Bosch SBV95M20 User Manual [nl]

Page 1
OM(FCSVJLTBBOXJK[JOH
"GXBTBVUPNBBU
Page 2
6WDUW


$%&















Page 3
nl
3
Inhoudsopgave
8Gebruik volgens de
voorschriften . . . . . . . . . . . . . . . 4
(Veiligheids- voorschriften . . . . 4
Voordat u het apparaat in gebruik
neemt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bij de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Dagelijks gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Deurvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bij schade. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bij het afvoeren van het apparaat. . . . 7
7Milieubescherming . . . . . . . . . . 8
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Uw oude apparaat . . . . . . . . . . . . . . . 8
*Kennismaking met
het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Binnenkant van het apparaat . . . . . . . 9
Menuoverzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
+Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout . . . . . . . . . . . 10
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Tabel voor de waterhardheid . . . . . . 10
Gebruik van onthardingszout . . . . . . 11
Reinigingsproducte
met zoutcomponente . . . . . . . . . . . . 11
Ontharding uitschakelen . . . . . . . . . . 11
,Glansspoelmiddel . . . . . . . . . . 12
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
-Serviesgoed . . . . . . . . . . . . . . . 13
Ongeschikt servies . . . . . . . . . . . . . . 13
Schade aan glas en serviesgoed . . . 13
Inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Uitruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Kopjes en glazen . . . . . . . . . . . . . . . 14
Pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bestekkorf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Etagère . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Omklapbare bordensteunen . . . . . . . 15
Houder voor kleingoed . . . . . . . . . . . 16
Messenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Verstellen van de korfhoogte . . . . . . 16
.Afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 18
Vul afwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Gecombineerde reinigingsmiddelen . 19
/Programma-overzicht . . . . . . . 21
Programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . 22
Aanwijzingen voor testinstituten . . . . 22
TurboSpeed 20 min. . . . . . . . . . . . . . 22
0Extra functies . . . . . . . . . . . . . . 23
Tijd besparen (VarioSpeed+) . . . . . . 23
Halve belading . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
HygiënePlus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
IntensiefZone . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Extra drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
1Apparaat bedienen . . . . . . . . . . 24
Programmagegevens . . . . . . . . . . . . 24
Aqua-Sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Inschakelen van het apparaat . . . . . . 24
Optische indicatie tijdens het
programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . 25
Resttijdindicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Starttijd kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Einde van het programma . . . . . . . . 26
Page 4
nl Gebruik volgens de voorschriften
4
Automatisch uitschakelen /
Binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . 27
Uitschakelen van het apparaat . . . . . 27
Onderbreken van het programma . . 28
Afbreken van het programma . . . . . . 28
Wijzigen van het programma . . . . . . 28
Intensief drogen . . . . . . . . . . . . . . . . 29
2Reinigen en onderhouden . . . 29
Algemene toestand van
de machine . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Onthardingszout en
glansspoelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 30
Zeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Sproeiarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
3Wat te doen bij storingen? . . . 31
Afvoerpomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Storingentabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
4Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . 42
5Plaatsen en aansluiten . . . . . . 42
Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . 42
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . 42
Aflevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . 43
Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Aansluiten op de waterafvoer . . . . . . 43
Aansluiten op de watertoevoer . . . . . 44
Warmwateraansluiting. . . . . . . . . . . . 44
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . 45
Demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Bescherming tegen vorst
(Leegmaken van het apparaat). . . . . 46
8 Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden en de huiselijke omgeving.
De afwasautomaat alleen
in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
( Veiligheids-
voorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Kinderen vanaf 8 jaar en personen die wegens hun beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vaardigheden of hun onervarenheid of onwetendheid niet in staat zijn om het apparaat veilig te bedienen, mogen het apparaat niet zonder toezicht of aanwijzingen van een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Page 5
Veiligheidsvoorschriften nl
5
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter.
Bij aflevering
1. Controleer onmiddellijk
of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
2. Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren.
3. Laat kinderen niet met
de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Zorg ervoor dat de
achterzijde van de afwasautomaat na de installatie niet meer vrij toegankelijk is (aanraakbeveiliging wegens hete oppervlakken).
Het apparaat volgens het
installatie­en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten.
Tijdens het installeren mag
de afwasautomaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische
aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje 9: van de afwasautomaat.
Als de elektrische
aansluitkabel van het apparaat beschadigd wordt, dan moet deze door een speciale aansluitkabel vervangen worden.
Om gevaren te voorkomen mag deze alleen door de Servicedienst vervangen worden.
Page 6
nl Veiligheidsvoorschriften
6
Als de afwasmachine
in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden.
Wanneer u boven de
afwasautomaat een magnetron inbouwt, kan deze beschadigd raken.
Voor een goede stabiliteit
van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron (radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die warmte afgeven) installeren en niet onder een kookplateau inbouwen.
Na het plaatsen van het
apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
(Zie Elektrische aansluiting)
Bij sommige modellen:
In de kunststof behuizing aan de wateraansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen.
Dagelijks gebruik
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling)
Deurvergrendeling
*
De beschrijving van de kinderbeveiliging bevindt zich achterinindeomslag.
*Afhankelijk vanhet model
Bij schade
Reparaties en ingrepen
mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Als het bedieningspaneel is
beschadigd (scheuren, gaten, afgebroken toetsen), mag het apparaat niet meer worden gebruikt. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Kraan dichtdraaien, bel de klantenservice.
Page 7
Veiligheidsvoorschriften nl
7
Bij het afvoeren van het apparaat
1. Het afgedankte apparaat
onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
2. Het apparaat
op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren.
ã=Waarschuwing
Verwondingsgevaar!
Om verwondingen bijv. door
struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen.
Messen en andere
voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden in de bestekkorf zetten of plat in het messenrek* leggen.
Niet op de geopende deur
gaan zitten of staan.
Let er bij vrijstaande
apparaten op dat de korven niet overladen zijn.
Als het apparaat niet
in een nis staat waardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt worden (kans op verwondingen). De afdekkingen zijn als extra toebehoren tegen meerprijs bij de Servicedienst of bij uw leverancier verkrijgbaar.
* afhankelijk van het model
ã=Waarschuwing
Gevaar door explosie!
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie.
ã=Waarschuwing
Risico van brandwonden!
Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
ã=Waarschuwing
Gevaren voor kinderen!
Maak gebruik – indien
aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen of het bedienen.
Page 8
nl Milieubescherming
8
Kinderen uit de buurt
van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt
van de geopende afwasautomaat houden, Het water in het apparaat is geen drinkwater. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
Let op dat kinderen niet
in de tab-opvangschaal 1: grijpen. De vingertjes kunnen in de sleuven beklemd raken.
Let er bij een op een hoge
plaats ingebouwd apparaat op dat er bij het openen en sluiten van de deur geen kinderen klem komen te zitten of bekneld raken tussen de apparaatdeur en de onderliggende kastdeur.
Kinderen kunnen zich
opsluiten in het apparaat (verstikkingsgevaar) of in een andere gevaarlijke situatie terechtkomen. Bij uitgediende apparaten daarom: Trek daarom de stekker uit het stopcontact. Aansluitkabel doorknippen en verwijderen. Deurslot onklaar maken zodat de deur niet meer sluit.
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren.
U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor is bij het afvoeren van het apparaat een scheiding per soort van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij levering” in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij het afvoeren” in acht.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/ EC afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldende terugname en verwerking van oude apparaten.
Page 9
Kennismaking met het apparaat nl
9
* Kennismaking met het
apparaat
Kennismaking methet apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
Bedieningspaneel
* Afhankelijk van het model
** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
* Afhankelijk van het model
Menuoverzicht
De instellingen vindt u in de afzonderlijke hoofdstukken.
