Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.bosch-home.com en in de online-shop:
www.bosch-eshop.com
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebrui k vol gens de voorschri ft en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 15
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangr i j ke vei l i ghei dsvoor schr i f t en
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen in brand vliegen. Voor gebruik dient
u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
5
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Magnetron
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Het is gevaarlijk wanneer het toestel niet
volgens de voorschriften wordt gebruikt en
er kan schade ontstaan.
Het is niet toegestaan om gerechten of
kleding te drogen of pantoffels, warmte- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes en dergelijke te
verwarmen.
Verwarmde pantoffels, warmte- of
graankussens kunnen bijvoorbeeld ook na
uren nog vlam vatten. Gebruik het apparaat
uitsluitend voor het bereiden van gerechten
en drank.
Risico van brand!
■ Levensmiddelen kunnen vlam vatten. Nooit
levensmiddelen opwarmen in verpakkingen
die bestemd zijn om ze warm te houden.
Levensmiddelen nooit zonder toezicht
verwarmen in voorwerpen van kunststof,
papier of ander brandbaar materiaal.
Bij de magnetron nooit een te groot
vermogen of te lange tijdsduur instellen.
Houd u aan de opgaven in deze
gebruiksaanwijzing.
Nooit levensmiddelen drogen met de
magnetron.
Nooit levensmiddelen met weinig water,
zoals bijv. brood, met een te hoog
magnetronvermogen of te lange -tijd
ontdooien of verwarmen.
Risico van brand!
■ Spijsolie kan vlam vatten. Warm nooit
uitsluitend spijsolie op met de magnetron.
:Waarschuwing – Kans op explosie!
Vloeistof of andere voedingsmiddelen in dicht
afgesloten vormen kunnen exploderen. Nooit
vloeistof of andere voedingsmiddelen verhitten
in dicht afgesloten vormen.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Levensmiddelen met een vaste schil of pel
kunnen tijdens, maar ook nog na het
opwarmen, exploderen. Nooit eieren koken
in de schil of hardgekookte eieren
opwarmen. Nooit schaal- en kreeftachtige
dieren koken. Bij spiegeleieren of eieren in
een glas dient u eerst de dooier door te
prikken. Bij levensmiddelen met een vaste
schil of pel, bijv. appels, tomaten,
aardappelen en worstjes, kan de schil
knappen. Prik voor het opwarmen gaatjes in
de schil of pel.
Risico van verbranding!
■ De warmte wordt niet gelijkmatig verdeeld
in de babyvoeding. Warm nooit
babyvoeding op in gesloten vormen.
Verwijder altijd het deksel of de speen. Na
het verwarmen goed roeren of schudden.
Controleer de temperatuur voordat u het
kind de voeding geeft.
Risico van verbranding!
■ Verhitte gerechten geven warmte af. De
vormen kunnen heel heet worden. Neem
vormen en toebehoren altijd met behulp
van een pannenlap uit de binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ De verpakking van luchtdicht verpakte
levensmiddelen kan barsten. Houd u altijd
aan de opgaven op de verpakking. Neem
gerechten altijd met een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Gevaar voor verbranding!
■ De droogfunctie bij de hoogste standen in
de zuivere magnetronfunctie schakelt
automatisch een verwarmingselement bij en
verhit de binnenruimte. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Het is gevaarlijk om het apparaat niet
volgens de voorschriften te gebruiken.
Het drogen van gerechten of kleding, het
verwarmen van pantoffels, pitten- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes e.d. is niet toegestaan.
Voorwerpen zoals oververhitte pantoffels,
pitten- of graankussen, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes e.d. kunnen
verbranding tot gevolg hebben
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Bij het verwarmen van vloeistof kan er
kookvertraging ontstaan. Dit houdt in dat de
kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat
er bellen ontstaan. Al bij een kleine trilling
van de vorm kan de hete vloeistof dan
plotseling hevig overkoken en opspatten.
Zorg ervoor dat er tijdens het verwarmen
altijd een lepel in de vorm staat. Zo wordt
kookvertraging voorkomen.
6
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Ongeschikte vormen kunnen barsten.
Vormen van porselein en keramiek kunnen
kleine gaatjes hebben in de handgrepen en
deksels. Achter deze gaatjes bevindt zich
een lege ruimte. Als er vocht in deze ruimte
komt, kan dit barsten veroorzaken in de
vormen. Alleen vormen gebruiken die
geschikt zijn voor de magnetron.
Gevaar voor letsel!
■ Bij uitsluitend gebruik van de
magnetronfunctie kunnen vormen van
metaal of vormen met metalen coating
leiden tot het ontstaan van vonken. Het
apparaat raakt dan beschadigd. Bij
uitsluitend gebruik van de magnetronfunctie
zijn metalen vormen niet toegestaan.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Het apparaat werkt met hoogspanning. Nooit
de behuizing verwijderen.
:Waarschuwing – Ernstig
gezondheidsrisico!
■ Wanneer het apparaat verkeerd wordt
gereinigd kan het oppervlak worden
beschadigd. Er kan energie van de
microgolven naar buiten komen. Het
apparaat regelmatig schoonmaken en
resten van voedingsmiddelen direct
verwijderen. Zorg ervoor dat de
binnenruimte, deurdichting, deur en
deuraanslag altijd schoon zijn.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Wanneer de deur van de binnenruimte of
de deurdichting beschadigd is, kan er
energie van microgolven vrijkomen. Het
apparaat nooit gebruiken wanneer de deur
van de binnenruimte, de deurdichting of de
kunststof omlijsting van de deur
beschadigd is. Contact opnemen met de
servicedienst.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Bij toestellen waarvan de afdekking van de
behuizing niet is afgedekt komt
microgolfenergie vrij. De afdekking van de
behuizing nooit verwijderen. Neem voor
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
contact op met de klantendienst.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
Risico van verbranding!!
■ Er ontstaat hete damp in de binnenruimte.
Tijdens het gebruik van de stoomfunctie
mag u niet met uw handen in de
binnenruimte komen.
Risico van verbranding!
■ Tijdens het uitnemen van de toebehoren
kan hete vloeistof over de rand stromen.
Hete toebehoren voorzichtig uitnemen, met
de ovenhandschoen.
:Waarschuwing – Risico van letsel en
verbranding!!
Brandbare vloeistoffen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten (explosieve
verbranding). Doe geen ontvlambare
vloeistoffen (bijv. alcoholhoudende dranken) in
de watertank. Vul de watertank uitsluitend met
water of de door ons aanbevolen
ontkalkingspoplossing.
Braadthermometer
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Bij gebruik van een verkeerde
braadthermometer kan de isolatie beschadigd
raken. Gebruik alleen de braadthermometer
die bestemd is voor het toestel.
Reinigingsfunctie
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en vleessap
kunnen tijdens de reiniging vlam vatten.
Verwijder voordat de reiniging start altijd de
grove verontreiniging uit de binnenruimte.
Geen accessoires meereinigen.
Risico van brand!
■ De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen. Nooit brandbare
voorwerpen, zoals bijv. droogdoeken, aan
de deurgreep hangen. De voorzijde van het
apparaat vrij houden. Zorg ervoor dat er
geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van brand!
■ Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt
grote hitte in het bereik van de deur. De
dichting niet schuren en niet afnemen.Nooit
het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken;
Stoom
:Waarschuwing – Risico van verbranding!!
■ Het water in de tank kan sterk worden verhit
wanneer het apparaat de volgende keer
wordt gebruikt. Na gebruik van de
stoomfunctie moet de tank altijd worden
leeggemaakt.
:Waarschuwing – Ernstig
gezondheidsrisico!
De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen. De antiaanbaklaag
van bakplaten en vormen wordt aangetast en
er ontstaan giftige gassen. Bij gebruik van de
reinigingsfunctie nooit platen en vormen met
een antiaanbaklaag meereinigen. In het
algemeen geen accessoires meereinigen.
7
nl Oorzaken van schade
:Waarschuwing – Gezondheidsrisico!
De reinigingsfunctie warmt de binnenruimte tot
een heel hoge temperatuur op zodat resten
van braden, grillen en bakken
verbranden.Hierbij komen dampen vrij die tot
irritaties van de slijmvliezen kunnen leiden.
Tijdens de reinigingsfunctie de keuken
grondig ventileren. Niet gedurende langere tijd
in de ruimte verblijven. Kinderen en huisdieren
uit de buurt houden. Ook bij tijduitstel met
verplaatste eindtijd de aanwijzingen in acht
nemen.
:Waarschuwing – Gevaar voor
verbranding!
■ De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het
reinigen. Nooit de apparaatdeur openen.
Het apparaat laten afkoelen.Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ ; De buitenkant van het apparaat wordt
zeer heet tijdens het reinigen. Nooit de
apparaatdeur aanraken. Het apparaat laten
afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen
in de buurt zijn.
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Vormen van silicone: geen bakvormen van silicone
of silicone-achtige, herbruikbare bakfolie,
afdekkingen of accessoires gebruiken.De baksensor
kan dan beschadigd raken.
Bakpapier dat van een laagje silicone is voorzien
kan worden gebruikt.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Ovenreiniger: nooit ovenreiniger in de warme
binnenruimte gebruiken. Er kan schade aan het
email ontstaan. Vóór het volgende opwarmen resten
uit de binnenruimte en van de toesteldeur volledig
verwijderen.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is.
8
Oorzaken van schade nl
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
Magnetron
Attentie!
■ Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van
de deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de
binnenste deurruit aantasten.
■ Toebehoren combineren: Het rooster niet
combineren met de braadslede. Wanneer deze
direct op elkaar geschoven zijn, kunnen er vonken
ontstaan. Beide alleen op de eigen hoogte
inschuiven.
■ Uitsluitend magnetron: wordt alleen de magnetron
gebruikt, dan is de braadslede of de bakplaat niet
geschikt. Er kunnen vonken ontstaan en de
binnenruimte wordt beschadigd. Gebruik als vlak om
iets op te zetten het meegeleverde rooster of de
magnetron in combinatie met een
verwarmingsmethode.
■ Aluminium schalen: geen aluminium schalen in het
apparaat plaatsen. Wanneer er vonken ontstaan,
raakt het apparaat beschadigd.
■ Gebruik van de magnetron zonder etenswaar:
wanneer het apparaat wordt gebruikt zonder dat er
etenswaar in staat, leidt dit tot overbelasting. Nooit
de magnetron starten als er geen etenswaar in de
binnenruimte staat. Alleen een korte serviestest
vormt hierop een uitzondering. ~ "De magnetron"
op pagina 26
Stoom
Attentie!
■ Bakvormen: de vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn. Bakvormen van silicone zijn
niet geschikt voor gecombineerd gebruik met stoom.
■ Kookgerei met roestplekken: gebruik geen
kookgerei met roestplekken. De kleinste plekken
kunnen al corrosie in de binnenruimte veroorzaken.
■ Vrijkomende vloeistof: plaats bij het stomen met een
bak met gaatjes altijd de bakplaat, de braadslede of
de bak zonder gaatjes eronder. Vrijkomende
vloeistof wordt opgevangen.
■ Heet water in de watertank: heet water kan de pomp
beschadigen. Vul de watertank uitsluitend met koud
water.
■ Schade aan het email: start geen programma of
functie wanneer zich water op de bodem van de
binnenruimte bevindt. Dit water dient voor gebruik te
worden verwijderd.
■ Ontkalkingsoplossing: zorg ervoor dat er geen
ontkalkingsoplossing op het bedieningspaneel of
andere oppervlakken van het apparaat komt. De
oppervlakken raken dan beschadigd. Gebeurt dit
toch, verwijder de ontkalkingsoplossing dan direct
met water.
■ Watertank reinigen: watertank niet in de
afwasmachine reinigen. De tank raakt dan
beschadigd. Reinig de watertank met een zachte
doek en een in de handel gebruikelijk
schoonmaakmiddel.
■ Popcorn uit de magnetron: stel nooit een te hoog
magnetronvermogen in. Maximaal 600 watt
gebruiken. Leg de popcornzak altijd op een glazen
bord. Door overbelasting kan de deurruit barsten.
9
nl Milieubescherming
7Milieubescherming
Mi l i eubescher ming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Laat diepvrieslevensmiddelen eerst ontdooien
voordat u ze in de binnenruimte plaatst.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Hierdoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee rechthoekige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Verwijder de accessoires die u niet nodig heeft uit
de binnenruimte.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat
10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
10
Het apparaat leren kennen nl
#
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
9HUZDUPLQJV
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
RQ
RII
PHQX
PHWKRGHQ
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
$VVLVW
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
6WRRP
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
+RRIG
&
PHQX
.HX]H
PV
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van
toetsen, touch-velden, touch-displays en een
bedieningsring de verschillende functies van uw
apparaat in. Het display geeft de actuele instellingen
weer.
Als het apparaat ingeschakeld is, toont het overzicht het
bedieningspaneel met de menuweergave.
%DVLV
0DJQHWURQ
LQVWHOOLQJHQ
&RPEL6SHHG
+RPH&RQQHFW
(LQGH
5HLQLJHQ
$VVLVWHQW
VWDUW
VWRS
++
( Toetsen
De toetsen links en rechts van het
bedieningspaneel hebben een drukpunt. Druk op
de toets om dit in werking te stellen.
Bij apparaten die geen voorzijde van roestvrij staal
hebben, zijn ook deze beide toetsen touch-velden
zonder drukpunt.
0 Touch-velden
Onder de touch-velden liggen sensoren. Tip alleen
op het betreffende symbool om de functie te
kiezen.
8 Bedieningsring
De bedieningsring is zo aangebracht dat u hem
onbegrensd naar links of rechts kunt draaien.
Druk er licht op en beweeg hem met een vinger in
de gewenste richting.
@ Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden,
keuzemogelijkheden of aanwijzingsteksten.
H Touch-displays
Op de touch-displays ziet u de actuele
keuzemogelijkheden. U kunt deze hier direct
kiezen door op het betreffende tekstveld te tippen.
Afhankelijk van de keuze veranderen de
tekstvelden.
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen en touch-velden
De betekenis van de verschillende toetsen en touchvelden wordt hier kort uitgelegd.
