BORETTI BGR-116, BGR-88 User Manual

NL
FR
ES
EN
BGR-88 BGR-116
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
N O T I C E D E M P L O I
O P E R A T I N G I N S T R U C T I O N S
©Boretti B.V.
BGR-88/116 gaskookplaat-01
2
VOORWOORD
Boretti feliciteert u met uw nieuwe aanwinst voor uw keuken. Tevens dankt Boretti u voor het getoonde vertrouwen in het merk door de aanschaf van dit product.
Wij adviseren u om voor het gebruik deze handleiding aandachtig door te lezen teneinde problemen te voorkomen en u ervan te verzekeren dat u als gebruiker op de hoogte bent van de juiste en veilige werking van dit product.
Mochten er ondanks het lezen van deze handleiding of tijdens het gebruik van uw Boretti vragen ontstaan, dan vernemen wij dat graag van u.
Op de achterzijde van deze handleiding kunt u de adresgegevens vinden van Boretti.
Wij wensen u veel plezier!
Boretti
NL
FR
ES
EN
3
Inhoudsopgave
Inleiding 4
Veiligheid 4
Instructie voor de gebruiker 4
Kookplaat
Keuze van de juiste brander en beschrijving van het bedieningspaneel 5 Gebruik van de branders 5
Instructies voor de installateur 6 Elektrische aansluiting 7 Gasaansluiting 7 Aansluiting van het apparaat 7
Technische specificaties
Afmetingen 8 Elektrische onderdelen 8
Onderhoud en reiniging
Reiniging van de kookplaat 8 Reiniging van de gasbranders 8 Reparatie van elektrische onderdelen 9
Verstuivertabel 9
Waarschuwingen
Regelmatige smering van de kranen 10 Knoppen 10
Problemen en oplossingen 10 Installatieruimten 10 Dampafvoer 10
Montage van een kookplaat in een module 11
Montageschema voor gemonteerde kookplaten 12
Milieuvoorschriften 13
4
Inleiding
– In dit instructieboekje wordt beschreven hoe
u het apparaat moet gebruiken en onderhou­den.
– De gebruiker moet de instructies zorgvuldig
doorlezen en het boekje binnen handbereik houden.
– De fabrikant is op geen enkele manier aan-
sprakelijk voor schade als gevolg van onjuist gebruik van het apparaat, het verplaatsen van het apparaat met ongeschikte middelen, ongeoorloofde aanpassingen alsmede elke andere ongeoorloofde handeling die niet in dit boekje beschreven wordt.
Veiligheid
– Het apparaat moet door gekwalificeerd per-
soneel geïnstalleerd en op het elektriciteits­net worden aangesloten volgens de geldende voorschriften en de instructies in het hoofd­stuk “Instructies voor de installateur”. Het dragen van een veiligheidsbril en bescher­mende handschoenen wordt aanbevolen tij­dens het uitpakken en het onderhoud.
– Dit apparaat is uitsluitend ontworpen en ver-
vaardigd voor het bereiden van voedsel. Open het nooit op een ongeoorloofde manier, breng nooit aanpassingen aan en gebruik het nooit voor andere doeleinden dan waarvoor het is bedoeld.
– Houd in de gaten dat kinderen het bedienings-
paneel niet aanraken of met het apparaat spelen. De onderdelen die tijdens het koken aan vuur worden blootgesteld, worden warm en blijven dit ook na het uitschakelen van het apparaat nog even.
– Zet na gebruik van het apparaat de knoppen
in de UIT–stand. Als het apparaat in de buurt van andere modules staat, moeten de kabels ver genoeg van hun warme onderdelen ver­wijderd zijn.
– Reinig het apparaat regelmatig. Voedselres-
ten kunnen tot brand leiden.
– Als het apparaat niet (goed) werkt, moet het
door erkend en vakkundig personeel worden gerepareerd. Hiermee worden schade en on­gelukken voorkomen. Neem in dit geval con­tact op met onze aftersalesdienst.
– Het apparaat moet conform de geldende mi-
lieuwetgeving worden weggedaan.
Instructie voor de gebruiker
Belangrijk:
Het apparaat moet geïnstalleerd, afgesteld en op het gas- en elektriciteitsnet worden aange­sloten. Bovendien moet het door gekwalificeerd personeel worden ingesteld op de toegepaste gassoort. Dit dient te gebeuren volgens de geldende voorschriften en de instructies in het tweede deel van het instructieboekje. Keukengerei van metaal mag niet boven op de kookplaat blijven liggen, omdat het gemakkelijk warm wordt en daardoor brandwonden kan veroorzaken.
