Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.bosch-home.com en in de online-shop:
www.bosch-eshop.com
3
Page 4
nl Gebruik volgens de voorschriften
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet
aansluiten in geval van transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt
u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor
dat het apparaat onder toezicht gebruikt
wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten
ruimtes.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte leggen. ~ "Toebehoren"
op pagina 12
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Algemeen
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen vlam
vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen
in de binnenruimte. Open nooit de deur
wanneer er sprake is van rookontwikkeling
in het apparaat. Het toestel uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier
kan dan de verwarmingselementen raken
en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen
mag er nooit bakpapier los op de
toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier
altijd met een vorm. Bakpapier alleen op
het benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd met
behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken
die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank met een
hoog alcoholpercentage gebruiken. De
deur van het toestel voorzichtig openen.
:Waarschuwing – Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■ Bij het openen van de deur van het
apparaat kan hete stoom vrijkomen.
Afhankelijk van de temperatuur is er geen
stoom te zien. Tijdens het openen niet te
dicht bij het apparaat staan. De deur van
het apparaat voorzichtig openen. Zorg
ervoor dat kinderen uit de buurt blijven.
Kans op verbrandingen!
4
Page 5
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
■ Door water in de hete binnnruimte kan hete
waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete
binnenruimte gieten.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur bewegen de scharnieren zich
en kunnen ze klem komen te zitten. Kom
niet met uw handen bij de scharnieren.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ De kabelisolatie van hete toestelonderdelen
kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit
aansluitkabels van elektrische toestellen in
contact komen met hete onderdelen van
het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de
bedieningselementen bevinden zich
permanente magneten. Deze kunnen
elektronische implantaten, zoals pacemakers,
of insulinepompen beïnvloeden. Dragers van
elektronische implantaten dienen een afstand
van minstens 10 cm tot het bedieningspaneel
aan te houden.
Magnetron
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Het is gevaarlijk wanneer het toestel niet
volgens de voorschriften wordt gebruikt en
er kan schade ontstaan.
Het is niet toegestaan om gerechten of
kleding te drogen of pantoffels, warmte- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes en dergelijke te
verwarmen.
Verwarmde pantoffels, warmte- of
graankussens kunnen bijvoorbeeld ook na
uren nog vlam vatten. Gebruik het apparaat
uitsluitend voor het bereiden van gerechten
en drank.
Risico van brand!
■ Levensmiddelen kunnen vlam vatten. Nooit
levensmiddelen opwarmen in verpakkingen
die bestemd zijn om ze warm te houden.
Levensmiddelen nooit zonder toezicht
verwarmen in voorwerpen van kunststof,
papier of ander brandbaar materiaal.
Bij de magnetron nooit een te groot
vermogen of te lange tijdsduur instellen.
Houd u aan de opgaven in deze
gebruiksaanwijzing.
Nooit levensmiddelen drogen met de
magnetron.
Nooit levensmiddelen met weinig water,
zoals bijv. brood, met een te hoog
magnetronvermogen of te lange -tijd
ontdooien of verwarmen.
Risico van brand!
■ Spijsolie kan vlam vatten. Warm nooit
uitsluitend spijsolie op met de magnetron.
:Waarschuwing – Kans op explosie!
Vloeistof of andere voedingsmiddelen in dicht
afgesloten vormen kunnen exploderen. Nooit
vloeistof of andere voedingsmiddelen verhitten
in dicht afgesloten vormen.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ Levensmiddelen met een vaste schil of pel
kunnen tijdens, maar ook nog na het
opwarmen, exploderen. Nooit eieren koken
in de schil of hardgekookte eieren
opwarmen. Nooit schaal- en kreeftachtige
dieren koken. Bij spiegeleieren of eieren in
een glas dient u eerst de dooier door te
prikken. Bij levensmiddelen met een vaste
schil of pel, bijv. appels, tomaten,
aardappelen en worstjes, kan de schil
knappen. Prik voor het opwarmen gaatjes in
de schil of pel.
Risico van verbranding!
5
Page 6
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
■ De warmte wordt niet gelijkmatig verdeeld
in de babyvoeding. Warm nooit
babyvoeding op in gesloten vormen.
Verwijder altijd het deksel of de speen. Na
het verwarmen goed roeren of schudden.
Controleer de temperatuur voordat u het
kind de voeding geeft.
Risico van verbranding!
■ Verhitte gerechten geven warmte af. De
vormen kunnen heel heet worden. Neem
vormen en toebehoren altijd met behulp
van een pannenlap uit de binnenruimte.
Risico van verbranding!
■ De verpakking van luchtdicht verpakte
levensmiddelen kan barsten. Houd u altijd
aan de opgaven op de verpakking. Neem
gerechten altijd met een pannenlap uit de
binnenruimte.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Bij het verwarmen van vloeistof kan er
kookvertraging ontstaan. Dit houdt in dat de
kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat er
bellen ontstaan. Al bij een kleine trilling van de
vorm kan de hete vloeistof dan plotseling
hevig overkoken en opspatten. Zorg ervoor
dat er tijdens het verwarmen altijd een lepel in
de vorm staat. Zo wordt kookvertraging
voorkomen.
■ Wanneer de deur van de binnenruimte of
de deurdichting beschadigd is, kan er
energie van microgolven vrijkomen. Het
apparaat nooit gebruiken wanneer de deur
van de binnenruimte, de deurdichting of de
kunststof omlijsting van de deur
beschadigd is. Contact opnemen met de
servicedienst.
Ernstig gezondheidsrisico!
■ Bij toestellen waarvan de afdekking van de
behuizing niet is afgedekt komt
microgolfenergie vrij. De afdekking van de
behuizing nooit verwijderen. Neem voor
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
contact op met de klantendienst.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Ongeschikte vormen kunnen barsten. Vormen
van porselein en keramiek kunnen kleine
gaatjes hebben in de handgrepen en deksels.
Achter deze gaatjes bevindt zich een lege
ruimte. Als er vocht in deze ruimte komt, kan
dit barsten veroorzaken in de vormen. Alleen
vormen gebruiken die geschikt zijn voor de
magnetron.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Het apparaat werkt met hoogspanning. Nooit
de behuizing verwijderen.
:Waarschuwing – Ernstig
gezondheidsrisico!
■ Wanneer het apparaat verkeerd wordt
gereinigd kan het oppervlak worden
beschadigd. Er kan energie van de
microgolven naar buiten komen. Het
apparaat regelmatig schoonmaken en
resten van voedingsmiddelen direct
verwijderen. Zorg ervoor dat de
binnenruimte, deurdichting, deur en
deuraanslag altijd schoon zijn.
Ernstig gezondheidsrisico!
6
Page 7
Oorzaken van schade nl
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Algemeen
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de
bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op
de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de
bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op
de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is.
Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De
bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email
wordt beschadigd.
■ Aluminiumfolie: aluminiumfolie in de binnenruimte
mag niet in contact komen met de deurruit. Hierdoor
kunnen permanente verkleuringen van de ruit
optreden.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de
hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan
waterdamp. Door de verandering van temperatuur
kan schade aan het email ontstaan.
■ Blijft er gedurende langere tijd vocht in de
binnenruimte, dan kan dit leiden tot corrosie. De
binnenruimte na gebruik laten drogen. Bewaar
gedurende langere tijd geen levensmiddelen in de
gesloten binnenruimte. Bewaar geen gerechten in
de binnenruimte.
■ Koelen met de apparaatdeur open: na een bereiding
met hoge temperaturen de binnenruimte laten
afkoelen met de deur gesloten. Zorg ervoor dat er
niets tussen de apparaatdeur beklemd raakt. Ook
wanneer de deur slechts op een kier staat, kunnen
naburige voorzijden van meubels in de loop van de
tijd beschadigd raken.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
laten drogen met de deur open.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig
vruchtengebak niet te overvloedig bedekken.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat
vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere
braadslede.
■ Sterk vervuilde dichting: wanneer de dichting sterk
vervuild is, sluit de apparaatdeur niet goed meer. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen dan
beschadigd raken. Zorg ervoor dat de dichting altijd
schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te
plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of
plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of
toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type
toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de
deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de
binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de
deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep
houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet
en kan afbreken.
Magnetron
Attentie!
■ Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals
een lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van
de deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de
binnenste deurruit aantasten.
■ Toebehoren combineren: Het rooster niet
combineren met de braadslede. Wanneer deze
direct op elkaar geschoven zijn, kunnen er vonken
ontstaan. Beide alleen op de eigen hoogte
inschuiven.
■ Aluminium schalen: geen aluminium schalen in het
apparaat plaatsen. Wanneer er vonken ontstaan,
raakt het apparaat beschadigd.
■ Gebruik van de magnetron zonder etenswaar:
wanneer het apparaat wordt gebruikt zonder dat er
etenswaar in staat, leidt dit tot overbelasting. Nooit
de magnetron starten als er geen etenswaar in de
binnenruimte staat. Alleen een korte serviestest
vormt hierop een uitzondering. ~ "Apparaat
bedienen" op pagina 15
■ Popcorn uit de magnetron: stel nooit een te hoog
magnetronvermogen in. Maximaal 600 watt
gebruiken. Leg de popcornzak altijd op een glazen
bord. Door overbelasting kan de deurruit barsten.
7
Page 8
nl Milieubescherming
7Milieubescherming
Milieubescherming
Uw nieuwe apparaat is bijzonder energie-efficiënt. Hier
krijgt u tips over de manier waarop u bij het gebruik van
uw apparaat nog meer kunt besparen op energie en het
apparaat op de juiste manier afvoert.
Energiebesparing
■ Het apparaat alleen voorverwarmen als dit in het
recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is
opgegeven.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde
bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na
elkaar bakken. De binnenruimte is dan nog warm.
Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht
korter. U kunt ook twee langwerpige vormen naast
elkaar in de binnenruimte plaatsen.
■ Bij langere bereidingstijden kunt u het apparaat 10
minuten voor het einde van de bereidingstijd
uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het
afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
8
Page 9
#
Het apparaat leren kennen nl
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
In dit hoofdstuk geven we u uitleg over de indicaties en
bedieningselementen. Daarnaast leert u verschillende
functies van uw apparaat kennen.
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
RQ
RII
Bedieningspaneel
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van
toetsen, touch-velden en een bedieningsring de
verschillende functies van uw apparaat in. Het display
geeft de actuele instellingen weer.
Als het apparaat ingeschakeld is, toont het overzicht het
bedieningspaneel met een gekozen
verwarmingsmethode.
'
PV
'KHWHOXFKW
KHWHOXFKW
&
a
PV
VWDUW
VWRS
( Toetsen
De toetsen links en rechts van het
bedieningspaneel hebben een drukpunt. Druk op
de toets om dit in werking te stellen.
Bij apparaten die geen voorzijde van roestvrij staal
hebben, zijn ook deze beide toetsen touch-velden
zonder drukpunt.
0 Touch-velden
Onder de touch-velden liggen sensoren. Tip alleen
op het betreffende symbool om de functie te
kiezen.
8 Bedieningsring
De bedieningsring is zo aangebracht dat u hem
onbegrensd naar links of rechts kunt draaien.
Druk er licht op en beweeg hem met een vinger in
de gewenste richting.
@ Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden,
keuzemogelijkheden of aanwijzingsteksten.
Bedieningselementen
De afzonderlijke bedieningselementen zijn afgestemd
op de verschillende functies van uw apparaat. Zo kunt u
het apparaat eenvoudig en direct instellen.
Toetsen en touch-velden
De betekenis van de verschillende toetsen en touchvelden wordt hier kort uitgelegd.
SymboolBetekenis
Touch-velden aan de buitenkant
tKookwekkerKookwekker kiezen
DKinderslotKinderslot activeren en deactiveren door
lang te drukken (ca. 4 sec.)
°InformatieAanwijzingen laten weergeven
Door lang te drukken (ca. 3 sec.) de basisinstellingen oproepen
BVerlichting van de
binnenruimte
Verlichting van de binnenruimte in- en uitschakelen
Touch-velden aan de binnenkant
!Verwarmingsme-
Functie Verwarmingsmethoden kiezen
thoden
}TemperatuurTemperatuur voor de binnenruimte kiezen
%AutoPilotDe functie Gerechten met bereidingspro-
gramma's kiezen
aGewichtGewicht bij de functie Gerechten kiezen
ÝMagnetronDe functie Magnetron kiezen
sTijdfunctiesTijdfuncties kiezen
ÞCombiSpeedDe functie CombiSpeed kiezen
FSnel voorverwar-
men
--------
Snel voorverwarmen voor de binnenruimte starten of afbreken
Het touch-veld, waarvan de waarde op het display kan
worden veranderd of op de voorgrond weergegeven, is
rood verlicht.
Toetsen
ÿon/offApparaat in- en uitschakelen
lstart/stopWerking starten en stoppen of door lang
te drukken (ca. 3 seconden) afbreken
9
Page 10
nl Het apparaat leren kennen
R
Bedieningsring
Met de bedieningsring wijzigt u de instelwaarden die op
het display zijn weergegeven,
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. van de temperatuur,
moet u de bedieningsring weer terugdraaien wanneer
de minimale of maximale waarde bereikt is. Zo begint
bij de verwarmingsmethoden na het laatste punt het
eerste weer.
Display
Het display is zo ingedeeld dat u de opgaven passend
bij elke situatie met één blik kunt aflezen.
