Blaupunkt ATLANTA RCM, ATLANTA RCM 169 User Manual [nl]

Radio / Cassette
Atlanta RCM 169
Gebruiksaanwijzing
Erklärung der Positions-Nummern siehe Kurzanleitung
16
1
2
3
131415
2
4
12
11
5
10
20
9
6
21
17
1
3
19
18
23
22
2
Inhoudsopgave
Beknopte handleiding................ 197
Afstandsbediening RC 08.......... 206
Belangrijke aanwijzingen .......... 207
Wat u beslist moet lezen .................... 207
Verkeersveiligheid .............................. 207
Inbouw ................................................ 207
Telefoon-muting.................................. 207
Accessoires ........................................ 207
Garantie .............................................. 207
Internationale telefoon-info................. 207
Diefstalbeveiligingssysteem
KeyCard ...................................... 208
Apparaat in gebruik nemen ................ 208
Onbekende KeyCard....................... 208
KeyCard verwijderen .......................... 208
Tweede KeyCard programmeren /
KeyCard vervangen............................209
Onbekende KeyCard....................... 209
Radiopas-gegevens tonen ................. 209
Short Additional Memory (S.A.M.)...... 209
Turn On Message (T.O.M.) ................ 209
Optische aanduiding als diefstal-
beveiliging........................................... 210
Onderhoud van de KeyCard............... 210
KeyCard verloren of beschadigd........ 210
Programmeren van de nieuwe
KeyCard .............................................. 210
Eerste installatie ........................ 211
Install-menu oproepen........................ 211
Install-menu verlaten .......................... 211
Kloktijd instellen.................................. 211
Bewijs van eigenaarschap invoeren... 211 Terugzetten op de fabrieksmatige
instelling.............................................. 212
Aansluiting via contact in-/uit-
schakelen............................................ 212
Interne eindtrap uit-/inschakelen ........ 212
Extern apparaat aansluiten ................ 212
Install-menu verlaten .......................... 212
Weergavesoort kiezen ............... 213
Afleesbaarheid van het display
optimaliseren.............................. 213
Radioweergave met RDS........... 214
Wisselen tussen de menuniveaus...... 214
AF - Alternatieve Frequentie .............. 214
REG - Regionaal................................. 215
Golfgebied kiezen............................... 215
Zenderafstemming.............................. 215
Zoekafstemming
Handmatig afstemmen met << >> .. 216 Bladeren in de zenderketens
(alleen FM).......................................... 216
Wisselen van geheugenniveau (FM).. 216
Zenders programmeren...................... 216
Sterkste zenders automatisch
programmeren met Travelstore.......... 217
/ ..................... 215
Geprogrammeerde zenders
oproepen............................................. 217
Geprogrammeerde zenders kort
weergeven met Preset Scan .............. 217
Zenders kort weergeven met
Radio Scan ......................................... 218
Duur van het fragment (Scan)
wijzigen ............................................... 218
Gevoeligheid van de zoekafstemming
wijzigen ............................................... 218
Omschakelen stereo - mono (FM) ..... 218
Automatisch wisselen van band-
breedte (SHARX)................................ 218
PTY - Programmatype........................ 219
PTY in-/uitschakelen ....................... 219
Programmatype .................................. 219
Programmatype van de zender
opvragen.......................................... 219
PTY-programmatypes kiezen en
programmeren................................. 219
PTY-zenderzoekfunctie................... 220
Radiotekst........................................... 221
Ontvangst van verkeersinfor-
matie met RDS-EON................... 222
Voorrang voor verkeersinformatie
in-/uitschakelen................................... 222
Attentiesignaal .................................... 222
Attentiesignaal uitschakelen ........... 222
Automatische start zoekafstemming .. 222 Volume van verkeersinformatie en
attentiesignaal instellen ...................... 222
195
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Inhoudsopgave
Cassetteweergave...................... 223
Cassette plaatsen............................... 223
Cassette verwijderen .......................... 223
Cassetteweergave inschakelen.......... 223
Dolby B NR*........................................ 223
Displayweergave kiezen..................... 223
Wisselen van kant (Reverse) ............. 223
Cassettetitels kort laten weergeven
met SCAN ........................................... 224