( AAN/UIT-schakelaar 0 Programmatoetsen ** 8 Indicatie „Watertoevoer
controleren”
@ Indicatie zout bijvullen H Indicatie glansspoelmiddel bijvullen P Starttijd kiezen * X Extra functies ** ` START-toets h Cijferindicatie )" Toets om de deur te openen
1" Binnenverlichting * 1* Bovenste servieskorf 12 Messenrek * 1: Tab-opvangschaal 1B Bovenste sproeiarm 1J Onderste sproeiarm 1R Reservoir voor onthardingszout 1Z Zeven 1b Bestekkorf 1j Onderste servieskorf 9" Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
9* Afwasmiddelbakje 92 Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
9: Typeplaatje
• Waterhardheid •:‹‹ - •:‹ˆ š Intensief drogen š:‹‹ - š:‹‚
§ Glansspoelmiddel §:‹‹ - §:‹‡ ‘ Warmwater ‘:‹‹ - ‘:‹‚ › Pieptoon Programma-einde ›:‹‹ -
›:‹„
˜ Automatische uitschakeling ˜
:‹‹ -
˜:‹ƒ
Optische indicatie tijdens het
programmaverloop †:‹‹ – †:‹ƒ
Page 10
nl Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
10
+ Wateronthardingsinsta
llatie/Onthardingszout
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater is harder dan 7° dH (1,2 mmol/l), moet onthard worden. Dit gebeurt met behulp van onthardingszout (regenereerzout) in de wateronthardingsinstallatie van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is van •:‹‹ tot •:‹ˆ instelbaar.
Bij de instelwaarde •:‹‹ is geen onthardingszout nodig.
1. Vraag de hardheidsgraad van het
water. Informeer bij het waterleidingbedrijf.
2. De instelwaarde vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
3. Deur openen.
4. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
5. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt.
6. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde •:‹ˆ is bereikt, dan springt de indicatie weer op •:‹‹ (uit).
2. START-toets ` indrukken.
De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen.
3. Deur sluiten.
Tabel voor de waterhardheid
¯¯ ¯³ ¯ ¯´ ¯ ¯ ¯± ¯Å
:DWHU KDUGKHLGV ZDDUGHG+
² ]DFKW
² ]DFKW
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² JHPLGGHOG
² KDUG
² KDUG
² KDUG
PPROO
²
²
²
²
²
²
²
²
,QVWHOZDDUGH RSâPDFKLQH
+DUGKHLGV EHUHLN
Page 11
Wateronthardingsinstallatie/Onthardingszout nl
11
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
1. De schroefdop van het voorraadreservoir 1R eraf draaien.
2. Het reservoir met water vullen (alleen nodig bij het eerste gebruik).
3. Hierna onthardingszout bijvullen (geen keukenzout of tabletten).
Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen @ op het bedieningspaneel brandt, moet opnieuw zout worden bijgevuld.
* Afhankelijk van het model
Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten
Reinigingsproducte metzoutcomponente
Bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen/ ontharding uitschakelen
Ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen @ stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcomponenten), dan kan deze uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen” is beschreven en de waarde op •:‹‹ zetten.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie en de indicatie zout bijvullen uitgeschakeld.
ã Attentie
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Page 12
nl Glansspoelmiddel
12
, Glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel
Als indicatie Glansspoelmiddel bijvullen H op het bedieningspaneel brandt, dan is er nog glansspoelmiddel voor 1-2 afwasbeurten aanwezig. U moet glansspoelmiddel bijvullen.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten met glansspoelcomponenten kunnen alleen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is ook hier het gebruik van glansspoelmiddel noodzakelijk.
1. Het voorraadreservoir 9" openen door het lipje op het deksel in te drukken en op te tillen.
2. Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten.
3. Deksel sluiten tot u een klik hoort.
4. Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
De hoeveelheid glansspoelmiddel is van §:‹‹ tot §:‹‡ instelbaar. Stel de hoeveelheid wasverzachter in op §:‹† voor een bijzonder goed droogresultaat. In de fabriek is niveau §:‹† ingesteld.
Verander de hoeveelheid glansspoelmiddel alleen als er strepen (lagere stand instellen) of watervlekken (hogere stand instellen) op het serviesgoed achterblijven.
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... aangeeft.
PD[
Page 13
Serviesgoed nl
13
4. Beide toetsen loslaten.
De indicatie van toets # knippert en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….
5. Programmatoets # net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie h de in de fabriek ingestelde waarde §:‹† verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde §:‹‡ is bereikt, dan springt de indicatie weer op §:‹‹ (uit).
2. START-toets ` indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3. Deur sluiten.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie H stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcomponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld.
Ga te werk zoals onder „Dosering
glansspoelmiddel instellen” is beschreven en de waarde op §:‹‹ zetten.
Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel H bijvullen uitgeschakeld.
- Serviesgoed
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige
kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed.Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas.
chemische samenstelling van het
afwasmiddel.
temperatuur van het water tijdens
de afwas.
Advies:
gebruik alleen glas en porselein dat
volgens de fabrikant geschikt is voor de afwasautomaat.
gebruik afwasmiddel waarop staat
aangegeven dat het het serviesgoed ontziet.
glas en bestek na afloop van het
programma zo snel mogelijk uit de afwasmachine halen.
Page 14
nl Serviesgoed
14
Inruimen
1. Grove etensresten verwijderen.
Afspoelen onder stromend water is niet nodig.
2. Het serviesgoed zodanig inruimen
dat – het stevig staat en niet kan
omvallen;
– alle soorten serviesgoed met
de opening naar beneden staan;
– serviesgoed met een ronding
of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen;
– het de twee sproeiarmen 1B
en 1J tijdens het ronddraaien niet belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste servieskorf op het serviesgoed in de onderste servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat van onder naar boven uit te ruimen.
Heet serviesgoed is stootgevoelig! Laat het daarom na afloop van het programma net zo lang in de afwasautomaat afkoelen tot u het goed kunt vastpakken.
Aanwijzing
Na het einde van het programma kunnen er in het apparaat nog waterdruppels zichtbaar zijn. Dit heeft geen invloed op het drogen van het serviesgoed.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 1*
Pannen
Onderste servieskorf 1j
Tip
Erg vervuild serviesgoed (pannen) moet in de onderste korf worden ingeruimd. Door de sterkere sproeistraal verkrijgt u zo een beter afwasresultaat.
Page 15
Serviesgoed nl
15
Tip
Andere voorbeelden hoe u uw afwasautomaat optimaal kunt inruimen, vindt u op onze homepage. U kunt deze gratis downloaden. Ons internetadres vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Bestekkorf
Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar beneden inruimen.
Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen.
Etagère
Etagère *
De etagère en de ruimte daaronder kunt u gebruiken voor kleine kopjes en glazen of voor groter bestek zoals pollepels of voorsnijcouvert. De etagère kan omhoog geklapt worden wanneer deze niet wordt gebruikt.
* Afhankelijk van het model is een 3­voudige hoogteverstelling mogelijk. Daartoe de etagère eerst rechtop zetten en omhoog trekken, dan iets schuin staand op de gewenste hoogte (1, 2 of 3) schuiven en laten vastklikken.
Omklapbare bordensteunen
Omklapbare bordensteunen *
* Afhankelijk van het model De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd.
 
&/,&.
Page 16
nl Serviesgoed
16
Houder voor kleingoed *
Houder voor kleingo ed
* Afhankelijk van het model Hier kunnen lichte voorwerpen
van kunststof zoals bekers, deksels enz. vastgeklemd worden.
Messenrek *
Messenrek
* Afhankelijk van het model Lange messen en andere lange
voorwerpen kunnen horizontaal ingeruimd worden.
Verstell en vandekorfhoogte
Verstellen van de korfhoogte *
* Afhankelijk van het model De bovenste servieskorf 1* kan –
indien gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed.
Hoogte van het apparaat 81,5 cm
Hoogte van het apparaat 86,5 cm
Afhankelijk van de uitvoering van de bovenste servieskorf in uw model afwasautomaat kunt u kiezen uit een van de volgende manieren om te werk te gaan:
Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 22 cm 30 cm Stand 2 max. ø 24,5 cm 27,5 cm Stand3max.ø 27cm 25cm
Bovenste
korf
Onderste
korf
Stand 1 max. ø 24 cm 33 cm Stand 2 max. ø 26,5 cm 30,5 cm Stand 3 max. ø 29 cm 28 cm
Page 17
Serviesgoed nl
17
Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant
1. De bovenste servieskorf 1*
uittrekken.
2. Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf een voor een naar binnen drukken. Hierbij de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vasthouden om te voorkomen dat hij plotseling naar beneden valt.
3. Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand vastpakken en naar boven trekken.
4. Overtuig u ervan dat de korf –
voordat u hem weer in het apparaat schuift – aan beide zijden op dezelfde hoogt ligt. Anders kan de deur van het apparaat niet dicht en heeft de bovenste sproeiarm geen verbinding met het aansluitpunt van de watertoevoer.
Bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen
1. De bovenste servieskorf 1*
uittrekken.
2. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste (stand 3) resp. onderste (stand 1) rollen weer erin hangen.
Page 18
nl Afwasmiddel
18
. Afwasmiddel
Afwasmiddel
U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Afhankelijk van de vervuiling kan met poedervormig of vloeibaar afwasmiddel de dosering individueel worden aangepast. Tabs bevatten voor alle afwasprogramma’s voldoende werkzame stoffen. Moderne, krachtige afwasmiddelen hebben meestal een laag alkalische receptuur met fosfaat en enzymen. Fosfaten binden de kalk in het water. Enzymen breken zetmeel af en lossen eiwitten op. Minder voorkomend zijn afwasmiddelen zonder fosfaa t . D eze h e b b e n iets m i n d e r vermogen om kalk te binden en vereisen een hogere dosering. Om gekleurde vlekken (bijv. thee of ketchup) te verwijderen worden meestal bleekmiddelen op basis van zuurstof gebruikt.
Aanwijzing
Neem voor een goed afwasresultaat altijd de aanwijzingen op de verpakking in acht! Hebt u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel.
ã Waarschuwing – Let
op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
Vul afwasmiddel
1. Als het afwasmiddelbakje 9* nog
dicht is: vergrendeling 92 bedienen om het te openen.
Afwasmiddel alleen in het droge afwasmiddelbakje 9* gieten (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: ziedeaanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. De indeling in het afwasmiddelbakje 9* biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel. Gewoonlijk volstaat 20 ml–25 ml bij normale vervuiling. Bij gebruik van tabs is één tablet voldoende.
2. Deksel van het bakje omhoog schuiven tot de sluiting hoorbaar vastklikt.
PO
PO
PO
Page 19
Afwasmiddel nl
19
Het afwasmiddelbakje gaat, afhankelijk van het programma, op het juiste tijdstip automatisch open. Het poedervormige of vloeibare afwasmiddel wordt in het apparaat verdeeld en opgelost, het tablet valt in de tab-opvangschaal en wordt daar gedoseerd opgelost.
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven.
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u online op onze internetsite of bij de Servicedienst bestellen (zie achterkant).
Gecombineerde reinigingsmiddelen
Naast de gebruikelijke afwasmiddelen (Solo) wordt een aantal producten aangeboden met extra functies. Deze producten bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zoutvervangende stoffen (3in1) en, afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1, enz.), ook nog extra componenten zoals glasbescherming of glansmiddel voor roestvrij staal. Gecombineerde reinigingsmiddelen functioneren alleen tot een bepaalde hardheidsgraad (meestal 21°dH). Boven deze grenswaarde moeten zout en glansspoelmiddel worden toegevoegd.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten gebruikt worden past het afwasprogramma zich automatisch zodanig aan dat altijd het best mogelijke afwas- en droogresultaat bereikt wordt.
ã Waarschuwing – Leg geen kleine
voorwerpen om af te wassen in de tab­opvangschaal 1:; hierdoor kan het tablet niet gelijkmatig oplossen.
ã Waarschuwing – Als u na de start
van het programma serviesgoed wilt bijvullen, gebruik de tab­opvangschaal 1: dan niet als handgreep voor de bovenste servieskorf. Het tablet kan er al in liggen waardoor u met het gedeeltelijk opgeloste tablet in contact komt.
Page 20
nl Afwasmiddel
20
Aanwijzingen
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van losse afwasmiddelen in combinatie met (apart) gebruik van onthardingszout en glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen
tabletten door een verschillende manier van oplossen eventueel niet de volle reinigingskracht ontwikkelen waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes achterblijven. Voor deze programma's is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
Bij het programma „Intensief” (niet
bij alle modellen) is de dosering van één tablet voldoende. Bij gebruik van poedervormig afwasmiddel kunt u nog wat extra afwasmiddel op de binnenkant van de deur strooien.
Ook als de indicatie
glansspoelmiddel en/of zout bijvullen brandt, verloopt het afwasprogramma bij gebruik van gecombineerd reinigingsmiddelen zonder problemen.
Bij gebruik van afwasmiddelen
met in water oplosbaar beschermend omhulsel: het omhulsel alleen met droge handen vastpakken. Het afwasmiddelbakje moet vóór het vullen absoluut droog zijn, anders kan het afwasmiddel eraan vastplakken.
Als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op losse afwasmiddelen omschakelt, let er dan op dat de wateronthardingsinstallatie en de hoeveelheid glansspoelmiddel op de juiste waarde zijn ingesteld.
Page 21
Programma-overzicht nl
21
/ Programma-overzicht
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bijpassende programma’s en hun rangschikking vindt u op het bedieningspaneel.
Soort serviesgoed
Soort vervuiling Programma Eventuele extra
functies
Programmaverloop
potten, pannen, niet gevoelig serviesgoed en bestek
erg aangekoekte, ingebrande of opgedroogde zetmeel­of eiwithoudende etensresten
± / °
Intensief 70°
alle
Voorspoelen Reinigen 70° Tussenspoelen Glansspoelen 65° Drogen
Á
Auto 45° - 65°
alle
Wordt naar mate van de vervuiling met behulp van het sensorsysteem geoptimaliseerd.
gemengd serviesgoed en bestek
licht opgedroogde, in het huishouden gebruikelijke etensresten
Á
Auto 45° - 65°
alle
Wordt naar mate van de vervuiling met behulp van het sensorsysteem geoptimaliseerd.
â / à
Eco 50°
alle
Voorspoelen Reinigen 50° Tussenspoelen Glansspoelen 65° Drogen
gevoelig serviesgoed, bestek, temperatuurgevo elige kun ststoffen en gla zen
weinig aangekoekte verse etensresten
é / è
Zacht 40°
Intensief zone Tijd besparen Halve belading Extra drogen
Voorspoelen Reinigen 40° Tussenspoelen Glansspoelen 55° Drogen
gemengd serviesgoed en bestek
TurboSpeed 20 min.
Extra drogen
Reinigen 50° - 60° Glansspoelen 55° - 65°
gevoelig serviesgoed, bestek, temperatuurgevo elige kun ststoffen en gla zen
weinig aangekoekte verse etensresten
ñ / ð
Snel 45°
Extra drogen
Reinigen 45° Tussenspoelen Glansspoelen 55°
Page 22
nl Programma-overzicht
22
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken.
Aanwijzingen voor testinstituten
Testbureaus ontvangen de instructies voor vergelijkingstests (bijv. volgens EN60436).
Hierbij gaat het om de voorwaarden voor het uitvoeren van de tests, niet om de resultaten of de verbruikswaarden.
Aanvraag per e-mail aan: dishwasher@test-appliances.com Benodigd zijn het fabrikaatnummer (E-
Nr.) en het productnummer (FD), die u op het typeplaatje 9: op de deur van het apparaat vindt.
TurboSpeed 20 min.
TurboSpeed 20 min. ­bijzonder snel spoelprogramma waarbij er één keer wordt voorverwarmd*
* Afhankelijk van het model Het apparaat wordt één keer
opgewarmd (ca. 25 min.), daarna wordt het apparaat geladen en kunnen er meerdere snelle spoelbehandelingen (elk 20 min.) na elkaar worden uitgevoerd.
Aanwijzing
Reinigingstabletten zijn niet geschikt voor dit programma, omdat de tabletten niet volledig oplossen in deze korte tijd. Gebruik daarom altijd een poedervormig reinigingsmiddel en zorg ervoor dat de reservoirs voor onthardingszout en glansspoelmiddel altijd gevuld en op de juiste waarde ingesteld zijn (zie hoofdstuk „Wateronthardingsinstallatie” en „Glansspoelmiddel”).
