DEEL 5: STORINGEN VERHELPEN ZONDER EEN MONTEUR TE BELLEN 36
DEEL 6: DE ONDERDELEN VAN HET APPARAAT 37
DEEL 1: VOORBEREIDINGEN
Veiligheidsvoorschriften
•Lees dit boekje voordat u het apparaat installeert of inschakelt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor onjuiste installatie of voor verkeerd gebruik.
•WAARSCHUWING: Zorg dat u alle ventilatieopeningen vrijhoudt die in het apparaat én in het
inbouwmeubel zijn aangebracht.
•Als u door de levering van dit nieuwe apparaat een oud apparaat met een automatische deursluiting als
afval aanbiedt aan de afvalverwerking, verwijder die deursluiting dan of maak de sluiting kapot om te
voorkomen dat spelende kinderen zich onbedoeld in het apparaat kunnen opsluiten.
•Het apparaat gebruikt als koelmiddel isobutaan (R600a). Isobutaan is een natuurlijk, milieuvriendelijke
gassoort waarbij enige voorzichtigheid te betrachten is omdat isobutaan brandbaar is. Het is belangrijk
dat de koelleidingen niet beschadigd worden tijdens transport en installatie van het apparaat. Vermijdt
vuur en andere ontstekingsbronnen in het geval het koelcircuit beschadigd is en ventileer de ruimte
waar het apparaat is geplaatst.
•Beschadig het koelmiddelcircuit niet!
•Laat nooit kinderen met dit apparaat spelen. Kinderen mogen niet in de lades gaan zitten of aan de deur
gaan hangen.
•Gebruik nooit verlengsnoeren of verdeelstekkers, deze kunnen oververhit raken en brand veroorzaken.
•Sluit nooit oude of vervormde netsnoeren aan.
•Laat netsnoeren nooit knikken of draaien, en houd ze uit de buurt van hete oppervlakken.
•Steek een stekker nooit met natte handen in het stopcontact.
•Uw oude apparaten kunnen isolatiematerialen en koelmiddelen
bevatten die milieuvriendelijk moeten worden verwerkt. Zorg dat u het
koelcircuit niet beschadigt bij het aanbieden van dergelijke apparaten
aan de afvalverwerking.
•Controleer na het installeren of het netsnoer niet klem zit onder het apparaat.
Aanbevelingen
•Gebruik nooit een ander elektrisch apparaat of andere
middelen om dit apparaat te ontdooien (gebruik bijv. Nooit
een haardroger o.i.d.). En gebruik geen scherpe metalen
voorwerpen om het ijs uit de vriezer te verwijderen,
voorkom dat u het koelsysteem beschadigt.
•Plaats nooit andere elektrische apparaten in de koel- en
vriesruimtes.
•Leg nooit glazen flessen of blikjes met vloeistof (met
name koolzuurhoudende vloeistoffen) in de vriezer,
aangezien dergelijke vloeistofhouders kunnen barsten
tijdens het bevriezen.
Raak de koeloppervlakken niet aan als het apparaat is
ingeschakeld, vooral niet met vochtige handen, anders kan
uw huid vastvriezen aan de koude oppervlakken.
•Eet geen ijs dat zich in de vriesruimtes heeft afgezet.
Het apparaat inschakelen
•Voordat u het apparaat inschakelt, moet u hem minimaal drie uur lang rechtop laten staan en niet meer
bewegen. Hiermee geeft u het koelmiddelcircuit de kans om tot rust te komen voor een efficiënte
werking.
•Reinig het apparaat grondig voordat u hem in gebruik neemt, met name de binnenkant (zie het
hoofdstuk over reinigen en onderhoud).
•Zo nodig moet u de installatie van het apparaat en de elektrische aansluitingen laten verzorgen door een
gekwalificeerde monteur, volgens de aanwijzingen in de installatiehandleiding en onder naleving van de
ter plaatse geldende wet- en regelgeving.
•De installatieprocedure voor inbouwkeukens staat beschreven in de installatiehandleiding. Dit product is
uitsluitend bedoeld voor gebruik in speciale inbouwmeubels.
•Sluit het apparaat alleen aan op een correct geïnstalleerde wandcontactdoos die is gezekerd op een
groep met voldoende vermogen. De netspanning (AC) en de aansluitwaarde moeten overeenkomen met
de gegevens die op het typeplaatje van dit apparaat staan (het typeplaatje zit links aan de binnenkant
van het apparaat).
•Sluit de stekker alleen aan op een correct geaarde contactdoos. Is het stopcontact niet geaard, of past
de stekker niet in het stopcontact, neem dan contact op met een erkende elektro-installateur voor advies
en hulp.
