit+Beeld, Aan,
Aan+Beeld of Uit te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Opmerking
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt de afbeelding alleen op het verzendrapport weergegeven als de instelling voor direct verzenden uitgeschakeld is. (Zie Direct verzenden op pagina 34.)
• Als de transmissie goed is verlopen, wordt "OK" naast "RESULT" op het verzendrapport weergegeven. Als de transmissie niet goed is verlopen, wordt "FOUT" naast "RESULT" weergegeven.
Aan+Beeld:
Drukt een rapport af na elke verzonden fax. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport weergegeven.
Uit:
Drukt een rapport af als uw fax niet is verzonden door een transmissiefout. Uit is de standaardinstelling.
Uit+Beeld:
Drukt een rapport af als uw fax niet is verzonden door een transmissiefout. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport weergegeven.
9
49
Hoofdstuk 9
Faxjournaal (activiteitenrapport) 9
U kunt de machine zodanig instellen dat deze op vaste tijden een journaal afdrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). Als u het interval instelt op Uit, kunt u het rapport toch nog afdrukken door de stappen in Rapporten op pagina 50 uit te voeren. De standaardinstelling is Na 50 faxen.
a Druk op Menu, 2, 3, 2. b Druk op a of b om een interval te kiezen.
Druk op OK. (Als u 7 dagen kiest, wordt u via het LCD-scherm gevraagd om de eerste dag van de 7-daagse periode te kiezen.) Als u Na 50 faxen kiest, gaat u naar stap d.
6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine drukt op het gekozen tijdstip het rapport af en verwijdert vervolgens alle taken uit het geheugen. Als het geheugen van de machine vol is omdat het maximale aantal van 200 taken is opgeslagen en de door u gekozen tijd nog niet is verstreken, drukt de machine het journaal vroegtijdig af en worden alle taken uit het geheugen verwijderd. Als u een extra rapport wilt afdrukken voordat het conform de instelling wordt afgedrukt, kunt u dit afdrukken zonder dat er taken uit het geheugen worden verwijderd.
Elke 50 faxen
De machine drukt het journaal af als er 50 taken zijn opgeslagen.

Rapporten 9

De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1.Verzendrapport
Hiermee drukt u een verzendrapport van uw laatste verzending af.
2.Helplijst
Een helplijst waarin wordt aangegeven hoe u de machine kunt programmeren.
3.Kieslijst
Geeft een lijst in numerieke volgorde weer met namen en telefoonnummers die in het snelkiesgeheugen opgeslagen zijn.
4.Faxjournaal
Geeft een overzicht weer met informatie over de laatste inkomende en uitgaande faxen. (TX betekent Transmit (verzenden)) (RX betekent Receive (ontvangen))
5.Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
6.Netwerkconfig.
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
Een rapport afdrukken 9
a Druk op Menu, 6. b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
rapport te selecteren. Druk op OK.
Voer het nummer van het rapport dat
u wilt afdrukken in. Druk bijvoorbeeld op 2 om de helplijst af te drukken.
c Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop het journaal moet worden afgedrukt. Druk op OK. (Bijvoorbeeld: voer 19:45 in voor kwart voor acht 's avonds.)
d Druk op Stop/Exit.
50
c Druk op Mono Start. d Druk op Stop/Exit.
Paragraaf III
Kopiëren III
Kopiëren 52
10

Kopiëren 10

Kopiëren 10

Kopieermodus activeren 10
Druk op (Copy) om de faxmodus te activeren. De standaardmodus is Fax. U kunt
het aantal seconden of minuten dat de machine in de kopieermodus staat nadat de laatste kopie is gemaakt, wijzigen. (Zie Tijdklokstand op pagina 22.)
Op het LCD-scherm worden de standaard kopieerinstellingen weergegeven:
Meerdere kopieën maken 10
U kunt maximaal 99 exemplaren tegelijk afdrukken.
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 19.)
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Mono Start of Colour Start.
Opmerking
(Alleen bij MFC-295CN) Druk op de toets Copy Options om uw kopieën te sorteren. (Zie Kopieën met de
ADF sorteren (alleen monochroom) (alleen bij MFC-295CN) op pagina 56.)
123
1 Kopieerverhouding
2 Kwaliteit
3 Aantal kopieën
Eén kopie maken 10
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document.
(Zie Documenten laden op pagina 19.)
c Druk op Mono Start of Colour Start.
Kopiëren stoppen 10
Druk op Stop/Exit om het kopiëren te stoppen.
52
Kopiëren

