DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG
PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin
het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op
openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
I
II
EC Conformiteitsverklaring voor Facsimilemachines onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries Ltd.,
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Corporation (Asia) Ltd.,
Brother Buji Nan Ling Factory,
Golden Garden Ind., Nan Ling Village,
Buji, Rong Gang, Shenzen, China
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product: Facsimilemachines
Type: Groep 3 Laser
Modelnaam: FAX-8360P
Voldoen aan de bepalingen in richtlijn R & TTE (1999/5/EC) dat dit product voldoet aan de
volgende normen:
Dank u voor de aanschaf van een Brother-machine.
Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen
prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar
minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies
van het apparaat.
Het apparaat is tevens voorzien van een Reports-toets. Druk op Reports en 1 om
een overzicht af te drukken van de meest elementaire stappen en functies.
Informatie opzoeken
De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over
specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding. In
deze handleiding zult u verder nog symbolen tegenkomen die u attenderen op belangrijke informatie,
verwijzingen en waarschuwingen. Hier en daar zijn ook LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk
wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
In deze handleiding gebruikte symbolen
Opmerking of extra informatie.
Als u de aanbevelingen niet opvolgt, kan de machine worden beschadigd of
zal zij niet naar behoren werken.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen
om te voorkomen dat u zich verwondt.
IV
Gebruikersvriendelijk
programmeren
We hebben in uw Multifunction Center een functie voor programmeren op het scherm ingebouwd.
Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal
te benutten.
Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap
meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op het
LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenu’s, programmeringsopties en instellingen te
selecteren. U kunt instellingen echter sneller maken door te drukken op de toets
betreffende menunummer met behulp van de kiestoetsen in te voeren.
Raadpleeg
instellingen.
Functieselectietabel, pagina 11 voor een complete lijst van de functies, opties en
Menu en het
V
Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Gebruikersvriendelijk programmeren
Inhoudsopgave............................................................................. VI
VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing
Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing .... 3
FAX-8360P Overzicht van het bedieningspaneel .........................8
Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de
ingebruikneming van de machine
Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine.
Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de belangrijke veiligheidsinformatie
(pagina 85), de tips bij de voorbereiding en de beknopte gebruiksaanwijzing (pagina 3)
Raadpleeg NORMAAL GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK voor nadere informatie.
1 De installatiehandleiding lezen
Volg Brother’s instructies in de installatiehandleiding voor het instellen van de machine.
2 Het document plaatsen
De documenten moeten tussen 14.8 en 21.6 cm breed zijn en tussen 10 en 36 cm lang. Uw
faxmachine scant slechts een breedte van maximaal 20.7 cm, ongeacht de werkelijke breedte
van het papier. De machine kan 4 mm vanaf de boven- en de onderkant van het document niet
scannen, ongeacht hoe lang het document is.
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde eerst in de
automatische documenteninvoer.
Stel de papiergeleiders af op de breedte van uw document.
Papiergeleiders
.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing
1
De automatische documenteninvoer (ADF) kan maximaal 30 vel papier bevatten, die één
voor één in de machine worden ingevoerd. Gebruik in de automatische documenteninvoer
alleen normaal papier (64 g/m
2
~90 g/m
2
). Als u zwaarder papier gebruikt, dient u elk vel
apart in te voeren; dit om te voorkomen dat het papier vastloopt.
Papiergeleiders
Ca. 1,3 cm
• Gebruik NOOIT documenten die zijn omgekruld, verkreukeld, gevouwen
of gescheurd, en ook geen documenten met nietjes, paperclips, lijm,
correctievloeistof of plakband. Gebruik ook NOOIT karton,
krantenpapier of stof.
• Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
3 Een fax verzenden
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische
documenteninvoer.
2
Voer het gewenste faxnummer in.
3
Druk op
Fax Start.
4 Een kopie maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische
documenteninvoer.
3
Druk op
3
Als u het kopiëren wilt stoppen, drukt u op
Copy.
originele document vrij te geven. (Zie
Stop/Exit. Druk nogmaals op Stop/Exit om het
Kopiëren, pagina 54.)
5 Meerdere kopieën maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische
documenteninvoer.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk
bijvoorbeeld op
3
Druk op
Copy.
als u 38 kopieën wilt maken.