SymboolBetekenis
Toetsen
ÿon/offApparaat in- en uitschakelen
lstart/stopWerking starten en stoppen of door lang
te drukken (ca. 3 seconden) afbreken
Touch-velden
menu MenuFunctiekeuze-menu openen
tKookwekkerKookwekker kiezen
°InformatieAanwijzingen laten weergeven
DKinderslotKinderslot activeren en deactiveren door
lang te drukken (ca. 4 sec.)
vPaneel openenWatertank vullen of leegmaken
--------
Bedieningsring
Met de bedieningsring wijzigt u de instelwaarden die op
het display zijn weergegeven,
U gebruikt de bedieningsring ook om in de keuzelijsten
op de touch-displays te bladeren.
Bij de meeste keuzelijsten moet u de draaiknop weer
terugdraaien wanneer het eerste of laatste punt bereikt
is.
11
nl Het apparaat leren kennen
Display
Het display is zo ingedeeld dat u de opgaven passend
bij elke situatie met één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in de focus en
wordt in witte letters weergegeven. De waarde op de
achtergrond staat in het grijs weergegeven.
FocusDe waarde in de focus kan direct worden veran-
derd, zonder hem eerst te selecteren.
Na de start staat de temperatuur of de stand altijd
in de focus. De witte lijn is tegelijkertijd de
opwarmlijn. Deze wordt rood opgevuld.
Aanwijzing: Bij de magnetron staat de tijdsduur
in de focus. De opwarmlijn verschijnt niet.
VergrotingZolang u de waarde in de focus met de bedie-
ningsring verandert, wordt alleen deze waarde
vergroot weergegeven.
_7H[W
P
+HL]DUWHQ
7H[W
a
V
&
Ringlijn
Aan de buitenkant van het display bevindt zich de
ringlijn.
Wanneer u een waarde wijzigt, toont de ringlijn u waar u
zich in de keuzelijst bevindt. Naargelang het instelbereik
is de ringlijn ononderbroken of verdeeld in segmenten,
afhankelijk van de lengte van de keuzelijst.
Tijdens het gebruik wordt de ringlijn in het ritme van
seconden rood gevuld. Na elke volledige minuut
worden de segmenten weer van het begin af aan
gevuld. Bij een aflopende tijdsduur verdwijnt er elke
seconde een segment.
Temperatuurindicatie
Na de start wordt de actuele temperatuur in de
binnenruimte grafisch weergegeven op het display.
OpwarmlijnDe witte lijn onder de temperatuur wordt, naarmate
de binnenruimte opgewarmd raakt, van links naar
rechts rood gevuld. Wanneer u voorverwarmt is het
optimale tijdstip voor het inschuiven van het gerecht
bereikt zodra de lijn geheel rood gevuld is.
Bij instelstanden, bijv. grillstanden, is de opwarmlijn
direct rood gevuld.
Restwarmteindicatie
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
ringlijn de restwarmte in de binnenruimte weer. Hoe
geringer de restwarmte wordt, des te donkerder
kleurt de ringlijn, en op een geven moment verdwijnt
hij helemaal.
_7HNVW
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
7H[W
7HPSHUDWXXU
Touch-displays
De touch-displays fungeren tegelijkertijd als indicatie en
bedieningselement. Ze tonen u wat de
keuzemogelijkheden bij een functie zijn en wat er al is
ingesteld. Om een functie te kiezen tipt u eenvoudig
direct op het tekstveld.
Aan de rode verticale balk aan de zijkant ziet u welke
functie gekozen is. Op het display staat de
bijbehorende waarde wit in de focus.
Een kleine rode pijl aan de zijkant van het tekstveld
geeft aan naar welke functie u vooruit- of terug kunt
bladeren.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
7HPSHUDWXXU
'KHWHOXFKW
Functies
Uw apparaat beschikt over verschillende functies die
het gebruik vergemakkelijken.
De precieze beschrijvingen hiervan vindt u in de
betreffende hoofdstukken.
FunctieGebruik
Verwarmingsmethoden
~ "Apparaat bedienen"
op pagina 19
Assist
~ "Gerechten"
op pagina 46
Stoom
~ "Stoom" op pagina 22
Magnetron
~ "De magnetron"
op pagina 26
CombiSpeed
~ "De magnetron"
op pagina 26
Home Connect Assistent
~ "Home Connect"
op pagina 33
Reinigen
~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 38
Basisinstellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 31
--------
Er zijn verschillende fijn afgestemde
verwarmingsmethoden voor een optimale bereiding van uw gerechten.
Voor veel gerechten zijn de juiste
instelwaarden al geprogrammeerd.
Er zijn verschillende fijn afgestemde
verwarmingsmethoden met gebruik
van stoom voor een optimale bereiding van uw gerechten.
Met de magnetron kunt u de gerechten sneller bereiden, verwarmen of
ontdooien.
Hiermee kunt u naast de magnetron
een verwarmingsmethode inschakelen.
Met deze functie kunt u de oven verbinden met een mobiel eindapparaat.
Voor de reiniging zijn er verschillende
functies: ovenreiniging, ontkalken en
drogen.
U kunt de basisinstellingen van uw
apparaat aanpassen aan uw wensen.
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
12
Verwarmingsmethoden
Het apparaat leren kennen nl
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodeTemperatuurGebruik
<
%
.
#
7
(
*
$
&
.
$
4D hetelucht *30-275 °CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte * 30-300 °CVoor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor
gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Hetelucht Eco30-275 °CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder
voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant in de binnenruimte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 125-275 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
circulatieluchtmodus en de energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Boven- en onderwarmte Eco30-300 °CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150-250 °C.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in de
conventionele modus gebruikt.
Circulatiegrillen *30-300 °CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond de gerechten.
Grill, grootGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Grill, kleinGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Pizzastand30-275 °CVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig
Intensieve warmte30-300 °CVoor gerechten met een knapperige bodem.
Langzaam garen70-120 °CVoor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
Onderwarmte30-250 °CVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
Drogen30-80 °CVoor het drogen van kruiden, fruit en groente.
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast, en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of toast en om te gratineren.
Het middelste oppervlak onder het grillelement wordt heet.
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de ach-
terwand zijn ingeschakeld.
De warmte komt van boven en bijzonder sterk van beneden.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
De warmte komt van onderen.
&
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur na
langere tijd enigszins verlaagd door het apparaat.
O
Warmhouden *60-100 °CVoor het warmhouden van bereide gerechten.
P
Servies voorverwarmen30-70 °CVoor het opwarmen van servies.
* Bereiden met stoom bij deze verwarmingsmethode mogelijk (gebruik alleen met gevulde watertank)
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
13
nl Het apparaat leren kennen
Stoom
Om altijd de juiste verwarmingsmethode met gebruik
van stoom voor uw gerecht te kunnen bepalen, geven
wij hier uitleg over de verschillen en toepassingen.
VerwarmingsmethodeTemperatuurGebruik
U
T
--------
Regenereren80-180 °CVoor bordgerechten en bakwaren
Klaargemaakte levensmiddelen worden met behoud van de voedingsstoffen weer
opgewarmd. Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit
Deegrijsstand30-50 °CVoor gist- en zuurdeeg
Het deeg rijst duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur. Het oppervlak van het
deeg droogt niet uit.
Magnetron
Hier vindt u een overzicht van de verschillende
toepassingsgebieden, zodat u altijd het juiste
magnetronvermogen kunt gebruiken.