Titels kiezen met S-CPS .................... 224
Titels herhalen met RPT..................... 224
Snelspoelen ........................................ 224
Radioluisteren tijdens snelspoelen
met Radio Monitor (RM) ..................... 225
Onbespeelde gedeelten van de band automatisch overslaan met
Blank Skip (BLS) ................................ 225
Aanwijzingen voor het onderhoud...... 225
Weergave van cd-wisselaar ...... 226
Weergave van cd-wisselaar
inschakelen......................................... 226
Displayweergave kiezen..................... 226
Cd kiezen............................................ 226
Titels kiezen........................................ 227
Titel / cd herhalen ............................... 227
TPM (Track Program Memory)........... 227
TPM-weergave in-/uitschakelen...... 227
Titels programmeren met TPM ....... 227
TPM-programmering wissen........... 227
MIX...................................................... 228
SCAN .................................................. 228
Cds een naam geven......................... 228
Cd-naam en TPM-programmering
tegelijk wissen..................................... 229
Clock - kloktijd ........................... 229
Kloktijd weergeven ............................. 229
Kloktijd instellen.................................. 229
12- of 24-uursmodus kiezen............... 230
Synchronisatie .................................... 230
DSA.............................................. 230
Overzicht equalizerfuncties ................ 230
Equalizer-instellingen oproepen......... 230
Equalizer in-/uitschakelen .................. 231
Automatische afstemming equalizer .. 231
HiFi-afstemming.................................. 231
HiFi-afstemming starten.................. 231
Handmatige equalizer-instelling ......... 232
Equalizer-instelling oproepen............. 232
DNC ............................................. 233
Afstemmen van DSC .......................... 233
DNC-gevoeligheid instellen ................ 233
DNC in-/uitschakelen.......................... 233
Aanwijzingen voor de veiligheid ......... 233
Programmering met DSC .......... 234
TUN (Tuner)........................................ 234
DISP (Display) .................................... 235
VAR (Various)..................................... 235
KC (KeyCard) ..................................... 236
CLK (Clock) ........................................ 237
CDC (Changer)................................... 238
Overzicht van de fabrieksmatige
basisinstelling ..................................... 238
Technische gegevens................ 239
Versterker ........................................... 239
Tuner................................................... 239
Cassette.............................................. 239
Glossarium -
verklaring van vaktermen.......... 239
Index – trefwoordenregister...... 242
Inbouwhandleiding .................... 384
196
Beknopte handleiding
1 Ontgrendeling van het opklapbare
bedieningspaneel
Wanneer het bedieningspaneel ont­grendeld is, kunnen de KeyCard en de cassette worden geplaatst of verwij­derd. Druk om het paneel te ontgrendelen op toets 1. Het bedieningspaneel wordt naar voren omlaag geklapt. Het bedie­ningspaneel is niet afneembaar en mag niet worden gebruikt als onder­grond. Om het bedieningspaneel te vergrendelen duwt u het terug in de uitgangspositie (pijl 3).
2
1
3
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd ver­grendeld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geopend en moet de KeyCard worden verwijderd.
2 ON
Apparaat inschakelen:
Druk wanneer de KeyCard is geplaatst op ON. Het apparaat speelt in de laatst gekozen weergavesoort met het vooraf ingestelde volume.
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt op de kopregel INSTALL. Hier kunnen be­langrijke basisinstellingen worden ver­anderd, zoals kloktijd, bewijs van ei­genaarschap, terugzetten op de fa­brieksmatige instelling, enz. Lees desgewenst Eerste installatie”. Met EXIT verlaat u dit menu.
Apparaat uitschakelen:
Houd ON ca. een seconde ingedrukt. De afleesbaarheid van het display kan
worden geoptimaliseerd voor de indivi­duele gezichtshoek. Lees desgewenst Afleesbaarheid van het display opti­maliseren”.
Geluidsweergave uit-/inschakelen:
Druk kort op ON. Wanneer de geluids­weergave is uitgeschakeld, verschijnt op het display Mute (geluid onder­drukt). Het geluid kan ook weer worden inge­schakeld wanneer de volumeknop 3 wordt gedraaid.
In-/uitschakelen met de KeyCard:
Het apparaat wordt in-/uitgeschakeld door het plaatsen / verwijderen van de KeyCard. Lees hiervoor in de beknopte handlei­ding ook onderdeel B: Diefstalbeveili­gingssysteem KeyCard.