NL
FR
ES
EN
5
– Keuze van de juiste brander en beschrijving
van het bedieningspaneel
Gebruik van de branders
Naast elke knop bevindt zich een symbool dat aangeeft welke brander er wordt gebruikt. Bij elke knop van een gasbrander staan de volgen­de symbolen:
UIT-stand
Hoogste stand
Laagste stand
De brander moet worden aangezet voordat de pan op de pannendrager wordt gezet.
Om de brander aan te steken, moet de knop linksom worden gedraaid totdat de hoogste stand is bereikt, en vervolgens helemaal wor­den ingedrukt. Als de brander aangaat, moet
Bekijk de tekening op het bedieningspaneel om de juiste knop voor de betreffende brander te kiezen.
de knop na 5 seconden worden losgelaten. Als de brander niet aan blijft, moet de knop langer ingedrukt worden gehouden zodat het veilig­heidsventiel tijd heeft om warm te worden.
Controleer of de vlam regelmatig is en draai de knop in de gewenste stand. Als het ontste­ken moeizaam gaat of de vlam onregelmatig is, moet de juiste positie van de brander en het branderdeksel worden gecontroleerd (afb. 1).
Afb. 1
Kookplaat
Verstuiverhouder
Branderdeksel
Brander
Verwisselbare
verstuiver
6
Om de brander uit te zetten, moet de knop rechtsom worden gedraaid totdat hij het sym­bool
bereikt. Voordat de pannen van de pan­nendrager gepakt mogen worden, moet de vlam lager worden gezet of helemaal worden gedoofd. Als tijdens het gebruik van de kook­plaat de vlam per ongeluk uitgaat, zorgt het veiligheidsventiel ervoor dat de gastoevoer na ongeveer 40 seconden stopt.
Keuze van de juiste brander
branders verhinderen en de pannendragers beschadigen.
Let op! Met dit apparaat mag uitsluitend thuis worden gekookt. Als het apparaat aanstaat, kan het zeer warm worden. Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat.
Instructies voor de installateur
Voor een beter gebruik van de branders moet u pannen gebruiken waarvan de doorsnede over­eenkomt met de afmetingen van de branders. Op deze manier wordt de brander optimaal ge­bruikt en is het gasverbruik minimaal. Het is tijdens het koken bovendien van groot belang de pannen precies in het midden boven de branders te zetten en de deksels op de pan­nen te doen.
Brander Ø pan in cm
Kleine hulpbrander van Ø 6 tot Ø 18 Middelgrote, halfsnelle brander van Ø 15 tot Ø 22 Grote, snelle brander van Ø 20 tot Ø 28 Brander met drie ringen van Ø 24 tot Ø 32 Brander met twee ringen van Ø 24 tot Ø 32
Zodra de vloeistof in de pan begint te koken, ad­viseren wij de vlam lager te zetten. De sterkte moet precies voldoende zijn om de vloeistof aan de kook te houden.
U moet erop letten dat altijd een stand tussen de hoogste en de laagste stand worden geko­zen en nooit een stand tussen de hoogste en de UIT-stand.
De pannen MOGEN NIET GEBRUIKT WORDEN zonder de bijgeleverde pannendragers. Midde­len die het sudderen bevorderen, zoals matjes van asbest of met mazen, worden niet aanbe­volen. Deze kunnen een goede werking van de
De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde installateur. Dit dient volgens de geldende voorschriften en met de grootste zorg te gebeuren. Voorafgaande aan de installatie moet gecon­troleerd worden of de lokale leveringscondities (gassoort en -druk) en de instellingen van het apparaat compatibel zijn.
De gasinstellingen van dit apparaat staan op het gegevensplaatje aan de achterkant van het apparaat (zie afb. 2).
Afb. 2
De installatie en afstelling moet met de groot­ste zorg en volgens de geldende voorschriften door gekwalificeerd personeel worden uitge­voerd.
Als het apparaat aangepast moet worden aan een andere gassoort dan de oorspronkelijke, vindt u bij het garantiebewijs twee bijgesloten labels. Het ene label moet door de installateur aan het typeplaatje van het apparaat worden vastgemaakt, het andere moet bij het garantie­bewijs worden bewaard zodat men de nieuwe afstelling weet.
