Brother Innov-is 2200 User Manual [nl]

Productcode:882-U73
Ga naar veelgestelde vragen (FAQs).
http://solutions.brother.com voor productondersteuning en antwoorden op
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u deze machine gebruikt moet u de volgende elementaire veiligheidsmaatregelen nemen: Lees alle instructies voor gebruik.
GEVAAR - Verminder de kans op elektrische schok:
1. Laat de machine nooit onbeheerd achter met de stekker in het stopcontact. Haal de stekker uit het wandstopcontact direct na gebruik en voordat u de machine reinigt.
WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden, brand, elektrische schok
of letsel:
1. Zorg dat deze machine niet wordt gebruikt als speelgoed. Let goed op wanneer kinderen in de buurt zijn terwijl u de machine gebruikt.
2. Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding. Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
3. Gebruik de machine beslist niet als een snoer of stekker beschadigd is, als de machine niet goed werkt, als de machine is gevallen, beschadigd of in water terecht is gekomen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een servicecentrum voor onderzoek, reparatie, elektrische of mechanische aanpassingen.
4. Gebruik de machine niet met geblokkeerde ventilatieopeningen. Houd de ventilatiegaten van de machine en het voetpedaal vrij van stof, plusjes en stukken stof.
5. Steek nooit een voorwerp in een opening. Zorg dat er niets in de openingen valt.
6. Gebruik de machine niet buiten.
7. Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
8. Zet eerst de hoofdschakelaar op “ ” wanneer u de stekker uit het stopcontact wilt halen.
9. Trek niet aan het snoer. Pak de stekker vast, niet het snoer.
10. Blijft met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
11. Gebruik altijd de juiste steekplaat. Door een onjuiste steekplaat kan de naald breken.
12. Gebruik geen verbogen naalden.
13. Trek of duw de stof niet tijdens het naaien. Dan verbuigt of breekt de naald misschien.
14. Zet de hoofdschakelaar op “ ” wanneer u in de buurt van de naald iets wilt aanpassen, zoals de naald inrijgen, de naald verwisselen, de spoel inrijgen, de persvoet verwisselen, e.d.
15. Haal de stekker altijd uit het stopcontact wanneer u deksels verwijdert, smeert of andere servicehandelingen verricht die u als gebruiker volgens de bedieningshandleiding moet uitvoeren.
16. Deze naaimachine is niet bedoeld om zonder toezicht door jonge kinderen of minder validen te worden gebruikt.
17. Houd jonge kinderen onder toezicht en zorg dat ze niet met de machine kunnen spelen.
18. Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze door een erkende dealer worden vervangen.
Gebruik de machine alleen zoals bedoeld, volgens de beschrijvingen in deze handleiding.
Gebruik uitsluitend accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant, zoals beschreven in dezehandleiding.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaandekennisgeving worden gewijzigd.
Meer productinformatie vindt u op onze website www.brother.com
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
1
Personen (of kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen deze machine alleen gebruiken onder toezicht en met aanwijzingen over het gebruik door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. U moet erop toezien dat kinderen niet met de machine spelen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN
GROOTBRITTANNIË, IERLAND, MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Als u de stekkerzekering moet vervangen, gebruikt u een zekering die is goedgekeurd door ASTA voor BS 1362 (met het2, -teken) met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
• Plaats de zekeringkap altijd terug. Gebruik nooit zekeringen waarvan de zekeringskap ontbreekt.
• Als het beschikbare stopcontact niet geschikt is voor de stekker van deze apparatuur, schaf dan via de erkende dealer het juiste snoer aan.
2
Federal Communications Commission (FCC)
Verklaring van conformiteit (alleen voor VS)
Verantwoordelijke partij:
verklaart dat het product Productnaam:
Modelnummer:
voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De bediening is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en (2) dit apparaat moet bestand zijn tegen elke storing die het ontvangt, zoals storing die kan leiden tot ongewenst functioneren.
Deze apparatuur is getest en te voldoen aan de beperkingen voor een digitaal apparaat klasse B volgens deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing bij installatie in een woonomgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze ook uitstralen. Als het apparaat niet volgens de aanwijzingen wordt geïnstalleerd, kan het schadelijke storing veroorzaken voor radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in een bepaalde installatie geen storing zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing veroorzaakt voor de radio- of televisieontvangst – dit kan worden vastgesteld door de apparatuur aan en uit te zetten – adviseren we de gebruiker om de storing te verhelpen door een van de volgende maatregelen:
Brother International Corporation 100 Somerset Corporate Boulevard Bridgewater, NJ 08807-0911 USA TEL : (908) 704-1700
Brother naaimachine NV2200
• De ontvangstantenne anders te plaatsen of te richten.
• De scheiding tussen de machine en de ontvanger te vergroten.
• De machine aan te sluiten op een andere groep dan waarop de ontvanger is aangesloten.
• De hulp in te roepen van de dealer of een ervaren radio/televisietechnicus.
• U kunt de bijgeleverde interfacekabel gebruiken om te zorgen dat is voldaan aan de beperkingen voor een digitaal apparaat klasse B.
• Veranderingen of wijzigingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Brother Industries Ltd kunnen de toestemming om de machine te bedienen ongeldig maken.
3
GEFELICITEERD MET UW KEUZE VAN DEZE MACHINE
Uw machine is een zeer geavanceerde, computergestuurde borduur- en huishoudnaaimachine. Om alle functies van de machine zo veel mogelijk te kunnen benutten raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING VOORDAT U DE
MACHINE IN GEBRUIK NEEMT
Voor een veilig gebruik
1. Houd de naald tijdens het naaien in de gaten. Raak de schijf, draadophaalhendel, naald of andere bewegende delen niet aan.
2. Vergeet niet de schakelaar uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen wanneer:
• U stopt met naaien.
• U de naald of andere onderdelen vervangt, verwisselt of verwijdert.
• Er tijdens het gebruik een stroomstoring plaatsvindt.
• Er onderhoud aan de machine moet worden verricht.
• U de machine onbeheerd achterlaat.
3. Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal.
4. Sluit de machine rechtstreeks op een wandstopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
Voor een langere levensduur
1. Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de machine niet vlakbij de verwarming, een strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
2. Maak voor het reinigen van de behuizing alleen gebruik van neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
3. Laat de machine niet vallen en sla niet tegen de machine.
4. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing altijd als u delen, de persvoet, de naald of andere onderdelen vervangt of installeert om te zorgen dat dit juist gebeurt.
Voor reparatie of bijstelling
Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achterin deze gebruiksaanwijzing of u de machine zelf kunt controleren of bijstellen. Als u het probleem daarmee niet kunt oplossen, overleg dan met uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Meer informatie over onze producten en updates vindt u op onze website www.brother.com.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product, en ook het ontwerp van de weergave, kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
4
HOE U DEZE GEBRUIKSAANWIJZING MOET LEZEN
In hoofdstuk 1 en 2 worden voor degenen die deze machine voor het eerst gebruiken de beginhandelingen en standaardnaaiwerkzaamheden beschreven.
Naaisteken naaien
In hoofdstuk 3 leert u hoe u een steek selecteert en de diverse steken gebruikt.