Uit-/inschakelen via het contactslot:
Wanneer het apparaat dienovereen­komstig is aangesloten, kan het via het contactslot van de auto worden uit- en weer ingeschakeld. Nadat het contact is uitgeschakeld, wijst een dubbele pieptoon u erop dat u voor het verlaten van de auto de KeyCard dient te verwijderen.
Inschakelen bij uitgeschakeld con­tact
Wanneer het contactslot is uitgescha­keld (KeyCard geplaatst), kan het ap­paraat zo verder worden bediend:
197
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Beknopte handleiding
Druk na de pieptoon op ON. Het appa­raat wordt ingeschakeld. Na een speel­tijd van een uur wordt het apparaat ter bescherming van de auto-accu auto­matisch uitgeschakeld.
3 Volume wijzigen
Door te draaien aan de knop kunt u het volume wijzigen.
Der eingestellte Wert wird in der Leit­zeile angezeigt. Nach dem Einschalten spielt das Gerät in voreingestellter Lautstärke (VOL). VOL kann verändert werden (siehe Programmierung mit DSC – VAR, VOL).
4 Softkeys / display
Softkey = toets met wisselende functie Er kunnen op het display aangegeven functies worden gekozen.
Radioweergave
Wisselen van de menuniveaus
Bij radioweergave kan met TU worden gewisseld tussen menuniveau 1 en menuniveau 2.
Menuniveau 1 bevat vier paginas (FM 1, FM2, FM3, FMT) waarop zenders kunnen worden geprogrammeerd. Ga naar de volgende pagina met NEXT.
Menuniveau 2 bestaat uit twee paginas met functies die specifiek zijn voor de radioweergave. Pagina 1 bevat FM, TS, TA, AM, PS en SCAN. Pagina 2 bevat AF, LOC, PTY, REG, RT en MONO. Wissel van pagina met PRE resp. NEXT.
Na acht seconden na de laatste bedie­ning van een toets wordt automatisch teruggeschakeld naar menuniveau 1.
Menuniveau 1 Voorkeuzetoetsen en geheugenni­veaus
NEXT - FM
Wisselen tussen de geheugenniveaus FM1, FM2, FM3 en FMT.
NEXT - AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW en LW.
Toetsen 1-6
Om zenders te programmeren op de FM-niveaus FM1, FM2, FM3 en FMT. In het MW- en LW-gebied kunnen elk zes zenders worden geprogrammeerd en opgeroepen. Zenders programmeren: houd de toets ca. een seconde ingedrukt. Zenders oproepen: druk kort op de toets.
198
Beknopte handleiding
Menuniveau 2 Radiofuncties instellen
NEXT - FM
Overschakelen op de volgende radio­functies: AF, LOC, PTY, REG, RT, MONO.
PRE
Terug naar de eerder aangeduide ra­diofuncties: FM, TS, TA, AM, PS, SCAN.
FM
Overschakelen op FM. TS (Travelstore)
De zes sterkste zenders worden auto­matisch opgeslagen op geheugenni­veau FMT”.
TA (Traffic Announcement = voorrang voor verkeersinformatie) Op het display verschijnt TP wanneer een zender met verkeersinformatie wordt ontvangen.
TA wordt weergegeven wanneer de voorrang voor verkeersinformatie ge­activeerd is. Voorrang aan/uit: druk op TA. Mededeling voortijdig beëindigen: druk op STOP. STOP verschijnt alleen ter­wijl er een verkeersbericht wordt door­gegeven.
ENT (Enter) Om een instelling over te nemen / te bewaren: druk kort op de toets.
EXIT
Druk kort op de toets om het instellen te beëindigen / af te breken.
AM
Overschakelen op AM (MW of LW). Met NEXT kunt u het andere AM-golf­gebied kiezen.
PS (Preset-Scan) De onder de voorkeuzetoetsen gepro­grammeerde en ontvangen zenders worden kort weergegeven.
Preset Scan stoppen: druk op EXIT.
SCAN
Alle ontvangbare zenders van het golf­gebied worden kort weergegeven.
Scan stoppen: druk op EXIT. Overschakelen op AF, LOC, PTY,
REG, RT, MONO: druk op NEXT. Wanneer deze functies vanuit menuni­veau 1 moeten worden opgeroepen, drukt u eerst op TU, dan op NEXT.