Lees de gebruiksaanwijzing goed door, het programma verschilt van de andere programma’s:
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programma TurboSpeed 20 min.
kiezen. Op de cijferindicatie h knippert
(= opwarmfase).
4. START-toets ` indrukken.
5. Deur sluiten.
De opwarmfase van het lege apparaat begint. Bij de vloer brandt een lichtpunt * of * (= opwarmfase). Als het apparaat voor de opwarmfase is geladen, duurt de opwarmfase langer.
Page 23
Extra functies nl
23
6. Zodra het lichtpunt * bij de vloer
knippert of p * (p =geladen) verschijnt, kunt u het apparaat openen. Op de cijferindicatie h knippert p (p =geladen).
Attentie! De binnenruimte is heet.
7. Het apparaat laden en met de
START-toets ` de spoelfase starten.
8. Na afloop van de spoelbeurt knippert
het lichtpunt * bij de vloer of O * verschijnt en de zoemer klinkt.
9. Deur openen.
Op de cijferindicatie h verschijnt ‹:‹‹, verwijder het serviesgoed. Na korte tijd knippert p opnieuw op de cijferindicatie h. Attentie! Denk eraan dat het serviesgoed heet is en gevoelig voor schokken!
10.Als er meerdere spoelbehandelingen
gewenst zijn, de afwasautomaat opnieuw laden, op de START­toets ` drukken en de deur sluiten.
11.Als er geen spoelbehandelingen
meer gewenst zijn, de AAN-/UIT­schakelaar ( uitschakelen en de deur sluiten.
0 Extra functies
Extra functies
* afhankelijk van het model Instelbaar via de toetsen extra
functies X.
Å Tijd besparen
(VarioSpeed+) *
Tijd besparen (VarioSpeed+)
Met de functie >>Tijd besparen<< kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 66% verkort worden. Om bij verkorte looptijd optimale reinigings- en droogresultaten te bereiken, wordt het water­en energieverbruik verhoogd.
Halve belading
§ Halve belading *
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „Halve belading” bijschakelen. Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het afwasmiddelbakje met iets minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
μ HygiënePlus *
HygiënePlus
Met deze functie worden de temperaturen verhoogd en extra lang in stand gehouden, om een gedefinieerd desinfectieniveau te bereiken. Hierdoor wordt een verhoogde hygiënestatus bereikt. Deze extra functie is ideaal voor bijv. het afwassen van snijplanken of babyflesjes.
Page 24
nl Apparaat bedienen
24
Ï IntensiefZone *
IntensiefZone
Perfect voor gemengde belading. U kunt erg vuile potten en pannen in de onderste servieskorf samen met normaal vervuild serviesgoed in de bovenste korf afwassen. De sproeidruk in de onderste servieskorf wordt versterkt, de temperatuur van het afwaswater iets verhoogd.
¿ Extra drogen *
Extra drogen
Door een verhoogde temperatuur tijdens het glansspoelen en een verlengde droogfase kunnen ook kunststof delen beter drogen. Het energieverbruik is iets hoger.
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Programmagegevens
De programmagegevens (verbruikswaarden) vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde van de waterhardhei d :‹…. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water en de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor
Aqua-Sensor *
* Afhankelijk van het model De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee de vertroebeling van het afwaswater wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt de Aqua-Sensor in werking. Als de Aqua-Sensor actief is, kan „schoon” afwaswater in de volgende reinigingsfase gebruikt worden en het waterverbruik daardoor met 3–6 liter verminderd worden. Is het water te vuil, dan wordt het afgepompt en door vers water vervangen. In de automatische programma’s worden bovendien temperatuur en looptijd aan de mate van vervuiling aangepast.
Inschakelen van het apparaat
1. Kraan helemaal opendraaien.
2. Deur openen.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen. De indicatie van het programma
Eco 50° knippert. Dit programma blijft gekozen zolang er geen andere programmatoets 0 wordt ingedrukt. Op de cijferindicatie h knippert de vermoedelijke programmaduur.
4. START-toets ` indrukken.
5. Deur sluiten.
Het programmaverloop start.
Page 25
Apparaat bedienen nl
25
Aanwijzing
- voor een milieubesparend gebruik van de afwasautomaat:
Om ecologische redenen is het programma Eco 50° de standaardinstelling bij elke start van het apparaat. Hierdoor spaart u de natuurlijke hulpbronnen en niet op de laatste plaats uw portemonnee.
Het Eco 50° programma is een bijzonder milieubesparend programma. Het is het „standaardprogramma” conform de EU-verordening1016/2010, dat de meest efficiënte standaard reinigingscyclus is voor de reiniging van normaal vervuild serviesgoed en het gecombineerde energie- en waterverbruik voor de reiniging van dit soort serviesgoed.
Programma TurboSpeed 20 min.:
Nadat de START-toets ` voor het eerst is ingedrukt, begint de opwarmfase (ca. 25 min., afhankelijk van de uitgangssituatie) van het apparaat. Nadat het apparaat is geopend en geladen en de START­toets ` is ingedrukt, begint na het sluiten van de deur de spoelfase (20 min.).
Optische indicatie tijdens het programmaverloop *
Optis che in dicatie tij dens het programmaverloop
* afhankelijk van het model Tijdens het programmaverloop
verschijnt een optische indicatie bij de vloer onder de deur van het apparaat.
Bij een voorgeschoven sokkelplaat of bij hooginbouw met een vlak afsluitend meubelfront is de indicatie niet zichtbaar.
Mogelijke instellingen van de optische indicatie:
De fabrieksinstelling is †:‹‚.
Om de instelling te wijzigen:
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programmatoets # ingedrukt
houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... aangeeft.
4. Beide toetsen loslaten.
Het lampje van toets # knippert.
5. Programmatoets # meermaals
indrukken tot op de cijferindicatie h :... (voor de optische indicatie) de tot dusver ingestelde waarde verschijnt, bijv. †:‹‚.
6. Programmatoets 3 meermaals
indrukken tot op de cijferindicatie h de gewenste waarde verschijnt, bijv. †:‹ƒ.
†:‹‹ De indicatie is uitgeschakeld. †:‹‚ Programma, insteltijd, resttijd,
programma-einde en eventueel watergebrek worden weergegeven.
:‹ƒ Zoals :‹‚. Bovendien wordt
aanvullende programma-informatie weergegeven, bijv. het symbool voor halve lading § of glasbeschermingssysteem actief W.
Page 26
nl Apparaat bedienen
26
7. START-toets ` indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
8. Deur sluiten. Voor TurboSpeed 20 min. geldt:
Tijdens de opwarmfase brandt het lichtpunt * of *(= opwarmfase) onderaan. Aan het eind van de opwarmfase knippert het lichtpunt * of p *(p = geladen) om aan te geven dat het apparaat geopend en geladen kan worden.
Resttijdindicatie
Bij de programmakeuze verschijnt de tijdsduur van het programma op de cijferindicatie h. Na de programmastart wordt onderaan bij de vloer de resterende tijd aangegeven (alleen bij de instelling †:‹‚ en †:‹ƒ).
De programmaduur wordt tijdens het programma bepaald door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de mate van vervuiling en kan (afhankelijk van het gekozen programma) variëren.
Starttijd kiezen
Starttijd kiezen *
* Afhankelijk van het model U kunt het programma tot 24 uur later
(in stappen van een uur) laten starten.
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Toets P + indrukken tot de cijferindicatie h op œ:‹‚ springt.
4. Toets P + of – net zo vaak indrukken tot de aangegeven tijd aan uw wens voldoet.
5. START-toets ` indrukken, de gekozen starttijd is geactiveerd.
6. Om de gekozen starttijd te wissen:
de toets P + of – net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie h œ:‹‹ verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma willekeurig wijzigen.
7. Deur sluiten.
Einde van het programma
Het programma-einde O / ‹:‹‹ wordt bij de vloer weergegeven – indien de optische indicatie ingeschakeld en zichtbaar is.
Bovendien wordt het einde van het programma door een zoemtoon akoestisch aangegeven. Deze functie kan als volgt gewijzigd worden:
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt.
4. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….
5. Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie h de in de fabriek ingestelde waarde ›:‹ƒ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1. programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde ›:‹„ is bereikt, dan springt de indicatie weer op ›:‹‹ (uit).
2. START-toets ` indrukken, de instelwaarde is opgeslagen.
3. Deur sluiten.
Page 27
Apparaat bedienen nl
27
Voor TurboSpeed 20 min. geldt:
Het programma is afgelopen wanneer u, nadat het lichtpunt * of O / ‹:‹‹ * onderaan is gaan knipperen, geen verdere spoelbeurten wilt uitvoeren en het apparaat met de AAN-/UIT­schakelaar ( uitschakelt.
Aanwijzing
Afhankelijk van de instelling bij „Automatisch uitschakelen na programma-einde of binnenverlichting” is de optische indicatie niet of slechts kort zichtbaar.
Automatisch uitschakelen na afloop van het programma of binnenverlichting*
Automatisch uitschakelen / Binnenverlic htin g
* afhankelijk van het model Om energie te besparen kan de
afwasautomaat 1 min. of 120 min. na afloop van het programma automatisch worden uitgeschakeld.
De instelling is van ˜:‹‹ tot ˜:‹ƒ kiesbaar.
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt.
4. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….
5. Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie h de waarde ˜:‹… verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1. Programmatoets 3 indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde met één cijfer verhoogd. Als de waarde ˜:‹ƒ is bereikt, dan springt de indicatie weer op ˜:‹‹.
2. START-toets ` indrukken. De instelwaarde is opgeslagen.
3. Deur sluiten.
Uitschakelen van het apparaat
Korte tijd na afloop van het programma:
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
3. Kraan dichtdraaien (niet bij Aqua­Stop).
4. Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat halen.
˜:‹‹ Het apparaat wordt niet
automatisch uitgeschakeld. De binnenverlichting 1" brandt
als de deur geopend is, onafhankelijk van de in- of uitgeschakelde AAN-/UIT­schakelaar (. Bij gesloten deur is de belichting uit. Mocht de deur langer dan 60 min. open staan, dan schakelt de verlichting automatisch uit. De binnenverlichting 1" brandt alleen bij instelwaarde ˜:‹‹.
˜:‹‚ Het apparaat schakelt na 1 min.
uit.
˜:‹ƒ Het apparaat schakelt na 120 min.
uit.
Page 28
nl Apparaat bedienen
28
Aanwijzing
Laat het apparaat na het einde van het programma even afkoelen voordat u het opent. Zo voorkomt u dat er stoom vrijkomt die op den duur schade aan uw inbouwmeubelen kan veroorzaken.
Bij het programma TurboSpeed 20 min. pas dan uitschakelen wanneer er geen verdere spoelbehandelingen moeten plaatsvinden.
Onderbreken van het programma
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen. De indicatielampjes gaan uit. Het
programma blijft in het geheugen opgeslagen. Als bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en dan pas dichtdoen. Anders kan de deur van het apparaat door expansie (overdruk) openspringen of water uit het apparaat komen.
3. Om het programma voort te zetten
de AAN/UIT-schakelaar ( weer inschakelen.
4. Deur sluiten.
Afbreken vanhetprogramma
Afbreken van het programma
(Reset)
1. Deur openen.
2. START-toets ` gedurende
ca. 3 seconden indrukken. Op de cijferindicatie h
verschijnt ‹:‹‚.
3. Deur sluiten. Het programma is na ca. 1 minuut
afgelopen. Op de cijferindicatie h verschijnt ‹:‹‹.
4. Deur openen.
5. AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
6. Deur sluiten.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START­toets ` kan het programma niet gewijzigd worden.
Wijzigen van het programma is alleen mogelijk door het programma af te breken (Reset).
Page 29
Reinigen en onderhouden nl
29
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur verhoogd waardoor het droogresultaat wordt verbeterd. De looptijd kan hierdoor iets verlengd worden. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!)
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt.
4. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….
5. Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie h de in de fabriek ingestelde waarde š:‹‹ verschijnt.
Om de instelling te wijzigen:
1. Door indrukken van de toets 3
kunt u het programma Intensief drogen in- š:‹‚. of uitschakelen š:‹‹.
2. START-toets ` indrukken. De instelwaarde is opgeslagen.
3. Deur sluiten.
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren
op kalkaanslag en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen speciaal voor afwasautomaten geschikte afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Om de deurafdichting altijd schoon
en hygiënisch te houden, moet deze regelmatig worden gereinigd met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
Bij lange standtijd de deur iets open
laten staan om te voorkomen dat er onaangename geuren ontstaan.
Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Page 30
nl Reinigen en onderhouden
30
Bij roestvrijstalen apparaten geen sponsjes gebruiken of deze anders vóór het eerste gebruik een aantal keren grondig uitspoelen om corrosie te voorkomen.
ã Waarschuwing –
Gezondheidsrisico
Nooit andere, bijv. chloorhoudende, reinigingsmiddelen gebruiken!
Onthardingszout en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties @ en H
controleren. Eventueel zout en/ of glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven 1Z zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een microzeef.
1. Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren.
2. Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
3. Eventuele etensresten verwijderen en
de zeven onder stromend water schoonmaken.
4. Zevensysteem in omgekeerde
volgorde weer erin zetten en erop letten dat de gemarkeerde pijlen na het sluiten tegenover elkaar staan.
Page 31
Wat te doen bij storingen? nl
31
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen 1B en 1J blokkeren.
1. Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping controleren.
2. Bovenste sproeiarm 1B eraf schroeven.
3. De onderste sproeiarm 1J naar boven eraf trekken.
4. Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken.
5. Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven.
3 Wat te doen bij
storingen?
Wat te doen bij storingen?
De ervaring leert dat veel storingen die in het dagelijks gebruik optreden, door u zelf verholpen kunnen worden. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. In het volgende overzicht vindt u eventuele oorzaken van de storingen en nuttige aanwijzingen om deze te verhelpen.
Aanwijzing
Mocht het apparaat tijdens het afwassen om onbekende redenen stil blijven staan of niet starten, dan dient u eerst de functie Programma afbreken (reset) uit te voeren. (Zie het hoofdstuk Apparaat bedienen)
ã Waarschuwing – Denk eraan:
reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-originele onderdelen kan aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren.
 
Page 32
nl Wat te doen bij storingen?
32
Afvoerpomp
Grote voedselresten of voorwerpen die niet door de zeven zijn tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater staat dan tot boven de zeef.
In dit geval:
1. Het apparaat eerst losmaken van het elektriciteitsnet.
2. De boven- 1* en onderzeef 1j verwijderen.
3. Zeven 1Z eruit halen.
4. Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons.
5. De witte pompafdekking (zie afbeelding) met behulp van een lepel opwippen. De afdekking aan de beugel vastpakken en schuin naar binnen optillen. Afdekking geheel verwijderen.
6. Schoepenrad controleren op vreemde voorwerpen en deze eventueel verwijderen.
7. Afdekking weer op de oorspronkelijk positie aanbrengen en omlaagdrukken tot hij vastzit (klik).
8. Zeven monteren.
9. Zeven weer aanbrengen.
.OLFN
Page 33
Wat te doen bij storingen? nl
33
Storingentabel
Storing Oorzaak Oplossing
Indicatie „Watertoevoer controleren” 8 brandt.
Watertoevoerslang geknikt. Watertoevoerslang zonder knikken
verleggen. Kraan dicht. Kraan opendraaien. Kraan verstopt of verkalkt. Kraan opendraaien.
Hoeveelheid binnenstromend water
bij geopende kraan: minimaal 10 l per min. Zeef aan de kraan verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien.
Wateraansluiting eraf schroeven.
Zeef in de toevoerslang schoonmaken.
Wateraansluiting weer vastschroeven.
Controleren op dichtheid. Stroom weer
inschakelen. Apparaat inschakelen.
Foutcode “:ƒƒ brandt. Zeven 1Z vuil of verstopt. Zeven reinigen.
(Zie Reinigen en onderhouden)
Foutcode “:ƒ… brandt. Waterafvoerslang verstopt
of geknikt.
