Brother Innov-is 1200 User's Guide

VOORBEREIDINGEN
DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN
NAAISTEKEN
BORDUURWERK
Machine voor gecomputeriseerd naaien en borduren
Bedieningshandleiding
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Belangrijk Veiligheidsinstructies
Lees deze veiligheidsinstructies alvorens u de machine gebruikt. Deze machine is bestemd voor huishoudelijk gebruik.
GEVAAR - Beperk het risico van een elektrische schok
1Trek altijd de stekker uit het stopcontact onmiddellijk na gebruik, wanneer u de machine reinigt,
wanneer u onderhoud verricht volgens de aanwijzingen in deze handleiding of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden, brand, elektrische
schok of letsel.
2Trek altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u kleppen verwijdert, de machine smeert of
andere aanpassingen verricht volgens aanwijzingen in de handleiding
• Als u de stekker uit het stopcontact wilt halen, zet u eerst de hoofdschakelaar op “O” (uit).
Vervolgens pakt u de stekker vast en trekt u deze uit het stopcontact. Trek niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks op een wandstopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact bij een stroomstoring.
3 Gebruik nooit de machine als een snoer of stekker beschadigd is, als de machine niet goed
werkt, als de machine is gevallen of beschadigd, of als er water op is gemorst. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een servicecentrum voor onderzoek, reparatie, elektrische of mechanische aanpassingen.
4 Houd altijd uw werkoppervlak vrij:
• Gebruik de machine niet met geblokkeerde ventilatieopeningen. Houd de ventilatiegaten van de machine en het voetpedaal vrij van stof, plusjes en stukken stof.
Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal.
Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een wandstopcontact aan.
Zorg dat er nooit enig voorwerp valt of wordt gestoken in enige opening van de machine.
Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
5 Speciale aandacht is vereist wanneer u naait:
Let altijd goed op de naald. Gebruik geen verbogen of gebroken naalden.
• Blijf met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
• Zet de hoofdschakelaar op “O” (uit) als u iets wilt aanpassen in de buurt van de naald.
Gebruik geen beschadigde of onjuiste naaldplaat. Daardoor kan de naald breken.
Trek niet aan of duw niet tegen de stof tijdens het naaien. Volg zorgvuldig de aanwijzingen wanneer u naait uit de vrije hand, zodat u de naald niet buigt waardoor hij kan breken.
1
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
6 Deze machine is geen speelgoed:
• Let goed op wanneer de machine wordt gebruikt door of in de buurt van kinderen.
• Gebruik de machine niet buiten.
7 De machine gaat langer mee:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de machine niet in de buurt van een verwarming, strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
• Gebruik voor het reinigen van de behuizing alleen neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de bedieningshandleiding wanneer u onderdelen, de persvoet, de naald of andere delen gaat verwisselen of installeren.
8 Voor reparatie of afstelling:
• Als de verlichtingsunit is beschadigd, moet deze worden vervangen door een erkende dealer.
• Als de machine een defect vertoont of moet worden afgesteld, controleert u eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achter in de bedieningshandleiding of u de afstelling zelf kunt uitvoeren. Als u het probleem niet kunt verhelpen, raadpleegt u uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
Bewaar deze instructies.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer productinformatie en updates vindt u op onze website www.brother.com
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-BRITTANNIË, IERLAND,
MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Voor vervanging van de stekkerzekering gebruikt u een zekering goedgekeurd door ASTA tot BS
1362, dat wil zeggen, met het symbool , van de sterkte die is aangegeven op de stekker.
• Plaats altijd het zekeringdeksel terug. Gebruik nooit een stekker zonder zekeringdeksel.
• Als het beschikbare stopcontact niet geschikt is voor de stekker van deze machine, neemt u contact op met uw officiële dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
VOOR GEBRUIKERS IN AUSTRALIË EN NIEUW ZEELAND
Deze naaimachine is niet bedoeld voor gebruik door jonge kinderen. En assistentie is mogelijk vereist wanneer de machine wordt gebruikt door iemand met een handicap.
2
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Inhoudsopgave
Belangrijk Veiligheidsinstructies..........................................................................................1
Inleiding ..............................................................................................................................7
Functies van de naaimachine............................................................................................... 7
Accessoires.......................................................................................................................... 8
Bijgeleverde accessoires.................................................................................................................................... 8
Optionele accessoires ....................................................................................................................................... 9
Machineonderdelen en hun functie................................................................................... 10
Vooraanzicht ..................................................................................................................................................10
Naald- en persvoetgedeelte.............................................................................................................................11
Rechterkant/achteraanzicht.............................................................................................................................11
Bedieningstoetsen ...........................................................................................................................................12
Bedieningspaneel............................................................................................................................................13
VOORBEREIDINGEN 15
De machine aan- en uitzetten ...........................................................................................16
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening .....................................................................................................16
De machine aanzetten .................................................................................................................................... 17
De machine uitzetten......................................................................................................................................17
LCD-scherm bedienen .......................................................................................................18
LCD-scherm bekijken......................................................................................................................................18
De machine-instellingen wijzigen...................................................................................................................19
Bedieningsprocedures controleren .................................................................................................................. 21
Spoel opwinden/plaatsen .................................................................................................. 23
Voorzorgsmaatregelen spoel ...........................................................................................................................23
Spoel opwinden..............................................................................................................................................23
Spoel plaatsen.................................................................................................................................................27
Bovendraad inrijgen .........................................................................................................29
De draadklos...................................................................................................................................................29
Bovendraad inrijgen........................................................................................................................................29
Naald inrijgen.................................................................................................................................................32
Naald handmatig inrijgen (zonder de naaldinrijger te gebruiken) ....................................................................33
Werken met de tweelingnaald......................................................................................................................... 34
Spoeldraad omhoogtrekken.............................................................................................................................36
Naald wisselen ..................................................................................................................38
Voorzorgsmaatregelen naalden.......................................................................................................................38
Soorten naalden en toepassingen ....................................................................................................................39
Naald controleren...........................................................................................................................................40
Naald verwisselen...........................................................................................................................................40
Persvoet verwisselen ......................................................................................................... 42
Voorzorgsmaatregelen persvoet ......................................................................................................................42
Persvoet verwisselen .......................................................................................................................................42
Persvoethouder verwijderen en bevestigen...................................................................................................... 44
Cilindrische stukken naaien............................................................................................... 45
Naaien met de vrije arm..................................................................................................................................45
DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN 47
Naaien............................................................................................................................... 48
Algemene procedure voor het naaien.............................................................................................................. 48
Steken selecteren ............................................................................................................................................49
Stof plaatsen....................................................................................................................................................50
Beginnen met naaien ......................................................................................................................................51