AF
(Alternatieve Frequentie bij RDS-weer­gave) AF aan/uit: druk kort op AF.
199
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Beknopte handleiding
LOC - Local
Wissel de gevoeligheid van de zoekaf­stemming tussen Local en Distance met LOC.
PTY (Programmatype) Met PTY kan met de voorkeuzetoetsen een programmatype worden gekozen. PTY aan/uit: druk kort op PTY. Op het display verschijnt onder de kop­regel PTY.
REG (Regionaal) Regionale programmas met voorrang instellen. REG aan/uit: druk kort op REG.
RT - Radiotekst
Om teksten van de ingestelde zender weer te geven. Radiotekst kan alleen worden geacti­veerd wanneer het contact uit staat of in het Install-menu IGN off is inge­steld.
MONO
Wisselen tussen stereo en mono. Nadat het apparaat is ingeschakeld, vindt automatisch stereoweergave plaats.
Cassetteweergave
Tijdens cassetteweergave kunnen met de bijbehorende softkeys cassette­functies worden gekozen.
REVerse – wisselen van kant Om over te schakelen op de andere kant. Het display geeft aan welke kant wordt weergegeven (Side A/B).
SCAN
Om de cassettetitels kort weer te ge­ven. Scan starten / beëindigen: druk op SCAN. Wanneer scan is ingeschakeld, knippert de bijbehorende rode pijl.
RPT (Repeat herhalen) Om de kort weergegeven of de volgen­de titel te herhalen. De titel wordt her­haald totdat RPT wordt uitgeschakeld. Nadat de cassette is verwijderd of het apparaat is uitgeschakeld, is Repeat automatisch beëindigd.
Repeat in-/uitschakelen: druk op RPT. Op de kopregel en het DOT-display verschijnt na het overschakelen kort de geactiveerde functie. Wanneer RPT is ingeschakeld, is de bijbehorende rode pijl verlicht.
RM (Radio monitor) Radio luisteren tijdens snelspoelen. Wanneer de rode pijl voor RM ver­licht is, wordt tijdens het snelspoelen de radio weergegeven. Radio monitor in-/uitschakelen: druk op RM. Op de kopregel en het DOT-dis­play verschijnt na het overschakelen kort de geactiveerde functie.
BLS (Blank skip) Onbespeelde gedeelten van de band overslaan. Wanneer de rode pijl voor BLS verlicht is, is de functie inge­schakeld. Zodra tijdens cassetteweer­gave een pauze van meer dan tien se­conden optreedt, wordt automatisch verdergespoeld tot de volgende titel. Blank skip in-/uitschakelen: druk op BLS. Op de kopregel en het DOT-dis­play verschijnt na het overschakelen kort de geactiveerde functie.
200
Beknopte handleiding
DLBY (
Dolby B NR*) Met Dolby B opgenomen cassettes kunnen optimaal worden weergege­ven. Wanneer de rode pijl voor DLBY verlicht is, is de functie ingeschakeld. Dolby in-/uitschakelen: druk op DLBY. Op de kopregel en het DOT-display verschijnt na het overschakelen kort de geactiveerde functie.
* Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder
licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dol­by en het symbool met de dubbele D zijn han­delsmerken van Dolby Laboratories.
Weergave van cd-wisselaar
Met de bijbehorende softkeys kunnen tijdens de weergave van cd-wisselaar MIX, SCAN; RPT (Repeat - herhalen), TPM en NAME worden gekozen.
Druk op CDC: Bij weergave van cd-wisselaar wordt op menuniveau 1 aangegeven welke magazijnposities zijn bezet met cds. Met NEXT kunt u omslaan.
Met CDC wisselt u van menuniveau. Dan kunnen de functies MIX t/m NAME worden opgeroepen.
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgor­de worden weergegeven. Door op toets MIX te drukken kunt u de volgen­de functies kiezen:
- MIX CD = Titels van de cd worden in willekeurige volgorde weergegeven. De keuze van de cd verloopt nume­riek; weergave van de titels in wille­keurige volgorde.
- MIX MAG = Alle titels van het maga­zijn worden in willekeurige volgorde weergegeven.
- MIX OFF = Functie uitschakelen.
SCAN
Om de titels van alle cds kort weer te geven.