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Letters en patronen naaien
In hoofdstuk 4 leert u standaardwerkzaamheden, van het selecteren van patronen tot naaien. En verder handelingen zoals het combineren en wijzigen van patronen (draaien, vergroten, verkleinen) en het opslaan van gecombineerde patronen.
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 4
Borduren
In hoofdstuk 5 leert u basisborduurwerkzaamheden, van het selecteren van patronen tot borduren, en werkzaamheden zoals het bewerken van patronen (draaien, vergroten, verkleinen) en meer nuttige functies of technieken. In hoofdstuk 6 leert u hoe u meer geavanceerde borduurpatronen bewerkt en patronen combineert.
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Gedeelten die betrekking hebben op functies in de procedures zijn blauw gemarkeerd. Voer de functies uit en vergelijk daarbij de schermen in de procedures met de schermen die op uw machine verschijnen.
Als u in het gebruik van de machine vragen hebt over een functie, of u meer wilt weten over een specifieke functie, zoek dan in de index (p. 197) of de inhoudsopgave in welk gedeelte van de handleiding hierover meer kunt vinden.
5
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE ... 9
Machine ..................................................................... 9
Naald en persvoetgedeelte........................................ 10
Borduurtafel.............................................................. 10
Bedieningstoetsen..................................................... 11
Bijgeleverde accessoires ........................................... 11
Opties....................................................................... 14
Hoofdstuk 1 Voorbereidingen 15
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN............ 16
LCD-SCHERM.............................................. 17
Gebruik van de instellingstoets ................................ 20
Gebruik van de gebruiksaanwijzingtoets .................. 22
Gebruik van de patroonbeschrijvingstoets ............... 23
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN.............. 24
Spoel opwinden........................................................ 24
Spoel aanbrengen ..................................................... 27
Onderdraad naar boven halen .................................. 27
Bovendraad inrijgen ................................................. 28
Gebruik van de tweelingnaald.................................. 31
PERSVOET VERWISSELEN............................ 33
Persvoet verwijderen ................................................ 33
Persvoet bevestigen .................................................. 33
NAALD VERWISSELEN ................................ 34
Hoofdstuk 2 Grondbeginselen van naaien 37
NAAIEN ....................................................... 38
Steekpatroon kiezen ................................................. 38
Verstevigingssteken naaien ....................................... 40
Bochten naaien......................................................... 40
Van naairichting veranderen..................................... 40
Zware stoffen naaien ................................................ 41
Lichte stoffen naaien................................................. 41
INSTELLINGEN VAN DE STEKEN
AANPASSEN ................................................ 42
Steekbreedte aanpassen ............................................ 42
Steeklengte aanpassen .............................................. 42
Draadspanning aanpassen ........................................ 43
HANDIGE FUNCTIES................................... 43
Automatische verstevigingssteken ............................. 43
Automatisch draadknippen ....................................... 44
Het scherm vergrendelen.......................................... 45
Hoofdstuk 3 Naaisteken 47
NAAISTEKEN KIEZEN................................... 48
Steekpatroon kiezen ................................................. 49
Steekinstellingen opslaan.......................................... 49
Gebruik van de keuzehelptoets ................................ 50
DE STEKEN NAAIEN .................................... 51
Rechte steken ........................................................... 51
Figuurnaden ............................................................. 53
Plisseren ................................................................... 54
Platte zomen............................................................. 54
Gepaspelde naden.................................................... 55
Zigzagsteken............................................................. 56
Elastische zigzagsteken ............................................. 57
Overhands naaien .................................................... 58
Quilten..................................................................... 62
Blindzoomsteken ...................................................... 66
Applicaties................................................................ 67
Schelprijgsteken naaien ............................................ 68
Schelpsteken naaien ................................................. 68
Afwerksteken naaien................................................. 69
Smockwerk ............................................................... 69
Fagotsteken............................................................... 70
Band of elastiek bevestigen....................................... 71
Erfstuksteken............................................................. 72
Knoopsgatsteken ....................................................... 74
Trenssteken............................................................... 79
Knopen aanzetten..................................................... 81
Oogjes ...................................................................... 82
Steken in verschillende richtingen naaien
(rechte steek en zigzagsteek) ..................................... 83
Rits inzetten.............................................................. 84
Hoofdstuk 4 Lettersteken en decoratieve
steken 87
STEEKPATRONEN KIEZEN........................... 88
Decoratieve steekpatronen/ 7-mm-decoratieve-steekpatronen/
Satijnsteekpatronen/ 7 mm-satijnsteekpatronen/kruissteekpatronen/
decoratieve naaisteekpatronen kiezen....................... 89
Letterpatronen........................................................... 89
STEEKPATRONEN NAAIEN ......................... 91
Aantrekkelijke afwerkingen naaien ........................... 91
Standaard naaiwerkzaamheden ................................ 91
Patronen aanpassen .................................................. 92
STEEKPATRONEN BEWERKEN .................... 94
Patroongrootte wijzigen............................................ 95
Lengte van steekpatronen wijzigen
(alleen 7 mm-satijnsteekpatronen)............................. 95
Verticaal gespiegeld patroon maken ......................... 95
Horizontaal gespiegeld patroon maken..................... 95
Enkele/meerdere steken kiezen ................................. 96
Steekdichtheid wijzigen
(alleen satijnsteekpatronen)....................................... 96
STEEKPATRONEN COMBINEREN ............... 97
Alvorens patronen te combineren ............................. 97
Patronen uit verschillende categorieën
combineren .............................................................. 97
Steekpatronen van verschillende grootte
combineren .............................................................. 98
Steekpatronen van verschillende richtingen
combineren .............................................................. 99
Steekpatronen van verschillende lengten
combineren ............................................................ 100
Stappatronen creëren
(alleen 7 mm-satijnsteekpatronen)........................... 101
GEBRUIK VAN DE
GEHEUGENFUNCTIE ................................ 103
Voorzorgsmaatregelen steekgegevens ..................... 103
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de
machine.................................................................. 103
Steekpatronen opslaan op de computer .................. 105
Steekpatronen ophalen uit het geheugen van de
machine.................................................................. 106
Steekpatronen ophalen van de computer ................ 107
Hoofdstuk 5 Borduren 109
VOORDAT U GAAT BORDUREN ............. 110
Borduurvoet “U” bevestigen ................................... 111
De borduurtafel bevestigen..................................... 112
BORDUURPATRONEN SELECTEREN........ 114
6
INHOUDSOPGAVE