NL
FR
ES
EN
7
Elektrische aansluiting
Aansluiting van het apparaat
Voordat het apparaat op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, moet eerst worden gecon­troleerd of: – het voedingssysteem is uitgerust met een ef-
fectieve aardverbinding. Zo niet, dan moet dit alsnog en conform de geldende EG-richtlijnen worden gedaan.
– de contactdoos en de vierpolige verbindings-
schakelaar goed bereikbaar zijn zodra het ap­paraat is geïnstalleerd.
De kookplaat wordt geleverd met voedings­kabel. Hieraan moet een gestandaardiseerde stekker worden bevestigd die bestand is tegen de belasting die op het typeplaatje van het ap­paraat is aangegeven. De stekker moet daarna in een geschikte contactdoos worden gestoken (afb. 2). In alle gevallen moet u uit voorzorg de voedingskabel zo plaatsen dat zijn temperatuur op geen enkel moment meer dan 50 °C hoger is dan de omgevingstemperatuur.
De fabrikant is niet aansprakelijk als deze voor­schriften en richtlijnen ter voorkoming van on­gevallen niet worden opgevolgd.
Gasaansluiting
Zorg ervoor dat het apparaat is afgesteld op de lokale gassoorten. Als het apparaat met vloeibaar gas wordt ge­voed, mag er uitsluitend een gecertificeerde en goedgekeurde drukregulator worden gebruikt. Sluit het apparaat conform de geldende voor­schriften en richtlijnen op een gasfles of een gasinstallatie aan.
– De kookplaat kan worden geïnstalleerd met
een goedgekeurde roestvrijstalen, flexibele buis of een starre buis.
– Voor de aansluiting moet een bochtstuk met
schroefdraad (GJ 1/2”) worden gebruikt.
– De sluitring moet ervoor zorgen dat de aan-
sluiting stevig vast blijft zitten.
– Het bochtstuk kan worden verdraaid door de
moer los te draaien. Zodra het bochtstuk de gewenste positie heeft, moet de moer weer worden aangedraaid.
Asbuis
Afb. 3
Belangrijk: Controleer na de installatie de aan­sluitingen met zeepwater op lekkages. Gebruik nooit vuur.
Boretti is niet aansprakelijk als deze veilig­heidsvoorschriften niet worden opgevolgd.
Moer
Sluitring
Verbindingsstuk voor
metalen buis
8
Technische specifi caties
Onderhoud en reiniging
Afmetingen:
Gemonteerde kookplaten breedte diepte
Formaat BGR-88 88 cm 51 cm Formaat BGR-116 116 cm 51 cm
hoek 45 cm
RADIUS min. 67,5 cm RADIUS max. 112,5 cm
Elektrische onderdelen:
Elektronische ontsteking 0,6 VA
Isolatieklasse I
Voedingsspanning 230 V 50 Hz
Reiniging van de gasbranders
Zodra de onderdelen zijn afgekoeld, kunt u de branders verwijderen en ze met warm water en een vloeibaar reinigingsmiddel reinigen. Maak ze goed droog voordat u ze terugplaatst. Controleer eerst of er geen vuil in de openin­gen zit. Als de branders niet correct worden teruggeplaatst, kan dit tot ernstige brandwon­den leiden. Ook de verstuiverhouders (afb. 4) moeten regelmatig worden gereinigd. Vuil dat zich heeft opgehoopt, moet worden verwijderd. Bovendien moet er gecontroleerd worden of de uitstroomopeningen voor het gas niet verstopt zijn.
Pandrager
Branderdeksel
Brander
Verstuiverhouder
Afb. 4
Reiniging van de kookplaat
U moet met het reinigen van de kookplaat wachten totdat de pannendragers, branders en verwarmingsplaten zijn afgekoeld. Schakel voor uw eigen veiligheid ook eerst het apparaat uit via de hoofdschakelaar. Reinig de emaillen, gelakte of chromen onderdelen met warm wa­ter en zeep of een mild, niet-corrosief vloeibaar reinigingsmiddel. Gebruik geen agressieve rei­nigingsmiddelen. Verwijder zure of alkalische stoffen (bijv. citroensap en azijn) zo snel moge­lijk, want zij kunnen het oppervlak beschadigen. Als uw kookplaat van roestvrij staal is vervaar­digd, moet u een vochtige doek en een geschikt, niet-agressief middel (in de handel verkrijgbaar) of hete azijn gebruiken. Maak de kookplaat met een zachte doek of een zeemlap droog.
