Wanneer het bedieningspaneel ontgrendeld is, kunnen de KeyCard en de
cassette worden geplaatst of verwijderd.
Druk om het paneel te ontgrendelen op
toets 1. Het bedieningspaneel wordt
naar voren omlaag geklapt. Het bedieningspaneel is niet afneembaar en
mag niet worden gebruikt als ondergrond. Om het bedieningspaneel te
vergrendelen duwt u het terug in de
uitgangspositie (pijl 3).
2
1
3
Het bedieningspaneel moet om
veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit. Bij
het verlaten van de auto dient
het bedieningspaneel ter beveiliging tegen diefstal te worden
geopend en moet de KeyCard
worden verwijderd.
2 ON
Apparaat inschakelen:
Druk wanneer de KeyCard is geplaatst
op ON. Het apparaat speelt in de laatst
gekozen weergavesoort met het vooraf
ingestelde volume.
Wanneer het apparaat voor het eerst
wordt ingeschakeld, verschijnt op de
kopregel “INSTALL”. Hier kunnen belangrijke basisinstellingen worden veranderd, zoals kloktijd, bewijs van eigenaarschap, terugzetten op de fabrieksmatige instelling, enz.
Lees desgewenst “Eerste installatie”.
Met EXIT verlaat u dit menu.
Apparaat uitschakelen:
Houd ON ca. een seconde ingedrukt.
De afleesbaarheid van het display kan
worden geoptimaliseerd voor de individuele gezichtshoek. Lees desgewenst
“Afleesbaarheid van het display optimaliseren”.
Geluidsweergave uit-/inschakelen:
Druk kort op ON. Wanneer de geluidsweergave is uitgeschakeld, verschijnt
op het display “Mute” (geluid onderdrukt).
Het geluid kan ook weer worden ingeschakeld wanneer de volumeknop 3
wordt gedraaid.
In-/uitschakelen met de KeyCard:
Het apparaat wordt in-/uitgeschakeld
door het plaatsen / verwijderen van de
KeyCard.
Lees hiervoor in de beknopte handleiding ook onderdeel B: Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard.
Uit-/inschakelen via het contactslot:
Wanneer het apparaat dienovereenkomstig is aangesloten, kan het via het
contactslot van de auto worden uit- en
weer ingeschakeld.
Nadat het contact is uitgeschakeld,
wijst een dubbele pieptoon u erop dat
u voor het verlaten van de auto de
KeyCard dient te verwijderen.
Inschakelen bij uitgeschakeld contact
Wanneer het contactslot is uitgeschakeld (KeyCard geplaatst), kan het apparaat zo verder worden bediend:
197
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Beknopte handleiding
Druk na de pieptoon op ON. Het apparaat wordt ingeschakeld. Na een speeltijd van een uur wordt het apparaat ter
bescherming van de auto-accu automatisch uitgeschakeld.
3 Volume wijzigen
Door te draaien aan de knop kunt u het
volume wijzigen.
Der eingestellte Wert wird in der Leitzeile angezeigt. Nach dem Einschalten
spielt das Gerät in voreingestellter
Lautstärke (VOL).
VOL kann verändert werden (siehe
“Programmierung mit DSC – VAR,
VOL”).
4 Softkeys / display
Softkey = toets met wisselende functie
Er kunnen op het display aangegeven
functies worden gekozen.
Radioweergave
Wisselen van de menuniveaus
Bij radioweergave kan met TU worden
gewisseld tussen menuniveau 1 en
menuniveau 2.
Menuniveau 1 bevat vier pagina’s (FM
1, FM2, FM3, FMT) waarop zenders
kunnen worden geprogrammeerd. Ga
naar de volgende pagina met NEXT.
Menuniveau 2 bestaat uit twee
pagina’s met functies die specifiek zijn
voor de radioweergave.
Pagina 1 bevat FM, TS, TA, AM, PS
en SCAN.
Pagina 2 bevat AF, LOC, PTY, REG,
RT en MONO.
Wissel van pagina met PRE resp.
NEXT.
