Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.bosch-home.com en in de online-shop:
www.bosch-eshop.com
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 13
4
Page 5
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
5
Page 6
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Magnetron
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Het is gevaarlijk wanneer het toestel niet
volgens de voorschriften wordt gebruikt en
er kan schade ontstaan.
Het is niet toegestaan om gerechten of
kleding te drogen of pantoffels, warmte- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes en dergelijke te
verwarmen.
Verwarmde pantoffels, warmte- of
graankussens kunnen bijvoorbeeld ook na
uren nog vlam vatten. Gebruik het apparaat
uitsluitend voor het bereiden van gerechten
en drank.
Risico van brand!
■ Levensmiddelen kunnen vlam vatten. Nooit
levensmiddelen opwarmen in verpakkingen
die bestemd zijn om ze warm te houden.
Levensmiddelen nooit zonder toezicht
verwarmen in voorwerpen van kunststof,
papier of ander brandbaar materiaal.
Bij de magnetron nooit een te groot
vermogen of te lange tijdsduur instellen.
Houd u aan de opgaven in deze
gebruiksaanwijzing.
Nooit levensmiddelen drogen met de
magnetron.
Nooit levensmiddelen met weinig water,
zoals bijv. brood, met een te hoog
magnetronvermogen of te lange -tijd
ontdooien of verwarmen.
Risico van brand!
■ Spijsolie kan vlam vatten. Warm nooit
uitsluitend spijsolie op met de magnetron.
■ De warmte wordt niet gelijkmatig verdeeld
in de babyvoeding. Warm nooit
babyvoeding op in gesloten vormen.
Verwijder altijd het deksel of de speen. Na
het verwarmen goed roeren of schudden.
Controleer de temperatuur voordat u het
kind de voeding geeft.
Risico van verbranding!
■ Verhitte gerechten geven warmte af. De
vormen kunnen heel heet worden. Neem
vormen en toebehoren altijd met behulp
van een pannenlap uit de binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ De verpakking van luchtdicht verpakte
levensmiddelen kan barsten. Houd u altijd
aan de opgaven op de verpakking. Neem
gerechten altijd met een pannenlap uit de
binnenruimte.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Bij het verwarmen van vloeistof kan er
kookvertraging ontstaan. Dit houdt in dat de
kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat
er bellen ontstaan. Al bij een kleine trilling
van de vorm kan de hete vloeistof dan
plotseling hevig overkoken en opspatten.
Zorg ervoor dat er tijdens het verwarmen
altijd een lepel in de vorm staat. Zo wordt
kookvertraging voorkomen.
:Waarschuwing – Kans op explosie!
Vloeistof of andere voedingsmiddelen in dicht
afgesloten vormen kunnen exploderen. Nooit
vloeistof of andere voedingsmiddelen verhitten
in dicht afgesloten vormen.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Levensmiddelen met een vaste schil of pel
kunnen tijdens, maar ook nog na het
opwarmen, exploderen. Nooit eieren koken
in de schil of hardgekookte eieren
opwarmen. Nooit schaal- en kreeftachtige
dieren koken. Bij spiegeleieren of eieren in
een glas dient u eerst de dooier door te
prikken. Bij levensmiddelen met een vaste
schil of pel, bijv. appels, tomaten,
aardappelen en worstjes, kan de schil
knappen. Prik voor het opwarmen gaatjes in
de schil of pel.
Risico van verbranding!
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Ongeschikte vormen kunnen barsten.
Vormen van porselein en keramiek kunnen
kleine gaatjes hebben in de handgrepen en
deksels. Achter deze gaatjes bevindt zich
een lege ruimte. Als er vocht in deze ruimte
komt, kan dit barsten veroorzaken in de
vormen. Alleen vormen gebruiken die
geschikt zijn voor de magnetron.
Gevaar voor letsel!
■ Bij uitsluitend gebruik van de
magnetronfunctie kunnen vormen van
metaal leiden tot het ontstaan van vonken.
Het apparaat raakt dan beschadigd. Bij
uitsluitend gebruik van de magnetronfunctie
zijn metalen vormen niet toegestaan. Alleen
vormen die geschikt zijn voor de magnetron
of de magnetron in combinatie met een
verwarmingsmethode gebruiken.
6
Page 7
Oorzaken van schade nl
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Het apparaat werkt met hoogspanning. Nooit
de behuizing verwijderen.
:Waarschuwing – Ernstig
gezondheidsrisico!
■ Wanneer het apparaat verkeerd wordt
gereinigd kan het oppervlak worden
beschadigd. Er kan energie van de
microgolven naar buiten komen. Het
apparaat regelmatig schoonmaken en
resten van voedingsmiddelen direct
verwijderen. Zorg ervoor dat de
binnenruimte, deurdichting, deur en
deuraanslag altijd schoon zijn.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Wanneer de deur van de binnenruimte of
de deurdichting beschadigd is, kan er
energie van microgolven vrijkomen. Het
apparaat nooit gebruiken wanneer de deur
van de binnenruimte, de deurdichting of de
kunststof omlijsting van de deur
beschadigd is. Contact opnemen met de
servicedienst.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Bij toestellen waarvan de afdekking van de
behuizing niet is afgedekt komt
microgolfenergie vrij. De afdekking van de
behuizing nooit verwijderen. Neem voor
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
contact op met de klantendienst.
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
7
Page 8
nl Milieubescherming
Magnetron
Attentie!
■ Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van
de deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de
binnenste deurruit aantasten.
■ Toebehoren combineren: Het rooster niet
combineren met de braadslede. Wanneer deze
direct op elkaar geschoven zijn, kunnen er vonken
ontstaan. Beide alleen op de eigen hoogte
inschuiven.
■ Uitsluitend magnetron: wordt alleen de magnetron
gebruikt, dan is de braadslede of de bakplaat niet
geschikt. Er kunnen vonken ontstaan en de
binnenruimte wordt beschadigd. Gebruik als vlak om
iets op te zetten het meegeleverde rooster of de
magnetron in combinatie met een
verwarmingsmethode.
■ Aluminium schalen: geen aluminium schalen in het
apparaat plaatsen. Wanneer er vonken ontstaan,
raakt het apparaat beschadigd.
■ Gebruik van de magnetron zonder etenswaar:
wanneer het apparaat wordt gebruikt zonder dat er
etenswaar in staat, leidt dit tot overbelasting. Nooit
de magnetron starten als er geen etenswaar in de
binnenruimte staat. Alleen een korte serviestest
vormt hierop een uitzondering. ~ "De magnetron"
op pagina 19
■ Popcorn uit de magnetron: stel nooit een te hoog
magnetronvermogen in. Maximaal 600 watt
gebruiken. Leg de popcornzak altijd op een glazen
bord. Door overbelasting kan de deurruit barsten.
7Milieubescherming
Milieubescherming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee langwerpige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat 10
minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
8
Page 9
Het apparaat leren kennen nl
#
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
9HUZDUPLQJV
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
RQ
RII
PHQX
PHWKRGHQ
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
$VVLVW
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
0DJQHWURQ
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
+RRIG
&
PHQX
.HX]H
PV
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van
toetsen, touch-velden, touch-displays en een
bedieningsring de verschillende functies van uw
apparaat in. Het display geeft de actuele instellingen
weer.
Als het apparaat ingeschakeld is, toont het overzicht het
bedieningspaneel met de menuweergave.
&RPEL6SHHG
%DVLV
LQVWHOOLQJHQ
(LQGH
'URJHQ
%DVLV
5HLQLJHQ
LQVWHOOLQJHQ
VWDUW
VWRS
++
( Toetsen
De toetsen links en rechts van het
bedieningspaneel hebben een drukpunt. Druk op
de toets om dit in werking te stellen.
Bij apparaten die geen voorzijde van roestvrij staal
hebben, zijn ook deze beide toetsen touch-velden
zonder drukpunt.
0 Touch-velden
Onder de touch-velden liggen sensoren. Tip alleen
op het betreffende symbool om de functie te
kiezen.
8 Bedieningsring
De bedieningsring is zo aangebracht dat u hem
onbegrensd naar links of rechts kunt draaien.
Druk er licht op en beweeg hem met een vinger in
de gewenste richting.
@ Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden,
keuzemogelijkheden of aanwijzingsteksten.
H Touch-displays
Op de touch-displays ziet u de actuele
keuzemogelijkheden. U kunt deze hier direct
kiezen door op het betreffende tekstveld te tippen.
Afhankelijk van de keuze veranderen de
tekstvelden.
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen en touch-velden
De betekenis van de verschillende toetsen en touchvelden wordt hier kort uitgelegd.
SymboolBetekenis
Toetsen
ÿon/offApparaat in- en uitschakelen
lstart/stopWerking starten en stoppen of door lang
te drukken (ca. 3 seconden) afbreken
Touch-velden
menu MenuFunctiekeuze-menu openen
tKookwekkerKookwekker kiezen
°InformatieAanwijzingen laten weergeven
DKinderslotKinderslot activeren en deactiveren door
lang te drukken (ca. 4 sec.)
--------
Bedieningsring
Met de bedieningsring wijzigt u de instelwaarden die op
het display zijn weergegeven,
U gebruikt de bedieningsring ook om in de keuzelijsten
op de touch-displays te bladeren.
Bij de meeste keuzelijsten moet u de draaiknop weer
terugdraaien wanneer het eerste of laatste punt bereikt
is.
9
Page 10
nl Het apparaat leren kennen
Display
Het display is zo ingedeeld dat u de opgaven passend
bij elke situatie met één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in de focus en
wordt in witte letters weergegeven. De waarde op de
achtergrond staat in het grijs weergegeven.
FocusDe waarde in de focus kan direct worden veran-
derd, zonder hem eerst te selecteren.
Na de start staat de temperatuur of de stand altijd
in de focus. De witte lijn is tegelijkertijd de
opwarmlijn. Deze wordt rood opgevuld.
Aanwijzing: Bij de magnetron staat de tijdsduur
in de focus. De opwarmlijn verschijnt niet.
VergrotingZolang u de waarde in de focus met de bedie-
ningsring verandert, wordt alleen deze waarde
vergroot weergegeven.
_7H[W
P
+HL]DUWHQ
7H[W
a
V
&
Ringlijn
Aan de buitenkant van het display bevindt zich de
ringlijn.
Wanneer u een waarde wijzigt, toont de ringlijn u waar u
zich in de keuzelijst bevindt. Naargelang het instelbereik
is de ringlijn ononderbroken of verdeeld in segmenten,
afhankelijk van de lengte van de keuzelijst.
Tijdens het gebruik wordt de ringlijn in het ritme van
seconden rood gevuld. Na elke volledige minuut
worden de segmenten weer van het begin af aan
gevuld. Bij een aflopende tijdsduur verdwijnt er elke
seconde een segment.
Temperatuurindicatie
Na de start wordt de actuele temperatuur in de
binnenruimte grafisch weergegeven op het display.
OpwarmlijnDe witte lijn onder de temperatuur wordt, naarmate
de binnenruimte opgewarmd raakt, van links naar
rechts rood gevuld. Wanneer u voorverwarmt is het
optimale tijdstip voor het inschuiven van het gerecht
bereikt zodra de lijn geheel rood gevuld is.
Bij instelstanden, bijv. grillstanden, is de opwarmlijn
direct rood gevuld.
Restwarmteindicatie
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
ringlijn de restwarmte in de binnenruimte weer. Hoe
geringer de restwarmte wordt, des te donkerder
kleurt de ringlijn, en op een geven moment verdwijnt
hij helemaal.
_7HNVW
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
7H[W
7HPSHUDWXXU
Touch-displays
De touch-displays fungeren tegelijkertijd als indicatie en
bedieningselement. Ze tonen u wat de
keuzemogelijkheden bij een functie zijn en wat er al is
ingesteld. Om een functie te kiezen tipt u eenvoudig
direct op het tekstveld.
Aan de rode verticale balk aan de zijkant ziet u welke
functie gekozen is. Op het display staat de
bijbehorende waarde wit in de focus.
Een kleine rode pijl aan de zijkant van het tekstveld
geeft aan naar welke functie u vooruit- of terug kunt
bladeren.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
7HPSHUDWXXU
'KHWHOXFKW
Functies
Uw apparaat beschikt over verschillende functies die
het gebruik vergemakkelijken.
De precieze beschrijvingen hiervan vindt u in de
betreffende hoofdstukken.
FunctieGebruik
Verwarmingsmethoden
~ "Apparaat bedienen"
op pagina 15
Assist
~ "Gerechten"
op pagina 29
Magnetron
~ "De magnetron"
op pagina 19
CombiSpeed
~ "De magnetron"
op pagina 19
Drogen
~ "De magnetron"
op pagina 19
Basisinstellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 21
--------
Er zijn verschillende fijn afgestemde
verwarmingsmethoden voor een optimale bereiding van uw gerechten.
Voor veel gerechten zijn de juiste
instelwaarden al geprogrammeerd.
Met de magnetron kunt u de gerechten sneller bereiden, verwarmen of
ontdooien.
Hiermee kunt u naast de magnetron
een verwarmingsmethode inschakelen.
Altijd gebruiken na bereiding met de
magnetron.
U kunt de basisinstellingen van uw
apparaat aanpassen aan uw wensen.
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
10
Page 11
Verwarmingsmethoden
Het apparaat leren kennen nl
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
VerwarmingsmethodeTemperatuurGebruik
<
%
.
#
7
(
*
$
.
$
4D hetelucht30-275 °CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte30-300 °CVoor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor
gebak met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Hetelucht Eco30-275 °CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau, zonder
voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de ach-
terkant in de binnenruimte.