Naaiwerk verstevigen...................................................................................................................................... 53
Draad afknippen .............................................................................................................................................54
Steek instellen ...................................................................................................................56
Steekbreedte aanpassen .................................................................................................................................. 56
Steeklengte aanpassen..................................................................................................................................... 57
Draadspanning aanpassen............................................................................................................................... 57
3
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Nuttige functies................................................................................................................. 59
Automatisch achteruitnaaien/verstevigingssteken naaien.................................................................................59
Draad automatisch afknippen .........................................................................................................................60
Steken spiegelen .............................................................................................................................................61
Nuttige naaitips ................................................................................................................62
Proeflap naaien...............................................................................................................................................62
Naairichting wijzigen......................................................................................................................................62
Bochten naaien...............................................................................................................................................62
Persvoetdruk aanpassen ..................................................................................................................................62
Dikke stoffen naaien .......................................................................................................................................63
Dunne stoffen naaien ...................................................................................................................................... 64
Stretchstof naaien............................................................................................................................................64
Leer of vinyl naaien.........................................................................................................................................64
Evenwijdige marge naaien .............................................................................................................................. 64
Persvoet zonder handen omhoog en omlaag zetten ........................................................................................65
NAAISTEKEN 67
Steekinstellingentabel ........................................................................................................ 68
Naaisteken......................................................................................................................................................68
Andere steken .................................................................................................................................................72
Steken selecteren...............................................................................................................75
Soorten steken.................................................................................................................................................75
Steken selecteren ............................................................................................................................................75
Steekinstellingen opslaan ................................................................................................................................77
Overhandse steken ............................................................................................................79
Overhandse steken maken met persvoet “G” ..................................................................................................79
Overhandse steken naaien met zigzagvoet “J”.................................................................................................80
Overhandse steken naaien met de zijsnijder ...................................................................................................81
Basissteken ........................................................................................................................83
Rijgen .............................................................................................................................................................83
Basissteken......................................................................................................................................................83
Blindzoomsteken naaien.................................................................................................... 85
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten ............................................................................. 87
Knoopsgaten naaien ........................................................................................................................................88
Knoop aannaaien ............................................................................................................................................92
Rits inzetten ......................................................................................................................94
Een rits inzetten in het midden........................................................................................................................94
Een rits inzetten aan de zijkant........................................................................................................................ 96
Rits/galon inzetten ............................................................................................................99
Een rits inzetten in het midden........................................................................................................................99
Galon plaatsen..............................................................................................................................................100
Stretchstof naaien en elastiek bevestigen ........................................................................101
Stretchstof naaien..........................................................................................................................................101
Elastiek inzetten ............................................................................................................................................101
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken............................................................................ 103
Applicatiesteken naaien ................................................................................................................................104
Patchworksteken (voor fantasiequilt) .............................................................................................................105
Aan elkaar zetten ..........................................................................................................................................105
Quilten ......................................................................................................................................................... 107
Vrij quilten....................................................................................................................................................108
Satijnsteken naaien met de schuifknop voor snelheidsregeling ......................................................................109
Verstevigingssteken .........................................................................................................111
Drievoudige stretchsteken naaien.................................................................................................................. 111
Bartacksteek..................................................................................................................................................111
Stoppen......................................................................................................................................................... 113
Gaatje stikken..................................................................................................................115
Horizontaal stikken .........................................................................................................116
Decoratieve steken naaien ..............................................................................................118
Fagotsteken...................................................................................................................................................119
Schelpsteek...................................................................................................................................................120
Smocksteken naaien......................................................................................................................................120
Schelprijgsteken naaien.................................................................................................................................121
Verbindingssteken naaien .............................................................................................................................122
Erfstuksteken naaien......................................................................................................................................123
4
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De diverse ingebouwde decoratieve patronen maken .....................................................126
Fraaie patronen naaien..................................................................................................................................126
Patronen naaien............................................................................................................................................126
Patroongrootte wijzigen ................................................................................................................................127
Steekdichtheid wijzigen ................................................................................................................................127
Lengte van satijnsteken wijzigen ...................................................................................................................128
Patronen verschuiven.................................................................................................................................... 129
Patronen combineren....................................................................................................................................130