Kopieeropties 10

Wanneer u snel de kopieerinstellingen voor de volgende kopie tijdelijk wilt wijzigen, gebruikt u de toets Copy Options.
De machine keert twee minuten nadat het kopiëren is voltooid terug naar de standaardinstelling of als de tijdklokstand ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar de faxmodus. Zie Tijdklokstand op pagina 22 voor meer informatie.
Druk op
Druk op Kwaliteit
Menuselectie
Vergr./ Verklein
Papiersoort
Papierformaat
Helderheid
Stapel/ Sorteer
(alleen bij MFC-295CN)
Pagina lay-out
Opties
Snel Normaal Fijn
Aanp. aan pag. Custom(25-400%)/ 198%/186%/ 142%/100%/ 97%/93%/ 83%/69%/47%/
Normaal papier Inkjet papier Brother BP71 Glossy anders Transparanten
A4 A5 10(B) x 15(H)cm Letter Legal
- nnonn +57
Stapel Sorteer
Uit(1op1) 2op1(P) 2op1(L) 4op1(P) 4op1(L) Poster(3 x 3)
Pagina
53
/
54
57
58
56
55
Opmerking
U kunt bepaalde kopieerinstellingen die u vaak gebruikt, opslaan door ze als standaard te definiëren. De instructies hiervoor zijn vermeld in de paragraaf voor elke functie.
Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen 10
U kunt kiezen uit een reeks kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling is Normaal.
Om tijdelijk de instellingen voor kwaliteit te wijzigen, volgt u onderstaande instructies:
Druk op
en dan op
a of b om
Kwaliteit te
kiezen
Normaal
Snel Snelle
Fijn Gebruik deze
'Normaal' is de aanbevolen stand voor gewone afdrukken. Dit zorgt voor goede kopieerkwaliteit met goede kopieersnelheid.
kopieersnelheid en het minste inktverbruik. Om tijd te besparen bij het afdrukken van documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën.
modus voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto's. Deze modus levert de hoogste resolutie en de laagste snelheid.
a Zorg dat de kopieermodus actief is .
b Laad uw document.
10
Aant. kopieën
Aant. kopieën:01
(01 - 99)
52
c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
53
Hoofdstuk 10
d Druk op Copy Options en a of b om
Kwaliteit te selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om kwaliteit Snel,
Normaal of Fijn te kiezen. Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Colour Start.
Om de standaardinstelling te wijzigen, volgt u onderstaande instructies:
a Druk op Menu, 3, 1.
1.Kwaliteit
b Druk op a of b om kwaliteit Snel, Norm
of Fijn te kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen 10
U kunt een vergrotings- of verkleiningspercentage kiezen. Als u Aanp. aan pag. kiest, wordt de grootte automatisch afgestemd op het door u ingestelde papierformaat.
Druk op Aanp. aan pag.
Custom(25-400%)
Om de volgende kopie te vergroten of te verkleinen, volgt u onderstaande instructie:
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document. c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Copy Options en a of b om
Vergr./Verklein te selecteren. Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
percentage vergroting of verkleining te selecteren. Druk op OK.
Druk op a of b om
Custom(25-400%) te selecteren. Druk op OK. Voer met de kiestoetsen een vergrotings- of verkleiningspercentage in van 25% tot 400%. (Druk bijvoorbeeld op 5 3 om 53% in te voeren.) Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Colour Start.
en dan op a of b
om
Vergr./Verklein
te kiezen
54
198% 10x15cmiA4
186%10x15cmiLTR
142% A5iA4
100%
97% LTRiA4
93% A4iLTR
(MFC-253CW/255CW/ 257CW)
83%
(MFC-295CN)
83% LGLiA4
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Opmerking
Pagina lay-out is niet beschikbaar bij Vergr./Verklein.
Aanp. aan pag. werkt niet naar behoren als het document op de glasplaat meer dan drie graden schuin ligt. Gebruik de documentgeleiders aan de linker- en bovenkant om uw document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
Kopiëren
N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina lay-out) 10
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is handig om papier te besparen.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de posteroptie gebruikt, wordt uw document in delen opgesplitst en deze delen worden vervolgens vergroot zodat u ze kunt samenvoegen tot een poster. Gebruik de glasplaat om een poster af te drukken.
BELANGRIJK
• Zorg dat het papierformaat op Letter of A4 is ingesteld.
• U kunt de instellingen voor vergroten/verkleinen en voor stapelen/sorteren (MFC-295CN) niet gebruiken voor de functies N op 1 en Poster.
f Druk op Mono Start of Colour Start om
het document te scannen. Als u het document in de ADF (MFC-295CN) hebt geplaatst of een poster maakt, scant de machine het document en begint met afdrukken.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap g.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende pagina te scannen.
Volgende pagina?
1.Ja 2.Nee
h Leg de volgende pagina op de
glasplaat. Druk op OK.
Volgende pagina
Druk dan op OK
• Kleurenkopieën zijn niet beschikbaar bij gebruik van de functie N op 1.
•(P) betekent Portret (staand) en (L) betekent Landschap (liggend).
• U kunt slechts één poster tegelijkertijd maken.
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document. c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Copy Options en a of b om
Pagina lay-out te selecteren. Druk op OK.
i Herhaal stap g en h voor elke pagina
van de lay-out.
j Druk op 2 om te stoppen wanneer alle
pagina's zijn gescand.
10
e Druk op a of b om Uit (1 op 1),
2op1(P), 2op1(L), 4op1(P), 4op1(L) of Poster(3 x 3) te selecteren.
Druk op OK.
55
Hoofdstuk 10
Plaats uw document met de bedrukte zijde omlaag in de hieronder aangegeven richting:
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Poster (3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken.
Kopieën met de ADF sorteren (alleen monochroom) (alleen bij MFC-295CN) 10
U kunt meerdere kopieën sorteren. De pagina's worden gesorteerd in de volgorde 3 2 1, 3 2 1, 3 2 1 enzovoort.
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document. c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Copy Options en a of b om
Stapel/Sorteer te selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Sorteer te
selecteren. Druk op OK.
f Druk op Mono Start.
Opmerking
Aanp. aan pag. en Pagina lay-out zijn niet beschikbaar bij Sorteer.
56
Kopiëren
Helderheid en contrast instellen 10
Helderheid 10
Om tijdelijk de instellingen voor helderheid te wijzigen, volgt u onderstaande instructies:
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document. c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Copy Options en a of b om
Helderheid te selecteren. Druk op OK.
-nnonn+ e
e Druk op a of b om een lichtere of
donkerdere kopie te maken. Druk op OK.
Papieropties 10
Papiersoort 10
Als u op speciaal papier kopieert, stelt u de machine in op de papiersoort die u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document. c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Copy Options en a of b om
Papiersoort te selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te kiezen (Normaal papier, Inkjet papier, Brother BP71, Glossy anders of Transparanten).
Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Colour Start.
Om de standaardinstelling te wijzigen, volgt u onderstaande instructies:
a Druk op Menu, 3, 2. b Druk op a of b om een lichtere of
donkerdere kopie te maken. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Contrast 10
Wijzig het contrast om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
a Druk op Menu, 3, 3.
3.Contrast
b Druk op a of b om het contrast te
wijzigen. Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Colour Start.
10
Opmerking
Zie Papiersoort op pagina 23 om de standaardinstelling van de papiersoort te wijzigen.
c Druk op Stop/Exit.
57
Hoofdstuk 10
Papierformaat 10
Als u op een ander formaat papier dan A4 kopieert, moet u de instelling voor het papierformaat wijzigen. U kunt kopiëren op A4- of A5-papier, op Foto-papier van 10 × 15 cm, Letter- of Legalpapier.
a Zorg dat de kopieermodus actief is
.
b Laad uw document. c Voer via de kiestoetsen het aantal
kopieën in (maximaal 99).
d Druk op Copy Options en a of b om
Papierformaat te selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te kiezen (A4, A5,
10(B) x 15(H)cm, Letter of Legal).
Druk op OK.
f Druk op Mono Start of Colour Start.
Opmerking
Zie Papierformaat op pagina 23 om de standaardinstelling van het papierformaat te wijzigen.
58
Paragraaf IV
Direct printen IV
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Foto's vanaf een camera afdrukken (alleen voor MFC-295CN)
60
71
Foto's afdrukken vanaf een
11
geheugenkaart of USB-flashstation
Opmerking
Alleen modellen MFC-253CW, MFC-255CW en MFC-257CW ondersteunen geheugenkaarten.