Boven- en onderwarmte Eco30-300°CVoor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt van boven en van onderen.
Circulatiegrillen30-300 °CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond de gerechten.
Grill, grootGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Grill, kleinGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Pizzastand30-275 °CVoor het bereiden van pizza's en gerechten die veel warmte van onderen nodig
Langzaam garen70-120 °CVoor het langzaam garen van aangebraden, zachte stukken vlees in open vormen.
Onderwarmte30-250 °CVoor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
Warmhouden60-100 °CVoor het warmhouden van bereide gerechten.
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast, en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of toast en om te gratineren.
Het middelste oppervlak onder het grillelement wordt heet.
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de ach-
terwand zijn ingeschakeld.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven en van onderen.
De warmte komt van onderen.
O
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur na
langere tijd enigszins verlaagd door het apparaat.
P
Servies voorverwarmen30-70 °CVoor het opwarmen van servies.
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
11
Page 12
nl Het apparaat leren kennen
Magnetron
Hier vindt u een overzicht van de verschillende
toepassingsgebieden, zodat u altijd het juiste
magnetronvermogen kunt gebruiken.
Magnetronstandmaximale tijdsduurGebruik
90 watt1 uur 30 minutenVoor het ontdooien van kwetsbare gerechten.
180 watt1 uur 30 minutenVoor het ontdooien en verder bereiden.
360 watt1 uur 30 minutenVoor het bereiden van vlees en het opwarmen van kwetsbare gerech-
600 watt1 uur 30 minutenVoor het opwarmen en bereiden van gerechten.
Max. watt30 min.Voor het verwarmen van vloeistoffen.
--------
CombiSpeed
U kunt veel verwarmingsmethoden combineren met de
magnetron. Het apparaat warmt op en tegelijkertijd
wordt de magnetron ingeschakeld. Zo is uw gerecht
sneller klaar.
Hiervoor zijn magnetronvermogens tussen de 90 en
360 watt geschikt.
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.
Tip op het veld °.De aanwijzing wordt enkele seconden
op het display weergegeven. Bij langere aanwijzingen
bladert u met de bedieningsring tot het einde.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet
altijd overeen met het precieze aantal watts dat door het
apparaat wordt gebruikt.
ten.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies voor de binnenruimte vergemakkelijken
het gebruik van uw apparaat. Zo wordt bijv. de
binnenruimte volledig verlicht en een koelventilator
beschermt het apparaat tegen oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Aanwijzing: Bij de functie Magnetron moet u de
werking na het sluiten van de deur met de toets start/
stop l voortzetten. Daarvoor kunt u de basisinstelling
wijzigen. ~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan ca.
15 minuten open, dan schakelt de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra de werking wordt
gestart. Wanneer de werking beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt. ~ "Basisinstellingen" op pagina 21
12
Page 13
Toebehoren nl
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster is geschikt voor gebruik met
de magnetron.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
grilt.
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de toebehoren altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De tekst “microwave” moet op de
voorkant staan en de kromming moet naar beneden
¾ wijzen.
D
D
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
Magnetron
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook de braadslede, de
bakplaat of andere meegeleverde accessoires
gebruiken.
Toebehoren inschuiven
De binnenruimte heeft 3 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren ƒ
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 29
Bij de inschuifhoogtes 1, 2 en 3 de toebehoren altijd
tussen de beide geleidestangen van een inschuifhoogte
schuiven.
13
Page 14
nl Voor het eerste gebruik
Extra toebehoren
Rooster
Voor servies, gebak en ovenschalen en voor braad- en grillstukken.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op
het rooster grilt.
Bakplaat
Voor plaatgebak en klein gebak.
Inzetrooster
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend vet en vleesssap op te
vangen.
Braadslede met antiaanbaklaag
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Gebak en vlees laten gemakkelijker los van de braadslede.
Bakplaat met antiaanbaklaag
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak laat gemakkelijker los van de bakplaat.
Grote braadpan met inzetrooster
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
De deksel maakt van de grote braadpan een professionele pan.
Pizzaplaat
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
Om te grillen, in plaats van het rooster, of als bescherming tegen spetters. Alleen gebruiken in de braadslede.
Baksteen
Voor zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's die een knapperige
bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
Glazen braadpan (5,1 liter)
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode “Gerechten”.
Glazen schaal
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en ovenschotels.
Glazen braadslede
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
Decorlijsten
Voor het afdekken van vakbodems van meubels en de grondplaat van
het apparaat.
--------
KVoor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen op het display de instellingen voor het
eerste gebruik. Het kan enkele seconden duren tot de
melding verschijnt.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment
weer in de basisinstellingen wijzigen.
~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Taal instellen
Als eerste verschijnt de taal. De taal “Deutsch” is
standaard ingesteld.
1. Met de bedieningsring de gewenste taal instellen.
2. Om te bevestigen op het volgende tekstveld tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Tijd instellen
De tijd start bij “12:00 uur”.
1. Op het tekstveld op “Tijd” tippen.
2. Met de bedieningsring de tijd instellen.
3. Om te bevestigen op het tekstveld “Instellingen
afsluiten” tippen.
Op het display verschijnt een melding dat het eerste
gebruik is afgesloten
Binnenruimte en toebehoren reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de toebehoren te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de
lege, gesloten binnenruimte op.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals
korreltjes piepschuim, in de binnenruimte bevinden.
Neem voor het opwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek. Zorg
ervoor dat de keuken geventileerd is zolang het
apparaat opwarmt.
Voer de opgegeven instellingen uit. In het volgende
hoofdstuk kunt u lezen hoe u een verwarmingsmethode
en temperatuur instelt. ~ "Apparaat bedienen"
op pagina 15
14
Instellingen
Verwarmingsme-
Boven- en onderwarmte %
thode
Temperatuur240 °C
Tijdsduur1 uur
Page 15
Apparaat bedienen nl
Schakel het apparaat na de opgegeven tijdsduur uit
met de toets on/off ÿ.
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, reinigt u de
gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en
uitschakelen gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Aanwijzing: Het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Sommige indicaties en aanwijzingen op het display,
bijv. voor de restwarmte in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off ÿ schakelt u het apparaat in.
Op het display verschijnt het Bosch-logo en vervolgens
de keuzelijst met de verwarmingsmethoden.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie er na het inschakelen moet verschijnen.
~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Apparaat uitschakelen
Met de toets on/off ÿ schakelt u het apparaat uit.
Een eventueel lopende functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd of eventueel de
restwarmte-indicatie.
In werking stellen
U moet altijd starten met de toets start/stop l.
Na de start verschijnt op het display naast de
instellingen een tijdsindicatie. Bovendien verschijnen de
ringlijn en de opwarmlijn.
Werking stopzetten
Met de toets start/stop l kunt u de werking ook
onderbreken en weer door laten lopen.
Wanneer u de toets start/stop l ca. 3 seconden lang
indrukt, wordt de werking helemaal afgebroken en
worden alle instellingen teruggezet.
Aanwijzing: Nadat de werking onderbroken of
afgebroken is, kan de koelventilator verder lopen.
Functie instellen
Nadat het apparaat is ingeschakeld verschijnt de
voorgestelde functie die is ingesteld.
Wilt u een andere functie instellen, doe dit dan met
behulp van het menu. De precieze beschrijvingen van
de afzonderlijke functies vindt u in de betreffende
hoofdstukken.
In principe geldt:
1. Tip op het betreffende tekstveld.
De functie staat in de focus.
2. Met de bedieningsring veranderen wat in de focus
staat.
3. Zo nodig andere instellingen uitvoeren.
Hiervoor op het betreffende tekstveld tippen en met
de bedieningsring de waarde veranderen.
4. Starten met de toets start/stop l.
De werking start.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Is de functie Verwarmingsmethoden niet geselecteerd,
tip dan in het menu op het tekstveld
“Verwarmingsmethoden”. De keuzelijst van de
verwarmingsmethoden verschijnt in de touch-displays.
Voorbeeld in de afbeelding: hetelucht Eco . bij
195 °C.
1. Op het tekstveld met de gewenste
verwarmingsmethode tippen. Eventueel met de
bedieningsring in de keuzelijst bladeren.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven als het
apparaat uitgeschakeld is. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 21
+HL]DUW
'KHWHOXFKW
2EHU8QWHUKLW]H
%RYHQHQ
+HL]DUW
RQGHUZDUPWH
2EHU8QWHUKLW]H
+HL]DUW
+HWHOXFKW(FR
2EHU8QWHUKLW]H
9HUZDUPLQJV
&
PHWKRGHQ
.UHX]H
PV
De temperatuur staat wit in de focus.
%RYHQ_
2EHU_8QWHUKL
RQGHUZDUPWH(FR
&LUFXODWLHJULOOHQ
*ULOOJURH)OlFKH
(QGH
*ULOOJURRW
15
Page 16
nl Apparaat bedienen
2. Met de bedieningsring de temperatuur instellen.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
'KHWHOXFKW
KHWHOXFKW(FR
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
7HPSHUDWXXU
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
+HWHOXFKWHFR
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
3. Starten met de toets start/stop l.
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
7HPSH
UDWXXU
6QHOYRRUYHUZDUP
7LMGVGXXU
+\GUREDNNHQ
PV
(LQGH
*ULOOJURRW
*ULOONOHLQ
)XLW
De tijd op het display geeft aan hoelang het
apparaat al in werking is.
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
P
a
PV
V
&
6QHOYRRUYHUZDUP
7LMGVGXXU
PV
&LUFXODWLHJULOOHQ
)XLW
(LQGH
*ULOOJURRW
VWDUW
VWRS
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit met de toets on/off ÿ.
Aanwijzing: U kunt op het apparaat ook de tijdsduur en
het einde van de werking instellen. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 17
Wijzigen
Na de start blijft de temperatuur in de focus. Wanneer u
de bedieningsring beweegt, wordt de temperatuur
direct veranderd en overgenomen.
Om de verwarmingstijd te veranderen onderbreekt u
eerst het gebruik met de toets start/stop l en tipt u op
het tekstveld van de verwarmingsmethode. De
keuzelijst verschijnt. Tip op de gewenste
verwarmingsmethode. Op het display verschijnt de
bijbehorende voorgestelde temperatuur.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt bij enkele
verwarmingsmethoden de opwarmtijd verkorten.
Geschikte verwarmingsmethoden voor het snel
voorverwarmen zijn:
■ < 4D hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht en de accessoires pas in de binnenruimte
wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode en
een ingestelde temperatuur van minstens 100 °C. kiest.
Anders kan de functie Snel voorverwarmen niet worden
geactiveerd.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Op het tekstveld “Snel voorverwarmen” tippen.
In het tekstveld staat “aan”. Op het display verschijnt
een aanwijzing ter bevestiging.
Wanneer het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt
een signaal en er verschijnt een aanwijzing op het
display. In het tekstveld staat “uit”. Plaats het gerecht in
de binnenruimte.
Aanwijzing: De functie Tijdsduur start tegelijk met het
snel voorverwarmen. Stel pas een tijdsduur in wanneer
het snel voorverwarmen beëindigd is.
Afbreken
Om het snel voorverwarmen te beëindigen tipt u
opnieuw op het tekstveld “Snel voorverwarmen”. In het
tekstveld staat “uit”.
Aanwijzing: Verandert u de verwarmingsmethode, dan
worden ook de andere instellingen teruggezet.
16
Page 17
Tijdfuncties nl
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
qTijdsduurNa afloop van een ingestelde tijdsduur eindigt
de werking automatisch.
rEindeVoer een tijdsduur en een gewenste eindtijd
in. Het apparaat start automatisch, zodat de
werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
tKookwekkerDe kookwekker functioneert als een eierwek-
ker. Hij loopt onafhankelijk van de werking
van het apparaat en andere tijdfuncties.Na
afloop van de ingestelde tijd schakelt het
apparaat niet automatisch in of uit.
U kunt tijdsduur en einde na het instellen van een
functie via de touch-displays oproepen. De kookwekker
heeft een eigen veld t en kan op elk moment worden
ingesteld.
Na afloop van een tijdsduur of wekkertijd klinkt een
signaal. U kunt het signaal voortijdig beëindigen door
op een veld of touch-display te tippen.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u instellen
hoelang een signaal klinkt. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 21
Tijdsduur instellen
U kunt voor uw gerecht op het apparaat de
bereidingsduur instellen. Zo wordt de bereidingsduur
niet ongewild overschreden en u hoeft andere
werkzaamheden niet te onderbreken om het gebruik te
beëindigen.
Instellen
Afhankelijk van de richting waarin u de bedieningsring
eerst draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10 minuten, rechts 30 minuten.
De tijdsduur kan tot een uur in stappen van een minuut
worden ingesteld, daarna in stappen van 5 minuten.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen.
Voorbeeld in de afbeelding: het is 10:00 uur, tijdsduur
45 minuten.
1. Functie en temperatuur of stand instellen.
2. Tip voor de start op het tekstveld “Tijdsduur”.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
3. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
De eindtijd wordt automatisch berekend.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
'KHWHOXFKW
KHWHOXFKW(FR
7HPSHUDWXXU
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
+HWHOXFKW(FR
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
P
7LMGVGXXU
PV
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
V
&LUFXODWLHJULOOHQ
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
(FR
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
4. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af.
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
P
a
PV
V
&
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
PV
&LUFXODWLHJULOOHQ
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
VWDUW
VWRS
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
U kunt via het tekstveld “Tijdsduur” opnieuw een
tijdsduur instellen of met de toets start/stop l de
werking voortzetten zonder tijdsduur.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen en afbreken
Om de tijdsduur te veranderen tipt u op het tekstveld
“Tijdsduur”. De tijdsduur staat in de focus en kan met
de bedieningsring worden gewijzigd. De wijziging wordt
direct overgenomen.
