Blaupunkt PHOENIX CD 70, DENVER CD 70, ORLANDO CD 70, HAMBURG CD70 INSTALLATION [nl]

Gebruiksaanwijzing
Radio / CD
Denver CD70 Hamburg CD70 Orlando CD70 Phoenix CD70
Bitte aufklappen
Ouvrir s.v.p.
Aprite la pagina
Hier openslaan a.u.b.
Öppna
Por favor, abrir
Favor abrir
2
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
2
1
3
4
5
6
ITALIANO
NEDERLANDS
14
13
12
11
10
9
8
7
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
3
BEDIENINGSELEMENTEN
1 -toets, voor het openen van het be-
dieningspaneel
2 Toets voor het in- en uitschakelen van
het apparaat en geluidsonderdrukking (mute) van het apparaat
3 Volumeregelaar 4 Softkeys, de functie van de softkeys is
telkens afhankelijk van de inhoud van het display
5 OK-toets, voor het bevestigen van
menuopties en het verlaten van het menu
6 DEQ-toets, voor het oproepen van het
equalizer-menu
7 Multifunctionele tuimeltoets 8 MENU-toets, oproepen van het menu
voor de basisinstellingen
9 AUD-toets, bass, treble, balans, fader
en loudness instellen
: DIS-toets, wisselen van display-in-
houd
; Display < CD-toets, voor het starten van de cd-
weergave
= CDC-toets, voor het starten van de
weergave van de cd-wisselaar (alleen indien aangesloten) of weergave van een externe audiobron (alleen indien aangesloten)
> TUNE-toets, voor het starten van de
radioweergave Oproepen van het radio-functiemenu (alleen mogelijk bij radioweergave)
116
INHOUDSOPGAVE
OPMERKINGEN .......................... 118
Verkeersveiligheid ............................... 118
Inbouw................................................. 118
Accessoires......................................... 118
Garantie .............................................. 118
Internationale telefonische informatie . 118
Diefstalbeveiliging KeyCard ...... 119
KeyCard plaatsen................................ 119
KeyCard verwijderen ........................... 119
Tweede KeyCard programmeren/
KeyCard vervangen............................. 119
KeyCard verloren of beschadigd ......... 120
Programmeren van een nieuwe
KeyCard / Mastercode invoeren.......... 120
Optische aanduiding als diefstal-
beveiliging (LED) ................................. 120
Radiopas-gegevens tonen .................. 121
Onderhoud van de KeyCard................ 121
In- en uitschakelen..................... 121
Volume instellen ......................... 122
Klankkleur en volume-
verhouding.................................. 123
Display instellen......................... 124
Radioweergave........................... 125
Radioweergave inschakelen ............... 125
RDS-comfortfunctie (AF, REG) ........... 125
Golfgebied / geheugenniveau kiezen.. 126
Zenders instellen................................. 126
Gevoeligheid van de zoekafstemming
instellen ............................................... 126
Zenders programmeren ...................... 127
Zenders automatisch programmeren
(Travelstore) ........................................ 127
Geprogrammeerde zenders oproepen 127
Zenders kort weergeven ..................... 127
Duur van het fragment wijzigen
(Scantime)........................................... 128
Programmatype (PTY) ........................ 128
Radio-ontvangst optimaliseren............ 129
Stereo/mono wisselen......................... 130
Wisselen van displayweergave ........... 130
Verkeersinformatie ..................... 130
CD-Weergave .............................. 131
Cd-weergave starten, cd plaatsen ...... 131
Cd verwijderen .................................... 132
Titels kiezen ........................................ 132
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar).......... 132
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ................................. 132
Titels kort weergeven (SCAN)............. 132
Titel herhalen (REPEAT) ..................... 132
Wisselen van displayweergave ........... 132
Verkeersinformatie tijdens
cd-weergave........................................ 133
Favoriete titels van een cd
programmeren..................................... 133
Cd’s een naam geven ......................... 134
Weergave van cd-wisselaar
(optie) .......................................... 135
Weergave van cd-wisselaar starten .... 135
Cd kiezen ............................................ 135
Titels kiezen ........................................ 135
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar).......... 135
Wisselen van displayweergave ........... 135
Losse titel of hele cd’s herhaald
afspelen (REPEAT) ............................. 135
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ................................. 136
Alle titels van alle cd’s kort weergeven
(SCAN)................................................ 136
Cd’s een naam geven ......................... 136
Favoriete titels van een cd
programmeren..................................... 137
CLOCK - Kloktijd ........................ 138
Kloktijd instellen .................................. 138
Klokmodus 12/24 uur kiezen............... 139
Kloktijd permanent laten weergeven wanneer het apparaat uitgeschakeld is 139
Equalizer ..................................... 139
Aanwijzingen voor de instelling ........... 139
Equalizer in- en uitschakelen .............. 139
Equalizer instellen ............................... 140
Kwaliteitsfactor voor het filter instellen 140
Preset-klankinstelling kiezen............... 140
Niveau-aanduiding instellen ................ 140
Hulptabel voor het instellen van de
equalizer.............................................. 141
Externe audiobronnen ............... 142
TMC voor dynamische
navigatiesystemen ..................... 142
Voorversterker / subout ............. 143
Technische gegevens ................ 143
Inbouwhandleiding .................... 226
117
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
OPMERKINGEN
Het doet ons veel genoegen dat u hebt geko­zen voor een Blaupunkt-product en wij wen­sen u veel plezier van uw nieuwe autoradio.
Let op:
Lees deze handleiding zorgvuldig door voor­dat u de autoradio in gebruik neemt en maak uzelf vertrouwd met het apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de auto voor als u later vragen hebt.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Bedien uw autoradio alleen wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van de rit vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen van politie, brandweer en reddingsdiensten moeten tijdig te horen zijn. Beluister daar­om tijdens het rijden uw programma daar­om alleen met een gepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen, leest u dan de aanwijzingen voor inbouw en aansluiting aan het einde van de gebruiks­aanwijzing.
Cd-wisselaar (changer)
De volgende Blaupunkt-cd-wisselaars kun­nen worden aangesloten: CDC A 06, CDC A 08, CDC A 072 en IDC A 09. Via een adapterkabel (Blaupunkt-nr. 7 607 889 093) kunnen ook de cd-wisselaars CDC A 05 en CDC A 071 worden aangesloten.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar de wettelijke bepalingen binnen het land waar het apparaat is gekocht. Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft Blau­punkt twaalf maanden garantie. Wanneer u vragen hebt over de garantie kunt u contact opnemen met uw Blaupunkt-vak­handelaar. De aankoopbon geldt in alle ge­vallen als garantiebewijs.
Internationale telefonische informatie
Wanneer u vragen over de bediening hebt of nadere informatie nodig hebt, kunt u ons bel­len! De nummers van de telefonische informatie vindt u op de laatste bladzijde van deze ge­bruiksaanwijzing.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires.
Afstandsbediening
Met de als optie verkrijgbare afstandsbedie­ningen RC 08, RC 10 of RC 10H kunt u de basisfuncties van uw autoradio veilig en com­fortabel bedienen.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers kunnen worden gebruikt.
118
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegeleverd. De autoradio kan ook met een tweede Key-
Card worden bediend. Wanneer een KeyCard verloren of bescha-
digd raakt, kan uw dealer u aan een vervan­gende KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, worden de instellingen van de eerste KeyCard over­genomen op de tweede. U heeft echter de mogelijkheid om de volgende functies afzon­derlijk te programmeren: bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-, treble-, balans- en fader-instelling, loudness, volume van de verkeersinformatie, equalizer­instelling.