Werken met PhotoCapture Center™

Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc
Ook wanneer uw machine niet is aangesloten op uw computer, kunt u foto's direct vanaf digitale cameramedia of een USB-flashstation afdrukken. (Zie Afdrukken
vanaf een geheugenkaart of een USB-flashstation op pagina 63.)
11
Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken 11
Uw Brother-machine heeft mediastations (sleuven) voor de volgende populaire digitale cameramedia: Memory Stick™, Memory Stick PRO™, SD, SDHC, xD-Picture Card™ en een USB-flashstation.
11
Memory Stick™
11
Memory Stick PRO™
xD-Picture Card™ USB-flashstation
SD, SDHC
Maximaal 22 mm
Maximaal 11 mm
Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation zonder een pc te gebruiken
U kunt documenten scannen en deze rechtstreeks op een geheugenkaart of USB­flashstation opslaan. (Zie Naar een
geheugenkaart of een USB-flashstation scannen op pagina 68.)
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken 11
U hebt via uw pc toegang tot een geheugenkaart of USB-flashstation dat in de voorzijde van de machine is gestoken.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows of Remote Setup & PhotoCapture Center™ voor Macintosh in de Softwarehandleiding op de cd-rom.)
®
miniSD kan worden gebruikt met een
miniSD-adapter.
11
microSD kan worden gebruikt met een
microSD-adapter.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt
met een Memory Stick Duo™-adapter.
Memory Stick PRO Duo™ kan worden
gebruikt met een Memory Stick PRO Duo™-adapter.
Memory Stick Micro™ (M2™) kan worden
gebruikt met een Memory Stick Micro™ (M2™)-adapter.
Bij de machine worden geen adapters
geleverd. Neem contact op met een leverancier van adapters.
Dit product ondersteunt xD-Picture
Card™ Type M / Type M Type H (grote capaciteit).
IBM Microdrive™ is niet compatibel met
de machine.
+
/
60
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in staat om digitale foto's van uw digitale camera met een hoge resolutie af te drukken, met een afdrukkwaliteit gelijkwaardig aan de kwaliteit van foto's.
Geheugenkaarten, USB-flashstation en mapstructuren 11
Uw machine is ontworpen om compatibel te zijn met beeldbestanden van moderne digitale camera's, geheugenkaarten of een USB-flashstation; lees echter onderstaande opmerkingen om fouten te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend).
Direct afdrukken via PhotoCapture
Center™ moet apart van PhotoCapture Center™ met de pc worden uitgevoerd. (Het is niet mogelijk om deze bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
De machine kan maximaal 999 bestanden
op een geheugenkaart of een USB­flashstation lezen.
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig DPOF-formaat hebben. (Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 65.)
Let op het volgende:
Als u de index of afbeeldingen afdrukt, zal
PhotoCapture Center™ alle geldige afbeeldingen afdrukken, zelfs als een of meer afbeeldingen beschadigd zijn. Beschadigde afbeeldingen worden niet afgedrukt.
(gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen om geheugenkaarten te lezen die door een digitale camera zijn geformatteerd.
Wanneer een digitale camera een geheugenkaart formatteert, maakt de camera een speciale map waar de beeldgegevens naartoe worden gekopieerd. Als u de beeldgegevens op een geheugenkaart met uw pc wilt aanpassen, raden wij u aan de mapstructuur die door de digitale camera is aangemaakt, niet te wijzigen. Als u nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook aan dezelfde map te gebruiken als door uw digitale camera wordt gebruikt. Als de gegevens niet in dezelfde map worden opgeslagen, kan de machine het bestand misschien niet lezen of het beeld niet afdrukken.
(gebruikers van USB-flashstations)
Deze machine ondersteunt USB-flashstations die door Windows
geformatteerd.
®
zijn
11
61
Hoofdstuk 11