Wilt u de tijdsduur afbreken, zet hem dan weer
helemaal terug op nul. Nadat de wijziging is
overgenomen wordt de werking zonder tijdsduur
voortgezet.
Einde instellen
U kunt het tijdstip waarop de tijdsduur afloopt op een
later tijdstip zetten. U kunt het gerecht bijv. 's morgens
in de binnenruimte plaatsen en zo instellen dat het 's
middags klaar is.
Aanwijzingen
■ Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de
binnenruimte staan en bederven.
■ Stel geen einde meer in wanneer de werking al
gestart is. Het bereidingsresultaat zou dan niet meer
kloppen.
Instellen
Het einde van de tijdsduur kan maximaal 23 uur en 59
minuten worden uitgesteld.
Voorbeeld in de afbeelding: het is 10:00 uur, de
ingestelde tijdsduur is 45 minuten en het gerecht moet
om 12:00 uur klaar zijn.
1. Functie en temperatuur of stand instellen.
2. Tijdsduur instellen.
17
Page 18
nl Tijdfuncties
3. Tip voor de start op het tekstveld “Einde”.
Op het display staat de berekende eindtijd wit in de
focus.
4. Met de bedieningsring de eindtijd op een later
tijdstip zetten.
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
'KHWHOXFKW
KHWHOXFKW(FR
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
7HPSHUDWXXU
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
&
9HUZDUPLQJVPHWKRGH
+HWHOXFKW(FR
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
5. Starten met de toets start/stop l.
(LQGH
PV
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
7LMGVGXXU
PV
(LQGH
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
Op het display staat het tijdstip waarop het apparaat
start.
%RYHQHQRQGHUZDUPWH
9HUZDUPLQJVPHWKRGHQ
6WDUW
PV
6QHOYRRUYHUZDUPHQ
7LMGVGXXU
PV
&LUFXODWLHJULOOHQ
(LQGH
*ULOOJURRW
XLW
VWDUW
VWRS
Het apparaat bevindt zich in de wachtstand. Wanneer
het apparaat start, loopt op het display de tijdsduur af.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
U kunt via het tekstveld “Tijdsduur” opnieuw een
tijdsduur instellen of met de toets start/stop l de
werking voortzetten zonder tijdsduur.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen en afbreken
Na de start kan de eindtijd niet meer veranderd worden.
Wilt u tijdsduur en einde wissen, onderbreek de werking
dan met de toets start/stop l. U kunt de werking dan
zonder tijdsduur en einde voortzetten.
Kookwekker instellen
De wekker loopt parallel met de andere instellingen.U
kunt hem op elk moment instellen, ook wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Hij heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
Instellen
De wekkertijd begint altijd bij nul minuten.
Hoe hoger de waarde, des te groter worden de
tijdstappen bij het instellen.
U kunt maximaal 24 uur instellen.
1. Tip op het veld t.
Het symbool is rood verlicht. Op het display staat de
wekkertijd wit in de focus.
2. Met de bedieningsring de wekkertijd instellen.
3. Met veld t starten.
Aanwijzing: Na enkele seconden start de wekker
ook automatisch.
De wekkertijd loopt af.
De wekker blijft zichtbaar op het display wanneer het
apparaat uitgeschakeld is: Wanneer het apparaat in
werking is, staan de instellingen van de actieve functie
op de voorgrond. Wanneer u op het veld t tipt, wordt
de wekkertijd enkele seconden weergegeven.
Wanneer de wekkertijd beëindigd is, klinkt er een
signaal en verschijnt er een aanwijzing op het display.
Het symbool is niet meer verlicht.
Tip: Geldt de ingestelde wekkertijd voor de looptijd van
het apparaat, gebruik dan de tijdsduur. De tijd is
zichtbaar op de voorgrond en het apparaat gaat
automatisch uit.
Wijzigen en afbreken
Om de wekkertijd te veranderen tipt u op het veld t. De
wekkertijd staat wit in de focus en kan met de
bedieningsring worden veranderd.
Wilt u de wekkertijd afbreken, zet de wekkertijd dan
weer helemaal op terug. Als de verandering is
overgenomen is het symbool niet meer verlicht.
18
Page 19
De magnetron nl
^De magnetron
De magnetron
Met de magnetron kunt u de gerechten bijzonder snel
bereiden, verwarmen of ontdooien. U kunt de
magnetron alleen, of in combinatie met een andere
verwarmingsmethode gebruiken.
Om de magnetron optimaal te kunnen gebruiken, dient
u de aanwijzingen voor de vormen in acht te nemen. Zie
ook de opgaven in de toepassingstabellen aan het
einde van de gebruiksaanwijzing.
Vormen
Niet alle vormen zijn geschikt voor de magnetron.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
magnetron. Dan worden de gerechten warm en raakt
het apparaat niet beschadigd.
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas,
glaskeramiek, porselein of temperatuurbestendige
kunststof. Deze materialen laten microgolven door. U
kunt ook keramiek gebruiken, wanneer dit volledig
geglazuurd is en geen barsten vertoont.
U kunt ook servies gebruiken.Zo hoeft u de gerechten
niet over te brengen. Gebruik alleen servies met goudof zilverdecor wanneer de fabrikant garandeert dat het
geschikt is voor de magnetron.
Om te bakken en voor gecombineerd gebruik kunt u
normale bakvormen van metaal gebruiken. Zo wordt
het gebak ook aan de onderkant bruin.
Metalen vormen zijn niet geschikt voor andere
toepassingen. Metaal laat geen microgolven door. In
gesloten metalen vormen blijven de gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm verwijderd
zijn van de wanden van de binnenruimte en de
binnenkant van de deur. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Vormtest
Schakel de magnetron nooit in als er geen gerecht in
staat. De enige uitzondering hierop is de korte vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor
de magnetron, doet u deze test:
1. Plaats de lege vorm ½ - 1 minuut bij maximaal
vermogen in het apparaat.
2. Controleer tussentijds de temperatuur van de vorm.
De vorm moet koud of handwarm blijven.
Wordt hij heet of ontstaan er vonken, dan is hij niet
geschikt.
Breek de test af.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Meegeleverde accessoires
Voor gebruik met alleen de magnetron is uitsluitend het
meegeleverde rooster geschikt. Door het gebruik van
de braadslede of bakplaat kunnen vonken ontstaan en
de binnenruimte wordt beschadigd.
Bij gebruik in combinatie met de magnetron of de
functie Gerechten kunt u ook gebruikmaken van de
braadslede, de bakplaat of andere meegeleverde
accessoires.
Bij gebruik met de magnetron kunt u de accessoires,
indien niet anders aangegeven, het best op hoogte 1
plaatsen.
Magnetronstanden
U kunt m.b.v. diverse standen verschillende
magnetronvermogens gebruiken, geschikt voor
uiteenlopende soorten gerechten en manieren van
bereiden.
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijdsduur
nodig. U kunt de voorgestelde tijdsduur overnemen of
in het betreffende bereik veranderen.
Stand Gebruikmaximale tijds-
duur
90 Wvoor het ontdooien van kwetsbare
gerechten
180 Wvoor het ontdooien en verder berei-
den
360 Wvoor het bereiden van vlees en het
opwarmen van kwetsbare gerechten
600 Wvoor het opwarmen en bereiden van
gerechten
max.voor het verwarmen van vloeistoffen30 min.
De maximale instelling is bestemd voor het verwarmen
van vloeistoffen. Ter bescherming van het apparaat
wordt het maximale vermogen van de magnetron na
enige tijd gereduceerd. Nadat het apparaat enige tijd is
afgekoeld is het volle vermogen weer beschikbaar.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
1 uur 30 min.
Magnetron instellen
Lees voordat u de magnetron instelt de aanwijzingen
over de juiste vormen.
1. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
2. Tip op het tekstveld “Magnetron”.
3. Tip op het tekstveld met het gewenste
magnetronvermogen.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
4. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
5. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display. Bij de
magnetron verschijnt de opwarmlijn niet.
Het apparaat start.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.De actuele functie van het apparaat wordt
beëindigd. Op het display staat de tijdsduur 00m 00s.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
19
Page 20
nl De magnetron
Wijzigen en afbreken
Na de start blijft de tijdsduur in de focus.Wanneer u de
bedieningsring beweegt, wordt de tijdsduur direct
veranderd en overgenomen.
Om het magnetronvermogen te veranderen de werking
met de toets start/stop l onderbreken. Op het tekstveld
van het gewenste vermogen tippen en de werking met
de toets start/stop l voortzetten. De tijdsduur blijft
behouden.
Wanneer u de magnetron wilt afbreken, de werking met
de toets start/stop l onderbreken en een andere
functie kiezen.
CombiSpeed instellen
Bij enkele verwarmingsmethoden kunt u de magnetron
erbij inschakelen.
Geschikte verwarmingsmethoden zijn:
■ < 4D hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 7 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ * Grill, klein
Bij CombiSpeed zijn de magnetron-vermogens 90 watt,
180 watt en 360 watt beschikbaar.
Lees voordat u CombiSpeed instelt de informatie over
de juiste vormen.
1. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
2. Tip op het tekstveld “CombiSpeed”.
3. Tip op het tekstveld met de gewenste
verwarmingsmethode.
4. Tip op het tekstveld met het gewenste
magnetronvermogen.
Op het display staat de temperatuur of de stand wit
in de focus.
5. Met de bedieningsring de temperatuur of stand
instellen.
6. Tip op het tekstveld “Tijdsduur”.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
7. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
8. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display.
Het apparaat start.
Om de verwarmingstijd of het magnetronvermogen te
veranderen dient u de werking eerst met de toets start/
stop l te onderbreken. Op het tekstveld met de
verwarmingsmethode of het gewenste
magnetronvermogen tippen en de wijziging doorvoeren.
Aanwijzing: Verandert u de verwarmingsmethode of
het magnetronvermogen, dan worden ook de andere
instellingen teruggezet.
Wilt u CombiSpeed afbreken, onderbreek de werking
dan met de toets start/stop l en kies een andere
functie.
Drogen
U dient de binnenruimte na afloop van het programma
droog te maken, zodat er geen vocht achterblijft.
Drogen starten
Tijdens het drogen wordt de binnenruimte verwarmd,
zodat er vocht in de binnenruimte verdampt. Open
vervolgens de apparaatdeur, zodat de waterdamp uit
de binnenruimte verdwijnt.
1. Het apparaat af laten koelen.
2. Grove verontreiniging in de binnenruimte direct
verwijderen en het vocht van de bodem afnemen.
3. Zo nodig met de toets on/off # het apparaat
inschakelen.
4. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
5. Tip op het tekstveld “Drogen”.
De tijdsduur wordt weergegeven. Deze kan niet
worden veranderd.
6. Starten met de toets start/stop l.
Het drogen wordt gestart en na 10 minuten
automatisch beëindigd.
7. Apparaatdeur openen en 1 tot 2 minuten open laten,
zodat het vocht uit de binnenruimte kan ontsnappen.
De binnenruimte handmatig schoonmaken
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Vervuiling uit de binnenruimte verwijderen.
3. Binnenruimte met een spons droogmaken.
4. Apparaatdeur 1 uur open laten, zodat de
binnenruimte helemaal droog wordt.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.De actuele functie van het apparaat wordt
beëindigd. Op het display staat de tijdsduur 00m 00s.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen en afbreken
Na de start blijft de temperatuur in de focus. Wanneer u
de bedieningsring beweegt, wordt de temperatuur of de
stand veranderd en overgenomen.
Om de tijdsduur te veranderen op het tekstveld
“Tijdsduur” tippen en de wijziging doorvoeren met de
bedieningsring. De wijziging wordt direct overgenomen.
20
Page 21
Kinderslot nl
AKinderslot
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per
ongeluk inschakelen of instellingen wijzigen, is het
voorzien van een kinderslot.
Het bedieningsveld wordt geblokkeerd en er kan niets
worden ingesteld. Het apparaat kan alleen met de toets
on/off ÿ worden uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
U kunt het kinderslot activeren of deactiveren terwijl het
apparaat uitgeschakeld is.
Druk ca. 4 seconden lang op het veld D.
Op het display verschijnt een aanwijzing ter bevestiging.
Wanneer het apparaat ingeschakeld is, is het veld D
rood verlicht. Is het apparaat uitgeschakeld, dan is het
veld D niet verlicht.
QBasisinstellingen
Basisinstellingen
Er zijn verschillende instellingen beschikbaar om uw
apparaat optimaal en eenvoudig te kunnen bedienen. U
kunt nu deze instellingen naar wens wijzigen:
Basisinstellingen wijzigen
Het apparaat moet ingeschakeld zijn.
1. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
2. Tip op het tekstveld “Basisinstellingen”.
In de touch-displays verschijnen de instellingen.
3. Tip op het tekstveld met de gewenste instelling.
De rode balk aan de zijkant van het tekstveld laat
zien welke instelling is gekozen.
Op het display staat de bijbehorende waarde.
4. De waarde naar wens met de bedieningsring
wijzigen.
5. Tip op het tekstveld van de volgende instelling.
De bijbehorende waarde verschijnt op het display en
kan met de bedieningsring worden gewijzigd.
6. De instellingen doorlopen en naar wens wijzigen met
de bedieningsring.
Om te bladeren in de instellingen op het tekstveld
“Andere instellingen” tippen.
7. Ter bevestiging op het veld menu tippen.
Er wordt gevraagd of de wijzigingen opgeslagen
moeten worden.