■
3, 8
2
Tips voor de Voorbereiding en Beknopte
Gebruiksaanwijzing
Een geschikte plaats kiezen
Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije
plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard
stopcontact.
Zet de machine niet op een plaats waar men er tegen kan stoten. Plaats het
apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren,
airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten. Zorg dat de machine niet
wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een
wandschakelaar of een automatische timer; bij een stroomonderbreking
kunnen de gegevens in het geheugen van de machine namelijk verloren
gaan. Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde
stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de
stroomtoevoer kan verstoren. Vermijd bronnen die storingen kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze
telefoons. Zorg dat de luchtstroom van de ventilator aan de rechterkant van
de machine niet kan worden belemmerd.
• Nooit niet-geïsoleerde telefoonbedrading of aansluitpunten aanraken,
tenzij de telefoonlijn bij de stekker is ontkoppeld.
• Het gebruik van telefoons (m.u.v. draadloze telefoons) tijdens onweer
vermijden; bliksem kan namelijk elektrische schokken veroorzaken.
• Als u een gaslek wilt rapporteren, gebruik dan nooit een telefoon in de
buurt van dat gaslek.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 3
Het netsnoer aansluiten
• Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker. Als u een
ander netsnoer moet gebruiken, zorgt u dan dat de machine van een
geaarde stekker wordt voorzien.
• Aangezien de machine via het netsnoer wordt geaard, kunt u uzelf tegen
mogelijke elektrische gevaren beschermen door tijdens het aansluiten op
een telefoonlijn de stroom van het apparaat te laten staan. Wanneer het
apparaat moet worden verplaatst, beschermt u uzelf door eerst de
telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te
halen.
BELANGRIJK:
Als u de voorgevormde stekker moet verwijderen om een gepast type te
monteren, moet u de voorgevormde stekker na het lossnijden onmiddellijk
wegwerpen, zodat hij niet per ongeluk in een stroomvoerend stopcontact
kan worden gestoken, waarbij elektrocutiegevaar ontstaat. De kleuren van
de draden in de hoofdbedrading van dit toestel betekenen het volgende:
• Groen-en-geel: Aarde
• Blauw: Neutraal
• Bruin: Spanning
Omdat de kleur van de draden in de hoofdbedrading van dit toestel mogelijk
niet overeenkomt met de kleur van de aansluitpunten in uw stekker, gaat u
als volgt te werk:
De draad met groen-en-gele kleur moet worden aangesloten op het
aansluitpunt in de stekker dat gemarkeerd is met de letter “E”, of met het
veiligheidssymbool voor aarding, of met een groene of groen-en-gele
kleur.
De draad met de blauwe kleur moet worden aangesloten op het punt dat
gemarkeerd is met de letter “N” of een zwarte kleur.
De bruine draad moet worden aangesloten op het punt dat gemarkeerd is
met de letter “L” of een rode kleur.
Opslag in geheugen
Alle instellingen in de menu’s zijn permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring
bewaard, behalve de instellingen die alleen voor de volgende fax gelden (bijv. contrast en de stand
Internationaal). De reservebatterij zorgt dat de documenten die in het geheugen zijn opgeslagen een
aantal dagen bewaard blijven (Hoe lang de documenten bewaard blijven hangt af van de status van
de batterij en de optionele DIMM-module).
4
Aansluiting op meerdere lijnen (centrale)
De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (Private Automatic Branch
Exchange = automatische telefooncentrale of PBX). Het is echter verstandig om voor uw
faxmachine een afzonderlijke lijn te gebruiken. De machine kan dan continu in de ontvangststand
(ALLEEN FAX) blijven staan, zodat zij dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Aansluiting op een centrale
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met
PBX’s zal kunnen werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf
dat uw PBX verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de
stand voor beantwoorden op HANDMATIG in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden
dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
3
Dit apparaat kan worden gebruikt op lijnen die gebruik maken van tonen of van pulsen.
Aansluiting van een extern antwoordapparaat
Volgorde van aansluiting
Indien gewenst, kan een antwoordapparaat worden aangesloten op de machine. Als u een extern
antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door
het antwoordapparaat. De machine “luistert” naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de
machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine
het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden
ingesproken.