Aan de slag 11

Steek de geheugenkaart of het USB­flashstation stevig in de juiste sleuf.
1 2 3
1 USB-flashstation
2 SD, SDHC
3 Memory Stick™, Memory Stick PRO™
4 xD-Picture Card™
BELANGRIJK
De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning voor een USB-flashstation, een camera die compatibel is met PictBridge of een digitale camera die gebruikmaakt van de standaard voor USB-massaopslag. Andere USB­apparaten worden niet ondersteund.
4
Indicaties van de toets Photo Capture
Photo Capture-lampje brandt, de
geheugenkaart of het USB-flashstation is correct geplaatst.
Photo Capture-lampje brandt niet, de
geheugenkaart of het USB-flashstation is niet correct geplaatst.
Photo Capture-lampje knippert, de
geheugenkaart of het USB-flashstation wordt gelezen of beschreven.
BELANGRIJK
Verwijder de stekker NIET uit het stopcontact en verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation niet uit het mediastation (sleuf) of uit de USB Direct-interface als de machine de geheugenkaart of het USB-flashstation leest of beschrijft (de toets
Photo Capture knippert). Doet u dit toch, dan gaan de gegevens op de kaart verloren of wordt de kaart beschadigd.
62
De machine kan slechts één apparaat tegelijk lezen, plaats daarom niet meer dan één apparaat in de sleuven.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation

Afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB-flashstation

Voordat u een foto afdrukt, drukt u eerst de index met miniaturen af om het nummer van de gewenste foto te selecteren. Volg de onderstaande instructies om direct vanaf uw geheugenkaart of USB-flashstation af te drukken:
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt geplaatst. Op het LCD-scherm wordt bijvoorbeeld de volgende melding weergegeven:
M.Stick actief
Toets PhotoCa...
b Druk op (Photo Capture). Zie
Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 65 voor afdrukken in DPOF-formaat.
c Druk op a of b om Print index te
selecteren. Druk op OK.
Index afdrukken (miniaturen) 11
Het PhotoCapture Center™ wijst nummers
11
aan de afbeeldingen toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3 enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture Center™ ter identificatie van de foto's gebruikt. U kunt een pagina met miniaturen afdrukken zodat u alle foto's op de geheugenkaart of het USB-flashstation kunt bekijken.
Opmerking
Alleen bestandsnamen van 8 tekens of minder worden correct op de indexpagina afgedrukt.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt geplaatst.
Druk op (Photo Capture).
d Druk op Colour Start om de
indexpagina af te drukken. Noteer het nummer van de foto die u wilt afdrukken. Zie Index afdrukken (miniaturen) op pagina 63.
e Om afbeeldingen af te drukken, drukt u
op a of b om Print beelden te selecteren in stap c en vervolgens drukt u op OK. (Zie Foto's afdrukken op pagina 64.)
f Voer het nummer van de foto in en druk
op OK.
g Druk op Colour Start om het afdrukken
te starten.
b Druk op a of b om Print index te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om 6 beelden/regel
of 5 beelden/regel te selecteren. Druk op OK.
6 beelden/regel 5 beelden/regel
De afdruksnelheid voor
5 beelden/regel is lager dan voor 6 beelden/regel, maar de kwaliteit
is beter.
11
63
Hoofdstuk 11
d Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te selecteren:
Normaal papier, Inkjet papier, Brother BP71 of Glossy anders.
Druk op OK.
e Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: A4 of Letter. Druk op OK.
f Druk op Colour Start om te beginnen
met afdrukken.
Foto's afdrukken 11
U dient eerst het nummer van een foto te weten, pas dan kunt u de foto afdrukken.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt geplaatst.
d Voer het nummer van de afbeelding die
u wilt afdrukken in aan de hand van de miniaturen op de indexpagina. Druk op OK.
Nr.:1,3,6,
Opmerking
• U kunt meerdere nummers invoeren door de toets OK te gebruiken om de nummers van elkaar te scheiden. Als u bijvoorbeeld 1, OK, 3, OK, 6 invoert, worden afbeeldingen 1, 3 en 6 afgedrukt. Met de toets # kunt u een aantal nummers afdrukken, door bijvoorbeeld 1, #, 5 in te voeren, worden alle afbeeldingen van 1 tot 5 afgedrukt.
• U kunt maximaal 12 tekens (inclusief komma's) invoeren om op te geven welke foto's u wilt afdrukken.
b Druk eerst de index af. (Zie Index
afdrukken (miniaturen) op pagina 63.)
Druk op (Photo Capture).
c Druk op a of b om Print beelden te
selecteren. Druk op OK.
Opmerking
Als uw geheugenkaart geldige DPOF-informatie bevat, wordt op het LCD-scherm DPOF print:Ja weergegeven. Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 65.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle afbeeldingen hebt gekozen
die u wilt afdrukken, drukt u op OK om uw instellingen te kiezen. Ga naar stap f.
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Colour Start.
f Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te selecteren:
Normaal papier, Inkjet papier, Brother BP71 of Glossy anders.
Druk op OK.
g Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: Letter, A4, 10x15cm of 13x18cm.
Druk op OK.
Als u Letter of A4 hebt gekozen, gaat
u naar stap h.
64
Als u een ander formaat hebt
gekozen, gaat u naar stap i.
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Colour Start.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
h Druk op a of b om het afdrukformaat te
selecteren (8x10cm, 9x13cm, 10x15cm, 13x18cm, 15x20cm of Max. afmetingen).
Druk op OK.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het aantal kopieën te selecteren,
gaat u naar stap j.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Colour Start.
j Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
Druk op OK.
k Druk op Colour Start om te beginnen
met afdrukken.
De afdrukposities voor afdrukken op A4- zijn hieronder weergegeven:
Afdrukken in DPOF-formaat 11
DPOF betekent Digital Print Order Format. Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic Corporation en Sony Corporation) hebben deze standaard ontwikkeld om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken, op het display van de digitale camera selecteren.
Als een geheugenkaart met DPOF-informatie in de machine wordt geplaatst, kunt u de geselecteerde foto op eenvoudige wijze afdrukken.
1
8x10cm
4
13x18cm
2
9x13cm
5
15x20cm
3
10x15cm
6
Max. afmetingen
a Steek de geheugenkaart stevig in de
correcte sleuf.
M.Stick actief
Druk op (Photo Capture).
b Druk op a of b om Print beelden te
selecteren. Druk op OK.
c Als de kaart een DPOF-bestand bevat,
geeft het LCD-scherm het volgende weer:
DPOF print:Ja e
d Druk op a of b om DPOF print:Ja te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om de papiersoort die u
gebruikt te selecteren:
Normaal papier, Inkjet papier, Brother BP71 of Glossy anders.
Druk op OK.
11
65
Hoofdstuk 11
f Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: Letter, A4, 10x15cm of 13x18cm.
Druk op OK.
Als u Letter of A4 hebt gekozen, gaat
u naar stap g.
Als u een ander formaat hebt
gekozen, gaat u naar stap h.
g Druk op a of b om het afdrukformaat te
selecteren (8x10cm, 9x13cm, 10x15cm, 13x18cm, 15x20cm of Max. afmetingen).
Druk op OK.
h Druk op Colour Start om te beginnen
met afdrukken.
Opmerking
Als de op de camera gemaakte afdrukvolgorde beschadigd is geraakt, kan een DPOF-bestandsfout optreden. U kunt dit probleem verhelpen door de afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw te maken met uw camera.
Raadpleeg de ondersteuningswebsite van de camerafabrikant of de bijbehorende documentatie om na te gaan hoe u hiervoor te werk gaat.
PhotoCapture Center™
-afdrukinstellingen
Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
Afdruksnelheid en -kwaliteit 11
a Druk op Menu, 4, 1. b Druk op a of b om Norm of Foto te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Papieropties 11
Papiersoort 11
a Druk op Menu, 4, 2. b Druk op a of b om Normaal papier,
Inkjet papier, Brother BP71 of Glossy anders te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
11
66
Papierformaat 11
a Druk op Menu, 4, 3. b Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: Letter, A4, 10x15cm of 13x18cm.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
Afdrukformaat 11
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer u voor de instelling papierformaat Letter of A4 kiest.
a Druk op Menu, 4, 4. b Druk op a of b om het afdrukformaat dat
u gebruikt te kiezen, 8x10cm, 9x13cm, 10x15cm, 13x18cm, 15x20cm of Max. afmetingen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Helderheid en contrast instellen 11
Helderheid 11
a Druk op Menu, 4, 5.
Bijsnijden (crop) 11
Als uw foto te lang of te breed is voor de ruimte die u hebt geselecteerd, wordt automatisch een deel van het beeld afgesneden.
De standaardinstelling is Aan. Wanneer u het hele beeld wilt afdrukken, zet u deze instelling op Uit. Als u ook de optie Zonder rand gebruikt, stelt u Zonder rand in op Uit. (Zie Afdrukken zonder rand op pagina 67.)
a Druk op Menu, 4, 7. b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Bijsnijd(crop): Aan 11
b Druk op a of b om een afdruk lichter of
donkerder te maken. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Contrast 11
U kunt de contrastinstelling kiezen. Met meer contrast ziet een beeld er scherper en levendiger uit.
a Druk op Menu, 4, 6. b Druk op a of b om het contrast te
verhogen of te verlagen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Bijsnijd(crop): Uit 11
11
Afdrukken zonder rand 11
Met deze optie wordt het afdrukgebied uitgebreid naar de randen van het papier. Het afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op Menu, 4, 8. b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
67
Hoofdstuk 11
Datum afdrukken 11
U kunt de datum afdrukken die al in de fotogegevens is opgenomen. De datum wordt in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de datum niet in de gegevens is opgenomen, kunt u deze functie niet gebruiken.
a Druk op Menu, 4, 9. b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
kiezen. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Opmerking
De DPOF-instelling van uw camera moet uitgeschakeld zijn om de functie Datum afdrukken te kunnen gebruiken.

Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen

U kunt documenten in zwart-wit en in kleur naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen. Monochrome documenten worden opgeslagen in het bestandsformaat PDF (*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur kunnen in het bestandsformaat PDF (*.PDF) of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De standaardinstelling is 150 dpi kleur en het standaardbestandsformaat is PDF. Bestandsnamen worden automatisch door de machine gemaakt op basis van de huidige datum. (Zie de Installatiehandleiding voor details.) Zo krijgt het vijfde beeld dat u op 1 juli 2009 scant, de naam 01070905.PDF. U kunt de kleur en de kwaliteit wijzigen.
11
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150 dpi kleur PDF / JPEG 300 dpi kleur PDF / JPEG 600 dpi kleur PDF / JPEG 200x100 dpi z/w TIFF / PDF 200 dpi z/w TIFF / PDF
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt geplaatst.
BELANGRIJK
Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation NIET als de toets Photo Capture knippert om te voorkomen dat de kaart, het USB-flashstation of de daarop opgeslagen gegevens worden beschadigd.
68
b Laad uw document.
c Druk op (Scan).
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
d Druk op a of b om Scan nr media te
selecteren.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de kwaliteit te wijzigen, drukt u
op OK en gaat u naar stap f.
Om het scannen te starten, drukt u
op Mono Start of Colour Start.
f Druk op a of b om de kwaliteit te
selecteren en druk dan op OK.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om het bestandstype te wijzigen,
gaat u naar stap g.
Om het scannen te starten, drukt u
op Mono Start of Colour Start.
g Druk op a of b om het bestandstype te
kiezen, kies een van de onderstaande opties:
De beeldkwaliteit wijzigen 11
a Druk op Menu, 4, 0, 1. b Druk op a of b om 200x100 dpi z/w,
200 dpi z/w, 150 dpi kleur, 300 dpi kleur of 600 dpi kleur
te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Het monochroom­bestandsformaat wijzigen 11
a Druk op Menu, 4, 0, 2. b Druk op a of b om TIFF of PDF te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
Om de bestandsnaam te wijzigen,
drukt u op OK en gaat u naar stap h.
Om het scannen te starten, drukt u
op Mono Start of Colour Start.
h De bestandsnaam wordt automatisch
opgegeven. U kunt echter de gewenste naam zelf opgeven met de kiestoetsen. U kunt alleen de eerste 6 cijfers wijzigen. Druk op Mono Start of Colour Start.
Het kleur-bestandsformaat wijzigen 11
a Druk op Menu, 4, 0, 3. b Druk op a of b om PDF of JPEG te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit.
11
69
Hoofdstuk 11