8. Tip op het tekstveld “Opslaan”.
Op het display verschijnt een melding dat de
instellingen zijn opgeslagen.
Afbreken
Wilt u de instellingen niet opslaan, tip dan op het
veld menu en vervolgens op het tekstveld “Niet
opslaan”. Er verschijnt een melding op het display dat
de eerste instellingen niet opgeslagen zijn.Wanneer u
het apparaat niet gebruikt, schakel het dan met de toets
on/off ÿ uit.
Lijst met basisinstellingen
Afhankelijk van de uitvoering van uw apparaat zijn niet
alle basisinstellingen beschikbaar.
Bij deur sluiten
(Alleen voor de functie Magnetron)
KinderslotAlleen toetsblokkering*
Deurvergendeling en toetsblokkering
Werking na inschakelenHoofdmenu
Verwarmingsmethoden*
Magnetron
CombiSpeed
Assist
NachtverduisteringUitgeschakeld*
Ingeschakeld
MerklogoIndicaties*
Niet weergeven.
Ventilator-nalooptijdAanbevolen*
Minimaal
SabbatinstellingIngeschakeld
Uitgeschakeld*
* Fabrieksinstelling (afhankelijk van het apparaattype kunnen de fa-
brieksinstellingen afwijken)
--------
Aanwijzing: Wijzigingen aan de instellingen van de taal,
het toetssignaal en de display-helderheid hebben direct
effect. Alle andere gaan pas in nadat de instellingen zijn
opgeslagen.
Stroomuitval
De door u gewijzigde instellingen blijven ook na een
stroomuitval behouden.
Alleen de instellingen voor het eerste gebruik moet u bij
een langere stroomonderbreking opnieuw uitvoeren.
Het apparaat kan een korte stroomonderbreking
overbruggen.
FSabbatinstelling
Sabbatinstelling
Met de sabbatinstelling kunt u een tijdsduur tot 74 uur
instellen.De gerechten in de oven blijven warm, zonder
dat u deze hoeft in of uit te schakelen.
Sabbatinstelling starten
Voordat u de sabbatinstelling kunt gebruiken, dient u
deze in de basisinstelling te activeren.
~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Is de basisinstelling aangepast, dan wordt de
sabbatinstelling bij de verwarmingsmethoden als laatste
weergegeven.
Het apparaat warmt op met boven- en onderwarmte. Er
kan een temperatuur tussen 85 °C en 140 °C worden
ingesteld.
De functie Verwarmingsmethoden moet gekozen zijn.
De keuzelijst van de verwarmingsmethoden verschijnt in
de touch-displays.
1. Tip op het tekstveld “Sabbatinstelling”.
Op het display staat de voorgestelde waarde voor
de temperatuur wit in de focus.
2. Met de bedieningsring de gewenste temperatuur
instellen.
3. Tip voor de start op het tekstveld “Tijdsduur”.
Op het display staat de voorgestelde waarde voor
de tijdsduur wit in de focus.
4. Met de bedieningsring de gewenste tijdsduur
instellen.
Aanwijzing: De eindtijd wordt automatisch berekend
maar kan niet worden uitgesteld.
5. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display.
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur van de sabbatinstelling beëindigd
is, klinkt er een signaal. Het apparaat warmt niet meer
op. Op het display staat de tijdsduur 00m 00s.
Schakel het apparaat met de toets on/off ÿ uit.
Aanwijzing: Wanneer u de apparaatdeur opent, wordt
de werking niet onderbroken.
Tijd wijzigen
Wilt u de tijd aanpassen, bijv. veranderen van zomer- in
wintertijd, wijzig dan de basisinstelling.
Het apparaat moet ingeschakeld zijn.
1. Tip op het veld menu.
Op het display de te kiezen functies.
2. Tip op het tekstveld “Basisinstellingen”.
In de touch-displays verschijnen de instellingen.
3. Tip op het tekstveld “Tijd”.
Op het display verschijnt de tijd.
4. Met de bedieningsring de tijd wijzigen.
5. Ter bevestiging op het veld menu tippen.
Er wordt gevraagd of de wijzigingen opgeslagen
moeten worden.
6. Tip op het tekstveld “Opslaan”.
Op het display verschijnt een melding dat de
instellingen zijn opgeslagen.
22
Wijzigen en afbreken
Na de start kunnen de instellingen niet meer worden
gewijzigd.
Wilt u de sabbatinstelling afbreken, schakel het
apparaat dan met de toets on/off ÿ uit. Met de toets
start/stop l kunt u de werking niet meer stopzetten.
Page 23
Schoonmaakmiddelen nl
DSchoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen we uit hoe u het apparaat
goed onderhoudt en schoonmaakt.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabellen om te voorkomen dat
de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Afhankelijk
van het apparaattype zijn bij uw apparaat niet alle
voorzieningen beschikbaar.
Attentie!
Oppervlakteschade
Gebruik geen
■ scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
■ sterk alcoholhoudende schoonmaakmiddelen,
■ harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■ hogedrukreiniger of stoomreiniger of
■ speciale schoonmaakmiddelen voor de
warmtereiniging.
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Tip: Bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en
verzorgingsmiddelen kunt u kopen bij de servicedienst.
Houd u aan de betreffende aanwijzingen van de
fabrikant.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
BereikSchoonmaken
Buitenzijde apparaat
Voorzijde van
roestvrij staal
KnststofWarm zeepsop:
Gelakte oppervlakken
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk
verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie
ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun
opbrengen met een zachte doek.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de
deur
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen schraper of schuursponsjes van roestvrij
staal gebruiken.
DeurgreepWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Als er ontkalkingsmiddel op de deurgreep komt,
direct afnemen. Anders ontstaan er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden.
Binnenzijde apparaat
Emaillen oppervlakken en zelfrei-
Let op de aanwijzingen voor de oppervlakken van
de binnenruimte aan het einde van de tabel.
nigende
oppervlakken
Glazen kapje van
de binnenruimteverlichting
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bij sterke vervuiling ovenspray gebruiken.
Deurdichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Deurafscherming
van roestvrij staal
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal:
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
Deurafscherming afnemen om hem schoon te
maken.
Ramen van roestvrij staal aan de
binnenkant van
de deur
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal:
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Verkleuringen kunnen hier niet mee worden ver-
wijderd.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
RekjesWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaak-
doekje of borstel.
UittreksysteemWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonma-
ken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails.
U kunt ze het beste reinigen wanneer ze inge-
schoven zijn. Niet afwassen in de vaatwasma-
chine.
ToebehorenWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaak-
doekje of borstel.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roest-
vrij staal gebruiken.
--------
23
Page 24
nl Schoonmaakmiddelen
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het
apparaat ontstaan door gebruik van verschillende
materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
■ Donkere plekken bij de ruiten van de deur, lijkend op
vegen, zijn lichtreflexen van de verlichting van de
binnenuimte.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge
temperaturen.Hierdoor kunnen er kleine
kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de werking.
De smalle randen van de bakplaten kunnen niet
volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom
ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij
intact.
Oppervlakken in de binnenruimte
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend.Dit
kunt u zien aan het ruwe oppervlak.
Bodem, plafond en zijdelen zijn geëmailleerd en
hebben een glad oppervlak.
Emaillen vlakken reinigen
Reinig de gladde emaillen vlakken met een
schoonmaakdoekje en warm zeepsop of azijnwater.
Met een zachte doek nadrogen.
Ingebrande voedselresten met een vochtige doek en
zeepsop losweken. Bij sterke verontreiniging een
schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger
gebruiken.
De binnenruimte na het schoonmaken open laten om te
drogen.
Aanwijzing: Tijdens het gebruik kunnen er roodachtige
vlekken op de oppervlakken ontstaan. Hierbij gaat het
niet om roest, maar om vlekken van levensmiddelen.
Deze vlekken zijn niet schadelijk voor de gezondheid en
hebben geen invloed op het reinigende vermogen van
de zelfreinigende oppervlakken.
Attentie!
Gebruik geen ovenspray voor de zelfreinigende
oppervlakken. De oppervlakken raken dan beschadigd.
Wanneer er toch ovenspray op deze oppervlakken
terechtkomt, direct afdeppen met water en een
vaatdoekje. Niet wrijven en geen schurende
reinigingshulpen gebruiken.
Apparaat schoon houden
Om te voorkomen dat er hardnekkig vuil ontstaat, dient
u het apparaat altijd schoon te houden en vuil direct te
verwijderen.
Tips
■ De binnenruimte na gebruik altijd schoonmaken. Zo
kan er geen vuil inbranden.
■ Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk.
■ Voor het bereiden van zeer vochtig gebak de
braadslede gebruiken.
■ Gebruik geschikt gerei om te braden, bijv. een
braadpan.
Aanwijzing: Door voedselresten kan een witte aanslag
ontstaan.Dit is een normaal verschijnsel en de werking
wordt hierdoor niet beïnvloed.U kunt de voedselresten
zo nodig met citroenzuur verwijderen.
Zelfreinigende oppervlakken schoonmaken
De zelfreinigende oppervlakken zijn voorzien van een
laagje poreuze, matte keramiek. Spatten van het
bakken en braden worden door deze laag opgezogen
en afgebroken terwijl het apparaat in gebruik is.
Als de zelfreinigende oppervlakken zichzelf niet meer
voldoende reinigen en er donkere vlekken ontstaan,
kunnen deze worden verwijderd door gericht
opwarmen.
Instellen
Neem eerst de rekjes, uitschuifrails, toebehoren en
vormen uit de binnenruimte. Reinig de gladde emaillen
oppervlakken, de deur en het kapje van de verlichting
van de binnenruimte.
1. Verwarmingsmethode 4D-hete lucht instellen.
2. Maximale temperatuur instellen.
3. De werking starten en minstens 1 uur laten lopen.
Het laagje van keramiek wordt geregenereerd.
Bruinachtige of witachtige resten kunt u, wanneer de
binnenruimte afgekoeld is, verwijderen met water en
een zachte doek.
24
Page 25
Rekjes nl
pRekjes
Rekjes
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de rekjes kunt
verwijderen en schoonmaken.
Rekjes verwijderen en bevestigen
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De rekjes worden heel heet. Nooit de hete rekjes
aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Rekjes verwijderen
1. Rekje aan de voorkant naar boven drukken (Afb. !)
2. en losmaken (Afb. ").
21
Houders inbrengen
Wanneer bij het verwijderen van de rekjes de houders
gevallen zijn, moeten ze weer op de juiste manier
worden aangebracht.
1. De houders zijn aan de voor- en achterkant
verschillend (Afb. !).
2. De houder van voren met de haak naar boven in het
ronde gat steken ‚, een beetje schuin zetten, onder
inbrengen en recht zetten ƒ (Afb. ").
1
3. De houder van achteren met de haak in het
bovenste gat ophangen ‚ en in de onderste opening
drukken ƒ (Afb. #).
2
D
E
3. Vervolgens het hele rekje naar buiten draaien ‚ en
aan de achterkant losmaken ƒ(Afb. #).
E
D
D
Maak de rekjes schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een
borstel.
D
E
Rekjes ophangen
Let er bij het ophangen op dat de schuine kant zich
boven aan het rekje bevindt.
De rekjes passen links en rechts.
25
Page 26
nl Apparaatdeur
1. Rekje aan de achterkant schuin zetten en boven en
beneden in de geleiding leggen ‚ (Afb. !).
2. Rekje naar voren trekken (Afb. ").
1
3. Hierna naar voren klappen en inbrengen (Afb. #)
4. en naar beneden drukken (Afb. $).
2
D
D
qApparaatdeur
Apparaatdeur
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de
apparaatdeur kunt verwijderen en schoonmaken.
Deurafscherming afnemen
De roestvrijstalen inlegger in de deurafscherming kan
verkleuren. Om de deur grondig schoon te maken kunt
u de afscherming verwijderen.
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
Apparaatdeur voorzichtig sluiten
1
2
Aanwijzing: De roestvrijstalen inlegger in de
afscherming schoonmaken met een middel voor
roestvrij staal. De rest van de deurafscherming
schoonmaken met warm zeepsop en een zachte
doek.
4. Apparaatdeur weer een beetje openen De
afscherming plaatsen en aandrukken tot hij hoorbaar
vergrendelt (Afb. #).
5. Apparaatdeur sluiten.
26
Page 27
Apparaatdeur nl
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten
van de apparaatdeur afnemen.
Van het apparaat verwijderen
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
1
4. De schroeven links en rechts van de apparaatdeur
losdraaien en verwijderen (Afb. #).
5. Klem er voordat u de deur weer sluit een
samengevouwen vaatdoek tussen (Afb. $).
De ruit aan de voorkant er naar boven uittrekken en
met de deurgreep naar beneden op een egaal
oppervlak leggen.
2
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
Inbrengen in het apparaat
1. Voorste ruit onder in de houders leiden (Afb. !).
2. Voorste ruit sluiten tot de beide bovenste haken zich
tegenover de opening bevinden (Afb. ").
1
3. Tegen de onderkant van de onderste ruit drukken tot
hij hoorbaar vergrendelt (Afb. #)
4. Apparaatdeur weer een beetje openen en vaatdoek
verwijderen.
5. De beide schroeven links en rechts weer
vastdraaien.
6. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij
hoorbaar vergrendelt (Afb. $).
2
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
:Waarschuwing – Ernstig gezondheidsrisico!
Door het opendraaien van de schroeven is de veiligheid
van het apparaat niet meer gewaarborgd. Er kan
energie van de microgolven naar buiten komen. De
schroeven nooit opendraaien.