Slang zonder knikken aanleggen, eventuele
resten verwijderen. Sifonaansluiting is nog dicht. Aansluiting bij sifon controleren en
eventueel openen. Afdekking van de afvoerpomp zit
los.
Afdekking goed vastmaken.
(Zie Afvoerpomp)
Foutcode “:ƒ† brandt. Waterafvoerpomp geblokkeerd
of afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt.
Pomp reinigen en afdekking goed
vastmaken. (Zie Afvoerpomp)
Foutcode “:ƒˆ brandt. Netspanning te laag. Geen apparaatfout, netspanning en
elektrische installatie laten controleren.
Page 34
nl Wat te doen bij storingen?
34
Een andere foutcode verschijnt op de cijferindicatie.
(:‹‚ tot “:„‹)
Er is vermoedelijk een technische storing opgetreden.
Apparaten uitschakelen met de AAN-/UIT-
schakelaar (. Na korte tijd het apparaat
opnieuw starten.
Als het probleem opnieuw optreedt, de
kraan sluiten en de stekker uit het
stopcontact trekken.
Bel de klantenservice en vermeld de
foutcode.
Op de cijferindicatie h verschijnt pof •.
Geen storing! Zie TurboSpeed 20 min. in het hoofdstuk
„Programma-overzicht”.
Display knippert Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten. Let erop dat er geen
voorwerpen (serviesgoed, geurdispenser)
uitsteken uit de korf en daardoor de
deursluiting hinderen.
Bijvulindicatie voor zout @ en/ of glansspoelmiddel H brandt.
Glansspoelmiddel ontbreekt. Glansspoelmiddel bijvullen. Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen. Sensor herkent de zouttabletten
niet.
Ander speciaal zout gebruiken.
Bijvulindicatie voor zout @ en/ of glansspoelmiddel H brandt niet.
Bijvulindicatie uitgeschakeld. Activering/deactivering (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout of Glansspoelmiddel). Er is nog voldoende
onthardingszout/ glansspoelmiddel aanwezig.
Bijvulindicatie, vulpeilen controleren.
Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan.
Zeefsysteem of ruimte onder de zeef 1Z is verstopt.
Zeven en ruimte eronder reinigen (zie
Afvoerpomp). Programma nog niet beëindigd Wachten tot het programma is afgelopen of
een reset uitvoeren (zie Programma
afbreken).
Storing Oorzaak Oplossing
Page 35
Wat te doen bij storingen? nl
35
Serviesgoed niet droog. Geen of te weinig
glansspoelmiddel in het voorraadbakje.
Glansspoelmiddel bijvullen.
Een programma zonder drogen gekozen.
Programma met drogen kiezen (zie
Programma-overzicht, Programmaverloop). Waterophoping in het
serviesgoed en bestek.
Voor een schuine stand zorgen bij het
inruimen, de serviesdelen zo mogelijk
schuin plaatsen.
Het gecombineerde afwasmiddel heeft een slechte droogcapacitiet.
Andere combireiniger met beter
droogvermogen gebruiken. Extra gebruik
van glansspoelmiddel verbetert het
droogvermogen. Intensief drogen voor versterkte
droging niet geactiveerd.
Intensief drogen activeren (zie Apparaat
bedienen) Het serviesgoed is te vroeg
uitgeruimd of het droogproces was nog niet afgelopen.
Wachten tot het programma is afgelopen of
het serviesgoed pas 30 min. na afloop van
het programma verwijderen. Het gebruikt eco-
glansspoelmiddel heeft een slecht droogvermogen.
Een kwaliteitsglansspoelmiddel gebruiken.
Eco-producten zijn duidelijk minder effectief.
Kunststofserviesgoed niet droog.
Speciale eigenschappen van kunststof.
Kunststof heeft een lager
warmteopslagvermogen en droogt
daardoor slechter.
Bestek niet droog. Bestek niet goed geordend in de
bestekkorf.
Bestek zo veel mogelijk los van elkaar
plaatsen, aanraakpunten vermijden. Bestek n iet goed gesorteerd in de
besteklade.
Bestek goed sorteren en zoveel mogelijk los
van elkaar plaatsen.
Binnenzijden van het apparaat nat na het spoelen.
Geen fout van het apparaat. Wegens het droogprincipe
„condensatiedrogen” zijn waterdruppels in
het reservoir noodzakelijk en gewenst. Het
vocht in de lucht condenseert tegen de
binnenzijden van de afwasautomaat,
stroomt omlaag en wordt weggepompt.
Storing Oorzaak Oplossing
Page 36
nl Wat te doen bij storingen?
36
Etensresten op het serviesgoed.
Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken.
Aanraakpunten vermijden. Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet wordt
gehinderd. Sproeiers van sproeiarmen
verstopt.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen,
(zie Reinigen en onderhouden). Zeven 1Z vuil. Zeven schoonmaken, (zie Reinigen en
onderhouden). Zeef 1Z onjuist aangebracht
en/of niet vastgezet.
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Te zwak afwasprogramma gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50° of
Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen worden in de hoeken onvoldoende uitgespoeld.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en
niet in de hoeken inruimen.
Bovenste servieskorf 1* rechts en links niet op dezelfde hoogte erin gezet.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.
Storing Oorzaak Oplossing
Page 37
Wat te doen bij storingen? nl
37
Reinigingsmiddelresten Deksel van het
reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed, daarom gaat het deksel niet volledig open.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje wordt geblokkeerd door het tablet.
Het tablet moet dwars en niet op de korte
kant worden gelegd.
Tabletten gebruikt in het snelprogramma of korte programma.
Oplostijd van het reinigingsmiddel wordt niet bereikt binnen het gekozen korte programma.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is te
lang
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Reinigende werking en oplosgedrag nemen af bij langere opslagtijd, of het reiniging smiddel klontert sterk.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
Watervlekken op kunststofdelen.
Druppelvorming op kunststof oppervlakken is onvermijdelijk. Na het afdrogen zijn watervlekken zichtbaar.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Afwisbare of in water oplosbare afzettingen in het reservoir of op de deur.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Bij „witte afzetting” op de reservoirbodem is de onthardingsvoorziening ingesteld op een grenswaarde.
Onthardingsinstelling verhogen en
eventueel een ander reinigingsmiddel
gebruiken.
Deksel van het zoutreservoir 1R niet dichtgedraaid.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Alleen bij glazen: Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed”.
Storing Oorzaak Oplossing
Page 38
nl Wat te doen bij storingen?
38
Witte, moeilijk verwijderbare aanslag op serviesgoed, reservoir of deur.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel zetten zich af. Deze aanslag laat zich meestal niet chemisch verwijderen (apparaatreinigingsmiddel, ...).
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onjuiste waterhardheid ingesteld of waterhardheid is hoger dan 50°dH (8,9 mmol/l).
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of zout bijvullen.
3-in-1-reinigingsmiddel of bio/ eco-reinigingsmiddel onvoldoende effectief.
Onthardingsvoorziening instellen volgens de
gebruiksaanwijzing of losse middelen
gebruiken (kwaliteitsreinigingsmiddel, zout,
glansspoelmiddel). Te lage dosering van het
reinigingsmiddel.
De reinigingsmiddeldosering verhogen of
een ander reinigingsmiddel gebruiken. Een te zwak programma
gekozen.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Thee- of lippenstiftresten op het serviesgoed.
Te lage afwaswatertemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen. Te weinig of ongeschikt
afwasmiddel.
Geschikt reinigingsmiddel in de juiste
dosering toevoegen. Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Gekleurde (blauw, geel, bruin), moeilijk of niet verwijderbare aanslag in het apparaat of op roestvrijstalen bestek.
Laagvorming door inhoudsstoffen van groente (bijv. kool, selderie, aardappels, noedels, …) of van het leidingwater (bijv. mangaan).
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging. Deze aanslag is niet
schadelijk voor de gezondheid.
Laagvorming door metalen bestanddelen op zilveren of aluminium serviesgoed.
Ten dele verwijderbaar door
machinereiningsmiddel of door
mechanische reiniging.