Uitleg bij de foutmeldingen

Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u met PhotoCapture Center™ werkt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Hub onbruikbaar.
Deze melding wordt weergegeven als een hub of een USB-flashstation met een hub in de USB Direct-interface is geplaatst.
Media fout
Deze melding verschijnt als u een geheugenkaart plaatst die defect of niet geformatteerd is, of als er iets niet in orde is met de mediasleuf. Verwijder de geheugenkaart om deze foutmelding te wissen.
Onbruikb. app.
11
Deze melding wordt weergegeven als een USB-apparaat of een USB-flashstation dat niet wordt ondersteund, is aangesloten op de USB-directe interface. (Ga naar http://solutions.brother.com meer informatie.) Deze melding wordt ook weergegeven als u een defect apparaat op de USB Direct-interface hebt aangesloten.
voor
Geen bestand
Deze melding wordt weergegeven als u probeert toegang te verkrijgen tot een geheugenkaart of een USB-flashstation dat in een station (sleuf) is geplaatst en geen .JPG-bestand bevat.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met beelden die te groot zijn voor het geheugen van de machine.
Bovendien verschijnt deze melding ook als er op de geheugenkaart of het USB-flashstation dat u gebruikt onvoldoende ruimte beschikbaar is voor het gescande document.
Media is vol.
Deze melding verschijnt als u meer dan 999 bestanden probeert op te slaan op een geheugenkaart of een USB-flashstation.
70
Foto's vanaf een camera afdrukken
12
(alleen voor MFC-295CN)
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge­camera
Uw machine van Brother ondersteunt de PictBridge-standaard, zodat u een met PictBridge compatibele camera kunt aansluiten op uw machine en direct via de camera kunt afdrukken.
Als uw camera de standaard voor USB­massaopslag gebruikt, kunt u ook foto's afdrukken vanaf een digitale camera zonder PictBridge. (Zie Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge) op pagina 73.)
Vereisten voor PictBridge 12
12
Uw digitale camera instellen 12
Zet uw camera in de modus PictBridge. De
12
volgende PictBridge-instellingen zijn wellicht beschikbaar via het LCD-scherm van uw met PictBridge compatibele camera.
Het kan zijn dat sommige van deze instellingen niet beschikbaar zijn, dit hangt af van uw type camera.
Menuselectie voor de camera
Papierformaat Letter, A4, 10 × 15 cm,
Papiersoort Normaal papier,
Lay-out Zonder rand: Aan,
DPOF-instelling
Opties
Printerinstellingen (Standaardinstelling)
Glanzend papier, Inkjetpapier, Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
Zonder rand: Uit, Printerinstellingen
(Standaardinstellingen)
1
-
2
2
2
Houd rekening met het volgende om fouten te voorkomen:
De machine en de digitale camera moeten
met een geschikte USB-kabel worden aangesloten.
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend).
Bewerkingen in het PhotoCapture
Center™ zijn niet beschikbaar als u de functie PictBridge gebruikt.
Afdrukkwaliteit Normaal, Fijn,
Printerinstellingen (Standaardinstelling)
Datum afdrukken Aan, Uit, Printerinstellingen
(Standaardinstelling)
1
Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 72 voor meer informatie.
2
Als uw camera is ingesteld om de printerinstellingen (standaardinstelling) te gebruiken, drukt de machine uw foto af met de volgende instellingen.
Instellingen Opties
Papierformaat 10 × 15 cm Papiersoort Glanzend papier Lay-out Zonder rand: Aan Afdrukkwaliteit Fijn Datum afdrukken Uit
2
2
12
71
Hoofdstuk 12
Als uw camera geen menuselecties heeft,
worden deze instellingen ook gebruikt.
De naam en de beschikbaarheid van elke
instelling hangt af van de specificatie van uw camera.
Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met uw camera voor meer informatie over het wijzigen van PictBridge­instellingen.
BELANGRIJK
Sluit geen ander apparaat dan een digitale camera of een USB-flashstation aan op de USB Direct-interface om beschadiging van de machine te voorkomen.
Afdrukken in DPOF-formaat 12
Foto's afdrukken 12
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een USB­flashstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit.
a Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Sluit uw camera met de USB-kabel aan op de USB Direct-interface (1) op de machine.
1
1 USB Direct-interface
DPOF betekent Digital Print Order Format. Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic Corporation en Sony Corporation) hebben deze standaard ontwikkeld om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken, op het display van de digitale camera selecteren.
Opmerking
Als de op de camera gemaakte afdrukvolgorde beschadigd is geraakt, kan een DPOF-bestandsfout optreden. U kunt dit probleem verhelpen door de afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw te maken met uw camera. Raadpleeg de ondersteuningswebsite van de camerafabrikant of de bijbehorende documentatie om na te gaan hoe u hiervoor te werk gaat.
b Schakel de camera in.
Als de machine de camera heeft herkend, wordt op het LCD-scherm de volgende melding weergegeven:
Camera Aangesl.
c Kies de foto die uw wilt afdrukken aan de
hand van de instructies van uw camera. Als de machine begint met het afdrukken van de foto, wordt op het LCD-scherm Printen weergegeven.
72
Foto's vanaf een camera afdrukken (alleen voor MFC-295CN)

Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge)

Als uw camera de standaard voor USB­massaopslag ondersteunt, kunt u uw camera in de modus massaopslag aansluiten. Op deze manier kunt u foto's vanaf uw camera afdrukken.
(Zie Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera op pagina 71 als u foto's in de modus PictBridge wilt afdrukken.)
Opmerking
De naam en beschikbaarheid van functies en bewerkingen verschilt per camera. Raadpleeg de documentatie die bij uw camera is geleverd voor meer informatie over bijvoorbeeld het wijzigen van de PictBridge-modus in de modus USB-massaopslag.
Foto's afdrukken 12
Opmerking
Verwijder geheugenkaarten of een
12
USB-flashstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit.
a Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Sluit uw camera met de USB-kabel aan op de USB Direct-interface (1) op de machine.
1
1 USB Direct-interface
b Schakel de camera in. c Volg de stappen in Foto's afdrukken
op pagina 64.
BELANGRIJK
Sluit geen ander apparaat dan een digitale camera of een USB-flashstation aan op de USB Direct-interface om beschadiging van de machine te voorkomen.
12
73
Hoofdstuk 12

Uitleg bij de foutmeldingen

Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u via een camera afdrukt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen.
Geheugen vol
Deze melding verschijnt als u werkt met beelden die te groot zijn voor het geheugen van de machine.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als u een camera aansluit die geen gebruikmaakt van de standaard voor USB-massaopslag. Deze melding wordt ook weergegeven als u een defect apparaat op de USB Direct-interface hebt aangesloten.
12
(Zie Foutmeldingen op pagina 98 voor meer gedetailleerde oplossingen.)
74
Paragraaf V
Software V
Software- en netwerkfuncties 76
13

Software- en netwerkfuncties 13

De cd-rom bevat de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld afdrukken en scannen). Deze handleiding bevat eenvoudig te gebruiken koppelingen die u rechtstreeks naar een bepaalde sectie leiden als u erop klikt.
U kunt informatie vinden over de volgende functies:
AfdrukkenScannen
®
ControlCenter3 (WindowsControlCenter2 (Macintosh)Faxen vanaf uw computerPhotoCapture Center™ Afdrukken in een netwerkNetwerkscannenBedraad en Draadloos netwerk
De HTML-gebruikershandleiding lezen
Hier wordt in het kort beschreven hoe u de HTML-gebruikershandleiding gebruikt.
Windows
®
)
Opmerking
Zie Documentatie bekijken op pagina 3 als u de software niet heeft geïnstalleerd.
a
Klik op het menu programmagroep (waarbij vervolgens op
HTML-formaat
XXXX
Start
, wijs vanuit de
Brother, MFC-XXXX
uw modelnummer is) en klik
Gebruikershandleiding in
.
aan
c Klik op de titel die u wilt bekijken in de
lijst links in het venster.
Macintosh
a Zorg dat uw Macintosh aanstaat. Plaats
de Brother cd-rom in uw cd-romstation.
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap, en dubbelklik
vervolgens op top.html.
d Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) in het
menu en klik vervolgens op de titel van het onderwerp dat u wilt lezen in de lijst aan de linkerkant.
b Klik op SOFTWAREHANDLEIDING (of
NETWERKHANDLEIDING) in het
hoofdmenu.
76
Paragraaf VI
Appendices VI
Veiligheid en wetgeving 78 Problemen oplossen en routineonderhoud 89 Menu en functies 117 Specificaties 132
Veiligheid en wetgeving A
A

Een geschikte plaats kiezen A

Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard, geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen 10 °C en 35 °C blijft.
Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten, medische apparatuur, chemicaliën of water.
Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die op dezelfde stroomkring zitten als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
• Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
• Plaats de machine niet op een tapijt.
• Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
• Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die zijn voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer.
• Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren gaan.
• Plaats uw machine niet in de buurt van storingsbronnen, zoals andere draadloze telefoons of luidsprekers.
• Kantel de machine NIET en plaats deze niet op een schuin oppervlak. Hierdoor kan inkt lekken en het binnenwerk van de machine beschadigd raken.
78
Veiligheid en wetgeving