Eenpuntspatronen/bloempatronen ........................... 115
Letterpatronen ......................................................... 116
Kaderpatronen......................................................... 117
Borduurkaarten........................................................ 118
Patronen kiezen in het geheugen van de machine/
computer................................................................. 118
OVERZICHT DISPLAY VOOR
BORDUREN .............................................. 119
DE STOF VOORBEREIDEN........................ 120
Steunstof bevestigen aan de stof .............................. 120
Stof in het borduurraam plaatsen............................. 121
Kleine stukjes stof en hoeken borduren.................... 123
BORDUURRAAM BEVESTIGEN ................ 124
PATROON BEWERKEN ............................. 125
Display borduurraam wijzigen ................................ 125
Patroonpositie wijzigen ........................................... 125
Patroon roteren........................................................ 126
Patroongrootte wijzigen........................................... 126
Horizontaal gespiegeld patroon maken ................... 127
Steekdichtheid wijzigen
(alleen letter- en kaderpatronen).............................. 128
Kleur van één letter wijzigen ................................... 128
PATROON CONTROLEREN...................... 129
Borduurpositie controleren...................................... 129
Voorbeeld van het patroon bekijken........................ 130
BORDUURPATROON NAAIEN ................ 131
Aantrekkelijke afwerkingen naaien.......................... 131
Borduurpatronen naaien.......................................... 132
Applicatiepatronen borduren................................... 133
Als de onderdraad opraakt....................................... 134
Als de draad breekt tijdens het naaien..................... 135
Opnieuw beginnen vanaf het begin......................... 136
Draadspanning aanpassen....................................... 136
Automatisch draadknippen
(afsnijden aan het eind van de kleur) ....................... 137
Borduursnelheid wijzigen........................................ 138
Borduurkleuren op het display wijzigen .................. 138
GEBRUIK VAN DE
GEHEUGENFUNCTIE................................ 140
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens ................. 140
Borduurpatronen opslaan in het geheugen van de
machine .................................................................. 141
Borduurpatronen opslaan op de computer............... 142
Patronen ophalen uit het geheugen van de
machine .................................................................. 143
Patronen ophalen van de computer ......................... 144
BORDUURTOEPASSINGEN...................... 146
Een applicatie maken met een kaderpatroon (1) ...... 146
Een applicatie maken met een kaderpatroon (2) ...... 147
Na het bewerken..................................................... 158
PATRONEN COMBINEREN........................159
Gecombineerde patronen bewerken........................ 159
Gecombineerde patronen naaien ............................ 162
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE...162
Hoofdstuk 7 MY CUSTOM STITCH 163
STEKEN ONTWERPEN ...............................164
STEEKGEGEVENS INVOEREN ....................166
GEBRUIK VAN OPGESLAGEN EIGEN
STEKEN ......................................................171
Eigen steekpatronen opslaan in het geheugen
van de machine....................................................... 171
Eigen steken opslaan op de computer...................... 172
Eigen steken ophalen uit het geheugen van de
machine .................................................................. 173
Eigen steken ophalen van de computer.................... 173
Hoofdstuk 8 Bijlage 175
ZORG EN ONDERHOUD..........................176
LCD-scherm reinigen............................................... 176
Buitenkant van de machine reinigen........................ 176
Grijper reinigen....................................................... 176
Ander spoelhuis aanpassen
(zonder markering) .................................................. 177
SCHERM AANPASSEN ...............................178
Schermleesbaarheid is slecht ................................... 178
Storing in druktoetsen.............................................. 178
PROBLEEM OPLOSSEN..............................180
FOUTMELDINGEN ....................................183
SPECIFICATIES............................................188
SOFTWAREUPGRADES VOOR UW
MACHINE ..................................................189
STEEKINSTELLINGENTABEL.......................191
TREFWOORDENLIJUST .............................197
1
2
3
4
5
6
7
8
Hoofdstuk 6 Borduurpatrooncombinaties 149
BESCHIKBARE BEWERKFUNCTIES............ 150
BORDUURPATRONEN KIEZEN DIE U
WILT COMBINEREN ................................. 151
Eenpuntspatronen/bloempatronen/kaderpatronen
selecteren................................................................ 151
Letterpatronen ......................................................... 152
PATRONEN BEWERKEN............................ 154
Patroon verplaatsen................................................. 155
Patroon roteren........................................................ 155
Grootte van het patroon wijzigen............................ 156
Patroon wissen ........................................................ 156
Lay-out van letterpatroon wijzigen .......................... 157
Spatiëring tussen letters wijzigen ............................. 157
Kleur per letter in patroon wijzigen ......................... 158
7
8
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Machine
Vooraanzicht
a Bovendeksel
Open het bovendeksel om de machine in te rijgen en de spoel op te winden.
b Draadgeleiderplaat
Leid de draad rond de draadgeleiderplaat wanneer u de bovendraad inrijgt.
c Controlevenster van draadophaalhendel
Kijk door het venster om de positie van de draadophaalhendel te controleren.
d Naaldinrijghendel
Gebruik de naaldinrijghendel wanneer u de draad automatisch inrijgt.
e Draadafsnijder
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden.
f Afneembare accessoiretafel
Berg de persvoeten en spoelen op in de accessoireruimte van de afneembare accessoiretafel. Verwijder de afneembare accessoiretafel voordat u cilindrische stukken naait.
g Bedieningstoetsen (5 toetsen) en schuifknop voor
snelheidsregeling
Met deze toetsen voert u verschillende handelingen uit, zoals beginnen met naaien, en de naald omhoog of omlaag zetten. Door de schuifknop voor snelheidsregeling te schuiven kunt u de naaisnelheid aanpassen terwijl u naaisteken naait.
h Kniehevelopening
Plaats de kniehevel in de daartoe bestemde opening.
i Kniehevel
Met de kniehevel kunt u de persvoet omhoog en omlaag zetten.
j LCD-display
Op de LCD-display kunt u steekinstellingen bekijken en bewerken. Verder worden werkzaamheden voor het gebruik van de machine en foutmeldingen weergegeven.
k Klospen
Plaats een klos draad op de klospen.
l Kloskap
De kloskap houdt de klos op zijn plaats.
m Spoelwinder
Met de spoelwinder windt u de spoel op.
n Extra klospen
Deze klospen gebruikt u om tijdens het naaien de onderdraad op te winden of te naaien met de tweelingnaald.
o Draadgeleider
Leid de draad rond deze draadgeleider wanneer u de onderdraad opwindt.
p Draadgeleider voor het spoelwinden
Leid de draad rond deze draadgeleider wanneer u de onderdraad opwindt.
Rechterkant/Achteraanzicht
a Handvat
Draag de machine aan dit handvat om haar te vervoeren.
b Handwiel
Draai het handwiel naar u toe om één steek te naaien of de naald omhoog of omlaag te zetten.
c Opening voor borduurkaart
Plaats de (afzonderlijk verkrijgbare) borduurkaarten in de borduurkaartopening van de machine.
d USB-aansluiting
Sluit de USB-kabel aan op de computer.
e Schermaanraakpenhouder
In deze houder bergt u de schermaanraakpen op wanneer u deze niet gebruikt.
f Voetpedaalaansluiting
Steek de stekker aan het eind van het voetpedaalsnoer in de voetpedaalaansluiting.
g Voetpedaal
Door het voetpedaal in te drukken regelt u de snelheid van de machine.
h Aansluitpunt
Steek het netsnoer in het aansluitpunt.
i Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar zet u de machine aan en uit.
j Ventilatieopening
Bedek de ventilatieopening niet wanneer u de naaimachine gebruikt.
k Transporteurstandschakelaar
Met de transporteurstandschakelaar zet u de transporteur omlaag.
l Persvoethendel
Door de persvoethendel omhoog en omlaag te zetten zet u de persvoet omhoog en omlaag.