Bovendien blijven de laatst ingestelde waar­den voor golfgebied, zenderafstemming, ver­keersinformatie, RDS, REG, duur van het scan-fragment, gevoeligheid van de zoekaf­stemming, volume bij inschakelen en SHARX bewaard.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard de door u gekozen basisinstelling opnieuw aan.
KeyCard plaatsen
Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het bedieningspaneel:
Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
Plaats de KeyCard met het contactop-
pervlak naar beneden, zoals aangege­ven op de afbeelding (pijl 1).
2
3
1
Schuif de kaart met de sleuf in de rich-
ting van de pijl (2) voorzichtig tot de aan­slag.
Sluit het bedieningspaneel (pijl 3).
Let op:
Wanneer een voor het apparaat vreemde kaart wordt geplaatst, bv. een bankpas, ver­schijnt “WRONG KC” op het display . Verwijder de vreemde kaart en plaats een KeyCard die bekend is bij het apparaat.
KeyCard verwijderen
Om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
Druk op knop 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
Schuif de kaart met de sleuf naar rechts
tot de aanslag.
Trek de kaart uit het bedieningspaneel.Sluit het bedieningspaneel.
Let op:
Om diefstal te voorkomen moet de KeyCard bij het verlaten van de auto worden verwij­derd en dient het bedieningspaneel open te worden gelaten.
Het bedieningspaneel moet om veilig­heidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
Tweede KeyCard programmeren/ KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard wor­den geprogrammeerd wanneer het apparaat in bedrijf is met de eerste KeyCard. Wanneer u een tweede KeyCard wilt program­meren:
Plaats de eerste KeyCard en zet het ap-
paraat aan.
Druk op toets MENU 8.Houd toets of 7 ingedrukt totdat
op het display “LEARN KC” wordt weer­gegeven.
119
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DIEFSTALBEVEILIGING
Druk op toet 7.
Op het display verschijnt “CHANGE”.
Verwijder de eerste KeyCard.Plaats de nieuwe KeyCard.
Op het display verschijnt “LEARN OK”. Om het menu te verlaten:
Druk op toets MENU 8.
De autoradio kan nu ook met de nieuwe Key­Card worden bediend.
Let op:
Er kunnen telkens maximaal twee KeyCards worden gebruikt.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor het apparaat bezit en een derde KeyCard pro­grammeert, kan het apparaat niet meer wor­den bediend met de KeyCard die niet gebruikt werd bij het programmeren.
KeyCard verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het apparaat behorende KeyCards beschadigd of verloren zijn geraakt, kunt u een nieuwe KeyCard programmeren.
Een nieuwe KeyCard is te verkrijgen bij uw dealer.
Om de nieuwe KeyCard te kunnen gebrui­ken, hebt u de mastercode van het apparaat nodig, die te vinden is in de autoradiopas van het apparaat. Lees voor het programmeren van een nieuwe KeyCard het gedeelte “Pro­grammeren van een nieuwe KeyCard”.
Bewaar de autoradiopas op een veili-
ge plaats, doch niet in de auto.
Programmeren van een nieuwe KeyCard / Mastercode invoeren
Wanneer u geen voor het apparaat geldige KeyCard meer bezit en een nieuwe KeyCard wilt programmeren:
Plaats de nieuwe, niet bij het apparaat
bekende KeyCard.
➮ Sluit het bedieningspaneel. ➮ Schakel het apparaat eventueel uit. ➮ Houd de toetsen TUNE > en ST1 4
tegelijkertijd ingedrukt.
Zet het apparaat aan met toets 2.
Op het display verschijnt “0000”. Voer nu de viercijferige mastercode uit de
autoradiopas als volgt in:
Voer de cijfers van de mastercode tel-
kens in met de toetsen hiervoor zo vaak op de toetsen dat het gewenste cijfer op het display verschijnt.
/ 7. Druk
Verander de invoerpositie met de toet-
sen 7.
Druk wanneer de mastercode correct
wordt weergegeven op toets OK 5.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd wanneer het apparaat overschakelt op weergave.
Optische aanduiding als diefstalbeveiliging (LED)
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld en de KeyCard is verwijderd, kan de verlichting van de inschakeltoets en van de opening van de cd-speler knipperen. Hiervoor moet de instel­ling “LED” in het menu op “ON” zijn ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“LED ON” resp. “LED OFF” op het dis­play verschijnt.
Druk op toets of 7 om te kiezen
tussen de instellingen aan (ON) en uit (OFF).
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
120
IN- EN UITSCHAKELENDIEFSTALBEVEILIGING
Radiopas-gegevens tonen
Met de geleverde KeyCard kunt u de gege­vens van de radiopas, zoals naam van het apparaat, typenummer (7 6...) en apparaat­nummer op het display laten weergeven.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“READ KC” op het display verschijnt.
Druk op toets 7.
Op het display verschijnen de gegevens van de radiopas in de vorm van een lichtkrant.
Om het menu te verlaten:
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard is gewaarborgd wanneer de contacten vrij zijn van vreemde deeltjes. Vermijd directe aanra­king van de contacten met de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard indien nodig met een in alcohol gedrenkte, vezel­vrije doek.
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen staan u diverse mogelijkheden ter beschikking.
In- en uitschakelen met toets 2
Om het apparaat in te schakelen drukt u
op toets 2.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Om het apparaat uit te schakelen houdt
u toets 2 langer dan twee seconden ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het con­tactslot van de auto is verbonden en het ap­paraat niet met toets 2 is uitgeschakeld, wordt het met het contact in- en uitgescha­keld.
U kunt het apparaat ook inschakelen wan­neer het contact is uitgeschakeld.
Druk hiervoor op toets 2.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt het apparaat bij uitgeschakeld contact na een uur automatisch uitgeschakeld.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
In- en uitschakelen met de KeyCard
U kunt de autoradio ook in- en uitschakelen door de KeyCard te plaatsen resp. te verwij­deren, mits het apparaat niet van tevoren is uitgeschakeld met toets 2. Lees voor het plaatsen en verwijderen van de KeyCard het gedeelte “Diefstalbeveiliging KeyCard”.
121
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
VOLUME
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 66 (maximaal) worden ingesteld.
Om het volume te vergroten draait u de
volumeregelaar naar rechts.
Om het volume te verkleinen draait u de
volumeregelaar naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat speelt wanneer het wordt ingeschakeld, kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets 7 dat “ON
VOL” op het display verschijnt.
Stel het volume bij inschakelen in met
-toetsen 7 of met de volumere-
de gelaar.
Wanneer u een volume onder de waarde “1” instelt, verschijnt “LAST VOL” op het display . Dit betekent dat het volume dat u voor het uitschakelen gebruikte, bij het inschakelen opnieuw geactiveerd wordt.
Gevaar voor ernstig letsel! Wanneer de waarde voor het inschakel­volume op het maximum is ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
Wanneer het volume voor het uitscha­kelen op het maximum was ingesteld en de waarde voor het inschakelvolume op “LAST VOL” is ingesteld, kan het volume bij het inschakelen zeer groot zijn.
In beide gevallen kan ernstige gehoorbe­schadiging worden veroorzaakt!
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen (Mute).
Druk kort op toets 2.