Na acht seconden na de laatste bediening van een toets wordt automatisch
teruggeschakeld naar menuniveau 1.
Menuniveau 1
Voorkeuzetoetsen en geheugenniveaus
NEXT - FM
Wisselen tussen de geheugenniveaus
FM1, FM2, FM3 en FMT.
NEXT - AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW
en LW.
Toetsen 1-6
Om zenders te programmeren op de
FM-niveaus FM1, FM2, FM3 en FMT.
In het MW- en LW-gebied kunnen elk
zes zenders worden geprogrammeerd
en opgeroepen.
Zenders programmeren: houd de toets
ca. een seconde ingedrukt.
Zenders oproepen: druk kort op de
toets.
198
Beknopte handleiding
Menuniveau 2
Radiofuncties instellen
NEXT - FM
Overschakelen op de volgende radiofuncties:
AF, LOC, PTY, REG, RT, MONO.
PRE
Terug naar de eerder aangeduide radiofuncties:
FM, TS, TA, AM, PS, SCAN.
FM
Overschakelen op FM.
TS (Travelstore)
De zes sterkste zenders worden automatisch opgeslagen op geheugenniveau “FMT”.
TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie)
Op het display verschijnt “TP” wanneer
een zender met verkeersinformatie
wordt ontvangen.
“TA” wordt weergegeven wanneer de
voorrang voor verkeersinformatie geactiveerd is.
Voorrang aan/uit: druk op TA.
Mededeling voortijdig beëindigen: druk
op STOP. STOP verschijnt alleen terwijl er een verkeersbericht wordt doorgegeven.
ENT (Enter)
Om een instelling over te nemen / te
bewaren: druk kort op de toets.
EXIT
Druk kort op de toets om het instellen
te beëindigen / af te breken.
AM
Overschakelen op AM (MW of LW).
Met NEXT kunt u het andere AM-golfgebied kiezen.
PS (Preset-Scan)
De onder de voorkeuzetoetsen geprogrammeerde en ontvangen zenders
worden kort weergegeven.
Preset Scan stoppen: druk op EXIT.
SCAN
Alle ontvangbare zenders van het golfgebied worden kort weergegeven.
Scan stoppen: druk op EXIT.
Overschakelen op AF, LOC, PTY,
REG, RT, MONO: druk op NEXT.
Wanneer deze functies vanuit menuniveau 1 moeten worden opgeroepen,
drukt u eerst op TU, dan op NEXT.
AF
(Alternatieve Frequentie bij RDS-weergave)
AF aan/uit: druk kort op AF.
199
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Beknopte handleiding
LOC - Local
Wissel de gevoeligheid van de zoekafstemming tussen “Local” en “Distance”
met LOC.
PTY (Programmatype)
Met PTY kan met de voorkeuzetoetsen
een programmatype worden gekozen.
PTY aan/uit: druk kort op PTY.
Op het display verschijnt onder de kopregel PTY.
REG (Regionaal)
Regionale programma’s met voorrang
instellen.
REG aan/uit: druk kort op REG.
RT - Radiotekst
Om teksten van de ingestelde zender
weer te geven.
Radiotekst kan alleen worden geactiveerd wanneer het contact uit staat of
in het Install-menu “IGN off” is ingesteld.
MONO
Wisselen tussen stereo en mono.
Nadat het apparaat is ingeschakeld,
vindt automatisch stereoweergave
plaats.
Cassetteweergave
Tijdens cassetteweergave kunnen met
de bijbehorende softkeys cassettefuncties worden gekozen.
REVerse – wisselen van kant
Om over te schakelen op de andere
kant. Het display geeft aan welke kant
wordt weergegeven (Side A/B).
SCAN
Om de cassettetitels kort weer te geven.
Scan starten / beëindigen: druk op
SCAN. Wanneer scan is ingeschakeld,
knippert de bijbehorende rode pijl.
RPT (Repeat – herhalen)
Om de kort weergegeven of de volgende titel te herhalen. De titel wordt herhaald totdat RPT wordt uitgeschakeld.