De waarde die u kunt instellen staat in de focus. Hij
wordt in het wit weergegeven, met daaronder een witte
lijn. De waarde op de achtergrond staat in het grijs
weergegeven.
FocusDe waarde in de focus kan direct worden veran-
derd, zonder hem eerst te selecteren.
Na de start staat de temperatuur of de stand altijd
in de focus. De witte lijn is tegelijkertijd de
opwarmlijn. Deze wordt rood opgevuld.
Aanwijzing: Bij de magnetron staat de tijdsduur
in de focus. De opwarmlijn verschijnt niet.
VergrotingZolang u de waarde in de focus met de bedie-
ningsring verandert, wordt alleen deze waarde
vergroot weergegeven.
_7H[W
P
+HL]DUWHQ
7H[W
a
V
&
Ringlijn
Aan de buitenkant van het display bevindt zich de
ringlijn.
Wanneer u een waarde wijzigt, toont de ringlijn u waar u
zich in de keuzelijst bevindt. Naargelang het instelbereik
is de ringlijn ononderbroken of verdeeld in segmenten,
afhankelijk van de lengte van de keuzelijst.
_7HNVW
&
9HUZDUPLQJVPHWK
7HNVW
7HPSHUDWXXU
Tijdens het gebruik wordt de ringlijn in het ritme van
seconden rood gevuld. Na elke volledige minuut
worden de segmenten weer van het begin af aan
gevuld. Bij een aflopende tijdsduur verdwijnt er elke
seconde een segment.
Temperatuurindicatie
Na de start wordt de actuele temperatuur in de
binnenruimte grafisch weergegeven op het display.
OpwarmlijnDe witte lijn onder de temperatuur wordt, naarmate
de binnenruimte opgewarmd raakt, van links naar
rechts rood gevuld. Wanneer u voorverwarmt is het
optimale tijdstip voor het inschuiven van het gerecht
bereikt zodra de lijn geheel rood gevuld is.
Bij instelstanden, bijv. grillstanden, is de opwarmlijn
direct rood gevuld.
Restwarmteindicatie
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
ringlijn de restwarmte in de binnenruimte weer. Hoe
geringer de restwarmte wordt, des te donkerder
kleurt de ringlijn, en op een geven moment verdwijnt
hij helemaal.
Aanwijzing: Door thermische traagheid kan de
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.
Functies
Uw apparaat beschikt over verschillende functies die
het gebruik vergemakkelijken.
De precieze beschrijvingen hiervan vindt u in de
betreffende hoofdstukken.
FunctieGebruik
Verwarmingsmethoden
~ "Apparaat bedienen"
op pagina 15
AutoPilot
~ "Gerechten"
op pagina 28
Magnetron
~ "De magnetron"
op pagina 18
CombiSpeed
~ "De magnetron"
op pagina 18
--------
Er zijn verschillende fijn afgestemde
verwarmingsmethoden voor een optimale bereiding van uw gerechten.
Voor veel gerechten zijn de juiste
instelwaarden al geprogrammeerd.
Met de magnetron kunt u de gerechten sneller bereiden, verwarmen of
ontdooien.
Hiermee kunt u naast de magnetron
een verwarmingsmethode inschakelen.
Verwarmingsmethoden
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
VerwarmingsmethodeTemperatuurGebruik
<
10
4D hetelucht30-275 °CVoor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Bij zeer hoge temperaturen wordt de temperatuur na
langere tijd enigszins verlaagd door het apparaat.
Page 11
Het apparaat leren kennen nl
.
Hetelucht Eco30-275 °CVoor het energie-optimaal bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau,
7
Circulatiegrillen30-300 °CVoor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
(
*
Grill, grootGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Grill, kleinGrillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Servies voorverwarmen30-70 °CVoor het opwarmen van servies.
P
Z
Drogen150 °CU dient de binnenruimte na gebruik met de magnetron droog te maken, zodat er
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende bereik veranderen.
zonder voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de energieoptimale warmte van het ronde verwarmingsele-
ment in de achterwand gelijkmatig in de binnenruimte.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator
wervelt de hete lucht rond de gerechten.
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of toast, en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder het grillelement wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of toast en om te gratineren.
Het middelste oppervlak onder het grillelement wordt heet.
geen vocht achterblijft.
Magnetron
Hier vindt u een overzicht van de verschillende
toepassingsgebieden, zodat u altijd het juiste
magnetronvermogen kunt gebruiken.
Magnetronvermogenmaximale tijdsduurGebruik
90 watt1 uur 30 minutenVoor het ontdooien van kwetsbare gerechten.
180 watt1 uur 30 minutenVoor het ontdooien en verder bereiden.
360 watt1 uur 30 minutenVoor het bereiden van vlees en het opwarmen van kwetsbare gerech-
ten.
600 watt1 uur 30 minutenVoor het opwarmen en bereiden van gerechten.
1000 watt30 minutenVoor het verwarmen van vloeistoffen.
--------
CombiSpeed
U kunt veel verwarmingsmethoden combineren met de
magnetron. Het apparaat warmt op en tegelijkertijd
wordt de magnetron ingeschakeld. Zo is uw gerecht
sneller klaar.
Hiervoor zijn magnetronvermogens tussen de 90 en
360 watt geschikt.
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.
Tip op het veld °.De aanwijzing wordt enkele seconden
op het display weergegeven. Bij langere aanwijzingen
bladert u met de bedieningsring tot het einde.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging of als oproep of waarschuwing.
11
Page 12
nl Toebehoren
Functies voor de binnenruimte
Enkele functies voor de binnenruimte vergemakkelijken
het gebruik van uw apparaat. Zo wordt bijv. de
binnenruimte volledig verlicht en een koelventilator
beschermt het apparaat tegen oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Bij het sluiten van de deur
wordt de werking voortgezet.
Aanwijzing: Bij de functie Magnetron moet u de
werking na het sluiten van de deur met de toets start/
stop l voortzetten. Daarvoor kunt u de basisinstelling
wijzigen. ~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in. Blijft de deur langer dan ca.
15 minuten open, dan schakelt de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de
binnenruimteverlichting in zodra de werking wordt
gestart. Wanneer de werking beëindigd is, schakelt de
verlichting uit.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u vastleggen
dat de binnenruimteverlichting bij gebruik niet
inschakelt. ~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
_Toebehoren
Toebehoren
Bij uw apparaat horen verschillende toebehoren. Hier is
krijgt u een overzicht over de meegeleverde toebehoren
en de manier waarop ze worden gebruikt.
Meegeleverde toebehoren
Uw apparaat is voorzien van de volgende toebehoren:
Rooster
Voor servies, gebak- en ovenschalen.
Voor braad- en grillstukken.
Het rooster is geschikt voor gebruik met
de magnetron.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken.
Hij kan ook worden gebruikt om het vet
op te vangen, als u direct op het rooster
--------
Gebruik alleen originele toebehoren. Deze zijn speciaal
op uw apparaat afgestemd.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de servicedienst, in
de vakhandel of via het internet.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden,
kunnen ze vervormen. Dit heeft geen invloed op de
werking. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld.
grilt.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt het
apparaat oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen instellen
hoelang de koelventilator naloopt.
~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Toebehoren inschuiven
De binnenruimte heeft 3 inschuifhoogtes. De
inschuifhoogtes worden van beneden naar boven
geteld.
Bij de inschuifhoogtes 1, 2 en 3 de toebehoren altijd
tussen de beide geleidestangen van een inschuifhoogte
schuiven.
Aanwijzingen
■ Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
■ Schuif de toebehoren altijd volledig in de
binnenruimte, zodat ze de apparaatdeur niet raken.
12
Page 13
Toebehoren nl
Vergrendelingsfunctie
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar
buiten worden getrokken, tot ze inklikken. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren
kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren
dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden
geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De tekst “microwave” moet op de
voorkant staan en de kromming moet naar beneden
¾ wijzen.
D
D
Let er bij het inschuiven van platen op dat de
ontgrendelnok ‚ zich aan de achterkant bevindt en naar
beneden wijst. De schuine kant van de toebehoren ƒ
moet van voren naar de apparaatdeur wijzen.
Voorbeeld in de afbeelding: braadslede
D
D
E
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of via het internet. U vindt een uitgebreid
aanbod voor uw apparaat in onze folders of op internet.
De beschikbaarheid en de mogelijkheid om online te
bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in
uw verkoopdocumenten.
Geef bij aankoop het exacte bestelnummer van de extra
toebehoren op.
Aanwijzing: Niet alle extra toebehoren passen bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop altijd de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
~ "Servicedienst" op pagina 28
Extra toebehorenBestelnummer
Rooster
HEZ634080
Voor servies, gebak en ovenschalen en voor
braad- en grillstukken.
Braadslede
HEZ632070
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten
en grote braadstukken.
Hij kan worden gebruikt om het vet op te vangen,
als u direct op het rooster grilt.
Bakplaat
HEZ631070
Voor plaatgebak en klein gebak.
Inzetrooster
HEZ324000
Voor vlees, gevogelte en vis.
Om in de braadslede te plaatsen en afdruipend
vet en vleessap op te vangen.
Braadslede met antiaanbaklaag
HEZ632010
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten
en grote braadstukken.
Gebak en vlees kunnen gemakkelijker van de
braadslede worden losgemaakt.
Bakplaat met antiaanbaklaag
HEZ631010
Voor plaatgebak en klein gebak.
Het gebak kan gemakkelijker van de bakplaat
worden losgemaakt
Grote braadpan
HEZ633070
Voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de grote braadpan
HEZ633001
De deksel maakt van de grote braadpan een pro-
fessionele pan.
Pizzaplaat
HEZ617000
Voor pizza's en groot, rond gebak.
Grillplaat
HEZ625071
Om te grillen in plaats van op het rooster of als
bescherming tegen spetters.Alleen gebruiken in
de braadslede.
Broodbaksteen
HEZ327000
Voor zelfgemaakt brood en broodjes en pizza's
die een knapperige bodem moeten hebben.
De baksteen moet tot de aanbevolen temperatuur
worden voorverwarmd.
Glazen braadpan (5,1 liter)
HEZ915001
Voor stoofgerechten en ovenschotels.
Bij uitstek geschikt voor de verwarmingsmethode
“Gerechten”.
Glazen schaal
HEZ864000
Voor grote braadstukken, vochtig gebak en oven-
schotels.
Glazen braadslede
HEZ636000
Voor ovenschotels, groentegerechten en gebak.
--------
13
Page 14
nl Voor het eerste gebruik
KVoor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Voordat u uw nieuwe apparaat kunt gebruiken moet u
enkele instellingen uitvoeren: Reinig daarnaast de
binnenruimte en de toebehoren.
Eerste gebruik
Na de stroomaansluiting of een stroomonderbreking
verschijnen op het display de instellingen voor het
eerste gebruik. Het kan enkele seconden duren tot de
melding verschijnt.
Aanwijzing: U kunt deze instellingen op elk moment
weer in de basisinstellingen wijzigen.
~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Taal instellen
Als eerste verschijnt de taal. De taal “Deutsch” is
standaard ingesteld.
1. Met de bedieningsring de gewenste taal instellen.
2. Om te bevestigen op veld s tippen.
De volgende instelling verschijnt.
Tijd instellen
De tijd start bij “12:00 uur”.
Schakel het apparaat na de opgegeven tijdsduur uit
met de toets on/off ÿ.
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, reinigt u de
gladde oppervlakken met zeepsop en een
schoonmaakdoekje.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren grondig met zeepsop en een
schoonmaakdoekje of een zachte borstel.
1. Met de bedieningsring de tijd instellen.
2. Om te bevestigen op het veld s tippen.
Op het display verschijnt een aanwijzing dat het eerste
gebruik is afgesloten De actuele tijd wordt
weergegeven.
Binnenruimte en toebehoren reinigen
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de toebehoren te
reinigen.
Binnenruimte reinigen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de
lege, gesloten binnenruimte op.
Let erop dat zich geen verpakkingsresten, zoals
korreltjes piepschuim, in de binnenruimte bevinden.
Neem voor het opwarmen de gladde oppervlakken in
de binnenruimte af met een zachte, vochtige doek. Zorg
ervoor dat de keuken geventileerd is zolang het
apparaat opwarmt.
Voer de opgegeven instellingen uit. In het volgende
hoofdstuk kunt u lezen hoe u een verwarmingsmethode
en temperatuur instelt. ~ "Apparaat bedienen"
op pagina 15
Instellingen
Verwarmingsmethode
Temperatuur240 °C
Tijdsduur1 uur
14
4D hetelucht <
Page 15
Apparaat bedienen nl
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
U heeft de bedieningselementen en hun werking al
leren kennen. Nu leggen we uit hoe u het apparaat
instelt. U komt te weten wat er bij het in- en
uitschakelen gebeurt en hoe u de functies instelt.
Apparaat in- en uitschakelen
Uw apparaat moet eerst ingeschakeld worden voordat
u iets kunt instellen.
Aanwijzing: Het kinderslot en de kookwekker kunnen
ook worden ingesteld als het apparaat uitgeschakeld is.
Sommige indicaties en aanwijzingen op het display,
bijv. voor de restwarmte in de binnenruimte, blijven ook
zichtbaar wanneer het apparaat uitgeschakeld is.
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet gebruikt.
Wanneer er langere tijd niets is ingesteld, schakelt het
apparaat automatisch uit.
