Neem bij het gebruik van deze machine altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen in acht:
Lees alle instructies alvorens de machine te gebruiken.
GEVAAR - Verklein de kans op een elektrische schok:
1. Laat de machine nooit onbeheerd aangesloten op het stroomnet. Haal altijd de stekker uit het
stopcontact na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt.
2. Haal altijd de hoofdstekker uit het stopcontact voordat u het lampje verwisselt.
Let op dat het nieuwe lampje ook 15 watt is.
WAARSCHUWING - Verklein het risico op brandwonden, brand, een
elektrische schok of persoonlijk letsel:
1. De machine mag nooit als speelgoed worden gebruikt. Blijf in de buurt wanneer de machine
wordt gebruikt door kinderen en let op als er kinderen in de buurt zijn.
2. Gebruik de machine alleen zoals bedoeld, volgens de beschrijvingen in deze handleiding. Gebruik
uitsluitend accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant, zoals beschreven in deze handleiding.
3. Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker beschadigd is, wanneer de machine
niet goed werkt, wanneer u de machine hebt laten vallen, wanneer de machine beschadigd is of
in het water is gevallen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een erkend
servicecentrum als hij moet worden nagekeken of gerepareerd, of als er elektrische of
mechanische aanpassingen nodig zijn.
4. Gebruik de machine nooit wanneer de luchtopeningen zijn geblokkeerd. Houd de
ventilatieopeningen van de machine en het voetpedaal vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
5. Stop geen voorwerpen in openingen en zorg dat er geen voorwerpen in kunnen vallen.
6. Gebruik de machine niet buiten.
7. Gebruik de machine niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of waar zuurstof wordt
toegediend.
8. Wilt u de machine loskoppelen, draai dan de hoofdschakelaar op “{” (‘uit’), en haal de stekker
uit het stopcontact.
9. Trek hierbij niet aan het snoer. Pak de stekker vast, niet het snoer.
10. Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naald.
11. Gebruik altijd de juiste steekplaat. Met een verkeerde plaat kan de naald breken.
12. Gebruik geen verbogen naalden.
13. Duw of trek de stof niet tijdens het naaien. Hierdoor kan de naald verbuigen en breken.
14. Zet de machine op “{” (uit) wanneer u iets doet in de buurt van de naald, zoals de naald
inrijgen, de naald verwisselen, de spoel inrijgen, de persvoet verwisselen en dergelijke.
15. Haal de stekker altijd uit het stopcontact wanneer u kleppen verwijdert, de machine smeert of
andere vormen van onderhoud uit de bedieningshandleiding uitvoert.
16. Deze naaimachine is niet bedoeld om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of
minder bekwame personen. (Alleen voor Australië en Nieuw-Zeeland)
17. Let op dat jonge kinderen niet met deze machine spelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
1
AANWIJZINGEN VOOR UITPAKKEN/OPNIEUW INPAKKEN
Bewaar de kartonnen doos en het verpakkingsmateriaal. Mogelijk hebt u dit nodig om de machine te vervoeren
voor reparatie. Als u de machine niet goed inpakt, of niet het juiste verpakkingsmateriaal gebruikt, raakt de
machine mogelijk beschadigd.
Volg onderstaand diagram om de machine uit te pakken en opnieuw in te pakken.
BELANGRIJK
● Dit verpakkingsmateriaal is ontworpen om beschadiging te voorkomen. Bewaar dit
verpakkingsmateriaal als u de machine moet vervoeren of verzenden voor reparatie.
LEES DEZE AANWIJZINGEN VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT.
Voor veilig gebruik
1. Houd de naald goed in de gaten tijdens het naaien. Raak het handwiel, de draadophaalhendel,
de naald of andere bewegende delen niet aan.
2. Zet in de volgende gevallen de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact:
• Wanneer u de machine niet meer gebruikt
• Wanneer u de naald of andere onderdelen verwisselt of verwijdert
• Als een stroomstoring optreedt terwijl u de machine gebruikt
• Als u de machine controleert of reinigt
• Wanneer u de machine onbeheerd laat
3. Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal.
4. Steek de netstekker direct in een wandstopcontact. Gebruik geen verlengsnoer.
Uw machine gaat langer mee
1. Wanneer u deze niet opslaat in direct zonlicht of een vochtige omgeving. Wanneer u het
apparaat niet in de buurt van een verwarming, strijkbout, halogeenlamp of andere warme
voorwerpen plaatst.
2. Wanneer u voor het schoonmaken van de behuizing alleen neutrale zeep of reinigingsmiddelen
gebruikt. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine
beschadigen; gebruik deze middelen dus nooit.
3. Wanneer u de machine niet laat vallen of erop slaat.
4. Wanneer u altijd deze handleiding raadpleegt voordat u persvoeten, de naald of andere delen
verwisselt zodat u deze op de juiste wijze bevestigt.
Bij reparatie of instellen
Als de machine niet werkt of anders moet worden ingesteld, volgt u eerst de tabel ‘Probleemoplossing’ in de
bijlage. Hier vindt u aanwijzingen om de machine zelf te controleren en anders in te stellen. Kunt u het
probleem niet oplossen, dan neemt u contact op met uw plaatselijke erkende dealer.
Meer productinformatie en updates vindt u op onze website www.brother.com
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Werken met de vrije arm ................................................................................................................................. 10
DE REGELKNOPPEN .........................................................................................................11
Patronen en steeknamen ................................................................................................................................. 12
Naaien met een tweelingnaald ........................................................................................................................ 24
COMBINATIES VAN STOF, DRAAD EN NAALD ..............................................................26
2. RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN NAAIEN ............................................27
Lees dit alvorens te naaien .............................................................................................................................. 27
4. KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN ..................................34
Knoopsgat maken ............................................................................................................................................ 34
Werken met de boventransportvoet ................................................................................................................. 41
Werken met de quiltvoet ................................................................................................................................. 42
Werken met de patchworkvoet ....................................................................................................................... 43
● Gebruik uitsluitend normale huishoudstroom voor deze machine. Door een andere
stroomvoorziening te gebruiken kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de
machine veroorzaken.
● Zet in de volgende gevallen de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact:
• Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat
• Wanneer u klaar bent met werken
• Wanneer de stroom uitvalt tijdens het gebruik
• Wanneer de machine niet goed functioneert vanwege een slechte aansluiting of loskoppeling
• Tijdens onweer
VOORZICHTIG
● Gebruik geen verlengsnoeren of meerwegadapters waarop een groot aantal andere apparaten
is aangesloten. Dit kan leiden tot brand of elektrische schok.
● Raak de stekker niet met natte handen aan. U kunt dan een elektrische schok krijgen.
● Zet altijd eerst de hoofdschakelaar uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Pak
altijd de stekker vast om deze uit het stopcontact te halen. Wanneer u aan het snoer trekt, kan
dit beschadigd raken, met brand of een elektrische schok als gevolg.
● Let op dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt, sterk buigt, trekt, draait of bundelt.
Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Bescherm het snoer tegen hitte. Hierdoor zou
het snoer beschadigd kunnen raken en brand of een elektrische schok veroorzaken. Als het
snoer of de stekker beschadigd is, mag u de machine niet meer gebruiken; breng de machine
eerst naar de erkende dealer!
● Haal de stekker uit het netstopcontact, wanneer u de machine langere tijd niet gebruikt;
anders kan brand uitbreken.
1
Stekkers aansluiten
Sluit de voetpedaalstekker aan op de machine.
1
Steek de voedingsstekker in het
2
wandstopcontact.
Opmerking
● Wanneer u de machine onbeheerd
achterlaat, moet u de hoofdschakelaar
uitzetten of de stekker uit het
wandstopcontact nemen.
● Wanneer u onderhoud verricht aan de
machine, deksels verwijdert of lampjes
verwisselt moet u de stekker uit het
stopcontact halen.
Met deze schakelaar zet u de machine en het
naailampje aan of uit.
1
2
1 Inschakelen (naar de ‘I’)
2 Uitschakelen (naar de ‘O’)
Voetpedaal
Wanneer u het voetpedaal licht intrapt, naait de
machine op lage snelheid. Wanneer u het
voetpedaal dieper intrapt, naait de machine sneller.
Wanneer u uw voet van het voetpedaal neemt, stopt
de machine. Plaats niets op het voetpedaal wanneer
het apparaat niet in gebruik is.