Patronen opslaan ..........................................................................................................................................133
Patroon opnieuw uitlijnen............................................................................................................................. 134
Patroon ontwerpen (My Custom Stitch) ..........................................................................137
Patroon schetsen ...........................................................................................................................................137
Patroongegevens invoeren ............................................................................................................................ 138
Voorbeelden van ontwerpen ......................................................................................................................... 140
BORDUURWERK 141
Netjes borduren ..............................................................................................................142
Wat u moet voorbereiden .............................................................................................................................142
Borduren, stap voor stap ...............................................................................................................................144
Borduurvoet bevestigen...................................................................................................145
Borduurvoet bevestigen.................................................................................................................................145
Borduurvoet verwijderen...............................................................................................................................147
Borduureenheid bevestigen.............................................................................................148
Voorzorgsmaatregelen borduureenheid......................................................................................................... 148
Borduureenheid bevestigen........................................................................................................................... 148
Borduureenheid verwijderen.........................................................................................................................150
Stof voorbereiden ............................................................................................................151
Steunstof bevestigen aan de stof .................................................................................................................... 151
Stof in het borduurraam bevestigen ...............................................................................................................152
Borduurraam bevestigen .................................................................................................155
Borduurraam bevestigen ...............................................................................................................................155
Borduurraam verwijderen .............................................................................................................................156
Borduurpatronen selecteren............................................................................................ 157
Copyrightinformatie ......................................................................................................................................157
Borduurpatroontypen ....................................................................................................................................157
LCD (liquid crystal display) scherm bedienen................................................................................................ 158
Tekens selecteren..........................................................................................................................................160
Borduurpatroon selecteren ............................................................................................................................161
Kaderpatroon selecteren................................................................................................................................162
Werken met een borduurkaart (afzonderlijk verkrijgbaar) ............................................................................. 163
Borduren .........................................................................................................................164
Aantrekkelijke afwerkingen naaien................................................................................................................164
Patroon borduren ..........................................................................................................................................165
Applicatiewerk..............................................................................................................................................167
Patronen bewerken .........................................................................................................169
Indeling aanpassen........................................................................................................................................169
Draadspanning aanpassen............................................................................................................................. 171
Opnieuw borduren .......................................................................................................................................172
De draad raakt halverwege het ontwerp op.................................................................................................172
Stoppen tijdens het borduren ........................................................................................................................ 173
Gebruik van de geheugenfunctie .....................................................................................175
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens.......................................................................................................175
Patronen opslaan ..........................................................................................................................................176
Borduur patronen ophalen van de computer .................................................................................................177
5
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
BIJLAGE 179
Zorg en onderhoud.......................................................................................................... 180
De buitenkant van de machine reinigen........................................................................................................180
Loophuis reinigen .........................................................................................................................................180
Problemen oplossen ........................................................................................................182
Foutmeldingen..............................................................................................................................................187
LCD-scherm aanpassen.................................................................................................................................191
Piepsignaal bij bediening ..............................................................................................................................191
Pieptoon bij handelingen annuleren.............................................................................................................. 192
Software-upgrade van de machine .................................................................................. 193
Trefwoordenlijust ............................................................................................................194
6
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe naaimachine. Bestudeer
en vervolgens deze handleiding zorgvuldig voordat u de naaimachine in gebruik neemt, zodat u de diverse functies
1)
“Belangrijk Veiligheidsinstructies” (pagina
correct kunt uitvoeren. Houd deze handleiding altijd bij de hand zodat u snel iets kunt nazoeken.
Functies van de naaimachine
1
2
4
3
6
5
a Spoel eenvoudig opwinden
U kunt de spoel snel en eenvoudig opwinden met draad (pagina 23).
b Ingebouwde steken
U kunt kiezen uit de ingebouwde steken, zoals naaisteken en decoratieve steken (pagina 68).
c Snelspoel
U kunt beginnen met naaien zonder de spoeldraad omhoog te trekken (pagina 27).
d Automatisch draadknippen
De draad kan na het naaien automatisch worden afgeknipt (pagina 60).
e Borduren
U kunt ingebouwde borduurpatronen, tekens, omkaderde decoraties en ontwerpen van optionele borduurkaarten borduren (pagina 141).
f Kniehevel
Dankzij de kniehevel kunt u met uw knie de persvoet omhoog en omlaag zetten. U hebt beide handen vrij voor de stof
pagina 65
(
).
Inleiding / Functies van de naaimachine 7
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Accessoires
Bijgeleverde accessoires
Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn bijgesloten. Neem contact op met uw leverancier wanneer een artikel ontbreekt of beschadigd is.
Opmerking
z De schroef van de persvoethouder is
verkrijgbaar bij uw erkende dealer. (Onderdeelcode: XA4813-051)
z De accessoirelade met vakjes is verkrijgbaar
bij uw erkende dealer. (onderdeelcode: XC4489-051)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
19.* 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.
35.
42. 43. 44. 45.
36. 37. 38. 39. 40. 41.
*75/11 2 naalden
90/14 2 naalden 90/14 2 naalden: ballpointnaald
(goudkleurig)
8
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Nr. Onderdeel Onderdeelcode
1 Knoopsgatvoet “A” XC2691-053
Persvoet “G” voor
2
overhandse steken 3 Monogramvoet “N” X53840-351 4 Ritsvoet “I” X59370-051
Zigzagvoet “J” 5
(op machine) 6 Blindzoomvoet “R” X56409-051 7 Knoopaanzetvoet “M” 130489-001 8 Boventransportvoet F033N: XC2214-002 9 Quiltvoet F005N: XC1948-002
10 Steekgeleidervoet “P” F035N: XC1969-002 11 Instelbare rits/galonvoet F036N: XC1970-002 12 Non-stickvoet F007N: XC1949-002 13 Open voet F027N: XC1964-002 14 1/4 inch quiltvoet F001N: XC1944-002 15 Zijsnijder “S” F054: XC3879-002 16 Quiltgeleider F016N: XC2215-002 17 Tornmesje X54243-051 18 Spoel (4) SFB: XA5539-151 19 Naaldsetje X58358-051 20 Tweelingnaald X59296-151 21 Schoonmaakborsteltje X59476-051 22 Gaatjesponser 135793-001 23 Schroevendraaier (groot) XC8349-051
24 Schroevendraaier (klein) X55468-051
25 Kloskap (groot) 130012-054 26 Kloskap (middelgroot) (2) X55260-153 27 Kloskap (klein) 130013-154 28 Extra klospin XC4654-051 29 Klosnetje XA5523-050
30 Voetpedaal
31 Bedieningshandleiding XD1575-051 32 Beknopte bedieningsgids XD1237-051 33 Borduurvoet “Q” XD0474-051
Borduurset (groot)
34
H 18 cm X B 13 cm
(H 7 inch X B 5 inch)
Borduurset (extra groot
(meerdere posities))
35
H 30 cm X B 13 cm
(H 12 inch X B 5 inch)
36 Steunstof voor borduren BM3: X81175-001
37 Borduurspoeldraad (wit)
Ander spoelhuis
38
(roze markering)
39 Kniehevel XA6941-052 40 USB-kabel XD0745-051 41 Rasterset GS4: XC4549-050
42 Schaar XC1807-121
43 Doos XC9701-052 44 Accessoirezakje XC4487-051
Schijfvormige
45
schroevendraaier
XC3098-051
XC3021-051
XD0501-021
(Europese Unie)
XD8816-021
(andere gebieden)
EF84: XD0600-002
EF85: XD0601-002
X81164-001
EBT-CEN
XC8167-251
XC1074-051
Optionele accessoires
De volgende accessoires zijn optioneel verkrijgbaar.
