Brother BM-3500, XL-2600, XL-3500, BM-2600, XL-2610 User's Guide

...

1 UW NAAIMACHINE

LEREN KENNEN

2 RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN NAAIEN

3 INGEBOUWDE STEKEN

4 KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN

5 WERKEN MET ACCESSOIRES EN APPLICATIES

6 BIJLAGE

Bedieningshandleiding

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

Neem bij het gebruik van deze machine altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen in acht: Lees alle instructies alvorens de machine te gebruiken.

GEVAAR - Verklein de kans op een elektrische schok:

1.Laat de machine nooit onbeheerd aangesloten op het stroomnet. Haal altijd de stekker uit het stopcontact na gebruik en voordat u de machine schoonmaakt.

2.Haal altijd de hoofdstekker uit het stopcontact voordat u het lampje verwisselt. Let op dat het nieuwe lampje ook 15 watt is.

WAARSCHUWING - Verklein het risico op brandwonden, brand, een

elektrische schok of persoonlijk letsel:

1.De machine mag nooit als speelgoed worden gebruikt. Blijf in de buurt wanneer de machine wordt gebruikt door kinderen en let op als er kinderen in de buurt zijn.

2.Gebruik de machine alleen zoals bedoeld, volgens de beschrijvingen in deze handleiding. Gebruik uitsluitend accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant, zoals beschreven in deze handleiding.

3.Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker beschadigd is, wanneer de machine niet goed werkt, wanneer u de machine hebt laten vallen, wanneer de machine beschadigd is of in het water is gevallen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een erkend servicecentrum als hij moet worden nagekeken of gerepareerd, of als er elektrische of mechanische aanpassingen nodig zijn.

4.Gebruik de machine nooit wanneer de luchtopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine en het voetpedaal vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.

5.Stop geen voorwerpen in openingen en zorg dat er geen voorwerpen in kunnen vallen.

6.Gebruik de machine niet buiten.

7.Gebruik de machine niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of waar zuurstof wordt toegediend.

8.Wilt u de machine loskoppelen, draai dan de hoofdschakelaar op “{” (‘uit’), en haal de stekker uit het stopcontact.

9.Trek hierbij niet aan het snoer. Pak de stekker vast, niet het snoer.

10.Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt van de naald.

11.Gebruik altijd de juiste steekplaat. Met een verkeerde plaat kan de naald breken.

12.Gebruik geen verbogen naalden.

13.Duw of trek de stof niet tijdens het naaien. Hierdoor kan de naald verbuigen en breken.

14.Zet de machine op “{” (uit) wanneer u iets doet in de buurt van de naald, zoals de naald inrijgen, de naald verwisselen, de spoel inrijgen, de persvoet verwisselen en dergelijke.

15.Haal de stekker altijd uit het stopcontact wanneer u kleppen verwijdert, de machine smeert of andere vormen van onderhoud uit de bedieningshandleiding uitvoert.

16.Deze naaimachine is niet bedoeld om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of minder bekwame personen. (Alleen voor Australië en Nieuw-Zeeland)

17.Let op dat jonge kinderen niet met deze machine spelen.

BEWAAR DEZE INSTRUCTIES

Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.

1

AANWIJZINGEN VOOR UITPAKKEN/OPNIEUW INPAKKEN

Bewaar de kartonnen doos en het verpakkingsmateriaal. Mogelijk hebt u dit nodig om de machine te vervoeren voor reparatie. Als u de machine niet goed inpakt, of niet het juiste verpakkingsmateriaal gebruikt, raakt de machine mogelijk beschadigd.

Volg onderstaand diagram om de machine uit te pakken en opnieuw in te pakken.

BELANGRIJK

Dit verpakkingsmateriaal is ontworpen om beschadiging te voorkomen. Bewaar dit verpakkingsmateriaal als u de machine moet vervoeren of verzenden voor reparatie.

LEES DEZE AANWIJZINGEN VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT.