Naald controleren
De naainaald moet altijd recht en scherp zijn om
soepel te kunnen naaien.
■ Naald controleren
Plaats de vlakke kant van de naald op een plat
oppervlak. Controleer de naald van boven en vanaf
de zijkant. Gooi verbogen naalden veilig weg.
ophoopt op het voetpedaal. Dit kan
leiden tot brand of een elektrische schok.
● Zet de hoofdschakelaar uit voordat u de
naald verwisselt. Wanneer u de
hoofdschakelaar aan laat en het
voetpedaal intrapt, start de machine en
kunt u letsel oplopen.
● Gebruik uitsluitend naalden voor
huishoudnaaimachines. Andere naalden
verbuigen of breken mogelijk, waardoor
u letsel kunt oplopen.
● Naai nooit met een verbogen naald. Een
verbogen naald breekt gemakkelijk en
hierdoor kunt u letsel oplopen.
Haal de hoofdstekker uit het
1
wandstopcontact.
Zet de naald in de hoogste stand door het
2
handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok
in), zodat de markering op het wiel omhoog
staat.
8
Zet de persvoethendel omlaag.
3
1
1 Persvoethendel
Houd de naald in uw linkerhand en draai met
4
een schroevendraaier de naaldklemschroef
tegen de klok in om de naald uit te nemen.
1
2
1 Schroevendraaier
2 Naaldklemschroef
• Gebruik niet te veel kracht bij het los- of
vastdraaien van de naaldklemschroef;
hierdoor zouden bepaalde onderdelen van
de naaimachine beschadigd kunnen raken.
Breng de naald in met de vlakke kant naar
5
achteren, totdat de naald de naaldstopper
raakt. Draai vervolgens de naaldklem vast met
de schroevendraaier.
1
VOORZICHTIG
● Controleer of u de naald hebt ingebracht
tot aan de stopper en draai de
naaldklemschroef stevig vast met een
schroevendraaier. Als u de naald niet
geheel hebt ingebracht of de naaldklem
los zit, kan de naald breken of de
machine beschadigen.
Persvoet verwisselen
VOORZICHTIG
● Zet de hoofdschakelaar altijd uit voordat
u de persvoet verwisselt. Wanneer u de
hoofdschakelaar aan laat en het
voetpedaal intrapt, start de machine en
kunt u letsel oplopen.
● Gebruik altijd de juiste persvoet voor het
steekpatroon dat u hebt gekozen.
Wanneer u een onjuiste persvoet
gebruikt, raakt de naald mogelijk de
persvoet. Hierdoor kan de naald
verbuigen of breken, waardoor u
mogelijk letsel oploopt.
● Gebruik alleen persvoeten die zijn
bedoeld voor deze machine. Het gebruik
van een andere persvoet kan een ongeluk
of letsel veroorzaken.
U kiest een persvoet afhankelijk van wat en hoe u
wilt naaien.
■ Kliktype
1
2
3
1 Schroevendraaier
2 Naaldstopper
3 Naald
Installeer de tweelingnaald op dezelfde
manier.
Zet de naald in de hoogste stand door het
1
handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok
in) en zet de persvoethendel omhoog.
zodat de stang op de persvoet zich tegenover
de uitsparing in de bevestigingspen bevindt.
Zet de persvoethendel omlaag en bevestig de
4
persvoet aan de bevestigingspen. Als de
persvoet zich op de juiste plaats bevindt, klikt
de stang vast.
Accessoiretafel
De accessoires zitten in een opbergvak in de
accessoiretafel.
Schuif de accessoiretafel naar links om deze te
1
openen.
1
1
1 Bevestigingspen
■ Installatierichting persvoet
2
1 Accessoiretafel
2 Opbergvak
Opmerking
● Stop de accessoires in een zak en bewaar
deze zak in het opbergvak. Als de
accessoires niet in een zak zitten, kunnen
ze uit het vak vallen en raken dan wellicht
zoek of beschadigd.
Werken met de vrije arm
Naaien met de vrije arm is handig voor cilindrische
en moeilijk te bereiken stukken. Wanneer u uw
machine wilt omzetten op de vrije arm, haalt u de
accessoiretafel eruit.
Schuif de accessoiretafel naar links om deze
1
los te maken.
VOORZICHTIG
● Als de persvoet niet in de juiste richting
wordt geïnstalleerd, raakt de naald
mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de
naald breken en letsel veroorzaken.
10
1
1 Accessoiretafel
DE REGELKNOPPEN
Patroonkeuzeknop
VOORZICHTIG
● Wanneer u een patroon kiest met de
patroonkeuzeknop, draait u het handwiel
naar u toe (tegen de klok in) om de naald in
de hoogste stand te zetten. Als de naald
omlaag staat wanneer u de patroonkeuzeknop
draait, raakt de persvoet of de stof mogelijk
beschadigd.
■ 35 steken (alleen beschikbaar op bepaalde modellen)
U kiest een steek door de patroonkeuzeknop in een van
beide richtingen te draaien. In het volgende gedeelte
vindt u aanbevolen steeklengten en steekbreedten.
Naar gelang de geselecteerde steek moet u mogelijk de
steeklengte aanpassen om een optimaal resultaat te
krijgen.
De cijfers op de steeklengteknop geven de steeklengte
aan in millimeter (mm) (1/25 inch).
HOE HOGER HET CIJFER, DES TE LANGER DE STEEK.
Met de instelling “0” wordt de stof niet doorgevoerd.
Deze instelling gebruikt u om knopen aan te zetten.
Het bereik “F” is voor een satijnsteek (nauwe
zigzagsteek). Deze gebruikt u voor knoopsgaten en als
decoratieve steek. De gewenste stand voor de
satijnsteek varieert naar gelang de stof en de draad die u
gebruikt. Om de exacte stand te bepalen test u de steek
en steeklengteinstelling op een restje stof om te
controleren hoe de stof wordt doorgevoerd.
Aanbevolen
breedte
(mm (inch))
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-13/64)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
Aanbevolen
lengte
(mm (inch))
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Instructie
Pagina in
handleiding
31
31
33
31
31
33
33
VOORZICHTIG
● Wanneer de steken te dicht op elkaar
zitten, vergroot u de steeklengte en gaat
u door met naaien. Ga niet door met
naaien zonder de steeklengte te
vergroten. Anders breekt de naald
mogelijk en kunt u letsel oplopen.
1 Steeklengteknop
2 Korter
3 Langer
14
2
1
3
1
Stretchstof naaien
Achteruitnaaihendel
■ 35 steken
Stretchsteek selecteren
Wanneer u de steeklengteknop instelt op “” of
“” verandert het gekozen patroon in een
stretchsteek.
■ 25 steken
Stretchsteek selecteren
Wanneer u de steeklengteknop instelt op “”
verandert het gekozen patroon in een
stretchsteek.
Steekbreedteknop
De cijfers op de knop geven de steekbreedte aan.
HOE HOGER HET CIJFER, DES TE BREDER DE
STEEK.
U kunt achteruit naaien om af te hechten en zomen
te verstevigen.
Om achteruit te naaien drukt u de
achteruitnaaihendel zo ver mogelijk in en houdt u de
hendel in deze stand terwijl u het voetpedaal licht
intrapt. Om vooruit te naaien laat u de
achteruitnaaihendel los. De machine naait dan
vooruit.
1
1 Achteruitnaaihendel
1
1
1 Steekbreedteknop
Opmerking
● Wanneer u de rechte steek of de
drievoudige stretchsteek hebt geselecteerd,
kunt u de naaldstand wijzigen van links
naar rechts door de steekbreedteknop te
● Gebruik alleen spoelen (onderdeelcode: SA156, SFB (XA5539-151)) die voor deze
naaimachine zijn ontworpen. Door het gebruik van andere spoelen kunt u de machine
beschadigen.
● De spoel die bij deze machine wordt geleverd, is speciaal door ons ontworpen. Wanneer u
een spoel van een ander model gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de
spoel die wordt geleverd bij deze machine of een spoel van hetzelfde type (onderdeelcode:
SA156, SFB (XA5539-151)).
Ware grootte
11,5 mm
(7/16 inch)
Dit modelAndere modellen
1
1Voorspanningsschijf
2 Spoelwinderas
Plaats de klos draad op de klospen en leid de
1
draad rond de voorspanningsschijf.