Gekleurde (geel, oranje, bruin), eenvoudig te verwijderen afzettingen in de binnenruimte (vooral op de bodem)
Laagvorming van de inhoudsstoffen van vo edselresten en van het leidingwater (kalk), „zeepachtig”
Werking van de onthardingsvoorziening
controleren (onthardingszout bijvullen) of bij
gebruik van gecombineerde
reinigingsmiddelen (tabletten) de
ontharding activeren (zie het hoofdstuk
Wateronthardingsinstallatie/
Onthardingszout)
Storing Oorzaak Oplossing
Page 39
Wat te doen bij storingen? nl
39
Verkleuring op kunststofdelen.
Te lage afwaswatertemperatuur. Programma met hogere spoeltemperatuur
kiezen. Serviesgoed te sterk
voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Verwijderbare vegen op glazen, glaswerk met een metalen uiterlijk en bestek.
Te veel glansspoelmiddel. Kleinere hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen. Geen glansspoelmiddel
toegevoegd of de instelling is te laag.
Glansspoelmiddel toevoegen en de
dosering controleren (advies: stand 4-5).
Reinigingsmiddelresten tijdens het programmagedeelte Glansspoelen. Deksel van het reinigingsmiddelbakje geblokkeerd door serviesgoed (deksel gaat niet volledig open).
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag
niet worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd, daarom kiest de sensortechniek voor een zwak spoelprogramma. Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet worden verwijderd.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50°
Beginnende of reeds aanwezige, irreversibele (onherstelbare) vertroebeling van het glas.
Glazen niet vaatwasmachinebestendig, slechts vaatwasmachinegeschikt.
Vaatwasmachinebestendige glazen
gebruiken.
Lange stoomfase (standtijd na spoeleinde)
vermijden.
Spoelbehandeling met lagere temperatuur
gebruiken.
Onthardingsvoorziening correct instellen op
de waterhardheid (eventueel 1 niveau
lager).
Reinigingsmiddel met
glasbeschermingscomponenten gebruiken.
Storing Oorzaak Oplossing
Page 40
nl Wat te doen bij storingen?
40
Roestsporen op het bestek.
Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Messenlemmeten zijn hier vaak sterker door getroffen.
Roestvast bestek gebruiken.
Bestek roest ook wanneer het samen met roestige voorwerpen wordt afgewassen (handgrepen van pannen, beschadigde servieskorven enz.).
Geen roestende onderdelen afwassen.
Zoutgehalte in het afwaswater te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Dop van het zoutreservoir goed vastdraaien
of gemorst zout verwijderen.
Het apparaat start niet. Zekering van de huisinstallatie
niet in orde.
Zekering controleren.
Aansluitsnoer niet aangesloten. Ervoor zorgen dat het aansluitsnoer goed is
aangesloten op de achterkant van het
apparaat en op het stopcontact. Controleren
of het stopcontact goed werkt. De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
Deur sluiten.
Programma start automatisch.
Einde van het programma niet afgewacht.
Reset uitvoering.
(Zie Programma afbreken).
De deur kan niet alleen moeilijk geopend worden.
Kinderbeveiliging is geactiveerd. Kinderbeveiliging deactiveren. (Zie
gebruiksaanwijzing, achteraan in de
omslag)
De deur kan niet sluiten. Het deurslot is omgesprongen. Deur krachtiger sluiten.
Deur sluit niet goed door inbouwfout.
Inbouwwijze van het apparaat controleren.
Deuren of aanbouwdelen mogen elkaar niet
raken bij het sluiten.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden.
Reinigingsmiddelbakje of dekselgeleiding geblokkeerd door aangekoekte reinigingsmiddelresten.
Reinigingsmiddelresten verwijderen.
Reinigingsmiddelresten in het reinigingsmiddelbakje of in het tablettenbakje.
Sproeiarmen geblokkeerd door serviesgoed, daarom wordt het reinigingsmiddel niet weggespoeld.
Ervoor zorgen dat de sproeiarmen vrij
kunnen draaien.
Afwasmiddelbakje was tijdens het vullen vochtig.
Reinigingsmiddel alleen in droog
reinigingsmiddelbakje doen.
Storing Oorzaak Oplossing
Page 41
Wat te doen bij storingen? nl
41
Apparaat blijft steken tijdens het programma of het programma valt stil.
Deur niet geheel gesloten. Deur sluiten. Geen serviesgoed of
geurdispenser in het tablettenbakje doen.
Bovenkorf drukt tegen de binnendeur en verhindert een goede sluiting van de deur.
Controleren of de achterwand wordt
ingedrukt door bijv. een stopcontact of een
niet-gedemonteerde slanghouder.
Stroom- en/of watertoevoer onderbroken.
Stroom- en/of watertoevoer herstellen.
Klappende geluiden van de vulventielen.
Afhankelijk van de huisinstallatie, daarom geen apparaatfout. Geen invloed op de werking van het apparaat.
Geen oplossing voorhanden.
Kloppend of ratelend geluid.
Sproeiarm slaat tegen het serviesgoed, serviesgoed niet goed ingeruimd.
Serviesgoed zodanig inruimen dat de
sproeiarmen niet tegen het serviesgoed
slaan. Bij geringe belading maken de
waterstralen rechtstreeks contact met het reservoir.
Apparaat voller laden of het serviesgoed
gelijkmatiger verdelen.
Lichte serviesdelen bewegen tijdens het spoelen.
Lichte serviesdelen vast staand inruimen.
Abnormale schuimvorming.
Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel.
Voorraadbakje voor glansspoelmiddel direct
vullen met glansspoelmiddel. Glansspoelmiddel gemorst. Glansspoelmiddel verwijderen met een
doek.
Storing Oorzaak Oplossing
Page 42
nl Servicedienst
42
4 Servicedienst
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op met de Servicedienst. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodige bezoeken van technici te vermijden. De contactgegevens van de dichtstbijzijnde Servicedienst vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing of in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Vermeld bij een telefoongesprek a.u.b. het fabrikaatnummer (ENr. = 1) en het productnummer (FD = 2); deze nummers vindt u op het typeplaatje 9: op de deur van het apparaat.
Vertrouw op de deskundigheid van de fabrikant. Neem contact met ons op. U
bent er dan van verzekerd dat de reparatie door ervaren technici wordt uitgevoerd die gebruik maken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van watertoevoer en waterafvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden:
1. Bij aflevering controleren
2. Plaatsen
3. Aansluiten op de waterafvoer
4. Toevoerslang
5. Elektrische aansluiting
Leveringsomvang
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
AfwasautomaatGebruiksaanwijzingMontagevoorschriftGarantie*MontagemateriaalStoombeschermingsplaat*Rubberlap*Aansluitsnoer
* afhankelijk van het model
Veiligheidsvoorschriften
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij de installatie” in acht.
)'
(1U
Page 43
Plaatsen en aansluiten nl
43
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine watervlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen.
Technische gegevens
Gewicht:
max. 60 kg
Spanning:
220–240 V, 50 Hz of 60 Hz
Aansluitwaarde:
2,0–2,4 kW
Zekering:
10/16 A (UK 13A)
Stroomverbruik:
uitgeschakeld 0,1 W niet uitgeschakeld 0,1 W
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1MPa (10bar). Bijhogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Geïntegreerde
en onderbouwapparaten die naderhand als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door vastschroeven aan de wand of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Het apparaat kan zonder problemen
tussen wanden van hout of kunststof in een rij keukenmeubelen worden ingebouwd.
Aansluiten op de waterafvoer
1. De noodzakelijke handelingen vindt
u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren.
2. Afvoerslang met behulp
van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten.
Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld is en dat een stop in de afvoer het wegstromen van het water niet belemmert!
Page 44
nl Plaatsen en aansluiten
44
Aansluiten op de watertoevoer
1. Aansluiting volgens het
montagevoorschrift. De toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten.
Let erop dat de toevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is.
2. Bij vervanging van het apparaat
moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1MPa (10bar). Bijhogere waterdruk: een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
Koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
Warmwateraansluiting *
Warmwateraansluiting
* Afhankelijk van het model De afwasautomaat kan op koud of warm
water tot max. 60 °C worden aangesloten.