Nadat de cassette is verwijderd of het
apparaat is uitgeschakeld, is Repeat
automatisch beëindigd.
Repeat in-/uitschakelen: druk op RPT.
Op de kopregel en het DOT-display
verschijnt na het overschakelen kort de
geactiveerde functie. Wanneer RPT is
ingeschakeld, is de bijbehorende rode
pijl verlicht.
RM (Radio monitor)
Radio luisteren tijdens snelspoelen.
Wanneer de rode pijl voor “RM” verlicht is, wordt tijdens het snelspoelen
de radio weergegeven.
Radio monitor in-/uitschakelen: druk op
RM. Op de kopregel en het DOT-display verschijnt na het overschakelen
kort de geactiveerde functie.
BLS (Blank skip)
Onbespeelde gedeelten van de band
overslaan. Wanneer de rode pijl voor
“BLS” verlicht is, is de functie ingeschakeld. Zodra tijdens cassetteweergave een pauze van meer dan tien seconden optreedt, wordt automatisch
verdergespoeld tot de volgende titel.
Blank skip in-/uitschakelen: druk op
BLS. Op de kopregel en het DOT-display verschijnt na het overschakelen
kort de geactiveerde functie.
200
Beknopte handleiding
DLBY (
Dolby B NR*)
Met Dolby B opgenomen cassettes
kunnen optimaal worden weergegeven. Wanneer de rode pijl voor “DLBY”
verlicht is, is de functie ingeschakeld.
Dolby in-/uitschakelen: druk op DLBY.
Op de kopregel en het DOT-display
verschijnt na het overschakelen kort de
geactiveerde functie.
* Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder
licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dolby en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Weergave van cd-wisselaar
Met de bijbehorende softkeys kunnen
tijdens de weergave van cd-wisselaar
MIX, SCAN; RPT (Repeat - herhalen),
TPM en NAME worden gekozen.
Druk op CDC:
Bij weergave van cd-wisselaar wordt
op menuniveau 1 aangegeven welke
magazijnposities zijn bezet met cd’s.
Met NEXT kunt u omslaan.
Met CDC wisselt u van menuniveau.
Dan kunnen de functies “MIX” t/m
“NAME” worden opgeroepen.
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. Door op
toets MIX te drukken kunt u de volgende functies kiezen:
- MIX CD = Titels van de cd worden in
willekeurige volgorde weergegeven.
De keuze van de cd verloopt numeriek; weergave van de titels in willekeurige volgorde.
- MIX MAG = Alle titels van het magazijn worden in willekeurige volgorde
weergegeven.
- MIX OFF = Functie uitschakelen.
SCAN
Om de titels van alle cd’s kort weer te
geven.
Scan starten:
Druk op SCAN. De titels zijn in oplopende volgorde achtereenvolgens kort
te horen.
Scan beëindigen:
Druk op SCAN. De als laatste te horen
titel wordt verder afgespeeld.
RPT - Repeat
Er kunnen cd-titels en cd’s herhaald
worden.
Door op toets RPT te drukken kunt u
de volgende functies oproepen:
- REP TRCK = Titel herhalen
- REP CD = Cd herhalen
- RPT off = Functie uitschakelen.
TPM - Track Program Memory
Om uw favoriete titels op te slaan en af
te spelen. Er kunnen maximaal 99 cd’s
met elk maximaal 40 titels worden geadministreerd (zie het hoofdstuk “TPMprogrammering”).
CLR
Om het TPM-geheugen te wissen (zie
het hoofdstuk “TPM-geheugen wissen”).
NAME
Voor 99 cd’s kunnen namen met maximaal 7 tekens worden ingevoerd. Bij
cd-weergave verschijnt op de kopregel
de ingevoerde naam indien het display
is ingesteld op “Name” (zie het hoofdstuk “Cd’s een naam geven”).
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
201
PORTUGUÊS
Beknopte handleiding
5 Kopregel
Geeft een functie van de gekozen
weergavesoort weer, bv. bij radioweergave de gekozen zender.
De inhoud van de kopregel kan worden gekozen met DIS.