•De fabrikant is niet aansprakelijk als u dit apparaat aansluit op een niet-geaarde
netspanningsaansluiting.
•U ruikt mogelijk iets als u het apparaat voor het eerst inschakelt. Deze geur verdwijnt als het apparaat
begint te koelen.
DEEL 2: GEBRUIK VAN DE VRIEZER
Thermostaatinstellingen
De thermostaat van de vriezer regelt automatisch de temperatuur in de vakken. Door de knop in de richting
van 1 naar 3 te draaien, wordt de temperatuur lager. In de stand "0" is de vriezer uitgeschakeld en wordt het
interieur niet gekoeld.
Thermostaatinstellingen van de vriezer;
0: Het apparaat is uitgeschakeld.
1.2 : Zet de knop tussen de minimumstand en een gemiddelde waarde voor kortstondige opslag van
voedsel in de vriesruimte.
3.4 : Zet de knop op een gemiddelde waarde voor het langdurig bewaren van voedsel in de vriesruimte.
5: Voor het invriezen van vers voedsel. Het apparaat koelt harder.
Invriezen met de supervriesfunctie (SF-knop): Druk op de SF-knop om de vriezer continu maximaal te
laten koelen (het SF-controlelampje licht oranje op als u de SF-knop heeft ingedrukt). De temperatuur in de
vriezer wordt verlaagd en de vriezer zal de laagst mogelijke temperatuur proberen te bereiken.
Plaats het in te vriezen voedsel snel in de vriezer, bij voorkeur in één van de bovenste vakken. Schakel de
SF-knop weer uit als het voedsel eenmaal is ingevroren, en zet de thermostaatknop in de door u gewenste
stand.
•
Let op : de omgevingstemperatuur, de temperatuur van het in te vriezen voedsel en hoe vaak u de
deur opent, hebben invloed op de temperatuur in de vriezer en in de vriesvakken. Pas zo nodig
uw temperatuurinstelling aan.
Bedieningspaneel
Supervrieslampje (SF-lampje): licht oranje op als u de SF-knop heeft ingedrukt.
Netspanningslampje: licht vanzelf groen op als het apparaat op de netspanning is aangesloten.
Alarmindicatielampje: licht rood op als de temperatuur in de vriezer te veel stijgt.
DEEL 3: VOEDSEL BEWAREN
In de vriesvakken kunt u ijsblokjes maken, vers voedsel invriezen en diepvriesproducten bewaren tot de op
de verpakking aangegeven houdbaarheidsdatum.
•Voor het invriezen van vers voedsel geldt: verpak de levensmiddelen goed, dat wil zeggen in een
luchtdichte en lekvrije verpakking. Ideaal zijn speciale diepvrieszakjes, aluminiumfolie (voldoende dik, bij
twijfel in twee lagen verpakken), polyetheen zakjes en plastic bakjes.
•Laat de in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen met het ingevroren vriesgoed.
•Schrijf altijd de datum en de inhoud op de verpakking, en bewaar ze niet langer dan de aanbevolen
bewaarduur.
•Als de stroom uitvalt of als de vriezer defect raakt, zullen de vriesvakken nog enige tijd koud genoeg
blijven om de levensmiddelen goed te houden. Laat in die gevallen de deur van de vriezer zo veel
mogelijk dicht, om de temperatuur niet onnodig snel te laten stijgen.
•De maximale invriescapaciteit van de vriezer voor verse levensmiddelen, staat vermeld op het
typeplaatje (zie bij Invriescapaciteit / Freezing Capacity).
•Doe nooit warm voedsel in de vriesvakken.
•
Let op bij het kopen en opbergen van diepvriesproducten: de verpakking mag niet zijn beschadigd!
•De bewaarduur en de aanbevolen bewaartemperatuur voor diepvriesproducten staat op hun verpakking.
Volg de aanwijzingen van de producent voor het bewaren en het gebruik. Staat er niets op de
verpakking, bewaar diepvriesproducten dan nooit langer dan 3 maanden.
•Plaats diepvriesproducten na aankoop zo snel mogelijk in de vriezer.
•Ontdooide levensmiddelen mag u niet opnieuw invriezen; u moet ze zo snel mogelijk bereiden voor
consumptie. Eventueel mag u ze ná het bereiden wel weer invriezen.
•
IJsblokjes maakt u door het bakje met water te vullen en in een vriesvak te zetten. Als het water
eenmaal volledig is bevroren, kunt u de ijsblokjes op de hieronder getoonde manier uit het bakje halen
door het bakje te 'verdraaien', niet door het bakje te 'breken'!
Opslagruimte: Wilt u de inhoud van de vriezer ten volle benutten? Verwijder dan de lades uit de vriezer en
plaats de producten direct op de koelbuizen. Op deze manier kunt u de volledige inhoud van het vriesvak
benutten.