Op het display verschijnt “MUTE”.
Geluidsonderdrukking (Mute) opheffen
Druk kort op toets 2.
of
draai de volumeregelaar 3.
Geluidsonderdrukking tijdens gebruik van de telefoon
Wanneer uw autoradio op een mobiele tele­foon is aangesloten, wordt het geluid van de autoradio bij het opnemen van de telefoon onderdrukt. Hiervoor moet de telefoon op de in de inbouwhandleiding beschreven manier op de autoradio zijn aangesloten. Wanneer er tijdens een telefoongesprek een verkeersbericht wordt ontvangen en de voor­rang voor verkeersinformatie geactiveerd is, wordt het verkeersbericht weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Verkeersinformatie”.
Volume voor de bevestigingstoon instellen
Wanneer u bij bepaalde functies een toets langer dan twee seconden ingedrukt houdt, bv. voor het opslaan van een zender onder een voorkeuzetoets, is een bevestigingssig­naal (pieptoon) te horen. Het volume van de pieptoon kan worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets 7 dat “BEEP”
op het display verschijnt.
Stel het volume in met de -toetsen
7 of met de volumeregelaar . “0” bete­kent pieptoon uit, “9” betekent maximaal volume van de pieptoon.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
122
KLANKKLEUR EN VOLUMEVERHOUDING
Klankkleur en volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass, treble en loudness voor alle audiobronnen apart instel­len.
Bass instellen
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk op toets of 7 om de bass in
te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Treble instellen
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“TREBLE” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om de treble in
te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Loudness
Loudness betekent de versterking van de lage tonen bij een gering volume, in overeenstem­ming met het gehoor.
Druk op toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“LOUD” op het display verschijnt.
Druk op de -toetsen 7 om de loud-
ness in te stellen. “LOUD OFF” betekent geen loudness, “LOUD 6” betekent maximale loudness-versterking.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Volumeverhouding rechts/links (balans) instellen
Om de balans in te stellen drukt u op
toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“BAL” op het display verschijnt.
Druk op de -toetsen 7 om de volu-
meverhouding rechts/links in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
Volumeverhouding voor/achter (fader) instellen
Om de balans in te stellen drukt u op
toets AUD 9.
Op het display verschijnt “BASS”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“FADER” op het display verschijnt.
Druk op de -toetsen 7 om de volu-
meverhouding voor/achter in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
TA-SOUN D
U kunt de instellingen voor klankkleur en vo­lumeverhouding apart instellen voor verkeers­informatie.
Houd de softkey 4 met de displayaan-
duiding “TA” langer dan twee seconden ingedrukt.
“TA-SOUND” verschijnt op het display.
Druk zo vaak op toets of 7 dat de
gewenste parameter op het display ver­schijnt.
Voer de instellingen uit met toetsen
of 7.
Wanneer het instellen voltooid is:
Druk op toets AUD 9.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
123
DISPLAY
Display instellen
U kunt het display aanpassen aan de inbouw­positie in uw auto en aan uw eigen wensen.
Afleeshoek instellen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“ANGLE” op het display verschijnt.
Stel de afleeshoek in met de toetsen
of 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Helderheid van het display instellen
Wanneer uw autoradio is aangesloten zoals beschreven in de inbouwhandleiding, wordt de helderheid van het display samen met de rijverlichting omgeschakeld. De displayhelder­heid kan afzonderlijk voor dag en nacht wor­den ingesteld is stappen van 1-9.
Displayhelderheid dag
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“DIM DA Y” op het display verschijnt.
Stel de helderheid in met de toetsen
of 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Displayhelderheid nacht
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“DIM NGHT” op het display verschijnt.
Stel de helderheid in met de toetsen
of 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
124
RADIOWEERGAVE
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-radio­ontvanger. V eel van de ontvangbare FM-zen­ders zenden een signaal uit dat naast het pro­gramma ook informatie zoals de naam van de zender en het programmatype (PTY) be­vat. De naam van de zender wordt, zodra deze kan worden ontvangen, op het display weer­gegeven. Het programmatype kan naar wens worden weergegeven. Lees hiervoor het ge­deelte “Programmatype (PTY)”.
Radioweergave inschakelen
Wanneer het apparaat zich in een van de andere weergavesoorten bevindt:
Druk op toets TUNE >.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve fre­quentie) en REG (regionaal) vergroten het prestatiespectrum van uw autoradio (alleen bij FM-radioweergave).
AF: Wanneer de RDS-comfortfunctie
geactiveerd is, zoekt het apparaat op de achtergrond automatisch naar de als beste te ontvangen frequentie van de ingestelde zender.
REG: Sommige zenders verdelen hun
programma op bepaalde tijden in regio­nale programma’s met verschillende in­houd. Met de REG-functie wordt voorko­men dat de autoradio overschakelt op alternatieve frequenties met een andere programma-inhoud.
Let op:
REG moet apart in het menu worden geacti­veerd / gedeactiveerd.
RDS-comfortfunctie in- en uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en REG te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “RDS”.
De RDS-comfortfuncties zijn actief wanneer RDS op het display wordt weergegeven. Bij het in- en uitschakelen van de RDS-comfort­functies wordt kort “REG ON” resp. “REG OFF” weergegeven.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
REG in- en uitschakelen
Om de REG-comfortfunctie te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “REG”.
Wanneer de REG-functie wordt in- resp. uit­geschakeld, wordt kort “REG ON” resp. “REG OFF” weergegeven op het display.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
125
RADIOWEERGAVE
Golfgebied / geheugenniveau kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de fre­quentiebanden FM, alsmede MW en L W (AM) ontvangen. Voor het golfgebied FM zijn drie geheugenniveaus en voor de golfgebieden MW en L W elk één geheugenniveau beschik­baar. Op elk geheugenniveau kunnen zes zenders worden geprogrammeerd.
FM-geheugenniveau kiezen
Om te wisselen tussen de FM-geheugenni­veaus:
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “NEXT” dat het ge­wenste geheugenniveau op het display verschijnt.
De geheugenniveaus worden opgeroepen in de volgorde FM I, FM II en FMT.
Golfgebied kiezen
Om een golfgebied te kiezen uit FM, MW en LW:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display .
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “BND” dat het ge­wenste golfgebied op het display ver­schijnt.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om zen­ders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
Druk op toets of 7.
De eerstvolgende ontvangbare zender wordt ingesteld.
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instellen.
Druk op de toetsen of 7.
Let op:
Er kunnen alleen met de hand zenders wor­den ingesteld wanneer de RDS-comfortfunc­tie gedeactiveerd is.
Bladeren in zenderketens (alleen FM)
Wanneer een zender meerdere programma’ s biedt, kunt u bladeren in deze zgn. “zender­keten”.
Druk op toets of 7 om naar de
volgende zender van de zenderketen te gaan.
Let op:
Om deze functie te kunnen gebruiken moet de RDS-comfortfunctie geactiveerd zijn.
U kunt zo alleen wisselen tussen zenders die u al eerder hebt ontvangen. Gebruik hiervoor de Scan- of de Travelstore-functie.
Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook zwak­ke zenders worden ingesteld.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“FM-SENS” op het display wordt weer­gegeven.
Op het display wordt de actuele waarde voor de gevoeligheid aangegeven. “SENS 6” be­tekent de hoogste gevoeligheid voor de ont­vangst van ver weg gelegen zenders, “SENS 1” is de geringste.