Voor veilig gebruik

1.Houd de naald goed in de gaten tijdens het naaien. Raak het handwiel, de draadophaalhendel, de naald of andere bewegende delen niet aan.

2.Zet in de volgende gevallen de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact:

Wanneer u de machine niet meer gebruikt

Wanneer u de naald of andere onderdelen verwisselt of verwijdert

Als een stroomstoring optreedt terwijl u de machine gebruikt

Als u de machine controleert of reinigt

Wanneer u de machine onbeheerd laat

3.Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal.

4.Steek de netstekker direct in een wandstopcontact. Gebruik geen verlengsnoer.

Uw machine gaat langer mee

1.Wanneer u deze niet opslaat in direct zonlicht of een vochtige omgeving. Wanneer u het apparaat niet in de buurt van een verwarming, strijkbout, halogeenlamp of andere warme voorwerpen plaatst.

2.Wanneer u voor het schoonmaken van de behuizing alleen neutrale zeep of reinigingsmiddelen gebruikt. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen; gebruik deze middelen dus nooit.

3.Wanneer u de machine niet laat vallen of erop slaat.

4.Wanneer u altijd deze handleiding raadpleegt voordat u persvoeten, de naald of andere delen verwisselt zodat u deze op de juiste wijze bevestigt.

Bij reparatie of instellen

Als de machine niet werkt of anders moet worden ingesteld, volgt u eerst de tabel ‘Probleemoplossing’ in de bijlage. Hier vindt u aanwijzingen om de machine zelf te controleren en anders in te stellen. Kunt u het probleem niet oplossen, dan neemt u contact op met uw plaatselijke erkende dealer.

Meer productinformatie en updates vindt u op onze website www.brother.com

De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

2

INHOUDSOPGAVE

 

1. UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ............................................................

5

DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ....................................................................................

5

ACCESSOIRES .....................................................................................................................

6

Optionele accessoires .......................................................................................................................................

6

WERKEN MET UW NAAIMACHINE ....................................................................................

7

Stekkers aansluiten ............................................................................................................................................

7

Hoofdschakelaar (ook voor naailampje) ...........................................................................................................

8

Voetpedaal ........................................................................................................................................................

8

Naald controleren .............................................................................................................................................

8

Naald vervangen ...............................................................................................................................................

8

Persvoet verwisselen .........................................................................................................................................

9

Accessoiretafel ................................................................................................................................................

10

Werken met de vrije arm .................................................................................................................................

10

DE REGELKNOPPEN .........................................................................................................

11

Patroonkeuzeknop ..........................................................................................................................................

11

Patronen en steeknamen .................................................................................................................................

12

Steeklengteknop ..............................................................................................................................................

14

Stretchstof naaien ............................................................................................................................................

15

Steekbreedteknop ............................................................................................................................................

15

Achteruitnaaihendel ........................................................................................................................................

15

MACHINE INRIJGEN ........................................................................................................

16

Spoel opwinden ..............................................................................................................................................

16

Onderdraad inrijgen ........................................................................................................................................

18

Onderdraad inrijgen (voor modellen die zijn uitgerust met een snel verwisselbare spoel) ................................

19

Bovendraad inrijgen ........................................................................................................................................

21

Werken met de naaldinrijger (voor modellen die zijn uitgerust met een naaldinrijger) .....................................

22

Onderdraad omhooghalen ..............................................................................................................................

24

Naaien met een tweelingnaald ........................................................................................................................

24

Draadspanning ...............................................................................................................................................

25

COMBINATIES VAN STOF, DRAAD EN NAALD ..............................................................

26

2. RECHTE STEKEN EN ZIGZAGSTEKEN NAAIEN ............................................

27

Lees dit alvorens te naaien ..............................................................................................................................

27

Rechte steken naaien ......................................................................................................................................

27

Zigzagsteken naaien ........................................................................................................................................

28

3. INGEBOUWDE STEKEN ................................................................................

29

Blindzoomsteken naaien .................................................................................................................................