De vier zwarte schroeven van de omlijsting niet
losschroeven (Afb. %).
7. Apparaatdeur sluiten.
Attentie!
Gebruik de binnenruimte pas weer wanneer de ruiten
naar behoren zijn ingezet.
27
Page 28
nl Wat te doen bij storingen?
3Wat te doen bij storingen?
Storingen zelf verhelpen
Technische storingen aan het apparaat kunt u vaak
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een
kleinigheid. Probeer voordat u contact opneemt met de
servicedienst de storing zelf op te lossen met behulp
van de tabel.
StoringMogelijke oorzaakOplossing / aanwijzing
Apparaat werkt nietZekering defectControleer de zekering in de meterkast.
StroomuitvalControleer of het keukenlicht of andere keukenapparaten functioneren.
Op het display staat “Sprache Deutsch”.
Als het apparaat uitgeschakeld is, verschijnt de actuele tijd niet.
Apparaat warmt niet op, op het display is het symbool m niet meer verlicht.
Het apparaat start niet en op het display verschijnt “Binnenruimte te heet”
De bedieningsring is uit het lager op
het bedieningspaneel gevallen.
De bedieningsring kan niet gemakkelijk meer worden gedraaid.
--------
StroomuitvalStel de taal en de tijd opnieuw in.
Basisinstelling gewijzigd.Wijzig de basisinstelling van de tijdsindicatie
De demonstratiemodus is
geactiveerd in de basisinstellingen.
De binnenruimte is te heet
voor het gekozen gerecht of
de verwarmingsmethode
De bedieningsring is per
ongeluk ontgrendeld.
Er zit vuil onder de bedieningsring.
heel gemakkelijk zelf verhelpen.
Lukt een gerecht niet optimaal, dan vindt u aan het
einde van de gebruiksaanwijzing vele tips en
aanwijzingen voor de bereiding. ~ "Voor u in onze
kookstudio uitgetest." op pagina 31
Ontkoppel het apparaat even van het net (zekering in de meterkast uitschakelen) en deactiveer de demonstratiemodus vervolgens binnen 3 minuten in de
basisinstellingen.
Binnenruimte laten afkoelen en opnieuw starten
De bedieningsring is afneembaar. Leg de bedieningsring eenvoudig weer in
het lager op het bedieningspaneel en druk hem erin, zodat hij vergrendelt en
weer normaal kan worden gedraaid.
De bedieningsring is afneembaar. Om hem te ontgrendelen trekt u hem eenvoudig uit het lager. Of u drukt op de buitenste rand van de ring, zodat hij kantelt en gemakkelijk kan worden opgepakt.
De bedieningsring en het lager op het apparaat voorzichtig reinigen met
zeepsop en een schoonmaakdoekje. Met een zachte doek nadrogen. Gebruik
hiervoor geen scherpe of schurende middelen. Niet laten weken of in de vaatwasmachine doen.
Neem de bedieningsring niet te vaak af, zodat het lager stabiel blijft.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en
de vervanging van beschadigde aansluitleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die
zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact
opnemen met de klantenservice.
Foutmeldingen op het display
Verschijnt er op het display een foutmelding met “D” of
“E”, bijv. D0111 of E0111, schakel het apparaat dan
met de toets on/off ÿ uit en weer in.
Betreft het een eenmalige storing, dan verdwijnt de
indicatie. Verschijnt de foutmelding opnieuw, neem dan
contact op met de servicedienst en geef hierbij exact
aan wat de foutmelding is.
Maximale gebruiksduur
Heeft u de instellingen van uw apparaat meerdere uren
niet gewijzigd, dan wordt het opwarmen automatisch
stopgezet. Zo wordt voorkomen dat het apparaat
ongewild blijft werken.
Het tijdstip waarop de maximale gebruiksduur wordt
bereikt, is afhankelijk van de functie-instellingen.
Maximale gebruiksduur bereikt
Op het display verschijnt een melding dat de maximale
gebruiksduur is bereikt.
Om de werking voort te zetten tipt u op een willekeurig
veld of draait u aan de bedieningsring.
Wanneer u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan
met de toets on/off ÿ uit.
Tip: Om te voorkomen dat het apparaat niet ongewenst
uitschakelt, bijv. bij zeer lange bereidingstijden, kunt u
een tijdsduur instellen. Het apparaat warmt op totdat de
ingestelde tijdsduur is afgelopen.
Lampen van de binnenruimte
Voor de verlichting van de binnenruimte beschikt uw
apparaat over een of meerdere duurzame LED-lampen.
Mocht een LED-lamp of het glazen kapje toch eens
defect zijn, neem dan contact op met de servicedienst.
Het kapje van de lamp mag niet verwijderd worden.
28
Page 29
Servicedienst nl
4Servicedienst
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef aan de servicedienst altijd het volledige
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst
kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u
wanneer u de apparaatdeur opendoet.
Is uw apparaat voorzien van de stoomfunctie, dan vindt
u het typeplaatje rechts achter het paneel.
=1U)'(1U
7\SH
Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de
servicedienst nodig heeft, kunt u hier de gegevens van
uw apparaat en het telefoonnummer van de
servicedienst invullen.
E-nr.
FD-nr.
Servicedienst O
Houd er rekening mee dat een bezoek van
medewerkers van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4010
B070 222 141
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
PGerechten
Gerechten
Met de functie “Assist” kunt u de meest uiteenlopende
gerechten bereiden. Het apparaat kiest de optimale
instellingen voor u.
Om goede resultaten te bereiken, mag de binnenruimte
niet te heet zijn voor de gekozen gerechten. Is dit wel
het geval, dan krijgt u een aanwijzing op het display.
Laat de binnenruimte afkoelen en start nogmaals.
Aanwijzingen bij de instellingen
■ Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
van de levensmiddelen en de grootte en de aard van
de vormen. Gebruik voor een optimaal
bereidingsresultaat alleen ongeschonden
levensmiddelen en vlees op koelkasttemperatuur.
Gebruik bij diepvriesgerechten alleen
levensmiddelen die direct uit de diepvries komen.
■ Bij enkele gerechten wordt een temperatuur,
verwarmingsmethode en bereidingstijd voorgesteld.
U kunt de temperatuur en bereidingstijd aanpassen
aan uw behoeften
■ Bij andere gerechten wordt u gevraagd het gewicht
in te voeren. Voer altijd het totale gewicht in, tenzij
het apparaat iets anders aangeeft. Hier regelt het
apparaat de tijd- en temperatuurinstellingen voor u.
Het is niet mogelijk gewichten in te stellen buiten het
betreffende gewichtsbereik.
■ Bij vleesgerechten waarbij het apparaat de
temperatuurkeuze voor u regelt, kunnen
temperaturen tot 300 °C worden bereikt. Let er
daarom op dat u vormen gebruikt die voldoende
hittebestendig zijn.
■ U krijgt bijv. aanwijzingen over de vorm, de
inschuifhoogte of het toevoegen van vloeistof aan
vlees. Vele gerechten moeten tijdens de bereiding
bijv. worden gekeerd of omgeroerd. Dit wordt kort na
de start weergegeven op het display. U wordt hier
op het juiste tijdstip door een signaal aan herinnerd.
■ Aan het einde van de gebruiksaanwijzing vindt u
aanwijzingen voor geschikte vormen en tips en trucs
voor de bereiding. ~ "Voor u in onze kookstudio
uitgetest." op pagina 31
Magnetron
Bij enkele gerechten wordt automatisch de magnetron
geactiveerd. Door de magnetron wordt de
bereidingsduur aanzienlijk verkort, zelfs bijna
gehalveerd. Het apparaat wijst u erop vormen te
gebruiken die geschikt zijn voor de magnetron. In het
hoofdstuk Magnetron vindt u aanwijzingen over
geschikte vormen. ~ "De magnetron" op pagina 19
29
Page 30
nl Gerechten
Gerecht kiezen
De gerechten zijn op dezelfde manier opgebouwd:
■ Categorie
■ Voedingswaar
■ Gerecht
In de volgende tabellen staan de categorieën met de
bijbehorende etenswaar vermeld. Achter alle
etenswaren vindt u een of meerdere gerechten.
CategorieënEtenswaar
Gebak in vormen
Gebak
Brood, broodjes
Pizza, hartig gebak
Ovenschotels, soufflés
Diepvriesproducten
Gevogelte
Vlees
Vis
Bijgerechten, groente
Etenswaar ontdooien
Gebak op de bakplaat
Klein gebak
Koekjes
Brood
Broodjes
Pizza
Hartig gebak, quiche
Ovenschotel, hartig, vers, gegaarde ingrediënten
Lasagne, vers
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten, 4 cm
hoog
Ovenschotel, zoet, vers
Soufflé in portievormen
Pizza
Broodjes
Ovenschotels
Aardappelproducten
Vlees, gevogelte
Kip
Eend, gans
Kalkoen
Varkensvlees
Rundvlees
Kalfsvlees
Lamsvlees
Wildbraad
Vleesgerechten
Vis
Visfilets
Groente
Aardappels
Rijst
Granen
Brood, broodjes
Gebak
Vlees, gevogelte
Vis
Gerecht instellen
U wordt volledig door het instelproces van het door u
gekozen gerecht geleid.
Met behulp van de bedieningsring kunt u in de
afzonderlijke niveaus bladeren.
1. Tip op het veld menu.
De keuzelijst met de functies verschijnt.
2. Tip op het tekstveld “Assist”.
De categorieën worden weergegeven.
3. Tip op de gewenste categorie.
De bij de categorie behorende gerechten worden
weergegeven.
4. Tip op het gewenste gerecht.
De afzonderlijke gerechten worden weergegeven.
5. Tip op het gewenste gerecht.
Op het display verschijnen de bijbehorende
instellingen. Bij veel gerechten kunt u de instellingen
aanpassen aan uw wensen.
Bij sommige gerechten moet u in de plaats hiervan
het gewicht instellen.
Tip: Via het tekstveld “Tip” krijgt u aanwijzingen voor
de accessoires en de inschuifhoogte.
6. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display.
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit met de toets on/off ÿ.
Nagaren
Nadat de tijdsduur afgelopen is, kunt u indien u nog niet
tevreden bent met het bereidingsresultaat bij enkele
gerechten nagaren.
Op het display verschijnt de vraag of u wilt nagaren.
Wilt u nagaren, tip dan op het tekstveld “Nagaren”. Er
wordt een tijdsduur voorgesteld die u kunt veranderen.
Starten met de toets start/stop l.
Aanwijzing: U kunt zo vaak nagaren als u wilt.
Bent u tevreden met het resultaat, tip dan op het
tekstveld “Beëindigen”.
Schakel het apparaat met de toets on/off ÿ uit.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij enkele gerechten kunt u de eindtijd op een later
tijdstip zetten. Voor de start op het tekstveld “Einde”
tippen en met de bedieningsring de eindtijd uitstellen.
Na de start gaat het apparaat in de wachtstand.De
eindtijd kan niet meer worden gewijzigd.
Wijzigen en afbreken
Na de start kunnen de instellingen niet meer worden
gewijzigd.
Wilt u het proces afbreken, schakel het apparaat dan
met de toets on/off ÿ uit.Met de toets start/stop l kunt
u de werking niet meer stopzetten.
30
Page 31
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
JVoor u in onze kookstudio
uitgetest.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
U vindt hier een keur aan gerechten en de daarbij
behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest
geschikt zijn voor uw gerecht. U krijgt informatie over de
juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven
dienen te worden. U krijgt tips over vormen en de
bereiding.
Aanwijzing: Bij het bereiden van levensmiddelen kan
veel waterdamp in de binnenruimte ontstaan.
Uw apparaat is heel energie-efficiënt en geeft tijdens de
werking slechts weinig warmte naar buiten af. Op grond
van de hoge temperatuurverschillen tussen de
binnenruimte en de buitenste delen van het apparaat
kan er condenswater op de deur, het bedieningspaneel
of nabijgelegen meubelfronten neerslaan. Dit is een
normaal natuurkundig verschijnsel. Door
voorverwarmen of de deur voorzichtig te openen, kan
het condensaat worden gereduceerd.
Vormen van silicone
Voor een optimaal kookresultaat raden wij u aan
donkere bakvormen van metaal te gebruiken.
Wanneer u niettemin vormen van silicone wilt
gebruiken, raadpleeg dan de informatie en de recepten
van de fabrikant. Vormen van silicone zijn vaak kleiner
dan normale vormen. De hoeveelheid- en
receptgegevens kunnen afwijken.
Gebak en klein gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van gebak en klein gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken in combinatie met microgolven
Wanneer u in combinatie met microgolven bakt, kunt u
de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
In de combistand kunt u doorgaans normale
bakvormen van metaal gebruiken. Als tussen bakvorm
en rooster vonken optreden, controleert u of de
buitenzijde van de vorm schoon is. Verander de positie
van de vorm op het rooster. Als dat niet helpt, bakt u
zonder microgolven verder. De bakduur zal daardoor
toenemen.
Als u vormen van kunststof, keramiek of glas gebruikt,
kunt u de baktijden uit de insteltabellen verkorten. Het
gebak bruint dan minder sterk aan de onderkant.