Stel de gewenste gevoeligheid in met
de -toetsen 7.
126
RADIOWEERGAVE
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Zenders programmeren
Zenders handmatig programmeren
Kies het gewenste geheugenniveau FM
I, FM II, FMT of een van de golfgebie­den MW of L W .
Stel de gewenste zender in zoals be-
schreven onder “Zenders instellen”.
Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “ST1” - “ST6” waaronder de zender moet worden opgeslagen, lan­ger dan twee seconden ingedrukt.
Zenders automatisch programmeren (Travelstore)
U kunt de zes sterkste zenders uit de regio automatisch programmeren (alleen FM). De zenders worden opgeslagen op geheugen­niveau FMT .
Let op:
Eerder op dit niveau geprogrammeerde zen­ders worden hierbij gewist.
Om de Travelstore-functie te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display .
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “TS”.
Het programmeren begint. Op het display verschijnt “T-STORE”. W anneer de program­mering voltooid is, wordt de zender op ge­heugenpositie 1 van geheugenniveau FMT weergegeven.
Geprogrammeerde zenders oproepen
Kies het geheugenniveau resp. het golf-
gebied.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “ST1” - “ST6” van de ge­wenste zender.
Zenders kort weergeven
Ontvangbare zenders kort weergeven (Radio Scan)
U kunt alle ontvangbare zenders kort laten weergeven. De duur van het fragment kan in het menu worden ingesteld tussen 5 en 30 se­conden.
Radio Scan starten
Om Radio Scan te starten:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA”.
Het scannen begint. “SCAN” wordt kort weer­gegeven op het display , daarna verschijnt de actuele zendernaam resp. de frequentie knip­perend.
Geprogrammeerde zenders kort weergeven (Preset Scan)
U kunt alle op de geheugenniveaus gepro­grammeerde zenders die op dat moment ontvangbaar zijn, kort laten weergeven. De duur van het fragment kan in het menu wor­den ingesteld tussen 5 en 30 seconden.
Preset Scan starten
Om Preset Scan te starten:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
127
RADIOWEERGAVE
Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “SCA” langer dan een seconde ingedrukt.
Het scannen begint. “SCAN” wordt kort weer­gegeven op het display . De geheugenniveaus worden achter elkaar gescand, de weerge­geven geheugenpositie “ST1” - “ST6” wordt telkens invers weergegeven.
SCAN beëindigen, zender verder beluisteren
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”.
Het scannen wordt beëindigd, de laatst weer­gegeven zender blijft actief.
Duur van het fragment wijzigen (Scantime)
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“SCANTIME” op het display verschijnt.
Stel de gewenste duur van het fragment
in met de toetsen
7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden opgeslagen.
Let op:
De ingestelde duur van het fragment geldt ook voor het scannen bij de weergave van cd, cassette, MiniDisc en cd-wisselaar (al naar gelang de uitrusting van de autoradio).
Programmatype (PTY)
Naast de naam van de zender geven sommi­ge FM-zenders ook informatie door over het type van hun programma. Deze informatie kan door uw autoradio worden ontvangen en weergegeven.
Zulke programmatypes kunnen bv . zijn: CUL TURE TRAVEL JAZZ SPORT NEWS POP ROCK CLASSICS
Met de PTY -functie kunt u gericht zenders met een bepaald programmatype kiezen. Wanneer u een PTY-zoekdoorloop hebt ge­start en er wordt geen zender gevonden, wordt de zoekdoorloop op de achtergrond verder uitgevoerd. Zodra dan een zender met het gekozen pro­grammatype wordt ontvangen, schakelt het apparaat automatisch van de actuele zender resp. vanuit de weergave van cd, cassette, MiniDisc of cd-wisselaar (al naar gelang de uitrusting van de autoradio) over op de zen­der met het gekozen programmatype.
PTY in- en uitschakelen
Om de PTY -functie te gebruiken:
Druk tijdens de radioweergave op toets
TUNE >.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “PTY”.
Wanneer PTY wordt ingeschakeld geeft het display kort het gekozen programmatype weer. PTY is verlicht op het display.
Om terug te keren naar het radio-basisme­nu:
Druk op toets TUNE > of wacht acht
seconden. De instellingen worden opge­slagen.
Programmatype kiezen en zoekdoorloop starten
Druk op toets of 7.
Het actuele programmatype wordt weerge­geven op het display .
Wanneer u een ander programmatype wilt kiezen:
Druk zo vaak op of 7 dat het ge-
wenste programmatype verschijnt.
Of
128
RADIOWEERGAVE
Om een opgeslagen programmatype te
kiezen drukt u op een van de softkeys 4 met de display-aanduiding “ST1” ­“ST6”.
Het gekozen programmatype wordt kort weer­gegeven. Om de zoekdoorloop te starten:
Druk op toets of 7.
De eerstvolgende zender met het gekozen programmatype wordt ingesteld.
Let op:
Wanneer geen zender met het gekozen pro­grammatype wordt gevonden, is een pieptoon te horen en verschijnt op het display kort “NO PTY”. De laatst ontvangen zender wordt op­nieuw ingesteld.
Programmatype programmeren onder de voorkeuzetoetsen
Kies een programmatype met de toet-
sen of 7.
Om een programmatype te programme-
ren houdt u een van de softkeys 4 met de display-aanduiding “ST1” - “ST6” lan­ger dan een seconde ingedrukt.
Het programmatype is geprogrammeerd on­der de gekozen voorkeuzetoets.
PTY-taal instellen
U kunt de taal instellen waarmee de program­matypes worden weergegeven.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“PTY LANG” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om te kiezen
uit de talen “DEUTSCH”, “ENGLISH” en “FRANCAIS”.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Radio-ontvangst optimaliseren
Storingsafhankelijke demping van de hoge tonen (HICUT)
De HICUT-functie zorgt voor een geluidsver­betering bij slechte radio-ontvangst. Wanneer sprake is van ontvangststoringen worden de hoge tonen, en daarmee de storing, automa­tisch zachter weergegeven.
HICUT instellen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“HICUT” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om HICUT in
te stellen.
“HICUT 3” betekent de sterkste automatische afzwakking van de hoge tonen en de storing, “NO HICUT” betekent geen afzwakking.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Storingsafhankelijke wisseling van bandbreedte (SHARX)
Met de SHARX-functie hebt u de mogelijk­heid om storingen door aangrenzende zen­ders vergaand tegen te gaan. Schakel de SHARX-functie in bij een hoge zenderdicht­heid.
SHARX in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“SHARX” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om SHARX in
resp. uit te schakelen.
“SHARX ON” betekent automatische wisse­ling van bandbreedte, “NO SHARX” betekent geen omschakeling.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
129
RADIOWEERGAVE
VERKEERSINFORMATIE
Stereo/mono wisselen
Bij slechte ontvangst kunt u kiezen voor ra­dioweergave in mono. Het overschakelen van stereo op mono gebeurt glijdend. Na het in­schakelen van de autoradio vindt weer ste­reoweergave plaats. De instelling voor stereo/ mono wordt uitgevoerd in het menu.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“STEREO” resp. “MONO” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om te kiezen
tussen stereo of mono.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Wisselen van displayweergave
U kunt de weergegeven informatie op het dis­play kiezen. Op de bovenste regel van het display (kopregel) kan worden gewisseld tus­sen weergave van de zendernaam, frequen­tie en programmatype. Op de onderste regel van het display (DOT-veld) kunt u wisselen tussen de kloktijd en het geheugenniveau.