Het antwoordapparaat moet elk gesprek binnen vier keer bellen beantwoorden. U wordt echter
aangeraden om het apparaat in te stellen op twee keer bellen. De machine kan de faxtonen pas
opvangen als het antwoordapparaat het gesprek heeft beantwoord, en met vier keer bellen blijven er
slechts 8-10 seconden over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van
een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw
antwoordapparaat de instelling voor “toll-saver” (bespaarstand voor telefoonkosten) te gebruiken.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Het is belangrijk dat het antwoordapparaat via de EXT-ingang op de machine
(niet voor België) wordt aangesloten. Lijnverdubbelaars op de
lijnaansluiting kunnen problemen veroorzaken met het beantwoorden, en
worden daarom afgeraden.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 5
Aansluitingen
1
Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten.
Nederland
België
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
2
Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen.
3
Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina).
4
Activeer het antwoordapparaat.
5
Stel de stand voor beantwoorden in op ANT:ANTWOORDAPP. door te drukken op Mode.
Uitgaand bericht van antwoordapparaat
Timing is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de
wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
1
U wordt aangeraden een bericht van niet meer dan 20 seconden te gebruiken.
6
2
Neem eerst vijf seconden stilte op
(dit geeft uw faxmachine de gelegenheid om eerst de kiestoon te horen, zodat de ontvangst
sneller verloopt).
3
U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de code voor activeren op
afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
“Na de toon kunt u een bericht inspreken of op 51 drukken om een fax te sturen”.
Houd er rekening mee dat sommige handmatig verzonden faxen niet automatisch kunnen worden
ontvangen. Dit komt omdat de verzendende faxmachine dan geen faxtonen doorgeeft. Daarom is het
raadzaam altijd uw code voor activeren op afstand te vermelden.
Een extern of tweede toestel aansluiten
U kunt desgewenst een apart telefoontoestel op de machine aansluiten, zoals hieronder staat afgebeeld.
Nederland
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
België
Tweede
toestel
Extern
toestel
Extern
toestel
Extern
toestel
Tweede
toestel
Tweede
toestel
Tweede
toestel
Wanneer dit externe toestel in gebruik is, staat op het LCD-scherm de melding TELEFOON.
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 7
FAX-8360P Overzicht van het bedieningspaneel
1
2
3
4
51214156
LCD-scherm
1
Op het LCD-scherm verschijnen
meldingen die u helpen bij de
programmering en de bediening van de
machine.
Tonerlampje
2
Als de toner bijna op is, gaat dit
waarschuwingslampje knipperen ter
aanduiding dat de tonercartridge moet
worden vervangen. Als het lampje blijft
branden, is de toner op en kunt u niet
meer afdrukken.
10
8
97
11
13
Faxtoetsen/lampjes:
3
Resolutielampjes
Deze lampjes geven aan welke resolutie
geselecteerd is.
Verklikkerlampjes
Ontvangststand
Deze lampjes geven aan hoe de machine
inkomende telefoontjes zal
beantwoorden.
Broadcast
Met deze toets kunt u een bepaald
faxbericht naar verschillende locaties
sturen (naar maximaal 282 locaties
tegelijk).
Resolution
Met deze toets kunt u de resolutie van
een te verzenden fax instellen.
Mode
Met deze toets kunt u specificeren hoe de
fax inkomende telefoontjes moet
beantwoorden.
Reports
Deze toets geeft u toegang tot het menu
Rapporten, waar u kunt selecteren welk
rapport wordt afgedrukt: Help, Kieslijst,
Journaal, Verzendrapport,
Systeeminstellingen en Bestelformulier.
8
Kopieertoetsen:
4
Enlarge/Reduce
Hiermee selecteert u een vergrotings/verkleiningspercentage: 50%, 71%,
100%, 141%, 150%, 200%. Voor andere
percentages selecteert u HANDM. en
gebruikt u de kiestoetsen om een
percentage te kiezen tussen 50% en
200%.
Options
Hiermee kunt u snel en gemakkelijk
tijdelijke instellingen selecteren (die
alleen voor de volgende kopie gelden).
Contrast
Met deze toets kunt u het contrast
tijdelijk wijzigen.