9
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Naald en persvoetgedeelte
a Knoopsgathendel
Zet de knoopsgathendel omlaag wanneer u knoopsgaten en trenzen naait.
b Persvoethouder
De persvoet wordt bevestigd aan de persvoethouder.
c Persvoethouderschroef
De persvoethouderschroef houdt de persvoethouder op z’n plaats.
d Persvoet
De persvoet drukt gelijkmatig op de stof tijdens het naaien. Bevestig de geschikte persvoet voor de steek die u hebt geselecteerd.
e Transporteur
De transporteur voert de stof door in de naairichting.
f Spoelhuisdeksel
Open het spoelhuisdeksel om de spoel te plaatsen.
g Steekplaatdeksel
Verwijder het steekplaatdeksel om het spoelhuis en de grijper te reinigen.
h Steekplaat
Op de steekplaat staan markeringen om u te helpen recht te naaien.
i Draadgeleider op de naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang.
j Naaldklemschroef
De naaldklemschroef houdt de naald op z’n plaats.
Borduurtafel
a Wagen
De wagen verplaatst het borduurraam automatisch tijdens het borduren.
b Ontgrendelingstoets (onder de borduurtafel)
Druk op de ontgrendelingstoets om de borduurtafel te verwijderen.
c Verbindingspen van de borduurtafel
Steek de verbindingspen van de borduurtafel in de aansluitingspoort om de borduurtafel te bevestigen.
d Borduurraamhouder
Bevestig het borduurraam aan de borduurraamhouder om het raam op z’n plaats te houden.
e Raambevestigingshendel
Druk de raambevestigingshendel omlaag om het borduurraam vast te zetten.
VOORZICHTIG
• Wanneer u het borduurraam in de borduurraamhouder hebt geplaatst, controleert u of u de borduurraamhendel op de juiste manier omlaag hebt gezet.
10
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Bedieningstoetsen
a Start/stoptoets
Wanneer u op deze toets drukt, naait de machine een paar steken op lage snelheid en begint vervolgens te naaien op de snelheid die is ingesteld met de schuifknop voor snelheidsregeling. Druk opnieuw op deze toets om te stoppen met naaien. Deze knop licht op in een andere kleur naar gelang de bedieningssituatie van de machine.
Groen: De naaimachine is klaar om te naaien of is
bezig met naaien.
Rood: De machine kan nu niet naaien.
Bijgeleverde accessoires
De accessoires worden opgeborgen in de accessoiretafel. Open de accessoiretafel zoals hieronder aangegeven.
b
c
a
d
b Achteruit/verstevigingssteektoets
Met deze knop naait u verstevigingssteken aan het begin en het eind van het naaiwerk. Wanneer u op deze toets drukt, naait de machine drie tot vijf steken op dezelfde plek en stopt daarna automatisch. Voor rechte steken en zigzagsteken waarbij achteruitnaaien mogelijk is, naait de machine achteruit (in de tegenovergestelde richting) op lage snelheid wanneer u de Achteruit/verstevigingssteektoets ingedrukt houdt.
c Naaldstandtoets
Met deze toets verandert u van naairichting of naait u op kleine stukken stof. Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te zetten. Druk tweemaal op deze toets om een enkele steek te naaien.
d Draadkniptoets
Druk op deze toets na het naaien om de overtollige draad automatisch af te knippen.
e Persvoettoets
Druk op deze toets om de persvoet omlaag te zetten en druk uit te oefenen op de stof. Druk opnieuw op deze toets om de persvoet omhoog te zetten.
f Schuifknop voor snelheidsregeling
Door de schuifknop voor snelheidsregeling naar links of rechts te schuiven past u de naaisnelheid aan. Schuif de schuifknop naar links om op lagere snelheid te naaien. Schuif de schuifknop naar rechts om op hogere snelheid te naaien. Beginners kunnen beter op lagere snelheid naaien, totdat ze vertrouwd raken met de machine.
a Opbergvak borduurvoet “U” b Spoelopbergpen
(Plaats de spoelen op de pennen om ze op te bergen.)
c Opbergruimte d Opberglade voor persvoeten
(Opbergruimte voor persvoeten met aanduiding A, G, I, J, M, N en R.)
VOORZICHTIG
• Druk niet meer op de Draadkniptoets nadat de draden zijn afgeknipt. Anders kan de naald breken, de draden raken misschien verstrikt of de machine beschadigt.
11
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
75/11 2 naalden 90/14 2 naalden 90/14 2 naalden: ballpointnaald
(goudkleurig)
12 34567
8 9 10 11 12 13
14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25 26
27 28 29 30 31 32 33 34
35 36 37 38 39 40 41
42 43 * 44 * 45 * 46 * 47 *
48 * 49 **
* Zie Gebruiksaanwijzing Cirkelhulpstuk voor uitvoerige aanwijzingen. **Zie Gebruiksaanwijzing Werken met de spoel voor uitvoerige aanwijzingen.
12
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Memo
Memo
Onderdeelcode
Nr. Onderdeel
1 Borduurvoet “U” XD0313-051
2 Knoopsgatvoet “A” X57789-151
3 Overhandse steekvoet “G” XC3098-051
4 Monogramvoet “N” X53840-351
5 Ritsvoet “I” X59370-051
6 Zigzagvoet “J” (op machine) XC3021-051
7 Blindzoomsteekvoet “R” X56409-051
8 Knoopaanzetvoet “M” 130489-001
9 Boventransportvoet SA140 F033N:59816-103
10 Zijsnijdervoet SA177 F054:XC3198-101
11 Fantasiequiltvoet SA129 F005N:E8786-102
12 Tornmesje X54243-051
13 Spoel × 10 SA156 SFB
14 Naaldsetje X58358-051
15 Tweelingnaald X59296-151
16 Schaartje XC1807-121
17 Krijtje XE8568-001
18 Schoonmaakborsteltje X59476-051
19 Gaatjesponser 135793-001
20 Schroevendraaier (groot) XC8349-021
21 Schroevendraaier (klein) X55468-021
22 Kloskap (klein) 130013-154
23 Kloskap (medium) × 2 X55260-153
24 Kloskap (groot) 130012-054
25 Verticale klospen XC8619-051
26 Klosvilt X57045-051
Schijfvormige
27
schroevendraaier
28 Klosnetje XA5523-050
Borduurramenset (groot)
29
18 cm (H) × 13 cm (B) 7 inch (H) × 5 inch (B)) Borduurraamset (extra groot) 26 cm (H) × 16
30
cm (B) (10-1/4 inch (H) × 6­1/4 inch (B))
31 Voetpedaal
32 Borduursteekplaatdeksel XA9939-051
33 Rasterset SA507 GS3:X81277-150
34 Schermaanraakpen (stylus) XA9940-051
35 Kniehevel XA6941-052
36 USB-kabel XD0745-051
Ander spoelhuis
37
(geen markering) (Zie pagina 131)
38 Ondergaren voor borduren SA-EBT
39 Steunstof SA519 BM3:X81175-101
40 Bedieningshandleiding XF0850-001
41 Beknopte bedieningsgids XD0556-151
42 Doos XD1552-051
43
Cirkelhulpstuk
44
Spilpen
Bevestigingsschroef
45
(2 stuks, een is reserve)
46
Sjabloon
*
*
*
*
VS/
Canada
XC1074-051
SA439/
EF75
SA441/
EF81
EF75:XC8481-052
EF81:XC9763-052
XD0501-121 (EU)
XC8816-021 (andere
gebieden)
XC8167-551
X81164-001
BL-CSA
XE6022-001
XE6016-001
XE6024-001
Andere
EBT-CEN:
Onderdeelcode
Nr. Onderdeel
47
Bandvoet
48
Koordvoet
49 Spoelhuis (grijs)** XE8298-001
*
*
VS/
Canada
SA141 F021N
SA110 F013N
Andere
* Zie Gebruiksaanwijzing Cirkelhulpstuk voor uitvoerige aanwijzingen. ** Zie Gebruiksaanwijzing Werken met de spoel voor uitvoerige aanwijzingen.