Bakken in combinatie met microgolven is slechts op
één niveau mogelijk.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik bij vochtig gebak de braadslede, zodat bij
overlopend vocht de binnenruimte niet vuil wordt.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
31
Page 32
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorbakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.Bijkomende informatie vindt u onder de tips voor
het bakken na de insteltabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ < 4D hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ $ Pizzastand
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Gebak in vormen
Cake, eenvoudigKrans/rechthoekige vorm1%150-170-55-70
Cake, eenvoudigKrans/rechthoekige vorm1<160-1809030-40
Cake, fijnKrans/rechthoekige vorm1%150-170-60-80
Vruchtentaart van roerdeeg, fijnTulband-/springvorm1%160-180-45-60
Vruchtentaart van roerdeeg, fijnTulband-/springvorm1<170-1909035-45
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm1%150-170-20-40
Vruchten- of kwarktaart met bodem
Springvorm Ø 26 cm1<160-170-65-85
van zandtaartdeeg
Vruchten- of kwarktaart met bodem
van zandtaartdeeg
Cake met bedekkingBakplaat1%160-180-20-40
Cake, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1<150-170-35-50
Zandtaartdeeggebak met droge
Bakplaat1%170-190-25-40
bedekking
Zandtaartdeeggebak met droge
Braadslede + bakplaat3+1<150-170-40-55
bedekking, 2 niveaus
Zandtaartdeeggebak met vochtige
Braadslede1%160-180-60-80
bedekking
Zwitserse vruchtentaartBraadslede1$180-200-60-70
Gistdeeggebak met droge bedekking Bakplaat1%160-180-15-25
Gistdeeggebak met droge bedek-
Braadslede + bakplaat3+1<160-170-25-35
king, 2 niveaus
Gistdeeggebak met vochtige bedek-
Braadslede1%180-200-30-45
king
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
32
Page 33
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Gistdeeggebak met vochtige bedekking, 2 niveaus
Broodvlecht, gistdeegkransBakplaat1<150-160-35-45
BiscuitrolBakplaat1%190-210*-10-15
Kerststol van 500 g bloemBraadslede1<150-160-50-60
Strudel, zoetBraadslede1<170-180-40-60
Strudel, diepvriesBraadslede1<190-210-35-50
Strudel, diepvriesBraadslede1<200-2209020-25
Klein gebak
Small cakesBakplaat1%160**-25-35
Small cakesBakplaat1<150**-20-30
Small cakes, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1<140**-30-40
MuffinsMuffinplaat1%170-190-15-30
Muffins, 2 niveausMuffinplaten3+1<150-170*-20-30
Klein gebak van gistdeegBakplaat1%160-170-30-40
BladerdeeggebakBakplaat2<170-190*-20-45
Bladerdeeggebak, 2 niveausBraadslede + bakplaat3+1<170-190*-20-45
Deeg van bijv. soesjesBakplaat1%200-220-30-45
PlunderdeeggebakBakplaat1<160-180-20-30
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
Tips voor gebak en klein gebak
U wilt vaststellen, of het gebak doorgebakken is.
Het gebak zakt in.Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Of stel de temperatuur 10 °C lager in en verleng de baktijd. Let op
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer de braadslede.
Klein gebak plakt bij het bakken aan
elkaar.
Het gebak is te droog.Stel de temperatuur 10 °C hoger in en verkort de baktijd.
Het gebak is over het geheel te licht.Zijn de inschuifhoogte en de toebehoren juist, verhoog dan evt. de temperatuur of houd een langere baktijd
Het gebak is aan de bovenkant te
licht, maar onder te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
donker, maar onder te licht.
Steek met een houten prikker op de hoogste plaats in het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker
zit, is het gebak klaar.
de aangegeven ingrediënten en bereidingsaanwijzingen in het recept.
Vet alleen de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2cm te zijn. Zo is er voldoende plaats om het gebak goed
te laten rijzen en helemaal bruin te laten worden.
aan.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en verleng de baktijd.
33
Page 34
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Het gebak wordt te donker aan de
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op de toebehoren.
achterkant.
Het gebak is over het geheel te don-
Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verleng evt. de baktijd.
ker.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het
goed past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd 4D-hetelucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is bin-
nen niet goed doorgebakken.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag
erop.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de
rand voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Brood en broodjes
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van brood en broodjes. In de insteltabellen
vindt u optimale instellingen voor vele gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse broden en broodjes de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
34
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het brood of de
broodjes zouden alleen van buiten gaar, maar van
binnen niet goed doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Page 35
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gebakken.
Attentie!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten of vormen
met water op de bodem van de oven plaatsen. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel voor
deeg op de bakplaat als voor deeg in een rechthoekige
vorm.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ < 4D hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 7 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ * Grill, klein
tabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
GerechtAccessoiresInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in
°C / grillstand
Duur in
min.
thode
Brood
Wit brood, 750 gBraadslede of rechthoekige vorm1<200-220*10-15
180-19025-35
Gemengd brood, 1,5 kgBraadslede of rechthoekige vorm1<210-220*10-15
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken pizza, quiche en hartig gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
Bakken in combinatie met microgolven
Wanneer u in combinatie met microgolven bakt, kunt u
de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
In de combistand kunt u doorgaans normale
bakvormen van metaal gebruiken. Als tussen bakvorm
en rooster vonken optreden, controleert u of de
buitenzijde van de vorm schoon is. Verander de positie
van de vorm op het rooster. Als dat niet helpt, bakt u
zonder microgolven verder. De bakduur zal daardoor
toenemen.
afgestemd.
35
Page 36
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Als u vormen van kunststof, keramiek of glas gebruikt,
kunt u de baktijden uit de insteltabellen verkorten. Het
hartige gebak bruint dan minder sterk aan de
onderkant.
Bakken in combinatie met microgolven is slechts op
één niveau mogelijk.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik de braadslede bij dik belegde pizza's.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het
deeg. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Probeer het eerst met de lagere waarden. Bij een lage
temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel
de oven indien nodig de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het gerecht zou alleen
van buiten gaar, maar van binnen niet goed
doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is het nodig om voor te
verwarmen, dit staat in de tabel aangegeven. Plaats uw
gerecht en de accessoires pas na het voorverwarmen
in de binnenruimte.
Wilt u volgens eigen recept bakken, ga dan te werk
volgens de beschrijving van soortgelijk gebak in de
tabel.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van ovenschotels en soufflé. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bereiding met microgolven
Als u alleen met microgolven of in combinatie met
microgolven bereidt, kunt u de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
Neem kant-en-klare voedingsproducten voor het
ontdooien uit de verpakking. In magnetronbestendige
vormen gaart u sneller en gelijkmatiger.
Inschuifhoogtes
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
U kunt op een niveau in vormen of met de braadslede
bakken.
■ Vormen op het rooster: hoogte 1
■ Braadslede: hoogte 2
Soufflés kunt u ook in waterbad in de braadslede
bakken. Plaats hiertoe de braadslede op hoogte 1.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede
De braadslede er voorzichtig tot de aanslag inschuiven,
met de afgeschuinde kant naar de deur van het
apparaat.
Vormen
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden
donkerder aan de bovenkant.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse ovenschotels en
soufflés de optimale verwarmingsmethode.
Temperatuur en bereidingstijd zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. De bereidingstoestand van
een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de
vorm en de hoogte van het gerecht. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De bereidingstijden kunnen niet door
hogere temperaturen worden ingekort. De ovenschotel
of soufflé zou allen van buiten gaar zijn, maar van
binnen rauw.
37
Page 38
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
4 cm hoog
SouffléOvenschaal1<160-170*-40-50
SouffléPortievormen1%170-190-65-75
* voorverwarmen
Gevogelte
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van gevogelte. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor enkele gerechten.
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Giet afhankelijk van de grootte en het soort gevogelte
tot ^ liter water in de braadslede. Uitdruipend vet wordt
zo opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Braden in vormen
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
bakoven. Controleer of de vorm in de binnenruimte
past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het gevogelte gaart langzamer en
wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/
of langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van gevogelte het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Gevogelte kan ook in een gesloten braadslede
knapperig worden. Gebruik hiervoor een braadslede
met glazen deksel en stel een hogere temperatuur in.
38
Page 39
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Braden in combinatie met microgolven
Gevogelte kunt u bijzonder goed in combinatie met
microgolven bereiden. De bereidingstijd wordt hierdoor
aanzienlijk verkort.
Anders dan bij het conventionele gebruik, wordt de
gaarduur bij het braden in combinatie met microgolven
bepaald door het totale gewicht.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabellen
zijn aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Braadvormen van metaal en een Römertopf zijn alleen
geschikt voor het braden zonder microgolven. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 19
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats
bovendien de universele braadslede met de schuine
kant naar de apparaatdeur ten minste één
inschuifhoogte eronder. Uitdruipend vet wordt zo
opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor het gevogelte de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor ongevuld, braadklaar
gevogelte op koelkasttemperatuur dat in de
onverwarmde binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte met
voorgesteld gewicht. Wanneer u zwaarder gevogelte
wilt bereiden, gebruik dan in elk geval de lage
temperatuur. Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan
het zwaarste stuk om de bereidingsduur te bepalen. De
afzonderlijke stukken dienen ongeveer even groot te
zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het gevogelte, des te
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Gevogelte na ca. ^ tot Z van de aangegeven tijd
keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Tips
■ Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo
kan het vet weglopen.
■ Snij bij eendenborst de huid in. Keer de eendenborst
niet.
■ Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de huidzijde onder is.
■ Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het
tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met
boter, zout water of sinaasappelsap.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ < 4D hetelucht
■ % Boven- en onderwarmte
■ 7 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ $ Pizzastand
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Kip
Kip, 1 kgOpen vorm17200-220-60-70
Kip, 1 kgGesloten vorm17230-25036025-35
Kipfilet, à 150 g (grillen)Rooster2(3*-15-20
Kipfilet, 2 stuks à 150 g (grillen)Open vorm17190-21018025-30
Kleine kipdelen, à 250 gRooster27220-230-30-35
Kleine kipdelen, 4 stuks à 250 gOpen vorm17190-21036020-30
250 g
Poularde, 1,5 kgOpen vorm17200-220-70-90
Poularde, 1,5 kgVorm gesloten17200-22036030
Eend & gans
Eend, 2 kgOpen vorm17180-200-90-110
Eend, 2 kgBraadslede17170-19018060-80
Eendenborst, à 300 gRooster27230-250-25-30
Gans, 3 kgOpen vorm17160-170-120-150
Gans, 3 kgOpen vorm17170-19018080-90
Ganzenbouten, à 350 gRooster27210-230-40-50
Ganzenbouten, à 350 gBraadslede1<170-19018030-40
Kalkoen
Kalkoen, 2,5 kgOpen vorm17180-190-70-90
Kalkoen, 2,5 kgGesloten vorm17210-23036045-50
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgGesloten vorm1%240-260-80-100
Kalkoendij, met been, 1 kgOpen vorm17180-200-80-100
Kalkoendij, met been, 1 kgGesloten vorm17210-23036045-50
* 5 min voorverwarmen
Braadslede17190-21036015-20
Verwarmingsmethode
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
watt
18015-25
Duur in
min.
Vlees
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vlees. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Braden en stoven
Bestrijk mager vlees naar wens met vet of leg er
reepjes spek op.
Snij een zwoerd kruisgewijs in. Let er bij het keren van
braadvlees op dat eerst de zwoerd onder is.
Als het braadvlees klaar is, moet het nog 10 minuten in
de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte blijven
liggen. Zo kan het vleessap zich beter verdelen. Wikkel
het braadvlees evt. in aluminiumfolie. Bij de opgegeven
bereidingstijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
Braden op het rooster
Op het rooster wordt vlees van alle kanten bijzonder
knapperig.
Giet afhankelijk van de grootte en het type van het stuk
vlees tot ^ liter water in de universele braadslede.
Uitdruipend vet en braadsappen worden zo
opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Braden en stoven in een vorm
Het braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U
kunt het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. In
glazen vormen moet de bodem van de vorm ca. ^ cm
hoog bedekt zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
40
Page 41
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Open vorm
Gebruik voor het braden van vlees het beste een hoge
vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u geen
geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3 cm bedragen. Het vlees kan tijdens het
garen uitzetten.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Voor het stoven, braadt u het vlees naar wens eerst
aan. Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
dergelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-2
cm bedekt te zijn.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Vlees kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden in combinatie met microgolven
Bepaalde voedingsproducten kunnen in combinatie met
microgolven worden bereid. Hierdoor wordt de
bereidingstijd aanzienlijk verkort.
Anders dan bij het conventionele gebruik, wordt de
gaarduur bij het braden in combinatie met microgolven
bepaald door het totale gewicht.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabellen
zijn aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Braadvormen van metaal en een Römertopf zijn alleen
geschikt voor het braden zonder microgolven. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 19
Attentie!
Als u een braadzak gebruikt, sluit deze dan niet af met
metalen clips. Gebruik in plaats daarvan keukengaren.
Gebruik voor rollades geen metalen spiezen. Hierdoor
kan vonkvorming optreden.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Zout het vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water
aan het vlees.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor talrijke vleesgerechten de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit
en temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vlees op
koelkasttemperatuur dat in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor stukken braadvlees
met voorgesteld gewicht. Wanneer u een zwaar stuk wilt
braden, gebruik dan in elk geval de lage temperatuur.
Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan het zwaarste
stuk om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
stukken dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het braadvlees, des
te lager de temperatuur en des te langer de
bereidingstijd.
Braadvlees en grillvlees na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor braden,
stoven en grillen" na de insteltabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats
bovendien de universele braadslede met de schuine
kant naar de apparaatdeur ten minste één
inschuifhoogte eronder. Uitdruipend vet wordt zo
opgevangen.