Copy Mode
Druk op deze toets om de
kopieerresolutie af te stellen op het type
origineel dat u gaat kopiëren.
Copy
Met deze toets worden kopieën gemaakt.
Directkiestoetsen
5
Met deze 16 toetsen krijgt u toegang tot
32 vooraf geprogrammeerde
telefoonnummers.
Shift
6
Met deze toets kunnen de
directkiestoetsen “17” t/m “32” worden
gebruikt.
Tel (Telefoon)
7
Als u de hoorn van de externe telefoon
tijdens het F/T-belsignaal hebt
aangenomen en het een normaal
telefoontje betreft, moet u op deze toets
drukken om het gesprek te voeren.
R (Recall)
8
Als de faxmachine is aangesloten op een
PBX, kunt u met deze toets toegang
krijgen tot een buitenlijn, de centrale
oproepen of een telefoontje overzetten
naar een ander toestel.
Search/Speed Dial
9
Met deze toets kunt u nummers
opzoeken die in het kiesgeheugen zijn
opgeslagen. Met een druk op deze toets,
gevolgd door # en een driecijferig
nummer, kunt u ook in het kiesgeheugen
opgeslagen nummers kiezen.
Redial/Pause
0
Met een druk op deze toets wordt het
laatst gekozen nummer opnieuw
gekozen. Deze toets wordt tevens
gebruikt voor het invoegen van een
pauze in automatisch te kiezen nummers.
Kiestoetsen
A
Met deze toetsen worden telefoon- en
faxnummers gekozen. Deze toetsen
worden tevens gebruikt om informatie in
de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een
telefoongesprek schakelen tussen
“PULS” en “TOON”.
Volume High / Low
B
Hiermee kunt u het volume van de
luidsprekers en de bel instellen.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 9
Programmeertoetsen:
C
Menu
Met deze toets krijgt u toegang tot de
functies en de programmeerstand.
(Pijl links)
Met deze toets beweegt u de cursor op
het LCD-scherm naar links of gaat u naar
de vorige functie/menu-optie.
U kunt deze toets tevens gebruiken om
op alfabetische volgorde te zoeken naar
namen die bij de nummers in het
geheugen zijn opgeslagen.
Set
Deze toets wordt gebruikt om een
instelling op te slaan.
(Pijl rechts)
Met deze toets beweegt u de cursor op
het LCD-scherm naar rechts of gaat u
naar de volgende functie/menu-optie.
U kunt deze toets tevens gebruiken om
op alfabetische volgorde te zoeken naar
namen die bij de nummers in het
geheugen zijn opgeslagen.
Clear
Wist ingevoerde gegevens of loopt stap
voor stap achteruit door het functiemenu.
Stop/Exit
D
Met een druk op deze toets wordt een
faxtransmissie gestopt, een bewerking
geannuleerd of de programmeerstand
afgesloten.
Fax Start
E
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking begonnen (zoals het
verzenden van een fax).
10
Programmeerstand gebruiken
Nadat u op Menu hebt gedrukt, zijn de volgende opties beschikbaar.
Druk op 1 voor het algemene instelmenu,—of—druk op 2 voor het faxmenu,—of—druk op 3 voor
het kopieermenu.
Als u de programmeerstand hebt geopend, geeft de machine eerst een lijst van menu’s van het eerste
niveau weer. De bijbehorende menuopties verschijnen achter elkaar op het LCD-scherm. Zodra de
gewenste optie op het LCD-scherm staat, selecteert u deze door te drukken op Set.
Druk op om sneller door de menuniveaus te bladeren en accepteer een optie door op Set te
drukken. (Gebruik om achteruit door de menu’s te bladeren als u per ongeluk te ver bent gegaan,
of als dit toetsaanslagen bespaart. U kunt beide pijltoetsen gebruiken om vooruit of achteruit door
de beschikbare opties te bladeren.)
Nadat u een optie hebt geaccepteerd, wordt op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD
weergegeven.
Druk op Stop/Exit om de programmeerstand af te sluiten.