Kopregel wisselen
Druk zo vaak op toets DIS : dat op de
kopregel de gewenste soort informatie (zendernaam, frequentie of programma­type) verschijnt.
DOT-veld wisselen
Houd toets DIS : langer dan een se-
conde ingedrukt.
De displayweergave wisselt tussen kloktijd en geheugenniveau.
Verkeersinformatie
Dit apparaat is uitgerust met een RDS-EON­ontvanger. Onder EON (Enhanced Other Network) ver­staat men het doorgeven van zenderinforma­tie binnen een keten van zenders. In het geval van een verkeersbericht (TA) wordt binnen de zenderketen automatisch overgeschakeld van een zender zonder ver­keersinformatie naar de desbetreffende zen­der met verkeersinformatie van de zender­keten. Na het verkeersbericht wordt het eerder be­luisterde programma weer ingeschakeld.
Voorrang voor verkeersinformatie in- en uitschakelen
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “T A”.
De voorrang voor verkeersinformatie is ge­activeerd wanneer op het display “T A” invers wordt weergegeven.
Let op:
U hoort een waarschuwingstoon:
wanneer u bij het beluisteren van een
zender met verkeersinformatie het uit­zendgebied daarvan verlaat;
wanneer u bij het beluisteren van een
cd, cassette of MiniDisc (al naar gelang de uitrusting van de autoradio) het uit­zendgebied van de zender verlaat en er bij de daarop volgende automatische zoekdoorloop geen nieuwe zender met verkeersinformatie wordt gevonden.
wanneer u van een zender met
verkeersinformatie wisselt naar een zender zonder verkeersinformatie.
Schakel dan ofwel de voorrang voor verkeers­informatie uit of stel een zender met verkeers­informatie in.
130
CD-WEERGAVEVERKEERSINFORMATIE
Volume voor verkeersinformatie instellen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“T A VOLUME” wordt weergegeven.
Stel het volume in met de -toetsen
7 of de volumeregelaar .
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
CD-Weergave
U kunt met dit apparaat normaal in de han­del verkrijgbare cd’s met een doorsnede van 12 cm afspelen.
Zogenaamde cd-r’s (zelf gebrande cd’s) kun­nen in de regel ook worden afgespeeld. Van­wege de uiteenlopende cd-kwaliteit kan Blau­punkt niet instaan voor foutloos functioneren hiervan.
Opnieuw beschrijfbare cd’s (cd-rw’s) kunnen niet worden afgespeeld!
Gevaar voor vernieling van de cd-
speler! Single-cd’s met een doorsnede van 8 cm
en niet ronde cd’s met contouren (shape cd’s) mogen niet worden gebruikt.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor beschadiging van de cd-speler door het gebruik van ongeschikte cd’s.
Cd-weergave starten, cd plaatsen
Wanneer er geen cd in de speler zit:
Druk op toets 1.
Het bedieningspaneel wordt geopend.
Schuif de cd met de bedrukte zijde naar
boven zonder forceren in de speler tot­dat u een weerstand voelt.
De cd wordt automatisch naar binnen in de speler getransporteerd. Het transport van de cd mag niet gehinderd of geholpen worden.
Sluit het bedieningspaneel met lichte
druk, totdat het voelbaar vergrendelt.
Het cd-menu wordt weergegeven, de cd­weergave begint.
Wanneer er al een cd in de speler zit:
Druk op toets CD <.
Het cd-menu wordt weergegeven, de weer­gave start op de plaats waar deze werd on­derbroken.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
131
CD-WEERGAVE
Cd verwijderen
Druk op toets 1.
Het bedieningspaneel wordt naar voren toe geopend.
Druk op toets op het geopende bedie-
ningspaneel.
De cd wordt naar buiten geschoven.
Verwijder de cd voorzichtig.
Let op:
Wanneer u de cd niet binnen 30 seconden verwijdert, wordt deze weer naar binnen in de speler getransporteerd.
Titels kiezen
Druk zo vaak op een toets van het pijl-
toetsenblok 7 dat het nummer van de gewenste cd op het display verschijnt.
Wanneer u eenmaal op toets wordt de actuele titel opnieuw gestart.
of 7 drukt,
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts:
Houd een van de toetsen of /
7 ingedrukt totdat de snelle zoekdoor­loop achterwaarts resp. voorwaarts be­gint.
Titels in willekeurige volgorde weergeven (MIX)
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “MIX”.
“MIX CD” verschijnt kort op het display. De volgende titel die wordt afgespeeld, wordt willekeurig gekozen.
MIX beëindigen
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “MIX”.
“MIX OFF” verschijnt kort op het display .
Titels kort weergeven (SCAN)
U kunt alle titels van een cd kort laten weer­geven.
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA”.
Op het display wordt “SCAN” weergegeven. De titels van de cd worden in oplopende volg­orde kort weergegeven.
Let op:
De duur van het fragment kan worden inge­steld. Lees voor het instellen van de duur van het fragment het gedeelte “Duur van het frag­ment instellen” in het hoofdstuk “Radioweer­gave”.
SCAN beëindigen, titel verder beluisteren
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”.
De actueel weergegeven titel wordt verder weergegeven.
Titel herhalen (REPEAT)
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “RPT”.
De titel wordt herhaald totdat RPT wordt ge­deactiveerd.
REPEAT beëindigen
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “RPT”.
De weergave wordt normaal voortgezet.
Wisselen van displayweergave
U kunt tijdens de cd-weergave kiezen tussen verschillende weergavemodi:
Weergave van titelnummer en kloktijd
Weergave van titelnummer en verstre-
ken speeltijd
Weergave van cd-naam en titelnummer
Om te wisselen tussen de weergavemo-
di drukt u zo vaak op toets DIS : dat de gewenste informatie op het display verschijnt.
132
CD-WEERGAVE
Let op:
De weergave van een cd-naam is alleen mogelijk wanneer de geplaatste cd van een naam is voorzien. Lees hiervoor het gedeelte “Cd’s een naam geven”.
Verkeersinformatie tijdens cd­weergave
Wanneer u tijdens de cd-weergave ver-
keersinformatie wilt ontvangen, drukt u op de softkey 4 met de display-aandui­ding “TA”.
De voorrang voor verkeersinformatie is ge­activeerd wanneer T A op het display invers is weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Ontvangst van verkeersinformatie”.
Favoriete titels van een cd programmeren
U kunt met de functie TPM (Track Program Memory) uw favoriete titels voor telkens één
cd programmeren, opslaan en afspelen. U kunt de titels in elke gewenste volgorde pro­grammeren, de weergave vindt altijd in op­lopende volgorde plaats. Wanneer de weer­gave van de favoriete titels is ingeschakeld, worden alleen de vooraf geprogrammeerde titels afgespeeld van de cd die zich in de spe­ler bevindt. Voor de cd-weergave kunnen maximaal dertig cd’s met elk maximaal veer­tig titels worden geprogrammeerd.
Favoriete titels programmeren
Ga om uw favoriete titels van een cd te pro­grammeren als volgt te werk:
Plaats de cd waarvan u uw favoriete ti-
tels wilt programmeren in de cd-speler.
Kies uw eerste favoriete titel.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “TPM” langer dan seconde inge­drukt.
De titel is opgenomen in de lijst met favoriete titels voor deze cd.
Doe precies hetzelfde voor alle volgen-
de favoriete titels van de cd.