29

Schelprijgsteken naaien ...................................................................................................................................

29

Elastieksteken naaien ......................................................................................................................................

30

Universele steken naaien ................................................................................................................................

31

Patchwork naaien ...........................................................................................................................................

31

Overlocksteken naaien ....................................................................................................................................

31

Veersteken naaien ...........................................................................................................................................

32

Drievoudige stretchsteken naaien ....................................................................................................................

32

Decoratieve steken naaien ..............................................................................................................................

33

4. KNOOPSGATEN NAAIEN EN KNOPEN AANZETTEN ..................................

34

Knoopsgat maken ............................................................................................................................................

34

Knoopsgaten aanpassen ..................................................................................................................................

35

Knopen aanzetten ...........................................................................................................................................

36

3

——————————————————————————————————————————————————————————

5. WERKEN MET ACCESSOIRES EN APPLICATIES ............................................

37

Rits inzetten ....................................................................................................................................................

37

Plooien ...........................................................................................................................................................

38

Stoppen ...........................................................................................................................................................

38

Applicaties ......................................................................................................................................................

39

Monogrammen naaien en borduren ...............................................................................................................

39

OPTIONELE ACCESSOIRES ...............................................................................................

41

Werken met de boventransportvoet .................................................................................................................

41

Werken met de quiltvoet .................................................................................................................................

42

Werken met de patchworkvoet .......................................................................................................................

43

6. BIJLAGE ........................................................................................................

44

ONDERHOUD ..................................................................................................................

44

Lampje verwisselen .........................................................................................................................................

44

Reinigen ..........................................................................................................................................................

44

Probleemoplossing ..........................................................................................................................................

46

TREFWOORDENLIJUST .....................................................................................................

49

4

1 UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN

DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN

1

3

7

6

2

 

 

 

5 1

 

 

 

 

 

G

 

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

F

 

 

 

 

 

E

 

8

 

 

 

D

 

9

 

 

 

H

J

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

I

0

 

 

 

 

 

 

 

 

C

 

 

A

B

 

 

 

K

 

 

 

 

 

1Spoelwinder (pagina 16)

Hiermee windt u de onderdraad op de betreffende spoel.

2Klospen (pagina 16, 21)

Bestemd voor de draadklos.

3Draadgeleider (pagina 16, 21)

Hiermee windt u de onderdraad op de spoel en vervolgens rijgt u de machine in.

4 Draadophaalhendel (pagina 21)

5Gat voor extra klospen (pagina 25)

Bestemd voor een tweede draadklos wanneer u naait met de tweelingnaald.

6Steekbreedteknop (pagina 15)

Hiermee regelt u de steekbreedte.

7Bovenspanningsknop (pagina 25)

Hiermee regelt u de spanning van de bovendraad.

8Draadafsnijder (pagina 28)

Leid de draden door de draadafsnijder om deze af te snijden.

9Naaldinrijger (pagina 22)

(Alleen beschikbaar op bepaalde modellen.)

0Snel verwisselbare spoel (pagina 19)

(Alleen beschikbaar op bepaalde modellen.)

A Afneembare accessoiretafel (pagina 10)

B Persvoet (pagina 9)

CAchteruitnaaihendel (pagina 15)

Door deze in te drukken kunt u achteruit naaien.

DPatroonkeuzeknop (pagina 11)

U kunt deze knop in beide richtingen draaien om de gewenste steek te kiezen.

ESteeklengteknop (pagina 14)

Hiermee regelt u de steeklengte.

F Knoopsgat fijnafstelschroef (pagina 35)

GHandwiel

Hiermee zet u handmatig de naald omhoog en omlaag.

HHoofdschakelaar (ook voor naailampje (pagina 8)

Met deze schakelaar zet u de machine en het naaikampje aan of uit.

IVoetpedaalaansluiting (pagina 7)

Steek de voetpedaalstekker in de aansluiting en sluit de machine aan op het stroomnet.