1. 2. 3.
4. 5.
6.
Nr. Onderdeel Onderdeelcode
Borduurspoeldraad (wit) X81164-001
1
Borduurspoeldraad (zwart)
2 Borduurkaart
Borduurset (klein)
3
H 2 cm X B 6 cm (H 1 inch X B 2-1/2 inch)
Borduurset (middelgroot) H 10 cm X B 10 cm
4
(H 4 inch X B 4 inch) In water oplosbare
steunstof
5
Steunstof voor borduren BM3: X81175-001
6 Brede tafel WT5: XC9567-152
Memo
z Wilt u optionele accessoires of onderdelen
aanschaffen, neem dan contact op met uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
z
Alle specificaties waren correct toen dit werd gedrukt. De onderdeelcodes kunnen worden gewijzigd zonder kennisgeving.
z Bij uw officiële dealer kunt u een complete
lijst optionele accessoires krijgen die beschikbaar zijn voor uw machine.
EBT-CEN
XC5520-001
EBT-CEBN
EF82: XD0598-002
EF83: XD0599-002
BM4: X81267-001
Accessoires 9
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Machineonderdelen en hun functie
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees de beschrijvingen zorgvuldig door, zodat u de namen van de onderdelen kent voordat u de machine gaat gebruiken.
Vooraanzicht
a Draadgeleiderplaat
Bij het inrijgen van de onderdraad leidt u de draad rond de draadgeleiderplaat.
b Draadgeleiderdeksel
Evenals met de draadgeleiderplaat leidt u de draad rond het draadgeleiderdeksel bij het inrijgen van de bovendraad.
c Klospin
Plaats een draadklos op de klospin.
d Draadgeleider voor het opwinden van de spoel
Bij het opwinden van de onderdraad leidt u de draad rond deze draadgeleider.
e Bovendeksel
Open het bovendeksel om de draadklos op de klospin te plaatsen.
f Spoelopwinder
Gebruik de spoelopwinder voor het opwinden van de spoel.
g Bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel kunt u steekinstellingen bekijken en bewerken en handelingen voor het gebruik van de machine weergeven (pagina 13).
10
h Opening voor bevestigen van de kniehevel
Steek de kniehevel in de opening voor het bevestigen van de kniehevel.
i Aansluitpunt van de borduureenheid
Sluit het koppelstuk voor de borduureenheid aan.
j Persvoethendel
Met de persvoethendel zet u de persvoet omhoog of omlaag
k Bedieningstoetsen
Met deze toetsen bedient u de machine.
l Accessoiretafel
Plaats de accessoirelade met vakjes in het accessoirevak van de accessoiretafel. Verwijder de accessoiretafel wanneer u cilindrische stukken wilt naaien zoals manchetten.
m Draadafsnijder
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden.
n Naaldinrijghendel
Met de naaldinrijghendel kunt u de naald inrijgen.
o Controlevenster draadophaalhendel
Via het venster kunt u de stand van de draadophaalhendel controleren.
.
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Naald- en persvoetgedeelte
a Knoopsgathendel
Zet de knoopsgathendel omlaag wanneer u knoopsgaten en bartacksteken naait.
b Draadgeleiderschijf
Leid de draad door de draadgeleiderschijf wanneer u de naald inrijgt met de naaldinrijger.
c Draadgeleider aan naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider aan de naaldstang.
d Naaldplaat
De naaldplaat is gemarkeerd om rechte naden te kunnen naaien.
e Naaldplaatdeksel
Verwijder de naaldplaat en reinig het spoelhuis en het loophuis.
f Spoelhuisdeksel/spoelhuis
Verwijder het spoelhuisdeksel en plaats de spoel in het spoelhuis.
g Transporteurs
De transporteurs voeren de stof in de naairichting.
h Persvoet
De persvoet drukt gelijkmatig op de stof tijdens het naaien. Bevestig de persvoet die het geschiktst is voor de geselecteerde steek.
i Persvoethouder
De persvoet wordt geïnstalleerd op de persvoethouder.
Rechterkant/achteraanzicht
a Handvat
Draag de machine aan het handvat wanneer u hem vervoert.
b Handwiel
Draad het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald omhoog en omlaag te halen en één steek te naaien.
c Borduurkaartopening
Plaats de borduurkaart.
d USB-poortaansluiting
Steek de USB-kabel in de USB-poortaansluiting.
e Luchtgat
Het luchtgat zorgt voor luchtverversing rond de motor. Houd het luchtgat vrij wanneer u de machine gebruikt.
f Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar zet u de machine aan en uit.
g Voetpedaalaansluiting
Steek de stekker aan het eind van de voetpedaalkabel in het betreffende contactpunt op de machine.
h Voedingsaansluiting naaimachine
Steek de stekker van het netsnoer in de voedingsaansluiting.
i Transporteurstandschakelaar
Met de transporteurstandschakelaar kunt u de transporteurs omlaag zetten.
j Persvoetdrukknop
Met de persvoetdrukknop stelt u in welke druk de persvoet uitoefent op de stof.
Memo
z Zie pagina 10 t/m 13 terwijl u leert omgaan
met uw machine.
Machineonderdelen en hun functie 11
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Bedieningstoetsen
Met de bedieningstoetsen kunt u allerlei elementaire machinehandelingen gemakkelijk uitvoeren.
a Start/stop-knop
Door op de start/stop-knop te drukken, kunt u beginnen of stoppen met naaien. Zolang u de knop ingedrukt houdt, werkt de machine op lage snelheid. Wanneer u stopt met naaien, wordt de naald omlaag gezet in de stof. Zie “Beginnen met naaien” (pagina 51) voor meer informatie. De knop verandert van kleur naar gelang de bedieningsmodus van de machine.