Apparaat inschakelen
Met de toets on/off ÿ schakelt u het apparaat in.
Alle touch-velden lichten rood op. Op het display
verschijnt het Bosch-logo en vervolgens de eerste
verwarmingsmethode van de keuzelijst.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Tip op het veld ! om de verwarmingsmethode te
kiezen.Het symbool is rood verlicht en de eerste
verwarmingsmethode met voorgestelde temperatuur
verschijnt op het display.
Voorbeeld in de afbeelding: Circulatiegrillen 7 bij
195 °C.
1. Met de bedieningsring de verwarmingsmethode
instellen.
&LUFXODWLH
P
&LUFXODWLHJULOOHQ
JULOOHQ
9HUZDUPLQJV
PHWKRGHQ
PV
2. Tip op het veld }.
Op het display staat de temperatuur wit in de focus.
3. Met de bedieningsring de temperatuur instellen.
V
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
welke functie er na het inschakelen moet verschijnen.
~ "Basisinstellingen" op pagina 21
Apparaat uitschakelen
Met de toets on/off ÿ schakelt u het apparaat uit.
Een eventueel lopende functie wordt afgebroken.
Op het display verschijnt de tijd of eventueel de
restwarmte-indicatie.
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen vastleggen
of de tijd wel of niet wordt weergegeven als het
apparaat uitgeschakeld is. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 21
In werking stellen
U moet altijd starten met de toets start/stop l.
Na de start verschijnt op het display naast de
instellingen een tijdsindicatie. Bovendien verschijnen de
ringlijn en de opwarmlijn.
Werking stopzetten
Met de toets start/stop l kunt u de werking ook
onderbreken en weer door laten lopen.
Wanneer u de toets start/stop l ca. 3 seconden lang
indrukt, wordt de werking helemaal afgebroken en
worden alle instellingen teruggezet.
Aanwijzing: Nadat de werking onderbroken of
afgebroken is, kan de koelventilator verder lopen.
_7HNVW
&
7HNVW
7HPSHUDWXXU
PV
4. Starten met de toets start/stop l.
De tijd op het display geeft aan hoelang het
apparaat al in werking is.
_7H[W
P
7H[W
a
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit met de toets on/off ÿ.
Aanwijzing: U kunt op het apparaat ook de tijdsduur en
het einde van de werking instellen. ~ Blz. 16
V
&
VWDUW
VWRS
15
Page 16
nl Tijdfuncties
Wijzigen
Na de start blijft de temperatuur in de focus. Wanneer u
de bedieningsring beweegt, wordt de temperatuur
direct veranderd en overgenomen.
Om de verwarmingstijd te veranderen onderbreekt u
eerst het gebruik met de toets start/stop l en tipt u op
het veld !. De eerste verwarmingsmethode verschijnt
met de bijbehorende voorgestelde
temperatuur.Verander de verwarmingsmethode met de
bedieningsring.
Aanwijzing: Verandert u de verwarmingsmethode, dan
worden ook de andere instellingen teruggezet.
Snel voorverwarmen
Met de functie Snel voorverwarmen kunt de opwarmtijd
verkorten.
Geschikte verwarmingsmethode voor het snel
voorverwarmen is:
■ < 4D hetelucht
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het
gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
Instellen
Let erop dat u een geschikte verwarmingsmethode en
een ingestelde temperatuur van minstens 100 °C. kiest.
Anders kan de functie Snel voorverwarmen niet worden
geactiveerd.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. Tip op het veld F.
Het symbool is rood verlicht. Op het display verschijnt
een aanwijzing ter bevestiging.
Wanneer het snel voorverwarmen is beëindigd, klinkt
een signaal en er verschijnt een aanwijzing op het
display. Het symbool is niet meer verlicht. Plaats het
gerecht in de binnenruimte.
Aanwijzing: De functie Tijdsduur start tegelijk met het
snel voorverwarmen. Stel pas een tijdsduur in wanneer
het snel voorverwarmen beëindigd is.
Afbreken
Om het snel voorverwarmen te beëindigen tipt u
opnieuw op het veld F.Het symbool is niet meer
verlicht.
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties.
TijdfunctieGebruik
qTijdsduurNa afloop van een ingestelde tijdsduur eindigt
de werking automatisch.
rEindeVoer een tijdsduur en een gewenste eindtijd
in. Het apparaat start automatisch, zodat de
werking op het gewenste tijdstip beëindigd is.
tKookwekkerDe kookwekker functioneert als een eierwek-
ker. Hij loopt onafhankelijk van de werking
van het apparaat en andere tijdfuncties.Na
afloop van de ingestelde tijd schakelt het
apparaat niet automatisch in of uit.
U kunt tijdsduur en einde na het instellen van een
functie via het veld s oproepen. De kookwekker heeft
een eigen veld t en kan op elk moment worden
ingesteld.
Na afloop van een tijdsduur of wekkertijd klinkt een
signaal. U kunt het signaal voortijdig beëindigen door
op het veld s te tippen.
Aanwijzing: In de basisinstellingen kunt u instellen
hoelang een signaal klinkt. ~ "Basisinstellingen"
op pagina 21
Tijdsduur instellen
U kunt voor uw gerecht op het apparaat de
bereidingsduur instellen. Zo wordt de bereidingsduur
niet ongewild overschreden en u hoeft andere
werkzaamheden niet te onderbreken om het gebruik te
beëindigen.
Instellen
Afhankelijk van de richting waarin u de bedieningsring
eerst draait, begint de tijdsduur bij een voorgestelde
waarde: links 10 minuten, rechts 30 minuten.
De tijdsduur kan tot een uur in stappen van een minuut
worden ingesteld, daarna in stappen van 5 minuten.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen.
Voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten.
1. De functie en de temperatuur of de stand instellen.
2. Tip voor de start op het veld s.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
3. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
16
_7HNVW
P
9HUZDUPLQJV
7HNVW
PHWKRGHQ
¿
7LMGVGXXU
¿
(LQGH
V
Page 17
Tijdfuncties nl
Na enkele seconden wordt de waarde
overgenomen, of twee keer op veld s tippen. Op
het display staat de tijdsduur onder Functie en
Temperatuur of Stand.
4. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display.
_7H[W
P
7H[W
&
a
V
VWDUW
VWRS
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
U kunt via het veld s opnieuw een tijdsduur instellen of
met de toets start/stop l de werking zonder tijdsduur
voortzetten.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen en afbreken
Om de tijdsduur te veranderen tipt u op het veld s. De
tijdsduur staat wit in de focus en kan met de
bedieningsring worden gewijzigd. Met het veld s de
wijziging overnemen.
Wilt u de tijdsduur afbreken, zet hem dan weer
helemaal terug op nul. Nadat de wijziging is
overgenomen kunt u de werking met de toets start/
stop l zonder tijdsduur voortzetten.
Einde instellen
U kunt het tijdstip waarop de tijdsduur afloopt op een
later tijdstip zetten. U kunt het gerecht bijv. 's morgens
in de binnenruimte plaatsen en zo instellen dat het 's
middags klaar is.
Aanwijzingen
■ Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de
binnenruimte staan en bederven.
■ Stel geen einde meer in wanneer de werking al
gestart is. Het bereidingsresultaat zou dan niet meer
kloppen.
Instellen
Het einde van de tijdsduur kan maximaal 23 uur en 59
minuten worden uitgesteld.
3. Voor de start opnieuw een keer op veld s tippen.
Op het display staat het einde wit in de focus.
4. Met de bedieningsring de eindtijd op een later
tijdstip zetten.
_7HNVW
9HUZDUPLQJV
7HNVW
PHWKRGHQ
7LMGVGXXU
¿
(LQGH
Na enkele seconden wordt de waarde
overgenomen, of opnieuw op veld s tippen. Op het
display staat de eindtijd onder Functie en
Temperatuur of Stand.
5. Starten met de toets start/stop l.
Op het display staat het tijdstip waarop het apparaat
start.
_7HNVW
7HNVW
6WDUW
VWDUW
VWRS
Het apparaat bevindt zich in de wachtstand. Wanneer
het apparaat start, loopt op het display de tijdsduur af.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op. Op het
display staat de tijdsduur 00m 00s.
U kunt via het veld s opnieuw een tijdsduur instellen of
met de toets start/stop l de werking zonder tijdsduur
voortzetten.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen en afbreken
Om de eindtijd te wijzigen onderbreekt u eerst de
werking met de toets start/stop l en tipt u twee keer op
het veld s. De eindtijd staat wit in de focus en kan met
de bedieningsring worden gewijzigd. Met de toets start/
stop l de werking voortzetten.
Wilt u de eindtijd wissen, zet de eindtijd dan weer
helemaal terug. Met de toets start/stop l kunt u de
ingestelde tijdsduur direct starten.
Voorbeeld in de afbeelding: de ingestelde tijdsduur is
45 minuten en het gerecht moet om 12:00 uur klaar
zijn.
1. De functie en de temperatuur of de stand instellen.
2. Tijdsduur instellen.
Aanwijzing: De eindtijd kan alleen worden gewijzigd
zolang de tijdsduur nog niet afloopt. Het
bereidingsresultaat zou dan niet meer kloppen.
17
Page 18
nl De magnetron
Kookwekker instellen
De wekker loopt parallel met de andere instellingen.U
kunt hem op elk moment instellen, ook wanneer het
apparaat uitgeschakeld is. Hij heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
Instellen
De wekkertijd begint altijd bij nul minuten.
Hoe hoger de waarde, des te groter worden de
tijdstappen bij het instellen.
U kunt maximaal 24 uur instellen.
1. Tip op het veld t.
Het symbool is rood verlicht. Op het display staat de
wekkertijd wit in de focus.
2. Met de bedieningsring de wekkertijd instellen.
3. Met veld t starten.
Aanwijzing: Na enkele seconden start de wekker
ook automatisch.
De wekkertijd loopt af.
De wekker blijft zichtbaar op het display wanneer het
apparaat uitgeschakeld is: Wanneer het apparaat in
werking is, staan de instellingen van de actieve functie
op de voorgrond. Wanneer u op het veld t tipt, wordt
de wekkertijd enkele seconden weergegeven.
Wanneer de wekkertijd beëindigd is, klinkt er een
signaal en verschijnt er een aanwijzing op het display.
Het symbool is niet meer verlicht.
Tip: Geldt de ingestelde wekkertijd voor de looptijd van
het apparaat, gebruik dan de tijdsduur. De tijd is
zichtbaar op de voorgrond en het apparaat gaat
automatisch uit.
Wijzigen en afbreken
Om de wekkertijd te veranderen tipt u op het veld t. De
wekkertijd staat wit in de focus en kan met de
bedieningsring worden veranderd.
Wilt u de wekkertijd afbreken, zet de wekkertijd dan
weer helemaal op terug. Als de verandering is
overgenomen is het symbool niet meer verlicht.
^De magnetron
De magnetron
Met de magnetron kunt u de gerechten bijzonder snel
bereiden, verwarmen of ontdooien. U kunt de
magnetron alleen, of in combinatie met een andere
verwarmingsmethode gebruiken.
Om de magnetron optimaal te kunnen gebruiken, dient
u de aanwijzingen voor de vormen in acht te nemen. Zie
ook de opgaven in de toepassingstabellen aan het
einde van de gebruiksaanwijzing.
Vormen
Niet alle vormen zijn geschikt voor de magnetron.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
magnetron. Dan worden de gerechten verwarmd en
raakt het apparaat niet beschadigd.
Geschikte vormen
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas,
glaskeramiek, porselein, keramiek of
temperatuurbestendige kunststof. Deze materialen laten
microgolven door.
U kunt ook servies gebruiken. Zo hoeft u de gerechten
niet over te brengen. Gebruik alleen servies met goudof zilverdecor wanneer de fabrikant garandeert dat het
geschikt is voor de magnetron.
Ongeschikte vormen
Metalen servies is niet geschikt. Metaal laat geen
microgolven door. In gesloten metalen vormen blijven
de gerechten koud.
Attentie!
Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals een
lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van de
deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Vormtest
Schakel de magnetron nooit in als er geen gerecht in
staat. De enige uitzondering hierop is de korte vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor
de magnetron, doet u deze test:
18
1. Plaats de lege vorm ½ - 1 minuut bij maximaal
vermogen in het apparaat.
2. Controleer tussentijds de temperatuur van de vorm.
De vorm moet koud of handwarm blijven.
Wordt hij heet of ontstaan er vonken, dan is hij niet
geschikt.
Breek de test af.
Page 19
De magnetron nl
Magnetronvermogen
U kunt verschillende magnetronvermogens gebruiken,
geschikt voor uiteenlopende soorten gerechten en
manieren van bereiden.
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijdsduur
nodig. U kunt de voorgestelde tijdsduur overnemen of
in het betreffende bereik veranderen.
Vermogen
90 Wvoor het ontdooien van kwetsbare
Gebruikmaximale tijds-
duur
1 uur 30 min.
gerechten
180 Wvoor het ontdooien en verder berei-
1 uur 30 min.
den
360 Wvoor het bereiden van vlees en het
1 uur 30 min.
opwarmen van kwetsbare gerechten
600 Wvoor het opwarmen en bereiden van
1 uur 30 min.
gerechten
1000 Wvoor het verwarmen van vloeistoffen30 min.
Magnetron instellen
Lees voordat u de magnetron instelt de aanwijzingen
over de juiste vormen.
