BenQ TH680, MH680 User Manual [nl]

MH680/TH680 Digital Projector
Gebruikershandleiding

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies ........... 3
Inleiding.................................. 7
Inhoud van de verpakking .......................9
Buitenkant van de projector.................10
Bedieningselementen en functies.........11
De projector
positioneren........................ 15
Het kiezen van een plek ........................15
De gewenste beeldgrootte van
de projectie instellen..............................16
Aansluitingen....................... 18
Videoapparaten aansluiten ....................19
Bediening .............................20
De projector opstarten .........................20
Het geprojecteerde beeld
aanpassen ..................................................21
De menu's gebruiken .............................23
De projector beveiligen.........................24
Schakelen tussen ingangssignalen.........27
Vergroten en details zoeken ................28
De beeldverhouding selecteren...........28
Het beeld optimaliseren ........................30
De presentatietimer instellen...............34
Door pagina's scrollen vanaf de
afstandsbediening ....................................35
Het beeld stilzetten ................................35
Het beeld verbergen ..............................35
Besturingstoetsen blokkeren................35
Gebruik op grote hoogte......................36
Het geluid aanpassen..............................36
Het testpatroon gebruiken .................. 37
Onderwijssjabloons................................ 38
Presenteren via een usb-lezer .............39
De projector uitschakelen.................... 40
Direct uitschakelen ................................ 40
Menubewerkingen .................................. 41
Onderhoud ......................... 51
Onderhoud van de projector .............. 51
Informatie over de lamp ....................... 52
Problemen oplossen ......... 58
Specificaties......................... 59
Projectorspecificaties............................. 59
Afmetingen ............................................... 60
Plafondmontage....................................... 60
Timing-diagram........................................ 61
Informatie over garantie
en auteursrechten ............. 65
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C / 104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
Montage van de projector op het
plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector heeft de volgende kenmerken
Volledig compatibel met HD De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 480i, 480p, 576i, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p-indelingen, met de 1080p indeling die een echte 1:1 beeldreproductie levert.
SmartEco™ start dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een nieuwe manier om het lampsysteem van de projector te bedienen en energie te sparen, afhankelijk van de helderheid van het beeldmateriaal.
Langste levensduur van de lamp met SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik en verhoogt de levensduur van de lamp.
ECO LEEG bespaart het stroomverbruik van de lamp Als u op de knop ECO BLANK drukt, verbergt u het beeld en wordt het lampvermogen beperkt.
Minder dan 0,5W in stand-by Minder dan 0,5W stroomverbruik in stand-by.
Presenteren via een Usb-lezer Deze functie geeft een diavoorstelling weer met de afbeeldingen op een usb-flashdrive, die in de projector is gestoken. Dankzij deze functie is geen computer meer nodig.
Usb-weergave Met deze functie kan de projector content weergeven vanaf de computer met een usb­kabel zonder dat een stuurprogramma nodig is.
Presenteren vanaf mobiele toestellen met Draadloze weergave
Met deze functie kunt u zonder pc presenteren dankzij een optionele draadloze dongle en de BenQ Qpresenter app. Door in het OSD-menu de ingang Netwerkweerg. te kiezen, start u de presentatie met een mobiel toestel zonder enige kabelverbinding!
Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal, Direct
inschakelen Snelle afkoeling functie versnelt het afkoelen als de projector wordt uitgeschakeld. Automatisch uitschakelen functie zorgt ervoor dat de projector automatisch kan
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd. Inschakelen bij signaal functie schakelt de projector automatisch in zodra een signaal op een ingang wordt gedetecteerd en Direct inschakelen start de projector automatisch op als de stroom wordt aangesloten.
Direct herstarten Kies Direct herstarten om de projector onmiddellijk opnieuw te starten binnen 90 seconden nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Ondersteuning voor 3D Diverse 3D-formaten maken de 3D-functie nog veelzijdiger. Met 3-dimensionale beelden en een 3D-bril van BenQ geniet u van 3D-films, video's en sportevenementen alsof u erbij bent.
Inleiding 7
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding8

Inhoud van de verpakking

Digital Projector
Quick Start Guide
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Netsnoer VGA-kabel
Snelgids CD met
Garantiekaart*
gebruikershandleiding
Afstandsbediening met batterijen

Optionele accessoires

1. Reservelamp
2. Plafondmontageset
3. Draagtas
Inleiding 9

Buitenkant van de projector

Voorkant/bovenkant
13
11
12
14
15
16 17
18
19
20
22
21
23
Achter/onderkant
1
2
3
4
5
1. Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 11 voor details.)
6
2. Lampdeksel
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Verstellerknop
5. Lensklep
7
6. Focusring en zoomring
8
7. Ventilatie (koele lucht in)
9
8. Luidsprekerrooster
9. IR-sensor afstandsbediening voorkant
10. Projectielens
10
11. RS232-controlepoort
12. Usb-poorten
13. HDMI-ingang
14. RGB-signaaluitgang
15. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/ YCbCr)-signaalingang
16. S-Video-ingang Video-ingang
17. Audio-ingangen (L/R)
18. Audio-ingang
19. Audio-uitgang
20. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
21. Stroomaansluiting
22. Achterste verstelvoetje
23. Gaten voor plafondmontage
Inleiding10

Bedieningselementen en functies

Projector

1 2
2
3 4
5 6
7 8
9
10
11 12 13
14
15
13
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. IR-sensor afstandbediening bovenkant
4. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
5. AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
6. Links/
Zet het volume van de projector lager.
7. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
8. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
9. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
10. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
11. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
12. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
13. Keystone/pijltoetsen ( /
Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
14. Rechts/
Zet het volume van de projector hoger.
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #6, #13 en #14 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
15. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Inleiding 11