Magnetronstandmaximale tijdsduurGebruik
90 watt1 uur 30 minutenVoor het ontdooien van kwetsbare gerechten.
180 watt1 uur 30 minutenVoor het ontdooien en verder bereiden.
360 watt1 uur 30 minutenVoor het bereiden van vlees en het opwarmen van kwetsbare gerech-
600 watt1 uur 30 minutenVoor het opwarmen en bereiden van gerechten.
Max. watt30 min.Voor het verwarmen van vloeistoffen.
--------
CombiSpeed
U kunt veel verwarmingsmethoden combineren met de
magnetron. Het apparaat warmt op en tegelijkertijd
wordt de magnetron ingeschakeld. Zo is uw gerecht
sneller klaar.
Hiervoor zijn magnetronvermogens tussen de 90 en
360 watt geschikt.
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.
Tip op het veld °.De aanwijzing wordt enkele seconden
op het display weergegeven. Bij langere aanwijzingen
bladert u met de bedieningsring tot het einde.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet
altijd overeen met het precieze aantal watts dat door het
apparaat wordt gebruikt.
ten.
Aanwijzing: Bij de functie Magnetron moet u de
werking na het sluiten van de deur met de toets start/
stop l voortzetten. Daarvoor kunt u de basisinstelling
wijzigen. ~ "Basisinstellingen" op pagina 31
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan ca.
15 minuten open, dan schakelt de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra de werking wordt
gestart. Wanneer de werking beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt. ~ "Basisinstellingen" op pagina 31
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies voor de binnenruimte vergemakkelijken
het gebruik van uw apparaat. Zo wordt bijv. de
binnenruimte volledig verlicht en een koelventilator
beschermt het apparaat tegen oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 31
14
Toebehoren nl
Watertank
Het apparaat is voorzien van een watertank. De
watertank bevindt zich achter het bedieningspaneel.
Voor de bereiding met stoom de tank vullen met water.
~ "Stoom" op pagina 22
( Tankdeksel
0 Opening om te vullen
8 Greep om de watertank uit te nemen en te
plaatsen
_Toebehoren
Toebe hor en
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster is geschikt voor gebruik met
de magnetron.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Braadthermometer
Maakt het mogelijk het eindresultaat
exact op uw wensen af te stellen.
In het betreffende hoofdstuk kunt u
lezen hoe deze te gebruiken.
~ "Braadthermometer" op pagina 28
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Magnetron
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook de braadslede, de
bakplaat of andere meegeleverde accessoires
gebruiken.
15
nl Toebehoren
Accessoires inschuiven
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
In de binnenruimte is de bovenste inschuifhoogte bij
veel apparaten voorzien van een grillsymbool.
Bij de inschuifhoogtes 1, 3, 4 en 5 de accessoires altijd
tussen de beide geleidestangen van een inschuifhoogte
schuiven.
De accessoires kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken zonder dat ze kantelen. Met
de uitschuifrails op hoogte 2 kunt u de accessoires
verder naar buiten trekken.
Let erop dat de accessoires zich achter het lipje ‚ op
de uitschuifrails bevinden.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren ƒ
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Extra toebehoren
D
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de accessoires altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de accessoires altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De tekst “microwave” moet op de
voorkant staan en de kromming moet naar beneden
¾ wijzen.
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 46
Extra toebehoren
Rooster
Voor servies, gebak en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op
het rooster grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
Braadslede met antiaanbaklaag
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Gebak en vlees laten gemakkelijker los van de braadslede.
16
Voor het eerste gebruik nl
Bakplaat met antiaanbaklaag
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak laat gemakkelijker los van de bakplaat.
Grote braadpan met inzetrooster
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan (5,1 liter)
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode “Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Glazen braadslede
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
Decorlijsten
Voor het afdekken van vakbodems van meubels en de grondplaat van
het apparaat.
--------
KVoor het eerste gebruik
Voo r het eer st e gebr ui k
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Voor het eerste gebruik
Informeer voor de eerste ingebruikneming bij uw
waterbedrijf naar de waterhardheid van uw leidingwater.
Om ervoor te zorgen dat het apparaat u er op het juiste
moment aan kan herinneren dat u dient te ontkalken,
dient u de juiste waterhardheid in te stellen.
Attentie!
■ Schade aan het apparaat door gebruik van
ongeschikte vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
■ Kans op functiestoringen bij het gebruik van gefilterd
of gedemineraliseerd water.
Het apparaat vraagt eventueel om na te vullen terwijl
de watertank vol is, of de stoomfunctie wordt na
ongeveer 2 minuten afgebroken.
Meng gefilterd of gedemineraliseerd water eventueel
met mineraalwater zonder koolzuur, in de
verhouding één op één.
Aanwijzingen
■ Is het water zeer kalkhoudend, dan raden wij u aan
om onthard water te gebruiken.
■ Gebruikt u uitsluitend onthard water, dan kunt u als
waterhardheid ''onthard“ instellen.
■ Gebruikt u mineraalwater, stel dan waterhardheid “4
zeer hard“ in.
■ Gebruikt u mineraalwater, dan mag dit geen
koolzuur bevatten.
WaterhardheidInstelling
000 onthard
1 (tot 1,3 mmol/l)01 zacht
2 (1,3 - 2,5 mmol/l)02 gemiddeld
3 (2,5 - 3,8 mmol/l)03 hard
4 (meer dan 3,8 mmol/l)04 zeer hard
17
nl Voor het eerste gebruik
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen op het display de instellingen voor het
eerste gebruik. Het kan enkele seconden duren tot de
melding verschijnt.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment
weer in de basisinstellingen wijzigen.
~ "Basisinstellingen" op pagina 31
Met Home Connect
U kunt de eerste instellingen op het apparaat of via
Home Connect met uw mobiele toestel uitvoeren.
1. Tip op het tekstveld “Met Home Connect”.
2. Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk Home
Connect op.~ "Home Connect" op pagina 33
Op het apparaat
Voer de volgende eerste instellingen uit op het
apparaat:
Taal instellen
Als eerste verschijnt de taal. De taal “Deutsch” is
standaard ingesteld.
1. Met de bedieningsring de gewenste taal instellen.
2. Om te bevestigen op het volgende tekstveld tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Tijd instellen
De tijd start bij “12:00 uur”.
1. Op het tekstveld op “Tijd” tippen.
2. Met de bedieningsring de tijd instellen.
3. Om te bevestigen op het volgende tekstveld tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Waterhardheid instellen
Als waterhardheid is “zeer hard“ vooraf ingesteld.
1. Met de bedieningsring de waterhardheid instellen.
2. Om te bevestigen op het tekstveld “Instellingen
afsluiten” tippen.
Op het display verschijnt een melding dat het eerste
gebruik is afgesloten
Binnenruimte en toebehoren reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de toebehoren te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de
lege, gesloten binnenruimte op.
1. Neem het toebehoren uit de binnenruimte.
2. Verwijder verpakkingsresten, zoals korreltjes
piepschuim, uit de binnenruimte bevinden en
verwijder zelfklevende tape in of bij het apparaat.
3. Neem voor het voorverwarmen de gladde
oppervlakken in de binnenruimte af met een zachte,
vochtige doek.