1. Tip op het veld Ý.
Op het display staat het magnetronvermogen wit in
de focus.
2. Met de bedieningsring het magnetronvermogen
instellen.
3. Tip op het veld s.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
4. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
5. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display. Bij de
magnetron verschijnt de opwarmlijn niet.
Het apparaat start.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een signaal.
De actuele functie van het apparaat wordt beëindigd.Op
het display staat de tijdsduur 00m 00s.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit met de toets on/off ÿ.
CombiSpeed instellen
U kunt een verwarmingsmethode ook gebruiken in
combinatie met de magnetron.
Mogelijke combinaties zijn:
■ 90 watt + 4D hetelucht
■ 90 watt + circulatiegrill
■ 180 watt + circulatiegrill
■ 360 Watt + circulatiegrill
Lees voordat u CombiSpeed instelt de informatie over
de juiste vormen.
1. Tip op het veld Þ.
Op het display staat de combinatie wit in de focus.
2. Met de bedieningsring de gewenste combinatie
instellen.
3. Tip op het veld }.
Op het display staat de temperatuur wit in de focus.
4. Met de bedieningsring de temperatuur instellen.
5. Tip op het veld s.
Op het display staat de tijdsduur wit in de focus.
6. Met de bedieningsring de tijdsduur instellen.
7. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display.
Het apparaat start.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.De actuele functie van het apparaat wordt
beëindigd. Op het display staat de tijdsduur 00m 00s.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
met de toets on/off ÿ uit.
Wijzigen en afbreken
Na de start blijft de temperatuur in de focus. Wanneer u
de bedieningsring beweegt, wordt de temperatuur of de
stand veranderd en overgenomen.
Om de tijdsduur te veranderen op het tekstveld
“Tijdsduur” tippen en de wijziging doorvoeren met de
bedieningsring. De wijziging wordt direct overgenomen.
Om de verwarmingstijd of het magnetronvermogen te
veranderen dient u de werking eerst met de toets start/
stop l te onderbreken. Op het tekstveld met de
verwarmingsmethode of het gewenste
magnetronvermogen tippen en de wijziging doorvoeren.
Wijzigen en afbreken
Na de start blijft de tijdsduur in de focus.Wanneer u de
bedieningsring beweegt, wordt de tijdsduur direct
veranderd en overgenomen.
Om het magnetronvermogen te veranderen de werking
met de toets start/stop l onderbreken en het
magnetronvermogen wijzigen met de bedieningsring.
Met de toets start/stop l de werking voortzetten. De
tijdsduur blijft behouden.
Wanneer u de magnetron wilt afbreken, de werking met
de toets start/stop l onderbreken en een andere
functie kiezen.
Aanwijzing: Verandert u de verwarmingsmethode of
het magnetronvermogen, dan worden ook de andere
instellingen teruggezet.
Wilt u CombiSpeed afbreken, onderbreek de werking
dan met de toets start/stop l en kies een andere
functie.
19
Page 20
nl Kinderslot
Drogen
U dient de binnenruimte na afloop van het programma
droog te maken, zodat er geen vocht achterblijft.
Drogen starten
Tijdens het drogen wordt de binnenruimte verwarmd,
zodat er vocht in de binnenruimte verdampt. Open
vervolgens de apparaatdeur, zodat de waterdamp uit
de binnenruimte verdwijnt.
1. Apparaat laten afkoelen.
2. Grove verontreiniging in de binnenruimte direct
verwijderen en vocht van de bodem afnemen.
3. Het apparaat zo nodig met de toets on/off #
inschakelen.
4. Tip op het veld !.
Op het display verschijnt de eerste
verwarmingsmethode.
5. Met de bedieningsring de verwarmingsmethode
Drogen Z instellen.
Aanwijzing: De temperatuur en tijdsduur staan vast
en kunnen niet veranderd worden.
6. Starten met de toets start/stop l.
Het drogen wordt gestart en na 10 minuten
automatisch beëindigd.
7. Apparaatdeur openen en 1 tot 2 minuten open laten,
zodat het vocht uit de binnenruimte kan ontsnappen.
AKinderslot
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen het apparaat per
ongeluk inschakelen of instellingen wijzigen, is het
voorzien van een kinderslot.
Het bedieningsveld wordt geblokkeerd en er kan niets
worden ingesteld. Het apparaat kan alleen met de toets
on/off ÿ worden uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
U kunt het kinderslot activeren of deactiveren terwijl het
apparaat uitgeschakeld is.
Druk ca. 4 seconden lang op het veld D.
Op het display verschijnt een aanwijzing ter bevestiging.
Wanneer het apparaat ingeschakeld is, is het veld D
rood verlicht. Is het apparaat uitgeschakeld, dan is het
veld D niet verlicht.
De binnenruimte handmatig schoonmaken
1. Het apparaat af laten koelen.
2. Vervuiling uit de binnenruimte verwijderen.
3. Binnenruimte drogen met een zachte doek.
4. Apparaatdeur 1 uur open laten, zodat de
binnenruimte helemaal droog wordt.
20
Page 21
Basisinstellingen nl
QBasisinstellingen
Basisinstellingen
Er zijn verschillende instellingen beschikbaar om uw
apparaat optimaal en eenvoudig te kunnen bedienen. U
kunt nu deze instellingen naar wens wijzigen:
Basisinstellingen wijzigen
Het apparaat moet uitgeschakeld zijn.
1. Het veld ° ca. 3 seconden lang indrukken.
Op het display verschijnen aanwijzingen over de
afloop.
2. De aanwijzingen met het veld s bevestigen.
Op het display verschijnt de eerse instelling
“Sprache”.
3. De instelling naar wens met de bedieningsring
wijzigen.
4. Tip op het veld s.
De volgende instelling verschijnt op het display en
kan met de bedieningsring worden gewijzigd.
5. Met het veld s alle instellingen doorlopen en naar
wens wijzigen met de bedieningsring.
6. Tot slot ter bevestiging het veld ° ca. 3 seconden
lang indrukken.
Op het display verschijnt een melding dat de
instellingen zijn opgeslagen.
Afbreken
Wilt u de wijzigingen niet opslaan, dan kunt u de
bewerking met de toets on/off ÿ afbreken. Er verschijnt
een melding op het display dat de eerste instellingen
niet opgeslagen zijn.
Werking na inschakelenVerwarmingsmethoden*
Magnetron
CombiSpeed
AutoPilot
NachtverduisteringUitgeschakeld*
Ingeschakeld
MerklogoIndicaties*
Niet weergeven.
Ventilator-nalooptijdAanbevolen*
Minimaal
SabbatinstellingIngeschakeld
Uitgeschakeld*
FabrieksinstellingenTerugzetten
Niet terugzetten*
* Fabrieksinstelling (afhankelijk van het apparaattype kunnen de fa-
brieksinstellingen afwijken)
--------
Aanwijzing: Wijzigingen aan de instellingen van de taal,
het toetssignaal en de display-helderheid hebben direct
effect. Alle andere gaan pas in nadat de instellingen zijn
opgeslagen.
Stroomuitval
De door u gewijzigde instellingen blijven ook na een
stroomuitval behouden.
Alleen de instellingen voor het eerste gebruik moet u bij
een langere stroomonderbreking opnieuw uitvoeren.
Het apparaat kan een korte stroomonderbreking
overbruggen.
Lijst met basisinstellingen
Afhankelijk van de uitvoering van uw apparaat zijn niet
alle basisinstellingen beschikbaar.
Bij deur sluiten
(Alleen voor de functie Magnetron)
Tijd wijzigen
Wilt u de tijd aanpassen, bijv. veranderen van zomer- in
wintertijd, wijzig dan de basisinstelling.
Het apparaat moet uitgeschakeld zijn.
1. Het veld ° ca. 3 seconden lang indrukken.
Op het display verschijnen aanwijzingen over de
afloop.
2. De aanwijzingen met het veld s bevestigen.
Op het display verschijnt de eerste instelling
“Sprache”.
3. Tip op het veld s.
De instelling voor de tijd verschijnt.
4. Met de bedieningsring de tijd wijzigen.
5. Ter bevestiging het veld ° ca. 3 seconden lang
indrukken.
Op het display verschijnt een melding dat de
instellingen zijn opgeslagen.
21
Page 22
nl Schoonmaakmiddelen
DSchoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen we uit hoe u het apparaat
goed onderhoudt en schoonmaakt.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabellen om te voorkomen dat
de verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Afhankelijk
van het apparaattype zijn bij uw apparaat niet alle
voorzieningen beschikbaar.
Attentie!
Oppervlakteschade
Gebruik geen
■ scherpe of schurende schoonmaakmiddelen,
■ sterk alcoholhoudende schoonmaakmiddelen,
■ harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■ hogedrukreiniger of stoomreiniger of
■ speciale schoonmaakmiddelen voor de
warmtereiniging.
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
Tip: Bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en
verzorgingsmiddelen kunt u kopen bij de servicedienst.
Houd u aan de betreffende aanwijzingen van de
fabrikant.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de
binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
BereikSchoonmaken
Buitenzijde apparaat
Voorzijde van
roestvrij staal
KnststofWarm zeepsop:
Gelakte oppervlakken
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk
verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie
ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun
opbrengen met een zachte doek.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de
deur
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Geen schraper of schuursponsjes van roestvrij
staal gebruiken.
DeurgreepWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Als er ontkalkingsmiddel op de deurgreep komt,
direct afnemen. Anders ontstaan er mogelijk vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden.
Binnenzijde apparaat
Emaillen vlakken Warm zeepsop of water met azijn:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Ingebrande voedselresten met een vochtige doek
en zeepsop losweken. Bij sterke vervuiling een
schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger
gebruiken.
De binnenruimte na het schoonmaken open laten
om te drogen.
Glazen kapje van
de binnenruimte-
verlichting
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een
zachte doek nadrogen.
Bij sterke vervuiling ovenspray gebruiken.
Deurdichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Deurafscherming
van roestvrij staal
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal:
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
Deurafscherming afnemen om hem schoon te
maken.
Ramen van roest-
vrij staal aan de
binnenkant van
de deur
Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal:
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Verkleuringen kunnen hier niet mee worden verwijderd.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal
gebruiken.
RekjesWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaakdoekje of borstel.
UittreksysteemWarm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails.
U kunt ze het beste reinigen wanneer ze ingeschoven zijn. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
ToebehorenWarm zeepsop:
Laten weken en reinigen met een schoonmaakdoekje of borstel.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal gebruiken.
--------
22
Page 23
Rekjes nl
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het
apparaat ontstaan door gebruik van verschillende
materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
■ Donkere plekken bij de ruiten van de deur, lijkend op
vegen, zijn lichtreflexen van de verlichting van de
binnenuimte.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge
temperaturen.Hierdoor kunnen er kleine
kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de werking.
De smalle randen van de bakplaten kunnen niet
volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom
ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij
intact.
Apparaat schoon houden
Om te voorkomen dat er hardnekkig vuil ontstaat, dient
u het apparaat altijd schoon te houden en vuil direct te
verwijderen.
Tips
■ De binnenruimte na gebruik altijd schoonmaken. Zo
kan er geen vuil inbranden.
■ Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk.
■ Voor het bereiden van zeer vochtig gebak de
braadslede gebruiken.
■ Gebruik geschikt gerei om te braden, bijv. een
braadpan.
pRekjes
Rekjes
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de rekjes kunt
verwijderen en schoonmaken.
Rekjes verwijderen en bevestigen
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De rekjes worden heel heet. Nooit de hete rekjes
aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Rekjes verwijderen
1. Rekje aan de voorkant naar boven drukken (Afb. !)
2. en losmaken (Afb. ").
21
3. Vervolgens het hele rekje naar buiten draaien ‚ en
aan de achterkant losmaken ƒ(Afb. #).
E
D
D
Maak de rekjes schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een
borstel.
23
Page 24
nl Rekjes
Houders inbrengen
Wanneer bij het verwijderen van de rekjes de houders
gevallen zijn, moeten ze weer op de juiste manier
worden aangebracht.
1. De houders zijn aan de voor- en achterkant
verschillend (Afb. !).
2. De houder van voren met de haak naar boven in het
ronde gat steken ‚, een beetje schuin zetten, onder
inbrengen en recht zetten ƒ (Afb. ").
1
3. De houder van achteren met de haak in het
bovenste gat ophangen ‚ en in de onderste opening
drukken ƒ (Afb. #).
2
D
E
1. Rekje aan de achterkant schuin zetten en boven en
beneden in de geleiding leggen ‚ (Afb. !).
2. Rekje naar voren trekken (Afb. ").
1
3. Hierna naar voren klappen en inbrengen (Afb. #)
4. en naar beneden drukken (Afb. $).
2
D
D
D
E
Rekjes ophangen
Let er bij het ophangen op dat de schuine kant zich
boven aan het rekje bevindt.
De rekjes passen links en rechts.
24
Page 25
Apparaatdeur nl
qApparaatdeur
Apparaatdeur
Wanneer uw apparaat goed wordt onderhouden en
schoongemaakt blijft het er lang mooi uitzien en goed
functioneren. Hier leggen wij u uit hoe u de
apparaatdeur kunt verwijderen en schoonmaken.
Deurafscherming afnemen
De roestvrijstalen inlegger in de deurafscherming kan
verkleuren. Om de deur grondig schoon te maken kunt
u de afscherming verwijderen.