Functieselectietabel
Als u reeds vertrouwd bent met het programmeren van een MFC, zult u de meeste
programmeringsinstellingen zonder deze handleiding kunnen maken. Om u echter een beter inzicht
te geven in het selecteren van functies, opties en instellingen, hebben we onderstaande tabel
opgesteld. Raadpleeg deze tabel om te zien welke menu’s u kunt openen en op welke toetsen u
daarvoor moet drukken.
Zet deze functie aan als
de machine is
aangesloten op een PBX
(Private Automatic
Branch Exchange).
Hiermee zet u de klok
van de machine een uur
vooruit of achteruit
(zomer- of wintertijd).
Als u deze functie
activeert, gaat uw
tonercartridge langer mee.
Met deze functie schakelt
u de stroombespaarstand
in en uit. In de
stroombespaarstand
wordt minder stroom
verbruikt.
Met deze functie stelt u
in na hoeveel tijd de
machine overschakelt
naar de slaapstand.
Hiermee selecteert u de
kiesstand.19
Hiermee kunt u de
meldingen op het LCDscherm in een andere taal
weergeven.
Aantal keren dat de bel
van de machine in de
stand Fax/Tel of Fax
overgaat voordat wordt
opgenomen.
Met deze functie bepaalt
u hoe lang de telefoon in
de stand Fax/Tel met een
dubbele bel overgaat om
u te waarschuwen dat het
een normaal telefoontje
is.
Ontvang faxberichten
zonder op Fax Start te
drukken als u het
telefoontje op een extern
toestel aanneemt.
De machine vanaf een
externe locatie activeren
of te desactiveren. U kunt
deze codes desgewenst
wijzigen.
Met deze functie wordt
een afdruk verkleind,
zodat hij op 1 pagina past.
Als u deze functie
activeert en het papier in
de faxmachine op is,
worden de faxberichten
automatisch in het
geheugen opgeslagen.
afdruk lichter of
donkerder worden
gemaakt.
Met deze functie kunt u
een andere faxmachine
bellen en daar een
faxbericht opvragen
(pollen).
Met deze functie kunt u
de helderheid bijstellen
van een faxbericht dat u
gaat verzenden.
Hiermee wijzigt u de
standaardinstelling van de
faxresolutie.
Met deze functie kunt u
—
uw apparaat instellen om
de documenten op een
later tijdstip te verzenden.
Met deze functie verzendt
u alle uitgestelde faxen
tegelijkertijd in één
transmissie naar hetzelfde
faxnummer.
Als het geheugen vol is,
kunt u faxberichten direct
(real time) verzenden.
Hiermee stelt u Verzend
Pollen in, zodat iemand
op uw machine een fax
kan opvragen.
Met deze functie kunt u
het apparaat zo instellen,
dat met elk faxbericht
automatisch een door u
geprogrammeerd
voorblad wordt
verzonden. Ook kunt u
hiermee een voorbeeld
van het voorblad
afdrukken.
Met deze functie wordt
het uitgesteld verzenden
van een faxbericht (met
de tijdklok) of het pollen
geannuleerd. Ook kunt u
met deze functie
controleren welke taken
er nog in het geheugen
zitten.
Hiermee worden de
—
AAN
UIT
—
AUTO
TEKST
FOTO
meeste functies
geblokkeerd, behalve
ontvangst in het
geheugen.
Selecteer AAN als u de
optionele papierbak wilt
gebruiken, en geef aan
welke cassette u voor het
afdrukken wilt
gebruiken.
Met deze functie kunt u
op het scherm
controleren hoe lang de
drum nog meegaat.
Hiermee selecteert u de
resolutie voor het
kopiëren.
-+Hier stelt u het contrast
van de kopie af.
DUN
NORMAAL
DIK
EXTRA DIK
Om aan te geven welke
papiersoort in de
papiercassette wordt
gebruikt.
42
43
20
82
60
60
60
* De fabrieksinstelling staat vetgedrukt.
VOORBEREIDING EN
INGEBRUIKNEMING
Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing 15
1
Installatie
Eerste instellingen
Datum en tijd instellen
De machine geeft de datum en de tijd weer, en deze gegevens worden afgedrukt op elke fax die u
verzendt.
Als de stroom uitvalt, zal de machine de datum en de tijd enkele uren lang bijhouden.
1
Druk op Menu, 1, 1.
2
Toets de twee cijfers van het jaartal in en druk op Set. “02” wordt in deze machine geregistreerd
als 2002.