Groen: de machine is klaar voor gebruik of is
bezig met naaien.
Rood: de machine kan niet naaien.
Oranje: de machine windt de spoeldraad op
of de spoelopwinderas is naar rechts verschoven.
b Achteruitnaaien/verstevigingssteektoets
Door op de achteruitnaaien/verstevigingssteektoets te drukken, naait u achteruit of maakt u verstevigingssteken. U kunt achteruitnaaien door de toets ingedrukt te houden. U kunt verstevigingssteken maken door 3 tot 5 steken over elkaar te naaien. Zie “Naaiwerk verstevigen” (pagina 53) voor meer informatie.
c Naaldstandtoets
U kunt de naald omhoog of omlaag zetten door op de naaldstandtoets te drukken. Wanneer u tweemaal op de toets drukt, maakt u één steek.
VOORZICHTIG
Druk niet op de draadkniptoets nadat de draden al zijn afgeknipt. Anders kan de naald breken, kunnen de draden verward raken of kan de machine beschadigd raken.
Opmerking
z Druk niet op de draadkniptoets als er geen
stof onder de persvoet ligt of wanneer de machine naait. Anders kan de machine beschadigd raken.
z Wanneer u nylondraad, draad die dikker is
dan nr. 30 of andere speciale draden wilt afsnijden, gebruikt u de draadafsnijder aan de zijkant van de machine. Zie “Werken met de draadafsnijder” (pagina 55) voor meer informatie.
d Draadkniptoets
Nadat u bent gestopt met naaien, drukt u op de draadkniptoets om de boven- en onderdraad af te knippen. Zie “Draad afknippen” (pagina 54) voor meer informatie.
e Schuifknop voor snelheidsregeling
Met de schuifknop voor snelheidsregeling past u de naaisnelheid aan.
12
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel aan de voorkant heeft een LCD-scherm en bedieningstoetsen.
a
c
b
f
a LCD-scherm (aanraakscherm)
Instellingen van het geselecteerde patroon en meldingen worden weergegeven. U kunt handelingen uitvoeren door te drukken op de toetsen op het LCD-scherm. Zie “LCD-scherm bedienen” (pagina 18) voor meer informatie.
b Achteruittoets
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige scherm.
c Toets Vorige pagina
Hiermee geeft u het vorige scherm weer wanneer er items zijn die niet worden weergegeven op het LCD­scherm.
d Toets Volgende pagina
Hiermee geeft u het volgende scherm weer wanneer er items zijn die niet worden weergegeven op het LCD­scherm.
e Geheugentoets
Druk hierop om letterborduurwerk, gecombineerde patronen, eigen patronen, enzovoort in het geheugen van de machine in te voeren.
gh
f Naaistekentoets
Druk op deze toets om een naaisteek of decoratieve steek te selecteren of een steekpatroon te ontwerpen met de functie My Custom Stitch.
g Borduurtoets
Druk op deze toets om borduurwerk te naaien.
h Instellingstoets
Druk hierop om de naaldstoppositie, de zoemer, enzovoort in te stellen.
i Helptoets naaimachine
Druk hierop voor hulp bij het gebruik van de naaimachine. Geeft eenvoudige uitleg weer over het instellen van de bovendraad / het opwinden van de spoeldraad / het instellen van de spoeldraad / het vervangen van de naald / het bevestigen van de borduureenheid / het bevestigen van het borduurraam / het bevestigen van de borduurvoet / het vervangen van de persvoet.
d
e
i
Machineonderdelen en hun functie 13
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
14
1 VOORBEREIDINGEN
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke voorbereidingen u moet treffen voordat u gaat naaien.
De machine aan- en uitzetten .................................................................................16
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening.........................................................16
De machine aanzetten .......................................................................................17
De machine uitzetten.........................................................................................17
LCD-scherm bedienen .............................................................................................18
LCD-scherm bekijken .........................................................................................18
De machine-instellingen wijzigen ......................................................................19
Bedieningsprocedures controleren.....................................................................21
Spoel opwinden/plaatsen ........................................................................................23
Voorzorgsmaatregelen spoel ..............................................................................23
Spoel opwinden..................................................................................................23
Spoel plaatsen ....................................................................................................27
Bovendraad inrijgen ................................................................................................29
De draadklos ......................................................................................................29
Bovendraad inrijgen ...........................................................................................29
Naald inrijgen ....................................................................................................32
Naald handmatig inrijgen (zonder de naaldinrijger te gebruiken) ......................33
Werken met de tweelingnaald............................................................................34
Spoeldraad omhoogtrekken................................................................................36
Naald wisselen ........................................................................................................38
Voorzorgsmaatregelen naalden..........................................................................38
Soorten naalden en toepassingen .......................................................................39
Naald controleren ..............................................................................................40
Naald verwisselen ..............................................................................................40
Persvoet verwisselen ...............................................................................................42
Voorzorgsmaatregelen persvoet.........................................................................42
Persvoet verwisselen ..........................................................................................42
Persvoethouder verwijderen en bevestigen ........................................................44
Cilindrische stukken naaien.....................................................................................45
Naaien met de vrije arm.....................................................................................45
VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De machine aan- en uitzetten
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de machine aan- en uitzet.
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de stroomvoorziening.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Als u een andere stroomvoorziening gebruikt, kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.
Zet in de volgende gevallen de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact:
• Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat
• Wanneer u klaar bent met werken
• Wanneer de stroom uitvalt tijdens het gebruik
• Wanneer het apparaat niet goed functioneert vanwege een slechte aansluiting of loskoppeling
• Tijdens onweer
VOORZICHTIG
Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop veel andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Raak de stekker niet met natte handen aan. U kunt dan een elektrische schok krijgen.
Zet altijd eerst de hoofdschakelaar uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Pak
altijd de stekker vast om deze uit het stopcontact te halen. Wanneer u aan het snoer trekt, kan dit beschadigd raken, met brand of een elektrische schok als gevolg.
Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd raakt, stevig wordt gebogen, gedraaid of samengeperst wordt en er niet aan wordt getrokken. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Bescherm het snoer tegen hitte. Hierdoor zou het snoer kunnen beschadigd kunnen raken en brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Als het netsnoer of de stekker beschadigd zijn, brengt u de machine voor reparatie naar de dichtstbijzijnde erkende dealer voordat u de machine weer gebruikt.
Haal de stekker uit het stopcontact wanneer u de machine langere tijd niet gebruikt. Anders kan er brand ontstaan.
16
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De machine aanzetten
Pak het meegeleverde netsnoer uit.
Controleer of de naaimachine is uitgeschakeld
a
(hoofdschakelaar op van het netsnoer in de voedingsaansluiting aan de rechterkant van de machine.
Steek de stekker van het netsnoer in een
b
normaal stopcontact.
a Voedingsaansluiting naaimachine
Druk op de rechterkant van de hoofdschakelaar
c
rechts op de machine om de machine in te schakelen (zet de schakelaar op “I”).
“”
) en steek de stekker
1
De machine uitzetten
Zet de machine uit wanneer u ophoudt met naaien. Zet de machine ook uit wanneer u hem naar een andere plek vervoert.
Controleer of de machine niet bezig is met
a
naaien.
Druk op de linkerkant van de hoofdschakelaar
b
rechts op de machine om de machine uit te schakelen (zet de schakelaar op
X De naailamp gaat uit wanneer u de machine
uitzet.
Haal de stekker uit het stopcontact.
c
Pak de stekker vast wanneer u het netsnoer uit het stopcontact haalt.
Haal het netsnoer uit de voedingsaansluiting
d
van de machine.
“”
).
1
X Het licht, het LCD-scherm en de (start/
stop-knop) lichten op wanneer u de machine inschakelt.
Opmerking
z Wanneer tijdens het gebruik van de machine
de stroom uitvalt, zet u de naaimachine uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. Volg de onderstaande procedure om de machine weer op de juiste manier te starten.
De machine aan- en uitzetten 17
VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
LCD-scherm bedienen
De geselecteerde steek, patrooninstellingen en meldingen worden weergegeven in het LCD-scherm op het voorpaneel van de naaimachine.
LCD-scherm bekijken
Wanneer u de naaimachine aanzet, gaat het LCD-scherm aan en wordt het volgende scherm weergegeven.
U wijzigt het scherm met de toetsen onder het scherm. U voert de bediening uit door te drukken op de
pictogrammen op het scherm.
Naaisteekkeuzescherm
a
klm
b
j
c
h i
d e
a Geselecteerde steek b Te gebruiken persvoet c Steken d Steekinstellingen en naaien met de tweelingnaald e Steekbreedte (mm) f Steeklengte (mm) g Draadspanning h Nummer van de geselecteerde steek
i Aantal steken in het geselecteerde steektype j Horizontaal spiegelbeeld k Automatisch draadknippen l Automatisch achteruitnaaien/verstevigingssteken m Naaien met de enkele naald/tweelingnaald en de
naaldstopstand
g f
Steektypekeuzescherm
Druk op (Naaistekentoets) om het scherm weer te geven voor het selecteren van het steektype. Zie “Steken selecteren” (pagina 49) voor meer informatie.
Memo
z Wanneer de borduureenheid is aangesloten, wordt een ander scherm weergegeven. z Zie “Foutmeldingen” (pagina 187) voor meldingen die op het LCD-scherm worden weergegeven. z Bij sommige modellen wordt een animatiefilmpje getoond wanneer de machine wordt aangezet.
Wanneer een animatiefilmpje wordt getoond, wordt het bovenstaande scherm weergegeven als u het LCD-scherm met uw vinger aanraakt.
18
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De machine-instellingen wijzigen
U kunt diverse naaimachinehandelingen en naai-instellingen wijzigen. Onderstaande lijst geeft een overzicht van alle steek- en machinetoepassingen die u kunt instellen.
Toepassing Pictogram Informatie Instellingen
Naaldstand
Steekbreedte instellen
Verticale patroonafstelling
Horizontale patroonafstelling
Draadkleurweer gave
Maateenheid schermweergave
Borduurspanning
Maximale borduursnelheid
Zoemer
Beginscherm
Aanvankelijke naaldstand
Taal Hiermee kunt u de schermtaal wijzigen.
Helderheid LCD­scherm
Stekenteller
Productnummer
Programmaversie VERSION: Hiermee geeft u de programmaversie weer.
NO:
Hiermee stelt u in waar de naald blijft staan wanneer u stopt met naaien.
Hiermee zorgt u dat de steekbreedte wordt aangepast met de schuifknop voor snelheidsregeling.
Hiermee past u de verticale positie (omhoog/omlaag) van het patroon aan (pagina 134).
Hiermee past u de horizontale positie (links/ rechts) van het patroon aan (pagina 134).
Hiermee wijzigt u de draadkleurweergave op het borduurscherm.
#
(Wanneer “Draad nr.
Hiermee selecteert u de maateenheden die worden weergegeven (alleen voor borduren).
Hiermee past u de draadspanning aan voor borduren (alleen voor borduren).
Hiermee geeft u de maximale borduursnelheid op.
Hiermee stelt u in of na elke handeling een pieptoon klinkt (pagina 192).
Hiermee stelt u in of het beginscherm wordt weergegeven als de stroom wordt ingeschakeld. (Er zijn modellen waarbij dit niet kan worden gewijzigd.)
Hiermee selecteert u de rechte steek die automatisch wordt geselecteerd wanneer u de machine inschakelt.
Hiermee past u de helderheid van het LCD­scherm aan.
Serviceherinnering en het totaal aantal borduursteken weergeven. Het aantal steken met het oog op service is een herinnering dat u uw machine regelmatig een onderhoudsbeurt geeft. (Neem contact om uw erkende dealer voor meer informatie.)
Het “NO.” is het nummer van de naai- en borduurmachine.