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
Apparaatdeur voorzichtig sluiten
1
2
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten
van de apparaatdeur afnemen.
Van het apparaat verwijderen
1. Apparaatdeur een beetje openen.
2. Links en rechts op de afscherming drukken (Afb. !).
3. Afscherming afnemen (Afb. ").
1
4. De schroeven links en rechts van de apparaatdeur
losdraaien en verwijderen (Afb. #).
5. Klem er voordat u de deur weer sluit een
samengevouwen vaatdoek tussen (Afb. $).
De ruit aan de voorkant er naar boven uittrekken en
met de deurgreep naar beneden op een egaal
oppervlak leggen.
2
Aanwijzing: De roestvrijstalen inlegger in de
afscherming schoonmaken met een middel voor
roestvrij staal. De rest van de deurafscherming
schoonmaken met warm zeepsop en een zachte
doek.
4. Apparaatdeur weer een beetje openen De
afscherming plaatsen en aandrukken tot hij hoorbaar
vergrendelt (Afb. #).
5. Apparaatdeur sluiten.
6. De beide houders van de middelste ruit naar boven
drukken, niet afnemen (Afb. %). Houd de ruit met
één hand vast. De ruit uitnemen.
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
:Waarschuwing – Ernstig gezondheidsrisico!
Door het opendraaien van de schroeven is de veiligheid
van uw apparaat niet meer gewaarborgd. Er kan
energie van de microgolven naar buiten komen. De
schroeven nooit opendraaien.
25
Page 26
nl Apparaatdeur
De vier zwarte schroeven niet losschroeven (Afb.
&).
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze klem
komen te zitten. Kom niet met uw handen bij de
scharnieren.
Inbrengen in het apparaat
Let er bij het inbrengen van de middelste ruit op dat de
pijl zich rechtsboven op de ruit bevindt en overeenstemt
met de pijl op de plaat.
5. Tegen de onderkant van de voorste ruit drukken tot
hij hoorbaar vergrendelt (Afb. %).
6. Apparaatdeur weer een beetje openen en vaatdoek
verwijderen.
7. De beide schroeven links en rechts weer
vastdraaien.
8. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij
hoorbaar vergrendelt (Afb. &).
9. Apparaatdeur sluiten.
Attentie!
Gebruik de binnenruimte pas weer wanneer de ruiten
naar behoren zijn ingezet.
1. Middelste ruit onder in de houder inbrengen (Afb. !)
en aan de bovenkant aandrukken.
2. Beide houders naar beneden drukken (Afb. ").
1
3. Voorste ruit onder in de houders leiden (Afb. #).
4. Voorste ruit sluiten tot de beide bovenste haken zich
2
tegenover de opening bevinden (Afb. $).
26
Page 27
Wat te doen bij storingen? nl
3Wat te doen bij storingen?
Storingen zelf verhelpen
Technische storingen aan het apparaat kunt u vaak
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een
kleinigheid. Probeer voordat u contact opneemt met de
servicedienst de storing zelf op te lossen met behulp
van de tabel.
StoringMogelijke oorzaakOplossing / aanwijzing
Apparaat werkt nietZekering defectControleer de zekering in de meterkast.
StroomuitvalControleer of het keukenlicht of andere keukenapparaten functioneren.
Op het display staat “Sprache Deutsch”.
Als het apparaat uitgeschakeld is, verschijnt de actuele tijd niet.
Apparaat warmt niet op, op het display is het symbool m niet meer verlicht.
De bedieningsring is uit het lager op
het bedieningspaneel gevallen.
De bedieningsring kan niet gemakkelijk meer worden gedraaid.
--------
StroomuitvalStel de taal en de tijd opnieuw in.
Basisinstelling gewijzigd.Wijzig de basisinstelling van de tijdsindicatie
De demonstratiemodus is
geactiveerd in de basisinstellingen.
De bedieningsring is per
ongeluk ontgrendeld.
Er zit vuil onder de bedieningsring.
heel gemakkelijk zelf verhelpen.
Lukt een gerecht niet optimaal, dan vindt u aan het
einde van de gebruiksaanwijzing vele tips en
aanwijzingen voor de bereiding. ~ "Voor u in onze
kookstudio uitgetest." op pagina 29
Ontkoppel het apparaat even van het net (zekering in de meterkast uitschakelen) en deactiveer de demonstratiemodus vervolgens binnen 3 minuten in de
basisinstellingen.
De bedieningsring is afneembaar. Leg de bedieningsring eenvoudig weer in
het lager op het bedieningspaneel en druk hem erin, zodat hij vergrendelt en
weer normaal kan worden gedraaid.
De bedieningsring is afneembaar. Om hem te ontgrendelen trekt u hem eenvoudig uit het lager. Of u drukt op de buitenste rand van de ring, zodat hij kantelt en gemakkelijk kan worden opgepakt.
De bedieningsring en het lager op het apparaat voorzichtig reinigen met
zeepsop en een schoonmaakdoekje. Met een zachte doek nadrogen. Gebruik
hiervoor geen scherpe of schurende middelen. Niet laten weken of in de vaatwasmachine doen.
Neem de bedieningsring niet te vaak af, zodat het lager stabiel blijft.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en
de vervanging van beschadigde aansluitleidingen
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die
zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact
of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact
opnemen met de klantenservice.
Foutmeldingen op het display
Verschijnt er op het display een foutmelding met “D” of
“E”, bijv. D0111 of E0111, schakel het apparaat dan
met de toets on/off ÿ uit en weer in.
Betreft het een eenmalige storing, dan verdwijnt de
indicatie. Verschijnt de foutmelding opnieuw, neem dan
contact op met de servicedienst en geef hierbij exact
aan wat de foutmelding is.
Maximale gebruiksduur
Heeft u de instellingen van uw apparaat meerdere uren
niet gewijzigd, dan wordt het opwarmen automatisch
stopgezet. Zo wordt voorkomen dat het apparaat
ongewild blijft werken.
Het tijdstip waarop de maximale gebruiksduur wordt
bereikt, is afhankelijk van de functie-instellingen.
Maximale gebruiksduur bereikt
Op het display verschijnt een melding dat de maximale
gebruiksduur is bereikt.
Om de werking voort te zetten tipt u op een willekeurig
veld of draait u aan de bedieningsring.
Wanneer u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan
met de toets on/off ÿ uit.
Tip: Om te voorkomen dat het apparaat niet ongewenst
uitschakelt, bijv. bij zeer lange bereidingstijden, kunt u
een tijdsduur instellen. Het apparaat warmt op totdat de
ingestelde tijdsduur is afgelopen.
Lampen van de binnenruimte
Voor de verlichting van de binnenruimte beschikt uw
apparaat over een of meerdere duurzame LED-lampen.
Mocht een LED-lamp of het glazen kapje toch eens
defect zijn, neem dan contact op met de servicedienst.
Het kapje van de lamp mag niet verwijderd worden.
27
Page 28
nl Servicedienst
4Servicedienst
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef aan de servicedienst altijd het volledige
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst
kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u
aan de rechterkant, wanneer u de apparaatdeur opent.
=1U)'(1U
7\SH
Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de
servicedienst nodig heeft, kunt u hier direct de
gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van
de servicedienst invullen.
E-nr.FD-nr.
Servicedienst O
Houd er rekening mee dat een bezoek van
medewerkers van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4010
B070 222 141
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent
u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd
door ervaren technici die gebruikmaken van de
originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
PGerechten
Gerechten
Met de functie “AutoPilot” kunt u de meest
uiteenlopende gerechten bereiden. Het apparaat kiest
de meeste instellingen zelfstandig voor u.
Aanwijzingen voor de programma's
■ Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
van de levensmiddelen en de aard van de vormen.
Gebruik voor een optimaal bereidingsresultaat alleen
ongeschonden levensmiddelen en vlees op
koelkasttemperatuur.
■ Het apparaat kiest de optimale
verwarmingsmethode en de tijd en
temperatuurinstelling voor u. U hoeft alleen het
gewicht in te voeren. Gewichten kunnen niet buiten
het daarvoor bestemde bereik worden ingesteld.
■ Bij vleesgerechten waarbij het apparaat de
temperatuurkeuze voor u regelt, kunnen
temperaturen tot 300 °C worden bereikt. Let er
daarom op dat u vormen gebruikt die voldoende
hittebestendig zijn.
■ U krijgt bijv. aanwijzingen over vormen, de
inschuifhoogte of het toevoegen van vloeistof aan
vlees. Vele gerechten moeten tijdens de bereiding
worden gekeerd of omgeroerd.Dit wordt kort na de
start weergegeven op het display. U wordt hier op
het juiste moment door een signaal aan herinnerd.
■ Aan het einde van de gebruiksaanwijzing vindt u
aanwijzingen voor geschikte vormen en tips en trucs
voor de bereiding.
Magnetron
Het apparaat biedt u voor de magnetron programma's
aan waarmee u uw gerechten eenvoudig en snel kunt
klaarmaken. Door de magnetron wordt de
bereidingsduur aanzienlijk korter, bijna gehalveerd. Het
apparaat geeft aan om vormen te gebruiken die
geschikt zijn voor de magnetron. In het hoofdstuk
Magnetron vindt u aanwijzingen voor geschikte vormen.
~ "De magnetron" op pagina 18
Gerecht instellen met AutoPilot
Loop met de bedieningsring alle gerechten door om te
zien welke gerechten u met AutoPilot kunt gebruiken.
Voordat u de gerechten in de binnenruimte plaatst,
dient u ze te wegen om het juiste gewicht te kunnen
instellen.
De tijdsduur wordt berekend aan de hand van het
gerecht en het gewicht en kan niet worden veranderd.
28
1. Tip op het veld %.
Op het display staat het eerste gerecht wit in de
focus.
2. Met de bedieningsring het gewenste gerecht
instellen.
3. Tip op het veld a.
Op het display staat het gewicht wit in de focus.
Page 29
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
4. Met de bedieningsring het gewicht van het gerecht
instellen.
De bijbehorende tijdsduur wordt automatisch
berekend.
5. Met de toets start/stop l bevestigen.
Er verschijnt een aanwijzing voor toebehoren en
inschuifhoogte.
6. Starten met de toets start/stop l.
De tijdsduur loopt af op het display. De opwarmlijn
verschijnt niet bij de gerechten.
Het apparaat begint op te warmen.
Wanneer de tijdsduur beëindigd is, klinkt er een
signaal.Het apparaat warmt niet meer op.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u het apparaat
uit met de toets on/off ÿ.
Nagaren
Nadat de tijdsduur afgelopen is, kunt u indien u nog niet
tevreden bent met het bereidingsresultaat bij enkele
gerechten nagaren.
Op het display verschijnt de vraag of u wilt nagaren.
Wilt u nagaren, tip dan op de toets start/stop l. Er
wordt een tijdsduur voorgesteld die u kunt veranderen.
Starten met de toets start/stop l.
Aanwijzing: U kunt zo vaak nagaren als u wilt.
Bent u tevreden met het resultaat, tip dan op het
veld %.
Schakel het apparaat met de toets on/off ÿ uit.
De eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij enkele gerechten kunt u de eindtijd op een later
tijdstip zetten. Voor de start op het veld s tippen en
met de bedieningsring de eindtijd uitstellen.
Na de start gaat het apparaat in de wachtstand.De
eindtijd kan niet meer worden gewijzigd.
Wijzigen en afbreken
Na de start kunnen de instellingen niet meer worden
gewijzigd.
Wilt u het proces afbreken, schakel het apparaat dan
met de toets on/off ÿ uit.Met de toets start/stop l kunt
u de werking niet meer stopzetten.
JVoor u in onze kookstudio
uitgetest.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
U vindt hier een keur aan gerechten en de daarbij
behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest
geschikt zijn voor uw gerecht. U krijgt informatie over de
juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven
dienen te worden. U krijgt tips over vormen en de
bereiding.
Aanwijzing: Bij het bereiden van levensmiddelen kan
veel waterdamp in de binnenruimte ontstaan.
Uw apparaat is heel energie-efficiënt en geeft tijdens de
werking slechts weinig warmte naar buiten af. Op grond
van de hoge temperatuurverschillen tussen de
binnenruimte en de buitenste delen van het apparaat
kan er condenswater op de deur, het bedieningspaneel
of nabijgelegen meubelfronten neerslaan. Dit is een
normaal natuurkundig verschijnsel. Door
voorverwarmen of de deur voorzichtig te openen, kan
het condensaat worden gereduceerd.
Vormen van silicone
Voor een optimaal kookresultaat raden wij u aan
donkere bakvormen van metaal te gebruiken.
Wanneer u niettemin vormen van silicone wilt
gebruiken, raadpleeg dan de informatie en de recepten
van de fabrikant. Vormen van silicone zijn vaak kleiner
dan normale vormen. De hoeveelheid- en
receptgegevens kunnen afwijken.
Gebak en klein gebak
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van gebak en klein gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken in combinatie met microgolven
Wanneer u in combinatie met microgolven bakt, kunt u
de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 18
In de combistand kunt u doorgaans normale
bakvormen van metaal gebruiken. Als tussen bakvorm
en rooster vonken optreden, controleert u of de
buitenzijde van de vorm schoon is. Verander de positie
van de vorm op het rooster. Als dat niet helpt, bakt u
zonder microgolven verder. De bakduur zal daardoor
toenemen.