VOORZICHTIG
● Als de klos garen niet op de juiste plaats
zit, raakt de draad mogelijk verward op
de klospen.
Leid het uiteinde van de draad vanuit de spoel
2
door het gat in de spoel.
2
Plaats de spoel op de spoelwinderas en schuif
3
de spoelwinderas naar rechts. Draai de spoel
handmatig met de klok mee totdat de veer op
de as in de groef van de spoel schuift.
2
1
1 Veer op de as
2 Groef van de spoel
16
Houd het uiteinde van de draad vast en trap
4
het voetpedaal licht in om de draad enkele
malen rond de spoel te winden. Stop
vervolgens de machine.
Knip de overtollige draad boven de spoel af.
5
VOORZICHTIG
● Volg onderstaande instructies zorgvuldig
op. Als u de draad niet volledig afknipt
voordat u de spoel opwindt, kan de draad
verward raken rond de spoel wanneer
deze op raakt. Hierdoor kan de naald
breken.
VOORZICHTIG
● Wanneer u de spoel niet goed opwindt,
kan de draadspanning te laag worden en
kan de naald breken.
1
Trap het voetpedaal in om te beginnen.
6
Wanneer de spoel vol lijkt en langzaam begint
7
te draaien, neemt u uw voet van het
voetpedaal.
Knip de draad af, schuif de spoelwinderas
8
naar links en neem de spoel uit.
Opmerking
● De naaldstang beweegt niet wanneer u de
spoelwinderas naar rechts schuift.
● Direct nadat u de spoel hebt opgewonden
hoort u de koppeling pakken wanneer u
begint te naaien of het handwiel draait. Dit
is normaal.
• Meer bijzonderheden over de snel verwisselbare
spoel vindt u op pagina 19.
handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok
in) en zet de persvoethendel omhoog.
Schuif de toets en open het deksel.
2
12
VOORZICHTIG
● Wanneer u de spoel niet goed opwindt,
kan de draadspanning te laag worden en
kan de naald breken.
1 Deksel
2 Schuiftoets
Breng de spoel zo in, dat de draad eruit komt
3
in de richting van de pijl.
1
1 Gelijkmatig gewonden
2 Slecht gewonden
● De spoel is speciaal voor deze naaimachine
2
ontworpen. Als u spoelen van een ander
model gebruikt, werkt de machine niet
goed. Gebruik alleen de bijgesloten spoel
of spoelen van hetzelfde type
(onderdeelcode: SA156, SFB (XA5539-
151)).
Ware grootte
11,5 mm
(7/16 inch)
Dit modelAndere modellen
VOORZICHTIG
●
Zet de hoofdschakelaar uit wanneer u de
machine inrijgt. Wanneer u per ongeluk op
het voetpedaal trapt en de machine start,
kunt u letsel oplopen.
• Gebruik alleen spoelen die zijn bedoeld
voor deze machine.
VOORZICHTIG
● Plaats de spoel zo, dat de draad in de
juiste richting afwindt. Als de draad in de
verkeerde richting afwindt, kan dit de
draadspanning verstoren of kan de naald
breken.
• Controleer of de draad goed door de
spanningsveer van het spoelhuis is geleid.
Zo niet, leid de draad daar dan opnieuw
doorheen.
18
1
1 Spanningsveer
Houd het uiteinde van de draad vast, duw de
4
spoel omlaag met uw vinger en leid de draad
door de gleuf, zoals aangegeven.
Plaats het spoelhuisdeksel terug. Plaats het
5
linkerlipje op de juiste plaats (zie pijl 1) en
druk vervolgens zacht op de rechterkant (zie
pijl 2), totdat het deksel op zijn plaats klikt.
2
Onderdraad inrijgen (voor modellen die zijn
uitgerust met een snel verwisselbare spoel)
Deze functie is alleen beschikbaar op bepaalde
modellen.
VOORZICHTIG
● Wanneer u de spoel niet goed opwindt,
kan de draadspanning te laag worden en
kan de naald breken. Hierdoor kunt u
letsel oplopen.
1
1
• Plaats het deksel zo terug dat het uiteinde
van de draad naast de linkerkant van het
deksel naar buiten komt (zoals aangegeven
door de lijn in de illustratie).
1
1 Gelijkmatig gewonden
2 Slecht gewonden
● De spoel is speciaal voor deze
2
naaimachine ontworpen. Als u spoelen
van een ander model gebruikt, werkt de
machine niet goed. Gebruik alleen de
bijgesloten spoel of spoelen van hetzelfde
type (onderdeelcode: SA156, SFB
(XA5539-151)).
Ware grootte
11,5 mm
(7/16 inch)
Dit modelAndere modellen
VOORZICHTIG
● Zet eerst de hoofdschakelaar uit.
Wanneer u per ongeluk op het
voetpedaal trapt en de machine start,
kunt u letsel oplopen.
door de gleuf en trek de draad uit om deze af te
knippen.
• Gebruik alleen spoelen die zijn bedoeld
voor deze machine.
VOORZICHTIG
● Plaats de spoel zo, dat de draad in de juiste
richting afwindt. Als de draad in de verkeerde
richting afwindt, kan dit de draadspanning
verstoren of kan de naald breken.
Plaats het spoelhuisdeksel terug. Plaats het
3
linkerlipje in de juiste plaats (zie pijl 1) en
druk vervolgens zacht op de rechterkant (zie
pijl 2) totdat het deksel op zijn plaats klikt.
2
1
• U kunt beginnen met naaien zonder de
onderdraad omhoog te trekken. Als u de
onderdraad omhoog wilt trekken voordat u
begint te naaien, volgt u de procedure in
“Onderdraad omhooghalen” (pagina 24).
1
1 Draadafsnijder
• Controleer of de draad goed door de
spanningsveer van het spoelhuis is geleid.
Zo niet, leid de draad daar dan opnieuw
doorheen.
1
1 Spanningsveer
20
Bovendraad inrijgen
1 Klospen
2 Draadgeleider (achter)
3 Draadgeleider (voor)
4 Draadophaalhendel
5 Markering op het handwiel
VOORZICHTIG
Trek de klospen omhoog en plaats een klos
3
garen op de pen.
1
● Let op dat u de machine goed inrijgt.
Anders raakt de draad mogelijk verstrikt,
waardoor de naald breekt.
BELANGRIJK:
1
Zet de persvoet omhoog met de
persvoethendel.
1
1 Persvoethendel
Zet de naald in de hoogste stand door het
2
handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok
in), zodat de markering op het wiel omhoog
staat.
• Als de naald niet goed omhoog staat, kunt u
de naaimachine niet goed inrijgen. Draai het
handwiel zo, dat de markering op het wiel
omhoog staat, voordat u de machine inrijgt.
VOORZICHTIG
● Als de klos garen niet op de juiste plaats
zit, of niet op de juiste manier is
geïnstalleerd, kan de naald verward
raken op de klospen, waardoor de naald
kan breken.
Voer de bovendraad in zoals aangegeven in
4
bovenstaande illustratie. Leid de draad door
beide draadgeleiders: eerst de achterste,
vervolgens de voorste.
• Houd de draad in uw linkerhand, leid de
draad achter de draadgeleider op de
naaldstang en voer de draad door met uw
rechterhand.
Werken met de naaldinrijger (voor modellen
die zijn uitgerust met een naaldinrijger)
Deze functie is alleen beschikbaar op bepaalde
modellen.
Zet de hoofdschakelaar uit en zet de persvoet
1
omlaag.
Zet de naald in de hoogste stand door het
2
handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok
in), zodat de markering op het wiel omhoog
staat.
1 Draadgeleider aan naaldstang
BELANGRIJK:
7
Rijg de naald van voren naar achteren en laat
een uiteinde van ongeveer 5 cm (2 inch).
• Als uw naaimachine is uitgerust met een
naaldinrijger, rijg dan hiermee de naald in
(zie volgende gedeelte).
1 Naaldhouder
2 Naaldinrijghendel
Opmerking
● Wanneer u de naaldinrijger gebruikt, moet
u controleren of de naaldhouder in de
hoogste stand staat. Anders raakt de haak
mogelijk beschadigd.