(Alleen voor de Verenigde Staten) Voetpedaal: Model T Dit voetpedaal kunt u gebruiken met deze
machine model NV2200.
• Gebruik altijd de accessoires die worden aanbevolen voor deze naaimachine.
• De persvoethouderschroef is verkrijgbaar via uw erkende dealer (onderdeelcode XA4813-051).
• Deze bedieningshandleiding en het voetpedaal kunnen worden opgeslagen in de doos van de machine.
13
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Opties
123
456
789
10 11
Opmerking
• In het buitenland aangeschafte borduurkaarten werken mogelijk niet bij deze machine.
• Bezoek uw erkende dealer als u een complete lijst wilt van de optionele accessoires die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
Onderdeelcode
Nr. Onderdeel
Ondergaren voor borduren (wit)
1
Ondergaren voor borduren (zwart)
Steunstof
2
In water oplosbare steunstof
3 Naadgeleider SA532
Borduurramenset (klein)
4
2 cm (H) × 6 cm (B) (1 inch (H)
×
2-1/2 inch (B))
Borduurramenset (middelgroot)
5
10 cm (H)
×
6 Steekplaat voor rechte steken SA550 SNP01:XD0606-052
Spoelhuisdeksel met
7
koordgeleider (met één gat)
8 Tafel en vrije handgreep
9 Klossenstandaard SA539 TS2:XC9655-052
10 Draagkoffer voor borduurtafel SA529 D6EUC:XC9862-052
11
Borduurkaart
×
4 inch (B))
10 cm (B) (4 inch (H)
VS/
Canada
SA-EBT
SAEBT999
SA519 SA520
SA437/ EF73
SA438/ EF74
SATFM
4000D
Andere
EBT-CEN:X81164-001
EBT-CEBN:XC5520-001
BM3:X81175-101 BM4:X81267-101
SG1:XC8483-05
EF73:XC8479-052
EF74:XC8480-052
XC8449-051
TFM2:XC8645-052
14
Memo
Bedenk dat sommige specificaties zonder kennisgeving kunnen worden gewijzigd.
Hoofdstuk 1
Voorbereidingen
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN ...................................................16
LCD-SCHERM......................................................................................17
Voorzorgsmaatregelen voor het scherm..........................................................................17
Functies van de toetsen ...................................................................................................18
Gebruik van de instellingstoets ...............................................................................20
Gebruik van de gebruiksaanwijzingtoets.................................................................22
Inhoud van elke categorie ...............................................................................................22
Gebruik van de patroonbeschrijvingstoets ..............................................................23
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN.....................................................24
Spoel opwinden....................................................................................................... 24
Gebruik van de extra klospen..........................................................................................24
Spoel opwinden met de klospen......................................................................................26
Spoel aanbrengen....................................................................................................27
Onderdraad naar boven halen ................................................................................27
Bovendraad inrijgen ................................................................................................ 28
Gebruik van de tweelingnaald................................................................................. 31
PERSVOET VERWISSELEN ...................................................................33
Persvoet verwijderen...............................................................................................33
Persvoet bevestigen .................................................................................................33
NAALD VERWISSELEN ........................................................................34
Naald controleren...........................................................................................................34
Over de naald..................................................................................................................36
Overzichtsschema van stoffen/draad/naald ....................................................................36
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
WAARSCHUWING
• Gebruik alleen gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Het gebruik van andere bronnen kan brand, elektrische schokken of schade aan de machine tot gevolg hebben.
• In de volgende gevallen moet u de hoofdschakelaar uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen: Als u niet bij de machine bent Na gebruik van de machine Als er tijdens het gebruik een stroomstoring optreedt Als de machine niet naar behoren werkt door een slechte of verbroken aansluiting Bij onweer
VOORZICHTIG
• Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop veel andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Raak de stekker niet aan met natte handen. Hierdoor kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Zet de schakelaar altijd eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Trek altijd de stekker uit het stopcontact. Als u aan het snoer trekt, kunt u het snoer beschadigen of brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd, gewijzigd, stevig verbogen, getrokken, gedraaid of samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Stel het snoer niet bloot aan warmte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of elektrische schokken ontstaan. Als de stekker of het snoer zijn beschadigd, breng de machine dan voor reparatie naar uw erkende dealer voordat u de machine weer gebruikt.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine een tijd niet gebruikt. Anders kan er brand ontstaan.
• Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u de hoofdschakelaar van de machine uitzetten of de stekker uit het stopcontact halen.
• Als u onderhoud aan de machine wilt verrichten of deksels wilt verwijderen moet u eerst de stekker van de machine uit het stopcontact halen.
• Alleen voor de Verenigde Staten Deze machine heeft een gepolariseerde stekker (de ene poot is breder dan de andere). Om het risico van elektrische schok te verkleinen past deze stekker slechts op één manier in het gepolariseerde stopcontact. Wanneer de stekker niet goed in het stopcontact past, draait u de stekker om. Past de stekker nog niet, vraag dan een erkend elektricien om een geschikt stopcontact te installeren. Verander beslist niets aan de stekker.
Steek het snoer in de netsnoeraansluiting op
a
de machine en daarna in het wandstopcontact.
a
b
a Hoofdschakelaar b Elektriciteitssnoer
Zet de hoofdschakelaar op “I” om de machine
b
aan te zetten.
b
a
a UIT b AAN
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de
c
machine uit te zetten.
16
LCD-SCHERM
LCD-SCHERM
Voorzorgsmaatregelen voor het scherm
• Raak het scherm alleen aan met uw vinger of met de schermaanraakpen die bij de machine wordt geleverd. Gebruik geen potlood, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. Druk ook niet al te hard op het scherm, anders kunt u het scherm beschadigen.
• Het scherm kan geheel of gedeeltelijk donkerder of lichter worden door schommelingen in de omgevingstemperatuur of andere veranderingen in de omgeving. Dit betekent niet dat de naaimachine niet goed functioneert. Als het scherm slecht leesbaar is, pas dan de helderheid aan (zie pagina 21).
• Als u de machine net hebt aangezet, is het scherm soms eerst donker. Dit is een normale eigenschap van de achterverlichting en duidt niet op een storing. Na ongeveer tien minuten is het scherm normaliter op zijn gewone helderheid.
• Als u niet recht voor het scherm zit, ziet u de kleuren misschien vervormd, of is het scherm moeilijk te lezen. Dit is een normale eigenschap van het scherm en duidt niet op een storing. Zorg dat u recht voor het scherm zit.