3
Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Set.
4
Voer twee cijfers voor de dag in en druk op Set.
5
Voer de tijd in 24-uurs formaat in en druk op Set.
6
Druk op Stop/Exit.
De stations-ID instellen
Hier kunt u uw naam, faxnummer en telefoonnummer opslaan. De naam en het faxnummer worden
afgedrukt op het voorblad en op alle pagina’s die u faxt. (Het telefoonnummer wordt alleen op het
voorblad afgedrukt.) (Zie Automatisch voorblad, pagina 37.)
Het is uiterst belangrijk dat de fax- en telefoonnummers in internationaal standaardformaat worden
ingevoerd, m.a.w. precies in onderstaande volgorde:
- Het + (plus) teken (druk op het teken).
- Uw landnummer (bijv. 31 voor Nederland of 32 voor België) en druk op .
- Uw netnummer zonder de eerste 0 (in Spanje is dit een “9”).
- Een spatie ().
- Uw abonneenummer (eventueel met spaties voor de duidelijkheid).
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in België is geïnstalleerd, wordt gebruikt voor zowel faxberichten
als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 02 444 55 55 is, dan moet uw
stationsidentificatie als volgt worden ingesteld: +32 2 4445555.
1
Druk op Menu, 1, 2.
2
Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set.
3
Voer uw telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Set.
4
Voer met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 tekens). Als u een spatie wilt invoeren, drukt
u tweemaal op .
5
Druk op Set.
6
Druk op Stop/Exit.
16 Hoofdstuk 1
■ Zie Tekst invoeren, pagina 96 voor nadere informatie over het invoeren van uw
naam.
■ Het telefoonnummer dat u invoert, wordt alleen gebruikt voor het voorblad.
■ Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden
ingevoerd.
■ Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk
tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren.
■ Als uw stations-ID reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd of u deze
identificatie wilt wijzigen (1) of dat u wilt afsluiten zonder wijzigingen aan te
brengen (2).
Aangepaste instellingen
Volume-instellingen
Volume van bel
U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst
zelfs worden uitgeschakeld.
1
Druk op Menu, 1, 3, 1.
2
Druk op of om UIT, LAAG, HALF of HOOG te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
—of—
U kunt het volume van de bel van de faxmachine instellen wanneer de machine inactief is. De bel
kan desgewenst zelfs worden uitgeschakeld (UIT).
Druk op High of Low om het volume af te stellen. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt,
gaat de bel even over, zodat u hoort hoe luid de bel met de huidige instelling klinkt. Op het LCDscherm wordt nu de door u gekozen instelling weergegeven.
De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u haar wijzigt.
NORMAAL GEBRUIK
Volume van waarschuwingstoon
Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG. Als
het volume is ingesteld op LAAG of op HOOG, hoort u een geluidssignaal telkens wanneer u een
toets indrukt, een vergissing maakt en aan het einde van faxtransmissies.
1
Druk op Menu, 1, 3, 2.
2
Druk op of om de gewenste instelling te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Installatie 17
Volume van luidspreker
U kunt het volume van de luidspreker van deze machine instellen.
1
Druk op Menu, 1, 3, 3.
2
Druk op of om het volume af te stellen (UIT, LAAG, HALF of HOOG).
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
PBX en DOORVERBINDEN
Uw faxmachine is in eerste instantie zo ingesteld, dat zij kan worden aangesloten op openbare
telefoonlijnen (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centrale (PBX). Deze faxmachine
kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De Recall-functie van uw faxmachine
ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall) en privécentrales gebruiken TBR doorgaans om
toegang te geven tot een buitenlijn of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel. U
activeert deze functie met de toets R.
PBX instellen
Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale, moet PBX:AAN worden geselecteerd. Is dit niet
het geval, dan moet deze functie uit staan (UIT).
1
Druk op Menu, 1, 4.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
In snelkiesnummers of directkiesnummers kunt u een druk op R opnemen om
toegang te krijgen tot een buitenlijn. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van
een dergelijk nummer (menu 2-3-1 of 2-3-2) eerst op R (op het LCD-scherm
verschijnt een !), pas daarna voert u het telefoonnummer in. U hoeft dan niet meer
op R te drukken als een snelkiesnummer of een directkiesnummer gebruik maakt
van een buitenlijn, de druk op deze toets is immers al in het nummer
geprogrammeerd. (Zie Nummers opslaan om snel te kiezen, pagina 21.)