1
1 5 cm (2 inch)
Opmerking
● Als de draadophaalhendel omlaag staat,
kunt u de bovendraad niet om de
draadophaalhendel wikkelen. Zet de
persvoethendel en de draadophaalhendel
omhoog voordat u de bovendraad invoert.
● Als u de draad niet goed invoert, kan dit
leiden tot problemen bij het naaien.
Terwijl u de naaldinrijghendel omlaag zet,
3
haakt u de draad op de geleider.
1
2
3
1 Naaldhouder
2 Naaldinrijghendel
3 Geleider
22
Trek de naaldinrijghendel zo ver mogelijk
4
omloog en draai de hendel naar de achterkant
van de machine (van u af). Zorg dat de haak
door het oog van de naald gaat en de draad
pakt.
Zet de naaldinrijghendel omhoog en trek
6
ongeveer 5 cm (2 inch) draad door de naald
naar de achterkant van de naaimachine.
1
1
1 Haak
2 Draad
• Houd de draad voor de naald zodat de haak
de draad pakt.
Houd de draad losjes vast terwijl u de
5
naaldinrijghendel naar de voorkant van de
machine draait (naar u toe). De haak trekt de
draad door de naald.
1
2
VOORZICHTIG
● U kunt de naaldinrijger alleen gebruiken
met huishoudnaaimachinenaalden 75/
11-100/16. In de tabel op pagina 26
vindt u de juiste combinaties naald en
draad. Wanneer u werkt met een
doorzichtige enkelvezelige nylondraad
kunt u alleen naalden tussen 90/14-100/
16 gebruiken.
● U kunt de naaldinrijger niet gebruiken
wanneer u decoratieve draden of
speciale naalden gebruikt, zoals de
tweelingnaald en de platte naald.
Als u zulke draden of naalden gebruikt,
moet u de draad handmatig inrijgen. Let
op dat de hoofdschakelaar uit staat
wanneer u de draad met de hand in de
naald rijgt.
losjes vasthoudt, draait u langzaam met de
hand het handwiel naar u toe (tegen de klok
in) en zet u de naald omhoog.
Alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
U kunt beginnen met naaien zonder de
onderdraad omhoog te trekken. Wanneer u
plooien of pijlen naait, kunt u de onderdraad met
de hand omhoogtrekken, zodat er een stuk draad
overblijft. Alvorens de onderdraad omhoog te
trekken, plaatst u de spoel terug.
Leid de draad door de gleuf in de richting van
1
de pijl en laat de draad daar zonder deze af te
knippen.
Trek aan de bovendraad om de onderdraad
2
omhoog te halen.
Trek ongeveer 10 cm (4 inch) van beide
3
draden uit en trek deze naar de achterkant
van de machine onder de persvoet.
1
2
1 Bovendraad
2 Onderdraad
• Het spoelhuisdeksel is nog niet
teruggeplaatst.
Trek de onderdraad omhoog volgens de
2
aanwijzingen in de vorige stappen 1 t/m 3.
Plaats het spoelhuisdeksel terug.
3
Naaien met een tweelingnaald
De machine is zo ontworpen dat u kunt naaien met
deze naald en twee bovendraden. U kunt draden
van dezelfde kleur of van verschillende kleuren
gebruiken om decoratieve steken te naaien.
VOORZICHTIG
● Gebruik uitsluitend tweelingnaalden die
zijn ontworpen voor deze machine
(onderdeelcode: X57521-021). Andere
naalden kunnen breken en schade
veroorzaken aan de machine.
● Wanneer u de tweelingnaald gebruikt,
mag u de steekbreedte niet hoger
instellen dan 3, want dan raakt de naald
mogelijk de steekplaat waardoor hij kan
breken.
● Zorg dat de naald de persvoet niet raakt.
● Werk nooit met verbogen naalden. Deze
naalden breken gemakkelijk, waardoor u
letsel kunt oplopen.
● Gebruik alleen de zigzagpersvoet
wanneer u werkt met de tweelingnaald.
24
■ Tweelingnaald bevestigen
4
Bevestig de tweelingnaald op dezelfde manier als
een enkele naald (zie pagina 8). Zorg dat vlakke
kant van de naald achter komt en de ronde kant
van de naald naar u toe.
■ Extra klospen bevestigen
Plaats de extra klospen in het gat boven op de
machine. Plaats het tweede klosje garen op de
extra klospen.
Draadspanning
De draadspanning is van invloed op de kwaliteit van uw
steken. U moet de draadspanning wellicht aanpassen
wanneer u een andere stof of draad gebruikt.
Memo
● Wij adviseren om een stukje uit te proberen
op een restje van dezelfde stof voordat u
aan het echte werk begint.
■ Juiste spanning
Het is belangrijk dat u werkt met de juiste
spanning. Een te hoge of te lage spanning leidt tot
zwakkere naden, of de stof gaat trekken.
2
1
■ Tweelingnaald inrijgen
U moet elke naald afzonderlijk inrijgen.
Rijg de linkernaald in.
1
Volg dezelfde aanwijzingen als voor het
inrijgen van een enkele naald (zie pagina 21).
Rijg de rechternaald in.
2
Rijg de rechternaald in zoals u de linkernaald
hebt ingeregen. U gebruikt de draad van de
klos op de extra klospen, maar u leidt de draad
niet door de geleider boven de naald voordat u
deze door het oog van de rechternaald leidt.
3
2
1
1 Draad van linkernaald gaat door de
draadgeleider aan de naaldstang.
2 Draad van rechternaald gaat voor de
draadgeleider aan de naaldstang langs.
3 Draadgeleider aan naaldstang
Opmerking
Modellen die zijn uitgerust met een
naaldinrijger
● U kunt de naaldinrijger niet gebruiken om
de tweelingnaald in te rijgen. Rijg de
tweelingnaald handmatig in, van voren naar
achteren. Wanneer u de naaldinrijger
gebruikt met de tweelingnaald, kunt u de
machine beschadigen.
1
3
4
1 Voorkant van de stof
2 Achterkant van de stof
3 Bovendraad
4 Onderdraad
5 Er verschijnen lussen op de voorkant van de stof.
6 Er verschijnen lussen op de achterkant van de stof.
■ Bovendraad is te strak.
Er komen lussen op de voorkant van de stof.
2
1
3
5
Oplossing
Verlaag de spanning door de
bovenspanningsknop op een lager cijfer te
zetten.
■ Bovendraad is te los
Er komen lussen op de achterkant van de stof.
2
6
1
3
4
Oplossing
Verhoog de spanning door de
bovenspanningsknop op een hoger cijfer te zetten.
● Voor transparante nylondraad gebruikt u altijd naald 90/14 - 100/16.
● U kunt ook dezelfde draad gebruiken om de onderdraad en de bovendraad in te rijgen.
VOORZICHTIG
Volg de combinaties voor naald, draad en stof uit de tabel op.
●
Wanneer u een onjuiste combinatie gebruikt, bijvoorbeeld een kleine naald voor zware stof,
zoals spijkerstof
combinatie wordt mogelijk ook de naad
steken over.
26
(65/9-75/11), verbuigt of breekt de naald gemakkelijk. Door een onjuiste
ongelijkmatig, gaat de stof trekken of slaat de machine
2
RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN
NAAIEN
Lees dit alvorens te naaien
VOORZICHTIG
Voorkom letsel door goed op de naald te letten terwijl u de machine gebruikt. Houd uw
●
handen uit de buurt van bewegende delen.
● Trek niet aan de stof en rek deze niet uit tijdens het naaien. Anders raakt de naald beschadigd
en loopt u mogelijk letsel op.
● Gebruik geen verbogen of gebroken naalden, omdat deze letsel kunnen veroorzaken.
● Zorg dat de naald de rijgspelden of andere objecten niet raakt tijdens het naaien. De naald
breekt dan mogelijk en dit kan letsel veroorzaken.
● Gebruik altijd de juiste persvoet. Wanneer u een onjuiste persvoet gebruikt, raakt de naald
mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken, waardoor u mogelijk letsel
oploopt.
● Wanneer u het handwiel met de hand bedient, draait u het altijd naar u toe (tegen de klok in).
Wanneer u het handwiel de andere kant op draait, raakt de draad misschien verward en
beschadigt de naald of de stof mogelijk en kunt u letsel oplopen.
