Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding aandachtig
door voordat u de projector gaat
gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2.Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden
over aan een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector
normaal werkt bij een netspanning
van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan
het apparaat uitvallen wanneer zich
een stroomstoring of een
spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is,
is het raadzaam de projector aan
te sluiten op een
spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
6.Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. De voorwerpen kunnen
heet worden en daardoor vervormd
raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of
afstandsbediening om de lamp tijdelijk
uit te schakelen.
4.Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter (indien aanwezig) is
geopend of de lensdop (indien
aanwezig) is verwijderd wanneer
de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een
onstabiele ondergrond. Het product
kan dan vallen en ernstig worden
beschadigd.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de
lamp toch langer gebruikt, kan deze in
zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de projector
uit het stopcontact is verwijderd
voordat u de lamp of elektronische
onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf. De
onderdelen van het apparaat staan
onder hoge spanning die
levensgevaarlijk is. Het enige
onderdeel dat u mag vervangen, is de
lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt,
neemt u mogelijk warme lucht en een
bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende
ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten
minste 50 cm van de muur staat en laat
voldoende ruimte vrij rondom de
projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto
met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur
van de projector en verdonkert het
beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C / 104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een
doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting
in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik
altijd op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (naar links of
rechts) of in een hoek van meer dan
15 graden (voor naar achter). Als u de
projector gebruikt wanneer deze niet
volledig horizontaal staat, werkt deze
mogelijk niet optimaal of kan de lamp
beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal.
De projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van
of op de projector. Als er vloeistof in
de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, trekt u de stekker
uit het stopcontact en belt u BenQ
voor reparaties.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van
BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
Montage van de projector op het
plafond
Voor een probleemloze werking van de
projector is ook veiligheid van groot
belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om
schade en lichamelijk letsel te
voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond
wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander
merk gebruikt, bestaat het gevaar dat
de projector naar beneden valt omdat
het apparaat met de verkeerde
schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectoren kopen bij de
leverancier van uw projector. Het
verdient ook aanbeveling een aparte
veiligheidskabel aan te schaffen die
compatibel is met het Kensington-slot.
Maak deze kabel vast aan de sleuf voor
het Kensington-slot op de projector en
aan de houder. Wanneer de projector
loskomt van de houder, blijft het
apparaat toch veilig zitten.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de plaatstelijke wetten
voor afvalverwerking. Zie
www.lamprecycle.org.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Inleiding
Kenmerken van de projector
De projector heeft de volgende kenmerken
• Volledig compatibel met HD
De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 480i, 480p, 576i, 576p
en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p-indelingen, met de 1080p indeling
die een echte 1:1 beeldreproductie levert.
• SmartEco™ start dynamische energiebesparing
De SmartEco™-technologie biedt een nieuwe manier om het lampsysteem van de
projector te bedienen en energie te sparen, afhankelijk van de helderheid van het
beeldmateriaal.
• Langste levensduur van de lamp met SmartEco™-technologie
De SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik en verhoogt de
levensduur van de lamp.
• ECO LEEG bespaart het stroomverbruik van de lamp
Als u op de knop ECO BLANK drukt, verbergt u het beeld en wordt het
lampvermogen beperkt.
• Minder dan 0,5W in stand-by
Minder dan 0,5W stroomverbruik in stand-by.
• Presenteren via een Usb-lezer
Deze functie geeft een diavoorstelling weer met de afbeeldingen op een usb-flashdrive,
die in de projector is gestoken. Dankzij deze functie is geen computer meer nodig.
• Usb-weergave
Met deze functie kan de projector content weergeven vanaf de computer met een usbkabel zonder dat een stuurprogramma nodig is.
• Presenteren vanaf mobiele toestellen met Draadloze weergave
Met deze functie kunt u zonder pc presenteren dankzij een optionele draadloze dongle
en de BenQ Qpresenter app. Door in het OSD-menu de ingang Netwerkweerg. te
kiezen, start u de presentatie met een mobiel toestel zonder enige kabelverbinding!
• Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal, Direct
inschakelen
Snelle afkoeling functie versnelt het afkoelen als de projector wordt uitgeschakeld.