Scan starten: Druk op SCAN. De titels zijn in oplo­pende volgorde achtereenvolgens kort te horen.
Scan beëindigen: Druk op SCAN. De als laatste te horen titel wordt verder afgespeeld.
RPT - Repeat
Er kunnen cd-titels en cds herhaald worden. Door op toets RPT te drukken kunt u de volgende functies oproepen:
- REP TRCK = Titel herhalen
- REP CD = Cd herhalen
- RPT off = Functie uitschakelen. TPM - Track Program Memory
Om uw favoriete titels op te slaan en af te spelen. Er kunnen maximaal 99 cd’s met elk maximaal 40 titels worden ge­administreerd (zie het hoofdstuk TPM­programmering).
CLR
Om het TPM-geheugen te wissen (zie het hoofdstuk TPM-geheugen wis­sen).
NAME
Voor 99 cds kunnen namen met maxi­maal 7 tekens worden ingevoerd. Bij cd-weergave verschijnt op de kopregel de ingevoerde naam indien het display is ingesteld op Name (zie het hoofd­stuk Cds een naam geven).
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
201
PORTUGUÊS
Beknopte handleiding
5 Kopregel
Geeft een functie van de gekozen weergavesoort weer, bv. bij radioweer­gave de gekozen zender.
De inhoud van de kopregel kan wor­den gekozen met DIS.
Radioweergave EUROPE 1 - naam van de zender
of 102,40 - frequentie of Pop M(usic) - PTY-kenmerk of 10:53 - kloktijd
Cassetteweergave Side A / B - kant
Forward - snel vooruitspoelen Rewind - snel terugspoelen CPS FF/FR - Cassette Program
Search (zoekfunctie) voor-/achterwaarts
Weergave van cd-wisselaar VIVALDI - naam van de cd
of CD 2 T 2 - cd-nummer en titelnum-
mer of 10:53 - kloktijd
6 DSA (Digital Sound Adjustment -
digitale klankaanpassing) DNC (Dynamic Noise Covering ­maskering van de rijgeluiden) Aanpassing van het volume aan de rij­geluiden. Zie het hoofdstuk DSA resp. DNC”.
7 Tuimeltoets
Radioweergave Wanneer op menuniveau 2 op de
tuimeltoets wordt gedrukt, wordt auto­matisch overgeschakeld op menu­niveau 1.
/ Zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<< / >> Trapsgewijs opwaarts / neer-
waarts, (op FM alleen indien AF en PTY uit)
Alleen op FM: << / >> Bladeren in de zenderketens
wanneer AF en PTY uit,
bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY ... .
Cassetteweergave
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
>> snel vooruitspoelen << snel terugspoelen
202
Beknopte handleiding
Weergave van cd-wisselaar
<< / >> Cd kiezen >> opwaarts: kort indrukken << neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE - snel vooruit verplaat­sen (hoorbaar): ingedrukt
houden neerwaarts: twee of meer­maals achtereen kort indrukken Titel opnieuw starten: kort in­drukken
REVIEW - snel achteruit ver­plaatsen (hoorbaar): inge-
drukt houden
8 DSC (Direct
Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare basisinstellingen worden aangepast. Nadere informatie: Programmering met DSC”.
9 AUD
Voor het instellen van de hoge tonen (treble), lage tonen (bass), fader (voor/achter), balans (links/rechts), loudness (aanpassen van de zachte tonen aan het menselijke gehoor) en
SUB (-out) om het uitgangsniveau aan te passen voor een sub-woofer.
Instellen:
Kies de weergavesoort. Druk eenmaal op AUD en kies de in te stellen functie met de bijbehorende toets. Op de kopregel verschijnt bv. Bass met de ingestelde waarde.
Met << / >> worden de ingestelde waarden veranderd. De laatste instelling wordt automatisch bewaard.
SUB-Out
Wanneer een sub-woofers wordt aan­gesloten, kan het uitgangsniveau on­der SUB worden aangepast met
/ .
AUD-menu verlaten: druk op AUD of op EXIT.
: DIS
Verschillende weergavemogelijkheden voor het display kiezen.
Radioweergave Druk zovaak als nodig kort op DIS:
- Naam van de ingestelde zender
- Actuele frequentie
- PTY-kenmerk
- Kloktijd Voorwaarde is dat er een RDS-zender met voldoende veldsterkte wordt ont­vangen.