Als PBX echter is uitgeschakeld (UIT), kunt u geen directkiesnummers of
snelkiesnummers gebruiken waarin een druk op R is geprogrammeerd.
Zomertijd/wintertijd instellen
Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug.
1
Druk op Menu, 1, 5. Het LCD-scherm geeft het
volgende weer:
2
Druk op of om zomertijd of wintertijd te
selecteren, en druk op Set.
3
Druk op 1 om over te schakelen van wintertijd naar zomertijd, of andersom, of druk op 2 om af
te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen.
18 Hoofdstuk 1
IN ZOMERTIJD?
KIES,DRUK SET
Tonerbespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Als de optie Tonerbespaarstand wordt ingesteld op AAN,
zullen uw afdrukken er lichter uitzien. In de fabriek is optie ingesteld op UIT.
1
Druk op Menu, 1, 6.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Set.
4
Druk op Stop/Exit.
Slaapstand
Als u de slaapstand inschakelt, verbruikt de machine minder stroom als zij inactief is doordat de
fuser wordt uitgeschakeld. U kunt zelf instellen hoe lang de machine inactief mag zijn voordat de
slaapstand wordt ingeschakeld (van 00 tot 99 minuten). De tijdklok wordt automatisch opnieuw
ingesteld wanneer de machine een fax ontvangt, of als er een kopie wordt gemaakt. De
fabrieksinstelling is 05 minuten. Als de machine in de slaapstand staat, wordt op het LCD-scherm
SLAAPSTAND weergegeven. Als de machine in de slaapstand staat en u probeert een fax of lijst
af te drukken of een kopie te maken, duurt het even voordat de fuser op temperatuur is gekomen.
1
Druk op Menu, 1, 8.
2
Voer met gebruik van de kiestoetsen in hoe lang de machine inactief mag zijn voordat de
slaapstand wordt ingeschakeld (00 - 99).
3
Druk op Set.
4
Druk op Stop/Exit.
Stroombespaarstand
Als u de stroombespaarstand activeert, wordt energie bespaard doordat de CPU binnen in de machine
wordt uitgeschakeld. Als de machine inactief is en u deze stand activeert (AAN), schakelt ze automatisch
over naar de energiebesparende stroombespaarstand. In deze stand kunt u de functie Fax Waarnemen
echter niet gebruiken, en kan de machine evenmin vanaf een andere locatie worden geactiveerd.
Bovendien zal de machine ook geen datum en tijd meer weergeven.
1
Druk op Menu, 1, 7.
2
Druk op of om AAN of UIT te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
NORMAAL GEBRUIK
De kiesstand instellen (Toon/Puls) (alleen voor Nederland)
De machine is in de fabriek ingesteld op TOON. Als u echter een PULS-lijn gebruikt, volgt u
onderstaande stappen om over te schakelen naar PULS.
1
Druk op Menu, 1, 9. U wordt gevraagd om PULS (of TOON) te kiezen.
2
Gebruik of om de gewenste kiesmethode te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste kiesmethode op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
Installatie 19
De taal voor de meldingen op het LCD-scherm instellen
(alleen voor België)
De meldingen op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven in het Nederlands, Frans of Engels.
De standaardtaal is Nederlands.
1
Druk op Menu, 1, 0. Op het LCD-scherm verschijnen
afwisselend onderstaande meldingen:
2
Druk op of om NEDERLANDS, FRANS of
ENGELS te selecteren.
3
Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
4
Druk op Stop/Exit.
TAAL:NEDERLANDS
KIES,DRUK SET
Onderste papierbak (alleen met optionele papierbak)
U kunt de machine zodanig instellen, dat ze de optionele onderste papierbak herkent. Als u het
gebruik van deze bak hebt geactiveerd door bij “Onderste Bak” AAN te selecteren, kunt u aangeven
welke cassette er voor het faxen en kopiëren moet worden gebruikt.
1
Nadat u de optionele papierbak hebt ingesteld,drukt u op Menu, 2, 0, 2.