Lamsbout zonder been, medium, 1,5 kgOpen vorm17170-190-50-70
Lamsbout zonder been, medium, 1,5 kgVorm gesloten1<240-26036030
18035-40
Lamszadel met been**Open vorm17180-190-40-50
Lamszadel met been**Open vorm17190-2109030-40
Lamskotelet***Rooster2(3-12-18
Worsten
GrillworstenRooster2(3-10-20
* voorverwarmen
** zonder keren
*** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
* na 2/3 van de totale tijd keren
42
Page 43
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Vleesgerechten
Gehaktbrood, 1 kgOpen vorm17170-180-70-80
Gebraden gehakt, 1 kg + 50 ml waterOpen vorm17170-19036030-40
* voorverwarmen
** zonder keren
*** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
* na 2/3 van de totale tijd keren
Tips voor het braden, stoven en grillen
De binnenruimte wordt erg vuil.Bereid het product in een gesloten braadslede of gebruik het grillrooster. Wanner u het grillrooster gebruikt,
behaalt u een optimaal braadresultaat. U kunt het grillrooster als speciaal toebehoren kopen.
Het braadvlees is te donker en de
korst is op enkele plaatsen verbrand
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verkort
evt. de braadtijd.
en/of het braadvlees is te droog.
De korst is te dun.Verhoog de temperatuur of schakel na afloop van de braadtijd de grill even in.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
Neem de volgende keer kleiner braadgerei en voeg evt. meer vloeistof toe.
de jus is aangebrand.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
Neem de volgende keer groter braadgerei en voeg evt. minder vloeistof toe.
de jus is te licht en te waterig.
Bij het stoven brandt het vlees aan.Het deksel moet goed op de braadvorm passen en goed sluiten.
Reduceer de temperatuur en voeg zo nodig nog wat vloeistof toe tijdens het smoren.
Het vlees is niet doorbakken.Snijd het vlees open. Bereid de jus in de braadvorm en leg vervolgens de braadstukken in de jus. Bereid het
vlees verder alleen met microgolven.
Het grillproduct wordt te droog.Het vlees pas na het grillen zouten. Zout onttrekt water aan het vlees. Steek tijdens het keren niet in het grill-
product. Gebruik een grilltang.
Vis
Uw apparaat biedt diverse verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vis. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis
in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de
binnenruimte. Een ingesneden aardappel of een kleine
ovenvaste vorm in de buik van de vis zorgt voor
stabiliteit.
U kunt herkennen dat de vis gaar is, wanneer de rugvin
gemakkelijk loslaat.
Braden en grillen op het rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats
bovendien de universele braadslede met de schuine
kant naar de apparaatdeur ten minste één
inschuifhoogte eronder.
Giet afhankelijk van de grootte en de soort vis tot ^ liter
water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen. Er ontstaat zo minder rook en de
binnenruimte blijft schoner.
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in de vis prikt, verliest hij sap en wordt hij
droog.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braden en stomen in een vorm
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. De vis gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
43
Page 44
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Open vorm
Gebruik voor het bereiden van hele vis het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Doe voor het stomen twee tot drie eetlepels vloeistof en
wat citroensap in de vorm.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Vis kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Stoven met microgolven
U kunt vis ook met microgolven stoven.
Gebruik hiervoor een gesloten, magnetronbestendige
vorm of dek de vorm af met een bord of speciaal
magnetronfolie. Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
De smaak blijft grotendeels behouden en u kunt met
minder zout en specerijen volstaan. Voeg bij hele
vissen één tot drie eetlepels water of citroensap toe.
Laat de vis na het garen nog 2-3 minuten rusten voor
een egale temperatuur.
Neem kant-en-klare gerechten voor het ontdooien uit de
verpakking. In magnetronbestendige vormen gaart u
sneller en gelijkmatiger.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor visgerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vis op
koelkasttemperatuur die in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor vis met voorgesteld
gewicht. Wanneer u een zwaardere vis wilt bereiden,
gebruik dan in elk geval de lage temperatuur. Bij
meerdere vissen oriënteert u zich aan de zwaarste vis
om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
vissen dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter een vis, des te lager
de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Vis die niet in de zwemstand is na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
* Voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
*** Tussentijds keren
Groente en bijgerechten
Hier vindt u gegevens voor het bereiden van gegrilde
groente, aardappels en diepvries-aardappelproducten.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Bereiden in combinatie met microgolven
Als u in combinatie met microgolven wilt garen, dient u
altijd een gesloten magnetronbestendige vorm te
gebruiken. Als u geen passende deksel voor uw vorm
hebt, gebruikt u een bord of speciaal magnetronfolie.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm.
Platte voedingsproducten zijn sneller klaar dan hoge.
Verdeel de voedingsproducten daarom zo vlak mogelijk
in de vorm.
Graan schuimt sterk tijdens het koken. Gebruik voor
alle graanproducten, waaronder bijvoorbeeld ook rijst,
een hoge vorm met deksel.
De eigen smaak van de voedingsproducten blijft dan
zoveel mogelijk behouden. Hierdoor kunt u met minder
zout en specerijen volstaan.
Als u voor een voorbereide hoeveelheid
voedingsproduct geen instelling vindt, verlengt of
verkort u de gaartijd op basis van de volgende
vuistregel: bij een dubbele hoeveelheid kan de duur
bijna worden verdubbeld.
Tussentijds kunt u de voedingsproducten het beste
twee tot drie maal keren of omroeren. Laat de
voedingsproducten na het verhitten nog twee tot drie
minuten rusten voor een egale temperatuur.
De voedingsproducten geven warmte aan de vorm af.
Ook als er alleen microgolven worden gebruikt, kan de
vorm daarom zeer heet worden.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bereiden op één niveau
Volg de opgaven in de tabel op.
Bereiden op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten die gelijktijdig in de
oven worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, de vorm en de kwaliteit
van de levensmiddelen. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
45
Page 46
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. De
aangegeven tijden worden enkele minuten korter
wanneer u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
Risotto, 250 g + 900 ml waterVorm gesloten1Ý-60012-14
18022-27
Granen
Couscous, 250 g + 500 ml waterGesloten vorm1Ý-6006-8
Gierst, heel, 250 g + 600 ml water Vorm gesloten1Ý-6008-10
18010-15
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
46
Page 47
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Polenta/maïsgriesmeel,
Gesloten vorm1Ý-6006-8
Verwarmingsmethode
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
125 g + 500 ml water*
Gerst, 250 g + 750 ml waterVorm gesloten1Ý-60011-13
18015-20
Ei
Eiergelei van 2 eierenGesloten vorm1Ý-3606-8
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
Dessert
Met uw apparaat kunt u yoghurt en diverse desserts
bereiden.
Gebruik voor de bereiding met microgolven altijd een
hitte- en magnetronbestendige vorm. Houd u aan de
aanwijzingen voor de magnetronbestendige vorm.
~ "De magnetron" op pagina 19
Als u de vorm op het rooster plaatst, schuift u het
rooster met het opschrift “Microwave” naar de
Rijstepap klaarmaken
1. Rijst wegen en 4-voudige hoeveelheid melk
toevoegen.
2. Vul een hoge, magnetronbestendige kom met de
rijst en melk.
3. Stel het apparaat in zoals in de tabel is aangegeven.
4. Roer de melk goed door zodra deze opkomt en
verlaag vervolgens het microgolfvermogen aan de
hand van de tabel.
Roer de rijst tijdens het koken meerdere keren door.
apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Yoghurt maken
Neem de rekjes en toebehoren uit de binnenruimte. De
binnenruimte moet leeg zijn.
1. 1 Liter melk (3,5 % vet) op de kookplaat op 90 °C
Compote
Weeg de vruchten in een magnetronbestendige kom af
en voeg per 100 g één eetlepel water toe. Voeg naar
smaak suiker en kruiden toe. Dek de kom af en stel het
apparaat in aan de hand van de tabel.
Roer tijdens het garen twee tot drie keer om.
verwarmen en tot 40 °C afkoelen.
Bij houdbare melk is het verwarmen op 40 °C
voldoende.
2. Hier 150g yoghurt (koelkasttemperatuur) door
roeren.
3. Hiermee koppen of kleine potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van
de binnenruimte zetten en bereiden zoals
aangegeven.
5. Na de bereiding de yoghurt in de koelkast laten
afkoelen.
Popcorn voor de magnetron
Gebruik een hittebestendige, vlakke glazen vorm, zoals
het deksel van een ovenschaal. Gebruik geen
porceleinen of sterk gewelfde schaal.
Leg de popcornzak met de gemarkeerde kant naar
beneden gericht op de vorm. Instellen zoals
aangegeven in de tabel. Afhankelijk van het product en
de hoeveelheid moet de tijd mogelijk worden
aangepast.
Verwijder de popcornzak na 1 ^ minuut en schud deze
om zodat de popcorn niet aanbrandt. Veeg de
Pudding van puddingpoeder
Roer het puddingpoeder volgens de instructies op de
verpakking met de melk en suiker in een hoge
magnetronbestendige kom om. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Roer de melk goed door zodra deze opkomt. Herhaal
binnenruimte na de bereiding schoon.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De verpakking van luchtdicht verpakte levensmiddelen
kan barsten. Houd u altijd aan de opgaven op de
verpakking. Neem gerechten altijd met een pannenlap
uit de binnenruimte.
dit twee tot drie keer.
47
Page 48
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Aanbevolen instelwaarden
Gebruikte verwarmingsmethoden:
GerechtToebehoren/vormenInschuifhoogteVerwar-
■ % Boven- en onderwarmte
■ Ý Magnetron
Tempera-
mingsme-
tuur in °C
thode
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Pudding van puddingpoeder*Gesloten vorm1Ý-6005-8
YoghurtPortievormenBodem binnen-
%40-45-8-9h
ruimte
Rijstepap, 125 g + 500 ml melk*Vorm gesloten1Ý-60010
18020-25
Vruchtencompote, 500 gGesloten vorm1Ý-6009-12
Popcorn voor de magnetron,
Open vorm1Ý-6004-6
1 zak à 100 g**
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
** gesloten zak op de vorm plaatsen
Eco-verwarmingsmethoden
Bakvormen en vormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Hetelucht Eco en boven- en onderwarmte Eco zijn
intelligente verwarmingsmethoden voor het gezond
bereiden van vlees, vis en gebak. Het apparaat regelt
de energietoevoer in de binnenruimte optimaal. Het
product wordt in fases bereid met behulp van
restwarmte. Zo blijft het sappiger en wordt het minder
bruin. Afhankelijk van de toebereiding en het product
kan er energie worden gespaard.
Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege
binnenruimte. Houd de deur van het apparaat tijdens de
bereiding gesloten.
Niet gebruikte accessoires verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Gebruik alleen de originele accessoires van uw
apparaat. Deze zijn optimaal afgestemd op de
binnenruimte en de functies.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen. Plaats de vormen altijd op het rooster.
Hierdoor kunt u tot 35 procent energie sparen.
Vormen van edelstaal of aluminium reflecteren de
warmte als een spiegel. Niet-reflecterende vormen van
email, hittebestendig glas of gecoat, drukgegoten
aluminium is beter geschikt.
Lichte vormen, keramische vormen of vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
Hier vindt u gegevens voor verschillende gerechten.
Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. Daarom zijn
er instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorgebakken zijn.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ . Hetelucht Eco
■ # Boven- en onderwarmte Eco
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Duur in
min.
thode
Gebak in vormen
Cake in de vormKrans/rechthoekige vorm1.140-16060-80
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm1.140-16020-40
Biscuitbodem, 2 eieren Taartbodemvorm1.150-17020-30
Met hete lucht max. 170 °C.
Ei of eigeel vermindert de vorming van acrylamide.
Oven-fritesGelijkmatig en in één laag over de plaat verdelen. Minstens 400g per plaat bakken, zodat de aardappels
niet uitdrogen.
49
Page 50
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Langzaam garen
Langzaam garen is garen bij lage temperatuur. Het
wordt daarom ook garen bij lage temperatuur
genoemd.
Het langzaam garen is ideaal voor alle fijne stukken
vlees (bijv. malse delen van het rund, kalf, varken, lam
en gevogelte), die rosé of à point (medium) gegaard
moeten worden. Het vlees blijft zeer sappig, mals en
zacht.
U heeft veel speelruimte bij de menuplanning, want
langzaam gegaard vlees kan probleemloos worden
warmgehouden. Tijdens het garen hoeft u het vlees niet
te keren. Houd de deur van het apparaat gesloten om
een gelijkmatig bereidingsklimaat te krijgen.
Gebruik uitsluitend vers en hygiënisch perfect vlees
zonder bot. Verwijder pezen en vetranden zorgvuldig.
Vet ontwikkelt bij het langzaam garen een sterke eigen
smaak. U kunt ook gekruid of gemarineerd vlees
gebruiken. Gebruik geen ontdooid vlees.
Het vlees kan direct na het langzaam garen in stukken
worden gesneden. Het hoeft niet te rusten. Door de
speciale bereidingsmethode ziet het vlees er rosé uit
maar het is niet rauw of niet gaar genoeg.
Aanwijzing: Een starttijdvoorkeuze met eindtijd is bij de
verwarmingsmethode langzaam garen niet mogelijk.
Vormen
Gebruik een vlakke vorm, bijv. een serveerplaat van
porselein of glas. Plaats de vorm voor het
voorverwarmen ook in de binnenruimte.
Plaats de open vorm altijd op hoogte 1 op het rooster.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor
langzaam garen", na de insteltabel.
Uw apparaat beschikt over de verwarmingsmethode
langzaam garen. Start de werking alleen wanneer de
binnenruimte geheel is afgekoeld. Laat de binnenruimte
met de vorm ca. 10 minuten goed doorwarmen.
Braad het vlees op de kookplaat even zeer heet en lang
genoeg aan alle kanten, ook de uiteinden. Doe het
onmiddellijk in de voorverwarmde vorm. De vorm met
het vlees weer in de binnenruimte plaatsen en
langzaam garen.