4. Met de toets on/off ÿ schakelt u het apparaat in.
5. U dient de watertank te vullen. ~ "Watertank vullen"
op pagina 23
6. Stel de opgegeven verwarmingsmethode,
temperatuur en stoomtoevoer in en start het
programma. ~ "Bakken met stoom - Bereiden met
gebruik van stoom" op pagina 22
Instellingen
Verwarmingsmethode
Temperatuurmaximaal
Tijdsduur1 uur
7. Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang het
apparaat opwarmt.
8. Schakel het apparaat na de opgegeven tijdsduur uit
met de toets on/off ÿ.
9. Wacht tot de binnenruimte is afgekoeld.
10. Reinig de gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
11. Maak de watertank leeg en de binnenruimte droog.
~ "Na gebruik met stoom altijd:" op pagina 25
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
4D-hetelucht < met stoomtoevoer stand 03
(sterk)
Wanneer u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan
met de toets on/off ÿ uit.
18
Apparaat bedienen nl
1Apparaat bedienen
App a r aa t bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en
uitschakelen gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Aanwijzing: Het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Sommige indicaties en aanwijzingen op het display,
bijv. voor de restwarmte in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off ÿ schakelt u het apparaat in.
Op het display verschijnt het Bosch-logo en vervolgens
de keuzelijst met de verwarmingsmethoden.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie er na het inschakelen moet verschijnen.
~ "Basisinstellingen" op pagina 31
Apparaat uitschakelen
Met de toets on/off ÿ schakelt u het apparaat uit.
Een eventueel lopende functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd of eventueel de
restwarmte-indicatie.
Wilt u een andere functie instellen, doe dit dan met
behulp van het menu. De precieze beschrijvingen van
de afzonderlijke functies vindt u in de betreffende
hoofdstukken.
In principe geldt:
1. Tip op het betreffende tekstveld.
De functie staat in de focus.
2. Met de bedieningsring veranderen wat in de focus
staat.
3. Zo nodig andere instellingen uitvoeren.
Hiervoor op het betreffende tekstveld tippen en met
de bedieningsring de waarde veranderen.
4. Starten met de toets start/stop l.
De werking start.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Is de functie Verwarmingsmethoden niet geselecteerd,
tip dan in het menu op het tekstveld
“Verwarmingsmethoden”. De keuzelijst van de
verwarmingsmethoden verschijnt in de touch-displays.
Voorbeeld in de afbeelding: Hetelucht Eco . bij
195 °C.
1. Op het tekstveld met de gewenste
verwarmingsmethode tippen. Eventueel met de
bedieningsring in de keuzelijst bladeren.
+HL]DUW
'KHWHOXFKW
2EHU8QWHUKLW]H
%RYHQHQ
+HL]DUW
RQGHUZDUPWH
2EHU8QWHUKLW]H
+HL]DUW
+HWHOXFKW(FR
2EHU8QWHUKLW]H
9HUZDUPLQJV
&
PHWKRGHQ
.UHX]H
PV
RQGHUZDUPWH(FR
*ULOOJURH)OlFKH
%RYHQ_
2EHU_8QWHUKL
&LUFXODWLHJULOOHQ
(QGH
*ULOOJURRW
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven als het
apparaat uitgeschakeld is. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 31
In werking stellen
U moet altijd starten met de toets start/stop l.
Na de start verschijnt op het display naast de
instellingen een tijdsindicatie. Bovendien verschijnen de
ringlijn en de opwarmlijn.
Werking stopzetten
Met de toets start/stop l kunt u de werking ook
onderbreken en weer door laten lopen.
Wanneer u de toets start/stop l ca. 3 seconden lang
indrukt, wordt de werking helemaal afgebroken en
worden alle instellingen teruggezet.
Aanwijzing: Nadat de werking onderbroken of
afgebroken is, kan de koelventilator verder lopen.
Functie instellen
Nadat het apparaat is ingeschakeld verschijnt de
voorgestelde functie die is ingesteld.
De temperatuur staat wit in de focus.
2. Met de bedieningsring de temperatuur instellen.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
'KHWHOXFKW
KHWHOXFKW(FR
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
7HPSHUDWXXU
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
+HWHOXFKWHFR
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
3. Starten met de toets start/stop l.
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
7HPSH
UDWXXU
6QHOYRRUYHUZDUP
7LMGVGXXU
+\GUREDNNHQ
PV
*ULOOJURRW
*ULOONOHLQ
)XLW
De tijd op het display geeft aan hoelang het
apparaat al in werking is.
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
P
a
PV
V
&
6QHOYRRUYHUZDUP
7LMGVGXXU
PV
&LUFXODWLHJULOOHQ
)XLW
(LQGH
*ULOOJURRW
(LQGH
VWDUW
VWRS
19
nl Tijdfuncties
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Aanwijzing: U kunt op het apparaat ook de tijdsduur en
het einde van de werking instellen. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 20
Wijzigen
Na de start blijft de temperatuur in de focus. Wanneer u
de bedieningsring beweegt, wordt de temperatuur
direct veranderd en overgenomen.
Om de verwarmingstijd te veranderen onderbreekt u
eerst het gebruik met de toets start/stop l en tipt u op
het tekstveld van de verwarmingsmethode. De
keuzelijst verschijnt. Tip op de gewenste
verwarmingsmethode. Op het display verschijnt de
bijbehorende voorgestelde temperatuur.
Aanwijzing: Verandert u de verwarmingsmethode, dan
worden ook de andere instellingen teruggezet.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt bij enkele
verwarmingsmethoden de opwarmtijd verkorten.
Geschikte verwarmingsmethoden voor het snel
voorverwarmen zijn:
■ < 4D hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ & Intensieve warmte
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht en de accessoires pas in de binnenruimte
wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode en
een ingestelde temperatuur van minstens 100 °C. kiest.
Anders kan de functie Snel voorverwarmen niet worden
geactiveerd.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Op het tekstveld “Snel voorverwarmen” tippen.
In het tekstveld staat “aan”. Op het display verschijnt
een aanwijzing ter bevestiging.
Wanneer het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt
een signaal en er verschijnt een aanwijzing op het
display. In het tekstveld staat “uit”. Plaats het gerecht in
de binnenruimte.
Aanwijzing: De functie Tijdsduur start tegelijk met het
snel voorverwarmen. Stel pas een tijdsduur in wanneer
het snel voorverwarmen beëindigd is.
Afbreken
Om het snel voorverwarmen te beëindigen tipt u
opnieuw op het tekstveld “Snel voorverwarmen”. In het
tekstveld staat “uit”.
OTijdfuncties
Ti j df un c t i es
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
qTijdsduurNa afloop van een ingestelde tijdsduur eindigt
de werking automatisch.
rEindeVoer een tijdsduur en een gewenste eindtijd
in. Het apparaat start automatisch, zodat de
werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
tKookwekkerDe kookwekker functioneert als een eierwek-
ker. Hij loopt onafhankelijk van de werking
van het apparaat en andere tijdfuncties.Na
afloop van de ingestelde tijd schakelt het
apparaat niet automatisch in of uit.
U kunt tijdsduur en einde na het instellen van een
functie via de touch-displays oproepen. De kookwekker
heeft een eigen veld t en kan op elk moment worden
ingesteld.