Radioweergave
EUROPE 1 - naam van de zender
of
102,40- frequentie
of
Pop M(usic) - PTY-kenmerk
of
10:53- kloktijd
Cassetteweergave
Side A / B- kant
Forward- snel vooruitspoelen
Rewind- snel terugspoelen
CPS FF/FR - Cassette Program
Search (zoekfunctie)
voor-/achterwaarts
Weergave van cd-wisselaar
VIVALDI- naam van de cd
of
CD 2 T 2- cd-nummer en titelnum-
mer
of
10:53- kloktijd
6 DSA (Digital Sound Adjustment -
digitale klankaanpassing)
DNC (Dynamic Noise Covering maskering van de rijgeluiden)
Aanpassing van het volume aan de rijgeluiden.
Zie het hoofdstuk “DSA” resp. “DNC”.
7 Tuimeltoets
Radioweergave
Wanneer op menuniveau 2 op de
tuimeltoets wordt gedrukt, wordt automatisch overgeschakeld op menuniveau 1.
/Zoekafstemming
opwaarts
neerwaarts
<< / >> Trapsgewijs opwaarts / neer-
waarts, (op FM alleen indien
AF en PTY uit)
Alleen op FM:
<< / >> Bladeren in de zenderketens
wanneer AF en PTY uit,
bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY ... .
Cassetteweergave
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts
achterwaarts
>>snel vooruitspoelen
<<snel terugspoelen
202
Beknopte handleiding
Weergave van cd-wisselaar
<< / >> Cd kiezen
>>opwaarts: kort indrukken
<<neerwaarts: kort indrukken
/Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken
CUE - snel vooruit verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt
houden
neerwaarts: twee of meermaals achtereen kort indrukken
Titel opnieuw starten: kort indrukken
REVIEW - snel achteruit verplaatsen (hoorbaar): inge-
drukt houden
8 DSC (Direct
Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare
basisinstellingen worden aangepast.
Nadere informatie: “Programmering
met DSC”.
9 AUD
Voor het instellen van de hoge tonen
(treble), lage tonen (bass), fader
(voor/achter), balans (links/rechts),
loudness (aanpassen van de zachte
tonen aan het menselijke gehoor) en
SUB (-out) om het uitgangsniveau aan
te passen voor een sub-woofer.
Instellen:
Kies de weergavesoort.
Druk eenmaal op AUD en kies de in te
stellen functie met de bijbehorende
toets. Op de kopregel verschijnt bv.
“Bass” met de ingestelde waarde.
Met << / >> worden de ingestelde
waarden veranderd.
De laatste instelling wordt automatisch
bewaard.
SUB-Out
Wanneer een sub-woofers wordt aangesloten, kan het uitgangsniveau onder “SUB” worden aangepast met
/ .
AUD-menu verlaten:
druk op AUD of op EXIT.
: DIS
Verschillende weergavemogelijkheden
voor het display kiezen.
Radioweergave
Druk zovaak als nodig kort op DIS:
- Naam van de ingestelde zender
- Actuele frequentie
- PTY-kenmerk
- Kloktijd
Voorwaarde is dat er een RDS-zender
met voldoende veldsterkte wordt ontvangen.
Houd DIS ca. 4 seconden ingedrukt:
Kloktijd synchroniseren (interne klok
met DCF-77-radioklok).
Cassetteweergave
Druk op DIS:
- Kant
- Kloktijd
Weergave van cd-wisselaar
Druk op DIS:
- Cd-nummer, titelnummer
- Cd-naam (indien ingevoerd)
- Kloktijd
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
203
Beknopte handleiding
; Display
Radioweergave
TP, TA- TP = Traffic Program (zen-
der met verkeersinformatie
wordt ontvangen)
- TA = voorrang voor verkeersinformatie is geactiveerd
PTY- programmatype-functie is
geactiveerd
AF- alternatieve frequentie bij
RDS
CC-IN- er is een cassette in het
apparaat
< DOT-veld
Aanvullend display bij de kopregel.