Wanneer u de machine aanzet, verschijnt het openingsscherm. U kunt instellen dat het openingsscherm niet wordt weergegeven (zie pagina 21). Druk niet te hard met uw vinger op het scherm. Naar gelang de instelling wordt ofwel “1-01 Rechte steek (links)” of “1-03 Rechte steek (midden)” automatisch geselecteerd (zie pagina 20).
1
Voorbereidingen
Memo
Het kan even duren voordat het openingsscherm verschijnt. Dit betekent niet dat de naaimachine niet goed functioneert.
a Geeft aan of de machine is ingesteld voor een enkele
naald of een tweelingnaald en in welke stand de naald staat wanneer u de machine stopt. U kunt de gewenste naaldstand instellen (zie pagina 20).
Voor een enkele naald
a
b c
d
e
Voor een tweelingnaald
b Persvoetcode
Bevestig de aangegeven persvoet alvorens u gaat naaien.
c Geeft het nummer van de geselecteerde steek aan
(alleen voor naaisteken).
d Toont een voorbeeld van de geselecteerde steek. e Geeft het huidige paginanummer aan en het totaal
aantal beschikbare pagina’s.
Enkele naald/omlaag Enkele naald/
Tweelingnaald/
omlaag
omhoog
Tweelingnaald/
omhoog
17
LCD-SCHERM
Functies van de toetsen
Druk met uw vinger of met de schermaanraakpen op een toets boven in het scherm ( van scherm te veranderen.
5 4
h
l
m n
o r
1
2
3
6
7
i
j
k
q
p s
) om
Bedieningspaneel
Nr. Toe ts Naam Functie Pagina
1
2
3
4
5
6
7
Instellingstoets Druk op deze toets om de naaldstopstand te wijzigen, het zoemgeluid aan of uit
Gebruiksaanwijzingsto ets
Per sv oe t-/ naaldwisseltoets
Naaistekentoets Druk op deze toets om een rechte steek, zigzagsteek, knoopsgatsteek,
Letter-/decoratieve stekentoets
Borduurtoets Druk op deze toets om te borduren. 114
Borduurcombinatietoets
te zetten, het patroon of het scherm of andere machine-instellingen te wijzigen.
Door te drukken op deze toets toont u een beschrijving voor het inrijgen van de bovendraad, het opwinden van de spoel, het verwisselen van de persvoet en andere functies bij het gebruik van de machine. Druk op deze toets wanneer u de naald of persvoet wilt verwisselen. Wanneer u op deze toets drukt, vergrendelt u alle toetsen en bedieningstoetsen, zodat u veilig onderdelen kunt verwisselen. Druk opnieuw op deze toets om de toetsen en bedieningstoetsen weer te ontgrendelen. Wanneer functies worden weergegeven, wordt het scherm voor het verwisselen van de persvoet/naald niet weergegeven.
blindzoomsteek of andere bij het naaien van kleding veel gebruikte steek te selecteren.
Druk op deze toets om letters of decoratieve steekpatronen te kiezen. 88
Druk op deze toets om borduurpatronen te combineren. Door borduurpatronen te combineren kunt u oorspronkelijke emblemen en naamlabels maken.
33, 34
20
22
48
151
18
LCD-SCHERM
Scherm
Nr. Toe ts Naam Functie Pagina
h
i
j
k
Schermvergrendeltoets Druk op deze toets om het scherm te vergrendelen. Wanneer het scherm
Keuzehelptoets Druk op deze toets wanneer u hulp nodig hebt bij de keuze van het juiste
Patroonbeschrij­vingstoets
Stekenoverzicht Druk op de toets van het steekpatroon dat u wilt naaien. Druk op een van de
vergrendeld is, zijn de diverse instellingen, zoals de steekbreedte en de steeklengte, vergrendeld. U kunt deze dan niet wijzigen. Druk opnieuw op deze toets om de instellingen te ontgrendelen.
steekpatroon voor uw naaiwerk. Ook vindt u hier aanwijzingen hoe u het gekozen steekpatroon naait. Deze toets is heel handig voor beginners.
Druk op deze toets om te zien hoe u het gekozen steekpatroon kunt gebruiken. 23
toetsen om het patronenoverzicht te wijzigen.
45
50
48
1
Voorbereidingen
l
m
n
o
p
q
r
s
Automatische verstevigingssteektoets
Automatische draadkniptoets
Spiegeltoets Druk op deze toets om het gekozen steekpatroon in spiegelbeeld te maken.
Enkele/ tweelingnaaldtoets
Reset-toets Druk op deze toets om de oorspronkelijke instellingen van het geselecteerde
Geheugentoets U kunt de instellingen van het steekpatroon (zigzagbreedte en steeklengte,
Steekbreedte/ steeklengtetoets
Draadspanningstoetsen Geeft de instelling voor draadspanning van het momenteel geselecteerde
Druk op deze toets om de instelling voor automatische verstevigingssteken (achteruit naaien) te kiezen. Als u deze instelling kiest voordat u met naaien begint, worden automatisch verstevigingssteken genaaid aan het begin en het eind van het naaiwerk (afhankelijk van het gekozen steekpatroon naait de machine mogelijk achteruit). Druk opnieuw op deze toets om de instelling te annuleren.
Druk op deze toets om de instelling Automatisch draadknippen te selecteren. Als u deze instelling selecteert voordat u gaat naaien, naait de machine automatisch verstevigingssteken (of achteruit, naar gelang de steek die u hebt gekozen) en worden de draden afgeknipt wanneer u op de Achteruit/ verstevigingssteektoets drukt. Druk opnieuw op deze toets om de instelling te annuleren.
• Als deze toets wordt weergegeven als , kunt u deze niet gebruiken.
Alvorens te naaien met de tweelingnaald, drukt u op deze toets om de instelling voor naaien met de tweelingnaald te kiezen. Telkens wanneer u op deze toets drukt, schakelt de instelling tussen naaien met een enkele naald en naaien met de tweelingnaald.
• Als deze toets wordt weergegeven als , kunt u deze niet gebruiken.
steekpatroon te herstellen.
draadspanning, automatisch draadknippen of automatische verstevigingssteken enz.) wijzigen en opslaan door op deze toets te drukken.
Geeft de instellingen voor steekbreedte (zigzagbreedte) en de steeklengte aan
van het momenteel gekozen steekpatroon. Druk op of op om de
instellingen voor steekbreedte en steeklengte aan te passen.
• Als verschijnt, kunt u de instelling niet aanpassen.
steekpatroon aan. De draadspanning wordt doorgaans automatisch ingesteld.
Druk op of op om de instelling voor draadspanning aan te passen.
43
44
49
31
49
49
42
43
19
LCD-SCHERM
Gebruik van de instellingstoets
Druk op om de naaldstopstand te wijzigen, het zoemgeluid aan of uit te zetten, het patroon of het scherm en andere machinebasisinstellingen te wijzigen.
a Hiermee selecteert u of de naald omhoog of omlaag
moet staan wanneer u de machine stopt.
b Hiermee selecteert u of u met de schuifknop de
snelheidsregeling of de zigzagbreedte wilt bepalen (zie pagina 64).
a
b
c
d
e
f
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
a b
c
c Hiermee past u de lettersteek- en decoratieve
steekpatronen aan (zie pagina 92).
d Hiermee past u de hoogte van de persvoet aan
(selecteer de hoogte van de persvoet wanneer de persvoet omhoog staat) (zie pagina 41).
e Hiermee zet u de persvoetdruk tussen 1 (zwak) en 4
(sterk).