Plaats de stof onder de persvoet en plaats de
4
Rechte steken naaien
Steek
Rechte steek
Drievoudige
stretchsteek
Patroon
Steeklengte
[mm (inch)]
(1/64-3/16)
2,5 (3/32)
2,5 (3/32)
1-4
Vast
Vast
Steek
breedte
[mm (inch)]
5-0*
(3/16-0)
naald 1 cm (3/8 inch) van de rand van de stof.
Zet de persvoethendel omlaag.
5
Als u wilt afhechten duwt u de
6
achteruitnaaihendel zo ver mogelijk omlaag.
Vervolgens drukt u op het voetpedaal om
achteruit te naaien. Laat het voetpedaal los
om te stoppen met naaien.
Laat de achteruitnaaihendel los en begin vooruit
7
te naaien door het voetpedaal in te drukken.
2
Draai de steekbreedteknop om de naaldstand aan
*
te passen. Door de knop op 5 te zetten selecteert
u de linker naaldstand; door de knop op 0 te
zetten selecteert u de rechter naaldstand.
■ Beginnen met naaien
Kies het gewenste steeknummer door de
1
patroonkeuzeknop te draaien. U moet de
patroonkeuzeknop ook instellen op rechte
steek of drievoudige stretchsteek.
Zet de naald in de hoogste stand en zet de
2
persvoethendel omhoog.
Trek de bovendraad door de tenen van de
3
persvoet.
• Door achteruit te naaien kunt u het eind van
een zoom vastzetten en een steek verstevigen.
VOORZICHTIG
● Controleer of de naald tijdens het naaien
geen speld of ander voorwerp raakt.
Daardoor kan de draad verward raken of
de naald breken. Hierdoor kunt u letsel
oplopen.
27
RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN NAAIEN ——————————————————————————————————————————
—
■ Van naairichting veranderen
Stop de machine op het punt waar u van
1
richting wilt veranderen. Zorg dat de naald
nog in de stof steekt.
Zet de persvoet omhoog en draai de stof in de
2
nieuwe richting met de naald als as.
Zet de persvoet omlaag en begin te naaien in
3
de nieuwe richting.
■ De afwerking
Met stiksel kunt u de draden aan het eind van een
zoom afhechten of een steek versterken.
Stik tot het eind van de naad en stop.
1
Duw de achteruitnaaihendel en stik 1 cm
2
(3/8 inch) achteruit vanaf de rand van de stof.
Als voorbereiding op de volgende naad trekt u
4
10 cm (4 inch) draad door de tenen van de
persvoet naar de achterkant van de machine.
■ Afwerksteken en stretchstof
Met een rechte steek kunt u lichte stoffen
afwerken en naaien.
Met een drievoudige stretchsteek kunt u
stretchstof naaien.
Zigzagsteken naaien
SteekPatroon
Zigzagsteek
Steeklengte
[mm (inch)]
F-4
(1/64-3/16)
■ Zigzagsteek
Draai de patroonkeuzeknop op de zigzagsteek en
begin te naaien.
Steek
breedte
[mm (inch)]
0-5
(0-3/16)
■ Stof uit de machine nemen
Stop de machine.
1
Zet de naald in de hoogste stand en zorg dat
de draadophaalhendel ook in de hoogste
stand staat.
Zet de persvoet omhoog en trek de stof
2
zachtjes naar links.
Knip beide draden af met de draadafsnijder op
3
de linkerkant van de machine.
1 Draadafsnijder
We raden u aan met een rechte steek te naaien
aan het begin en het eind van zigzagsteken.
(Deze dient dan als verstevigingssteek.)
■ Satijnsteek
Wanneer u de lengte van de zigzagsteek in het
bereik “F” zet, krijgt u een satijnsteek (nauwe
zigzagsteek). Met de satijnsteek kunt u
knoopsgaten en decoratieve steken maken. Zet de
patroonkeuzeknop op de zigzagsteek, zet de
steeklengte in het bereik “F” en de
steekbreedteknop tussen 0 en 5.
28
3
INGEBOUWDE STEKEN
Blindzoomsteken naaien
SteekPatroon
Blindzoom-
steek
Steeklengte
[mm (inch)]
F-2
(1/64-1/16)
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8-3/16)
Wanneer u de stof uitvouwt, hebt u een
5
blindzoomsteek als in figuur D.
3
2
AB
1
2
1
Blindzoom-
stretchsteek
Blindzoom-
stretchsteek
Met de blindzoomsteek kunt u de rand van een
werkstuk, bijvoorbeeld de zoom van een broek,
afwerken zonder dat de steek zichtbaar is. Gebruik
de blindzoomsteek op niet-stretchstof en de
blindzoomstretchsteek op stretchstof.
Beide draden moeten van dezelfde kleur zijn
1
als de stof.
Vouw de zoom terug zoals aangegeven in
2
figuur A. Vouw vervolgens de rand van de stof
zoals in figuur B. Zorg voor een overlapping
van 6 mm (15/64 inch) aan de rand.
Zet de patroonkeuzeknop op blindzoomsteek
3
of blindzoomstretchsteek en stel de gewenste
steeklengte in.
Naai op de vouw zoals aangegeven in figuur
4
C.
F-1,5
(1/64-1/16)
F-1,5
(1/64-1/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
1
2
CD
2
1 Voorkant van de stof
2 Achterkant van de stof
3 10 mm (3/8 inch)
4 5 mm (3/16 inch)
1
Opmerking
● De blindzoomstretchsteek is nuttig voor
stretchstof.
Schelprijgsteken naaien
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8-3/16)
SteekPatroon
Schelprijgs-
teek
Steeklengte
[mm (inch)]
F-3
(1/64-1/8)
4
3
Met de schelprijgsteek kunt u een picot (kantachtige)
rand naaien op lichte stof.
Zet de patroonkeuzeknop op schelprijgsteek.
1
Stel de draadspanning in op lichter dan
2
normaal.
Plaats de stof onder de persvoet, zodat deze
3
langs de diagonaal wordt genaaid, met de
rechte steken op de naad en de zigzagsteken
iets over de gevouwen rand.
Met de elastische zigzagsteek kunt u repareren,
elastiek naaien of stof aan elkaar zetten. De
mogelijkheden worden hieronder uitgelegd.
Zet de patroonkeuzeknop op elastische zigzagsteek.
■ Repareren
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8-3/16)
■ Stof aan elkaar zetten
Met de elastische zigzagsteek kunt u twee stukken
stof aan elkaar zetten. De elastische zigzagsteek is
zeer effectief om gebreide stof te naaien. Als u
nylon draad gebruikt, is de steek niet zichtbaar.
Plaats de randen van de twee stukken stof
1
tegen elkaar midden onder de persvoet.
Naai de stukken aan elkaar met de elastische
2
zigzagsteek. Houd de stukken stof dicht tegen
elkaar.
Zet de steeklengteknop tussen “F” en 2,5.
1
Plaats de verstevigingsstof onder het vlak dat
2
u wilt repareren.
Naai de elastische zigzagsteek zoals
3
aangegeven langs de scheur.
■ Elastiek naaien
Plaats het elastiek op de stof.
1
Tijdens het naaien rekt u het elastiek voor en
2
achter de persvoet.
30
Universele steken naaien
SteekPatroon
Universele
steek
Brugsteek
Steeklengte
[mm (inch)]
F-3
(1/64-1/8)
F-3
(1/64-1/8)
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
Zet de patroonkeuzeknop op universele steek,
2
brugsteek of patchworksteek.
Stik langs de rand. Trek beide draden
3
enigszins aan wanneer u begint te naaien.
Gebruik dikkere draad dan normaal.
Na het naaien verwijdert u de rijgdraad en het
4
papier. Knoop tenslotte de draden aan de
achterkant aan het begin en het eind van de
naad.
Patchwork-
steek
Met deze steken zet u twee stukken stof aan elkaar,
zoals wanneer u patchwork maakt. Zet de
patroonkeuzeknop op universele steek, brugsteek of
patchworksteek.
F-3
(1/64-1/8)
3-5
(1/8-3/16)
Patchwork naaien
SteekPatroon
Smocksteek
Fagotsteek
Decoratieve
steek
Met deze steken zet u twee stukken stof aan elkaar,
waarbij u ruimte open laat tussen de randen.