Na afloop van een tijdsduur of wekkertijd klinkt een
signaal. U kunt het signaal voortijdig beëindigen door
op een veld of touch-display te tippen.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u instellen
hoelang een signaal klinkt. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 31
Tijdsduur instellen
U kunt voor uw gerecht op het apparaat de
bereidingsduur instellen. Zo wordt de bereidingsduur
niet ongewild overschreden en u hoeft andere
werkzaamheden niet te onderbreken om het gebruik te
beëindigen.
Instellen
Afhankelijk van de richting waarin u de bedieningsring
eerst draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10 minuten, rechts 30 minuten.
De tijdsduur kan tot een uur in stappen van een minuut
worden ingesteld, daarna in stappen van 5 minuten.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen.
Voorbeeld in de afbeelding: het is 10:00 uur, tijdsduur
45 minuten.
1. Functie en temperatuur of stand instellen.
2. Tip voor de start op het tekstveld “Tijdsduur”.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
3. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
De eindtijd wordt automatisch berekend.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
'KHWHOXFKW
KHWHOXFKW(FR
7HPSHUDWXXU
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
+HWHOXFKW(FR
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
P
7LMGVGXXU
PV
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
V
&LUFXODWLHJULOOHQ
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
(FR
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
20
Tijdfuncties nl
4. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af.
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
P
a
PV
V
&
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
PV
&LUFXODWLHJULOOHQ
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
VWDUW
VWRS
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
U kunt via het tekstveld “Tijdsduur” opnieuw een
tijdsduur instellen of met de toets start/stop l de
werking voortzetten zonder tijdsduur.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen en afbreken
Om de tijdsduur te veranderen tipt u op het tekstveld
“Tijdsduur”. De tijdsduur staat in de focus en kan met
de bedieningsring worden gewijzigd. De wijziging wordt
direct overgenomen.
Wilt u de tijdsduur afbreken, zet hem dan weer
helemaal terug op nul. Nadat de wijziging is
overgenomen wordt de werking zonder tijdsduur
voortgezet.
Einde instellen
U kunt het tijdstip waarop de tijdsduur afloopt op een
later tijdstip zetten. U kunt het gerecht bijv. 's morgens
in de binnenruimte plaatsen en zo instellen dat het 's
middags klaar is.
3. Tip voor de start op het tekstveld “Einde”.
Op het display staat de berekende eindtijd wit in de
focus.
4. Met de bedieningsring de eindtijd op een later
tijdstip zetten.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
'KHWHOXFKW
KHWHOXFKW(FR
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
7HPSHUDWXXU
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
+HWHOXFKW(FR
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
5. Starten met de toets start/stop l.
(LQGH
PV
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
7LMGVGXXU
PV
(LQGH
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
Op het display staat het tijdstip waarop het apparaat
start.
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
6WDUW
PV
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
PV
&LUFXODWLHJULOOHQ
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
VWDUW
VWRS
Het apparaat bevindt zich in de wachtstand. Wanneer
het apparaat start, loopt op het display de tijdsduur af.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
U kunt via het tekstveld “Tijdsduur” opnieuw een
tijdsduur instellen of met de toets start/stop l de
werking voortzetten zonder tijdsduur.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Aanwijzingen
■ Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de
binnenruimte staan en bederven.
■ Stel geen einde meer in wanneer de werking al
gestart is. Het bereidingsresultaat zou dan niet meer
kloppen.
Instellen
Het einde van de tijdsduur kan maximaal 23 uur en 59
minuten worden uitgesteld.
Voorbeeld in de afbeelding: het is 10:00 uur, de
ingestelde tijdsduur is 45 minuten en het gerecht moet
om 12:00 uur klaar zijn.
1. Functie en temperatuur of stand instellen.
2. Tijdsduur instellen.
Wijzigen en afbreken
Na de start kan de eindtijd niet meer veranderd worden.
Wilt u tijdsduur en einde wissen, onderbreek de werking
dan met de toets start/stop l. U kunt de werking dan
zonder tijdsduur en einde voortzetten.
21
nl Stoom
Kookwekker instellen
De wekker loopt parallel met de andere instellingen.U
kunt hem op elk moment instellen, ook wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Hij heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
Instellen
De wekkertijd begint altijd bij nul minuten.
Hoe hoger de waarde, des te groter worden de
tijdstappen bij het instellen.
U kunt maximaal 24 uur instellen.
1. Tip op het veld t.
Het symbool is rood verlicht. Op het display staat de
wekkertijd wit in de focus.
2. Met de bedieningsring de wekkertijd instellen.
3. Met veld t starten.
Aanwijzing: Na enkele seconden start de wekker
ook automatisch.
De wekkertijd loopt af.
De wekker blijft zichtbaar op het display wanneer het
apparaat uitgeschakeld is: Wanneer het apparaat in
werking is, staan de instellingen van de actieve functie
op de voorgrond. Wanneer u op het veld t tipt, wordt
de wekkertijd enkele seconden weergegeven.
Wanneer de wekkertijd beëindigd is, klinkt er een
signaal en verschijnt er een aanwijzing op het display.
Het symbool is niet meer verlicht.
`Stoom
St o o m
Bij sommige verwarmingsmethoden kunt u gerechten
met toevoeging van stoom bereiden. Bovendien staan u
de verwarmingsmethoden Deegrijsstand en
Regenereren ter beschikking.
:Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan hete
stoom vrijkomen. Afhankelijk van de temperatuur is er
geen stoom te zien. Tijdens het openen niet te dicht bij
het apparaat staan. De deur van het apparaat
voorzichtig openen. Zorg ervoor dat kinderen uit de
buurt blijven.
Geluiden
Pomp
Tijdens het gebruik en na uitschakeling hoort u een
brommend geluid. Het geluid ontstaat doordat de
werking van de pomp wordt gecontroleerd.Dit is
normaal.
Paneel
Tijdens het openen van het paneel hoort u een
brommend of klikkend geluid. Het geluid ontstaat door
het uitschuiven van het paneel. Dit zijn normale
gebruiksgeluiden.
Tip: Geldt de ingestelde wekkertijd voor de looptijd van
het apparaat, gebruik dan de tijdsduur. De tijd is
zichtbaar op de voorgrond en het apparaat gaat
automatisch uit.
Wijzigen en afbreken
Om de wekkertijd te veranderen tipt u op het veld t. De
wekkertijd staat wit in de focus en kan met de
bedieningsring worden veranderd.
Wilt u de wekkertijd afbreken, zet de wekkertijd dan
weer helemaal op terug. Als de verandering is
overgenomen is het symbool niet meer verlicht.
Bakken met stoom - Bereiden met gebruik
van stoom
Bij de bereiding met stoom wordt met verschillende
tussenpozen en intensiteiten stoom in de binnenruimte
geleid. Hierdoor krijgt u een beter bereidingsresultaat.
Uw gerecht
■ krijgt een knapperig korstje
■ krijgt een glanzend oppervlak
■ wordt van binnen sappig en zacht
■ en het volume wordt slechts minimaal gereduceerd
De gewenste combinatie van verwarmingsmethode en
stoomintensiteit stelt u zelf in. Gebruik de opgaven in de
tabellen of kies een programma om een geschikte
verwarmingsmethode en stoomintensiteit te kiezen.