Automatisch uitschakelen functie zorgt ervoor dat de projector automatisch kan
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt
gedetecteerd. Inschakelen bij signaal functie schakelt de projector automatisch in
zodra een signaal op een ingang wordt gedetecteerd en Direct inschakelen start de
projector automatisch op als de stroom wordt aangesloten.
• Direct herstarten
Kies Direct herstarten om de projector onmiddellijk opnieuw te starten binnen
90 seconden nadat het apparaat is uitgeschakeld.
• Ondersteuning voor 3D
Diverse 3D-formaten maken de 3D-functie nog veelzijdiger. Met 3-dimensionale
beelden en een 3D-bril van BenQ geniet u van 3D-films, video's en sportevenementen
alsof u erbij bent.
Inleiding7
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor
contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding8
Inhoud van de verpakking
Digital Projector
Quick Start Guide
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde
informatie.
ProjectorNetsnoerVGA-kabel
SnelgidsCD met
Garantiekaart*
gebruikershandleiding
Afstandsbediening met batterijen
Optionele accessoires
1.Reservelamp
2.Plafondmontageset
3.Draagtas
Inleiding9
Buitenkant van de projector
Voorkant/bovenkant
13
11
12
14
15
16 17
18
19
20
22
21
23
Achter/onderkant
1
2
3
4
5
1.Extern besturingspaneel
(Zie "Bedieningselementen en functies"
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2.Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld
aan.
3.IR-sensor afstandbediening
bovenkant
4.MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen
Display, OSD). Keert terug naar het
vorige OSD-menu, sluit en bewaart de
menu-instellingen.
5.AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
6.Links/
Zet het volume van de projector lager.
7.MODE/ENTER
Kies een beschikbare
beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
8.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
9.POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt.
10. TEMP (waarschuwingslampje
temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
11. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt
of knippert als er een probleem is met de
lamp.
12. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings
voor het beeld.
13. Keystone/pijltoetsen (/
Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het
vervormde beeld, veroorzaakt door de
projectiehoek.
14.Rechts/
Zet het volume van de projector hoger.
Als het OSD-menu is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #6, #13 en #14 als
pijltoetsen om de gewenste menu-items
te selecteren en om aanpassingen uit te
voeren.
15. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Inleiding11
Afstandsbediening
2
3
4
8
9
11
12
13
15
17
19
20
21
23
22
16
14
10
6
5
7
7
1
18
18
9.Aspect
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
10. Page Up/Page Down
Hiermee kunt u een softwareprogramma
(op een aangesloten pc) bedienen dat
reageert op opdrachten voor pagina
omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft
PowerPoint).
11. Digital Zoom (+, -)
Vergroot of verkleint het geprojecteerde
beeld.
12. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm
activeren of weergeven op basis van uw
eigen timerinstelling.
1.AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
2.Info
Toont de statusinformatie over de projector.
3.MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen
Display, OSD). Hiermee gaat u terug naar
het vorige schermmenu (OSD), sluit u
het menu en slaat u de menu-instellingen
op.
4.Links
5.MODE/ENTER
Kies een beschikbare
beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
6.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
7.Keystone/pijltoetsen (/
Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het
vervormde beeld, veroorzaakt door de
projectiehoek.
8.SmartEco
Opent de lampmodus selectiebalk.
Inleiding12
13. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor
presentatietimer direct ingevoerd.
14. 3D settings
Opent direct de 3D-instellingen.
15. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor
het beeld.
16.Rechts
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u
de toetsen #4, #7 en #16 als pijltoetsen om
de gewenste menu-items te selecteren en
om aanpassingen uit te voeren.
17. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
18. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
19. Mute
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
20. Freeze
Zet het geprojecteerde beeld stil.
21. Quick Install
Selecteert snel diverse functies om het
geprojecteerde beeld aan te passen en toont
het testpatroon.
22. CC
Toont ondertiteling op het scherm voor
doven en slechthorenden.
23. Teaching template
Opent direct de Teaching templateinstelling.
Inleiding13
Effectief bereik van de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van
de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels
liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1.Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw
vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de
richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2.Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u
let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+)
naar plus en min (-) naar min.
3.Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie
te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Inleiding14
De projector positioneren
Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1.Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector
op de tafel en voor het scherm installeert.