2
Druk op of om AAN (of UIT) te selecteren.
3
Druk op Set.
Als de optionele ONDERSTE BAK is ingesteld op AAN, kunt u aangeven welke cassette er moet
worden gebruikt.
Met de standaardinstelling AUTO kan de machine de onderste cassette kiezen als het papier in de
bovenste cassette op is. Selecteer BOVENBAK of ONDERBAK als u speciaal papier in de andere
bak wilt bewaren en zelf wenst aan te geven wanneer deze bak wordt gebruikt.
4
Als u een cassette wilt gebruiken voor het faxen, drukt u op of om VOOR FAX te
selecteren, waarna u op Set drukt
—of—
Als u een cassette wilt gebruiken voor het kopiëren, drukt u op of om VOOR KOPIE
te selecteren, waarna u op Set.
5
Druk op of om AUTO, BOVENBAK of ONDERBAK te selecteren, en druk
vervolgens op Set.
6
Druk op Stop/Exit.
20 Hoofdstuk 1
Nummers opslaan om snel te kiezen
U kunt de machine op verschillende manieren laten snelkiezen: met directkiesnummers, met
snelkiesnummers en met groepen voor het groepsverzenden van faxberichten.
(Zie Groepsverzenden, pagina 40.)
De nummers die in het geheugen zijn opgeslagen raken niet verloren als de stroom uitvalt.
Directkiesnummers opslaan
U kunt 32 fax- en telefoonnummers opslaan die dan met één druk op een toets gekozen kunnen
worden. Samen met deze nummers kunnen ook namen worden opgeslagen. Als u op een
directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam of het nummer dat wordt gekozen.
(Zie Directkiezen, pagina 24.)
Directkiestoetsen zijn niet de normale kiestoetsen. Dit zijn de vier rijen toetsen
links op het bedieningspaneel (nummer 1-32). De directkiestoetsen 17-32 kunt u
gebruiken door de toets Shift ingedrukt te houden en vervolgens de
overeenkomstige directkiestoets in te drukken.
1
Druk op Menu, 2, 3, 1.
2
Druk op de directkiestoets waaronder u het nummer wilt opslaan. Op het LCD-scherm staat het
nummer van de door u gekozen directkiestoets.
3
Voer een nummer in (maximaal 20 tekens), en druk op Set. U wordt gevraagd een naam in te voeren.
4
Gebruik de normale kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 tekens). (Zie Tekst
invoeren, pagina 96.)—of—Ga naar stap 5 om het nummer zonder een naam op te slaan.
5
Druk op Set. Ga terug naar stap 2 om nog een directkiesnummer op te slaan,—of—druk op Stop/Exit.
Wanneer u op een directkiestoets drukt, verschijnt op het LCD-scherm de naam van de persoon
wiens nummer wordt gekozen. Als u geen naam hebt ingevoerd, wordt het nummer getoond.
NORMAAL GEBRUIK
Snelkiesnummers opslaan
Regelmatig gebruikte nummers kunnen ook als snelkiesnummers worden opgeslagen, die met
behulp van vijf toetsen worden gekozen. Er zijn 200 locaties voor snelkiesnummers. (Zie Snelkiezen,
pagina 33.)
1
Druk op Menu, 2, 3, 2.
U wordt gevraagd een locatie in te voeren.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een driecijferige locatie in (001-200), en druk vervolgens
op Set. Op het scherm wordt het ingevoerde locatienummer weergegeven en u wordt gevraagd
om het nummer in te voeren dat u wilt opslaan.
3
Voer het nummer in (maximaal 20 cijfers), en druk op Set.
U wordt nu gevraagd een naam bij het nummer op te slaan.
4
Gebruik de normale kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 tekens). (Zie Tekst
invoeren, pagina 96.)—of—Ga naar stap 5 om het nummer zonder een naam op te slaan.
5
Druk op Set. Ga terug naar stap 2 om nog een snelkiesnummer op te slaan,—of—druk op Stop/Exit.
Als u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam weergegeven die u bij dat
nummer hebt opgeslagen. Als u geen naam hebt opgeslagen, wordt het nummer dat u hebt
opgeslagen weergegeven.
Installatie 21
Loading...
+ 87 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.