Radioweergave
MW, LW- golfgebied
of
speciale afbeeldingen bij de situatie,
Bv. rijdende auto’s bij verkeersinformatie.
Cassetteweergave
00:25- bandteller
of
Side A / B- kant
Weergave van cd-wisselaar
= CDC
Overschakelen op weergave van cdwisselaar (alleen indien er een cd-wisselaar is aangesloten),
kiezen van het menuniveau.
Wanneer er geen cd-wisselaar is aangesloten, wordt AUX ingesteld indien
in het Install-menu “AUX on” is gekozen.
> CC
Overschakelen op cassetteweergave.
FM1, 2, 3,T - FM-geheugenniveaus
of
204
00:25- verstreken speeltijd
of
TRACK 3 - cd-titelnummer
? TU (TUNER)
Overschakelen op radioweergave, kiezen van het menuniveau.
Beknopte handleiding
@ Cassetteopening
Schuif de cassette naar binnen (kant A
of 1 naar boven, opening rechts).
A Optische diefstalbeveiliging
Aan de volgende voorwaarden moet
voldaan zijn indien de LED zichtbaar
moet knipperen als beveiliging tegen
diefstal:
Het apparaat is correct aangesloten en
uitgeschakeld;
het bedieningspaneel is geopend;
de KeyCard is verwijderd;
in het DSC-menu is “LED on” ingesteld
(ingesteld door de fabriek).
Nadere informatie: “Programmering
met DSC - LED on/off”.
B Diefstalbeveiligingssysteem Key-
Card
Om het apparaat te kunnen bedienen
dient u de KeyCard te plaatsen.
KeyCard
KeyCard plaatsen
Druk op toets 1 om het bedieningspaneel te ontgrendelen. Het bedieningspaneel beweegt naar voren omlaag.
Schuif de KeyCard naar binnen met
het contactoppervlak naar beneden
(zie afbeelding).
Vergrendel het bedieningspaneel.
2
1
3
Verwijder de KeyCard in de omgekeerde volgorde.
Lees beslist de informatie onder “Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard”.
C Eject
Druk kort op de eject-toets, de cassette wordt naar buiten geschoven.
Het bedieningspaneel moet om
veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit. Bij
het verlaten van de auto dient
het bedieningspaneel ter beveiliging tegen diefstal te worden
geopend en moet de KeyCard
worden verwijderd.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
205
PORTUGUÊS
Afstandsbediening RC 08
21
20
23
D V- / V+
Volume wijzigen.
E SRC (Source = bron)
Wisselen van weergavesoort:
Druk zo vaak als nodig is kort op SRC.
- Radio
- Cassette
- Weergave van cd-wisselaar, indien
aangesloten
22
F Toetsen <</>>, /
Radioweergave
Zoekafstemming
opwaarts
neerwaarts
<</>> trapsgewijs neer-/opwaarts (op
FM alleen indien AF uit)
Alleen op FM:
<</>> Bladeren in de zenderketens
wanneer AF aan,
bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY ... .
Cassetteweergave
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts
achterwaarts
>>snel vooruitspoelen
<<snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen
>>opwaarts: kort indrukken
<<neerwaarts: kort indrukken
/Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken
CUE - snel vooruit verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt
houden
neerwaarts: twee- of meermaals achtereen kort indrukken
Titel opnieuw starten: kort indrukken
REVIEW - snel achteruit verplaatsen (hoorbaar): inge-
drukt houden
G
Geluidsweergave in-/uitschakelen:
druk kort op
Wanneer de geluidsweergave is uitgeschakeld, geeft het display “Mute” aan
(geluid onderdrukt).
Lees, voordat u uw autoradio in gebruik
neemt, de volgende aanwijzingen a.u.b.
zorgvuldig door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Gebruik daarom uw autoradio altijd zo, dat u
steeds alert op de heersende verkeerssituatie kunt reageren.
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/
u elke seconde 14 meter aflegt.
Het is raadzaam uw autoradio niet te bedienen in kritische situaties.
De waarschuwingssignalen van bv. politie
en brandweer moeten in de auto op tijd en
duidelijk te horen zijn.