Veilig gebruik van de machine A

Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u onderhoud wilt verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Ontkoppel het telefoonsnoer eerst en haal dan de stekker uit het stopcontact voordat u de binnenkant van de machine reinigt. Zo kunt u een elektrische schok voorkomen.
Raak de stekker NOOIT met natte handen aan. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Trek NIET in het midden aan het stroomsnoer. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Gebruik GEEN ontvlambare stoffen en geen spray, vloeistof of spuitbussen om de binnenkant of de buitenkant van de machine schoon te maken. Dit kan brand veroorzaken of u kunt hierdoor een elektrische schok krijgen.
Trek eerst de stekker van deze machine uit het stopcontact voordat u de binnenkant reinigt.
79
A
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of een sterke geur verspreidt, onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terechtkomen, onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Wees voorzichtig als u telefoonlijnen installeert of aanpast. Raak telefoonlijnen of aansluitingen die niet geïsoleerd zijn pas aan als de stekker van de telefoonlijn uit de wandcontactdoos is verwijderd. Installeer de telefoonlijn nooit tijdens een onweersbui. Installeer de wandcontactdoos voor de telefoonlijn nooit in een vochtige omgeving.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u de stekker uit het stopcontact halen om de stroom volledig uit te schakelen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een wisselstroombron met een spanningsbereik zoals op het etiket staat aangegeven. Sluit het apparaat NIET aan op een gelijkstroombron of op een gelijkstroom-wisselstroomomzetter. Vraag in twijfelgevallen een bevoegd elektricien om advies.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Gebruik de machine NIET als het stroomsnoer gerafeld of beschadigd is. Dit levert brandgevaar op.
80
Veiligheid en wetgeving
Bij het gebruik van uw telefoonapparatuur dient u altijd de standaard voorzorgsmaatregelen te treffen om het risico op brand, elektrische schok en letsel te verminderen, en houd rekening met het volgende:
1 Gebruik dit product NIET in de buurt van water, bijvoorbeeld nabij een bad, wasbak, aanrecht
of wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad.
2 Gebruik dit product niet tijdens een onweersbui. Door bliksem kan een klein risico op een
elektrische schok bestaan.
3 Gebruik dit product NIET om een gaslek door te geven als de machine in de buurt van het
gaslek staat.
81
A
VOORZICHTIG
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of het scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Plaats uw handen NIET op de rand van de papierlade onder het deksel van de papierlade. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
82
Veiligheid en wetgeving
Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Wanneer u de machine verplaatst, moet u deze van de basis optillen door een hand aan iedere kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NOOIT door het scannerdeksel of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier vast te houden.
A
83
Belangrijke veiligheidsinstructies A
1 Lees alle instructies door. 2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. 3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven. 4 Gebruik dit product NIET in de buurt van water. 5 Zet dit product NIET op een onstabiele ondergrond, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen en ernstig beschadigd raken.
6 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie. Om
zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of soortgelijke ondergrond te zetten. Zet het apparaat nooit vlak naast of boven een radiator of verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij
voldoende ventilatie aanwezig is. 7 Gebruik alleen het stroomsnoer dat bij de machine is geleverd. 8 Dit product is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker. Deze stekker
past alleen in een geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in
uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude
stopcontact te vervangen. Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een geaard
stopcontact worden gebruikt. 9 Plaats NOOIT iets op het stroomsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen
over het snoer kunnen lopen. 10 Zorg dat de opening van de machine voor het ontvangen van faxen NIET wordt geblokkeerd.
Plaats NIETS in het pad van ontvangen faxen. 11 Wacht totdat de machine de pagina's heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken. 12 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.Als het product ondanks het naleven van de bedieningsinstructies niet normaal
functioneert, pas dan alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de bedieningshandleiding. Een onjuiste afstelling van andere functies kan leiden tot schade, waardoor vaak uitvoerige werkzaamheden door een erkende servicemonteur nodig zijn om het apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
13 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging. 14 Gebruik de machine NIET tijdens een onweersbui (er bestaat een klein risico op een
elektrische schok) en gebruik de machine niet om een gaslek door te geven als de machine in
de buurt van het gaslek staat.
84
Veiligheid en wetgeving
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
LAN-verbinding (alleen MFC-295CN) A
Sluit deze machine NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan te hoge spanningen.
VOORZICHTIG
Radiostoring A
Dit product voldoet aan EN55022 (CISPR Publication 22)/Klasse B. Gebruik een USB-kabel van maximaal 2 meter om de machine op een computer aan te sluiten.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A
Alleen voor de
Europese Gemeenschap
Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool. Het betekent dat u het apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor ons allemaal ten goede komen. (Alleen voor de Europese Gemeenschap)
85
A
ENERGY STAR®-verklaring A
ENERGY STAR® is een internationaal programma ter bevordering van het ontwikkelen en het gebruik van energie-efficiënte kantoorapparatuur.
Als ENERGY STAR®-partner verklaart Brother Industries, Ltd. dat dit product voldoet aan de
®
ENERGY STAR
-specificaties voor efficiënt energieverbruik.
86
Veiligheid en wetgeving

Wettelijke beperkingen voor kopiëren A

Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Raadpleeg in geval van twijfel de betreffende instanties in uw eigen land over specifieke items en documenten.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
GeldObligaties of andere schuldbewijzenDepositobewijzenOproepen voor of papieren met betrekking tot militaire dienstPaspoortenPostzegels (al dan niet afgestempeld)ImmigratiepapierenBijstandsdocumentenDoor overheidsinstanties uitgegeven cheques of wisselsIdentificatiedocumenten, badges of insignes
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mogen echter wel voor ‘eerlijke handel’ worden gekopieerd. Meer kopieën duiden op ongepast gebruik.
Kunstwerken dienen te worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd. Rijbewijzen en eigendomsbewijzen van motorvoertuigen mogen volgens bepaalde plaatselijke
wetten niet worden gekopieerd.
87
A

Handelsmerken A

Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation. Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft, Windows, Windows Server en Internet Explorer zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Apple, Macintosh en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde
Staten en andere landen. Adobe, Flash, Illustrator, PageMaker en Photoshop zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of dochterbedrijven in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microdrive is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. Memory Stick is een handelsmerk van Sony Corporation. xD-Picture Card is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation, Toshiba Corporation en
Olympus Optical Co. Ltd. PictBridge is een handelsmerk. Memory Stick PRO, Memory Stick PRO Duo, Memory Stick Duo, MagicGate Memory Stick,
Memory Stick Micro en M2 zijn handelsmerken van Sony Corporation. BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
AOSS is een handelsmerk van Buffalo Inc. Wi-Fi, WPA, WPA2, Wi-Fi Protected Access en Wi-Fi Protected Setup zijn handelsmerken of
wettig gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance de Verenigde Staten en/of andere landen.
Intel en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc. FaceFilter Studio is een handelsmerk van Reallusion, Inc.
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van de respectieve eigenaars.
88
Loading...