Als u een snelle opstelling en draagbaarheid
wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2.Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en voor het scherm
installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
3.Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en achter het scherm
installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal
scherm voor achterwaartse projectie
vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
4.Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector
op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm
voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en
uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de
nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren15
De gewenste beeldgrootte van de projectie
<A>
<B>
<C>
<E>
<D>
<F>
<G>
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectieafmetingen
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 16:9
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
40(1016)49888610131165131625
50(1270)623110712661456164631
60(1524)747132815191747197537
70(1778)872155017722038230444
80(2032)996177120252329263350
90(2286)1121199222782620296256
100(2540)1245221425322911329162
110(2794)1370243527853203362068
120(3048)1494265730383494394975
130(3302)1619287832913785427881
140(3556)1743309935444076460887
150(3810)1868332137974367493793
160(4064)19923542405146585266100
170(4318)21173763430449495595106
180(4572)22413985455752415924112
190(4826)23664206481055326253118
200(5080)24914428506358236582125
235(5969)29265202594968427734146
<A>
<C>
<B>
<E>
<D>
<G>
<F>
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld
16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min. afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max afstand
(met min.
zoom)
Laagste/
hoogste
lenspositie
<E> [mm]
De projector positioneren16
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 4:3
<A>
<B>
<H>
<C>
<E>
<D>
<F>
<G>
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
De onderstaande illustraties en tabel zijn voor de gebruikers die al een beeldscherm met
een beeldverhouding van 4:3 hebben of van plan zijn een dergelijk scherm te kopen om
geprojecteerde beelden met een beeldverhouding van 16:9 weer te geven.
<A>
<C>
<H>
<E>
<B>
<D>
<F>
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld
16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min.
afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max
afstand
(met min.
zoom)
40(1016)610813 9291069120823 457
50(1270)762101611621336151029 572
60(1524)914121913941603181334 686
70(1778)1067142216271871211540 800
80(2032)1219162618592138241746 914
90(2286)1372182920912405271951 1029
100(2540)1524203223242672302157 1143
110(2794)1676223525562940332363 1257
120(3048)1829243827883207362569 1372
130(3302)1981264230213474392774 1486
140(3556)2134284532533741422980 1600
150(3810)2286304834864008453186 1715
160(4064)2438325137184276483391 1829
170(4318)2591345439504543513597 1943
180(4572)27433658 418348105438103 2057
190(4826)28963861 441550775740109 2172
200(5080)30484064 464753456042114 2286
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van
deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw
specifieke locatie.
Laagste/
hoogste
lenspositie
<E>
[mm]
<G>
Beeld-
hoogte
<H>
[mm]
De projector positioneren17
Aansluitingen
Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
of
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 9). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
12
3
9
1.VGA-kabel
2.VGA-naar-DVI-A-kabel
3.USB-kabel
4.Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
5.S-Video-kabel
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is
aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave
doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een
beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw
notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen18
10
16
4
888
6.Videokabel
7.Audio-l/r-kabel
7
5
8.Audiokabel
9.Usb-flashdrive/draadloze usb-dongle
10. HDMI-kabel
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is
aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de
Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd.
Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 50 voor details.
Videoapparaten aansluiten
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke
uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de
beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste
videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluitingBeeldkwaliteit
HDMI
Best
Component video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het
geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren
van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema
toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de
luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is
aangesloten.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 19 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen19
Bediening
De projector opstarten
1.Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact
in (indien nodig). Controleer of het POWER-indicator op de projector oranje brandt zodra de
stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel)
op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en
brand, te voorkomen.
2.Druk op AAN/UIT om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden,
is een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER-indicator knippert groen en blijft
groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten
wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 37 voor details over het
uitschakelen van de beltoon.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de
lamp wordt ingeschakeld.
3.Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de
instructies op het scherm te volgen.
4.Als u om een wachtwoord wordt
gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om
een wachtwoord van zes cijfers in te
voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 24 voor details.
5.Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6.De projector gaat zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande
ingangssignaal wordt in de
linkerbovenhoek van het scherm
weergegeven. Als de projector geen goed
signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen
signaal" op het scherm staan totdat er een
ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om
het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 27 voor details.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het
bericht “Buiten bereik”op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de
resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina
61 voor details.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de modus ECO LEEG
geactiveerd.
Bediening20
Loading...
+ 45 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.