Aanbevolen instelwaarden
De temperatuur en de tijdsduur voor langzaam garen
zijn afhankelijk van de grootte, dikte en kwaliteit van het
vlees. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ . Langzaam garen
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Aanbraadduur in min.
Temperatuur in °C
Duur in
min.
thode
Gevogelte
Eendenborst, 400 gOpen vorm1.6-890*45-60
Kipfilet, à 200 gOpen vorm1.5-790*45-60
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgOpen vorm1.8-1090*120-150
Varkensvlees
Gebraden varkenslende, 5-6 cm dik,
Open vorm1.8-1085*210-240
1,5 kg
Varkenshaas, heelOpen vorm1.6-885*60-90
Varkensmedaillons, 4 cm dikOpen vorm1.5-785*90-120
Rundvlees
Gebraden rundvlees (heupstuk) 6-
Open vorm1.8-1085*240-300
7 cm dik, 1,5 kg
Runderfilet, heel, 1 kgOpen vorm1.4-685*120-180
Rosbief, 5-6 cm dikOpen vorm1.6-885*210-270
Rundermedaillons/rumpsteak, 4 cm
Open vorm1.5-785*60-120
dik
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees, 4-5 cm dik,
Open vorm1.8-1085*180-240
1,5 kg
Gebraden kalfsvlees, 10-15 cm dik,
Open vorm1.8-1085*240-300
1,5 kg
Kalfsfilet, heel, 800 gOpen vorm1.5-785*150-210
Kalfsmedaillons, 4 cm dikOpen vorm1.5-785*90-120
* voorverwarmen
50
Page 51
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Aanbraadduur in min.
Temperatuur in °C
Duur in
min.
thode
Lamsvlees
Lamszadels, zonder been, à 200 gOpen vorm1.5-785*45-75
Lamsbout zonder been, medium, 1 kg
Open vorm1.6-885*180-240
ingebonden
* voorverwarmen
Tips voor het langzaam garen
Eendenborst langzaam garen.Leg de eendenborst koud in de pan en braad eerst de huidzijde aan. Na het langzaam garen gedurende 3 tot
5 minuten knapperig grillen.
Het langzaam gegaarde vlees is niet
zo heet als vlees dat op de gebruike-
Om ervoor te zorgen dat het gebraden vlees niet te snel afkoelt, kunt u de borden van te voren opwarmen en
de sauzen zeer heet opdienen.
lijke manier is gebraden.
Drogen
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
Met 4D-hetelucht kunt u uitstekend drogen. Bij deze
het papier.
soort conservering worden aromastoffen door het
onttrekken van water geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek de braadslede
en het rooster met bak- of perkamentpapier. Laat de
vruchten goed afdruipen en maak ze droog.
Snij ze eventueel in even grote stukken of dunnen
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met de
snijvlakken naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddenstoelen niet op elkaar liggen.
Rasp de groente en blancheer het vervolgens. Laat de
geblancheerde groente afdruipen en verdeel het
gelijkmatig over het rooster.
Droog kruiden met de steel. Leg de kruiden gelijkmatig
in kleine hoopjes op het rooster.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het drogen:
■ 1 rooster: hoogte 2
■ 2 roosters: hoogte 3+1
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de te drogen levensmiddelen. Hoe langer u
de te drogen levensmiddelen laat drogen, des te beter
zijn ze geconserveerd. Hoe dunner men snijdt, des te
sneller is het einde van de droogtijd bereikt en des te
aromatischer blijft het gedroogde levensmiddel.
Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Indien u nog meer levensmiddelen wilt drogen, dan
oriënteert u zich aan soortgelijke levensmiddelen in de
tabel.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ < 4D hetelucht
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in uren
thode
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per roos-
Rooster2<804-7
ter 200 g)
Steenvruchten (pruimen)Rooster2<808-10
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblan-
Rooster2<804-7
cheerd
Paddestoelen in plakjesRooster2<606-8
Kruiden, schoongemaakt1-2 Roosters-<602-6
51
Page 52
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Inmaken
In uw apparaat kunt u fruit en groente inmaken.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckflessen. Gebruik uitsluitend hittebestendige,
schone en onbeschadigde rubber afdichtringen.
Klemmen en veren van tevoren controleren.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van
gelijke grootte en met dezelfde levensmiddelen. In de
binnenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes
weckflessen met ^, 1 of 1^ liter tegelijkertijd inmaken.
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
Fruit
De vruchten in de weckflessen met hete, afgeschuimde
suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor 1-literfles). Op
één liter water:
■ ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■ ca. 500 g suiker bij zuur fruit
Groente
De groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de glazen potten zó in de
braadslede dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet water
(ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Haal de weckflessen na de
aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Zodra alle weckflessen borrelen, de temperatuur op
120 °C reduceren en de flessen zoals aangegeven in
de tabel in de gesloten binnenruimte verder laten
borrelen. Schakel na afloop van deze tijd het apparaat
uit en maak zoals in de tabel aangegeven nog enkele
minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de flessen na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, ze zouden anders
kunnen knappen. Dek de weckflessen af om ze tegen
tocht te beschermen. Klemmen pas verwijderen
wanneer de glazen koud zijn.
Aanbevolen instelwaarden
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid, de temperatuur en de
kwaliteit van de inhoud. De gegeven hebben betrekking
op ronde potten van1 liter. Controleer voor u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ < 4D hetelucht
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Duur in min.
thode
Inmaken
Groente, bijv. wortelenInmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
120vanaf het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 30
Groente, bijv. komkommerInmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 30
Steenvruchten, bijv. kersen, pruimen
Inmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 35
Pitvruchten, bijv. appels, aardbeien Inmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 25
52
Page 53
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Deeg laten rijzen
Afzonderlijke gaarheid
Plaats het gebak op de inschuifhoogte die in de tabel is
U kunt in het apparaat gistdeeg duidelijk sneller laten
rijzen dan bij kamertemperatuur. Gebruik de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte. Start de
werking alleen wanneer de binnenruimte geheel is
afgekoeld.
Laat gistdeeg altijd twee maal rijzen. Let op de
gegevens in de insteltabellen voor het 1e en 2e rijzen
(gaarheid van het deeg en afzonderlijke gaarheid).
aangegeven.
Wanner u wilt voorverwarmen vindt de afzonderlijke
gaarheid buiten het apparaat op een warme plek plaats.
Aanbevolen instelwaarden
Temperatuur en duur van het gisten zijn afhankelijk van
de soort en hoeveelheid van de ingrediënten. Daarom
zijn de opgaven in de insteltabel richtwaarden.
Gaarheid van deeg
Instellen zoals aangegeven in de tabel. en het apparaat
verwarmen. Zet de deegkom op het rooster.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ % Boven- en onderwarmte
Open tijdens het gisten de apparaatdeur niet omdat er
anders vochtigheid ontwijkt. Het deeg met een vochtige
doek afdekken.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Duur in
min.
thode
Gistdeeg, lichtKom1%35-4025-30
Bakplaat1%35-4010-20
Gistdeeg, zwaar en vetrijkKom1%35-4020-40
Bakplaat1%35-4015-25
Ontdooien
stappen. Deze zijn in de tabel onder elkaar
aangegeven.
Gebruik voor het ontdooien van bevroren fruit, groente,
gevogelte, vlees, vis en gebak de magnetronfunctie.
Neem de bevroren levensmiddelen uit de verpakking en
leg deze in een magnetronbestendige vorm op het
rooster. Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 19
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
Tip: Vlak bevroren of geportioneerde stukken
ontdooien sneller dan wanneer zij als blok werden
bevroren.
De gerechten tussentijds een tot twee keer omroeren of
keren. Grote stukken moet u herhaaldelijk keren. Indien
nodig de gerechten tussendoor uit elkaar halen of al
ontdooide stukken uit de binnenruimte nemen.
Laat de ontdooide gerechten nog 10 tot 30 minuten in
het uitgeschakelde apparaat rusten, zodat de
temperatuur zich aanpast.
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabel zijn
aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
Aanbevolen instelwaarden
De tijdgegevens in de tabel zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit, vriestemperatuur (- 18 °C)
en de aard van de levensmiddelen. Er zijn tijdintervallen
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ Ý Magnetron
aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in en verleng
deze zo nodig. Ontdooien lukt vaak beter in meerdere
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Brood, broodjes
Brood, 500 gOpen vorm1Ý-1803
-9010-15
BroodjesRooster1<140-160902-4
* Na 1/2 van de tijd keren
53
Page 54
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
hoogte
Gebak
Taart, vochtig, 500 gOpen vorm1Ý-1802
Gebak, droog, 750 gOpen vorm1Ý-9010-15
Vlees, & gevogelte
Kip, heel, 1,2 kg*Open vorm1Ý-18010
Stukken gevogelte, 250 g*Open vorm1Ý-18010
Eend, 2 kg*Open vorm1Ý-18010
Vlees, heel, bijv. braadvlees (rauw vlees) 800 g* Open vorm1Ý-18015
Met microgolven kunt u voedingsproducten verwarmen
of in één keer ontdooien en verwarmen.
Neem kant-en-klare gerechten voor het ontdooien uit de
verpakking. In een magnetronbestendige vorm wordt
het product sneller en gelijkmatiger verwarmd. De
componenten van een product kunnen op verschillende
snelheden worden verwarmd.
Platte gerechten zijn sneller klaar dan hoge. Verdeel de
voedingsproducten daarom zo vlak mogelijk in de
vorm. Plaats levensmiddelen niet boven op elkaar.
Dek de voedingsproducten af. Hierdoor verkrijgt u een
beter kookresultaat. Als u geen passende deksel voor
uw vorm hebt, gebruikt u een bord of speciaal
magnetronfolie.
54
Page 55
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Roer of keer de voedingsproducten tussentijds twee tot
drie keer om. Laat de voedingsproducten na het
verhitten nog 1 tot 2 minuten rusten voor een egale
temperatuur.
Plaats flesjes of potjes babyvoeding die u wilt
verwarmen, zonder speen of deksel op het rooster.
Schud of roer de voeding na het verwarmen goed door
en controleer altijd de temperatuur.
De voedingsproducten geven warmte aan de vorm af.
Ook als er alleen microgolven worden gebruikt, kan de
vorm daarom zeer heet worden.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabel zijn
aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Bij het verwarmen van vloeistof kan er kookvertraging
ontstaan. Dit houdt in dat de kooktemperatuur wordt
bereikt zonder dat er bellen ontstaan. Al bij een kleine
trilling van de vorm kan de hete vloeistof dan plotseling
hevig overkoken en opspatten. Zorg ervoor dat er
tijdens het verwarmen altijd een lepel in de vorm staat.
Zo wordt kookvertraging voorkomen.
Attentie!
Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals een
lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van de
deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse dranken en
voedingswaren de instelwaarden voor het verwarmen
met microgolven. De tijdgegevens zijn richtwaarden. Zij
zijn afhankelijk van de vorm, evenals de kwaliteit,
temperatuur en aard van het levensmiddel. Er zijn
tijdintervallen aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in
en verleng deze zo nodig.
De tabelwaarden gelden voor voedingsproducten die in
de koude binnenruimte worden geplaatst.
Als voor een specifiek voedingsproduct geen waarden
zijn aangegeven, oriënteert u zich op soortgelijke
voedingsproducten in de tabel.
Neem ongebruikte toebehoren uit de binnenruimte. Zo
verkrijgt u een optimaal kookesultaat en spaart u
energie.
Veeg de binnenruimte na de bereiding schoon.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ Ý Magnetron
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Dranken verwarmen
200 ml (goed doorroeren)Open vorm1Ý-max1-3
400 ml (goed doorroeren)Open vorm1Ý-max2-6
Babyvoeding verwarmen
Melkflesje, 150 ml (goed doorroeren)Open vorm1Ý-3601-3
Groente, gekoeld
250 gGesloten vorm1Ý-6003-8
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Groente, diepvries
los, 250 gGesloten vorm1Ý-6008-12
Spinazie à la crème, in diepvriesblok, 450 gGesloten vorm1Ý-60011-16
U kunt gegaarde gerechten met de
verwarmingsmethode boven- en onderwarmte warm
houden. Zo voorkomt u condensvorming en hoeft u de
binnenruimte niet af te nemen.
Houd de gegaarde gerechten nooit langer dan twee uur
warm. Let erop dat sommige gerechten tijdens het
warm houden verder garen. Dek de gerechten evt. af.
56
Page 57
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Testg erechten
Bedekte appeltaart
Bedekte appeltaart op een niveau: donkere
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten
om het controleren en testen van het apparaat te
vergemakkelijken.
Conform EN 60350-1:2013 resp. IEC 60350-1:2011 en
conform EN 60705:2012, IEC 60705:2010.
Bakken
Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven worden
geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te
zijn.
Inschuifhoogtes bij het bakken op twee niveaus:
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
springvormen diagonaal naast elkaar plaatsen.
Gebak in springvormen van blank metaal: met boven-
en onderwarmte op één niveau bakken. Gebruik de
braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Waterbiscuit
Waterbiscuit op twee niveaus: donkere springvormen
diagonaal boven elkaar op de roosters plaatsen.
Aanwijzingen
■ De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
■ Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
de tabellen in acht. De instelwaarden gelden zonder
snel voorverwarmen.
■ Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
Gebruik voor de bereiding met microgolven altijd een
hittebestendige, magnetronbestendige vorm. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 19
GerechtAccessoires/vormenInschuif-
Als u de vorm op het rooster plaatst, schuift u het
rooster met het opschrift “Microwave” naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.