Vouw de randen van de twee stukken stof om
1
en rijg de randen met een kleine tussenruimte
vast aan een dun stuk papier.
Met deze steek kunt u in één handeling naden
naaien en afwerken. De overlocksteken zijn ook
nuttig om stretchstof te naaien en de pijlpuntsteek is
ideaal voor randen van dekens.
Zet de patroonkeuzeknop op overlocksteek.
1
Plaats de stof onder de persvoet met de naad
2
(of de punt van de pijlpunt) ca. 3 mm (1/8
inch) links van het midden van de persvoet.
Deze steek werkt het best met een marge van
ongeveer 5 mm (3/16 inch). Dan valt de
rechterkant van de zigzag als overlock over de
afgeknipte rand van de stof.
Veersteken naaien
SteekPatroon
Veersteek
Gebruik de veersteek als decoratieve afwerksteek bij
het borduren of zomen van dekens, tafelkleden of
draperieën.
Zet de patroonkeuzeknop op veersteek.
1
Plaats de stof met de voorkant naar boven en
2
naai 1 cm (3/8 inch) van de rand van de stof.
Snijd de stof dicht langs het stiksel af.
3
Met deze steek voorkomt u dat de stof gaat rafelen.
Steeklengte
[mm (inch)]
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8-3/16)
Is de marge breder dan het steekpatroon, snijd
3
dan na het naaien de overtollige stof weg.
In de onderstaande illustratie ziet u het resultaat van
een elastische overlocksteek.
Drievoudige stretchsteken
naaien
SteekPatroon
Drievoudige
stretchsteek
U kun deze steek gebruiken wanneer u een
zigzagsteek zou gebruiken om zware stof te naaien.
De drievoudige stretchsteek kunt u ook gebruiken als
decoratieve afwerksteek. Zet de patroonkeuzeknop
op drievoudige stretchsteek.
Steeklengte
[mm (inch)]
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8-3/16)
32
Decoratieve steken naaien
SteekPatroon
Driehoek
satijnsteek
Decoratieve
steek
Bladsteek
Boomsteek
Verbindings-
steek
Decoratieve
steek
Steeklengte
[mm (inch)]
F-1,5
(1/64-1/16)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
3-5
(1/8-3/16)
Stretchover-
locksteek
Stretchover-
locksteek
Decoratieve
steek
Decoratieve
zoomsteek
Decoratieve
steek
Deze steken kunt u gebruiken als decoratieve
afwerksteek en voor smockwerk. Zet de
patroonkeuzeknop op driehoek satijnsteek,
bladsteek, enz.
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
Vast
2,5 (3/32)
(1/8-13/64)
(1/8-13/64)
(1/8-3/16)
(1/8-3/16)
(1/8-3/16)
3-5
3-5
3-5
3-5
3-5
33
KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN ———————————————————————————————————————
—
4
KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN
AANZETTEN
Knoopsgat maken
Patroon
Steeklengte
[mm (inch)]
F-1,5
(1/64-1/16)
Memo
● We raden u aan knoopsgaten te oefenen op
een restje stof voordat u het op een echt
kledingstuk doet.
● Wanneer u een knoopsgat maakt in zachte
stof, plaatst u eerst steunstof onder de stof.
Markeer met krijt op de stof de plaats en de
1
lengte van het knoopsgat.
Bevestig de knoopsgatvoet en duw het frame
2
terug totdat het stopt, met de plastic inleg
voor in het frame.
VOORZICHTIG
●
Als de persvoet niet in de juiste richting
wordt geïnstalleerd, raakt de naald
mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de
naald breken en letsel veroorzaken. (De
juiste persvoetrichting vindt u op pagina
9.)
Steek
breedte
[mm (inch)]
3-5
(1/8 – 3/16)
Voet
Knoopsga-
tenvoet
■ Knoopsgat maken
Stap
Stap 1
(Voortrens)
1. Zet de patroonkeuzeknop op ‘a’.
2. Zet de persvoet omlaag en naai vijf tot zes
steken.
3. Stop de machine wanneer de naald zich links
van de steken bevindt en haal de naald omhoog
uit de stof.
Stap 2
(Links)
1. Zet de patroonkeuzeknop op ‘b’.
2. Naai de lengte van de krijtlijn.
3. Stop de machine wanneer de naald zich links
van de steken bevindt en haal de naald omhoog.
Stap 3
(Achtertrens)
1. Zet de patroonkeuzeknop op ‘c’ (zelfde stand als
in stap 1).
2. Naai vijf tot zes steken.
3. Stop de machine wanneer de naald zich rechts
van de steek bevindt en haal de naald omhoog
uit de stof.
Stap 4
(Rechts)
1. Zet de patroonkeuzeknop op ‘d’.
2. Naai de rechterkant tot u komt bij de steken die
u hebt genaaid in stap 1.
Genaaid
gedeelte
a
b
c
d
Patroon
U moet voor voortrens eerst naaien. Plaats de
3
trensmarkering midden onder de persvoet
tegenover de twee lijnen op de persvoet.
1 Voorkant van krijtmarkering
2 Rode lijnen
34
■ Stiksel vastzetten en het knoopsgat opensnijden
U zet het stiksel vast door de stof 90 graden
1
tegen de klok in te draaien en rechte steken te
naaien tot het eind van de voortrens van het
knoopsgat.
Neem de stof uit de machine. We raden u aan
2
spelden over beide uiteinden van het
knoopsgat te zetten om te voorkomen dat u de
steken insnijdt.
Snijd met het tornmesje een opening in het
3
midden van het knoopsgat. Pas op dat u de
steken niet doorsnijdt.
VOORZICHTIG
● Houdt uw hand of vingers niet voor het
tornmesje wanneer u hiermee het
knoopsgat opensnijdt. Het mesje kan
uitschieten en kan letsel veroorzaken.
Knoopsgaten aanpassen
Als het stiksel aan de twee kanten van het knoopsgat
niet gelijk is, kunt u de volgende aanpassingen
maken.
Wanneer de doorvoer aan de rechterkant
3
bevredigend is, stikt u het knoopsgat en kijkt u
hoe de doorvoer gaat.
Als de linkerkant te grof is vergeleken met de
4
rechterkant, past u de knoopsgat
fijnafstelschroef aan volgens onderstaande
omschrijving.
Als de linkerkant te grof is, draait u de
knoopsgat fijnafstelschroef met een grote
schroevendraaier in de richting van de
(minteken).
Als de linkerkant te fijn is, draait u de
knoopsgat fijnafstelschroef met een grote
schroevendraaier in de richting van de +
(plusteken).
• Zo zorgt u dat beide kanten van het
knoopsgat gelijk worden.
2
1
3
–
4
Zet de steeklengteknop tussen “F” en 1,5 en
1
naai een knoopsgat op een restje stof om te
zien hoe de stof wordt doorgevoerd.
Als de rechterkant van het knoopsgat de grof
2
of te fijn is, past u de doorvoer van de stof aan
met de steeklengteknop.
KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN ———————————————————————————————————————
—
Naai ongeveer tien steken in langzaam tempo.
Knopen aanzetten
7
SteekPatroon
Zig-
zag-
steek
Meet de afstand tussen de knoopsgaten en zet
1
de patroonkeuzeknop op de zigzagsteek en
Steeklengte
[mm (inch)]
F
(1/64)
Steek-
breedte
[mm (inch)]
Naar
believen
Knopen-
aanzet-
stel de gewenste breedte in.
Haal de hoofdstekker uit het
2
wandstopcontact.
Installeer de knopenaanzetvoet.
3
Plaats de stopplaat op de steekplaat.
4
VoetOverige
Stop-
voet
plaat
Neem de stof uit de machine. Knip de
8
bovendraad en onderdraad af en knoop beide
draden aan de achterkant van de stof.
VOORZICHTIG
● Zorg dat de naald de knoop niet raakt
tijdens het naaien. De naald breekt dan
mogelijk en dit kan letsel veroorzaken.
Steek de voedingsstekker in het
5
wandstopcontact.
Plaats een knoop tussen de voet en de stof en
6
zorg dat de naald in de gaten valt zonder de
knoop te raken. Als de naald de knoop raakt,
kijk dan bij stap
1.