LET OP: maak geen gebruik van stoomreiniging.
WAARSCHUWING: Houd de openin­gen van de brander met drie ringen schoon. Hiervoor moet u watten ge­bruiken die in een mild niet-agressief en niet-corrosief reinigingsmiddel zijn gedompeld.
NL
FR
ES
EN
9
Reparatie van elektrische onderdelen
Voordat u contact opneemt met onze techni­sche dienst, moet u controleren of: – de stekker nog in de contactdoos zit. – de hoofdschakelaar in uw huis is ingescha-
keld. Laat indien nodig het apparaat repareren door gekwalificeerd personeel.
Haal de stekker uit de contactdoos voordat er onderdelen gedemonteerd worden.
- Vervanging van de voedingskabel De voedingskabel moet van het type HO5RR-F zijn en een dwarsdoorsnede van 3x1 mm heb­ben.
Hij kan als volgt worden vervangen:
– open het klemmenbord; – verbind de draden met de betreffende aan-
sluitklemmen: N (nul) – L (fase) – Earth
(aarde); – bevestig de kabel met de kabelklem; – schroef het klemmenbord weer dicht.
Afb. 5
Let op: De voedings­kabel moet na de in­stallatie bereikbaar zijn.
Verstuivertabel
Gasbrander Gas Werkdruk Debiet Verstuiver Nominaal Beperkt Ø 1/100 mm vermogen vermogen
Kleine hulpbrander Vloeibaar G30 30 mbar 73 g/h 50 1 kW 0,45 kW Vloeibaar G31 37 mbar 90 g/h 50 1 kW 0,45 kW Vloeibaar G30 50 mbar 121 g/h 43 1 kW 0,45 kW Vloeibaar G31 50 mbar 121 g/h 43 1 kW 0,45 kW Aardgas G20 20 mbar 94 l/h 71 1 kW 0,45 kW Aardgas G25 25 mbar 110 l/h 72 1 kW 0,45 kW
Middelgrote, Vloeibaar G30 30 mbar 127 g/h 65 1,75 kW 0,45 kW halfsnelle brander Vloeibaar G31 37 mbar 157 g/h 65 1,75 kW 0,45 kW Vloeibaar G30 50 mbar 212 g/h 58 1,75 kW 0,45 kW Vloeibaar G31 50 mbar 212 g/h 58 1,75 kW 0,45 kW Aardgas G20 20 mbar 158 l/h 96 1,75 kW 0,45 kW Aardgas G25 25 mbar 165 l/h 94 1,75 kW 0,45 kW
Grote, Vloeibaar G30 30 mbar 218 g/h 85 3 kW 0,85 kW snelle brander Vloeibaar G31 37 mbar 269 g/h 85 3 kW 0,85 kW Vloeibaar G30 50 mbar 363 g/h 75 3 kW 0,85 kW Vloeibaar G31 50 mbar 363 g/h 75 3 kW 0,85 kW Aardgas G20 20 mbar 270 l/h 115 3 kW 0,85 kW Aardgas G25 25 mbar 292 l/h 121 3 kW 0,85 kW
Brander met Vloeibaar G30 30 mbar 240 g/h 93 3,3 kW 1,40 kW drie ringen Vloeibaar G31 37 mbar 296 g/h 93 3,3 kW 1,40 kW Vloeibaar G30 50 mbar 400 g/h 73 3,3 kW 1,40 kW Vloeibaar G31 50 mbar 400 g/h 73 3,3 kW 1,40 kW Aardgas G20 20 mbar 328 l/h 124 3,3 kW 1,40 kW Aardgas G25 25 mbar 323 l/h 130 3,3 kW 1,40 kW
Brander Vloeibaar G30 30 mbar 65 g /h 46 0,9 kW 0,3 kW met Vloeibaar G31 37 mbar 80 g /h 46 0,9 kW 0,3 kW twee Vloeibaar G30 50 mbar 108 g/h 43 0,9 kW 0,3 kW ringen Vloeibaar G31 50 mbar 108 g/h 43 0,9 kW 0,3 kW Aardgas G20 20 mbar 85 l/h 72 0,9 kW 0,3 kW Aardgas G25 25 mbar 100 l/h 69 0,9 kW 0,3 kW
Vloeibaar G30 30 mbar 306 g/h 66 4,2 kW 1,75 kW Vloeibaar G31 37 mbar 377 g/h 66 4,2 kW 1,75 kW Vloeibaar G30 50 mbar 510 g/h 61 4,2 kW 1,75 kW Vloeibaar G31 50 mbar 510 g/h 61 4,2 kW 1,75 kW Aardgas G20 20 mbar 400 l/h 102 4,2 kW 1,75 kW Aardgas G25 25 mbar 460 l/h 105 4,2 kW 1,75 kW
IN T.