Weergave van de favoriete titels in- en uitschakelen
Om de geprogrammeerde favoriete titels voor de geplaatste cd op te roepen resp. de weer­gave van de favoriete titels uit te schakelen:
Druk kort op de softkey 4 met de dis-
play-aanduiding “TPM”.
De actuele toestand voor TPM (“TPM ON” resp. “TPM OFF”) verschijnt kort op het dis­play. Wanneer de weergave van favoriete titels actief is, wordt “TPM” op het display invers weergegeven.
Titels wissen uit de lijst
Om losse titels te wissen uit de lijst van ge­programmeerde favoriete titels van een cd:
Schakel TPM in.Kies de te wissen titel.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “CLR” ca. twee seconden inge­drukt.
Op het display verschijnt kort “TRCK CLR”, de titel is gewist uit het programma.
Lijst van favoriete titels voor een cd wissen
U kunt de gehele lijst met favoriete titels voor een cd wissen. De cd waarvan de lijst met favoriete titels moet worden gewist, moet hier­voor geplaatst zijn.
Schakel TPM in.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “CLR” ca. vijf seconden inge­drukt.
Op het display verschijnt kort “CD CLR”, het programma is gewist.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
133
CD-WEERGAVE
Alle lijsten van favoriete titels uit het apparaat wissen
U kunt alle opgeslagen programma’s met fa­voriete titels voor alle cd’s wissen. Er moet hiervoor een cd geplaatst zijn waarvan de favoriete titels geprogrammeerd zijn.
Schakel TPM in.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “CLR” ca. acht seconden inge­drukt.
Op het display verschijnt kort “ALL CLR”, alle programma’s zijn gewist.
Cd’s een naam geven
Om uw cd’s beter te kunnen herkennen kunt u met uw autoradio dertig cd’s een individue­le naam geven. De namen mogen maximaal acht tekens lang zijn. Wanneer u meer dan dertig namen probeert te geven, verschijnt “FULL” op het display .
Cd-naam invoeren / wijzigen
Beluister de gewenste cd.Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7 “CD
NAME”.
Druk op toets of 7.
U komt in de Edit-modus. Wanneer de door u gekozen cd nog geen naam heeft, verschij­nen acht liggende streepjes op het display .
De actuele invoerpositie knippert.
Kies met de toetsen / 7 uw te-
ken. Wanneer een positie vrij moet blij­ven, kiest u een liggend streepje.
Met toets of 7 wisselt u van in-
voerpositie.
Om de naam op te slaan drukt u op
toets MENU 8.
Cd-naam wissen
Beluister de cd waarvan de naam moet
worden gewist.
Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7
“UPDATE”.
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “CLR DISC”.
Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt. Na vier seconden is een piep­toon te horen en verschijnt op het dis­play “DELETING”.
Laat de OK-toets 5 los.
De cd-naam is gewist.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Alle cd-namen wissen
Beluister een cd.Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7
“UPDATE”.
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “CLR ALL”.
Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt. Na vier seconden is een piep­toon te horen en verschijnt op het dis­play “DELETING”.
Laat de OK-toets 5 los.
Alle cd-namen zijn gewist.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
134
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Weergave van cd-wisselaar (optie)
Welke cd-wisselaars met dit apparaat kun­nen worden bediend, kunt u lezen op pagina 118 van deze gebruiksaanwijzing of navra­gen bij uw Blaupunkt-vakhandel.
Let op:
Informatie over de behandeling en het plaat­sen van cd’s en over de bediening van de cd­wisselaar vindt u in de gebruiksaanwijzing van de cd-wisselaar.
Weergave van cd-wisselaar starten
Druk op toets CDC =.
Het cd-wisselaar-menu wordt weergegeven, de cd-weergave wordt voortgezet op de plaats waar deze werd onderbroken. Wanneer het magazijn uit de cd-wisselaar is gehaald en weer geplaatst is, begint de weergave met de eerste titel van de eerste cd die de cd­wisselaar herkent.
Cd kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
cd te gaan, drukt u zo vaak op toets of 7 dat het nummer van de ge­wenste cd op het display verschijnt.
Titels kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
titel van de actuele cd te gaan, drukt u zo vaak op toets nummer van de gewenste titel op het display verschijnt.
Wanneer toets drukt, wordt de actuele titel opnieuw gestart.
of 7 dat het
7 eenmaal wordt inge-
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts:
Houd een van de toetsen of 7 in-
gedrukt totdat de snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts begint.
Wisselen van displayweergave
U kunt tijdens de weergave van cd-wisselaar kiezen tussen verschillende weergavemodi:
Weergave van cd-nummer, titelnummer
en kloktijd
Weergave van cd-nummer, titelnummer
en verstreken speeltijd
Weergave van cd-naam en titelnummer
Om te wisselen tussen de weergavemo-
di drukt u zo vaak op toets DIS : dat de gewenste informatie op het display verschijnt.
Let op:
De weergave van een cd-naam is alleen mogelijk wanneer de geplaatste cd van een naam is voorzien. Lees hiervoor het gedeelte “Cd’s een naam geven”.
Losse titel of hele cd’s herhaald afspelen (REPEAT)
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “RPT”.
Op het display verschijnt kort “RPT TRCK”.
Om de hele cd herhaald te laten afspe-
len drukt u opnieuw op de softkey 4 met de display-aanduiding “RPT”.
Op het display verschijnt kort “RPT DISC”.
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel resp. de actuele cd te beëindigen:
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “RPT” dat “RPT OFF” kort op het display verschijnt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
135
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Titels in willekeurige volgorde weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele cd in willekeurige volgorde te laten weergeven:
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “MIX”. “MIX CD” verschijnt kort op het display . Om alle titels van de actuele cd in willekeuri-
ge volgorde te laten weergeven:
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “MIX”. Op het display verschijnt kort “MIX MAG”.
Let op:
Bij de CDC A 08 en IDC A 09 worden alle cd’s en alle titels in willekeurige volgorde ge­kozen. Bij alle andere cd-wisselaars worden eerst alle titels van één cd in willekeurige volg­orde weergegeven, dan wordt de volgende cd in het magazijn afgespeeld.
MIX beëindigen
Druk zo vaak op de softkey 4 met de
display-aanduiding “MIX” dat “MIX OFF”
kort op het display verschijnt.
Alle titels van alle cd’s kort weergeven (SCAN)
Om alle titels van alle geplaatste cd’s in op­lopende volgorde kort te laten weergeven:
Druk op de softkey 4 met de display-
aanduiding “SCA”. Op het display verschijnt “SCAN”.
SCAN beëindigen
Om de korte weergave te beëindigen:
Druk opnieuw op de softkey 4 met de
display-aanduiding “SCA”. De actueel weergegeven titel wordt verder
weergegeven.
Let op:
De duur van het fragment kan worden inge­steld. Lees voor het instellen van de duur van
het fragment het gedeelte “Duur van het frag­ment instellen” in het hoofdstuk “Radioweer­gave”.
Cd’s een naam geven
Om uw cd’s beter te kunnen herkennen kunt u met uw autoradio 99 cd’s een individuele naam geven. De namen mogen maximaal zeven tekens lang zijn. Wanneer u meer dan 99 namen probeert te geven, verschijnt “FULL” op het display.
CD-naam invoeren / wijzigen
Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7
“CDC NAME”.
Druk op toets of 7.
Het apparaat staat nu in de keuzemodus.