36
5
WERKEN MET ACCESSOIRES EN
APPLICATIES
Rits inzetten
SteekPatroon
Rechte
steek
Met de ritsvoet kunt u verschillende soorten ritsen
innaaien. U kunt deze voet gemakkelijk links of
rechts van de naald plaatsen. Naai geen achteruit/
verstevigingssteken en knip de draad niet af.
Wanneer u rechts van de rits naait, bevestigt u de
bevestigingspen aan de linkerpen van de ritsvoet.
Wanneer u links van de rits naait, bevestigt u de
bevestigingspen aan de rechterpen van de ritsvoet.
Steeklengte
[mm (inch)]
(1/16-1/8)
2-3
Steekbreedte
[mm (inch)]
2,5
(midden)
(3/32)
Voet
Ritsvoet
Naai beide kanten vanaf de onderkant van de
4
rits naar boven. Het beste resultaat bereikt u
met de naald aan de ritskant van de voet.
1
2
3
1 Ritsvoet
2 Rechterpen om links van de rits te naaien
3 Linkerpen om rechts van de rits te naaien
Zet de patroonkeuzeknop op rechte steek. Zet de
1
steeklengte tussen 2 (1/16 inch) en 3 (1/8 inch).
Stel de steekbreedte in op 2,5 (3/32 inch).
Zet de persvoethendel omlaag en bevestig ofwel
2
de linkerpen ofwel de rechterpen van de ritsvoet
aan de bevestigingspen.
Vouw de rand van het materiaal 2 cm (3/4 inch)
3
om en plaats de rits onder het gevouwen
gedeelte. Zet de naald omlaag in de inkeping
aan de linkerkant of aan de rechterkant van de
ritsvoet.
VOORZICHTIG
Om de andere kant van de rits te naaien, zet u
5
eerst de machine uit en zet u vervolgens de
persvoethendel omhoog. Ontgrendel de
ritsvoet door te drukken op de toets achter op
de voet. Ga door met naaien met de pen aan
die kant van de ritsvoet.
VOORZICHTIG
● Zorg dat de naald de rits niet raakt
tijdens het naaien. Als de naald de rits
raakt, kan de naald breken en kunt u
letsel oplopen.
5
Alvorens te naaien draait u het handwiel
●
met de hand om te controleren of de
naald de ritsvoet niet raakt. Als u een
andere steek kiest, raakt de naald de
persvoet. De naald kan dan breken en
letsel veroorzaken.
37
WERKEN MET ACCESSOIRES EN APPLICATIES ——————————————————————————————————————————
—
Plooien
SteekPatroon
Rechte steek4 (3/16)
Zet de patroonkeuzeknop op rechte steek.
1
Verlaag de spanning van de bovendraad,
2
zodat de onderdraad op de onderkant van de
stof ligt.
Naai één rij (of een aantal rijen) rechte steken.
3
Trek aan de onderdraden om de stof te
4
plooien.
Steeklengte
[mm (inch)]
Stoppen
SteekPatroon
Rechte
steek
Haal de hoofdstekker uit het
1
wandstopcontact. Plaats de stopplaat op de
steekplaat. Steek de voedingsstekker in het
wandstopcontact.
Zet de patroonkeuzeknop op rechte steek.
2
Plaats het gedeelte dat u wilt stoppen onder
3
de persvoet, samen met de verstevigingsstof.
Steeklengte
[mm (inch)]
Naar
believen
Zigzag-
persvoet
Voet
Overige
Stopplaat
Zet de persvoethendel omlaag.
4
Naai en trek daarbij het werk beurtelings van
5
u af en naar u toe.
Herhaal deze beweging totdat het te stoppen
6
vlak is gevuld met parallelle lijnen steken.
38
Applicaties
SteekPatroon
Zigzagsteek
U kunt een applicatie maken door een ander stuk
stof uit te knippen en als decoratie te gebruiken.
Speld het uitgeknipte ontwerp op de stof.
1
Naai zorgvuldig met een zigzagsteek rond de
2
rand van het ontwerp.
Steeklengte
[mm (inch)]
F-2
(1/64-1/16)
Steekbreedte
[mm (inch)]
Naar
believen
Monogrammen naaien en
borduren
Steek-
SteekPatroon
Zigzag-
steek
■ Voorbereiding voor het naaien van
monogrammen en borduren
Haal de hoofdstekker uit het
1
wandstopcontact. Plaats de stopplaat op de
naaldplaat en steek de hoofdstekker weer in
het wandstopcontact.
Steeklengte
[mm (inch)]
Naar
believen
breedte
[mm
(inch)]
Naar
belie-
ven
VoetOverige
Geen
Stopplaat
Snijd de stof buiten het stiksel weg.
3
Verwijder zo nodig de rijgspelden.
4
Memo
● Naai rechte verstevigingssteken aan het
begin en eind van de zigzagsteken.
VOORZICHTIG
●
Pas op dat de naald geen speld raakt
tijdens het naaien. De naald breekt dan
mogelijk en dit kan letsel veroorzaken.
Zet de patroonkeuzeknop op zigzagsteek.
2
Teken de letters (voor monogrammen) of het
3
ontwerp (voor borduren) op de voorkant van
de stof.
Span de stof zo strak mogelijk tussen
4
borduurringen, met de onderkant van de stof
onder in de binnenring.
Plaats het werk onder de naald en zet de
5
persvoetstang omlaag nadat u de persvoet
hebt verwijderd.
Trek de onderdraad omhoog via de beginstand
6
door het handwiel te draaien en naai enkele
bevestigingssteken.
5
39
WERKEN MET ACCESSOIRES EN APPLICATIES ——————————————————————————————————————————
—
Pak de ring tussen duim en wijsvinger en druk
7
de stof met uw midden- en ringvinger en steun
de buitenring met uw pink.
VOORZICHTIG
●
Houd uw vinger uit de buurt van
bewegende delen, vooral naalden.
■ Monogrammen naaien
Naai door de ring langzaam in gelijkmatig
1
tempo langs de letters te bewegen.
Hecht af met enkele rechte steken aan het
2
eind van de laatste letter.
■ Borduren
Stik de omtrek van het ontwerk door de
1
borduurring te bewegen.
Vul het ontwerp beurtelings van de omtrek
2
naar binnen en van binnen naar de omtrek,
totdat u het ontwerp geheel hebt gevuld. Zorg
dat de steken dicht bij elkaar liggen.
VOORZICHTIG
● Houd uw vinger uit de buurt van
bewegende delen, vooral naalden.
40
Memo
● U maakt lange steken door de borduurring
snel te verplaatsen en korte steken door de
ring langzaam te verplaatsen.
Hecht af met enkele rechte steken aan het
3
eind van het laatste ontwerp.
VOORZICHTIG
● Houd uw vinger uit de buurt van
bewegende delen, vooral naalden.
OPTIONELE ACCESSOIRES
Werken met de
boventransportvoet
Steek
Rechte steek
Zigzagsteek
Deze voet is zeer nuttig om stof te naaien als vinyl,
kunstleer, dun leer. Zulke stoffen zijn moeilijk door
te voeren bij het naaien. De boventransportvoet
voorkomt dat deze stof kreukt, glijdt of aan de
persvoet kleeft.
Patroon
Steeklengte
[mm (inch)]
1-4
(1/16-3/16)
1-4
(1/16-3/16)
Opmerking
● Gebruik de boventransportvoet alleen met
rechte steken of zigzagsteken. Gebruik geen
andere patronen. Met deboventransportvoet
kunt u niet achteruit naaien.
Steek
breedte
[mm (inch)]
2-3
(1/16-1/8)
0-5
(0-3/16)
Bevestig het gevorkte gedeelte van de
4
verbindingshendel aan de naaldklem. Bevestig
de boventransportvoet aan de persvoetstang.
1
2
3
1 Gevorkt gedeelte van de bedieningshendel
2 Persvoetstang bevestigingspunt
3 Naaldklem
hoofdstekker uit het stopcontact voordat
u het lampje verwisselt. Als de
hoofdschakelaar is ingeschakeld wanneer
u het lampje verwisselt, kunt u een schok
krijgen. Als de machine is ingeschakeld
en u het voetpedaal intrapt, kunt u letsel
oplopen.
● Zorg dat u zich niet brandt. Laat het
lampje afkoelen voordat u het verwisselt.
Haal de hoofdstekker uit het
1
wandstopcontact.
Plaats het lampdeksel weer terug en draai de
4
schroef vast.