* Hoe hoger de waarde, des te groter de druk. Voor normaal
naaien stelt u de druk in op 3.
f Hiermee selecteert u of “1-01 Rechte steek (links)” of
“1-03 Rechte steek (midden)” automatisch wordt gekozen als naaisteek wanneer u de machine aanzet.
a Hiermee kiest u uit vijf borduurraamschermen
(zie pagina 125).
b Hiermee selecteert u of de garenkleurnaam, het
garenkleurnummer of de naaitijd wordt weergegeven op het garenkleurscherm in het borduurscherm (zie pagina 138).
c Hiermee kiest u het beschikbare merk garen wanneer u
een garenkleurnummer kiest in het garenkleurscherm van het borduurscherm (zie pagina 138).
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
a
b c
d
e
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
a Hiermee wijzigt u de maximale borduursnelheid. b Hiermee past u de draadspanning aan voor borduren. c Hiermee past u de hoogte van borduurvoet “U” (zie
pagina 120) aan.
d Hiermee selecteert u de maateenheid (mm/inch)
waarin de afstanden en grootten van de borduurpatronen worden weergegeven.
e Hiermee selecteert u het beginscherm (Borduur-/
borduurcombinatie) wanneer de borduurtafel is geïnstalleerd.
20
LCD-SCHERM
a Hiermee past u de dichtheid van het scherm aan.
* Druk op om het scherm lichter te maken.
* Druk op om het scherm donkerder te maken.
Hiermee past u de dichtheid aan zodat u het contrast
a
b
c
d
e
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
a b c
tussen en goed kunt zien.
b Hiermee zet u het zoemgeluid aan of uit. c Hiermee zet u de naald- en werkgebiedverlichting aan
of uit.
d Hiermee selecteert u of het openingsscherm al dan
niet verschijnt wanneer u de machine aanzet.
e Hiermee selecteert u een van de dertien schermtalen:
[Engels], [Duits], [Frans], [Italiaans], [Nederlands], [Spaans], [Japans], [Deens], [Noors], [Fins], [Zweeds], [Portugees], [Russisch]
a Hiermee toont u de serviceherinnering en het aantal
borduursteken. De serviceherinnering is een geheugensteuntje om de machine regelmatig een servicebeurt te laten geven. (Neem contact op met uw officiële dealer voor nadere bijzonderheden.)
b Hiermee toont u de versie van de software die op
deze machine is geïnstalleerd.
c Hiermee toont u het productidentificatienummer van
deze machine.
Memo
De nieuwste versie van de software is geïnstalleerd op uw machine. Raadpleeg uw plaatselijke erkende Brother-dealer of kijk op www.brother.com voor informatie over beschikbare updates (zie pagina 189).
1
Voorbereidingen
21
LCD-SCHERM
Gebruik van de gebruiksaanwijzingtoets
De standaardbediening en andere informatie op basis van deze Bedieningshandleiding zijn opgeslagen op deze machine.
Druk op om het hieronder getoonde scherm te openen. Boven in het scherm staan zes categorieën. Door op een toets te drukken krijgt u meer informatie over die categorie.
Inhoud van elke categorie
Machineonderdelen en hun functie Grondbeginselen van naaien Probleem oplossen
Persvoethendel
Schuifknop voor snelheidsregeling
Handwiel
Transporteurstandschakelaar
Afneembare accessoiretafel
Kniehevel
Voetpedaal
Belangrijkste toetsen Standaard borduurwerkzaamheden Onderhoud
Bovendraad inrijgen
Spoel opwinden
Naald verwisselen
Persvoet verwisselen
Spoel aanbrengen
22
Draadkniptoets
Persvoettoets
Start/stoptoets
Achteruit/verstevigingssteektoets
Naaldstandtoets
Opstrijksteunstof bevestigen aan
de stof
Stof plaatsen
Borduurraam bevestigen
Borduurtafel bevestigen
Borduurvoet
Juiste steunstof om te gebruiken
“U” bevestigen
Grijper en spoelhuis reinigen
Voorbeeld: Informatie tonen over het inrijgen van
de bovendraad
Druk op .
a
Druk op .
b
Een lijst standaardbedieningen verschijnt in het
onderste gedeelte van het scherm.
Druk op (bovendraad inrijgen).
c
LCD-SCHERM
Gebruik van de patroonbeschrijvingstoets
Wilt u meer informatie over de toepassingen van een
steekpatroon, selecteer dan de steek en druk op om een beschrijving van de geselecteerde steek weer te
geven.
Voorbeeld: Informatie weergeven over het gebruik
van .
Selecteer en druk vervolgens op .
a
1
Voorbereidingen
De instructies voor het inrijgen van de machine
verschijnen.
Druk op om naar de volgende pagina te
d
gaan.
Wanneer u klaar bent met de aanwijzingen
e
drukt u op .
De toepassingen van verschijnen.
Wanneer u klaar bent met de aanwijzingen
b
drukt u op .
23
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN
VOORZICHTIG
Ware grootte
Dit model Andere modellen
11,5 mm (ca. 7/40,64 cm)
7, 8
2
9,10
1
o
l
56 3, 4
a
a
b
VOORZICHTIG
Opmerking
a
a
b
c
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN
Zet de extra klospen omhoog.
Spoel opwinden
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u draad op de spoel windt. Op deze machine kunt u met de extra klospen de spoel opwinden terwijl u naait met de hoofdklospen.
c
a Extra klospen
• De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen voor deze naaimachine. Als u een spoel van een ander model gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of spoelen van hetzelfde type (onderdeelcode: SFB).
Gebruik van de extra klospen
Terwijl u borduurt, kunt u ondertussen de spoel opwinden.
a Extra klospen
Zet de draadklos zo op de extra klospen dat
d
de draad aan de voorkant afwikkelt. Schuif vervolgens een kloskap zo ver mogelijk op de extra klospen om de draadklos vast te zetten.
a
b
a Extra klospen b Kloskap c Draadklos
• Als u de draadklos en/of de kloskap niet juist installeert, kan de draad verstrikt raken op de klospen. Hierdoor kan de naald breken.
• Gebruik de kloskap (groot, medium of klein) die de grootte van de draadklos het dichtst benadert. Als u een kloskap gebruikt die kleiner is dan de draadklos, komt de draad mogelijk vast te zitten in de gleuf in de rand van de klos.
c
24
Zet de machine aan en open het bovendeksel.
a
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
b
op de spoelwinderas en plaats de spoel op de as.
a Gleuf in spoel b Veer op spoelwinderas
Wanneer u naait met kruiswikkeldraad op een dunne klos, gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige ruimte tussen de kap en de draadklos.
a Ruimte b Kruiswikkeldraad c Kloskap (klein)
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN
Houd de draad uit de klos in uw rechterhand
e
en het uiteinde van de draad in uw linkerhand en leid de draad door de draadgeleider.
a
a Draadgeleider
Leid de draad onder de pen op de
f
draadgeleider voor het spoelwinden en leid deze rond de voorspanningsschijf.