Kies de cd die u een naam wilt geven,
met de toetsen
Druk op toets of 7.
U komt in de Edit-modus. Wanneer de door u gekozen cd nog geen naam heeft, verschij­nen zeven liggende streepjes op het display.
De actuele invoerpositie knippert.
Kies met de toetsen / 7 uw te-
ken. Wanneer een positie vrij moet blij­ven, kiest u een liggend streepje.
Met toets of 7 wisselt u van in-
voerpositie.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Cd-naam wissen
Beluister de cd waarvan de naam moet
worden gewist.
Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7
“UPDATE”.
Druk op toets 7.
/ 7.
136
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Op het display verschijnt “CD CLR”, waarna de cd-naam wordt weergegeven.
Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt. Na vier seconden verschijnt op het display
“DELETING”.
Laat de OK-toets 5 los.
De cd-naam is gewist.
Druk op toets MENU 8 of op toets OK
5.
Alle cd-namen wissen
Beluister een cd van de cd-wisselaar.Druk op toets MENU 8.Kies met de toetsen / 7
“UPDA TE”.
Druk op toets 7.
Op het display verschijnt “CLR ALL”.
Druk op toets OK 5 en houd deze in-
gedrukt. Na vier seconden verschijnt op het display
“DELETING”.
Laat de OK-toets 5 los.
Alle cd-namen zijn gewist.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Favoriete titels van een cd programmeren
U kunt met de functie TPM (Track Program Memory) uw favoriete titels voor telkens één
cd programmeren, opslaan en afspelen. U kunt de titels in elke gewenste volgorde pro­grammeren, de weergave vindt altijd in op­lopende volgorde plaats. Wanneer de weer­gave van de favoriete titels is ingeschakeld, worden alleen de vooraf geprogrammeerde titels afgespeeld van de cd die zich in de spe­ler bevindt. Voor de cd-weergave kunnen maximaal dertig cd’s met elk maximaal veer­tig titels worden geprogrammeerd.
Favoriete titels programmeren
Ga om uw favoriete titels van een cd te pro­grammeren als volgt te werk:
Kies de cd waarvan u uw favoriete titels
wilt programmeren bij de weergave van cd-wisselaar.
Kies uw eerste favoriete titel.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “TPM” langer dan seconde inge­drukt.
De titel is opgenomen in de lijst met favoriete titels voor deze cd.
Doe precies hetzelfde voor alle volgen-
de favoriete titels van de cd.
Weergave van de favoriete titels in- en uitschakelen
Om de geprogrammeerde favoriete titels voor de geplaatste cd op te roepen resp. de weer­gave van de favoriete titels uit te schakelen:
Druk kort op de softkey 4 met de dis-
play-aanduiding “TPM”.
De actuele toestand voor TPM (“TPM ON” resp. “TPM OFF”) verschijnt kort op het dis­play. Wanneer de weergave van favoriete titels actief is, wordt “TPM” op het display invers weergegeven.
Titels wissen uit de lijst
Om losse titels te wissen uit de lijst van ge­programmeerde favoriete titels van een cd:
Schakel TPM in.Kies de te wissen titel.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “CLR” ca. twee seconden inge­drukt.
Op het display verschijnt kort “TRCK CLR”, de titel is gewist uit het programma.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
137
KLOKTIJDWEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Lijst van favoriete titels voor een cd wissen
U kunt de gehele lijst met favoriete titels voor een cd wissen. De cd waarvan de lijst met favoriete titels moet worden gewist, moet hier­voor worden weergegeven.
Schakel TPM in.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “CLR” ca. vijf seconden inge-
drukt. Op het display verschijnt kort “CD CLR”, het
programma is gewist.
Alle lijsten van favoriete titels uit het apparaat wissen
U kunt alle opgeslagen programma’s met fa­voriete titels voor alle cd’s wissen. Er moet hiervoor een cd geplaatst zijn waarvan de favoriete titels geprogrammeerd zijn.
Schakel TPM in.Houd de softkey 4 met de display-aan-
duiding “CLR” ca. acht seconden inge-
drukt. Op het display verschijnt kort “ALL CLR”, alle
programma’s zijn gewist.
CLOCK - Kloktijd
Kloktijd instellen
De kloktijd kan automatisch worden ingesteld via het RDS-signaal. Indien u geen RDS-zen­der kunt ontvangen of de door u beluisterde RDS-zender deze functie niet ondersteunt, kunt u de kloktijd ook met de hand instellen.
Kloktijd automatisch laten instellen
Om de kloktijd automatisch te laten in-
stellen drukt u op toets MENU 8.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLK MAN” op het display verschijnt.
Wanneer “CLK AUTO” wordt weergegeven, is de automatische instelling van de kloktijd reeds geactiveerd.
Houd toets 7 ingedrukt totdat “CLK
AUTO” op het display verschijnt.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Wanneer “CLK AUTO” is gekozen en er een zender met RDS-klokfunctie (RDS-CT) wordt ontvangen, wordt de klok automatisch inge­steld.
Kloktijd met de hand instellen
Om de kloktijd te laten instellen drukt u
op toets MENU 8.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLOCKSET” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7.
De kloktijd verschijnt op het display. De uren knipperen en kunnen worden ingesteld.
Stel de uren in met de / -toetsen
7.
Wanneer de uren ingesteld zijn, drukt u
op toets 7.
De minuten knipperen.
138
EQUALIZERKLOKTIJD
Stel de minuten in met de / -toet-
sen 7.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Klokmodus 12/24 uur kiezen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of dat “24 H
MODE” resp. “12 H MODE” op het dis-
play verschijnt.
Druk op toets of 7 om de modus
te wisselen.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Kloktijd permanent laten weergeven wanneer het apparaat uitgeschakeld is
Om de kloktijd te laten weergeven terwijl
de radio is uitgeschakeld maar het con-
tact is ingeschakeld drukt u op toets
MENU 8.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“CLK OFF” resp. “CLK ON” op het dis-
play verschijnt.
Druk op toets of 7 om de weerga-
ve te wisselen tussen ON (aan) of OFF
(uit).
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Equalizer
Dit apparaat beschikt over een parametrische digitale equalizer. Parametrisch betekent in dit geval dat voor elk van de drie filters één frequentie individueel kan worden versterkt of afgezwakt (GAIN +8 tot -8 dB).
De volgende filters staan ter beschikking:
LOW EQ 32 - 200 Hz
MID EQ 250- 1.600 Hz
HIGH EQ 2.000 - 12.500 Hz
Deze filters kunnen zonder meetapparatuur worden ingesteld. Zo kunnen de klankeigen­schappen in de auto doorslaggevend worden beïnvloed.
Aanwijzingen voor de instelling
Wij raden u aan om voor de instelling een bekende cd te gebruiken.
Zet vóór het instellen van de equalizer de in­stellingen voor klankkleur en volumeverhou­ding op nul en deactiveer de loudness. Lees hiervoor het hoofdstuk “Klankkleur en volu­meverhouding”.
Beluister een cassette, cd of MiniDisc
(al naar gelang de uitvoering van de au­toradio).
Beoordeel de klank naar uw eigen idee-
ën.
Lees nu in de “Hulptabel voor het instel-
len van de equalizer” de informatie on­der “Klankindruk”.
Stel de waarden voor de equalizer in zo-
als beschreven onder “Maatregel”.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
Equalizer in- en uitschakelen
Om de equalizer in te schakelen drukt u
op toets DEQ 6.