Houd DIS ca. 4 seconden ingedrukt: Kloktijd synchroniseren (interne klok met DCF-77-radioklok).
Cassetteweergave Druk op DIS:
- Kant
- Kloktijd Weergave van cd-wisselaar
Druk op DIS:
- Cd-nummer, titelnummer
- Cd-naam (indien ingevoerd)
- Kloktijd
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
203
Beknopte handleiding
; Display
Radioweergave
TP, TA - TP = Traffic Program (zen-
der met verkeersinformatie wordt ontvangen)
- TA = voorrang voor ver­keersinformatie is geacti­veerd
PTY - programmatype-functie is
geactiveerd
AF - alternatieve frequentie bij
RDS
CC-IN - er is een cassette in het
apparaat
< DOT-veld
Aanvullend display bij de kopregel. Radioweergave
MW, LW - golfgebied of
speciale afbeeldingen bij de situatie,
Bv. rijdende autos bij verkeersinforma­tie.
Cassetteweergave
00:25 - bandteller of Side A / B - kant
Weergave van cd-wisselaar
= CDC
Overschakelen op weergave van cd­wisselaar (alleen indien er een cd-wis­selaar is aangesloten), kiezen van het menuniveau.
Wanneer er geen cd-wisselaar is aan­gesloten, wordt AUX ingesteld indien in het Install-menu AUX on is geko­zen.
> CC
Overschakelen op cassetteweergave.
FM1, 2, 3,T - FM-geheugenniveaus of
204
00:25 - verstreken speeltijd of TRACK 3 - cd-titelnummer
? TU (TUNER)
Overschakelen op radioweergave, kie­zen van het menuniveau.
Beknopte handleiding
@ Cassetteopening
Schuif de cassette naar binnen (kant A of 1 naar boven, opening rechts).
A Optische diefstalbeveiliging
Aan de volgende voorwaarden moet voldaan zijn indien de LED zichtbaar moet knipperen als beveiliging tegen diefstal: Het apparaat is correct aangesloten en uitgeschakeld; het bedieningspaneel is geopend; de KeyCard is verwijderd; in het DSC-menu is LED on ingesteld (ingesteld door de fabriek). Nadere informatie: Programmering met DSC - LED on/off”.
B Diefstalbeveiligingssysteem Key-
Card
Om het apparaat te kunnen bedienen dient u de KeyCard te plaatsen.
KeyCard
KeyCard plaatsen
Druk op toets 1 om het bedienings­paneel te ontgrendelen. Het bedienings­paneel beweegt naar voren omlaag. Schuif de KeyCard naar binnen met het contactoppervlak naar beneden (zie afbeelding). Vergrendel het bedieningspaneel.
2
1
3
Verwijder de KeyCard in de omgekeer­de volgorde. Lees beslist de informatie onder Dief­stalbeveiligingssysteem KeyCard”.
C Eject
Druk kort op de eject-toets, de casset­te wordt naar buiten geschoven.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd ver­grendeld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geopend en moet de KeyCard worden verwijderd.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
205
PORTUGUÊS
Afstandsbediening RC 08
21
20
23
D V- / V+
Volume wijzigen.
E SRC (Source = bron)
Wisselen van weergavesoort: Druk zo vaak als nodig is kort op SRC.
- Radio
- Cassette
- Weergave van cd-wisselaar, indien aangesloten
22
F Toetsen <</>>, /
Radioweergave
Zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<</>> trapsgewijs neer-/opwaarts (op
FM alleen indien AF uit)
Alleen op FM: <</>> Bladeren in de zenderketens
wanneer AF aan,
bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY ... .
Cassetteweergave
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
>> snel vooruitspoelen << snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen >> opwaarts: kort indrukken << neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE - snel vooruit verplaat­sen (hoorbaar): ingedrukt
houden neerwaarts: twee- of meer­maals achtereen kort indrukken Titel opnieuw starten: kort in­drukken
REVIEW - snel achteruit ver­plaatsen (hoorbaar): inge-
drukt houden
G
Geluidsweergave in-/uitschakelen: druk kort op Wanneer de geluidsweergave is uitge­schakeld, geeft het display Mute aan (geluid onderdrukt).