JPersvoethendel (pagina 21)

Hiermee zet u de persvoet omhoog en omlaag.

KVoetpedaal (pagina 8)

Met dit pedaal regelt u de naaisnelheid en start en stopt u met naaien.

Onderdeelcode voor zigzagpersvoet: XC4901-051

Voetpedaal: Model KD-1902

Onderdeelcode: XC7359-021(110/120V-gebied)

XC7438-221(220/240V-gebied)

XC7456-221(Groot-Brittannië)

XC7455-021(Australië, Nieuw

Zeeland)

5

UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————

ACCESSOIRES

De volgende accessoires zijn opgeslagen in de accessoiretafel. Deze accessoires zijn bedoeld als hulpmiddel bij naaitaken.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

Nr.

Onderdeel

Onderdeelcode

Nr.

Onderdeel

Onderdeelcode

1

Ritsvoet (1 stuk)

X59370-021

5

Knoopsgatenvoet (1 stuk)

X59369-321

2

Spoel (3 stuks)

SFB: XA5539-151

6

Knopenaanzetvoet (1 stuk)

X59375-121

7

Extra klospen (1 stuk)

130920-021

 

 

 

3

Naaldsetje (normale enkele

129583-021

8

Schroevendraaier (1 stuk)

X55467-021

naald HAX130 (3 stuks))

 

 

 

 

 

4

Tweelingnaald (1 stuk)

X57521-021

9

Stopplaat (1 stuk)

XC6063-021

Opmerking

● Welke accessoires worden bijgeleverd hangt af van het model machine.

Optionele accessoires

1.

2.

3.

Nr.

Onderdeel

Onderdeelcode

1

Boventransportvoet

F034N: XC2165-002

2

Quiltvoet

F005N: XC1948-002

3

Patchworkvoet

F001N: XC1944-002

6

WERKEN MET UW NAAIMACHINE

WAARSCHUWING

1

Gebruik uitsluitend normale huishoudstroom voor deze machine. Door een andere stroomvoorziening te gebruiken kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de machine veroorzaken.

Zet in de volgende gevallen de hoofdschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact:

Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat

Wanneer u klaar bent met werken

Wanneer de stroom uitvalt tijdens het gebruik

Wanneer de machine niet goed functioneert vanwege een slechte aansluiting of loskoppeling

Tijdens onweer

VOORZICHTIG

Gebruik geen verlengsnoeren of meerwegadapters waarop een groot aantal andere apparaten is aangesloten. Dit kan leiden tot brand of elektrische schok.

Raak de stekker niet met natte handen aan. U kunt dan een elektrische schok krijgen.

Zet altijd eerst de hoofdschakelaar uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Pak altijd de stekker vast om deze uit het stopcontact te halen. Wanneer u aan het snoer trekt, kan dit beschadigd raken, met brand of een elektrische schok als gevolg.

Let op dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt, sterk buigt, trekt, draait of bundelt. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Bescherm het snoer tegen hitte. Hierdoor zou het snoer beschadigd kunnen raken en brand of een elektrische schok veroorzaken. Als het snoer of de stekker beschadigd is, mag u de machine niet meer gebruiken; breng de machine eerst naar de erkende dealer!

Haal de stekker uit het netstopcontact, wanneer u de machine langere tijd niet gebruikt; anders kan brand uitbreken.

Stekkers aansluiten

1Sluit de voetpedaalstekker aan op de machine.

2Steek de voedingsstekker in het wandstopcontact.

Opmerking

Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, moet u de hoofdschakelaar uitzetten of de stekker uit het wandstopcontact nemen.

Wanneer u onderhoud verricht aan de machine, deksels verwijdert of lampjes verwisselt moet u de stekker uit het stopcontact halen.

7

UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————

Hoofdschakelaar (ook voor naailampje)

Met deze schakelaar zet u de machine en het naailampje aan of uit.