Afstandsbediening

2
3
4
8
9
11
12
13
15
17
19
20
21
23
22
16
14
10
6
5
7
7
1
18
18
9. Aspect
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
10. Page Up/Page Down
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
11. Digital Zoom (+, -)
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld.
12. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling.
1. AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
2. Info
Toont de statusinformatie over de projector.
3. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
4. Links
5. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
8. SmartEco
Opent de lampmodus selectiebalk.
Inleiding12
13. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor presentatietimer direct ingevoerd.
14. 3D settings
Opent direct de 3D-instellingen.
15. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
16. Rechts
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #4, #7 en #16 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
17. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
18. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
19. Mute
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
20. Freeze
Zet het geprojecteerde beeld stil.
21. Quick Install
Selecteert snel diverse functies om het geprojecteerde beeld aan te passen en toont het testpatroon.
22. CC
Toont ondertiteling op het scherm voor doven en slechthorenden.
23. Teaching template
Opent direct de Teaching template­instelling.
Inleiding 13
Effectief bereik van de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw
vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u
let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie
te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Inleiding14

De projector positioneren

Het kiezen van een plek

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
4. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren 15
De gewenste beeldgrootte van de projectie
<A>
<B>
<C>
<E>
<D>
<F>
<G>
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.

Projectieafmetingen

Installatie bij een scherm met beeldverhouding 16:9
Diagonaal <A> [inch (mm)]
40 (1016) 498 886 1013 1165 1316 25
50 (1270) 623 1107 1266 1456 1646 31
60 (1524) 747 1328 1519 1747 1975 37
70 (1778) 872 1550 1772 2038 2304 44
80 (2032) 996 1771 2025 2329 2633 50
90 (2286) 1121 1992 2278 2620 2962 56
100 (2540) 1245 2214 2532 2911 3291 62
110 (2794) 1370 2435 2785 3203 3620 68
120 (3048) 1494 2657 3038 3494 3949 75
130 (3302) 1619 2878 3291 3785 4278 81
140 (3556) 1743 3099 3544 4076 4608 87
150 (3810) 1868 3321 3797 4367 4937 93
160 (4064) 1992 3542 4051 4658 5266 100
170 (4318) 2117 3763 4304 4949 5595 106
180 (4572) 2241 3985 4557 5241 5924 112
190 (4826) 2366 4206 4810 5532 6253 118
200 (5080) 2491 4428 5063 5823 6582 125
235 (5969) 2926 5202 5949 6842 7734 146
<A>
<C>
<B>
<E>
<D>
<G>
<F>
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld
16:9
Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm]
Hoogte <B> [mm]
Breedte <C> [mm]
Min. afstand (met max. zoom)
Gemiddeld
Max afstand (met min. zoom)
Laagste/
hoogste lenspositie <E> [mm]
De projector positioneren16
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 4:3
<A>
<B>
<H>
<C>
<E>
<D>
<F>
<G>
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
De onderstaande illustraties en tabel zijn voor de gebruikers die al een beeldscherm met een beeldverhouding van 4:3 hebben of van plan zijn een dergelijk scherm te kopen om geprojecteerde beelden met een beeldverhouding van 16:9 weer te geven.
<A>
<C>
<H>
<E>
<B>
<D>
<F>
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld
16:9
Schermafmetingen Projectieafstand <D> [mm]
Diagonaal <A> [inch (mm)]
Hoogte <B> [mm]
Breedte <C> [mm]
Min. afstand (met max. zoom)
Gemid­deld
Max afstand (met min. zoom)
40 (1016) 610 813 929 1069 1208 23 457
50 (1270) 762 1016 1162 1336 1510 29 572
60 (1524) 914 1219 1394 1603 1813 34 686
70 (1778) 1067 1422 1627 1871 2115 40 800
80 (2032) 1219 1626 1859 2138 2417 46 914
90 (2286) 1372 1829 2091 2405 2719 51 1029
100 (2540) 1524 2032 2324 2672 3021 57 1143
110 (2794) 1676 2235 2556 2940 3323 63 1257
120 (3048) 1829 2438 2788 3207 3625 69 1372
130 (3302) 1981 2642 3021 3474 3927 74 1486
140 (3556) 2134 2845 3253 3741 4229 80 1600
150 (3810) 2286 3048 3486 4008 4531 86 1715
160 (4064) 2438 3251 3718 4276 4833 91 1829
170 (4318) 2591 3454 3950 4543 5135 97 1943
180 (4572) 2743 3658 4183 4810 5438 103 2057
190 (4826) 2896 3861 4415 5077 5740 109 2172
200 (5080) 3048 4064 4647 5345 6042 114 2286
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Laagste/
hoogste
lenspositie
<E>
[mm]
<G>
Beeld-
hoogte
<H>
[mm]
De projector positioneren 17

Aansluitingen

Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
of
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 9). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
1 2
3
9
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. USB-kabel
4. Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel
5. S-Video-kabel
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen18
10
1 6
4
8 8 8
6. Videokabel
7. Audio-l/r-kabel
7
5
8. Audiokabel
9. Usb-flashdrive/draadloze usb-dongle
10. HDMI-kabel
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 50 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI
Best
Component video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 19 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen 19

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER- indicator op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
2. Druk op AAN/UIT om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden,
is een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER-indicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 37 voor details over het uitschakelen van de beltoon.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt
gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 24 voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector gaat zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 27 voor details.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht “Buiten bereik” op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina
61 voor details.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de modus ECO LEEG geactiveerd.
Bediening20
Loading...
+ 45 hidden pages