29
Page 30
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Als u vormen van kunststof, keramiek of glas gebruikt,
kunt u de baktijden uit de insteltabellen verkorten. Het
gebak bruint dan minder sterk aan de onderkant.
Bakken in combinatie met microgolven is slechts op
één niveau mogelijk.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik bij vochtig gebak de braadslede, zodat bij
overlopend vocht de binnenruimte niet vuil wordt.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor divers gebak en klein gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorgebakken zijn.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit
staat in de tabel aangegeven.
Indien u volgens eigen recept wilt bakken dan oriënteert
u zich aan soortgelijk gebak in de tabel. Bijkomende
informatie vindt u onder "Tips voor gebak en klein
gebak" na de insteltabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ < 4D hetelucht
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur in °C
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Gebak in vormen
Cake, eenvoudigKrans/rechthoekige vorm1<140-160-55-70
Cake, eenvoudigKrans/rechthoekige vorm1<160-1809030-40
Vruchtentaart van roerdeeg, fijnTulbandvorm1<150-170-45-60
Vruchtentaart van roerdeeg, fijnTulbandvorm1<170-1909035-45
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm1<140-160-20-40
Vruchten- of kwarktaart met bodem
Springvorm Ø 26 cm1<160-170-65-85
van zandtaartdeeg
Vruchten- of kwarktaart met bodem
* voorverwarmen
** 5 min. voorverwarmen, niet de snelverwarmingsfunctie gebruiken
31
Page 32
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Tips voor gebak en klein gebak
U wilt vaststellen, of het gebak doorgebakken is.
Steek met een houten prikker op de hoogste plaats in het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker
zit, is het gebak klaar.
Het gebak zakt in.Gebruik de volgende keer minder vloeistof. Of stel de temperatuur 10 °C lager in en verleng de baktijd. Let op
de aangegeven ingrediënten en bereidingsaanwijzingen in het recept.
Het gebak is in het midden hoog gere-
Vet alleen de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
zen en lager bij de randen.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer de braadslede.
Klein gebak plakt bij het bakken aan
elkaar.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2cm te zijn. Zo is er voldoende plaats om het gebak goed
te laten rijzen en helemaal bruin te laten worden.
Het gebak is te droog.Stel de temperatuur 10 °C hoger in en verkort de baktijd.
Het gebak is over het geheel te licht.Zijn de inschuifhoogte en de toebehoren juist, verhoog dan evt. de temperatuur of houd een langere baktijd
aan.
Het gebak is aan de bovenkant te
Plaats het gebak de volgende keer één niveau hoger.
licht, maar onder te donker.
Het gebak is aan de bovenkant te
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Kies een lagere temperatuur en verleng de baktijd.
donker, maar onder te licht.
Het gebak wordt te donker aan de
Zet de bakvorm niet direct tegen de achterwand maar midden op de toebehoren.
achterkant.
Het gebak is over het geheel te don-
Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verleng evt. de baktijd.
ker.
Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
Kies een wat lagere temperatuur.
Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het
goed past.
Let erop dat de bakvorm niet direct voor de openingen in de achterwand van de binnenruimte staat.
Bij het bakken van klein gebak moet u indien mogelijk gelijke groottes en diktes aanhouden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het
Kies voor het bakken op meerdere niveaus altijd 4D-hetelucht. Bakplaten of vormen die gelijktijdig in de oven
worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
gebak donkerder dan op de onderste.
Het gebak ziet er goed uit, maar is binnen niet goed doorgebakken.
Bak iets langer bij een wat lagere temperatuur en voeg evt. minder vloeistof toe. Bij gebak met een vochtige
bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag
erop.
Het gebak laat niet los wanneer u het
uit de vorm wilt storten.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de
rand voorzichtig los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte,
koude doek. Vet de vorm de volgende keer in en bestrooi hem met paneermeel.
Brood en broodjes
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bakken van brood en broodjes. In de insteltabellen
vindt u optimale instellingen voor vele gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bakken op één niveau
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
32
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Page 33
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse broden en broodjes de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de
kwaliteit van het deeg. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit
staat in de tabel aangegeven. Sommige gerechten
lukken het best wanneer ze in meerdere stappen
worden gebakken. Deze zijn in de tabel aangegeven.
De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel voor
deeg op de bakplaat als voor deeg in een rechthoekige
vorm.
Indien u volgens eigen recept wilt bakken dan oriënteert
u zich aan soortgelijk gebak in de tabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Attentie!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten of vormen
met water op de bodem van de oven plaatsen. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ < 4D hetelucht
■ 7 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ * Grill, klein
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het brood of de
broodjes zouden alleen van buiten gaar, maar van
binnen niet goed doorgebakken zijn.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
of verspringend boven elkaar in de binnenruimte.
het bakken pizza, quiche en hartig gebak. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Neem ook de aanwijzingen in de paragraaf over het
rijzen van het deeg in acht.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bakken in combinatie met microgolven
Wanneer u in combinatie met microgolven bakt, kunt u
de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
In de combistand kunt u doorgaans normale
bakvormen van metaal gebruiken. Als tussen bakvorm
en rooster vonken optreden, controleert u of de
buitenzijde van de vorm schoon is. Verander de positie
van de vorm op het rooster. Als dat niet helpt, bakt u
zonder microgolven verder. De bakduur zal daardoor
toenemen.
Als u vormen van kunststof, keramiek of glas gebruikt,
kunt u de baktijden uit de insteltabellen verkorten. Het
hartige gebak bruint dan minder sterk aan de
onderkant.
Bakken in combinatie met microgolven is slechts op
één niveau mogelijk.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Gebruik de braadslede bij dik belegde pizza's.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Lichte vormen, keramische vormen en vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Diepvriesproducten
Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproducten.
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Verwijder het ijs van het gerecht.
Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig
voorgebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
Bakken op één niveau
na het bakken bestaan.
Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het bakken
op één niveau:
■ Hoogte 1
Bakken op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten of vormen die
gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
Bakplaat: hoogte 1
■ Vormen op het rooster
eerste rooster: hoogte 3
tweede rooster: hoogte 1
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het
deeg. Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Probeer het eerst met de lagere waarden. Bij een lage
temperatuur wordt het gerecht gelijkmatiger bruin. Stel
de oven indien nodig de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Het gerecht zou alleen
van buiten gaar, maar van binnen niet goed
doorgebakken zijn.
34
Page 35
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
baktijden worden enkele minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Voor bepaalden gerechten is voorverwarmen nodig, dit
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ < 4D hetelucht
staat in de tabel aangegeven.
Indien u volgens eigen recept wilt bakken dan oriënteert
u zich aan soortgelijk gebak in de tabel.
Neem kant-en-klare voedingsproducten voor het
ontdooien uit de verpakking. In magnetronbestendige
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
vormen gaart u sneller en gelijkmatiger.
het bakken van ovenschotels en soufflé. In de
insteltabellen vindt u optimale instellingen voor vele
gerechten.
Inschuifhoogtes
Gebruik altijd de aangegeven inschuifhoogtes.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Bereiding met microgolven
Als u alleen met microgolven of in combinatie met
microgolven bereidt, kunt u de bereidingstijd aanzienlijk
verkorten.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
U kunt op een niveau in vormen of met de braadslede
bakken.
■ Vormen op het rooster: hoogte 1
■ Braadslede: hoogte 2
Soufflés kunt u ook in waterbad in de braadslede
bakken. Plaats hiertoe de braadslede op hoogte 1.
Door de gerechten gelijktijdig te bereiden, kunt u tot 45
procent energie sparen. Plaats de vormen naast elkaar
in de binnenruimte.
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 18
35
Page 36
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Braadslede
De braadslede er voorzichtig tot de aanslag inschuiven,
met de afgeschuinde kant naar de deur van het
apparaat.
Vormen
Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
een platte, brede vorm. In een smalle, hoge vorm
hebben de gerechten meer tijd nodig en worden
donkerder aan de bovenkant.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse ovenschotels en
soufflés de optimale verwarmingsmethode.
Temperatuur en bereidingstijd zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. De bereidingstoestand van
een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de
vorm en de hoogte van het gerecht. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De bereidingstijden kunnen niet door
hogere temperaturen worden ingekort. De ovenschotel
of soufflé zou allen van buiten gaar zijn, maar van
binnen rauw.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Giet afhankelijk van de grootte en het soort gevogelte
tot ^ liter water in de braadslede. Uitdruipend vet wordt
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van gevogelte. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor enkele gerechten.
zo opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Braden op het rooster
Het braden op het rooster is bijzonder geschikt voor
groot gevogelte of meerdere stukken tegelijk.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
36
Braden in vormen
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de
bakoven. Controleer of de vorm in de binnenruimte
past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Page 37
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het gevogelte gaart langzamer en
wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/
of langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van gevogelte het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Gevogelte kan ook in een gesloten braadslede
knapperig worden. Gebruik hiervoor een braadslede
met glazen deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden in combinatie met microgolven
Gevogelte kunt u bijzonder goed in combinatie met
microgolven bereiden. De bereidingstijd wordt hierdoor
aanzienlijk verkort.
Anders dan bij het conventionele gebruik, wordt de
gaarduur bij het braden in combinatie met microgolven
bepaald door het totale gewicht.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabellen
zijn aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Braadvormen van metaal en een Römertopf zijn alleen
geschikt voor het braden zonder microgolven. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 18
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Uitdruipend vet wordt zo opgevangen.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor het gevogelte de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor ongevuld, braadklaar
gevogelte op koelkasttemperatuur dat in de
onverwarmde binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u
tot 20 procent energie sparen. De aangegeven
bereidingstijden worden enkele minuten korter wanneer
u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor gevogelte met
voorgesteld gewicht. Wanneer u zwaarder gevogelte
wilt bereiden, gebruik dan in elk geval de lage
temperatuur. Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan
het zwaarste stuk om de bereidingsduur te bepalen. De
afzonderlijke stukken dienen ongeveer even groot te
zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het gevogelte, des te
lager de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Gevogelte na ca. ^ tot Z van de aangegeven tijd
keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Tips
■ Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in. Zo
kan het vet weglopen.
■ Snij bij eendenborst de huid in. Keer de eendenborst
niet.
■ Let er bij het keren van gevogelte op dat eerst de
borstzijde resp. de huidzijde onder is.
■ Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het
tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met
boter, zout water of sinaasappelsap.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Aanwijzing: Plaats de universele braadslede bij zeer
vettige grillstukken niet direct onder het rooster, maar
op hoogte 1.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
voorverwarmen)
Kipfilet, 2 stuks à 150 g (grillen)Open vorm17190-21018025-30
Kleine kipdelen, à 250 gRooster27220-230-30-35
Kleine kipdelen, 4 stuks à 250 gOpen vorm17190-21036020-30
Kipsticks, nuggets, diepvriesBraadslede2<200-220-15-25
Kipsticks, nuggets, diepvries,
Braadslede17190-21036015-20
250 g
Poularde, 1,5 kgOpen vorm17200-220-70-90
Poularde, 1,5 kgVorm gesloten17200-22036030
18015-25
Eend & gans
Eend, 2 kgOpen vorm17180-200-90-110
Eend, 2 kgBraadslede17170-19018060-80
Eendenborst, à 300 gRooster27230-250-17-20
Gans, 3 kgOpen vorm17160-170-120-150
Gans, 3 kgOpen vorm17170-19018030-40
Ganzenbouten, à 350 gRooster27210-230-40-50
Ganzenbouten, à 350 gBraadslede1<170-19018060-80
Kalkoen
Kalkoen, 2,5 kgOpen vorm17180-190-70-90
Kalkoen, 2,5 kgGesloten vorm17210-23036045-50
Kalkoenfilet, zonder been, 1 kgGesloten vorm17240-260-80-100
Kalkoendij, met been, 1 kgOpen vorm17180-200-80-100
Kalkoendij, met been, 1 kgGesloten vorm17210-23036045-50
* voorverwarmen
Vlees
Uw apparaat biedt talrijke verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vlees. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Braden op het rooster
Op het rooster wordt vlees van alle kanten bijzonder
knapperig.
Giet afhankelijk van de grootte en het type van het stuk
vlees tot ^ liter water in de universele braadslede.
Braden en stoven
Bestrijk mager vlees naar wens met vet of leg er
reepjes spek op.
Snij een zwoerd kruisgewijs in. Let er bij het keren van
braadvlees op dat eerst de zwoerd onder is.
Als het braadvlees klaar is, moet het nog 10 minuten in
de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte blijven
liggen. Zo kan het vleessap zich beter verdelen. Wikkel
het braadvlees evt. in aluminiumfolie. Bij de opgegeven
Uitdruipend vet en braadsappen worden zo
opgevangen. Uit dit braadvocht kunt u een saus
bereiden. Bovendien ontstaat zo minder rook en blijft de
binnenruimte schoner.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
bereidingstijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
38
Page 39
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Braden en stoven in een vorm
Het braden en stoven in een vorm is comfortabeler. U
kunt het braadvlees met de vorm eenvoudiger uit de
binnenruimte nemen en de saus direct in de vorm
bereiden.