1

2

1 Inschakelen (naar de ‘I’)

2 Uitschakelen (naar de ‘O’)

Voetpedaal

Wanneer u het voetpedaal licht intrapt, naait de machine op lage snelheid. Wanneer u het voetpedaal dieper intrapt, naait de machine sneller. Wanneer u uw voet van het voetpedaal neemt, stopt de machine. Plaats niets op het voetpedaal wanneer het apparaat niet in gebruik is.

1

1 Voetpedaal

VOORZICHTIG

Zorg dat zich geen materiaal of stof ophoopt op het voetpedaal. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.

Naald controleren

De naainaald moet altijd recht en scherp zijn om soepel te kunnen naaien.

Naald controleren

Plaats de vlakke kant van de naald op een plat oppervlak. Controleer de naald van boven en vanaf de zijkant. Gooi verbogen naalden veilig weg.

1

2

1 Parallel

2 Plat oppervlak (spoelhuisdeksel, glas, enzovoort)

Naald vervangen

VOORZICHTIG

Zet de hoofdschakelaar uit voordat u de naald verwisselt. Wanneer u de hoofdschakelaar aan laat en het voetpedaal intrapt, start de machine en kunt u letsel oplopen.

Gebruik uitsluitend naalden voor huishoudnaaimachines. Andere naalden verbuigen of breken mogelijk, waardoor u letsel kunt oplopen.

Naai nooit met een verbogen naald. Een verbogen naald breekt gemakkelijk en hierdoor kunt u letsel oplopen.

1Haalwandstopcontact.de hoofdstekker uit het

2Zet de naald in de hoogste stand door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in), zodat de markering op het wiel omhoog staat.

8

3Zet de persvoethendel omlaag.

1

1 Persvoethendel

4Houd de naald in uw linkerhand en draai met een schroevendraaier de naaldklemschroef tegen de klok in om de naald uit te nemen.

1

2

1 Schroevendraaier

2 Naaldklemschroef

Gebruik niet te veel kracht bij het losof vastdraaien van de naaldklemschroef; hierdoor zouden bepaalde onderdelen van de naaimachine beschadigd kunnen raken.

5Breng de naald in met de vlakke kant naar achteren, totdat de naald de naaldstopper raakt. Draai vervolgens de naaldklem vast met de schroevendraaier.

1

2 3

1 Schroevendraaier

2 Naaldstopper

3 Naald

Installeer de tweelingnaald op dezelfde manier.

VOORZICHTIG

Controleer of u de naald hebt ingebracht tot aan de stopper en draai de

naaldklemschroef stevig vast met een

1

 

schroevendraaier. Als u de naald niet

 

geheel hebt ingebracht of de naaldklem

 

los zit, kan de naald breken of de

 

machine beschadigen.

 

Persvoet verwisselen

VOORZICHTIG

Zet de hoofdschakelaar altijd uit voordat u de persvoet verwisselt. Wanneer u de hoofdschakelaar aan laat en het voetpedaal intrapt, start de machine en kunt u letsel oplopen.

Gebruik altijd de juiste persvoet voor het steekpatroon dat u hebt gekozen. Wanneer u een onjuiste persvoet gebruikt, raakt de naald mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de naald verbuigen of breken, waardoor u mogelijk letsel oploopt.

Gebruik alleen persvoeten die zijn bedoeld voor deze machine. Het gebruik van een andere persvoet kan een ongeluk of letsel veroorzaken.

U kiest een persvoet afhankelijk van wat en hoe u wilt naaien.

Kliktype

1Zet de naald in de hoogste stand door het handwiel naar u toe te draaien (tegen de klok in) en zet de persvoethendel omhoog.

2Ontgrendel de voet door de hendel achter op de houder omhoog te zetten.

1

1 Persvoet

9

UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————

3Plaats een andere persvoet op de steekplaat, zodat de stang op de persvoet zich tegenover de uitsparing in de bevestigingspen bevindt.

4Zet de persvoethendel omlaag en bevestig de persvoet aan de bevestigingspen. Als de persvoet zich op de juiste plaats bevindt, klikt de stang vast.