123” is geselecteerd)
Omlaag Omhoog
-9 tot +9
-9 tot +9
Draadkleur/Borduurtijd/Aantal steken/Draadnummer (#123)
Embroidery/Country/Madeira poly/Madeira rayon/Sulky/ Robison anton
mm/INCH
-8 tot +8
Engels/Duits/Frans/Italiaans/ Nederlans/Spaans/Japans/ Deensn/Noors/Fins/Zweeds/ Portugees/Russisch/Koreaans/ Thais/Overige
Lichter Donkerder
1
LCD-scherm bedienen 19
VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Zet de machine aan.
a
X Het LCD-scherm gaat aan.
Druk op (instellingstoets) op het
b
bedieningspaneel.
X Het instellingenscherm verschijnt.
Druk op het onderdeel dat u wilt instellen.
c
Wissel van scherm met (Toets Vorige pagina) en (Toets Volgende pagina).
• De gemarkeerde items zijn de instellingen op het moment van aanschaf.
Voorbeeld: Naaldstopstand wijzigen
20
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Wanneer u klaar bent met instellen, drukt u op
d
(Achteruittoets).
Bedieningsprocedures controleren
X Het beginscherm verschijnt opnieuw.
Opmerking
z Instellingen die u wijzigt, blijven behouden
wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
Geeft op het LCD-scherm eenvoudige uitleg over het plaatsen van de bovendraad/het opwinden van de spoeldraad/het plaatsen van de spoeldraad/het vervangen van de naald/het bevestigen van de borduureenheid/het bevestigen van het borduurraam/het bevestigen van de borduurvoet/het vervangen van de persvoet.
Zet de machine aan.
a
X Het LCD-scherm gaat aan.
Druk op (helptoets naaimachine) op
b
het bedieningspaneel.
1
X Het helpscherm van de naaimachine
verschijnt.
Druk op het item dat u wilt weergeven.
c
5
6
a Bovendraad inrijgen b Spoel opwinden c Spoel installeren d Naald vervangen e Borduureenheid bevestigen f Borduurraam bevestigen g Borduurvoet bevestigen h Persvoet vervangen
X Het eerste scherm met de procedure voor
het geselecteerde onderwerp verschijnt.
• Druk op (Achteruittoets) om terug te keren naar het itemkeuzescherm.
234
1
8
7
LCD-scherm bedienen 21
VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Druk op (Toets Volgende pagina) om
d
naar de volgende pagina te schakelen.
Als u drukt op (Toets Vorige pagina), keert u terug naar de vorige pagina.
Voorbeeld: Bovendraad inrijgen
Als u klaar bent met lezen, drukt u tweemaal
e
op (Achteruittoets).
X Het beginscherm voor steken wordt
opnieuw weergegeven.
Opmerking
z Zie voor meer informatie over de
verschillende onderwerpen de betreffende pagina in deze bedieningshandleiding.
22
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Spoel opwinden/plaatsen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de draad op de spoel windt en vervolgens de spoeldraad plaatst.
Voorzorgsmaatregelen spoel
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de spoel.
VOORZICHTIG
Gebruik uitsluitend de spoel (onderdeelcode: SFB: XA5539-151) die speciaal voor deze naaimachine is ontworpen. Het gebruik van een andere spoel kan letsel tot gevolg hebben of schade aan de machine veroorzaken.
De bijgeleverde spoel is speciaal voor deze naaimachine ontworpen. Als u spoelen van andere modellen gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of spoelen van hetzelfde type (onderdeelcode: SFB: XA5539-151).
Ware grootte
11,5 mm
(7/16 inch)
Dit model
Ander model
Spoel opwinden
Wind de draad rond de spoel om het inrijgen voor te bereiden.
Zet de machine aan.
a
Open het bovendeksel.
b
Plaats de spoel op de spoelopwinderas zodat
c
de veer op de as in de inkeping van de spoel past. Druk de spoel omlaag totdat deze vast klikt.
1
1
2
a Inkeping b Veer van de spoelwinderas
Schuif de spoelopwinder in de richting van de
d
pijl totdat deze vast klikt.
(Start/stop-knop) licht oranje op.
Spoel opwinden/plaatsen 23
VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Verwijder de kloskap van de klospin.
e
1
2
a Klospin b Kloskap
Plaats de klos draad voor de spoel op de
f
klospin.
Schuif de klos zo op de pin dat de klos horizontaal staat en de draad van onder af naar voren afwikkelt.
• Als de klos niet zo is geplaatst dat de draad juist afwikkelt, kan de draad verward raken rond de klospin.
Schuif de kloskap op de klospin.
g
Schuif de kloskap zo ver mogelijk naar rechts, zoals aangegeven, met de afgeronde kant naar links.
VOORZICHTIG
Als de draadklos of de kloskap niet op de juiste plaats zit, kan de draad verward raken rond de klospin of kan de naald breken.
De kloskap is verkrijgbaar in drie formaten, zodat u een kloskap kunt kiezen die het best past bij het formaat klos dat u gebruikt. Als de kloskap te klein is voor de gebruikte klos, kan de draad blijven hangen in de sleuf in de klos of kan de naald breken.
24
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Leid de draad onder de draadgeleiderplaat en
Memo
z Wanneer u naait met fijn kruiswikkeldraad,
gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige ruimte tussen de kap en de klos.
c
a
a Kloskap (klein) b Klos (kruiswikkeldraad) c Ruimte
z Wanneer u draad gebruikt die snel afwikkelt,
zoals doorzichtig nylon of metalliek draad, plaatst u het klosnetje over de klos, voordat u de draadklos op de klospin plaatst. Als het klosnetje te lang is, vouwt u het zodat het past op het formaat klos.
b
i
trek deze vervolgens naar rechts.
1
a Draadgeleiderplaat
Leid de draad onder de haak op de
j
draadgeleider en draai de draad vervolgens tegen de klok in onder de voorspanningsschijf.