TOT.
10
Let op: Controleer regelmatig de staat van de
flexibele gasbuis en vervang deze als u gebre­ken constateert. Het verdient aanbeveling hem ten minste één keer per jaar te controleren. De buis mag uitsluitend door gekwalificeerd perso­neel worden vervangen.
Waarschuwingen
– Als de gasvlam per ongeluk uitgaat, moet de
knop op de UIT-stand worden gezet. Wacht ten minste 1 minuut voordat u de brander weer probeert aan te steken.
– Kooktoestellen die op gas werken, produceren
warmte en vochtigheid in de ruimte waarin zij zijn geïnstalleerd. Deze ruimte moet goed geventileerd worden. Blokkeer daartoe de aanwezige ventilatieopeningen niet en houd ze open of installeer een afzuigkap met af­voerkanaal.
– Bij intensief en langdurig gebruik van het ap-
paraat kan extra ventilatie noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld het openen van een raam of een effectievere ventilatie. Indien mogelijk kan ook het mechanische vermogen van de afzuigkap worden vergroot.
Regelmatige smering van de kranen
Dit moet door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Met hen moet ook contact worden opgenomen als het apparaat niet (goed) werkt. Het verdient echter aanbeveling de kranen en de sluitringen te vervangen telkens als er werk­zaamheden aan de kranen zijn.
Knoppen
– De branderknoppen van de gaskookplaat mo-
gen UITSLUITEND WORDEN VERWIJDERD voor onderhoud (de minimale vlamsterkte afstellen) en NIET voor reiniging.
– Zij moeten in de juiste volgorde en op hun
oorspronkelijke plek worden teruggeplaatst. Aanpassingen kunnen ertoe leiden dat het ap­paraat niet meer (goed) werkt.
Problemen en oplossingen
Probleem Oplossing
De gastoevoer lijkt onre­gelmatig.
Het ruikt naar gas.
Als de problemen blijven of niet verholpen kun­nen worden via de bovenstaande oplossingen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum en geef aan de betreffende medewerker het geconstateerde probleem en het op het garantiebewijs van het apparaat ver­melde model-, product- en serienummer door.
Let op!
Dit apparaat kan uitsluitend worden geïnstal­leerd en gebruikt in permanent en conform de voorschriften geventileerde ruimten.
Installatieruimten
Om ervoor te zorgen dat de gasinstallatie goed werkt, moet er in de ruimte waarin deze is ge­plaatst, voldoende lucht beschikbaar zijn voor de verbranding van het gas. Dit dient in over­eenstemming met de voorschriften te zijn. De openingen moeten ten minste 100 cm² groot zijn, zodat zij zowel van binnen als van buiten niet geblokkeerd kunnen worden. Bovendien moeten zij zich dicht bij de grond bevinden. Elk ander type ventilatie moet voldoen aan de voor­schriften.
Dampafvoer
Gasinstallaties moeten de verbrandingspro­ducten direct naar buiten afvoeren via een rookkanaal, afzuigkap of op elektrische wijze.
– Controleer of de gaskraan
openstaat.
– Reinig de openingen van
de vlamverdeler en de verstuiver.
– Controleer de positie van
de brander.
– Zorg ervoor dat alle knop-
pen in de UIT-stand staan.
– Controleer de staat van
de toevoerbuis en de bij­behorende aansluitingen.
NL
FR
ES
EN
11
De stroomsnelheid moet zodanig zijn dat de
hole 40 x 400 mm
Min. 100
585
560
Undercounting separating panel with holes for the gas pipe and lead
R 105
880
510
R 135
56
490
840
R 105
R 136,5
880
510
R 135
56
1,2
490
513
840
883
1160
360
R 360
56
R 170
340
1140
1160
360
R 360
56
R 170
R 181,5
340
363
1140
1163
1,2
lucht ten minste drie keer per uur volledig wordt ververst. Let erop dat de voor verbran­ding noodzakelijke lucht 2 m3/h bedraagt voor elke kW nominale warmtecapaciteit (zie het typeplaatje).