Stoomintensiteit
Voor de stoomtoevoer staan u verschillende
intensiteiten ter beschikking:
IntensiteitStand
laag01
gemiddeld02
sterk03
22
Stoom nl
Geschikte verwarmingsmethoden
Bij deze verwarmingsmethoden kunt u ook stoom
inschakelen:
■ 4D hetelucht <
■ Boven- en onderwarmte %
■ Circulatiegrillen 7
■ Warmhouden O
Starten
1. Watertank vullen.
2. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
3. Tip op het tekstveld “Stoomtoevoer”.
Op het display staat de stoomstand wit in de focus.
4. Met de bedieningsring de stoomstand instellen.
5. Starten met de toets start/stop l.
Het apparaat begint op te warmen.
Aanwijzing: Wanneer de watertank na gebruik met
stoom leegraakt, verschijnt op het display de melding
dat hij moet worden gevuld. De werking wordt zonder
gebruik van stoom voortgezet.
Wijzigen en afbreken
Om de stoomintensiteit te veranderen tipt u op het
tekstveld “Stoomstand”.De stoomstand staat in de
focus en kan met de bedieningsring worden gewijzigd.
De wijziging wordt direct overgenomen.
Wilt u de bereiding met stoom afbreken, zet de
“Stoomtoevoer” dan op “0”.
Aanwijzing: De werking wordt zonder gebruik van
stoom voortgezet.
Regenereren
Met de verwarmingsmethode Regenereren U kunt u al
bereide gerechten op een gezonde manier opnieuw
opwarmen of bakwaren van de vorige dag opbakken.
De stoom wordt er automatisch bij ingeschakeld.
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens het
regenereren leegraakt, wordt de werking onderbroken.
U dient de watertank te vullen.
Starten
1. Watertank vullen.
2. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
3. Tip op het tekstveld “Stoom”.
4. Tip op het tekstveld “Regenereren”.
De temperatuur staat in de focus.
5. Met de bedieningsring de temperatuur instellen.
6. Op het tekstveld “Tijdsduur” tippen en de tijdsduur
instellen.
Aanwijzing: Bij de verwarmingsmethoden met
stoom is altijd een tijdsduur nodig.
7. Starten met de toets start/stop l.
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen
U kunt de instellingen zoals gebruikelijk wijzigen.
Om de temperatuur of de tijdsduur te veranderen op het
betreffende tekstveld tippen en wijzigen met de
bedieningsring. De wijziging wordt direct overgenomen.
Om de verwarmingstijd te veranderen dient u de
werking eerst met de toets start/stop l te onderbreken.
Deegrijsstand
Met de verwarmingsmethode Deegrijsstand T“ rijst het
deeg duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur en het
droogt niet uit.
Gebruik de opgaven in de tabellen om de juiste
instelling te kiezen. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 48
Aanwijzing: Wanneer de watertank tijdens het gebruik
van de deegrijsstand leegraakt, wordt de werking
onderbroken. U dient de watertank te vullen.
Starten
1. Watertank vullen.
Aanwijzing: Schakel de deegrijsstand alleen in
wanneer de binnenruimte volledig is afgekoeld
(kamertemperatuur).
2. Tip op het veld menu.
3. Tip op het tekstveld “Stoom”.
4. Tip op het tekstveld “Deegrijsstand”.
De temperatuur staat in de focus.
5. Met de bedieningsring de temperatuur instellen.
6. Op het tekstveld “Tijdsduur” tippen en de tijdsduur
instellen.
Aanwijzing: Bij de verwarmingsmethoden met
stoom is altijd een tijdsduur nodig.
7. Starten met de toets start/stop l.
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen
U kunt de instellingen zoals gebruikelijk wijzigen.
Om de temperatuur of de tijdsduur te veranderen op het
betreffende tekstveld tippen en wijzigen met de
bedieningsring. De wijziging wordt direct overgenomen.
Om de verwarmingstijd te veranderen dient u de
werking eerst met de toets start/stop l te onderbreken.
Watertank vullen
De watertank bevindt zich achter het paneel. Voordat u
een programma met stoom start, dient u het paneel te
openen en water in de watertank te doen.
Zorg ervoor dat u de waterhardheid correct heeft
ingesteld. ~ "Basisinstellingen" op pagina 31
23
nl Stoom
:Waarschuwing – Risico van letsel en
verbranding!!
Vul de watertank uitsluitend met water of de door ons
aanbevolen ontkalkingsoplossing. Doe geen
ontvlambare vloeistoffen (bijv. alcoholhoudende
dranken) in de watertank. Door hete oppervlakken in de
binnenruimte kunnen dampen van brandbare
vloeistoffen vlam vatten (explosieve verbranding). De
apparaatdeur kan openspringen. Er kunnen hete
dampen en steekvlammen naar buiten treden.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik van het apparaat kan de watertank
heet worden. Heeft u het apparaat zojuist gebruikt,
wacht dan tot de watertank is afgekoeld. Neem de
watertank uit de tankschacht.
Attentie!
Schade aan het apparaat door gebruik van ongeschikte
vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk
chloridehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
Attentie!
Kans op functiestoringen bij het gebruik van gefilterd of
gedemineraliseerd water.
Het apparaat vraagt eventueel om na te vullen terwijl de
watertank vol is of de stoomfunctie wordt na ongeveer 2
minuten afgebroken.
Meng gefilterd of gedemineraliseerd water eventueel
met mineraalwater zonder koolzuur, in de verhouding
één op één.
Aanwijzingen
■ Is het water zeer kalkhoudend, dan raden wij u aan
om onthard water te gebruiken.
■ Gebruikt u uitsluitend onthard water, dan kunt u de
waterhardheid op “onthard” instellen.
■ Gebruikt u mineraalwater, stel dan de waterhardheid
op “4 zeer hard“ in.
■ Gebruikt u mineraalwater, dan mag dit geen
koolzuur bevatten.
1. Op het veld v tippen.
Het paneel wordt automatisch naar voren
geschoven.
2. Paneel met beide handen naar voren trekken en
vervolgens naar boven schuiven tot het vergrendelt
(Afb. !).
3. Watertank optillen en uit de tankschacht nemen
(Afb. ").
4. Deksel bij de afdichting aandrukken, zodat er geen
water uit de watertank kan lopen.
5. Afdekking ‚ verwijderen (Afb. #).
Aanwijzing: De afdekking ‚ is al naar gelang het
apparaattype aanwezig.
6. Watertank tot de markering "max" vullen met koud
water (Afb. $).
D
7. Afdekking ‚ weer aanbrengen in de opening van de
watertank.
8. De gevulde watertank terugplaatsen (Afb. %). Let
erop dat de watertank achter beide houders ƒ
vergrendelt (Afb. &).
I
E
E
9. Paneel langzaam naar beneden schuiven,
vervolgens naar achteren drukken tot het volledig
gesloten is.
De watertank is gevuld. U kunt nu stoom gebruiken
bij de bereiding.
Watertank bijvullen
Aanwijzingen
■ Programma's waarbij stoom wordt gebruikt lopen
zonder toevoeging van stoom door.
■ Wanneer de watertank tijdens het gebruik van de
deegrijsstand of het regenereren leegraakt, wordt de
werking onderbroken. U dient de watertank te vullen.