DEEL 4: REINIGEN EN ONDERHOUD
•Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken.
•Giet geen water over het apparaat.
•Maak de losse delen afzonderlijk schoon met een mild sopje. Doe ze niet in de vaatwasser.
•Gebruik geen schuurmiddelen, vetoplossers of krachtige zeep. Neem alle oppervlakken na het reinigen
af met schoon water en maak alle delen zorgvuldig droog. Maak na het schoonmaken eerst uw handen
drog, , en steek dan pas de stekker weer in het stopcontact!
De vriezer ontdooien:
WAARSCHUWING: Gebruik bij het ontdooien nooit scherpe metalen voorwerpen, te voorkomen dat u het
koelcircuit beschadigt.
Na verloop van tijd kan er zich ijs afzetten op bepaalde delen van de vriezer. Verwijder deze ijsaanslag in de
vriezer regelmatig (gebruik hiervoor eventueel de plastic schraper, indien meegeleverd).
Volledig ontdooien is pas noodzakelijk als de ijslaag dikker wordt dan 3-5 mm. Bij zo'n dikke ijslaag neemt
namelijk het energierendement van de vriezer af.
•Zet de dag voordat u gaat ontdooien de thermostaat op "5" om alle levensmiddelen goed koud te maken.
•Wikkel de diepgevroren levensmiddelen tijdens het ontdooien van de vriezer in een aantal lagen papier
en bewaar ze op een koele plaats. Desondanks zal de temperatuur van die levensmiddelen stijgen zodat
u ze minder lang kunt bewaren. Denk eraan om deze levensmiddelen niet al te lang meer te bewaren
voordat u ze consumeert.
•Zet de thermostaatknop op "0" en trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
•Laat de deur open staan om het ontdooien te versnellen. Verwijder het dooiwater uit de vriezer.
•Dit apparaat beschikt over een speciaal dooiwaterafvoersysteem.
1. Trek de onderste lade (A) uit de vriezer en zet hem op de grond tegen de voorkant van de vriezer
aan.
2. Trek het afvoerpijpje (B) uit de groef in de achterkant van de vriezer. Plaats het pijpje vervolgens in
de groef aan de voorkant in de bodem van de vriezer.
3. Als er dooiwater op de bodem van de vriezer achterblijft, ruim dit dan op met een spons.
•
Reinig de binnenkant van de vriezer handmatig met een lauw sopje. Gebruik nooit schuurmiddelen of
agressieve reinigingsmiddelen
•Maak de binnenkant van het apparaat droog, steek de stekker weer in het stopcontact en zet de
thermostaat op "5". Na 24 uur kunt u de thermostaatknop terugdraaien naar de door u gewenste stand.
DEEL 5: STORINGEN VERHELPEN ZONDER EEN MONTEUR TE BELLEN
Als uw vrieskast niet goed werkt, controleer dan eerst of het probleem te maken heeft met één van de
onderstaande oorzaken die makkelijk te verhelpen zijn.
Het apparaat doet het niet,
controleer de volgende punten:
•Is de stroom uitgevallen?
•Zit de stekker goed in het stopcontact?
•Staat de thermostaat misschien op "0"?
•Werkt het stopcontact wel? Kijk of een ander elektrisch apparaat wél werkt als u hem in het stopcontact
van de vrieskast steekt.
Het apparaat vriest niet goed,
controleer de volgende punten:
•Heeft u te veel producten (tegelijk) in de vriezer geplaatst?
•Sluit de deur wel goed?
•Is er voldoende ventilatiecapaciteit, ook in het inbouwmeubel? Raadpleeg de installatiehandleiding.
Het apparaat maakt lawaai:
Het koelmiddel kan tijdens het circuleren wat geluid maken (een borrelend geluid) zelfs als de compressor
niet is aangeslagen. Dit is normaal. Maakt de vrieskast andere geluiden, controleer dan de volgende punten:
•Is het apparaat stevig bevestigd volgens de instructies in de handleiding?
•Staat er iets op of tegen het apparaat dat trilt?
Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld als u op vakantie gaat), zet dan de
thermostaat op "0". Ontdooi en reinig de vriezer en laat de deur op een kier staan om schimmelvorming en
het ontstaan van geurtjes te voorkomen.
DEEL 6: DE ONDERDELEN VAN HET APPARAAT
1)THERMOSTAATKNOP
2)VRIESVAKDEKSEL
3)VRIESLADE
4)ONDERSTE VRIESLADE
5)VOETJE/SCHARNIER
Sommaire
AVANT D’UTILISER LE CONGELATEUR...................................................................................2