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. In
glazen vormen moet de bodem van de vorm ca. ^ cm
hoog bedekt zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort
vlees en het materiaal van de vormen en of u een
deksel gebruikt. Wanneer u vlees in geëmailleerde of
donkere braadvormen klaarmaakt, is er wat meer
vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
Open vorm
Gebruik voor het braden van vlees het beste een hoge
vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u geen
geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
De afstand tussen het vlees en het deksel moet
minstens 3 cm bedragen. Het vlees kan tijdens het
garen uitzetten.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Voor het stoven, braadt u het vlees naar wens eerst
aan. Voeg er voor het braadsap water, wijn, azijn of iets
dergelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-2
cm bedekt te zijn.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Vlees kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden in combinatie met microgolven
Bepaalde voedingsproducten kunnen in combinatie met
microgolven worden bereid. Hierdoor wordt de
bereidingstijd aanzienlijk verkort.
Anders dan bij het conventionele gebruik, wordt de
gaarduur bij het braden in combinatie met microgolven
bepaald door het totale gewicht.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabellen
zijn aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Gebruik altijd een hitte- en magnetronbestendige vorm.
Braadvormen van metaal en een Römertopf zijn alleen
geschikt voor het braden zonder microgolven. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 18
Attentie!
Als u een braadzak gebruikt, sluit deze dan niet af met
metalen clips. Gebruik in plaats daarvan keukengaren.
Gebruik voor rollades geen metalen spiezen. Hierdoor
kan vonkvorming optreden.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Uitdruipend vet wordt zo opgevangen.
Aanwijzing: Plaats de universele braadslede bij zeer
vettige grillstukken niet direct onder het rooster, maar
op hoogte 1.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor talrijke vleesgerechten de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit
en temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vlees op
koelkasttemperatuur dat in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor stukken braadvlees
met voorgesteld gewicht. Wanneer u een zwaar stuk wilt
braden, gebruik dan in elk geval de lage temperatuur.
Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan het zwaarste
stuk om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
stukken dienen ongeveer even groot te zijn.
39
Page 40
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
In het algemeen geldt: hoe groter het braadvlees, des
te lager de temperatuur en des te langer de
bereidingstijd.
Braadvlees en grillvlees na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor braden,
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
* voorverwarmen
** zonder keren
*** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
Tips voor het braden, stoven en grillen
De binnenruimte wordt erg vuil.Bereid het product in een gesloten braadslede of gebruik het grillrooster. Wanner u het grillrooster gebruikt,
behaalt u een optimaal braadresultaat. U kunt het grillrooster als speciaal toebehoren kopen.
Het braadvlees is te donker en de
korst is op enkele plaatsen verbrand
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur. Kies de volgende keer een lagere temperatuur en verkort
evt. de braadtijd.
en/of het braadvlees is te droog.
De korst is te dun.Verhoog de temperatuur of schakel na afloop van de braadtijd de grill even in.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
Neem de volgende keer kleiner braadgerei en voeg evt. meer vloeistof toe.
de jus is aangebrand.
Het braadvlees ziet er goed uit, maar
Neem de volgende keer groter braadgerei en voeg evt. minder vloeistof toe.
de jus is te licht en te waterig.
Bij het stoven brandt het vlees aan.Het deksel moet goed op de braadvorm passen en goed sluiten.
Reduceer de temperatuur en voeg zo nodig nog wat vloeistof toe tijdens het smoren.
Het vlees is niet doorbakken.Snijd het vlees open. Bereid de jus in de braadvorm en leg vervolgens de braadstukken in de jus. Bereid het
vlees verder alleen met microgolven.
Het grillproduct wordt te droog.Het vlees pas na het grillen zouten. Zout onttrekt water aan het vlees. Steek tijdens het keren niet in het grill-
product. Gebruik een grilltang.
Vis
Uw apparaat biedt diverse verwarmingsmethoden voor
het bereiden van vis. In de insteltabellen vindt u
optimale instellingen voor vele gerechten.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis
in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de
binnenruimte. Een ingesneden aardappel of een kleine
ovenvaste vorm in de buik van de vis zorgt voor
stabiliteit.
U kunt herkennen dat de vis gaar is, wanneer de rugvin
gemakkelijk loslaat.
Braden en grillen op het rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
op de aangegeven hoogte naar binnen. Plaats de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur gericht op de inschuifhoogte eronder.
Aanwijzing: Plaats de universele braadslede bij zeer
vettige grillstukken niet direct onder het rooster, maar
op hoogte 1.
Giet afhankelijk van de grootte en de soort vis tot ^ liter
water in de braadslede. Vrijkomende vloeistof wordt
opgevangen. Er ontstaat zo minder rook en de
binnenruimte blijft schoner.
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in de vis prikt, verliest hij sap en wordt hij
droog.
Aanwijzingen
■ Het grillelement wordt steeds weer in- en
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
■ Bij het grillen kan rook ontstaan.
Braden en stomen in een vorm
Gebruik alleen vormen die geschikt zijn voor de werking
oven. Controleer of de vorm in de binnenruimte past.
Glazen vormen zijn het meest geschikt. Zet hete
vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Glanzende braadsledes van edelstaal of aluminium
reflecteren de warmte als een spiegel en zijn daardoor
niet zo geschikt. De vis gaart langzamer en wordt
minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of
langere bereidingstijd aan.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm.
41
Page 42
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Open vorm
Gebruik voor het bereiden van hele vis het beste een
hoge vorm. Plaats de vorm op het rooster. Wanneer u
geen geschikte vorm heeft, gebruikt u de braadslede.
Gesloten vorm
De binnenruimte blijft bij de bereiding in een gesloten
vorm veel schoner. Let erop dat het deksel voor de pan
past en goed sluit. Plaats de vorm op het rooster.
Doe voor het stomen twee tot drie eetlepels vloeistof en
wat citroensap in de vorm.
Bij het openen van het deksel na het garen, kan zeer
hete stoom ontwijken. Til het deksel van achteren op,
zodat de hete stoom van het lichaam af naar buiten
gaat.
Vis kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Stoven met microgolven
U kunt vis ook met microgolven stoven.
Gebruik hiervoor een gesloten, magnetronbestendige
vorm of dek de vorm af met een bord of speciaal
magnetronfolie. Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 18
De smaak blijft grotendeels behouden en u kunt met
minder zout en specerijen volstaan. Voeg bij hele
vissen één tot drie eetlepels water of citroensap toe.
Laat de vis na het garen nog 2-3 minuten rusten voor
een egale temperatuur.
Neem kant-en-klare gerechten voor het ontdooien uit de
verpakking. In magnetronbestendige vormen gaart u
sneller en gelijkmatiger.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor visgerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit en
temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vis op
koelkasttemperatuur die in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor vis met voorgesteld
gewicht. Wanneer u een zwaardere vis wilt bereiden,
gebruik dan in elk geval de lage temperatuur. Bij
meerdere vissen oriënteert u zich aan de zwaarste vis
om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
vissen dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter een vis, des te lager
de temperatuur en des te langer de bereidingstijd.
Vis die niet in de zwemstand is na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Aanwijzing: Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is
voor de gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed past.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
* voorverwarmen
** Braadslede op inschuifhoogte 1 eronder plaatsen
Groente en bijgerechten
Hier vindt u gegevens voor het bereiden van gegrilde
groente, aardappels en diepvries-aardappelproducten.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Bereiden in combinatie met microgolven
Als u in combinatie met microgolven wilt garen, dient u
altijd een gesloten magnetronbestendige vorm te
Inschuifhoogtes
Gebruik de aangegeven inschuifhoogtes.
Bereiden op één niveau
Volg de opgaven in de tabel op.
Bereiden op twee niveaus
Gebruik 4Dhetelucht. Bakplaten die gelijktijdig in de
oven worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
■ Braadslede: hoogte 3
■ Bakplaat: hoogte 1
gebruiken. Als u geen passende deksel voor uw vorm
hebt, gebruikt u een bord of speciaal magnetronfolie.
Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm.
Platte voedingsproducten zijn sneller klaar dan hoge.
Verdeel de voedingsproducten daarom zo vlak mogelijk
in de vorm.
Graan schuimt sterk tijdens het koken. Gebruik voor
alle graanproducten, waaronder bijvoorbeeld ook rijst,
een hoge vorm met deksel.
De eigen smaak van de voedingsproducten blijft dan
zoveel mogelijk behouden. Hierdoor kunt u met minder
zout en specerijen volstaan.
Als u voor een voorbereide hoeveelheid
voedingsproduct geen instelling vindt, verlengt of
verkort u de gaartijd op basis van de volgende
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
deur van het apparaat.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
vuistregel: bij een dubbele hoeveelheid kan de duur
bijna worden verdubbeld.
Tussentijds kunt u de voedingsproducten het beste
twee tot drie maal keren of omroeren. Laat de
voedingsproducten na het verhitten nog twee tot drie
minuten rusten voor een egale temperatuur.
De voedingsproducten geven warmte aan de vorm af.
Ook als er alleen microgolven worden gebruikt, kan de
vorm daarom zeer heet worden.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse gerechten de optimale
verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid, de vorm en de kwaliteit
van de levensmiddelen. Daarom zijn er instelbereiken
aangegeven. Probeer het eerst met de lagere waarden.
Bij een lage temperatuur wordt het gerecht
gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
43
Page 44
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. De
aangegeven tijden worden enkele minuten korter
wanneer u voorverwarmt.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ < 4D hetelucht
■ 7 Circulatiegrillen
■ ( Grill, groot
■ Ý Magnetron
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten in de tabel.
Risotto, 250 g + 900 ml waterVorm gesloten1Ý-60012-14
18022-27
Granen
Couscous, 250 g + 500 ml waterGesloten vorm1Ý-6006-8
Gierst, heel, 250 g + 600 ml water Vorm gesloten1Ý-6008-10
18010-15
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
44
Page 45
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Polenta/maïsgriesmeel,
125 g + 500 ml water*
Gerst, 250 g + 750 ml waterVorm gesloten1Ý-60011-13
Ei
Eiergelei van 2 eierenGesloten vorm1Ý-3606-8
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
Dessert
Met uw apparaat kunt u yoghurt en diverse desserts
bereiden.
Gebruik voor de bereiding met microgolven altijd een
hitte- en magnetronbestendige vorm. Houd u aan de
aanwijzingen voor de magnetronbestendige vorm.
~ "De magnetron" op pagina 18
Als u de vorm op het rooster plaatst, schuift u het
rooster met het opschrift “Microwave” naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Yoghurt maken
Neem de rekjes en toebehoren uit de binnenruimte. De
binnenruimte moet leeg zijn.
1. 1 Liter melk (3,5 % vet) op de kookplaat op 90 °C
verwarmen en tot 40 °C afkoelen.
Bij houdbare melk is het verwarmen op 40 °C
voldoende.
2. Hier 150g yoghurt (koelkasttemperatuur) door
roeren.
3. Hiermee koppen of kleine potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van
de binnenruimte zetten en bereiden zoals
aangegeven.
5. Na de bereiding de yoghurt in de koelkast laten
afkoelen.
Pudding van puddingpoeder
Roer het puddingpoeder volgens de instructies op de
verpakking met de melk en suiker in een hoge
magnetronbestendige kom om. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Roer de melk goed door zodra deze opkomt. Herhaal
dit twee tot drie keer.
Vorm gesloten1Ý-6006-8
Rijstepap klaarmaken
1. Rijst wegen en 4-voudige hoeveelheid melk
2. Vul een hoge, magnetronbestendige kom met de
3. Stel het apparaat in zoals in de tabel is aangegeven.
4. Roer de melk goed door zodra deze opkomt en
Compote
Weeg de vruchten in een magnetronbestendige kom af
en voeg per 100 g één eetlepel water toe. Voeg naar
smaak suiker en kruiden toe. Dek de kom af en stel het
apparaat in aan de hand van de tabel.
Roer tijdens het garen twee tot drie keer om.
Popcorn voor de magnetron
Gebruik een hittebestendige, vlakke glazen vorm, zoals
het deksel van een ovenschaal. Gebruik geen
porceleinen of sterk gewelfde schaal.
Leg de popcornzak met de gemarkeerde kant naar
beneden gericht op de vorm. Instellen zoals
aangegeven in de tabel. Afhankelijk van het product en
de hoeveelheid moet de tijd mogelijk worden
aangepast.
Verwijder de popcornzak na 1 ^ minuut en schud deze
om zodat de popcorn niet aanbrandt. Veeg de
binnenruimte na de bereiding schoon.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
De verpakking van luchtdicht verpakte levensmiddelen
kan barsten. Houd u altijd aan de opgaven op de
verpakking. Neem gerechten altijd met een pannenlap
uit de binnenruimte.
Verwarmingsmethode
toevoegen.
rijst en melk.
verlaag vervolgens het microgolfvermogen aan de
hand van de tabel.
Roer de rijst tijdens het koken meerdere keren door.
Temperatuur in
°C / grillstand
Magnetronvermogen in
watt
1804-7
18025-30
Duur in
min.
45
Page 46
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Aanbevolen instelwaarden
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ < 4D hetelucht
■ Ý Magnetron
GerechtToebehoren/vormenInschuifhoogteVerwar-
mingsmethode
Temperatuur in °C
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Pudding van puddingpoeder*Gesloten vorm1Ý-6005-8
YoghurtPortievormenBodem binnen-
<40-45-480-540
ruimte
Rijstepap, 125 g + 500 ml melk*Vorm gesloten1Ý-60010
18020-25
Vruchtencompote, 500 gGesloten vorm1Ý-6009-12
Popcorn voor de magnetron,
Open vorm1Ý-6004-6
1 zak à 100 g**
* tussentijds een tot twee keer doorroeren
** gesloten zak op de vorm plaatsen
Energie sparen met de ecoverwarmingsmethode
Met de energie-efficiënte verwarmingsmethode hete
lucht eco kunt u bij het garen van gerechten energie
sparen.
Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege
binnenruimte. Alleen dan werkt de energieoptimalisatie.
Houd de deur van het apparaat tijdens het garen
gesloten.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Gebruik alleen originele toebehoren van uw apparaat.
Bakvormen en vormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Hierdoor kunt u tot 35 procent energie sparen.
Vormen van edelstaal of aluminium reflecteren de
warmte als een spiegel. Niet-reflecterende vormen van
email, hittebestendig glas of gecoat, drukgegoten
aluminium is beter geschikt.
Lichte vormen, keramische vormen of vormen van glas
verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier dat geschikt is voor de
gekozen temperatuur. Knip het bakpapier altijd zodanig
af dat het goed past.
Dit is optimaal op de binnenruimte en de functies
afgestemd.
Toebehoren
Let erop dat u altijd geschikte toebehoren gebruikt en
dit er goed om inschuift.
Rooster
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Braadslede of braadpan
De braadslede of de bakplaat er voorzichtig tot de
aanslag inschuiven, met de afgeschuinde kant naar de
Aanbevolen instelwaarden
Hier vindt u gegevens voor verschillende gerechten.
Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. Daarom zijn
er instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Bij een lage temperatuur wordt het
gerecht gelijkmatiger bruin. Stel de oven indien nodig
de volgende keer hoger in.
Aanwijzing: De baktijden kunnen niet door hogere
temperaturen worden ingekort. Gebak of klein gebak
zou dan alleen van buiten gaar, maar van binnen niet
goed doorgebakken zijn.
deur van het apparaat.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ . Hetelucht Eco
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Duur in
min.
thode
Gebak in vormen
Cake in de vormKrans/rechthoekige vorm1.140-16060-80
Taartbodem van roerdeegTaartbodemvorm1.140-16020-40
Biscuitbodem, 2 eieren Taartbodemvorm1.150-17020-30
Fruit en groente met veel vocht enkele malen keren. Het
gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van
Met 4D-hetelucht kunt u uitstekend drogen. Bij deze
het papier.
soort conservering worden aromastoffen door het
onttrekken van water geconcentreerd.
Gebruik uitsluitend fruit, groente en kruiden zonder
gebreken en was deze grondig. Bedek de braadslede
en het rooster met bak- of perkamentpapier. Laat de
vruchten goed afdruipen en maak ze droog.
Snij ze eventueel in even grote stukken of dunnen
plakjes. Leg ongeschild fruit op de schaal met de
snijvlakken naar boven. Let erop dat zowel fruit als
paddenstoelen niet op elkaar liggen.
Rasp de groente en blancheer het vervolgens. Laat de
geblancheerde groente afdruipen en verdeel het
gelijkmatig over het rooster.
Droog kruiden met de steel. Leg de kruiden gelijkmatig
in kleine hoopjes op het rooster.
Gebruik de volgende inschuifhoogtes voor het drogen:
■ 1 rooster: hoogte 2
■ 2 roosters: hoogte 3+1
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u de instellingen voor het drogen van
verschillende levensmiddelen. Temperatuur en tijdsduur
zijn afhankelijk van de soort, vochtigheid, rijpheid en
dikte van de te drogen levensmiddelen. Hoe langer u
de te drogen levensmiddelen laat drogen, des te beter
zijn ze geconserveerd. Hoe dunner men snijdt, des te
sneller is het einde van de droogtijd bereikt en des te
aromatischer blijft het gedroogde levensmiddel.
Daarom zijn er instelbereiken aangegeven.
Indien u nog meer levensmiddelen wilt drogen, dan
oriënteert u zich aan soortgelijke levensmiddelen in de
tabel.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ < 4D hetelucht
GerechtToebehorenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Tijdsduur
in uren
thode
Pitvruchten (appelringen, 3 mm dik, per roos-
Rooster2<804-7
ter 200 g)
Steenvruchten (pruimen)Rooster2<808-10
Wortelgewassen (wortelen), geraspt, geblan-
Rooster2<804-7
cheerd
Paddestoelen in plakjesRooster2<606-8
Kruiden, schoongemaakt1-2 Roosters-<602-6
47
Page 48
nl Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Inmaken
In uw apparaat kunt u fruit en groente inmaken.
:Waarschuwing – Risico van letsel!
Wanneer de levensmiddelen niet goed zijn ingekookt,
kunnen de inmaakpotten barsten. Volg de aanwijzingen
voor het inkoken.
Potten
Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde
weckflessen. Gebruik uitsluitend hittebestendige,
schone en onbeschadigde rubber afdichtringen.
Klemmen en veren van tevoren controleren.
Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van
gelijke grootte en met dezelfde levensmiddelen. In de
binnenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes
weckflessen met ^, 1 of 1^ liter tegelijkertijd inmaken.
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels
zouden kunnen springen.
De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen.
Fruit en groente voorbereiden
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken.
Was het grondig.
Fruit resp. groente afhankelijk van de soort, schillen,
pitten verwijderen en kleinmaken en in weckflessen tot
ca. 2 cm onder de rand vullen.
Fruit
De vruchten in de weckflessen met hete, afgeschuimde
suikeroplossing vullen (ca. 400 ml voor 1-literfles). Op
één liter water:
■ ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■ ca. 500 g suiker bij zuur fruit
Groente
De groente in de weckflessen vullen met heet,
afgekookt water.
De glazen randen schoonmaken. Leg op elke pot een
natte rubberen ring en een deksel. Sluit de potten af
met klemmen. Plaats de glazen potten zó in de
braadslede dat ze elkaar niet raken. 500 ml heet water
(ca. 80 °C) in de braadslede gieten. Instellen zoals
aangegeven in de tabel.
Inmaken beëindigen
Fruit
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Haal de weckflessen na de
aangegeven nawarmtijd uit de binnenruimte.
Groente
Na enige tijd stijgen er met korte tussenpozen belletjes
op. Zodra alle weckflessen borrelen, de temperatuur op
120 °C reduceren en de flessen zoals aangegeven in
de tabel in de gesloten binnenruimte verder laten
borrelen. Schakel na afloop van deze tijd het apparaat
uit en maak zoals in de tabel aangegeven nog enkele
minuten gebruik van de nawarmte.
Haal de flessen na het inmaken uit de binnenruimte en
plaats ze op een schone doek. Zet de hete potten niet
op een koude of natte ondergrond, ze zouden anders
kunnen knappen. Dek de weckflessen af om ze tegen
tocht te beschermen. Klemmen pas verwijderen
wanneer de glazen koud zijn.
Aanbevolen instelwaarden
De aangegeven tijden in de insteltabel zijn richtwaarden
voor het inmaken van fruit en groente. Deze kunnen
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid, de temperatuur en de
kwaliteit van de inhoud. De gegeven hebben betrekking
op ronde potten van1 liter. Controleer voor u om- of
uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Het borrelen
begint na ca. 30-60 minuten.
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ < 4D hetelucht
GerechtVormenInschuif-
hoogte
Verwarmingsme-
Temperatuur in °C
Duur in min.
thode
Inmaken
Groente, bijv. wortelenInmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
120vanaf het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 30
Groente, bijv. komkommerInmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 30
Steenvruchten, bijv. kersen, pruimen
Inmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 35
Pitvruchten, bijv. appels, aardbeien Inmaakpotten 1 liter1<160-170tot aan het borrelen: 30-40
-Nawarmen: 25
48
Page 49
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
Ontdooien
Gebruik voor het ontdooien van bevroren fruit, groente,
gevogelte, vlees, vis en gebak de magnetronfunctie.
Neem de bevroren levensmiddelen uit de verpakking en
leg deze in een magnetronbestendige vorm op het
rooster. Houd u aan de aanwijzingen voor de
magnetronbestendige vorm. ~ "De magnetron"
op pagina 18
Schuif het rooster met het opschrift “Microwave” naar
de apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal kookresultaat en
spaart u energie.
Aanbevolen instelwaarden
De tijdgegevens in de tabel zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit, vriestemperatuur (- 18 °C)
en de aard van de levensmiddelen. Er zijn tijdintervallen
aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in en verleng
deze zo nodig. Ontdooien lukt vaak beter in meerdere
stappen. Deze zijn in de tabel onder elkaar
aangegeven.
GerechtToebehoren/vormenInschuif-
Tip: Vlak bevroren of geportioneerde stukken
ontdooien sneller dan wanneer zij als blok werden
bevroren.
De gerechten tussentijds een tot twee keer omroeren of
keren. Grote stukken moet u herhaaldelijk keren. Indien
nodig de gerechten tussendoor uit elkaar halen of al
ontdooide stukken uit de binnenruimte nemen.
Laat de ontdooide gerechten nog 10 tot 30 minuten in
het uitgeschakelde apparaat rusten, zodat de
temperatuur zich aanpast.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabel zijn
aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
Met microgolven kunt u voedingsproducten verwarmen
of in één keer ontdooien en verwarmen.
Neem kant-en-klare gerechten voor het ontdooien uit de
verpakking. In een magnetronbestendige vorm wordt
het product sneller en gelijkmatiger verwarmd. De
componenten van een product kunnen op verschillende
snelheden worden verwarmd.
Platte gerechten zijn sneller klaar dan hoge. Verdeel de
voedingsproducten daarom zo vlak mogelijk in de
vorm. Plaats levensmiddelen niet boven op elkaar.
Dek de voedingsproducten af. Hierdoor verkrijgt u een
beter kookresultaat. Als u geen passende deksel voor
uw vorm hebt, gebruikt u een bord of speciaal
magnetronfolie.
Roer of keer de voedingsproducten tussentijds twee tot
drie keer om. Laat de voedingsproducten na het
verhitten nog 1 tot 2 minuten rusten voor een egale
temperatuur.
Plaats flesjes of potjes babyvoeding die u wilt
verwarmen, zonder speen of deksel op het rooster.
Schud of roer de voeding na het verwarmen goed door
en controleer altijd de temperatuur.
De voedingsproducten geven warmte aan de vorm af.
Ook als er alleen microgolven worden gebruikt, kan de
vorm daarom zeer heet worden.
Tip: Bij andere hoeveelheden dan in de insteltabel zijn
aangegeven, helpt de volgende vuistregel: bij een
dubbele hoeveelheid kan de duur bijna worden
verdubbeld.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
Bij het verwarmen van vloeistof kan er kookvertraging
ontstaan. Dit houdt in dat de kooktemperatuur wordt
bereikt zonder dat er bellen ontstaan. Al bij een kleine
trilling van de vorm kan de hete vloeistof dan plotseling
hevig overkoken en opspatten. Zorg ervoor dat er
tijdens het verwarmen altijd een lepel in de vorm staat.
Zo wordt kookvertraging voorkomen.
Attentie!
Ontstaan van vonken: metalen voorwerpen, zoals een
lepel in een glas, moeten minstens 2 cm van de
wanden van de binnenruimte en de binnenkant van de
deur verwijderd zijn. Vonken kunnen de binnenste
deurruit aantasten.
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor diverse dranken en
voedingswaren de instelwaarden voor het verwarmen
met microgolven. De tijdgegevens zijn richtwaarden. Zij
zijn afhankelijk van de vorm, evenals de kwaliteit,
temperatuur en aard van het levensmiddel. Er zijn
tijdintervallen aangegeven. Stel eerst de kortste tijd in
en verleng deze zo nodig.
50
Page 51
Voor u in onze kookstudio uitgetest. nl
De tabelwaarden gelden voor voedingsproducten die in
de koude binnenruimte worden geplaatst.
Als voor een specifiek voedingsproduct geen waarden
zijn aangegeven, oriënteert u zich op soortgelijke
voedingsproducten in de tabel.
Neem ongebruikte toebehoren uit de binnenruimte. Zo
verkrijgt u een optimaal kookesultaat en spaart u
energie.
Veeg de binnenruimte na de bereiding schoon.
GerechtVormenInschuif-
Dranken verwarmen
200 ml (goed doorroeren)Open vorm1Ý10001-3
400 ml (goed doorroeren)Open vorm1Ý10002-6
Babyvoeding verwarmen
Melkflesje, 150 ml (goed doorroeren)Open vorm1Ý3601-3
Groente, gekoeld
250 gGesloten vorm1Ý6003-8
Gebruikte verwarmingsmethode:
■ Ý Magnetron
Verwar-
hoogte
mingsmethode
Magnetronvermogen in
watt
Duur in
min.
Groente, diepvries
los, 250 gGesloten vorm1Ý6008-12
Spinazie à la crème, in diepvriesblok, 450 gGesloten vorm1Ý60011-16
Gebruik voor de bereiding met microgolven altijd een
hittebestendige, magnetronbestendige vorm. Houd u
aan de aanwijzingen voor de magnetronbestendige
Gebruikte verwarmingsmethoden:
■ < 4D hetelucht
■ 7 Circulatiegrillen
■ Ý Magnetron
vorm. ~ "De magnetron" op pagina 18
Als u de vorm op het rooster plaatst, schuift u het
rooster met het opschrift “Microwave” naar de
apparaatdeur en de kromming naar beneden gericht
naar binnen.