1

1Bevestigingspen

Installatierichting persvoet

VOORZICHTIG

Als de persvoet niet in de juiste richting wordt geïnstalleerd, raakt de naald mogelijk de persvoet. Hierdoor kan de naald breken en letsel veroorzaken.

Accessoiretafel

De accessoires zitten in een opbergvak in de accessoiretafel.

1Schuifopenen.de accessoiretafel naar links om deze te

1

2

1 Accessoiretafel

2 Opbergvak

Opmerking

Stop de accessoires in een zak en bewaar deze zak in het opbergvak. Als de accessoires niet in een zak zitten, kunnen ze uit het vak vallen en raken dan wellicht zoek of beschadigd.

Werken met de vrije arm

Naaien met de vrije arm is handig voor cilindrische en moeilijk te bereiken stukken. Wanneer u uw machine wilt omzetten op de vrije arm, haalt u de accessoiretafel eruit.

1Schuif de accessoiretafel naar links om deze los te maken.

1

1 Accessoiretafel

10

Brother BM-3500, XL-2600, XL-3500, BM-2600, XL-2610 User's Guide

DE REGELKNOPPEN

Patroonkeuzeknop

VOORZICHTIG

Wanneer u een patroon kiest met de patroonkeuzeknop, draait u het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald in de hoogste stand te zetten. Als de naald omlaag staat wanneer u de patroonkeuzeknop draait, raakt de persvoet of de stof mogelijk beschadigd.

35 steken (alleen beschikbaar op bepaalde modellen)

U kiest een steek door de patroonkeuzeknop in een van

1

 

beide richtingen te draaien. In het volgende gedeelte

 

vindt u aanbevolen steeklengten en steekbreedten.

 

2

1

1 Patroonkeuzeknop

2 Gekozen patroonnummer

25 steken

11

UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————

Patronen en steeknamen

 

 

Patroon

 

Aanbevolen

Aanbevolen

Instructie

 

 

 

 

 

 

Steek

breedte

lengte

Pagina in

35 steken

25 steken

 

(mm (inch))

(mm (inch))

handleiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Automatisch knoopsgat in

3-5

F- 1,5

34

 

 

 

 

 

 

vier stappen

(1/8 – 3/16)

(1/64-1/16)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0-5 (0-3/16)

1-4

27, 37, 38, 41,

 

 

 

 

 

 

Rechte steek

(naaldstand wordt

 

 

 

 

 

 

(1/16-3/16)

42, 43

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gewijzigd)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zigzagsteek

0-5

F-4

28, 36, 39, 41

 

 

 

 

 

 

(0-3/16)

(1/64-3/16)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blindzoomsteek

3-5

F-2

29

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/16)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schelprijgsteek

3-5

F-3

29

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Elastische zigzagsteek

3-5

F-2,5

30

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blindzoomstretchsteek

3-5

F-1,5

29

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/16)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Blindzoomstretchsteek

3-5

F-1,5

29

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/16)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Elastische schelpplooisteek

3-5

F-3

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Universele steek

3-5

F-3

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Brugsteek

3-5

F-3

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Patchworksteek

3-5

F-3

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Driehoek satijnsteek

3-5

F- 1,5

33

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

(1/64-1/16)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0-5 (0-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)*

 

 

 

 

 

 

 

Drievoudige stretchsteek

(naaldstand wordt

27

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

 

gewijzigd)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

 

Drievoudige

3-5

2,5 (3/32)*

32

 

 

 

 

 

 

zigzagstretchsteek

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

 

Stretchoverlocksteek

3-5

2,5 (3/32)

31

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* Deze steek kunt u ook naaien wanneer de steeklengteknop is ingesteld op .