Montage van een kook­plaat in een module
De kookplaten kunnen gemonteerd worden op alle modules van hout, kunststof, metaal en graniet, mits ze hittebestendig (120 °C) zijn.
Maatschetsen van de gemonteerde en onder­steunde kookplaten en de inbouwopeningen Afmetingen in mm
BGR-88 – ingebouwd
De apparaten zijn geclassificeerd als type y. Dit betekent dat een eventuele zijwand hoger mag zijn dan de kookplaat. Gemonteerde kookplaten behoren tot klasse 3.
Deze apparaten kunnen ook boven op een oven wordt aangebracht. Als de kookplaat boven op een oven wordt ge­monteerd, moet er een scheidingsplaat worden gebruikt waarop de kookplaat rust. Hierbij moet de afstand tot de onderbouw ten minste 100 mm bedragen. In de achterkant mogen uitslui­tend gaten gemaakt worden voor de gasbuis en de voedingskabel van de kookplaat.
De afmetingen van de kookplaten, de inbouw­openingen en onderbouwmodules worden in de onderstaande maatschetsen weergegeven.
Afb. 6
BGR-88 – verzonken
Afdichtstrip h=1,2 mm
BGR-116 – ingebouwd
BGR-116 – verzonken
Afdichtstrip h=1,2 mm
12
Montageschema voor gemonteerde kookplaten
Top 1 Hob
10
Bracket Bracket
Screw Screw
Silicone
Hob
1,5
1,2
10
30/40 30/40
De kookplaten worden geleverd met beugels, zodat zij op elk type werkblad kunnen worden gemon­teerd. Het bijbehorende montageschema ziet er als volgt uit:
NL
FR
ES
EN
13
Milieuvoorschriften
Mocht u om wat voor reden dan ook het ap­paraat willen afdanken, houdt u zich dan aan het volgende: Bezorg het apparaat bij het plaatselijk bevoeg­de bedrijf voor het inzamelen van afgedankte huishoudelijke apparaten. Met een correcte verwerking kunnen waardevolle materialen op intelligente wijze gerecycled worden. Voordat u uw apparaat wegdoet is het belangrijk dat u de elektrische voedingskabel afsnijdt en sa­men met de stekker verwijderd. Dit apparaat is voorzien van het merkteken conform de Europese richtlijn 2002/96EG betreffende af­gedankte elektrische en elektronische appara­tuur. De richtlijn bepaalt de normen voor het inzamelen en recyclen van de afgedankte appa­ratuur welke gelden voor het gehele territorium van de Europese Unie.
14
Avant-propos
Boretti vous félicite de cette nouvelle acquisition pour votre cuisine. Boretti vous remercie également de la confiance que vous manifestez pour notre marque en achetant ce produit.
Avant d’en faire usage, nous vous conseillons de lire attentivement son mode d’emploi afin d’éviter tout problème et de vous garantir une utilisation correcte et en toute sécurité.
Si vous aviez cependant des questions à la lecture de ce mode d’emploi ou en cours d’utilisation de votre produit Boretti, n’hésitez pas à nous en faire part.
Vous trouverez les coordonnées de Boretti au verso de ce mode d’emploi.
Nous vous souhaitons un usage agréable !
Boretti
NL
FR
ES
EN
15
Sommaire
Préface 16
Sécurité 16
Instructions destinées à l’utilisateur 16
Plaque
Localisation des brûleurs et description du panneau de contrôle 17 Procédure d’utilisation des brûleurs 17 Sélection des brûleurs 17
Instructions destinées à l’installateur 18 Raccordement électrique 19 Raccordement du gaz 19 Raccordement de l’appareil 19
Caractéristiques techniques
Dimensions 20 Composants électriques 20
Maintenance et nettoyage
Nettoyage de la plaque 20 Nettoyage des brûleurs à gaz 20 Réparations des pièces électriques 21
Tableau des buses 21
Avertissements
Graissage régulier des robinets 22 Boutons 22
Problèmes et suggestions 22 Emplacement d’installation 22 Évacuation de la fumée 22
Insertion d’une plaque dans une unité modulaire 23
Schéma d’assemblage pour les plaques intégrées 24
Directives relatives à l’environnement 25
Loading...
+ 35 hidden pages