Cassetteweergave Geluidsweergave in-/uitschakelen:
Druk kort op Wisselen van kant: Houd
seconde ingedrukt.
.
.
ca. een
206
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Lees, voordat u uw autoradio in gebruik neemt, de volgende aanwijzingen a.u.b. zorgvuldig door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Ge­bruik daarom uw autoradio altijd zo, dat u steeds alert op de heersende verkeerssitua­tie kunt reageren.
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ u elke seconde 14 meter aflegt.
Het is raadzaam uw autoradio niet te bedie­nen in kritische situaties.
De waarschuwingssignalen van bv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk te horen zijn.
Beluister tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een aangepast geluids­volume.
Inbouw
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen of verwijderen, lees dan beslist vooraf de aanwijzingen voor inbouw en aansluiting aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Telefoon-muting
Wanneer een autotelefoon is aangesloten, kan de radio- en cd-weergave bij het gebruik van de telefoon automatisch worden onder­drukt (telefoon-muting). Op het display ver­schijnt dan Phone”. De verkeersinformatie heeft voorrang wan­neer TA geactiveerd is. TIM kan worden opgeroepen tijdens de telefoon-muting.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires en reserveonderdelen. Met dit apparaat kunt u de volgende Blau­punkt-producten bedienen:
Cd-wisselaars
De volgende cd-wisselaars kunnen direct worden aangesloten: CDC A 06, A 071, A 072, A 08. Via adapterkabel 7 607 889 093 kan de wisselaar A 05 worden aange­sloten.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar de wettelijke bepalingen van het land waar het apparaat is gekocht. Ongeacht de wet­telijke bepalingen geeft Blaupunkt twaalf maanden garantie. Uw aankoopbon geldt als garantiebewijs. In geval van klachten kunt u contact opne­men met uw vakhandelaar. Deze helpt u verder, repareert eventueel het apparaat of zorgt dat het wordt doorgestuurd naar een geautoriseerde Blaupunkt-werkplaats. Bo­vendien adviseren onze medewerkers u via de service-hotline. De telefoon- en faxnum­mers vindt u op de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing.
Internationale telefoon-info
Heeft u vragen over de bediening of heeft u nadere informatie nodig? Bel ons! De internationale telefoon- en faxnummers vindt u op de laatste bladzijde van deze gebruiksaanwijzing.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
207
PORTUGUÊS
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegele­verd.
De autoradio kan echter ook met een tweede KeyCard worden bediend.
Wanneer een KeyCard verloren of bescha­digd raakt, kan uw dealer u een nieuwe Key­Card leveren.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, wor­den de instellingen van de eerste KeyCard overgenomen. U heeft echter de mogelijk­heid om de volgende functies afzonderlijk te programmeren:
Bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-, treble-, balans- en fader-instelling, loudness, TA (volume van de verkeersinformatie), vo­lume van de pieptoon, LOW en HIGH (equa­lizer-instelling).
Bovendien blijft de laatst ingestelde toestand bewaard, zoals golfgebied, zenderafstem­ming, TA-voorrang, AF, REG on/off, SCAN (Time), gevoeligheid van de zoekafstem­ming, VOL (volume bij inschakelen) en SHARX.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard de door u gekozen basisinstelling opnieuw aan.
Apparaat in gebruik nemen
Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het bedieningspaneel:
Druk op knop 1, het bedieningspa- neel klapt naar voren.
Plaats de KeyCard met het contactop­pervlak naar beneden, zoals aangege­ven op de afbeelding (pijl 1).
2
1
3
Schuif de kaart in de richting van de
pijl (2) en vergrendel het bedienings­paneel (pijl 3).
Zet het apparaat aan met ON.
De autoradio is klaar voor gebruik.
Onbekende KeyCard
Wanneer een voor het apparaat vreemde KeyCard wordt geplaatst, verschijnt Wrong KC op de kopregel. Verwijder de vreemde kaart en plaats een KeyCard die bekend is bij het apparaat.
KeyCard verwijderen
Ontgrendel het bedieningspaneel:
Druk op knop 1, het bedieningspa- neel klapt naar voren.
Schuif de kaart naar rechts tot de aanslag en haal deze naar voren uit het apparaat.
Vergrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd ver­grendeld zijn tijdens de rit.
Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geopend en moet de KeyCard worden verwijderd.
208
Loading...
+ 35 hidden pages