* Zorg dat de draad onder de voorspanningsschijf loopt.
a
b
Schuif de spoelhouder naar links totdat deze
i
vast klikt.
* Wanneer de spoelhouder naar links staat, werkt deze als
een schakelaar, zodat de spoel automatisch wordt opgewonden.
a
a Spoelhouder (schakelaar)
De spoel stopt automatisch met draaien wanneer
deze vol is. De spoelhouder gaat terug naar de oorspronkelijke positie.
Knip de draad af en verwijder de spoel.
j
1
Voorbereidingen
a Pen b Voorspanningsschijf
Wind de draad vier à vijf maal met de klok
g
mee om de spoel.
2
3
Leid het eind van de draad door de
h
geleidegleuf in de spoelwinderbasis en trek de draad vervolgens naar rechts om de draad af te snijden met de draadafsnijder.
1
b
Opmerking
Trek alleen aan de spoel om deze te verwijderen. Trek niet aan de spoelwinderbasis. Deze zou los kunnen raken, waardoor de machine mogelijk beschadigt.
VOORZICHTIG
• Wanneer de spoel niet goed is geïnstalleerd, wordt de draadspanning mogelijk losser. Hierdoor kan de naald breken en letsel veroorzaken.
a
a Geleidegleuf b Spoelwinderbasis
VOORZICHTIG
• Volg de beschreven procedure. Als de draad niet wordt afgeknipt met de snijder en de spoel wordt opgewonden, kan de draad rond de spoel verstrikt raken wanneer de draad op raakt.
25
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN
Spoel opwinden met de klospen
U kunt de hoofdklospen niet gebruiken om de spoel op te winden tijdens het naaien. Voor bijzonderheden zie “Gebruik van de extra klospen” op pagina 24.
2
7
8
3
6
4
5
9
l
o
Zet de machine aan.
a
Schuif de kloskap zo ver mogelijk op de
e
klospen en zet de klospen weer in de oorspronkelijke stand.
Houd de draad uit de klos met beide handen
f
vast en trek de draad door de onderste inkeping in de draadgeleiderplaat en vervolgens door de bovenste inkeping.
b
a
a Onderste inkeping in de draadgeleiderplaat b Bovenste inkeping in de draadgeleiderplaat
Leid de draad door de draadgeleider.
1
g
a
Open het bovendeksel.
b
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
c
op de spoelwinderas en schuif de spoel op de as.
a
b
a Gleuf in spoel b Veer op spoelwinderas
Draai de klospen zodat deze naar boven wijst
d
en plaats de draadklos op de klospen.
* Zorg dat de draad aan de voorkant afwikkelt.
c
a Draadgeleider
Leid de draad onder de pen op de
h
draadgeleider voor het spoelwinden en leid deze rond de voorspanningsschijf.
* Zorg dat de draad onder de voorspanningsschijf loopt.
a
b
a Pen b Voorspanningsschijf
Volg stap g t/m j op pagina 25.
i
26
a
b
a Kloskap b Draadklos c Klospen
Spoel aanbrengen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een spoel met draad daarop gewonden in de machine plaatst. U kunt beginnen te naaien zonder de onderdraad naar boven te halen. Wilt u de onderdraad naar boven halen, bijvoorbeeld om plissé te naaien, volg dan de procedure in het volgende gedeelte.
VOORZICHTIG
• Gebruik een onderdraad die juist is gewonden. Anders breekt de naald mogelijk of is de draadspanning onjuist.
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN
Houd de spoel losjes vast met uw rechterhand
e
en leid de draad door de gleuf terwijl u zachtjes aan de draad trekt met uw linkerhand.
Wanneer u de draad geheel door de gleuf
f
hebt geleid, trekt u de draad naar u toe om deze af te knippen met de draadafsnijder.
1
Voorbereidingen
Druk op de Persvoettoets om de persvoet
a
omhoog te zetten.
Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel
b
naar rechts en verwijder het spoelhuisdeksel.
a
a Spoelhuisdeksel b Grendel
Houd de spoel vast met uw rechterhand en het
c
uiteinde van de draad met uw linkerhand.
Plaats de opgewonden spoel zo in het
d
spoelhuis dat de draad afwindt in de richting
b
van de pijl.
a
a Draadafsnijder
Bevestig het spoelhuis door het lipje in de
g
linkerbenedenhoek van het spoelhuisdeksel te plaatsen. Druk vervolgens zacht op de rechterkant van het deksel totdat dit vast klikt.
a
a Lipje
Onderdraad naar boven halen
Bij sommige soorten naaiwerk wilt u de onderdraad misschien naar boven halen, bijvoorbeeld als u plissé of fantasie lappendekens naait. Volg onderstaande procedure om de onderdraad naar boven te halen.
Memo
Rijg de bovendraad in voordat u de onderdraad omhoog haalt. Voor bijzonderheden zie “Bovendraad inrijgen” op pagina 28.
VOORZICHTIG
• Duw de spoel omlaag met uw vinger en wikkel de onderdraad juist af. Anders breekt de naald mogelijk of is de draadspanning onjuist.
Volg stap a t/m d uit het vorige gedeelte
a
om de spoel in het spoelhuis te plaatsen.
27
ONDER/BOVENDRAAD INRIJGEN
Leid de onderdraad door de gleuf en volg het
b
pijltje in de afbeelding.
Bovendraad inrijgen
Opmerking
• Knip de draad niet af met de draadafsnijder.
• Bevestig het spoelhuisdeksel niet.
Houd de bovendraad losjes vast en druk
c
tweemaal op de Naaldstandtoets om de naald omlaag en weer omhoog te zetten.
Trek zacht aan de bovendraad om de
d
onderdraad naar boven te halen.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de machine en de naald inrijgt. Op de machine staan nummers die de inrijgvolgorde aangeven.
VOORZICHTIG
• Rijg de naaimachine op de juiste manier in. Wanneer u de machine niet juist inrijgt, kan de draad verstrikt raken, waardoor de naald breekt. Dit kan letsel tot gevolg hebben.
• Wanneer u accessoires gebruikt die niet bij deze machine zijn inbegrepen, bevestig dan het accessoire aan de machine na het inrijgen.
7
4, 5
8
6
12,13
2,16
3
1
14
11
10
9
,15
Een lus van de onderdraad komt uit het gat in de
steeekplaat.
Trek ongeveer 100 mm van de spoeldraad uit
e
en leid deze onder de persvoet naar de achterkant van de machine op gelijke lengte met de bovendraad.
a b
a Bovendraad b Onderdraad
Zet de machine aan.
a
Druk op de Persvoettoets om de persvoet
b
omhoog te zetten.
Het bovendraadklepje gaat open zodat u de
machine kunt inrijgen.
a
Bovendraadklepje
a
Memo
Deze machine is uitgerust met een bovendraadklepje, zodat u kunt controleren of het inrijgen van de bovendraad juist wordt uitgevoerd.
28
Bevestig het spoelhuisdeksel.
f
Loading...
+ 174 hidden pages