De aansluiting op warm water wordt aanbevolen als dit uit een energetisch gunstige warmwaterbereiding en een geschikte installatie ter beschikking staat, bijv. een zonneënergie-installatie met circulatieleiding.
Hiermee bespaart energie en tijd. Met de instelling Warmwater ‘:‹‚ kunt
u uw apparaat optimaal op het gebruik met warm water afstemmen.
Wij adviseren hierbij een watertemperatuur (temperatuur van het instromende water) van minimaal 40 °C en maximaal 60 °C.
De aansluiting op warm water wordt niet aanbevolen als het water uit een elektrische boiler ter beschikking wordt gesteld.
Instelling Warmwater:
1. Deur openen.
2. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
3. Programmatoets # ingedrukt houden en de START-toets ` net zolang indrukken tot de cijferindicatie •:‹... brandt.
4. Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets # knippert
en op de cijferindicatie h brandt de door de fabriek ingestelde waarde •:‹….
5. Programmatoets # net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie h de in de fabriek ingestelde waarde ‘:‹‹ verschijnt.
Page 45
Plaatsen en aansluiten nl
45
Om de instelling te wijzigen:
1. Door indrukken van de toets 3
kunt u de instelling Warmwater uit-
:‹‹ of inschakelen :‹‚.
2. START-toets ` indrukken.
De instelwaarde is opgeslagen.
3. Deur sluiten.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het typeplaatje 9: voor de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich
in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn.
Als de stekker niet gemakkelijk bereikbaar is, dan moet er volgens de veiligheidsvoorschriften een meerpolige scheidingsinstallatie met een contactopening van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting
mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
aansluitkabel mag alleen door de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik
van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken geïnstalleerd worden. Alleen deze voldoet aan de nu geldende voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het functioneert alleen als het apparaat op de stroom is aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht.
1. Apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen.
2. Kraan dichtdraaien.
3. Aansluiting op de waterafvoer en -
toevoer loskoppelen.
4. Bevestigingsschroeven van de meubeldelen losdraaien.
5. De plint – indien aanwezig – demonteren.
6. Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig naar voren trekken.
Page 46
nl Plaatsen en aansluiten
46
Transpor t
Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten.
Het apparaat in de volgende stappen legen:
1. Kraan opendraaien.
2. Deur openen.
3. AAN/UIT-schakelaar (
inschakelen.
4. Programma met de hoogste
temperatuur kiezen. Op de cijferindicatie h verschijnt
de vermoedelijke duur van het programma.
5. START-toets ` indrukken.
6. Deur sluiten.
Programma start.
7. Na ca. 4 minuten de deur openen.
8. Toets ` indrukken tot
de cijferindicatie ‹:‹‚ aangeeft.
9. Deur sluiten.
10.Na ca. 1 minuut de deur openen.
Op de cijferindicatie ‹:‹‹ verschijnt .
11.AAN/UIT-schakelaar (
uitschakelen.
12.Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen. Apparaat alleen rechtop vervoeren. (Om te voorkomen dat resterend water
in het besturingsmechanisme terechtkomt wat tot een verkeerd programmaverloop leidt.)
Bescherming tegen vorst
Beschermin g tegen vorst (Leegmaken van het apparaat)
Als het apparaat in een voor vorst gevoelige ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal leeg laten lopen (zie Transport).
:LM]LJLQJHQYRRUEHKRXGHQ
Page 47
.LQGHUEHYHLOLJLQJGHXUYHUJUHQGHOLQJâ
.LQGHUEHYHLOLJLQJDFWLYHUHQ 'HXURSHQHQELMJHDFWLYHHUGH NLQGHUEHYHLOLJLQJ .LQGHUEHYHLOLJLQJGHDFWLYHUHQ
=RUJGDWGHGHXUYDQKHWDSSDUDDWDOWLMG JRHGJHVORWHQLVDOVXKHWDSSDUDDWYHUODDW $OOHHQ]RNXQWXXZNLQGHUHQWHJHQ HYHQWXHOHJHYDUHQEHVFKHUPHQ
$WWHQWLH
%DNSODDWVSURHLNRSâ
*URWHEDNSODWHQRIâURRVWHUVHQâERUGHQPHWâHHQâGRRUVQHGHYDQâPHHUGDQFP JRXUPHWERUGHQSDVWDERUGHQRQGHUERUGHQNXQWXâPHWâEHKXOSYDQâGH]HVSURHLNRSâ UHLQLJHQ+LHUWRHGHâERYHQVWHVHUYLHVNRUIHUXLWKDOHQHQGHâVSURHLNRSâ]RDOVDIJHEHHOG HULQâ]HWWHQ
âQLHWELMâDOOHPRGHOOHQ
'HâDIZDVDXWRPDDWDOWLMGPHWGHâERYHQVWHVHUYLHVNRUIRIâGHâEDNSODDWVSURHLNRSâJHEUXLNHQ
'HâEDNSODWHQ]RDOVDIJHEHHOGLQUXLPHQ]RGDWGHâVSURHLVWUDDODOOHGHOHQNDQEHUHLNHQ PD[LPDDOEDNSODWHQHQâURRVWHUV
Page 48
$TXD6WRSJDUDQWLH
WFSWBMUCJKBQQBSBUFO[POEFS"RVB4UPQ
%FDPOUBDUHFHFWFOTJOBMMFMBOEFOWJOEUVJOEFCJKHFTMPUFOMJKTUNFU4FSWJDFEJFOTUBESFTTFO
9HU]RHNRPUHSDUDWLHHQDGYLHVELMVWRULQJHQ
/-
5REHUW%RVFK+DXVJHUlWH*PE+
ZZZERVFKKRPHFRP
$BSM8FSZ4USBF
.ßODIFO
(FSNBOZ

5JKEFOTIFUHFCSVJLWBOIFUBQQBSBBUIPFGUVFSJOQSJODJQFOJFUCJKUFCMJKWFOSFTQ
OBIFUHFCSVJLPNWFJMJHIFJETSFEFOFOEFLSBBOEJDIUUFESBBJFO
"MMFFOCJKMBOHFSFBGXF[JHIFJECJKWBMTVFFOQBBSXFLFOPQWBLBOUJFHBBU
NPFUEFLSBBOXPSEFOEJDIUHFESBBJE
"MTBBOWVMMJOHPQEFHBSBOUJFBBOTQSBLFOUFHFOPWFSEFWFSLPQFSJOEF
LPPQPWFSFFOLPNTUFOBMTBBOWVMMJOHPQPO[FHBSBOUJFPQIFUBQQBSBBUXPSEU
VTDIBEFMPPTHFTUFMEBMTBBOPOEFSTUBBOEFWPPSXBBSEFOXPSEUWPMEBBO

"MTEPPSFFOGPVUJOPOT"RVB4UPQTZTUFFNXBUFSTDIBEFXPSEUWFSPPS[BBLU
WFSHPFEFOXJKEFTDIBEFBBOQBSUJDVMJFSFHFCSVJLFST
0NIFUXBUFSCFWFJMJHJOHTTZTUFFNUFHBSBOEFSFONPFUIFUBQQBSBBUPQIFU
FMFLUSJDJUFJUTOFU[JKOBBOHFTMPUFO

7PPSXBBSEFWPPSBBOTQSBBLPQHBSBOUJFJTEBUIFUBQQBSBBUNFU"RVB4UPQ
WBLLVOEJHFOPWFSFFOLPNTUJHPOTJOTUBMMBUJFWPPSTDISJGUJTPQHFTUFME
FOBBOHFTMPUFO
)JFSUPFCFIPPSUPPLEFWBLLVOEJHHFNPOUFFSEFWFSMFOHJOHWBOEF"RVB4UPQ
PSJHJOFFMUPFCFIPSFO0O[FHBSBOUJFIFGUHFFOCFUSFLLJOHPQEFGFDUF
UPFWPFSMFJEJOHFOPGBSNBUVSFOUPUBBOEF"RVB4UPQBBOTMVJUJOHPQEFLSBBO

%F[FBBOTQSBLFMJKLIFJETHBSBOUJFHFMEUWPPSEFMFWFOTEVVSWBOIFUBQQBSBBU
#
*9000887619*
9000887619
nl (9303) 640MV
Loading...