Beluister tijdens het rijden uw programma
daarom alleen met een aangepast geluidsvolume.
Inbouw
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen
of verwijderen, lees dan beslist vooraf de
aanwijzingen voor inbouw en aansluiting
aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Telefoon-muting
Wanneer een autotelefoon is aangesloten,
kan de radio- en cd-weergave bij het gebruik
van de telefoon automatisch worden onderdrukt (telefoon-muting). Op het display verschijnt dan “Phone”.
De verkeersinformatie heeft voorrang wanneer TA geactiveerd is. TIM kan worden
opgeroepen tijdens de telefoon-muting.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten
accessoires en reserveonderdelen.
Met dit apparaat kunt u de volgende Blaupunkt-producten bedienen:
Cd-wisselaars
De volgende cd-wisselaars kunnen direct
worden aangesloten: CDC A 06, A 071,
A 072, A 08. Via adapterkabel 7 607 889
093 kan de wisselaar A 05 worden aangesloten.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar
de wettelijke bepalingen van het land waar
het apparaat is gekocht. Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft Blaupunkt twaalf
maanden garantie. Uw aankoopbon geldt
als garantiebewijs.
In geval van klachten kunt u contact opnemen met uw vakhandelaar. Deze helpt u
verder, repareert eventueel het apparaat of
zorgt dat het wordt doorgestuurd naar een
geautoriseerde Blaupunkt-werkplaats. Bovendien adviseren onze medewerkers u via
de service-hotline. De telefoon- en faxnummers vindt u op de laatste pagina van deze
gebruiksaanwijzing.
Internationale telefoon-info
Heeft u vragen over de bediening of heeft u
nadere informatie nodig? Bel ons!
De internationale telefoon- en faxnummers
vindt u op de laatste bladzijde van deze
gebruiksaanwijzing.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
207
PORTUGUÊS
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegeleverd.
De autoradio kan echter ook met een tweede
KeyCard worden bediend.
Wanneer een KeyCard verloren of beschadigd raakt, kan uw dealer u een nieuwe KeyCard leveren.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, worden de instellingen van de eerste KeyCard
overgenomen. U heeft echter de mogelijkheid om de volgende functies afzonderlijk
te programmeren:
Bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-,
treble-, balans- en fader-instelling, loudness,
TA (volume van de verkeersinformatie), volume van de pieptoon, LOW en HIGH (equalizer-instelling).
Bovendien blijft de laatst ingestelde toestand
bewaard, zoals golfgebied, zenderafstemming, TA-voorrang, AF, REG on/off, SCAN
(Time), gevoeligheid van de zoekafstemming, VOL (volume bij inschakelen) en
SHARX.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard
de door u gekozen basisinstelling opnieuw
aan.
Apparaat in gebruik nemen
Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het
bedieningspaneel:
•Druk op knop 1, het bedieningspa-
neel klapt naar voren.
•Plaats de KeyCard met het contactoppervlak naar beneden, zoals aangegeven op de afbeelding (pijl 1).
2
1
3
•Schuif de kaart in de richting van de
pijl (2) en vergrendel het bedieningspaneel (pijl 3).
•Zet het apparaat aan met ON.
De autoradio is klaar voor gebruik.
Onbekende KeyCard
Wanneer een voor het apparaat vreemde
KeyCard wordt geplaatst, verschijnt “Wrong
KC” op de kopregel.
Verwijder de vreemde kaart en plaats een
KeyCard die bekend is bij het apparaat.
KeyCard verwijderen
Ontgrendel het bedieningspaneel:
•Druk op knop 1, het bedieningspa-
neel klapt naar voren.
•Schuif de kaart naar rechts tot de
aanslag en haal deze naar voren uit
het apparaat.
•Vergrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel moet om
veiligheidsredenen altijd vergrendeld zijn tijdens de rit.
Bij het verlaten van de auto dient
het bedieningspaneel ter beveiliging tegen diefstal te worden
geopend en moet de KeyCard
worden verwijderd.
208
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.