1
1
1
3
a Klosnetje b Klos c Kloskap d Klospin
Terwijl u de draad in de buurt van de klos
h
vasthoudt met uw rechterhand, zoals aangegeven, trekt u de draad met u linkerhand uit. Vervolgens leidt u de draad achter het draadgeleiderdeksel en naar voren.
2
4
1
1
a Draadgeleider
Opmerking
z Zorg dat de draad onder de
voorspanningsschijf loopt.
a Draadgeleiderdeksel
Spoel opwinden/plaatsen 25
VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Houd de draad vast met uw linkerhand. Draai
k
de uitgetrokken draad met uw rechterhand met de klok mee vijf- of zesmaal rond de spoel.
Opmerking
z Zorg dat de draad tussen de klos en de spoel
strak staat.
z Let op dat u de draad met de klok mee rond
de spoel windt. Anders wordt de draad rond de spoelopwinderas gewonden.
Leid het uiteinde van de draad door de
l
geleidesleuf in de spoelopwinderbasis. Trek de draad vervolgens naar rechts om deze af te snijden.
Druk eenmaal op (start/stop-knop) om het
n
opwinden van de spoel te starten.
1
a Start/stop-knop
Wanneer het opwinden van de spoel trager
gaat, drukt u eenmaal op (start/stop-
knop) om de machine te stoppen.
VOORZICHTIG
Wanneer het opwinden van de spoel trager gaat, stopt u de machine. Anders raakt de naaimachine mogelijk beschadigd.
Knip met een schaar het uiteinde van de rond
o
de spoel gewonden draad af.
1
a Geleidesleuf in de spoelopwinderbasis
(met ingebouwde draadafsnijder)
VOORZICHTIG
Zorg dat u de draad afknipt zoals aangegeven. Wanneer u de spoel opwindt zonder de draad af te knippen met de in de spoelopwinderbasis ingebouwde draadknipper, kan de draad verward raken in de spoel of kan de naald verbuigen en breken wanneer de spoeldraad opraakt.
Schuif de schuifknop voor snelheidsregeling
m
naar rechts.
1
Schuif de spoelopwinderas naar links en haal
p
de spoel van de as.
Haal de klos voor de onderdraad van de
q
klospin en sluit het bovendeksel.
Memo
z
Wanneer u de naaimachine start of het handwiel draait nadat de spoel is opgewonden, maakt de machine een klikkend geluid. Dit duidt niet op een storing.
a Schuifknop voor snelheidsregeling
26
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Plaats de spoel zo in het spoelhuis dat de draad
d
Spoel plaatsen
Plaats de spoel met opgewonden draad.
naar links wordt afgewikkeld.
VOORZICHTIG
Gebruik een spoel die op de juiste manier is opgewonden met draad, anders kan de naald breken of is de draadspanning mogelijk onjuist.
De spoel is speciaal voor deze naaimachine ontworpen. Als u spoelen van andere modellen gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of spoelen van hetzelfde type (onderdeelcode: SFB:
11,5 mm
(7/16 inch)
Dit model Ander model
Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel naar
a
rechts.
XA5539-151
Ware grootte
1
• Plaats de spoel op de juiste manier.
VOORZICHTIG
Plaats de spoel zo dat de draad in de juiste richting afwindt. Anders kan de draad breken of is de draadspanning mogelijk onjuist.
Memo
).
z De volgorde waarin u de spoeldraad door
het spoelhuis moet leiden, wordt aangegeven door de markeringen rond het spoelhuis. Zorg dat u de draad inrijgt zoals aangegeven.
1
a Spoelhuisdeksel b Grendel
X Het spoelhuisdeksel gaat open.
Verwijder het spoelhuisdeksel.
b
Houd de spoel met uw rechterhand vast en het
c
uiteinde van de draad met uw linkerhand.
• Laat de spoel niet vallen.
2
Houd de spoel vast met uw rechterhand en
e
leid de draad met uw linkerhand zoals aangegeven.
VOORZICHTIG
Wanneer u de spoel plaatst, druk u deze omlaag met uw vinger. Als de spoel onjuist is geplaatst, is de draadspanning onjuist.
Spoel opwinden/plaatsen 27
VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Leid de draad door de opening zoals
f
aangegeven en trek de draad naar voren.
1
a Draadafsnijder
X De draadknipper knipt de draad af.
Opmerking
z Controleer of de draad juist door de
spanningsveer van het spoelhuis is geleid. Is dit niet het geval, dan leidt u de draad daar doorheen.
Bevestig het spoelhuisdeksel weer op zijn
g
plaats.
Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van het spoelhuisdeksel en druk voorzichtig op de rechterkant.
1
X Het inrijgen van de spoeldraad is hiermee
voltooid.
Vervolgens rijgt u de bovendraad in. Vervolg met de procedure in “Bovendraad inrijgen” (pagina 29).
Memo
z U kunt beginnen met naaien zonder de
spoeldraad omhoog te trekken. Wilt u de spoeldraad omhoogtrekken voordat u gaat naaien, volg dan de procedure in “Spoeldraad omhoogtrekken” (pagina 36).
2
a Spanningsveer
1
28
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Bovendraad inrijgen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de klos voor de bovendraad plaatst en vervolgens de naald inrijgt.
VOORZICHTIG
Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Als de bovendraad onjuist wordt ingeregen, kan de draad verward raken of kan de naald verbuigen of breken.
De draadklos
Hieronder vindt u informatie over draadklossen.
Bovendraad inrijgen
Plaats de draadklos op de klospin en rijg de machine opnieuw in.
VOORZICHTIG
Zet de machine aan.
De kloskap is verkrijgbaar in drie formaten, zodat u een kloskap kunt kiezen die het best past bij het formaat klos dat u gebruikt. Als de kloskap te klein is voor de gebruikte klos, kan de draad blijven hangen in de sleuf in de klos of kan de naald breken.
a
Zet de persvoet omhoog met de
b
persvoethendel.
1
a
a Persvoethendel
Opmerking
z Als de persvoet niet omhoog staat, kunt u de
machine niet inrijgen.
Bovendraad inrijgen 29
Loading...
+ 168 hidden pages