1. Paneel openen.
2. Watertank uitnemen en bijvullen.
3. Plaats de gevulde watertank terug en het paneel
sluiten.
1
24
2I
Stoom nl
Na gebruik met stoom altijd:
:Waarschuwing – Kans op verbrandingen!
Bij het openen van de deur van het apparaat kan hete
stoom vrijkomen. Afhankelijk van de temperatuur is er
geen stoom te zien. Tijdens het openen niet te dicht bij
het apparaat staan. De deur van het apparaat
voorzichtig openen. Zorg ervoor dat kinderen uit de
buurt blijven.
:Waarschuwing – Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het
voor de reiniging afkoelen.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
Na de bereiding met stoom wordt het restwater
teruggepompt in de watertank. Maak de watertank leeg
en droog hem vervolgens. In de binnenruimte blijft
vocht achter. U kunt de binnenruimte handmatig
droogmaken of met behulp van de functie “Drogen ”.
Aanwijzingen
■ Na uitschakeling van het apparaat is het veld v wat
langer verlicht, om u eraan te herinneren de
watertank leeg te maken.
■ Kalkvlekken verwijderen met een in azijn gedrenkte
doek, afnemen met helder water en drogen met een
zachte doek.
Watertank leegmaken
Attentie!
■ De watertank niet laten drogen in de hete
binnenruimte. De tank raakt dan beschadigd.
■ De watertank niet reinigen in de vaatwasmachine.De
tank raakt dan beschadigd.
1. Paneel openen.
2. Watertank uitnemen.
3. Deksel van de watertank voorzichtig afnemen.
4. Watertank leegmaken, schoonmaken met
afwasmiddel en grondig uitspoelen met helder
water.
5. Alle onderdelen drogen met een zachte doek.
6. Dichting van het deksel na gebruik droogwrijven.
7. Met het deksel eraf laten drogen.
8. Deksel op de watertank plaatsen en aandrukken.
9. Watertank terugplaatsen en paneel sluiten.
Druipgoot droogmaken
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Apparaatdeur openen.
3. Water in de druipgoot ‚ voorzichtig opnemen met
een schoonmaakdoekje (Afb. !).
1
D
De druipgoot ‚ bevindt zich onder de binnenruimte
(Afb. ").
2
D
Drogen starten
Tijdens het drogen wordt de binnenruimte verwarmd,
zodat er vocht in de binnenruimte verdampt. Open
vervolgens de apparaatdeur, zodat de waterdamp uit
de binnenruimte verdwijnt.
Attentie!
Schade aan het email: start geen programma of functie
wanneer zich water op de bodem van de binnenruimte
bevindt. Dit water dient voor gebruik te worden
verwijderd.
1. Het apparaat af laten koelen.
2. Grove verontreiniging in de binnenruimte direct
verwijderen en het vocht van de bodem afnemen.
3. Zo nodig met de toets on/off # het apparaat
inschakelen.
4. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
5. Tip op het tekstveld “Reinigen”.
6. Tip op het tekstveld “Drogen”.
De tijdsduur wordt weergegeven. Deze kan niet
worden veranderd.
7. Starten met de toets start/stop l.
Het drogen wordt gestart en na 10 minuten
automatisch beëindigd.
8. Apparaatdeur openen en 1 tot 2 minuten open laten,
zodat het vocht uit de binnenruimte kan ontsnappen.
De binnenruimte handmatig schoonmaken
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Vervuiling uit de binnenruimte verwijderen.
3. Binnenruimte met een spons droogmaken.
4. Apparaatdeur 1 uur open laten, zodat de
binnenruimte helemaal droog wordt.
25
nl De magnetron
^De magnetron
De magnet r on
Met de magnetron kunt u de gerechten bijzonder snel
bereiden, verwarmen of ontdooien. U kunt de
magnetron alleen, of in combinatie met een andere
verwarmingsmethode gebruiken.
Om de magnetron optimaal te kunnen gebruiken, dient
u de aanwijzingen voor de vormen in acht te nemen. Zie
ook de opgaven in de toepassingstabellen aan het
einde van de gebruiksaanwijzing.
Vormen
Niet alle vormen zijn geschikt voor de magnetron.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
magnetron. Dan worden de gerechten warm en raakt
het apparaat niet beschadigd.
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas,
glaskeramiek, porselein of temperatuurbestendige
kunststof. Deze materialen laten microgolven door. U
kunt ook keramiek gebruiken, wanneer dit volledig
geglazuurd is en geen barsten vertoont.
U kunt ook servies gebruiken.Zo hoeft u de gerechten
niet over te brengen. Gebruik alleen servies met goudof zilverdecor wanneer de fabrikant garandeert dat het
geschikt is voor de magnetron.
Om te bakken en voor gecombineerd gebruik kunt u
normale bakvormen van metaal gebruiken. Zo wordt
het gebak ook aan de onderkant bruin.
Metalen vormen zijn niet geschikt voor andere
toepassingen. Metaal laat geen microgolven door. In
gesloten metalen vormen blijven de gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm verwijderd
zijn van de wanden van de binnenruimte en de
binnenkant van de deur. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Vormtest
Schakel de magnetron nooit in als er geen gerecht in
staat. De enige uitzondering hierop is de korte vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor
de magnetron, doet u deze test:
1. Plaats de lege vorm ½ - 1 minuut bij maximaal
vermogen in het apparaat.
2. Controleer tussentijds de temperatuur van de vorm.
De vorm moet koud of handwarm blijven.
Wordt hij heet of ontstaan er vonken, dan is hij niet
geschikt.
Breek de test af.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Meegeleverde accessoires
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook de braadslede, de
bakplaat of andere meegeleverde accessoires
gebruiken.
Bij gebruik met de magnetron kunt u de accessoires,
indien niet anders aangegeven, het best op hoogte 2
plaatsen.
Magnetronstanden
U kunt m.b.v. diverse standen verschillende
magnetronvermogens gebruiken, geschikt voor
uiteenlopende soorten gerechten en manieren van
bereiden.
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijdsduur
nodig. U kunt de voorgestelde tijdsduur overnemen of
in het betreffende bereik veranderen.
Stand Gebruikmaximale tijds-
duur
90 Wvoor het ontdooien van kwetsbare
gerechten
180 Wvoor het ontdooien en verder bereiden 1 uur 30 min.
360 Wvoor het bereiden van vlees en het
opwarmen van kwetsbare gerechten
600 Wvoor het opwarmen en bereiden van
gerechten
max.voor het verwarmen van vloeistoffen30 min.
De maximale instelling is alleen voor het verhitten van
vloeistoffen bestemd, niet voor het opwarmen van
gerechten. Ter bescherming van het apparaat wordt het
maximale vermogen van de magnetron gedurende de
eerste minuten trapsgewijs tot 600 W gereduceerd.
Nadat het apparaat enige tijd is afgekoeld is het volle
vermogen weer beschikbaar.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
Magnetron instellen
Lees voordat u de magnetron instelt de aanwijzingen
over de juiste vormen.
1. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
2. Tip op het tekstveld “Magnetron”.
3. Tip op het tekstveld met het gewenste
magnetronvermogen.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
4. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
5. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display. Bij de
magnetron verschijnt de opwarmlijn niet.
Het apparaat start.
26
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.