12

Patroon

 

Aanbevolen

Aanbevolen

Instructie

 

 

 

 

 

Steek

breedte

lengte

Pagina in

 

35 steken

25 steken

 

 

(mm (inch))

(mm (inch))

handleiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

Elastische overlocksteek

3-5

2,5 (3/32)

31

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Veersteek

3-5

2,5 (3/32)

32

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Pijlpuntsteek

3-5

2,5 (3/32)

31

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Pijlpuntsteek

3-5

2,5 (3/32)

31

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Decoratieve steek

3-5

2,5 (3/32)

33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Bladsteek

3-5

2,5 (3/32)

33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Boomsteek

3-5

2,5 (3/32)

33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Verbindingssteek

3-5

2,5 (3/32)

33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vast

 

 

 

 

 

 

Decoratieve steek

3-5

2,5 (3/32)

33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stretchoverlocksteek

3-5

Vast

33

 

 

 

 

 

(1/8-13/64)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stretchoverlocksteek

3-5

Vast

33

 

 

 

 

 

(1/8-13/64)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Smocksteek

3-5

Vast

31

 

 

 

 

 

(1/8-13/64)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN ——————————————————————————————————————————

 

 

Patroon

 

Aanbevolen

Aanbevolen

Instructie

 

 

 

 

 

 

Steek

breedte

lengte

Pagina in

35 steken

25 steken

 

(mm (inch))

(mm (inch))

handleiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kamsteek

3-5

Vast

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kamsteek

3-5

Vast

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Decoratieve steek

3-5

Vast

33

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fagotsteek

3-5

Vast

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-13/64)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Decoratieve steek

3-5

Vast

31

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Decoratieve zoomsteek

3-5

Vast

33

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Decoratieve steek

3-5

Vast

33

 

 

 

 

 

 

(1/8-3/16)

2,5 (3/32)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Steeklengteknop

Naar gelang de geselecteerde steek moet u mogelijk de steeklengte aanpassen om een optimaal resultaat te krijgen.

De cijfers op de steeklengteknop geven de steeklengte aan in millimeter (mm) (1/25 inch).

HOE HOGER HET CIJFER, DES TE LANGER DE STEEK. Met de instelling “0” wordt de stof niet doorgevoerd. Deze instelling gebruikt u om knopen aan te zetten. Het bereik “F” is voor een satijnsteek (nauwe zigzagsteek). Deze gebruikt u voor knoopsgaten en als decoratieve steek. De gewenste stand voor de satijnsteek varieert naar gelang de stof en de draad die u gebruikt. Om de exacte stand te bepalen test u de steek en steeklengteinstelling op een restje stof om te controleren hoe de stof wordt doorgevoerd.

2 3

1

1

 

VOORZICHTIG

Wanneer de steken te dicht op elkaar zitten, vergroot u de steeklengte en gaat u door met naaien. Ga niet door met naaien zonder de steeklengte te vergroten. Anders breekt de naald mogelijk en kunt u letsel oplopen.

1 Steeklengteknop

2 Korter

3 Langer

14

Stretchstof naaien

35 steken

Stretchsteek selecteren

Wanneer u de steeklengteknop instelt op “” of “” verandert het gekozen patroon in een stretchsteek.

25 steken

Stretchsteek selecteren

Wanneer u de steeklengteknop instelt op “” verandert het gekozen patroon in een stretchsteek.

Steekbreedteknop

De cijfers op de knop geven de steekbreedte aan. HOE HOGER HET CIJFER, DES TE BREDER DE STEEK.

1

1 Steekbreedteknop

Opmerking

Wanneer u de rechte steek of de drievoudige stretchsteek hebt geselecteerd, kunt u de naaldstand wijzigen van links naar rechts door de steekbreedteknop te draaien.

.

Achteruitnaaihendel

U kunt achteruit naaien om af te hechten en zomen te verstevigen.

1

Om achteruit te naaien drukt u de achteruitnaaihendel zo ver mogelijk in en houdt u de hendel in deze stand terwijl u het voetpedaal licht intrapt. Om vooruit te naaien laat u de achteruitnaaihendel los. De machine naait dan vooruit.

1

1 Achteruitnaaihendel

15

Loading...
+ 35 hidden pages