Reinigen
VOORZICHTIG
● Haal de hoofdstekker uit het stopcontact
voordat u de machine reinigt. Anders kunt u
een schok krijgen of letsel oplopen.
Maak de schroef op de achterkant van de
2
naaikop los. Verwijder vervolgens het
lampdeksel van de machine.
Vervang het naailampje.
3
1
2
3
1 Lampje
2 Losdraaien
3 Vastdraaien
Schakel de machine uit of haal de stekker uit
1
het stopcontact.
Zet de naald en de persvoet omhoog.
2
Draai de persvoetschroef en de
3
naaldklemschroef los om de persvoethouder
en de naald eruit te halen.
Pak beide zijden van het steekplaatdeksel en
4
schuif het naar u toe om het steekplaatdeksel
te verwijderen.
1
1 Steekplaatdeksel
44
Verwijder de twee schroeven met een
5
muntstuk.
Til de steekplaat op zoals aangegeven in de
illustratie en schuif de steekplaat naar links
om deze te verwijderen.
Plaats het spoelhuis zo dat het uitsteeksel op
8
het spoelhuis op één lijn staat met de veer.
1 Gebruik een muntstuk of een schroevendraaier
Pak het spoelhuis vast en trek het uit naar
6
links.
Verwijder met een borsteltje of stofzuiger alle
7
stof van de grijper en er omheen.
1 Uitsteeksel
2 Veer
Installeer de naaldplaat en schuif deze naar
9
rechts om hem vast te zetten en draai de
schroeven aan.
Zorg het lipje aan de linkerkant van de
steekplaat op één lijn met de inkeping op het
spoelhuis staat.
1 Lipje
2 Inkeping
3 Schroeven
Installeer het steekplaatdeksel.
0
Steek de lipjes van het steekplaatdeksel in de
inkepingen in de steekplaat en schuif het
deksel terug op zijn plaats.
3
6
1 Schoonmaakborsteltje
2 Grijper
• Breng geen olie aan op het spoelhuis.
VOORZICHTIG
● Gebruik nooit een spoelhuis dat gekrast
is. De bovendraad kan anders verward
raken, waardoor de naald kan breken of
de naairesultaten mogelijk minder goed
worden. Een nieuw spoelhuis
(onderdeelcode: XC8993-021) verkrijgt u
bij het dichtstbijzijnde officiële
servicecentrum.
Als de machine niet goed meer werkt, controleert u of er sprake is van een van de volgende problemen.
Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met uw leverancier of met het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum.
SymptoomMogelijke oorzaakRemediePagina
De naaimachine werkt
niet.
De naald breekt.
De bovendraad
breekt.
De netstekker zit niet in het
stopcontact.
De hoofdschakelaar staat uit.Zet de hoofdschakelaar aan.pagina 8
De spoelwinderas staat naar rechts.Schuif de spoelwinderas naar links.pagina 17
U hebt het voetpedaal niet goed
gebruikt.
De naald is niet goed bevestigd.Bevestig de naald correct.pagina 8
De naaldklemschroef is los.
De naald is verbogen of stomp.Vervang de naald.pagina 8
U hebt niet de juiste combinatie van
stof, draad en naald gebruikt.
De persvoet die u gebruikt, is niet
geschikt voor het soort steek dat u
wilt naaien.
De spanning van de bovendraad is
te hoog.
U trekt te veel aan de stof.Leid de stof losjes.
U hebt de klos niet goed bevestigd.
Het vlak rond het gat in de
steekplaat is gekrast.
Het vlak rond het gat in de persvoet
is gekrast.
Het spoelhuis is gekrast.
U hebt een spoel gebruikt die niet
ontworpen is voor deze machine.
U hebt de bovendraad niet goed
ingeregen. (U hebt bijvoorbeeld de
klos niet goed bevestigd, of de draad
is losgeraakt uit de geleider boven
de naald).
De draad zit geknoopt of in de war.
De naald is niet geschikt voor de
draad die u gebruikt.
De spanning van de bovendraad is
te hoog.
De draad zit verward.
De naald is verbogen of stomp.Vervang de naald.pagina 8
Steek de netstekker in het
stopcontact.
Gebruik het voetpedaal correct.pagina 8
Draai de schroef stevig aan met de
schroevendraaier.
Kies een draad en naald die geschikt
zijn voor de gebruikte stof.
Bevestig de geschikte persvoet voor
het soort steek dat u wilt naaien.
Verlaag de spanning van de
bovendraad.
pagina 7
pagina 9
pagina 26
–
pagina 25
–
Bevestig de klos correct.
Vervang de steekplaat.
Neem contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum.
Vervang de persvoet.
Neem contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum.
Vervang het spoelhuis.
Neem contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum.
Een onjuiste spoel functioneert niet
goed. Gebruik uitsluitend spoelen
die speciaal voor deze machine zijn
ontworpen.
Rijg de bovendraad op de juiste
manier in.
Verwijder het geknoopte of
verwarde gedeelte.
Selecteer een naald die geschikt is
voor het soort steek dat u naait.
Verlaag de spanning van de
bovendraad.
Verwijder de verwarde draad. Als de
draad in het spoelhuis verward zit,
maak dan het spoelhuis schoon.
pagina 21,
25
–
–
–
pagina 16
pagina 21
–
pagina 26
pagina 25
pagina 44
46
SymptoomMogelijke oorzaakRemediePagina
U hebt de naald niet goed bevestigd. Bevestig de naald correct.pagina 8
Vervang de steekplaat.
Neem contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum.
Vervang de persvoet.
Neem contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum.
Vervang het spoelhuis.
Neem contact op met uw
leverancier of het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum.
Een onjuiste spoel functioneert niet
goed. Gebruik uitsluitend spoelen
die speciaal voor deze machine zijn
ontworpen.
Wind de onderdraad op de juiste
manier op.
Vervang de spoel.
Verwijder de verwarde draad en
maak het spoelhuis schoon.
Een onjuiste spoel functioneert niet
goed. Gebruik uitsluitend spoelen
die speciaal voor deze machine zijn
ontworpen.
Plaats de onderdraad op de juiste
manier.
Rijg de bovendraad op de juiste
manier in.
Wind de onderdraad op de juiste
manier op.
Kies een draad en naald die geschikt
zijn voor de gebruikte stof.
Bevestig de persvoethouder correct.
Pas de spanning van de bovendraad
aan.
Een onjuiste spoel functioneert niet
goed. Gebruik uitsluitend spoelen
die speciaal voor deze machine zijn
ontworpen.
Plaats de onderdraad op de juiste
manier.
Rijg de bovendraad correct in en
wind de onderdraad op de juiste
manier op.
Kies een draad en naald die geschikt
zijn voor de gebruikte stof.
Gebruik steunstof onder de stof.
Pas de spanning van de bovendraad
aan.
pagina 18,
pagina 18,
pagina 18,
pagina 21,
De bovendraad
breekt.
De onderdraad
zit verward of
breekt.
De draadspanning is niet
goed.
De stof is
gekreukt.
Het vlak rond het gat in de
steekplaat is gekrast.
Het vlak rond het gat in de persvoet
is gekrast.
Het spoelhuis is gekrast of er zit een
braam op.
U hebt een spoel gebruikt die niet
ontworpen is voor deze machine.
U hebt de onderdraad niet goed
opgewonden.
De spoel is gekrast en draait niet
soepel.
De draad zit verward.
U hebt een spoel gebruikt die niet
ontworpen is voor deze machine.
De spoel is niet juist geïnstalleerd.
U hebt de bovendraad niet goed
ingeregen.
U hebt de onderdraad niet goed
opgewonden.
U werkt niet met de juiste combinatie
van draad en naald voor de stof die u
gebruikt.
U hebt de persvoethouder niet goed
bevestigd.
De draadspanning is niet goed.
U hebt een spoel gebruikt die niet
ontworpen is voor deze machine.
De spoel is niet juist geïnstalleerd.
U hebt de bovendraad niet goed
ingeregen, of de klos niet goed
bevestigd.
U hebt de klos niet goed bevestigd.Bevestig de klos correct.
U hebt niet de juiste combinatie van
stof, draad en naald gebruikt.
De naald is verbogen of stomp.Vervang de naald.pagina 8
Als u dunne stoffen naait, is de steek