“LOW EQ” verschijnt op het display.
Om de equalizer uit te schakelen houdt
u toets DEQ 6 ingedrukt totdat “DEQ OFF” kort wordt weergegeven.
139
PORTUGUÊS
EQUALIZER
Equalizer instellen
Druk op toets DEQ 6.Kies het filter “LOW EQ”, “MID EQ” of
“HIGH EQ” met toets
of 7.
Om de frequentie te kiezen drukt u op
toets of 7.
Stel het niveau in met toets of 7.Om het volgende filter te kiezen drukt u
eerst op toets OK 5 en daarna op
of 7.
toets
Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ 6.
Kwaliteitsfactor voor het filter instellen
Druk op toets DEQ 6.Kies de instellingen voor de afzonderlij-
ke filters “LO-Q-FAC”, “MI-Q-F AC” of
“HI-Q-FAC” met toets
of 7.
Om de kwaliteitsfactor in te stellen drukt
u op toets
of 7.
Om het volgende filter te kiezen drukt u
eerst op toets OK 5 en daarna op
of 7.
toets
Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ 6.
Preset-klankinstelling kiezen
U kunt vooraf ingestelde klankinstellingen kie­zen voor de volgende muziekgenres:
ROCK
DISCO
JAZZ
CLASSIC
VOCAL
Instellingen voor deze muziekstijlen zijn reeds vooraf geprogrammeerd.
Druk op toets DEQ 6.Kies “PRESET” met toets of 7.Om de preset-instelling te kiezen drukt
u op toets
of 7.
Druk op toets OK 5.Wanneer u alle instellingen hebt uitge-
voerd, drukt u op toets DEQ 6.
Niveau-aanduiding instellen
De niveauweergave (spectrometer) op uw display geeft tijdens het instellen korte tijd symbolisch het volume, de instellingen van de klankregeling en de instellingen van de equalizer weer.
Naast de instellingen kan de spectrometer het uitgangsniveau van de autoradio aangeven.
Spectrometer in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 8.
Op het display verschijnt “MENU”.
Druk zo vaak op toets of 7 dat
“PEAK ON” resp. “PEAK OFF” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om de spectro-
meter in resp. uit te schakelen.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
140
Hulptabel voor het instellen van de equalizer
Klankindruk / probleem
Maatregel
EQUALIZER
Basweergave te zwak
Onzuivere bas Weergave dreunt Onaangename druk op de oren
Klank sterk op de voorgrond, agressief, geen stereo-effect
Doffe weergave Weinig transparantie Instrumenten zonder glans
Versterk de bas met filter: “LOW EQ” Frequentie: 50 tot 100 Hz Niveau: +4 tot +6 dB
Zwak de lage middentonen af met filter: “LOW EQ”, “MID EQ” Frequentie: 125 tot 400 Hz Niveau: ca. -4 dB
Zwak de middentonen af met filter: “MID EQ”, “HIGH EQ” Frequentie: 1 000 tot 2 500 Hz Niveau: -4 tot -6 dB
Versterk het hogetonengebied met filter: “HIGH EQ” Frequentie: ca. 12 500 Hz Niveau: +2 tot +4 dB
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
141
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
TMCEXTERNE AUDIOBRONNEN
Externe audiobronnen
U kunt in plaats van de cd-wisselaar nog een andere externe audiobron met Line-uitgang aansluiten. Zulke bronnen kunnen bv. een draagbare cd-speler, MiniDisc-speler of MP3­speler zijn. In het menu moet de AUX-ingang worden in­geschakeld. Wanneer u een externe audiobron wilt aan­sluiten, hebt u een adapterkabel nodig. Deze kabel is verkrijgbaar bij de Blaupunkt-vakhan­del.
AUX-ingang in- en uitschakelen
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets 7 dat “AUX
OFF” resp. “AUX ON” op het display ver-
schijnt. Wanneer “AUX ON” verschijnt, is de ingang
reeds ingeschakeld.
Druk op toets of 7 om AUX in
resp. uit te schakelen.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
TMC voor dynamische navigatiesystemen
TMC betekent “Traffic Message Channel”. V ia TMC wordt verkeersinformatie digitaal door­gegeven, waarna deze door hiervoor geschik­te navigatiesystemen voor de routeplanning kan worden gebruikt. Uw autoradio beschikt over een TMC-uitgang waarop Blaupunkt­navigatiesystemen kunnen worden aangeslo­ten. Welke navigatiesystemen kunnen wor­den gebruikt, kunt u navragen bij uw Blau­punkt-vakhandel.
Wanneer een navigatiesysteem is aangeslo­ten en een TMC-zender wordt ontvangen, licht TMC op op het display .
Let op:
Wanneer de AUX-ingang is ingeschakeld, kan deze met toets CDC = worden gekozen.
142
TECHNISCHE GEGEVENSVOORVERSTERKER/SUBOUT
Voorversterker / subout
U kunt via de desbetreffende aansluitingen van de autoradio externe voorversterkers en een subwoofer aansluiten. Wij adviseren het gebruik van op uw radio afgestemde producten uit de Blaupunkt- of Velocity-productlijn.
Inschakelvertraging voor externe voorversterker
U kunt een inschakelvertraging instellen voor op de pre-amp out-aansluiting aangesloten versterkers. De maximale vertraging bedraagt vier seconden.
Druk op toets MENU 8.Druk zo vaak op toets of 7 dat
“AMP DLA Y” op het display verschijnt.
Druk op toets of 7 om de inscha-
kelvertraging in te stellen. “DLA Y OFF” betekent geen inschakelvertra-
ging, “DELA Y 1” t/m “DELA Y 4” staat voor de vertragingstijd in seconden.
Druk op toets OK 5 of op toets MENU
8 om het menu te verlaten. De instel-
lingen worden bewaard.
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 25 Watt sinus vol-
gens DIN 45 324 bij 14,4 V 4 x 45 Watt max. power
Tuner
Golfgebieden: FM : 87,5 – 108 MHz MW : 531 – 1 602 kHz LW : 153 – 279 kHz
FM - frequentiebereik:
30 - 15 000 Hz
Cd
Frequentiebereik: 20 - 20 000 Hz
Pre-amp Out
Vier kanalen: 4 V
AUX-ingang
Ingangsimpedantie: 1,2 V / 10 k
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
Wijzigingen voorbehouden!
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
143
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service après­vente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers / Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de serviço
Tel.: Fax:
Deutschland 0 18 05 00 02 25 0 51 21 49 40 02 Belgique / België 02.525. 54.44 02.525.54.48 France 014 010 70 07 014 010 73 20 Nederland 023 565 63 48 023 565 63 31 Great Britain 018 958 383 66 018 958 383 94 Ireland (01) 4149400 (01) 4598830 Danmark 44 89 83 60 44 89 86 44 Sverige 08 750 15 00 08 750 18 10 Norge 66 81 70 00 66 81 71 57 Suomi 094 359 91 094 359 92 36 Österreich 01 610 39 0 01 610 39 391
EÏÏ¿˜
âeská republika 026 130 04 41 026 130 05 14 USA 800-266 25 28 708-681 71 88 Singapore 006 535 054 47 006 535 053 12 Slovensko 042 175 873 212 042 175 873 229
015 762 241 015 769 473
Blaupunkt-Werke GmbH
Bosch Gruppe
09/00 TRO K7/VKD 8 622 402 511
Loading...